NL1015651C2 - 3D-boorgatradarantenne. - Google Patents

3D-boorgatradarantenne. Download PDF

Info

Publication number
NL1015651C2
NL1015651C2 NL1015651A NL1015651A NL1015651C2 NL 1015651 C2 NL1015651 C2 NL 1015651C2 NL 1015651 A NL1015651 A NL 1015651A NL 1015651 A NL1015651 A NL 1015651A NL 1015651 C2 NL1015651 C2 NL 1015651C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
radar device
borehole radar
wall
reflector
Prior art date
Application number
NL1015651A
Other languages
English (en)
Inventor
Koen Willem Anton Van Dongen
Robert Van Ingen
Petrus Maria Van Den Berg
Jacob Tjeerd Fokkema
Michiel Sebastiaan Van Oers
Original Assignee
T & A Radar B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1015651A priority Critical patent/NL1015651C2/nl
Application filed by T & A Radar B V filed Critical T & A Radar B V
Priority to DE60124919T priority patent/DE60124919T2/de
Priority to AU2001271138A priority patent/AU2001271138B2/en
Priority to CA2415651A priority patent/CA2415651C/en
Priority to PCT/NL2001/000509 priority patent/WO2002004987A2/en
Priority to JP2002509802A priority patent/JP4768203B2/ja
Priority to EP01950107A priority patent/EP1301809B1/en
Priority to US10/312,774 priority patent/US6712140B2/en
Priority to AU7113801A priority patent/AU7113801A/xx
Priority to AT01950107T priority patent/ATE347114T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1015651C2 publication Critical patent/NL1015651C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01VGEOPHYSICS; GRAVITATIONAL MEASUREMENTS; DETECTING MASSES OR OBJECTS; TAGS
    • G01V3/00Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation
    • G01V3/18Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation specially adapted for well-logging
    • G01V3/30Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation specially adapted for well-logging operating with electromagnetic waves

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Geophysics (AREA)
  • Geophysics And Detection Of Objects (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)

