NL1015596C2 - Afdichtingselement. - Google Patents

Afdichtingselement. Download PDF

Info

Publication number
NL1015596C2
NL1015596C2 NL1015596A NL1015596A NL1015596C2 NL 1015596 C2 NL1015596 C2 NL 1015596C2 NL 1015596 A NL1015596 A NL 1015596A NL 1015596 A NL1015596 A NL 1015596A NL 1015596 C2 NL1015596 C2 NL 1015596C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sealing element
window frame
sealing
element according
window
Prior art date
Application number
NL1015596A
Other languages
English (en)
Inventor
Izaok Van Vuuren
Original Assignee
Illbruck Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Illbruck Gmbh filed Critical Illbruck Gmbh
Priority to NL1015596A priority Critical patent/NL1015596C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015596C2 publication Critical patent/NL1015596C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/56Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames
    • E06B1/60Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames by mechanical means, e.g. anchoring means
    • E06B1/6069Separate spacer means acting exclusively in the plane of the opening; Shims; Wedges; Tightening of a complete frame inside a wall opening
    • E06B1/6076Separate spacer means acting exclusively in the plane of the opening; Shims; Wedges; Tightening of a complete frame inside a wall opening of screw-type
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/003Cavity wall closers; Fastening door or window frames in cavity walls
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/62Tightening or covering joints between the border of openings and the frame or between contiguous frames

