NL1015585C2 - Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten. - Google Patents

Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten. Download PDF

Info

Publication number
NL1015585C2
NL1015585C2 NL1015585A NL1015585A NL1015585C2 NL 1015585 C2 NL1015585 C2 NL 1015585C2 NL 1015585 A NL1015585 A NL 1015585A NL 1015585 A NL1015585 A NL 1015585A NL 1015585 C2 NL1015585 C2 NL 1015585C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact
auxiliary
auxiliary contact
fixed contacts
main
Prior art date
Application number
NL1015585A
Other languages
English (en)
Inventor
Wouter Franciscus Van De Akker
Hubertus Gezienus Knol
Original Assignee
Holec Holland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1015585A priority Critical patent/NL1015585C2/nl
Application filed by Holec Holland Nv filed Critical Holec Holland Nv
Priority to AT01950097T priority patent/ATE294992T1/de
Priority to EP01950097A priority patent/EP1297544B1/en
Priority to AU7112801A priority patent/AU7112801A/xx
Priority to AU2001271128A priority patent/AU2001271128B2/en
Priority to BR0112139-1A priority patent/BR0112139A/pt
Priority to DE60110595T priority patent/DE60110595T2/de
Priority to DK01950097T priority patent/DK1297544T3/da
Priority to PL01359331A priority patent/PL195938B1/pl
Priority to US10/312,847 priority patent/US6831239B2/en
Priority to CNB018122167A priority patent/CN1280854C/zh
Priority to ES01950097T priority patent/ES2239673T3/es
Priority to PT01950097T priority patent/PT1297544E/pt
Priority to PCT/NL2001/000498 priority patent/WO2002007174A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1015585C2 publication Critical patent/NL1015585C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H1/00Contacts
    • H01H1/12Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage
    • H01H1/36Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage by sliding
    • H01H1/365Bridging contacts
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H1/00Contacts
    • H01H1/12Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage
    • H01H1/14Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage by abutting
    • H01H1/16Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage by abutting by rolling; by wrapping; Roller or ball contacts
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H1/00Contacts
    • H01H1/12Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage
    • H01H1/14Contacts characterised by the manner in which co-operating contacts engage by abutting
    • H01H1/20Bridging contacts
    • H01H1/2025Bridging contacts comprising two-parallel bridges
    • H01H2001/2033Bridging contacts comprising two-parallel bridges with a contact bridge on both opposite sides of a fixed contact pair, each contact bridge being moved to close or open the circuit
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H9/00Details of switching devices, not covered by groups H01H1/00 - H01H7/00
    • H01H9/30Means for extinguishing or preventing arc between current-carrying parts
    • H01H9/38Auxiliary contacts on to which the arc is transferred from the main contacts

Landscapes

  • Contacts (AREA)
  • Push-Button Switches (AREA)
  • Arc-Extinguishing Devices That Are Switches (AREA)
  • Keying Circuit Devices (AREA)
  • Slide Switches (AREA)
  • Breakers (AREA)
  • Driving Mechanisms And Operating Circuits Of Arc-Extinguishing High-Tension Switches (AREA)