Description

Korte aanduiding: 3D-boorgatradarantenne
Boorgatradarinrichting voor het richtinggevoelig bepalen van overgangen in de bij gebruik van de boorgatradarinrichting deze omringende bodem, omvattende een opwekkingssamenstel voor het opwekken van de elektromagnetische straling met een frequentie tussen 5 10 MHz en 2 GHz, signaalverwerkingsmiddelen voor het verwerken van de ontvangen elektromagnetische straling, en eeh behuizing met een in hoofdzaak cilindrische wand en een centrale as, waarin ten minste zijn opgenomen: een zendantennesamenstel voor het uitzenden van de door het 10 opwekkingssamenstel opgewekte elektromagnetische straling, omvattende een zendantenne en een elektrisch geleidende reflector; en een ontvangstantennesamenstel voor het ontvangen van door de omringende bodem gereflecteerde elektromagnetische straling, omvattende een ontvangstantenne en een elektrisch geleidende 15 reflector, waarbij zowel de zendantenne als de ontvangstantenne zich evenwijdig aan de as van de behuizing uitstrekken en beide een dipoolantenne omvatten, waarbij elke reflector een reflectieoppervlak omvat dat zich ter hoogte van en evenwijdig aan de bijbehorende 20 dipoolantenne op een afstand daarvan uitstrekt en waarbij de ruimte tussen elk reflectieoppervlak 'en het telkens daartegenover gelegen deel van de behuizing is gevuld met een medium met een diëlektrische constante van ten minste 10.
Een dergelijke boorgatradarinrichting is beschreven in WO-A-25 89/03053. In deze publicatie wordt een radarinstrument beschreven voor gebruik in een boorgat voor plaatsbepaling van breuken in een geologische formatie, met richtinggevoelige zend- en ontvangstantennes. Uitzendmiddelen wekken een gepulst radarsignaal op met vermogen in het frequentiegebied tussen 30 en 300 MHz. Dit 30 signaal wordt uitgestraald via een reflector, in het bijzonder een reflector bestaande uit twee V-vormig opgestelde elektrisch geleidende platen. Met behulp van een ontvangstantenne, voorzien van een zelfde reflector, wordt het door de formatie gereflecteerde radarsignaal opgevangen. De ruimte waardoorheen de straling zich 35 binnen de behuizing voortplant, is opgevuld met een 1015651 - 2 - bariumtitanaatpoeder-lucht mengsel, waarvan de diëlektrische constante overeenkomt met die van de omgeving, en in het bijzonder een waarde van ongeveer 80 heeft.
Met een dergelijke boorgatradarinrichting kan een zekere 5 richtinggevoeligheid bereikt worden. Bij veel toepassingen bestaat er een vraag naar zowel een zo hoog mogelijke richtinggevoeligheid als een zo groot mogelijke hoeveelheid in de bodem doordringende straling. Vanwege de randvoorwaarden die gesteld worden aan boorgatradarinrichtingen, waaronder de voorkeursdiameter van ten 10 hoogste 20 cm en de elektromagnetische eigenschappen van de te onderzoeken bodem, is het tot nu toe niet mogelijk gebleken om de richtinggevoeligheid te verhogen.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een oplossing te verschaffen voor bovengenoemd probleem, en wordt daartoe gekenmerkt 15 doordat de zendantenne en de ontvangstantenne zich uitstrekken nabij de wand van de behuizing en dat althans het diametraal tegenover de zendantenne resp. de ontvangstantenne liggende gedeelte van de reflector zich eveneens uitstrekt nabij de wand van de behuizing.
Met een dergelijke boorgatradarinrichting kan een hogere 20 richtinggevoeligheid bereikt worden in combinatie met een hoog vermogen van in de bodem doordringende straling. In dit verband moeten twee grootheden beschouwd worden. De eerste grootheid is de verhouding tussen het uitgestraalde vermogen in de beoogde richting en het uitgestraalde vermogen in de andere richting(en). Deze 25 verhouding dient zo groot mogelijk te zijn. De tweede grootheid is het totale in de beoogde richting uitgestraalde vermogen. Dit dient uiteraard zo groot mogelijk te zijn.