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Afdichtingselement.
De uitvinding heeft betrekking op een op een kozijn aan te brengen afdichtingselement met een veranke-ringsvoet voor verankering van het afdichtingselement in het raamkozijn en een evenwijdig aan het vlak van het 5 raamkozijn, ten opzichte van een raamuitsparing van een huismuur vrij uitstekend afdichtingsgedeelte.
Een dergelijk afdichtingselement is bekend van de Duitse octrooiaanvrage 25.37.459. Het kozijn wordt daar in de raamuitsparing van een muur van een huis geplaatst. 10 Daarbij ligt het vrij uitstekende afdichtingsgedeelte als een lip tegen de in de plaatsingsrichting convergerende dagkant van de raamuitsparing. De overeenkomstige elastische beweegbaarheid is verschaft door een holle profiel-vorm van het afdichtingsgedeelte, welke aan het andere 15 eind voortgezet is in een dwars gegroefde verankeringsvoet voor vastlegging aan het raamkozijn. Het vrij uitstekende afdichtingsgedeelte neemt in breedte toe in de richting van de verankeringsvoet.
Doel van de uitvinding is om een dergelijk 20 afdichtingselement te ontwerpen dat constructief eenvoudig en makkelijk te plaatsen is.
Dit doel wordt in eerste plaats in hoofdzaak bereikt middels een afdichtingselement met de maatregelen van conclusie 1, doordat het vrij uitstekende eindgedeelte 25 van het afdichtingsgedeelte voorzien is van een zich naar 1015596 2 de buitenzijde van het huis uitstrekkende omzetting. Hierdoor wordt een soort van valgoot verkregen. Mogelijkerwijs binnengedrongen slagregen kan niet over het vrij uitstekende eind van het gedeelte stromen. Aldus is het 5 afdichtingselement op bepaalbare wijze op het kozijn te plaatsen. De bijdrage van het kozijn aan de verankering bestaat uit het aanbieden van bijvoorbeeld een groef. Het buiten de groef, evenwijdig aan het vlak van het kozijn vrij uitstekend afdichtingsgedeelte biedt een zeer hoog 10 vermogen aan te liggen tegen het bouwwerk. Verder blijkt het voordelig dat het afdichtingsgedeelte als gevolg van een constructief vooraf bepaalde buigvorm op terugverende wijze omklapbaar is naar een stand onder een rechte hoek ten opzichte van het vlak van het venster. Dit vergemakke-15 lijkt de montage van het kozijn. Bovendien blijkt het voordelig te zijn wanneer het afdichtingsgedeelte, in doorsnede, licht gekromd loopt. Op doelmatige wijze ziet dit er in detail zo uit dat het afdichtingsgedeelte ten opzichte van de verankeringsvoet naar de zijde van het 2 0 inwendige van het huis af gebogen loopt. Hierdoor kan een voorspanning opgebouwd en gebruikt worden. Verder is de oplossing gekenmerkt door het buiten op het kozijn liggend, nagenoeg onder een rechte hoek ten opzichte van de verankeringsvoet lopend bevestigingsgedeelte. Dit laatste 25 kan bijvoorbeeld gebruikt worden als spijkerlijst. De verankering wordt aldus als geheel nog stabieler en bestand tegen belastingen. Een en ander wordt nog bevorderd wanneer de verankeringsvoet voorzien is van een ribbenstructuur. De ribbenstructuur kan bijvoorbeeld weerhaak-30 vormig zijn, zodat men reeds een stabiele positie tijdens de voormontage verkrijgt, voordat met behulp van het bevestigingsgedeelte volledige vastlegging plaatsvindt.
Bij voorkeur is de omzetting, in dwarsdoorsnede gezien, U-vormig. De U-opening staat zover open, dat het 35 zo gevormde eindgebied praktisch ook als windvang kan fungeren, met als resultaat een vandaar af plaatsvindend, de afdichting bevorderend aandrukken van het afdichtings- 1015596 3 gedeelte. Een voordelige verdere uitvoering wordt verkregen doordat in de richting naar het vrij uitstekende eindgedeelte van het afdichtingselement twee zich naar de buitenzijde van het huis uitstrekkende omzettingen achter 5 elkaar gevormd zijn. Bij aanwezige overlengte kan daarmee een overeenkomstige verkorting worden uitgevoerd. Dit wordt vergemakkelijkt wanneer er verder in wordt voorzien, dat in het geval van twee omzettingen deze met elkaar verbonden zijn middels een vooraf bepaalde scheurplaats.
10 In een voordelige verdere ontwikkeling wordt een zodanige uitvoeringsvariant volgens de uitvinding voorgesteld, dat het afdichtingsgedeelte voorzien is van een naar de binnenzijde van het huis af gebogen steunribbe Deze in de rug van de omzetting liggende steunlip 15 bewerkstelligt een aanpasbare, binnen grenzen meegevende aanligging voor het afdichtingselement. Het krachtige uitveren van het afdichtingsgedeelte wordt aldus gelijkmatig gedempt. Belangrijkste blijft daarbij echter de afschermende werking door de omzetting, reden waarom de 20 vrij uitstekende omzetting voorbij de steunlip reikt. De steunlip ligt zo 'in de schaduw' van het afdich tingsgedeelte .
Verder stelt de uitvinding voor dat de steunlip voorzien is van een van de vrij uitstekende omzetting 25 afwijzende kromming. Dit bevordert de elasticiteit in het vrije eindgebied van de steunlip. Ook is het hiervoor gunstig en voor een goed aanliggen tegen het binnenblad van de huismuur bevorderlijk wanneer de steunlip op wig-puntvormige wijze afneemt naar zijn vrije eind. Voorts 30 wordt een zodanig doorsnede verkregen, doordat een V-opening van de naar de binnenzijde van het huis af gebogen steunlip tegengesteld verloopt aan een U-opening van de omzetting. Verder wordt voorgesteld dat het beves-tigingsgedeelte middels een buigvorm of -uitsparing aange-35 sloten is op het afdichtingsgedeelte. Dit verschaft een gedefinieerde plooiplaats onder behoud van een krachtige terugstelwerking. De wanddikte van het afdichtingsgedeelte 1015596 4 loopt vol door.
