NL1014882C2 - A rodent cage and feeding assembly - Google Patents

A rodent cage and feeding assembly Download PDF

Info

Publication number
NL1014882C2
NL1014882C2 NL1014882A NL1014882A NL1014882C2 NL 1014882 C2 NL1014882 C2 NL 1014882C2 NL 1014882 A NL1014882 A NL 1014882A NL 1014882 A NL1014882 A NL 1014882A NL 1014882 C2 NL1014882 C2 NL 1014882C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cage
filter
rack
lock
support
Prior art date
Application number
NL1014882A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1014882A1 (en
Inventor
George S Gabriel
Neil E Campbell
Chin Soo Park
John E Scheaffer
Dale Murray
Eric A Deitrich
Lynn Irwin
Original Assignee
Lab Products
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US09/106,389 external-priority patent/US6041741A/en
Priority claimed from US09/173,134 external-priority patent/US7451723B1/en
Priority claimed from US09/326,846 external-priority patent/US6227146B1/en
Priority to US09/326,846 priority Critical patent/US6227146B1/en
Priority to FR9907621A priority patent/FR2781640B1/en
Priority to DE19927493A priority patent/DE19927493A1/en
Priority to FR9912552A priority patent/FR2783673B1/en
Priority to FR9912553A priority patent/FR2783672B1/en
Priority to FR9912554A priority patent/FR2783671B1/en
Priority to NL1014882A priority patent/NL1014882C2/en
Application filed by Lab Products filed Critical Lab Products
Publication of NL1014882A1 publication Critical patent/NL1014882A1/en
Priority to PCT/US2000/015458 priority patent/WO2000074473A2/en
Publication of NL1014882C2 publication Critical patent/NL1014882C2/en
Application granted granted Critical

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/03Housing for domestic or laboratory animals
    • A01K1/031Cages for laboratory animals; Cages for measuring metabolism of animals
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D46/00Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
    • B01D46/10Particle separators, e.g. dust precipitators, using filter plates, sheets or pads having plane surfaces
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D46/00Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
    • B01D46/42Auxiliary equipment or operation thereof

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Clinical Laboratory Science (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

A rodent cage (1) consists of a cage bottom (3), a bonnet (11) and a feeding assembly (23). The cage bottom has a number of integral sides (12) a floor (13) and an open top end (16), with a continuous peripheral lip (8). The bonnet includes a top (9), which has a perforated surface to allow air to pass into the cage through filters (7). A skirt extends around the rim of the cage bottoms lip to create a seal. The assembly consists a frame (69) with at least one support (52) descending from the frame, and a pair of flanges (39, 39') which are received by recesses (35, 35') in the peripheral lip. The supports are polygons with snap on bottoms, selectively connected to the lower ends, which may consist of a food container (37) or a water bottle support (31). A lock for locking the top and bottom sections of the cage, consists of a lock bar, which goes from an unlocked to locked position, also acts as a visual alert. An independent claim is included for a water bottle for supplying water to rodents while in their cage. An independent claim is included for a system for housing a number of types of rodents within a cage. An independent claim is included for a filter bonnet for an open top cage. An independent claim is included for a feeder assembly for use in an animal cage.

Description

Korte aanduiding: Kooi voor verschillende soorten knaagdierenShort designation: Cage for different types of rodents

Deze uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een knaagdierkooi die gebruikt kan worden als een statische eenheid of in verbinding met een geventileerd kooi- en reksysteem voor het onderbrengen van verschillende soorten knaagdieren, en in het 5 bijzonder op een filterbovendeel voor een dergelijke kooi.This invention generally relates to a rodent cage which can be used as a static unit or in connection with a ventilated cage and rack system for accommodating various types of rodents, and in particular to a filter top for such a cage.

Geventileerde kooi- en reksystemen zijn bekend uit de stand van de techniek. Een dergelijk geventileerd kooi- en reksysteem is geopenbaard in US octrooischrif t no. 4.989.545, ten name van Lab Products, Ine., waarin een open reksysteem wordt verschaft dat 10 meerdere planken omvat die elk gevormd zijn als een luchtgevulde ruimte. Een ventilatiesysteem is verbonden met het reksysteem voor het ventileren van elke kooi in het rek. Het is bekend om ratten, die gebruikt worden voor onderzoek, onder te brengen in een dergelijk geventileerd kooi- en reksysteem.Ventilated cage and rack systems are known in the art. Such a ventilated cage and rack system is disclosed in U.S. Patent No. 4,989,545, to Lab Products, Inc., which provides an open rack system comprising a plurality of shelves each formed as an air-filled space. A ventilation system is connected to the rack system for ventilating each cage in the rack. It is known to accommodate rats used for research in such a ventilated cage and rack system.