Het is gebleken dat een configuratie volgens de uitvinding goed functioneert. Hierbij dient de reflector een zeker oppervlak te 30 hebben. In de praktijk zijn er voor de reflector optimale afmetingen, die voornamelijk afhangen van de beperkte afmetingen van de behuizing.
De uitvinding voorziet erin dat daarnaast ook de afstand van de zend- en/of de ontvangstantenne tot het reflectieoppervlak zo groot 35 mogelijk is. Dit wordt bereikt met een boorgatradarinrichting volgens de uitvinding. Met "afstand" wordt in dit verband de gemiddelde Λ Jt ** _ - 3- afstand bedoeld tussen het reflectieoppervlak en de zend- of ontvangstantenne.
Met "nabij de wand van de behuizing" wordt in dit verband bedoeld dat het betreffende gedeelte van de reflector, resp. het 5 middelpunt van de zend- en/of de ontvangstantenne zich bevindt op een afstand van de binnenwand van de behuizing, die ten hoogste een vierde deel van de binnendiameter van de behuizing bedraagt. In het bijzonder is de afstand tussen de binnenwand van de behuizing en het betreffende gedeelte van de reflector, resp. de zend- en/of de 10 ontvangstantenne ten hoogste 2 cm, met voordeel minder dan 1 cm. Op deze wijze kan eenvoudig een zo groot mogelijke afstand tussen antenne en reflectieoppervlak worden verkregen. In bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bij zeer hoge frequenties en opvulling van de inrichting met een diëlektricum met een zeer hoge 15 diëlektrische constante, mag de afstand ook groter zijn dan 2 cm.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm maakt ten minste een van de reflectoren deel uit van de wand van de behuizing. Zo kunnen de afmetingen van de behuizing, d.w.z. van het boorgat, optimaal benut worden ten behoeve van de reflector. Bijvoorbeeld wordt de behuizing 20 uitgevoerd als een cilinder uit een niet-geleidend materiaal, bijvoorbeeld kunststof, waarbij een deel van de cilinder wordt gevormd door het reflectorgedeelte dat uit bijvoorbeeld metaal is vervaardigd.
Bij een andere uitvoeringsvorm omvat ten minste een van de 25 reflectoren een dunne plaat. Bij deze uitvoeringsvorm bevindt zich tussen de reflector en de behuizing een smalle ruimte, waarin zich bijvoorbeeld de bekabeling naar de zend- en/of ontvangstantenne bevindt. Het is van belang deze bekabeling af te schermen van elektromagnetische straling die zich bevindt in de ruimte tussen het 30 reflectieoppervlak en het daartegenover gelegen deel van de wand van de behuizing. De reflector kan als een dergelijke afscherming dienstdoen.
De vorm van de reflector, en in het bijzonder van het reflectieoppervlak is niet bijzonder beperkt. Bijvoorbeeld kan 35 hiervoor een tweetal rechte platen worden genomen die elkaar raken aan een uiteinde, waarbij elk uiteinde van beide platen nabij de wand van de behuizing ligt. Aldus wordt een V-vormige reflector verkregen.
1 0 1 R Λ c < - 4 -
Met voordeel is ten minste een reflectieoppervlak een in hoofdzaak vloeiend gebogen oppervlak, dat gezien in de asrichting van de behuizing althans in hoofdzaak een deel van een kegelsnede is. Door het reflectieoppervlak een dergelijke vorm te geven, kan worden 5 gewaarborgd dat het reflectieoppervlak althans grotendeels de vorm van de wand van de behuizing volgt, waardoor de gemiddelde afstand van reflector tot de zend- en/of ontvangstantenne zo groot mogelijk is.
Met "in hoofdzaak vloeiend gebogen" wordt in dit verband 10 bedoeld dat het reflectieoppervlak vormafwijkingen mag vertonen waarvan de afmetingen veel kleiner zijn dan de gebruikte golflengte, in het bijzonder hoogstens 1/10 van de golflengte van de elektromagnetische straling. Door de golfeigenschappen van de elektromagnetische straling lijkt het reflectieoppervlak dan nog 15 steeds vloeiend gebogen. Dergelijke vormafwijkingen zijn bijvoorbeeld gaten voor bedrading, of buigranden bij een facetreflector.