De uitvinding betreft vervolgens een in een raamuit sparing van een muur van een huis te plaatsen raamkozijn, waarbij de huismuur twee bladen bezit met een 5 spouw daartussen, en stelt hierbij voor dat op het raamkozijn een afdichtingselement bevestigd is, dat zich in de vrije ruimte tussen de bladen uitstrekt, nagenoeg evenwijdig aan een blad van de huismuur. Het afdichtingselement klapt hierbij om om het invoeren van het kozijn te verge-10 makkelijken, om zich als gevolg van de hierboven uiteengezette uitvoering weer op te richten in de spouw teneinde in de voor de werking juiste afdichtingsstand te geraken. Hierbij is het gunstig wanneer het afdichtingselement plat opligt op het binnenblad of door drukbelasting, bijvoor-15 beeld winddrukbelasting, tot platte oplegging te brengen is. De winddruk samen met de flexibiliteit alsook de terugstelkracht van het materiaal van het afdichtingsge-deelte geven goede resultaten, waarbij anderzijds echter ook de toegankelijkheid voor ventilatiedoeleinden in het 20 plaatsingsgebied van het afdichtingselement niet teniet gedaan wordt. Verder stelt de uitvinding voor dat het binnenblad voorzien is van een aan de buitenzijde, daarvóór geplaatste isolatie en dat het afdichtingselement opligt op de isolatie, respectievelijk door drukbelasting 25 tot plat aanliggen daarop te brengen is. In de constructie wordt dientengevolge de spouw tussen de isolatie en de binnenwand van het buitenblad gevormd.
Het onderwerp van de uitvinding wordt hieronder verduidelijkt aan de hand van een in de tekening weergege-30 ven uitvoeringsvoorbeeld. Getoond wordt in:
Figuur 1 het afdichtingselement volgens de uitvinding in gebruik in een bouwwerk;
Figuur 2 een vergrote dwarsdoorsnede door het afdichtingselement, in een basisversie; 35 Figuur 3 een dwarsdoorsnede door het afdich tingselement volgens een eerste variant;
Figuur 4 een doorsnede door het afdichtingsele- 1Q1 5596 5 ment volgens een tweede variant;
Figuur 5 een doorsnede door het afdichtingsele-ment volgens een derde variant;
Figuur 6 het afdichtingselement in rolvormige 5 voorraad; en figuur 7 een vergroting van het detail VII-VII van figuur 2, figuur 8 een doorsnede door het afdichtingselement volgens een vierde variant, 10 figuur 9 het betreffende afdichtingselement in gebruik in een bouwwerk, waarbij tegelijk een verdere uitvoering van het raamkozijn getoond is, met een boring voor opname van een stelelement, figuur 10 een met figuur 9 overeenkomende weer-15 gave, bij plaatsing van een stelelement, en wel in de vorm van een afstandbus, figuur 11 een gelijke doorsnede onder gebruikmaking van de afstandbus als boormal voor het plaatsen van een verbindingsschroef, 20 figuur 12 een gelijke weergave na voltooiing van de bevestigingsmaatregelen.
Het weergegeven bandvormige afdichtingselement 1 dient voor het overbruggen van een voeg 2 tussen een raamkozijn 3 of iets dergelijks en een raamuitsparing 4 in 25 een huismuur 5.
De huismuur 5 van een bouwwerk is tweebladig gevormd. Ze bezit een binnenblad 6 en een buitenblad 7.
Tussen beide bladen 6, 7 van de huismuur 5 bevindt zich een spouw 8.
30 Voor wat betreft het buitenblad 7 kan het gaan om een metselwerk. Het binnenblad 6 is aan de buitenzijde geïsoleerd. Daarop is een isolatie 9 aangebracht. Dientengevolge is de spouw 8 gevormd tussen de isolatie 9 en de binnenwand van het buitenblad 7.
35 De raamuitsparing 4 van de huismuur 5 bezit in het plaatsingsgebied van het kozijn 3 een grotere dagmaat als het raamgat ter plaatse van het verspringende binnen- 1015596 6 blad 6. Deze is voorzien van negge/-/pleisterwerk 10. De beschreven verspringing resulteert in een aanslagvlak 11 voor het van buitenaf in te brengen raamkozijn 3. Het aanslagvlak 11 is evenredig gevormd door de buitenwand van 5 het binnenblad 6 en het zich in hetzelfde vlak voort zettende buitenvlak van de laag negge/-/pleisterwerk 10. Bedoeld wordt de naar het raamkozijn 3 gekeerde smalle zijde.
Het afdichtingselement 1 bestaat uit geëxtru-10 deerd TPE. Dit als band gevormde materiaal is oprolbaar. Gewezen wordt naar de wijze van opslag, zoals die blijkt uit figuur 6. Het afdichtingselement (1) bezit als geheel in zijn basisstand in doorsnede een angelhaakvormig silhouet .
15 Het afdichtingselement 1 is ingestoken op het raamkozijn 3. Dit laatste vormt daartoe aan zijn kozijn-buitenzijde een daarnaartoe openende groef 12. Deze laatste is zodanig aangebracht, dat het daarin aangebrachte afdichtingselement 1 met een afdichtingsgedeelte 13 in 2 0 hoofdzaak evenwijdig aan het vlak van het raamkozijn 3, vrij uitstekend afsteekt. Dit afdichtingsgedeelte 13 staat in verbinding met een verankeringsvoet 14 van het afdichtingselement 1.