Description

Schakelaar met hulp- en hoofdcontacten.
De uitvinding heeft betrekking op een schakelaar met een vast contactenstel en een beweegbaar contactenstel, waarbij het vaste contactenstel ten minste een paar op 5 een onderlinge afstand opgestelde vaste contacten, elk met een hulp- resp. hoofdcontactdeel en het beweegbare contactenstel ten minste een hulpcontactelement en een hoofdcontactelement omvatten, die in de ingeschakelde toestand onder mechanische voorspanning aanliggen tegen het oppervlak van het hulp- resp. hoofdcontactdeel van het paar vaste contacten en de afstand tussen de naar elkaar 10 toegekeerde vrije eind-randen daarvan overbruggen, een en ander zodanig dat bij inschakelen het hulpcontactlement en het hoofdcontactelement met de hulp- resp. hoofdcontactdelen van het paar vaste contacten meer of minder gelijktijdig contact maken.
Een dergelijke schakelaar is bekend uit het Europese octrooi 0 281 622.
15 Het hulpcontactelement, ook wel afbrandcontact genoemd en het hoofdcontact element kunnen schuifcontacten zijn die bij het inschakelen van de schakelaar over de vaste contacten schuiven tot in hun uiteindelijke positie, nl. de volledig ingeschakelde toestand van de schakelaar. Voor het inschakelen op grote kortsluitstromen, bijvoorbeeld groter dan 30 kA, worden in het algemeen contactrollen gebruikt maar 20 kunnen ook contactmessen gebruikt worden. Het is wel zo dat het gebruik van rollen de mogelijkheid geeft een lichter mechaniek te gebruiken. In beginsel is het slechts nodig de hulpcontactelementen als rolcontacten uit te voeren. In het Europese octrooi 0 281 622 is een schakelaar beschreven, die in het bijzonder geschikt is als stroomonderbre-ker. Deze stroomonderbreker is voorzien van contactrollen, waarbij alle contactrollen in 25 een stel contactrollen dezelfde diameter hebben, maar dat elk paar een verschillende lengte heeft. De twee kortste rollen zijn het dichtst bij de vaste contacten geplaatst, terwijl de langste rollen het verst van de vaste contacten zijn verwijderd. De vaste contacten zijn aan hun randen die naar het stel contactrollen zijn gericht getrapt uitgevoerd, waarbij de hoogte van elke trap overeenkomt met het verschil in lengte van de 30 contactrollen. De afstanden tussen tegenoverliggende trappen zijn groter dan de overeenkomstige lengteafmetingen van de rolcontacten, zodat overal tussen de beweegbare contactrollen en vaste contacten in de geopende stand van de schakelaar 1015585 2 een luchtspleet aanwezig is.
In de uitgeschakelde toestand zijn dus de beweegbare rolcontacten gescheiden van de vaste contacten. Om de schakelaar in de ingeschakelde toestand te brengen, worden de contactrollen naar de vaste contacten verplaatst, waarna de contactrollen 5 meer of minder gelijktijdig contact maken met het paar vaste contacten en daarna onder veervoorspanning rollen over het oppervlak van het paar vaste contacten. In de ingeschakelde toestand liggen de contactrollen dus onder mechanische voorspanning aan tegen het oppervlak van het paar vaste contacten en overbruggen de afstand tussen de naar elkaar toegekeerde vrije eindranden van deze vaste contacten.
10 De levensduur van de bekende stroomonderbreker is vergroot door paren contact rollen toe te passen, die bij het uitschakelen zoveel mogelijk gelijktijdig het contact verbreken met de vaste contacten.
Deze uitvinding heeft ten doel te voorzien in een schakelaar van de in de aanhef genoemde soort, waarbij zonder extra contacten de levensduur van de schakelaar is 15 verhoogd.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat bij het inschakelen het hoofdcontactelement met het hoofdcontactdeel van de vaste contacten eerst mechanisch en elektrisch contact maakt, nadat het hulpcontactelement minimaal 2 mm heeft afgelegd over het oppervlak van het hulpcontactdeel van de vaste contacten na 20 aanraking tussen hulpcontactelement en hulpcontactdeel van de vaste contacten.
Hierdoor wordt een duidelijke scheiding in de tijd tussen contactaanraken van beweegbare hulp- resp. hoofdcontactelement met de vaste contacten verkregen. Alle schakelhandelingen worden nu als het ware met het hulpcontactelement en nagenoeg niet met het hoofdcontactelement uitgevoerd en alle inschakel- en 25 uitschakelverschijnselen die optreden bij het schakelen treden slechts op bij het hulpcontactelement en het daarbij behorende hulpcontactdeel van de vaste contacten. Het gevolg hiervan is dat het hulpcontactelement wordt beschadigd, terwijl het hoofdcontactelement onbeschadigd blijft. Daar het hoofdcontactelement het overgrote deel van de stroom voert, is het belangrijk dat dit hoofdcontactelement onbeschadigd 30 blijft, ook bij inschakelen op een kortsluitstroom. Een onbeschadigd hoofdcontactelement draagt dan ook significant bij aan een langere levensduur van de schakelaar. Het fenomeen schakelen met alleen de afbrandcontacten en niet de 101 zant; 3 hoofdcontacten is al langer bekend uit de vermogenschakelaar techniek. Daarbij heeft men echer niet te maken met “schuivende” contacten maar met “bots” contacten waardoor een volledig andere uitvoeringsvorm is ontstaan met de daarbijbehorende andere problemen. Bij de onderhavige contactconstructie worden de contacten bij een 5 kortsluiting door de optredende electromagnetische krachten op elkaar gedrukt. Bij een contactconstructie met botscontacten werken deze krachten juist contactdrukverlagend.