De kegelsnede wordt bij voorkeur zo voordelig mogelijk gekozen. Met voordeel is de kegelsnede een cirkel met een straal die in hoofdzaak gelijk is aan de helft van de binnendiameter van de 20 behuizing. Op deze wijze is gewaarborgd dat de gemiddelde afstand tussen het reflectieoppervlak en de zend- en/of ontvangstantenne maximaal is. Ingeval het reflectieoppervlak wordt gevormd door de binnenwand van de behuizing, is de straal van de cirkel gelijk aan de helft van de binnendiameter van de behuizing. Indien de reflector een 25 dunne plaat nabij de binnenwand van de behuizing is, is de straal van de cirkel gelijk aan de helft van de binnendiameter van de behuizing minus de dikte van de plaat, eventueel verminderd met de afstand tussen plaat en binnenwand van de behuizing. In het bijzonder is laatstgenoemde afstand kleiner dan 2 cm, met voordeel kleiner dan 1 30 cm.
Met voordeel ligt de door ten minste een van de reflectoren beschreven hoek tussen 45° en 180°. Bij een beschreven hoek tussen deze twee grenzen wordt een bevredigende afstraalkarakteristiek verkregen, doordat het reflectieoppervlak groot genoeg is zonder dat 35 teveel straling verloren gaat door reflectie van de uitgezonden of opgevangen straling in een niet-gewenste richting.
1 Λ 1 c ί r „ - 5-
Met meer voordeel ligt de door ten minste een van de reflectoren beschreven hoek tussen 145° en 155°. Bij deze hoeken wordt een nog betere afstraal-karakteristiek, en dus een betere richtinggevoeligheid verkregen.
5 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de kegelsnede een parabool. In het bijzonder ligt de focusafstand van de parabool tussen 0,5 en 0,75 keer de binnendiameter van de behuizing. Vaak bevindt het midden van de zend- en/of ontvangstantenne zich in het focuspunt van de parabool doch het is gebleken dat het belangrijker 10 is dat de afstand tussen reflectieoppervlak en zend- en/of ontvangstantennes zo groot mogelijk is.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de boorgatradarinrichting volgens de uitvinding is de ruimte tussen de reflectieoppervlakken en het telkens daartegenover gelegen deel van de wand van de behuizing 15 gevuld met een diëlektricum. De functie van het diëlektricum is enerzijds het verkorten van de golflengte van de elektromagnetische straling in het gebied tussen de antennes en het reflectieoppervlak. Hierdoor verbeteren de bundelende eigenschappen van het reflectieoppervlak. In principe wordt daartoe de diëlektrische 20 constante van het diëlektricum zo groot mogelijk gekozen.
Anderzijds moet de waarde van de diëlektrische constante van het diëlektricum bij de overgang naar de omringende bodem aangepast zijn aan de waarde van de diëlektrische constante van die bodem. De diëlektrische constante van bijvoorbeeld de Nederlandse bodem 25 varieert tussen ±5 (droog zand) en ±40 (nat zand, klei). Hoe geringer het verschil in diëlektrische constante tussen bodem en diëlektricum, des te groter is het aandeel van de opgewekte elektromagnetische straling dat daadwerkelijk in de bodem doordringt. Hierbij kan het gedeelte van de genoemde ruimte dat grenst aan de wand van de 30 behuizing zijn gevuld met een geschikt diëlektricum. In de praktijk zal vaak de ruimte tussen de reflectieoppervlakken en het telkens daartegenover gelegen deel van de wand van de behuizing volledig opgevuld zijn met één diëlektricum.
Bij voorkeur heeft het diëlektricum in de ruimte tussen de 35 reflectieoppervlakken en het telkens daartegenover gelegen deel van de wand van de behuizing een diëlektrische constante tussen 20 en 100, en met meer voorkeur tussen 60 en 100, en met de meeste voorkeur i 0 t 5 fi H 1 - 6- van ongeveer 80. Bij deze waarden voor de diëlektrische constante wordt een bevredigend compromis bereikt tussen een geschikte golflengteverkorting voor goede bundelingseigenschappen en een groot aandeel in de bodem doordringende straling.