Het kozijnvlak is in figuur 1 aangeduid met E-E. 25 Het oriënteert zich in hoofdzaak op het daar weergegeven vlak van uitstrekking van het afdichtingsgedeelte 13. Om bij het invoeren van het raamkozijn 3 de relatief smalle voeg 2 te kunnen passeren is het afdichtingsgedeelte 13 van het afdichtingselement 1 scharnierbaar ten opzichte 30 van de verankeringsvoet 14 gevormd. Deze kan in de richting naar de buitenzijde van het kozijn om- of wegklappen. Dit wordt bereikt door een constructief vooraf bepaalde buigvorm 15. Het gaat hier om een doorsnede versmallende langsgoot. Deze laat een soort van filmscharnier 16 over 35 tussen het afdichtingsgedeelte 13 en de verankeringsvoet 14 ·
De materiaalhoeveelheid ter plaatse van het 1015596 7 filmscharnier 16 moet echter ook zo afgestemd worden, dat het afdichtingsgedeelte 13 weer vanuit zijn omgeklapte stand terug kan springen in zijn oorspronkelijke doorsne-devorm. In de omgeklapte stand ligt het afdichtingsgedeel-5 te 13 praktisch onder een rechte hoek ten opzichte van het venstervlak E-E.
Zoals te zien is in de basisversie en de varianten van het afdichtingselement 1 loopt het afdichtingsgedeelte 13, beschouwd in doorsnede, licht gekromd. De 10 kromming loopt in de invoerrichting van het kozijn 3. Het afdichtingsgedeelte 13 is dientengevolge ten opzichte van de verankeringsvoet 14 af gebogen naar de zijde van het inwendige van het huis. De doorsnede van het afdichtingsgedeelte 13 verjongt zich verder continu in de richting 15 van het vrij uitstekend eindgebied 17.
Het eindgebied 17 is verder puntvormig toelopend omgebogen aan de zijde van de buitenwand van het huis. Hiermee is een U-vormige omzetting 18 verkregen. De betreffende U-benen divergeren echter licht in de richting 20 van de U-opening 19. Er is sprake van een soort van goot. Deze heeft het verwijzingscijfer 20.
De basisversie van het afdichtingselement 1 omvat twee van dergelijke omzettingen 18. Zij zijn in de richting naar het vrij uitstekend eindgebied 17 achter 25 elkaar liggend gevormd, een en ander ook zodanig, dat ze zich naar de buitenzijde van het huis toe uitstrekken.
Het afdichtingsgedeelte 13 zou een basislengte kunnen bezitten, zoals dit ook blijkt uit figuur 3, en dan door toevoeging van een omzetting 18 verlengd zijn.
3 0 Figuur 2 toont een uitvoering die erop gericht is, dat binnen een lengte van het afdichtingsgedeelte 13 volgens figuur 13 in figuur 2 twee omzettingen 18 ondergebracht zijn.
In het geval van twee omzettingen 18 zouden 35 deze, zoals weergegeven, met elkaar verbonden kunnen zijn middels een voorafbepaalde scheurplaats 21. Het gaat hier om een zich in lengterichting uitstrekkende V-kerf in de 1q1 5596 8 rug van de U-bocht van de omzetting 18 die nabij de veran-keringsvoet gelegen is. In het dal van de V-kerf is een verdieping aangebracht, vergelijkbaar met een rivier in een vallei.
5 De verankeringsvoet 14 van de basisversie en de daarop volgende varianten verschillen enigszins van elkaar in constructie. Alle bezitten echter de overeenkomst van een ribbenstructuur. De ribben zijn steeds aangeduid met 22. Zij wortelen in een voetkern 23 en zijn verend ten 10 opzichte daarvan. De basisversie en de eerste variant laten een weerhaakvormige, derhalve invoer-vergemakkelij-kende en uittrekken tegengaande ribbenstructuur. De ribben 22 zijn aldus in de insteekrichting vloeiend aangebracht. Met de betrekking tot de variant van figuur 3 is nog een 15 bijzonderheid, dat de ribben 22 in hoogte afnemen naar de buigvorm 15 toe en dat de groef 12 voorzien is van in insteekrichting divergerende groefzij den. De groefingang is dientengevolge versmald.
Bij de basisversie verlopen de groefzijden 20 evenwijdig.
Figuur 2 toont daarenboven dat een naar de onderste tekeningrand heengaande materiaalophoping bestaat in de vorm van een blok 24. Het gaat hier om een relatief brede rib. Deze is praktisch niet verend.
25 De tweede versie bezit dwars van de voetkern 23 uitstekende, snedevormige ribben 22. De snedeflanken bezitten dezelfde hoek. De snede ligt in de deellijn van de hoek.
Volgens een derde variant zijn eveneens snede-30 vormige ribben 22 voorzien, die echter zaagtandvormig zijn en aldus een in hoofdzaak scherp dwars uitstekende zijde en een schuine zijde bezitten.
Beide zijden van de voetkern 23 zijn voorzien van twee tot drie ribben 22. Deze zijn spiegelsymetrisch.
35 In het overgangsgebied tussen afdichtingsgedeel- te 13 en de voetkern 23 is een steekdiepte-begrenzer aangebracht. Het gaat hier om een spijkerbaar bevesti- J015596 9 gingsgedeelte 25. Dit wortelt in de vorm van een lijst nabij de buigvorm 15. Hij staat onder een rechte hoek ten opzichte van de voetkern 13.
Het bevestigingsgedeelte 25 ligt buiten aan op 5 het raamkozijn 3, dat wil zeggen op de buitenzijde van het kozijn. Hij ligt in een verdieping of trede 26. Het met het omlopende afdichtingselement 1 uitgeruste raamkozijn 3 wordt van de buitenzijde af in de raamuitsparing 4 ingébracht. Daarbij slaat het van het huis uit dwars uitste-10 kende, dat wil zeggen nagenoeg evenwijdig aan het buitenblad 7 van de huismuur 5 verlopende afdichtingsgedeelte 13 om. Met het bereiken van de spouw 8 veert het afdichtingsgedeelte 13 met kracht uit. Het ligt dan direct of indirect aan op het binnenblad 6, daarbij de voeg 2 tussen het 15 binnenblad 6 en het buitenblad 7 overbruggend. Bij het weergegeven toepassings- danwel uitvoeringsvoorbeeld werkt het afdichtingselement 1 samen met de isolatie 9, waartegen het eveneens plat aanligt.