De schakelaar volgens de uitvinding is bijzonder geschikt als lastschakelaar, die in het algemeen in serie geschakeld is met een smeltveiligheid voor het onderbreken en begrenzen van de kortsluitstroom en in het bijzonder in serie geschakeld is met een 10 stroomonderbrekings- en/of stroombegrenzingsinrichting. Het hoofdcontactelement volgens de uitvinding schakelt pas wanneer de kortsluitstroom is afgekapt of begrensd.
Bij een eerste uitvoeringsvorm zijn de beweegbare hoofd-en hulpcontacten in één contact geïntegreerd.
Bij een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding liggen de hoofdcontactdelen 15 van de vaste contacten in een eerste vlak en liggen de hulpcontactdelen van de vaste contacten in een tweede vlak, dat op afstand en evenwijdig aan het eerste vlak verloopt en dat het vlak van beweging van het hoofdcontactelement op een kleine afstand evenwijdig aan het eerste vlak en het vlak van beweging van het hulpcontactelement op een kleine afstand evenwijdig aan het tweede vlak verlopen.
20 Bij een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding liggen de hoofdcontactdelen en hulpcontactdelen van de vaste contacten in een vlak en vallen de vlakken van beweging van de hoofdcontactelementen en de hulpcontactelementen samen, terwijl deze vlakken corresponderen met het vlak van de hoofd- en hulpcontactdelen van de vaste contacten, waarbij de lengten van de hulp- en hoofdcontactelementen in de overbruggingsrichting 25 van elkaar verschillen en de onderlinge afstand van de vaste contacten in de schakelrichting trapvormig is verkleind.
Er kunnen meer hulpcontactelementen achter elkaar in het vlak van beweging worden toegepast met meer trappen in de vaste contacten, waarbij de hulpcontactelementen bij inschakelen van de schakelaar meer of minder gelijktijdig 30 contact maken met de daarbij behorende hulpcontactdelen van de vaste contacten om bij het begin van aanraken de stroom over de hulpcontactelementen te verdelen.
In het Europese octrooi 0 281 622 is vermeld dat met de toepassing van de 1015585 4 parallelle rollen een afname van de afstotende krachten tijdens sluithandeling (afstotende krachten zijn elektromagnetische krachten die optreden wanneer er een grote stroom gaat lopen tussen twee met elkaar in contact gebrachte contacten) wordt bereikt. De afstotende krachten waar hier over gesproken wordt zijn krachten die 5 loodrecht op het vlak van het vaste contact optreden. Een andere kracht, die optreedt is de uitdrijfkracht. De uitdrijfkracht heeft in principe wel dezelfde fysische achtergrond maar staat evenwijdig aan het vlak van het vaste contact gericht. In deze uitvinding wordt wel gebruik gemaakt van het feit dat de afstotende krachten verminderen bij meer parallelle contacten maar dan alleen als de contacten volledig instaan, e.g. bij 10 doorgaande kortsluitstromen. Uitdrijfkrachten treden echter alleen op bij het inschakelen en werken het mechaniek direct en bij kortsluitignen significant tegen waardoor het mechaniek zwaarder uitgelegd moet worden dan noodzakelijk is.
Bij een verdere uitwerking van de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de uitdrijfkracht bij inschakelen verlaagd doordat een sleuf tussen het 15 hulpcontactdeel en het hoofdcontactdeel van de vaste contacten is aangebracht.
Door het aanbrengen van de sleuf in de vaste contacten wordt het verloop van de stroombaan daarin zodanig beïnvloed dat de lengte van het stroombaangedeelte, dat evenwijdig aan de bewegingsrichting van de beweegbare hulpcontactelementen in het hulpcontactdeel van de vaste contacten verloopt, verkleint. De verkorte lengte heeft een 20 lagere uitdrijfkracht tot gevolg, hetgeen met name van belang is bij het inschakelen op een kortsluiting en elke reductie van de uitdrijfkracht die hierbij bereikt kan worden vertaald zich direct terug in een lichtere mechaniek wat om velerlei redenen gewenst is.
Opgemerkt wordt dat uit de ter inzage gelegde Duitse octrooiaanvrage DE 32 23 654 Al een uitsparing in een vast contact is aangebracht, echter loopt deze 25 uitsparing niet door de totale dikte van het vaste contact heen en heeft dus niet het effect van de sleuf volgens de uitvinding.
Voorts wordt nog opgemerkt dat uit het Duitse octrooischrift DE 3504605 C2 een sleuf in het vaste contact op zichzelf bekend is, echter heeft deze sleuf de functie om bij het uitschakelen van de schakelaar de boog te verlengen en kan deze niet de 30 uitdrijfkracht van de bewegende contacten verkleinen.
Bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvormen van de sleuf zijn in de volgconclu-sies omschreven.
101 5
Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het huipcontactdeel van het vaste contact versmald tot een L-vorm, waarbij het been met het vrije uiteinde zich tegengesteld aan de inschakelbewegingsrichting van het beweegbare hulpcontactelement uitstrekt en het loopvlak voor het element vormt. Bij voorkeur is aan het vrije uiteinde 5 van het been een uitsteeksel aangevormd, dat vanaf het loopvlak in een richting van de vrije ruimte tussen de vaste contacten af uitstrekt, waarbij het vrije uiteinde van het beweegbare hulpcontactelement bij het inschakelen het uitsteeksel niet raakt..