5 In een bijzondere uitvoeringsvorm van de boorgatradarinrichting volgens de uitvinding omvat het diëlektricum in hoofdzaak water. Van alle diëlektrische materialen met een diëlektrische constante van ongeveer 80, is water bij uitstek geschikt, maar ook bijvoorbeeld bariumtitanaat-luchtmengsels, zoals geopenbaard in WO-A-89/03053 10 zullen goed kunnen voldoen.
In het navolgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de navolgende figuurbeschrijving onder verwijzing naar de tekening. Daarin toont: - fig. 1 een schematische doorsnede van een boorgatradarinrichting 15 volgens de uitvinding; fig. 2 een schematische dwarsdoorsnede van een boorgatradarinrichting volgens de uitvinding; - fig. 3 een doorsnede in asrichting van een zendgedeelte van een boorgatradarinrichting volgens de uitvinding.
20 In figuur 1 is met 1 een boorgatradarinrichting volgens de uitvinding aangeduid. Deze omvat een behuizing 2 die boven en onder is afgesloten met behulp van afsluitonderdelen 3. De afsluitonderdelen 3 zijn voorzien van bijvoorbeeld wielen 13 voor het geleiden van de boorgatradarinstallatie in een boorgat. Het bovenste 25 afsluitonderdeel 3 is voorzien van een hijsoog 14, waarmee de boorgatradarinstallatie 1 naar boven of naar beneden kan worden bewogen.
Met 4 is een niet nader uitgewerkt deel aangeduid, waarin zich bijvoorbeeld besturingselektronica kan bevinden, alsmede middelen 30 voor het in de behuizing ronddraaien van antenne-onderdelen, en gyroscopen voor het bepalen van de oriëntatie van de antenne-onderdelen.
Met 5 is een as aangeduid, waaromheen een zendantennesamenstel 6 respectievelijk een ontvangstantennesamenstel 7 kunnen draaien. Met 35 behulp van deze draaiing kan de boorgatradarinrichting in de gewenste richting een meting doen.
1 0 1 5 fi ς 1 - 7 -
Bij gebruik van de boorgatradarinrichting 1 volgens de uitvinding kunnen bijvoorbeeld als volgt metingen worden verricht. De boorgatradarinrichting 1 wordt in een boorgat gebracht, waarbij deze is verbonden met besturingsmiddelen die een besturing vanaf het 5 maaiveld mogelijk maken. Op een bepaalde diepte wordt de oriëntatie van de boorgatradarinrichting 1 ten opzichte van de aarde bepaald. Daarna start een meetcyclus door elektromagnetische straling uit te zenden en de gereflecteerde straling op te vangen en vast te leggen in de vorm van een signaal. Daarna worden het zendantennesamenstel 6 10 en het ontvangstantennesamenstel 7 over een kleine hoek, bijvoorbeeld 2° of 3° gedraaid, waarna een volgende meting wordt verricht. Deze stappen worden herhaald tot in alle gewenste richtingen een meting is verricht. Daarna wordt de boorgatradarinstallatie 1 op een andere diepte gebracht, waarna alle bovengenoemde stappen worden herhaald.
15 Het is echter ook mogelijk om de boorgatradarinrichting zodanig uit te rusten dat deze zelfstandig kan meten en bewegen. Daartoe dienen dan bijvoorbeeld een energiebron, zoals een accu, voortbewegingsmidddelen, zoals een elektrisch bedienbare kabelhaspel, en ingebouwde besturingsmiddelen zoals een besturings- en 20 meetprogramma te worden aangebracht.
Op deze wijze kan van een bepaald gebied rondom een boorgat een elektromagnetisch profiel worden bepaald. Het profiel bestaat uit een aantal overgangen in de bodem alwaar de elektromagnetische eigenschappen veranderen. Dit kan duiden op een breuk in de bodem, 25 een verandering in samenstelling (bv. steenkool, olie) maar ook op de aanwezigheid van een object zoals een blindganger. Uitwerking en interpretatie van de gegevens kan naderhand geschieden.
De boorgatradarinrichting 1 van de uitvinding kan op velerlei gebied worden toegepast: verkenning van de omgeving van boorgaten ten 30 behoeve van bijvoorbeeld graafwerkzaamheden of winning van delfstoffen, opsporing van in de bodem aanwezige objecten zoals blindgangers, enzovoort. Afhankelijk van de gewenste toepassing en de bodem waarin de metingen moeten worden verricht, kan de boorgatradarinstallatie worden aangepast.
