NL1015228C2 - Inrichting voor het mesten van dieren, in het bijzonder kalveren. - Google Patents

Description

Inrichting voor het mesten van dieren, in het bijzonder kalveren.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 voor het mesten van dieren in het bij zonder kalveren, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een vloerdeel zijschotten en een voorwanddeel, voorzien van een op enige hoogte boven de grond aangebrachte zich parallel aan de voorwand verlopende langwerpige voerbak en een 10 zich vanaf de voerbak omhoog uitstrekkend hekwerk dat scharnierend om een hoger dan de voerbak gelegen horizontale aslijn verzwenkbaar is.

Dergelijke inrichtingen zijn in velerlei uitvoeringen bekend en dienen volgens de Europese richtlijnen 15 thans plaats te bieden aan een vijftal dieren, die aanvankelijk zeer klein tot vrijwel volwassen in de stal moeten verblijven en gevoederd. Dergelijke stallen bestaan gewoonlijk uit een passende vloer met zijschotten en eventueel een achterwandddeel, en een open voorzijde 20 welke door een voorwanddeel wordt gesloten, dat gedeeltelijk bestaat uit vaste profielen en ondermeer is voorzien van een keerlichaam in de vorm van een balk die veelal op de schofthoogte van het bijna volwassen dier is aangebracht . Dit dient om de nek van het dier in de richting 2 5 van de voederbak te doen krommen, waarbij een tweede hek of hekdeel is aangebracht dat dient om het kleine dier binnen de stal te houden. Vooral kleine dieren hebben de neiging om uit de stal te willen kruipen waarbij het tevens gebeurd dat bij het tijdelijk plaatsen van tussen- 3 0 schotten de dieren via de voederbak naar de ernaast gelegen stalruimte kunnen kruipen.

Er zijn reeds vele hekwerken bekend, al of niet in samenhang met de keerbalk, welke echter allen tamelijk ingewikkeld zijn geconstrueerd en moeilijk te bedienen 35 zijn.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarbij bovengenoemde bezwaren worden opgeheven. De inrichting onderscheidt zich doordat dat de aslijn is 101522a 2 gevormd door een buis- of balkvormig keerlichaam dat zich op een derde tot de helft van de breedte van de voerbak voor het voorwanddeel ligt, ten opzichte waarvan het hekwerk zwenkbaar is vanuit een sluitstand waarbij de 5 onderrand bij de binnenzijde van de voerbak ligt, naar een vrijgeefstand waarbij die rand zich bij de buitenzijde bevindt.

Dankzij het naar buiten verplaatsen van het keerlichaam kan het daaronder gelegen hekwerk gemakkelijk 10 zwenkbaar daaraan worden bevestigd zodanig dat deze in de ene stand de voerbak vrijgeeft voor het dier en in de andere stand de opening aan de voorzijde volledig sluit, waardoor de voerbak door de verzorger gemakkelijk kan worden benaderd zonder door de dieren zelf te worden 15 gehinderd. Doordat de keerbalk of het keerlichaam onderdeel kan uitmaken van het zwenkbare hek, wordt het hek op zichzelf ook vrij robuust, en kan derhalve met weining additioneel materiaal worden vervaardigd, hetgeen de produktiekosten verlaagd.

2 0 De verzorger kan het hek in de twee genoemde standen vergrendelen, waardoor enerzijds alle dieren in de stal in de sluitstand van het hek niet bij de voederbak kunnen komen, terwijl na het ontgrendelen de vrijgeefstand kan worden ingenomen zodat de dieren gelijktijdig aan het 25 voederen kunnen beginnen. Hiermee is een bewaking van de afzonderlijke dieren mogelijk en kunnen verschillen in eetlust worden genoteerd.

Volgens een bijzonder eenvoudige uitvoering is het keerlichaam aan weerseinden bij de zijschotten draaibaar 30 gelagerd en is het hekwerk vast daaraan bevestigd. Het onder het keerlichaam aangebrachte hekwerk, kan naar boven het keerlichaam worden verlengd met ongeveer de helft van de breedte, waardoor in een derde open stand de grotere dieren gemakkelijk bij de voerbak kunnen komen, 35 maar toch niet het bedienend personeel of de verzorgers met de bek kunnen bereiken, waardoor deze meer tijd aan de verzorging kunnen besteden.

1015^28 3

Indien gebruik wordt gemaakt van wegneembare tussen-schotten dan verdient het de voorkeur om volgens de uitvinding deze tussenschotten te verlengen met staafvor-mige elementen die zich boven de voerbak uitstrekken, en 5 welke door het zwenkbare sluithek kunnen steken. Hiermee wordt voor jonge dieren voorkomen dat deze via de voederbak wegkruipen. Bovengenoemde en andere kenmerken zullen hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een tekening van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening 10 toont: figuur 1 een perspectievisch vooraanzicht van het voorwanddeel van een schematisch weergegeven stal volgens de uitvinding, figuur 2 en 3 telkens een staande dwarsdoorsnede van 15 de inrichting uit figuur 1, waarbij het hek in diverse standen staat weergegeven.

De in de figuur weergegeven inrichting bestaat in hoofdzaak uit een vloer (1), met daarop geplaatste zijschotten (2) die op een bepaalde afstand van elkaar zijn 20 aangebracht, zodanig dat er een vrij bewegen van een vijftal dieren mogelijk is. Desgewenst kan er een achterwand (3) zijn aangebracht die ook een onderdeel van het gebouw kan zijn.