Een en ander vindt plaats onder gebruikmaking 20 van de terugstelkracht van het uit zijn voorbuigstand gedwongen afdichtingsgedeelte 13 en ondersteund door een van buiten werkzame drukbelasting respectievelijk wind-drukbelasting, berustend op het voordeel van de van buitenaf plaatsvindende montage van het venster.
25 Het afdichtingsgedeelte 13 is in zijn omgeving ook aan de achterzijde te ventileren. Eventuele tot in de spouw 8 gerakende slagregen kan evenwel niet via de voeg ingebracht worden en ook praktisch niet bij de isolatie 9 terecht komen, dit als gevolg van de gootvormige uitvoe-30 ring van het vrij uitstekende eindgebied 17, concreet door het verschaffen van de omzetting 18 respectievelijk omzettingen 18.
Een verdere afdichting 27 bevindt zich tussen het aanslagvlak 11 en het daartegen aan geplaatste binnen-35 vlak van het raamkozijn 3.
Op de rug van deze afdichting 27, die bijvoorbeeld bestaat uit een gangbare afdichtband met vertraagde 1015596 10 terugstelling, ligt een soortgelijke afdichting 28. Deze is opgenomen in een uitsparing 29 van het raamkozijn 3, en wel zo, dat het uit de uitsparing 29 reikende, de voeg 2 kruisende kop van deze afdichting 28 werkzaam is tegen een 5 lijst 30, die verbonden is met het binnenblad 6. De lijst 30 bezit een driehoekige doorsnede, waarvan de ene recht-hoekzijde dient als bevestigingsvlak naar het binnenblad 6 en de andere, naar de voeg 2 gekeerde rechthoekzijde de afdichting opneemt.
10 Met streeppuntlijnen weergegeven is een de ingang van de raamuitsparing omtreksmatig bepalend mal-raamwerk kozijn 31 opgenomen. Deze hangt aan horizontale draaglippen 32, die eveneens verbonden zijn met de lijst 30. Het malraamwerk 31 kan gesloten worden met een af-15 dichtfolie, overeenkomstig spie-ramen op het gebied van de schilderkunst. De omtrek van het malraamwerk 31 dient als leidraad bij het metselen van de huismuur 5, hier het buitenblad 7.
De richting van de drukbelasting is in figuur l 20 aangegeven met pijl P.
Terugkomend op de opgegerolde voorraadvorm, in figuur 6 is te zien dat de hier buiten liggende omzettingen 18 door het oprollen tegen het afdichtingsgedeelte 13 aangevouwen worden. Onder gebruikmaking van de buigvorm 15 25 is het lijstvormige bevestigingsgedeelte 25 eveneens tegen het afdichtingsgedeelte 13 geklapt, en wel in de richting tegen de binnenzijde van de boog daarvan.
Wat nu de derde variant van het afdich-tingselement 1 betreft, deze is ten opzichte van de basis-30 versie zodanig verder ontwikkeld, dat het afdichtingsgedeelte 13 voorzien is van een aan de binnenzijde van het huis, dus in de rug van de omzetting 18 gezien, gelegen steunlip 33. Deze lijkt voor wat betreft het contour op een afsplitsing.
3 5 De steunlip 33 steekt niet uit ten opzichte van de omzetting 18. Het vrij uitstekende eindgedeelte van de omzetting 18 steekt eerder duidelijk uit van de steunlip *015596 33 .
11
De steunlip 33 bezit een kromming die gericht is van de vrij uitstekende omzetting 18 af. De kromming verloopt overeenkomstig het afdichtingsgedeelte 13, maar 5 met een kleinere straal. In het algemeen is er een wig-puntvormige doorsnede. De punt is aangeduid met 33' . De bredere basis ligt in het wortelgebied 33" van de steunlip 33. Dientengevolge neemt de steunlip 33 naar het vrije eind toe voortdurend af. Door een dergelijke snedevormige 10 lip wordt een directe of indirecte fijne aanpassing aan de oppervlaktestructuur van blad 6 van de huismuur 5 verkregen. Als geheel ondervindt het afdichtingsgedeelte 13 een aanpasbare, meegevende ondersteuning. De met een Y vergelijkbare krommingsvertakking resulteert in het 15 eindgebied van het afdichtingselement in een V-opening van de naar de binnenzijde van het huis af gebogen steunlip 33 en tot een tegengesteld daaraan gelegen U-opening 19 van de omzetting 18.
Met uitzondering van de gewijzigde ligging van 20 de buigvorm 15 is er bij de beschreven derde variant sprake van een met de basisversie overeenkomstige opzet. De verwijzingscijfers zijn daartoe overgenomen, voor een deel zonder tekstherhalingen. Verschaft de genoemde vorm 15 eerst een wandverzwakking van het afdichtingsgedeelte 25 13 om daarin een filmscharnier 16 te vormen, bij de derde variant wordt zo te werk gegaan, dat de buigvorm 15 in het wortelgebied van het bevestigingsgedeelte 25 gerealiseerd is. Je zou kunnen zeggen dat het bevestigingsgedeelte 25 middels, respectievelijk via, een materiaalbrug naast de 30 buigvorm 15 aangesloten is op het afdichtingsgedeelte 13. Het ook hier met 16 aangeduide filmscharnier als materiaalbrug bevindt zich aldus op het bevestigingsgedeelte 25. Dit verschaft een krachtige veerkrachtigheid van het afdichtingsgedeelte 13 en mak-35 kelijk omklappen van het bevestigingsgedeelte 25 naar de omgeklapte stand volgens figuur 6, waarin de rolvormige voorraad van het afdichtingselement 1 getoond is.