35 Bijvoorbeeld kan een ander frequentiebereik worden gekozen voor de uitgestraalde elektromagnetische straling. Zo geeft een lagere frequentie over het algemeen een groter doordringend vermogen, maar Π 1 R fi R 1 - 8 - een lager oplossend vermogen. Ook is het doordringend vermogen afhankelijk van de bodemeigenschappen. Indien de bodem een hoog doordringend vermogen heeft, bijvoorbeeld zand boven de grondwaterspiegel, dan kan ervoor gekozen worden om de frequentie te 5 verhogen, om daardoor het oplossend vermogen te verhogen.
Daarnaast kan eventueel een ander diëlektricum worden gekozen dat verschilt van water. Zo is de diëlektrische constante van een zandbodem boven de grondwaterspiegel (droog zand) beduidend lager dan die van met water verzadigd zand. Daarom moet de diëlektrische 10 constante van het opvuldiëlektricum lager gekozen worden om voldoende uitgestraald vermogen te behouden. Een gevolg is wel dat de golflengte van de elektromagnetische straling binnen in de behuizing toeneemt, hetgeen nadelige effecten heeft op de bundelende eigenschappen van de reflector. Dit kan bijvoorbeeld worden opgelost 15 door een hogere frequentie te nemen. Hoewel het doordringend vermogen van elektromagnetische straling over het algemeen afneemt met toenemende frequentie, wordt dit effect gecompenseerd door de betere doordringingseigenschappen in zandbodems. Een andere mogelijkheid bestaat in het aanpassen van de vorm en/of de afmetingen van de 20 reflector.
In fig. 2 is een schematische dwarsdoorsnede van een antenne-onderdeel weergegeven. Tegen de behuizing 2 ligt een dipoolantenne 8 aan. Diametraal daar tegenover bevindt zich een reflector 10 in de vorm van een bijna halfcirkelvormige elektrisch geleidende plaat. De 25 ruimte tussen de reflector 10 en de antenne 8 is opgevuld met water.
De antenne 8 bevindt zich hier niet in het brandpunt van de reflector 10. Dit betekent dat geen in hoofdzaak parallelle uitstraling kan worden verkregen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat bij cilindrische reflectoren het middelpunt als brandpunt wordt 30 beschouwd, hoewel dit strikt genomen slechts voor een klein gedeelte van de reflector fungeert, en dan nog slechts bij benadering. Bij de meeste boorgatradarinstallaties is echter de gebruikte golflengte van dezelfde orde van grootte als de diameter van de boorgatradarinstallatie of als de afmeting van de reflector. Doordat 35 de afstand tussen antenne 8 en reflector 10 groter is dan de afstand in het geval dat de zender in het brandpunt van reflector 10 zou zijn
fl UfiU
- 9- geplaatst, worden de nadelige effecten van het uit focus plaatsen meer dan gecompenseerd door de toegenomen afstand.
In figuur 3 tenslotte is een schematische dwarsdoorsnede weergegeven van het zendantenne-onderdeel van een 5 boorgatradarinrichting 1. Hierin ligt de dipoolantenne 8 (bijna) tegen de wand van de behuizing 2. De antenne 8 wordt op de juiste plaats gehouden door twee ophangbeugels 15. De antenne 8 kan worden aangestuurd via een bekabeling 9. Deze bekabeling 9 bevindt zich in de ruimte tussen de diametraal tegenover de zendantenne 8 gelegen 10 reflector 10 en de wand van de behuizing 2. Met 11 is isolatiemateriaal weergegeven, dat dient om elektromagnetische straling te absorberen die direct vanuit de zendantenne in de richting van de ontvangstantenne wordt gestraald. Tevens dient het materiaal 11 voor bevestiging van de ophangbeugels 15. De ruimte 12 15 tussen de reflector 10 en de zendantenne 8 is opgevuld met een diëlektrisch materiaal, in dit geval water.
Bij deze uitvoering is de reflector 10 niet helemaal tegen de wand van de behuizing 2 geplaatst. Dit biedt echter het voordeel dat ruimte ontstaat voor de . bekabeling 9 en andere onderdelen die 20 gevoelig zijn voor beïnvloeding door de uitgezonden elektromagnetische straling. Niettemin blijft het van belang dat de afstand tussen de zendantenne 8 en de reflector 10 zo groot mogelijk blijft. Deze zelfde eis geldt in gelijke mate voor de ontvangstantenne.
25 1 0 1 ,K fi 5 1