Het voordeel van dit uitsteeksel is dat het voetpunt van de boog, die bij het uitschakelen ontstaat, zich snel zal verplaatsen naar zowel de punt van het beweegbare 10 hulpcontactelement als de punt van het uitsteeksel, waardoor eventuele beschadigingen zich daar zullen manifesteren. Deze beide beschadigde delen zullen echter elkaar noch andere contactdelen bij het inschakelen raken, hetgeen inhoudt dat het in- en uitschakelgedrag alsmede het stroomvoerende gedrag ook niet verandert door eventuele beschadigingen als gevolg van de boog, waardoor de levensduur van de schakelaar 15 omhoog gaat. Als dit uitsteeksel niet aanwezig zou zijn, zou de boog de oploopkanten van het contact beschadigen, hetgeen een negatieve invloed heeft op het inschakelgedrag. Deze negatieve invloed uit zich met name bij het inschakelen op kortsluitingen en de duurzaamheid van de schakelaar zal op dit punt dan ook sterk achteruit gaan.
20 Bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvormen van het uitsteeksel en het daarbij behorende deel van het hulpcontactelement zijn omschreven in de verdere volgcon-clusies.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening tonen: 25 Fig. 1 een aanzicht in perspectief van een bij voorkeur toe te passen uitvoerings vorm van de schakelaar volgens de uitvinding;
Fig. 2 een vooraanzicht van de schakelaar van Fig. 1.
De in de figuren 1 en 2 getoonde schakelaar bestaat uit een vast contactenstel en een beweegbaar contactenstel. Het vaste contactenstel bevat in deze uitvoeringsvorm 30 een paar vaste contacten 1, 2 die elk een aansluit- en bevestigingsdeel 3, 4 en aan het vrije uiteinde contactdelen heeft. Deze vaste contacten 1, 2 zijn bestemd te worden opgenomen in een schakeling of een netwerk, waarvan een stroom moet worden in- of 6 uitgeschakeld. Het contactdeel van de vaste contacten 1,2 omvat een hoofdcontactdeel 5, 6 en een hulpcontactdeel 7, 8. De hoofdcontactdelen 5, 6 liggen op een zodanige afstand ten opzichte van elkaar, dat daartussen geen overslag kan plaatsvinden. Deze afstand tussen de hoofdcontactdelen 5, 6 is kleiner dan de afstand tussen de 5 hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2. De hoofdcontactdelen 5, 6 en de hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2 zijn zodanig uitgevoerd, dat gezien vanaf de inschakeizijde (links in de figuren) de contactdelen van de vaste contacten 1 en 2 trapvormig uitgevoerd zijn.
Met de hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1 en 2 werken de 10 beweegbare hoofdcontactelementen 9, 10 samen, terwijl met de hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten de beweegbare hulpcontactelementen 11, 12 samenwerken. De hoofdcontactelementen 9, 10, liggen in uitgeschakelde toestand, zoals in de figuren getoond, op een onderlinge afstand die enigszins kleiner is dan de dikte van de hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1,2. Het overeenkomstige geldt voor de 15 hulpcontactelementen 11,12 en hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1 en 2.
De hoofdcontactelementen en hulpcontactelementen 9, 10, respectievelijk 11, 12 zijn opgenomen in een houder 13, die ondersteund wordt en bewogen kan worden door middel van een niet getoonde contactbeugel. Het bewegingsmechanisme waar de con-tactbeugel een onderdeel van vormt, is niet getoond, aangezien een dergelijk mecha-20 nisme op vele voor de vakman bekende wijzen kan worden gerealiseerd. Een automatisch openen en sluiten van de schakelaar behoort eveneens tot de mogelijkheden.
De lengte van de beweegbare hoofdcontactelementen 9,10 is kleiner dan de afstand tussen de vaste hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2 en worden door de contactbeugel steeds in een zodanige positie vastgehouden, dat de 25 hoofdcontactelementen 9, 10 in elke toestand van de schakelaar vrij blijven van de genoemde hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2. De beweegbare hulpcontactelementen 11, 12 zijn daarentegen langer dan de genoemde afstand tussen de vaste hulpcontactdelen 7,8 van de vaste contacten 1, 2, maar maken in de uitgeschakelde toestand van de schakelaar uiteraard geen contact met de hulpcontact-30 delen 7, 8 van de vaste contacten 1,2.
De beweegbare hulpcontactelementen 11, 12 en beweegbare hoofdcontactelementen 9,10 worden door middel van de houder 13 en het veerelement 101 F) F! fix; 7 14 vastgehouden en wel zodanig dat de onderlinge afstand tussen de beweegbare hulpcontactelementen 11, 12 enigszins kleiner is dan de dikte van de vaste hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2, terwijl de beweegbare hoofdcontactelementen 9,10 een onderlinge afstand hebben die enigszins kleiner is dan 5 de dikte van de vaste hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1, 2. De beweegbare hulp- en hoofdcontactelementen zijn in deze positie voorgespannen door het veerelement 14.