1(0 1 5596 12
Het bevestigingsgedeelte 25 laat zich in tegenstelling tot de bevestigingswijze volgens figuur 2, waarin een spijker weergegeven is, ook middels nieten (niet weergegeven) vastleggen aan het raamkozijn 3.
5 De toepassing van het afdichtingselement 1 in de bouw is ook weergegeven in de figuren 9-12, waarbij ook daar de raamuitsparing 4 van de huismuur 5 in het plaat-singsgebied van het raamkozijn 3 een grotere dagmaat bezit als het kozijn van het raam. De raamuitsparing 4 laat met 10 een spleet correctie van de ligging van het raamkozijn 3 toe, en wel zowel in verticale als in horizontale zin, en in combinatie daarvan. De vastlegging vindt plaats met behulp van afstandbussen 35. Deze zijn gelegen in horizontale, respectievelijk verticale boringen 36 van het raam-15 kozijn 3. Ze zijn cilindervormig en doorgaand uitgevoerd.
De afstandbus 35 bezit in principe een cilindervormige mantel en is tenminste aan de dagzijde rotatiesymetrisch dwars respectievelijk loodrecht op de langshaaklijn van het buslichaam afgekort. Dit vooreind 20 draagt het verwijzingscijfer 37.
Nagenoeg over de totale mantelwand van de afstandbus 35 strekt zich een uitwendige schroefdraad 38 uit. Het gaat hier om een zelftappende schroefdraad met grote spoed.
25 De afstandbus 35 is zo lang dat deze voor de duur dat deze niet gebruikt wordt, bijvoorbeeld tijdens transport of opslag, afgeschermd en beschermend in de afscherming, dat wil zeggen de boring 36 gehouden kan worden. Zij bezit daartoe een lengte die overeenkomt met 3 0 de axiale lengte van de boring 36, derhalve met de dikte van het raamkozijn 3.
De afstandbus 35 bezit verder een centrale doorgang 39. Deze is overwegend cilindervormig en gaat in het van de dag afgekeerde eind over in een inbus 40. Deze 35 beslaat ongeveer één kwart van de lengte van 39.
Met behulp van een passende inbussleutel 41 (zie figuur 10) kan men de afstandbus 35 uitgaande vanaf de 101 5596 13 buitenzijde 3' van het raamkozijn 3 verschroeven voor fijnafstelling respectievelijk ook bevestiging van het raamkozijn 3.
De dag- - respectievelijk voegzijdige 5 tegenaanslag vormt een plaatsvaste steun in de vorm van een profieldeel 42.
Het profieldeel 42 bezit een naar het raamkozijn 3, respectievelijk de buitenzijde 3 daarvan, gekeerde vlakke zijde 43. Deze strekt zich in hoofdzaak evenwijdig 10 aan de buitenzijde 3' uit. Indien verschroefd, komt het rotatiesymetrische vlakke vooreind 37 op spannende wijze tegen de vlakke zijde 43. Uiteindelijk komt het tot een klemmend houden. Deze is te borgen.
Het profieldeel 42 is relatief stabiel in vorm. 15 Het bestaat uit metaal of harde kunststof. Het is verbonden met de isolatie 9 en/of het binnenblad 6. Het bezit daartoe een zich loodrecht op de vlakke zijde 43 uitstrekkende omzetting 44. Deze laat zich plaatsen tegen de buitenzijde van het binnenblad 6 van de huismuur 5.
20 De lengte van de omzetting 44 komt overeen met ongeveer de halve lengte van de vlakke zijde 43 van het profieldeel 42.
Het profieldeel 42 bezit naast de omzetting 44 een afkanting 45. In plaats van een 90°- omzetting staat 25 de afkanting 45 slechts op een hoek van 45°. De been-lengten van omzetting en afkanting zijn ongeveer gelijk. In het algemeen is een J-vormig profiel verkregen. Duidelijk zijn de omzetting 44 en de afkanting 45 zo in dezelfde zin met betrekking tot de vlakke zijde 43 naar 30 buiten, dus weg van het raamkozijn, gericht.
De afkanting 45 steekt op snede-achtige wijze ingebed in het materiaal van de isolatie 9.
De centrale doorgang 3 9 van de afstandbus 3 5 is als boormal gebruikt. Klemmend uitgericht (zie figuur 11) 35 wordt een passsende boor 4 6 ingevoerd en daarmee een gat gemaakt. Het in het profieldeel 42 gemaakte gat heeft het verwijzingscijfer 47.
1q1 5596 14
Na het boren wordt de vrijgemaakte doorgang 39 voorzien van een verbindingsschroef 48. Zie figuur 11. Het schroefgedeelte 49 daarvan grijpt in het een steun vormende profieldeel 42. Hierbij kan een zelftappende ingrij-5 ping van de schroefdraad optreden. De inschroefdiepte is bepaald. Hiertoe is de kop 50 van de verbindingsschroef 48 voorzien. De kop 50 bezit namelijk een diameter die groter is dan de binnendiameter van de doorgang 39 zelfs ook de breedte van de inbus 40 van de afstandbus 35. De aan het 10 inbuskopgedeelte van de schroefkop 50 overeenkomstig aangepaste, dat wil zeggen trechtervormige koprand 51 van de afstandbus 35 vormt de rotatiesymetrische inschroefbegren-zingsaanslag voor de verbindingsschroef 48. De diameter van de schroefkop 50 komt maximaal overeen met de diameter 15 in de dag van de boring 36.
Alle weergegeven kenmerken zijn (op zich) van belang voor de uitvinding. In de openbaarmaking van de aanvrage wordt hierbij ook de openbaargemaakte inhoud van bijbehorende/bijgevoegde voorrangsdocumenten (kopie van de 20 eerste aanvrage) inbegrepen voor de volledige inhoud daarvan, ook met het doel om kenmerken van deze documenten mede op te nemen in de conclusies van deze aanvrage.
1q1 5596