Claims (11)

1. Boorgatradarinrichting voor het richtinggevoelig bepalen van overgangen in de bij gebruik van de boorgatradarinrichting deze omringende bodem, omvattende een opwekkingssamenstel voor het opwekken van de elektromagnetische straling met een frequentie tussen 5 10 MHz en 2 GHz, signaalverwerkingsmiddelen voor het verwerken van de ontvangen elektromagnetische straling, en een behuizing (2) met een in hoofdzaak cilindrische wand en een centrale as, waarin ten minste zijn opgenomen: een zendantennesamenstel (6) voor het uitzenden van de door het 10 opwekkingssamenstel opgewekte elektromagnetische straling, omvattende een zendantenne en een elektrisch geleidende reflector (10); en een ontvangstantennesamenstel (7) voor het ontvangen van door de omringende bodem gereflecteerde elektromagnetische straling, omvattende een ontvangstantenne en een elektrisch geleidende 15 reflector (10), waarbij zowel de zendantenne als de ontvangstantenne zich evenwijdig aan de as van de behuizing (2) uitstrekken en beide een dipoolantenne (8) omvatten, waarbij elke reflector (10) een reflectieoppervlak omvat dat zich ter hoogte van en evenwijdig aan de bijbehorende 20 dipoolantenne (8) op een afstand daarvan uitstrekt en waarbij de ruimte (12) tussen elk reflectieoppervlak en het telkens daartegenover gelegen deel van de behuizing (2) is gevuld met een medium met een diëlektrische constante van ten minste 10, met het kenmerk, dat de zendantenne en de ontvangstantenne zich uitstrekken 25 nabij de wand van de behuizing (2) en dat althans het diametraal tegenover de zendantenne resp. de ontvangstantenne liggende gedeelte van de reflector (10) zich eveneens uitstrekt nabij de wand van de behuizing (2).
2. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een van de reflectoren (10) deel uitmaakt van de wand van de behuizing (2).
3. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 35 kenmerk, dat ten minste een van de reflectoren (10) een dunne plaat omvat. 1 n 1 k c c a -11- i
4. Boorgatradarinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een reflectieoppervlak een in hoofdzaak vloeiend gebogen oppervlak is, dat gezien in de 5 asrichting van de behuizing (2) althans in hoofdzaak een deel van een kegelsnede is.
5. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kegelsnede een cirkel is met een straal die in hoofdzaak 10 gelijk is aan de helft van de binnendiameter van de behuizing (2).
6. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de door ten minste een van de reflectoren (10) beschreven hoek ligt tussen 45° en 180°. 15
7. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de door ten minste een van de reflectoren (10) beschreven hoek ligt tussen 145° en 155°.
8. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kegelsnede een parabool is.
9. Boorgatradarinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het diëlektricum in de ruimte (12) 25 tussen de reflectieoppervlakken en het telkens daartegenover gelegen deel van de wand van de behuizing (2) een diëlektrische constante tussen 20 en 100 heeft.
10. Boorgatradarinrichting volgens een of meer van de voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat het diëlektricum in de ruimte (12) tussen de reflectieoppervlakken en het telkens daartegenover gelegen deel van de wand van de behuizing (2) een diëlektrische constante tussen 60 en 100 heeft.
11. Boorgatradarinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het diëlektricum in hoofdzaak water omvat. 1015651
NL1015651A 2000-07-07 2000-07-07 3D-boorgatradarantenne. NL1015651C2 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015651A NL1015651C2 (nl) 2000-07-07 2000-07-07 3D-boorgatradarantenne.
AU2001271138A AU2001271138B2 (en) 2000-07-07 2001-07-05 3d borehole radar antenna and algorithm, method and apparatus for subsurface surveys
CA2415651A CA2415651C (en) 2000-07-07 2001-07-05 3d borehole radar antenna and algorithm, method and apparatus for subsurface surveys
PCT/NL2001/000509 WO2002004987A2 (en) 2000-07-07 2001-07-05 3d borehole radar antenna and algorithm, method and apparatus for subsurface surveys
DE60124919T DE60124919T2 (de) 2000-07-07 2001-07-05 3d-bohrlochradarantenne
JP2002509802A JP4768203B2 (ja) 2000-07-07 2001-07-05 ボアホールレーダ装置
EP01950107A EP1301809B1 (en) 2000-07-07 2001-07-05 3d-borehole radar antenna
US10/312,774 US6712140B2 (en) 2000-07-07 2001-07-05 3rd borehole radar antenna and algorithm, method and apparatus for subsurface surveys
AU7113801A AU7113801A (en) 2000-07-07 2001-07-05 3d borehole radar antenna and algorithm, method and apparatus for subsurface surveys
AT01950107T ATE347114T1 (de) 2000-07-07 2001-07-05 3d-bohrlochradarantenne