In de uitgeschakelde toestand zijn de beweegbare hulp- en hoofdcontactelementen 11,12 respectievelijk 9,10 geheel vrij van de contactdelen van de vaste contacten 1,2. 10 Wanneer de schakelaar in de ingeschakelde toestand moet worden gebracht, wordt de houder 13 in de richting van de vaste contacten 1,2 verplaatst (naar rechts in de figuren 1 en 2) en de hulpcontactelementen 11, 12 en de hoofdcontactelementen 9, 10 zullen daarbij successievelijk contact maken met de daarbij behorende hulpcontactdelen 7, 8 en hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1 en 2. Tijdens deze 15 inschakelbeweging rollen eerst de hulpcontactelementen 11, 12 onder veerspanning over de daarnaar toegekeerde oppervlakken van de hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2 en vervolgens schuiven de hoofdcontactelementen 9, 10 onder veerspanning over de daarnaar toegekeerde oppervlakken van de hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1, 2. In de uiteindelijke ingeschakelde toestand liggen de hoofdcontact-20 elementen 9, 10 met de benodigde contactdruk aan tegen de hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1, 2, zodat de afstand tussen de genoemde hoofdcontactdelen 5, 6 wordt overbrugd voor het geleiden van stroom. Dit geldt eveneens voor de afstand die wordt overbrugd door de beweegbare hulpcontactelementen, waardoor ook deze enige stroom voeren.
25 Tijdens het inschakelen maken de hulpcontactelementen 11, 12 eerst met de hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1 en 2 contact voorafgaand aan het raken van de hoofdcontactelementen 9, 10 en hoofdcontactdelen 5, 6 van de genoemde vaste contacten 1, 2. Bij voorkeur maken de hoofdcontactelementen 9, 10 pas mechanisch en elektrisch contact met de daarbij behorende hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste con-30 tacten 1, 2, nadat de hulpcontactelementen 11,12 een weg van minimaal 2 mm over het oppervlak van hulpcontactdelen 7, 8 hebben afgelegd gerekend vanaf het moment van contact raken tussen hulpcontactelementen en hulpcontactdelen van de vaste contacten.
1 Π 1 ΚΚΛ κ 8
Hierdoor wordt een goede scheiding van de werking van hoofd- en hulpcontactele-menten bereikt. De afgelegde weg van minimaal 2 mm is voldoende om te voorkomen dat bij het verder inschakelen een eventuele, bij het in elektrisch geleidend contact geraken van de bewegende met de vaste hoofdcontactdelen 9, 10 respectievelijk 5,6, 5 optredende boog die hoofdcontactdelen zal beschadigen. Omdat hetzelfde ook in omgekeerde richting geldt, zal een eventuele bij het uitschakelen optredende boog zich eveneens manifesteren op de bewegende en vaste hulpcontactdelen.. Doordat aldus alle schakelhandelingen zoveel mogelijk met de hulpcontactelementen zijn uitgevoerd, zullen bij het schakelen vrijwel alle boogverschijnselen en andere inschakel- en 10 uitschakelverschijnselen optreden tussen hulpcontactelementen en hulpcontactdelen van de vaste contacten 1 en 2. Het logische gevolg hiervan is dat alleen de hulpcontactelementen en hulpcontactdelen kunnen worden beschadigd zodat de hoofdcontactelementen en hoofdcontactdelen onbeschadigd blijven. De hulpcontactelementen worden dan ook wel afbrandcontacten genoemd. Daar het 15 hoofdcontact het overgrote deel van de stroom voert is het belangrijk dat dit contact onbeschadigd blijft en de levensduur van de schakelaar daardoor wordt verlengd.
Voor het gemakkelijker inschakelen (voorkomen van dender) zijn alle contactvlakken bij voorkeur voorzien van oploopranden.
De schakelaar is in het bijzonder geschikt voor het inschakelen op hele hoge 20 kortsluitstromen, bijvoorbeeld 100 kA prospectief. Hiertoe kunnen de hulpcontactelementen 11, 12 uitgevoerd zijn als rolcontacten. Aangezien de schakelverschijnselen zo veel mogelijk plaats hebben gevonden tussen de rolcontacten 11, 12 en de hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2, kunnen de hoofdcontactelementen 9, 10 als gewone schuifcontacten worden uitgevoerd, waardoor 25 een zeer kleine overgangsweerstand in de ingeschakelde toestand kan worden bereikt.
Bij de hierboven beschreven en in figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm liggen de hoofd- en hulpcontactdelen 5, 6 resp. 7, 8 van de vaste contacten 1, 2 allen in een vlak en zijn daarom de beweegbare hoofd- en hulpcontactelementen 9,10 resp. 11, 12 achter elkaar geplaatst en bewegen zich in vlakken van beweging die evenwijdig aan 30 het vlak van de hoofd- en hulpcontactdelen 5, 6 resp. 7, 8 in de vaste contacten 1, 2 verlopen. Het is duidelijk dat de afstand tussen de door de hartlijn van het betreffende beweegbare contactelement verlopende vlakken van beweging enerzijds en het vlak van 101 F 5 0 5 9 de vaste hoofd- en hulpcontactdelen 5,6 resp. 7,8 anderzijds afhankelijk is van de dikte van de beweegbare hoofd- resp. hulpcontactelementen en de benodigde verplaatsing van het beweegbare contactelement loodrecht op het vlak van beweging. Deze loodrechte verplaatsing wordt door het beweegbare contactelement afgelegd om op het 5 bijbehorende vaste contactdeel van het vaste contact onder voorspanning te kunnen aanliggen.
Bij een andere uitvoeringsvorm liggen de hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1, 2 in een eerste vlak en de hulpcontactdelen 7,8 van de vaste contacten 1, 2 in een tweede vlak, dat op een bepaalde afstand evenwijdig aan het eerste vlak verloopt. 10 De hartlijn van het beweegbare hoofdcontactelement 9, 10 wordt in een vlak bewogen dat op een kleine afstand evenwijdig aan het eerste vlak verloopt. Het vlak van beweging van het hulpcontactelement 11, 12 strekt zich op een kleine afstand evenwijdig aan het tweede vlak uit. Voor de kleine afstand gelden dezelfde overweging als de bovengenoemde afstand bij de achter elkaar geplaatste in de figuren 1 en 2 15 getoonde hoofd- en hulpcontactelementen. Om de slag bij het inschakelen te verkleinen kunnen het hoofd- en hulpcontactdeel 5,6 resp. 7, 8 van het vaste contact 1,2 elkaar op afstand overlappen. Dit geldt ook voor de beweegbare hulpcontactelementen en beweegbare hoofdcontactelementen 11,12 respectievelijk 9,10.