Claims (20)

1. Afdichtingselement (1) aan te brengen op een raamkozijn (3) , met een verankeringsvoet (14) voor verankering van het afdichtingselement (1) in het raamkozijn (3) en een evenwijdig aan het vlak van het raamkozijn (3) , 5 ten opzichte van een raamuitsparing (4) van een huismuur (5) vrij uitstekend afdichtingsgedeelte (13), met het kenmerk, dat het vrij uitstekende eindgedeelte (17) van het afdichtingsgedeelte (13) een zich naar de buitenzijde van het huis uitstrekkende omzetting (18) bezit.
2. Afdichtingselement volgens conclusie 1 of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat het afdichtingsgedeelte (13) als gevolg van een constructief vooraf bepaalde buigvorm (15) op terugverende wijze omklapbaar is naar een stand onder een rechte hoek ten 15 opzichte van het venstervlak (E-E).
3. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat het afdichtingsgedeelte (13) in doorsnede licht gekromd loopt.
4. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat het afdichtingsgedeelte (13) ten opzichte van de verankeringsvoet (14) aan de zijde van het inwendige van het huis afgebogen loopt.
5. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, gekenmerkt door een buiten op het raamkozijn (3) opliggend, nagenoeg onder een rechte hoek ten opzichte van de verankeringsvoet (14) lopend bevestigingsgedeelte 30 (25) .
6. Afdichtingselement volgens één of meerdere l0 1 5596 der voorgaande conclusies of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat de verankeringsvoet (14) een ribbenstructuur bezit.
7. Afdichtingselement volgens één of meerdere 5 der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, gekenmerkt door een weerhaakachtige ribbenstructuur.
8. Afdichtingselement' volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkom- 10 stig daarmee, met het kenmerk, dat de omzetting (18) U-vormig is.
9. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat in de richting naar het 15 vrij uitstekende eindgedeelte (17) van het afdichtingselement (1) twee zich naar de buitenzijde van het huis uitstrekkende omzettingen (18) achter elkaar gevormd zijn.
10. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, of in het bijzonder overeenkom- 20 stig daarmee, met het kenmerk, dat in het geval van twee omzettingen (18) deze met elkaar verbonden zijn via een vooraf bepaalde scheurplaats (21).
11. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies of in het bijzonder overeenkom- 25 stig daarmee, met het kenmerk, dat het afdichtingsgedeelte (13) voorzien is van een naar de binnenzijde van het huis afgebogen steunlip (33).
12. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies of in het bijzonder 3. overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat de vrij uitstekende omzetting (18) uitsteekt voorbij de steunlip (33) .
13. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies of in het bijzonder 35 overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat de steunlip (33) voorzien is van een van de vrij uitstekende omzetting (18) wegwijzende kromming. 1q1 5536
14. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat de steunlip (33) op wigpuntvormige wijze afneemt naar zijn vrije eind.
15. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat een V-opening (34) van de naar de binnenzijde van het huis af gebogen steunlip (33) tegengesteld verloopt aan een U-opening (19) 10 van de omzetting (18).
16. Afdichtingselement volgens één of meerdere der voorgaande conclusies of in het bijzonder overeenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat het bevestigings-gedeelte (35) middels een buigvormgeving of -uitsparing 15 (15) aangesloten is op het afdichtingsgedeelte (13).
17. Raamkozijn (3) geplaatst in een raamuitspa- ring (4) van een huismuur (5), waarbij de huismuur (5) tweebladig is met een spouw (8) tussen de bladen (6, 7) , met het kenmerk, dat op het raamkozijn (3) een afdich- 20 tingselement (1) bevestigd is, dat zich nagenoeg evenwijdig aan één blad (6 respectievelijk 7) in de spouw (8) tussen de bladen (6, 7) uitstrekt.
18. Raamkozijn volgens conclusie 18 of in het bijzonder overeenkomstig deze, met het kenmerk, dat het 25 afdichtingselement (1) plat aanligt tegen het binnenblad (6) of middels een drukbelasting (pijl P) , bijvoorbeeld winddrukbelasting, tot plat aanliggen te brengen is.
19. Raamkozijn volgens één of meerdere der voorgaande conclusies 17, 18, of in het bijzonder overeen- 30 komstig daarmee, met het kenmerk, dat het binnenblad (6) voorzien is van een aan de buitenzijde voorgeplaatste isolatie (9) en dat het afdichtingselement (1) aanligt op de isolatie (9) respectievelijk door drukbelasting (pijl P) tot plat aanliggen daartegen te brengen is.
20. Raamkozijn volgens één of meerdere der voorgaande conclusies 17 - 19, of in het bijzonder over eenkomstig daarmee, met het kenmerk, dat de spouw (8) 1q 15596 tussen de isolatie (9) en de binnenwand van het buitenblad (7) gevormd is. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/KP 1q 1 5596
NL1015596A 1999-12-07 2000-07-03 Afdichtingselement. NL1015596C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015596A NL1015596C2 (nl) 1999-12-07 2000-07-03 Afdichtingselement.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013775 1999-12-07
NL1013775 1999-12-07
NL1015596 2000-07-03
NL1015596A NL1015596C2 (nl) 1999-12-07 2000-07-03 Afdichtingselement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015596C2 true NL1015596C2 (nl) 2001-06-08