Aan de voorzijde is bovenlangs een ligger (4) aan-25 gebracht, welke hetzij aan de zijschotten (2) hetzij aan een staander langs de voorrand van de zijschotten kan zijn bevestigd. Tevens is er een keerlichaam (6) parallel aan de bovenbalk aangebracht, welk keerlichaam een willekeurig profiel of buis kan zijn. Dit keerlichaam is aan 30 de uiteinden gelagerd in lagerschalen (7) welke zijn bevestigd aan de voorstaanders (5) of aan de zijschotten (2), welke lagerschalen (7) op enige afstand voor het voorwanddeel van de stal zijn gelegen, hetgeen hieronder nader wordt toegelicht. Langs de onderzijde op enige 35 hoogte boven de vloer (1) is een voedertrog (8) aangebracht die zich over de volle breedte van de stal uit-strekt. De trog kan op willekeurige wijze zijn gevormd en bevestigd en verwijderbaar zijn voor het vrijgeven van de 1015228 101.......

4 voerzijde van de stal. De voedertrog kan ook zijn voorzien van voederemmers (9) hetgeen verder bekend wordt verondersteld en buiten het kader van de uitvinding valt.

5 Volgens de uitvinding is onder het keerlichaam (6) een hekwerk (10) bevestigd dat bestaat uit een tweetal langsliggers (11) die door armen (12) onderling zijn verbonden en aan het buisvormige keerlichaam (6) . Het hekwerk is naar boven toe verlengd met een soortgelijk 10 hekwerk (13), bestaande uit slechts 1 ligger (11). Het hekwerk (10) is in een sluitstand te plaatsen, hetgeen in figuur 2 met volle lijnen is weergegeven, waarbij de onderrand, gevormd door de onderste ligger (11), zich bevindt aan de b innenlangs rand van de trog (8) . In deze 15 stand kan geen dier bij de trog komen. In de vrij geef-stand is het hekwerk geplaats in de stand die is aangegeven met onderbroken lijnen. In deze stand kan het dier vrij de trog (8) of de emmers (9) bereiken, maar kan niet over de trog heen naar buiten kruipen, tegengehouden door 20 het onderste hekwerkdeel (10).

Indien de dieren voldoende zijn gegroeid behoeft het hekwerk (10) in de stand volgens figuur 3 te worden gedraaid, waarbij het onderste deel zich boven het keerlichaam (6) bevindt en waarbij het onderste hekwerkdeel 25 (13) naar beneden wordt gezwaaid, welke de ruimte tussen de buis (6) en de trog verkleind, waardoor het dier niet gemakkelijk bij de verzorger kan komen. Het naar buiten kruipen is uitgesloten door het keerlichaam (6).

Hoewel niet getoond is het duidelijk dat het hekwerk 30 in de hierboven genoemde drie standen kan worden vergrendeld, welk vergrendelmechanisme bij voorkeur bij één scharnierschaal (7) zich bevindt, waardoor de verzorger na het vullen van de trog in de richting naar de grendel toe slechts eenmaal langs het hok behoeft te lopen. Dit 35 vereenvoudigt de bedrijfsvoering aanzienelijk.

Indien gebruik wordt gemaakt van tijdelijke tussen-schotten (14) welke parallel aan de zijschotten (2) ^^jjd^rj^grpgLLaatst ter scheiding van de kleine dieren, dan 5 kan dit zijschot zijn voorzien van staafvormige verlengingen (15) die zich boven de voerbak (8) uitstrekken en tussen de liggers (11) van het onderhek (10) doorsteken.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven 5 beschreven uitvoeringsvorm.

Zo kan het hekwerk uit andere dan buisvormige liggers zijn opgebouwd, en kan zodanig zijn uitgevoerd dat het keerlichaam (6) èen vast balk is waaromheen het hek door middel van bijvoorbeeld ringen in de drie genoemde 10 standen is te plaatsen.

Tenslotte wordt opgemerkt dat de bediending van het hek ook volledig met aandrijfmiddelen zoals hydraulische of pneumatische cylinders kan plaatsvinden, waardoor de voederbak automatisch kan worden gereinigd en gevuld.

15 20 25 30 1 1015228

Claims (6)

1 Inrichting voor het mesten van dieren in het bijzonder kalveren, welke inrichting in hoofdzaak bestaat 5 uit een vloerdeel zijschotten en een voorwanddeel, voorzien van een op enige hoogte boven de grond aangebrachte zich parallel aan de voorwand verlopende langwerpige voerbak en een zich vanaf de voerbak omhoog uitstrekkend hekwerk dat scharnierend om een hoger dan de voerbak 10 gelegen horizontale aslijn verzwenkbaar is, met het kenmerk, dat de aslijn is gevormd door een buis- of balkvor-mig keerlichaam dat zich op een derde tot de helft van de breedte van de voerbak voor het voorwanddeel ligt, ten opzichte waarvan het hekwerk zwenkbaar is vanuit een 15 sluitstand waarbij de onderrand bij de binnenzijde van de voerbak ligt, naar een vrijgeefstand waarbij die rand zich bij de buitenzijde bevindt.

2 Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hekwerk in de twee genoemde standen vergrendel- 20 baar is.

3 Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het keerlichaam aan weerseinden bij de zijschotten draaibaar is gelagerd en het hekwerk vast daaraan is bevestigd.

25. Inrichting volgens een der conclusies' 1-3, met het kenmerk, dat het hekwerk met tenminste de halve hoogte daarvan ten opzichte van het keerlichaam naar boven is verlengd

5 Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 3. met het kenmerk, dat het hekwerk is gevormd door een twee of meer parallelle liggers die onderling en met het keerlichaam door dwarsarmen zijn verbonden.

6 Inrichting volgens een der voorgaande conclusies en voorzien van wegneembare tussen schotten, met het 35 kenmerk, dat het of elk tussenschot is voorzien van een door staven gevormde gevormde afscheiding 1015228