Bij de in de fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm is tussen de hulpcontactdelen 7, 20 8 en de hoofdcontactdelen 5, 6 van de vaste contacten 1, 2 een sleuf 15 respectievelijk 16 aangebracht. Door deze sleuf wordt de stroombaan in het vaste contact zodanig in een richting tegengesteld aan de inschakelbewegingsrichting van de contactrollen 11, 12 verschoven, dat de lengte van het stroombaangedeelte wordt verkleind, dat evenwijdig aan de bewegingsrichting van de beweegbare hulpcontactelementen 11, 12 25 in het hulpcontactdeel 7, 8 van de vaste contacten 1, 2 verloopt. Door deze lengteverkleining wordt bereikt dat de uitdrijfkracht op het beweegbare contactstel, in het bijzonder de hulpcontactelementen 11, 12 of contactrollen 11, 12 bij het inschakelen lager wordt. Naarmate de sleuf 15, 16 meer naar links wordt verschoven, wordt de lengte van het genoemde stroombaangedeelte kleiner. De verkleining van de 30 uitdrijfkracht is weer van belang bij het inschakelen op een kortsluiting en elke reductie van uitdrijfkracht die door de sleuf kan worden bereikt, heeft het directe gevolg dat een lichter mechaniek kan worden toegepast, hetgeen om velerlei redenen gewenst is. Bij 10155°s 10 voorkeur mondt deze sleuf 15,16 uit in de door de hulp- en hoofdcontactelementen 11, 12 resp. 9,10 te overbruggen ruimte tussen de vaste contacten 1,2.
De sleuf 15, 16 verloopt niet evenwijdig aan de bewegingsrichting van de beweegbare hulp- en hoofdcontactelementen. De lengte van de sleuven 15,16 is bij voor-5 keur gelijk aan of groter dan de afmeting van het aanrakingsgebied van de loopvlakken van de beweegbare hulpcontactelementen en het hulpcontactdeel van de vaste contacten tijdens het inschakelen. Met andere woorden loopt de sleuf verder tot voorbij de hulpcontactdelen 7, 8 van de vaste contacten 1, 2. Bij de getoonde uitvoering is het eerste gedeelte van de sleuven 15, 16, beginnend aan de tussenruimte tussen de 10 hulpcontactdelen 7,8 boogvormig welk eerste gedeelte wordt gevolgd door een recht gedeelte dat bij voorkeur schuin loopt ten opzichte van de hartlijn van de vaste contacten 1, 2. Het verloop van de sleuven 15 en 16 is het duidelijkst in Fig. 2 te zien. Daar is ook de minimale lengte van de sleuf met een pijl P aangegeven. De boogvorm van de sleuf 15, 16 heeft het voordeel, dat het beweegbare hulpcontactelement 11, 12 15 zo dicht mogelijk bij het beweegbare hoofdcontactelement 9, 10 (dichter achter elkaar) in het inschakelvlak geplaatst kan worden, waardoor de totale schakelaar compacter kan zijn.
De vaste contacten 1,2 zijn ter plaatse van het deel 17 versmald, waardoor een L-vormig hulpcontactdeel ontstaat, waarvan het vrije been aan weerszijden loop- en 20 contactvlakken voor de beweegbare hulpcontactelementen 11, 12 vormt. Hierbij wordt bij het uitschakelen het voordeel bereikt dat de boog uitwaaiert. Bij voorkeur is de punt van het beweegbare hulpcontactelement 11,12 vrij van het vaste contact, bijvoorbeeld door afronding of afschuining. Aan het vrije uiteinde van het hulpcontactdeel 7, 8 is een uitsteeksel 18 aangevormd, dat zich van de ruimte tussen de vaste hulpcontactdelen 7,8 25 van de vaste contacten 1, 2 af uitstrekt. De naar de beweegbare hulpcontactelementen 11,12 gerichte oppervlakken van het uitsteeksel 18 blijven bij het inschakelen, waarbij de hulpcontactelementen 11, 12 over de vaste hulpcontactdelen 7, 8 lopen, vrij van de beweegbare hulpcontactelementen 11,12.
Dit uitsteeksel 18 heeft het voordeel, dat het voetpunt van de boog, die bij het 30 uitschakelen ontstaat, zich snel zal verplaatsen naar de punt van het hulpcontactelement 11, 12 en de punt van het uitsteeksel 18 waardoor het uitsteeksel en slechts de punt van het hulpcontactelement 11, 12 zullen worden beschadigd. Dit uitsteeksel 18 wordt 01 11 echter bij het schakelen niet geraakt, zodat het in- en uitschakelgedrag van de stroom-schakelaar ook niet wordt veranderd door de boog, waardoor de levensduur van de schakelaar verder is verhoogd. Als dit uitsteeksel er namelijk niet had gezeten, had de boog de oploopkanten van het hulpcontactdeel 7, 8 van de vaste contacten 1, 2 5 beschadigd, hetgeen wel degelijk een negatieve invloed op het inschakelgedrag en dan met name op het inschakelgedrag op kortsluitingen heeft.
Bij voorkeur wordt de afstand tussen het vrije uiteinde van het hulpcontactele-ment 11, 12 en het uitsteeksel 18 in het overlappingsgebied naar buiten toe groter. Dit kan worden bereikt doordat het hulpcontactelement dat bij deze uitvoeringsvorm een 10 contactrol is, aan de uiteinden is afgerond, in het bijzonder in het overlappinggebied tussen hulpcontactelement 11,12 en uitsteeksel 18.
Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm loopt het uitsteeksel 18 taps toe naar het vrije uiteinde. Aangezien dit uitsteeksel dunner wordt, heeft men bovendien geen last van druppels bij afbranden van het hulpcontactelement en het uitsteeksel 15 18.
1 fï 1 CC O tr