Family

ID=26643098

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015596A NL1015596C2 (nl) 1999-12-07 2000-07-03 Afdichtingselement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015596C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1300536A3 (de) * 2001-10-03 2004-02-04 Rudolf Pfisterer Vorrichtung zum luftdichten Abschliessen einer raumseitigen Anschlussfuge zwischen einem Stock eines Fensters oder einer Tür und einer Aussenmauer

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1300536A3 (de) * 2001-10-03 2004-02-04 Rudolf Pfisterer Vorrichtung zum luftdichten Abschliessen einer raumseitigen Anschlussfuge zwischen einem Stock eines Fensters oder einer Tür und einer Aussenmauer

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6640508B2 (en) Roof window assembly and components
US9874054B2 (en) Entryway with articulating threshold
US6701674B1 (en) Snap-on installation gutter protection system, with mounting bracket, and method of use
AU2020100245A4 (en) Improvements in snap fit posts for fence panels balustrades and the like
HU223750B1 (hu) Állítható tetőbádogozás és bádogozó készlet
US20050268559A1 (en) Rollable door seal with integral intumescent strips
US7836635B2 (en) Door safety device
US7963071B2 (en) Louvre window system
NL1015596C2 (nl) Afdichtingselement.
US8631619B2 (en) Window and door grille attachment system
NL1018124C2 (nl) Afdichtingselement.
US7010833B2 (en) Slide hinge for spa cover
BE1027749B1 (nl) Dakrand
EP0791117B1 (fr) Dispositif de fixation d'une sous-face d'habillage de debord de toiture
GB2304363A (en) Vertically adjustable threshold bar
CN211173697U (zh) 一种扇料铝型材及平开窗
BE1027004A1 (nl) Dakrand
EP2058449A2 (en) Mounting assembly for roof covering
US20240102340A1 (en) Screen guide frame structure and screen device having same
RU2309236C2 (ru) Эластичный перекрывающий уплотняемый зазор уплотнитель для окон, дверей или иных аналогичных конструкций
CN110685544B (zh) 一种平开式窗
GB2277372A (en) Roof ventilators
JP4999665B2 (ja) 外装材用保持部材、及びそれを用いた縦葺き外装構造
JP4573029B2 (ja) 溝閉塞材とそれを施工する壁構造
JP3030607B2 (ja) 異形サッシのコーナー接続方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: RPM IRELAND IP LIMITED

Effective date: 20060925

Owner name: TREMCO GERMANY GMBH

Effective date: 20060925

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150801