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015651 2000-07-07
NL1015651A NL1015651C2 (nl) 2000-07-07 2000-07-07 3D-boorgatradarantenne.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015651C2 true NL1015651C2 (nl) 2002-01-24

Family

ID=19771693

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015651A NL1015651C2 (nl) 2000-07-07 2000-07-07 3D-boorgatradarantenne.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015651C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115042917A (zh) * 2022-05-16 2022-09-13 中国舰船研究设计中心 船用隐身透气叠片门

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4045724A (en) * 1976-04-06 1977-08-30 The United States Of America As Represented By The United States Energy Research And Development Administration Electromagnetic wave method for mapping subterranean earth formations
GB2100544A (en) * 1981-06-16 1982-12-22 Ensco Inc Radar drill guidance system
WO1989003053A1 (en) * 1987-09-28 1989-04-06 United States Department Of Energy Downhole pulse radar
US5530359A (en) * 1995-02-03 1996-06-25 Schlumberger Technology Corporation Borehole logging tools and methods using reflected electromagnetic signals

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4045724A (en) * 1976-04-06 1977-08-30 The United States Of America As Represented By The United States Energy Research And Development Administration Electromagnetic wave method for mapping subterranean earth formations
GB2100544A (en) * 1981-06-16 1982-12-22 Ensco Inc Radar drill guidance system
WO1989003053A1 (en) * 1987-09-28 1989-04-06 United States Department Of Energy Downhole pulse radar
US5530359A (en) * 1995-02-03 1996-06-25 Schlumberger Technology Corporation Borehole logging tools and methods using reflected electromagnetic signals

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115042917A (zh) * 2022-05-16 2022-09-13 中国舰船研究设计中心 船用隐身透气叠片门
CN115042917B (zh) * 2022-05-16 2024-01-26 中国舰船研究设计中心 船用隐身透气叠片门

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1301809B1 (en) 3d-borehole radar antenna
Baker et al. An introduction to ground penetrating radar (GPR)
US4746867A (en) Antenna assembly for microwave reflection survey equipment
US4728897A (en) Microwave reflection survey technique for determining depth and orientation of buried objects
US5530359A (en) Borehole logging tools and methods using reflected electromagnetic signals
WO2011115646A1 (en) Single well reservoir imaging apparatus and methods
EP0386108A1 (en) Downhole pulse radar
NO326721B1 (no) Fremgangsmåte og apparat for retningsbestemt brønnlogging
Radzevicius et al. Pitfalls in GPR data interpretation: differentiating stratigraphy and buried objects from periodic antenna and target effects
WO2002086545A1 (en) Measurement of subterranean lithology using electromagnetic energy
CN106796304B (zh) 使用关于有损介质的引导表面波模式的表面下传感
EP1543353A2 (en) Apparatus and method using continuous -wave radiation for detecting and locating targets hidden behind a surface
JP2017534847A (ja) 損失性媒体上での誘導表面波モードを使用した遠隔表面センシング
NL1015651C2 (nl) 3D-boorgatradarantenne.
Rappaport et al. Focused array radar for real-time imaging and detection
Pajewski et al. Antennas for GPR systems
Sato et al. Cross-polarization borehole radar measurements with a slot antenna
CN111812726A (zh) 一种深层地质介电共振探测装置及其探测方法
Daniels An assessment of the fundamental performance of GPR against buried landmines
Nobes et al. " Broadside" versus" end-fire" radar response: some simple illustrative examples
Chen Design and development of enhanced ground-penetrating radar systems for the detection and classification of unexploded ordinances and land mines
RU227004U1 (ru) Трехантенный георадар для обнаружения слабоконтрастных объектов
Kang et al. The effect of the antenna height on quality of bistatic GPR data
Kota et al. Design and analysis of TEM horn antenna for GPR applications
JPH06331736A (ja) スロットアンテナを利用するボアホールレーダ

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: T & A SURVEY B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090201