Claims (15)

1. Schakelaar met een vast contactenstel en een beweegbaar contactenstel, waarbij het vaste contactenstel ten minste een paar op een onderlinge afstand opgestelde vaste 5 contacten (1,2) elk met een hulp- resp. hoofdcontactdeel (7,8 resp. 5,6) en het beweegbare contactenstel ten minste een hulpcontactelement (11,12) en een hoofdcontactelement (9,10) omvatten, die in de ingeschakelde toestand onder mechanische voorspanning aanliggen tegen het oppervlak van het hulp- resp. hoofdcontactdeel (7,8 resp. 5,6) van het paar vaste contacten (1,2) en de afstand tussen 10 de naar elkaar toegekeerde vrije eindranden daarvan overbruggen, een en ander zodanig, dat bij inschakelen het hulpcontactelement (11,12) en het hoofdcontactelement (9,10) met de hulp- resp. hoofdcontactdelen (7,8 resp. 5,6) van het paar vaste contacten (1,2) meer of minder gelijktijdig contact maken, met het kenmerk, dat bij inschakelen het hoofdcontactelement (9,10) met het hoofdcontactdeel (5,6) van de vaste contacten 15 (1,2) eerst mechanisch en elektrisch contact maakt nadat het hulpcontactelement (11,12) ten minste 2 mm heeft afgelegd over het oppervlak van het hulpcontactdeel (7,8) van de vaste contacten (1,2) na aanraking tussen hulpcontactelement (11,12) en hulpcontactdeel (7,8) van de vaste contacten (1,2).
2. Schakelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beweegbare hoofd- en 20 hulpcontactelementen in één contact zijn geïntegreerd.
3.Schakelaar volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoofdcontactdelen (5,6) van de vaste contacten (1,2) in een eerste vlak liggen en de hulpcontactdelen (7,8) van de vaste contacten (1,2) in een tweede vlak liggen, dat op afstand en evenwijdig aan het eerste vlak verloopt en dat het vlak van beweging van het hoofdcontactelement 25 (9,10) op een kleine afstand evenwijdig aan het eerste vlak en het vlak van beweging van het hulpcontactelement (11,12) op een kleine afstand evenwijdig aan het tweede vlak verlopen.
4. Schakelaar volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hoofdcontactdelen (5,6) en hulpcontactdelen (7,8) van de vaste contacten (1,2) in een vlak liggen en de vlakken 3 0 van beweging van de hoofdcontactelementen (9,10) en de hulpcontactelementen (11,12) op een kleine afstand evenwijdig aan het vlak van de hoofd- en hulpcontactdelen (5,6 resp. 7,8) van de vaste contacten (1,2) verlopen en waarbij de lengte van de hulp- en 1015585 hoofdcontactelementen (11,12 resp. 9,10) in de overbmggingsrichting van elkaar verschillen en de onderlinge afstand van de vaste contacten (1,2) in de schakelrichting trapvormig is verkleind, met het kenmerk, dat een sleuf (15,16) tussen het hulpcontactdeel (7,8) en het hoofdcontactdeel (5,6) van de vaste contacten (1,2) is 5 aangebracht.
5. Schakelaar volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de sleuf uitmondt in de te overbruggen ruimte tussen de vaste contacten.
6. Schakelaar volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de sleuf (15,16) zich onder een van nul afwijkende hoek ten opzichte van de bewegingsrichting van het 10 beweegbare contactenstel (9,10,11,12) uitstrekt.
7. Schakelaar volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de afstand waarover de sleuf (15, 16) zich in de richting van de hartlijn van het vaste contact (1,2) uitstrekt, gelijk is aan of groter is dan de afmeting in de richting van de hartlijn van het aanrakingsgebied van de loopvlakken van hulpcontactelement (11,12) en het 15 hulpcontactdeel (7,8) van het vaste contact (1,2) tijdens inschakelen.
8. Schakelaar volgens conclusie 4, 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat het aan de tussenruimte tussen de vaste contacten grenzende gedeelte van de sleuf de vorm heeft van een gebogen segment.
9. Schakelaar volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat op het gebogen 20 segmentvormige deel van de sleuf een in hoofdzaak recht deel volgt, dat schuin ten opzichte van de hartlijn van het vaste contact verloopt.
10. Schakelaar volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het hulpcontactdeel van het vaste contact is versmald (bij 17) tot een L-vorm, waarbij het been (7,8) met het vrije uiteinde zich tegengesteld aan de inschakelbewegingsrichting 25 van het hulpcontactelement (11,12) uitstrekt en het loopvlak voor het hulpcontact element (11,12) vormt.
11. Schakelaar volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat aan het vrije uiteinde van het been (7,8) een uitsteeksel (18) is aangevormd, dat vanaf het loopvlak in een richting van de vrije ruimte tussen de vaste contacten af uitstrekt, en dat het vrije 30 uiteinde van het hulpcontactelement (11,12) bij het inschakelen het uitsteeksel (18) niet raakt.
12. Schakelaar volgens conclusie 11, met het kenmerk-dat het vrije uiteinde van 1015585 het hulpcontactelement (11,12) zich tot voorbij het loopvlak (7,8) uitstrekt en bij het inschakelen het uitsteeksel (18) op afstand overlapt.
13. Schakelaar volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afstand tussen het vrije uiteinde van het hulpcontactelement (11,12) en het uitsteeksel (18) in het 5 overlappingsgebied naar buiten toe groter wordt.
14. Schakelaar volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het hulpcontactelement (11,12) aan de uiteinden is afgeschuind of afgerond in het overlappinggebied van hulpcontactelement (11,12) en uitsteeksel (18).
15. Schakelaar volgens een van de conclusies 12-14, met het kenmerk, dat het 10 uitsteeksel (18) naar zijn vrije uiteinde taps toeloopt.
NL1015585A 2000-07-03 2000-07-03 Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten. NL1015585C2 (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015585A NL1015585C2 (nl) 2000-07-03 2000-07-03 Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten.
PL01359331A PL195938B1 (pl) 2000-07-03 2001-07-02 Wyłącznik elektryczny ze ślizgowym zespołem styków
AU7112801A AU7112801A (en) 2000-07-03 2001-07-02 Switch with auxiliary and main contacts
AU2001271128A AU2001271128B2 (en) 2000-07-03 2001-07-02 Switch with auxiliary and main contacts
BR0112139-1A BR0112139A (pt) 2000-07-03 2001-07-02 Comutador com um conjunto de contatos fixos e um conjunto de contatos móveis
DE60110595T DE60110595T2 (de) 2000-07-03 2001-07-02 Schalter mit vor- und hauptkontakten
AT01950097T ATE294992T1 (de) 2000-07-03 2001-07-02 Schalter mit vor- und hauptkontakten
EP01950097A EP1297544B1 (en) 2000-07-03 2001-07-02 Switch with auxiliary and main contacts
US10/312,847 US6831239B2 (en) 2000-07-03 2001-07-02 Switch with auxiliary and main contacts
CNB018122167A CN1280854C (zh) 2000-07-03 2001-07-02 具有主和副触点的开关
ES01950097T ES2239673T3 (es) 2000-07-03 2001-07-02 Conmutador con contactos auxiliares y principales.
PT01950097T PT1297544E (pt) 2000-07-03 2001-07-02 Interruptor com contactos auxiliares e com contactos principais
PCT/NL2001/000498 WO2002007174A1 (en) 2000-07-03 2001-07-02 Switch with auxiliary and main contacts
DK01950097T DK1297544T3 (da) 2000-07-03 2001-07-02 Afbryder med hjælpe- og hovedkontakter

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015585A NL1015585C2 (nl) 2000-07-03 2000-07-03 Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten.
NL1015585 2000-07-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015585C2 true NL1015585C2 (nl) 2002-01-04

Family

ID=19771643

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015585A NL1015585C2 (nl) 2000-07-03 2000-07-03 Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US6831239B2 (nl)
EP (1) EP1297544B1 (nl)
CN (1) CN1280854C (nl)
AT (1) ATE294992T1 (nl)
AU (2) AU2001271128B2 (nl)
BR (1) BR0112139A (nl)
DE (1) DE60110595T2 (nl)
ES (1) ES2239673T3 (nl)
NL (1) NL1015585C2 (nl)
PL (1) PL195938B1 (nl)
PT (1) PT1297544E (nl)
WO (1) WO2002007174A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI116862B (fi) 2004-01-19 2006-03-15 Abb Oy Kytkinlaitteen apukosketinkokoonpano
US6979786B2 (en) * 2004-03-18 2005-12-27 Delphi Technologies, Inc. Contact structures for sliding switches
US8599724B2 (en) 2004-12-26 2013-12-03 Creative Audio Pty. Ltd. Paging system
DE102009030917B4 (de) * 2009-06-25 2013-08-08 Siemens Aktiengesellschaft Elektrische Schaltanordnung
IT1400992B1 (it) * 2010-07-12 2013-07-05 Areva T&D Italy S P A Sezionatore, particolarmente del tipo a doppia interruzione con doppio movimento.
EP2573784B1 (de) * 2011-09-21 2016-08-03 Siemens Aktiengesellschaft Leistungsschalter mit optimierter Gehäusestabilisierung durch klemmend wirkende Festschaltstücke
ES2716168T3 (es) * 2016-02-29 2019-06-10 Woehner Gmbh & Co Kg Elektrotechnische Systeme Disposición de contacto de conmutación
WO2023212919A1 (en) * 2022-05-06 2023-11-09 Abb Schweiz Ag Disconnector and disconnector system

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0100699A1 (fr) * 1982-07-13 1984-02-15 Merlin Gerin Interrupteur électrique multipolaire à basse tension et à haute tenue électrodynamique
WO1988002178A1 (en) * 1986-09-19 1988-03-24 Aktieselskabet Laur. Knudsen Nordisk Elektricitets Circuit breaker
FR2638017A1 (fr) * 1988-10-17 1990-04-20 Merlin Gerin Interrupteur electrique multipolaire a basse tension pour calibres eleves

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3499126A (en) * 1968-07-24 1970-03-03 Litton Precision Prod Inc Electrical contact assembly with ramp guide
JPS61183036U (nl) * 1985-05-07 1986-11-14
JPH0624088B2 (ja) * 1989-08-30 1994-03-30 エルメック株式会社 超高周波スイッチ装置
JPH0684652U (ja) * 1993-05-11 1994-12-02 株式会社東海理化電機製作所 スライドスイッチ
US5657861A (en) * 1995-03-28 1997-08-19 Kabushiki Kaisha T An T Slide switch
US5967302A (en) * 1998-03-06 1999-10-19 Lin; Hsi-Chi Dual inline package switch
JP4546639B2 (ja) * 2000-12-06 2010-09-15 ナイルス株式会社 インヒビタースイッチ

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0100699A1 (fr) * 1982-07-13 1984-02-15 Merlin Gerin Interrupteur électrique multipolaire à basse tension et à haute tenue électrodynamique
WO1988002178A1 (en) * 1986-09-19 1988-03-24 Aktieselskabet Laur. Knudsen Nordisk Elektricitets Circuit breaker
FR2638017A1 (fr) * 1988-10-17 1990-04-20 Merlin Gerin Interrupteur electrique multipolaire a basse tension pour calibres eleves

Also Published As

Publication number Publication date
PL195938B1 (pl) 2007-11-30
ES2239673T3 (es) 2005-10-01
CN1440556A (zh) 2003-09-03
WO2002007174A1 (en) 2002-01-24
DE60110595D1 (de) 2005-06-09
ATE294992T1 (de) 2005-05-15
DE60110595T2 (de) 2006-01-19
US20040089523A1 (en) 2004-05-13
PL359331A1 (en) 2004-08-23
CN1280854C (zh) 2006-10-18
EP1297544B1 (en) 2005-05-04
BR0112139A (pt) 2003-05-06
PT1297544E (pt) 2005-09-30
US6831239B2 (en) 2004-12-14
EP1297544A1 (en) 2003-04-02
AU2001271128B2 (en) 2005-05-05
AU7112801A (en) 2002-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1015585C2 (nl) Schakelaar met hulp-en hoofdcontacten.
US8861157B2 (en) Surge arrestor comprising at least one arrester element
US6717090B2 (en) Arc quenching configuration for an electrical switching device
AU2001271128A1 (en) Switch with auxiliary and main contacts
KR101733276B1 (ko) 직류용 회로 차단 장치
CN101409159A (zh) 在不同运行状态下具有不同接触力的接触装置
EP1681700A1 (en) Circuit breaker
US2606983A (en) Circuit interrupter contact
US5794764A (en) High-speed seesaw breaking switch with raised fulcrum and accelerator ramp
JP7249688B2 (ja) 回路遮断器
JP2000195392A (ja) 溝穴を備えた接点手段を有する電気開閉装置
KR101704989B1 (ko) 회로차단기의 가동접촉자
JP2009266421A (ja) アークの発生しないスイッチ
JP2020522103A (ja) 電気コンタクトシステム
CN1953112B (zh) 电开关装置
AU2023202213B2 (en) A switching system
JPH09185925A (ja) スライドスイッチ
US1181524A (en) Arc-breaking insulation-block for electric switches.
US1201424A (en) End-cell switch.
JP3838707B2 (ja) 回路遮断器
JP2005183128A (ja) 回路遮断器
JP2979555B2 (ja) 断路器
JP2007317586A (ja) 回路遮断器
JPH0732840U (ja) 開閉器
JP2001351498A (ja) 配線用遮断器の消弧装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: EATON ELECTRIC N.V.

Owner name: EATON HOLDING INTERNATIONAL I BV

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080201