15 Filterbovendelen voor dierenkooien in geventileerde kooi- en reksystemen zijn ook bekend uit de stand van de techniek. Een dergelijk filterbovendeel is getoond in US octrooischrift no. 4.640.228, ten name van Lab Products, Ine., waarin een kap met een geperforeerde bovenwand verschaft wordt. Een vel filterpapier is 20 tussen de houder en het onderoppervlak van de geperforeerde bovenwand van de kap geklemd. Een houder is losmaakbaar aangebracht in het kaplichaam en ligt plat tegen het filtermateriaal aan dat tegen het onderoppervlak van de bovenwand van de kap geplaatst is, waarbij de houder een smal randgedeelte omvat en vlakke dwarsarmen die elkaar 25 kruisen op een integraal middengedeelte.Filter top parts for animal cages in ventilated cage and rack systems are also known in the art. Such a filter top is shown in U.S. Patent No. 4,640,228, to Lab Products, Inc., which provides a cap with a perforated top wall. A sheet of filter paper is clamped between the holder and the bottom surface of the perforated top wall of the hood. A container is releasably mounted in the hood body and lies flat against the filter material placed against the bottom surface of the top wall of the hood, the container comprising a narrow rim portion and flat cross arms intersecting an integral center portion.

De uitvinding beoogt een verbeterde knaagdierkooi te verschaffen.The object of the invention is to provide an improved rodent cage.

Dit doel wordt bereikt door een knaagdierkooi omvattende een kooibenedendeel met meerdere zijwanden die één geheel vormen, een 30 bodem en een open boveneinde, en een omtrekslip die zich ononderbroken uitstrekt rondom het boveneinde; een kap die gedimensioneerd is en de afmetingen heeft om op het boveneinde te rusten; en 10U862 2 een slot dat is aangebracht op de kap of op het kooibenedendeel, voor het naar keuze vergrendelen van de kap op het kooibenedendeel.This object is accomplished by a rodent cage comprising a cage leg portion having a plurality of unitary side walls, a bottom and an open top end, and a circumferential lip that extends continuously around the top end; a hood dimensioned and sized to rest on the top end; and 10U862 2 a lock mounted on the hood or on the cage lower portion for optionally locking the hood on the cage lower portion.

Bij voorkeur omvat het slot verder een huis dat is aangebracht op de kap of op het kooibenedendeel, en een vergrendelstang, waarbij 5 de vergrendelstang draaibaar is vanuit een onvergrendelde stand naar een vergrendelde stand.Preferably, the lock further comprises a housing mounted on the hood or on the cage lower portion, and a locking bar, the locking bar being rotatable from an unlocked position to a locked position.

Met voordeel omvat de knaagdierkooi een visueel alarm dat is aangebracht op het slot zodat, wanneer het slot zich in de onvergrendelde stand bevindt, het visuele alarm zichtbaar is en 10 wanneer het slot zich in de vergrendelde stand bevindt, het visuele alarm niet zichtbaar is.Advantageously, the rodent cage includes a visual alarm mounted on the lock so that when the lock is in the unlocked position, the visual alarm is visible and when the lock is in the locked position, the visual alarm is not visible.

Voor een beter begrip van de uitvinding en de voordelen ervan wordt verwezen naar de hiernavolgende beschrijving in combinatie met de bijgaande tekeningen, waarin: 15 Fig. 1 een aanzicht in perspectief is van de kooi die geconstru eerd is volgens de onderhavige uitvinding;For a better understanding of the invention and its advantages, reference is made to the following description in conjunction with the accompanying drawings, in which: 1 is a perspective view of the cage constructed in accordance with the present invention;

Fig. 2 een aanzicht in perspectief en met uiteengenomen delen is van de kooi die geconstrueerd is volgens de uitvinding;Fig. 2 is a perspective and exploded view of the cage constructed in accordance with the invention;

Fig. 3 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens de lijn 3-3 in 20 fig. 1;Fig. 3 is a cross-sectional view taken along line 3-3 in FIG. 1;

Fig. 4 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens de lijn 4-4 in fig. l;Fig. 4 is a cross-sectional view taken along line 4-4 in FIG. 1;

Fig. 5 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens de lijn 5-5 in fig. 1; 10 1 4 882 3Fig. 5 is a cross-sectional view taken along line 5-5 in FIG. 1; 10 1 4 882 3

Fig. 6 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens de lijn 6-6 in fig. 5;Fig. 6 is a cross-sectional view taken along line 6-6 in FIG. 5;

Fig. 7 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens de lijn 7-7 in fig. 1; 5 Fig. 8 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens de lijn 8-8 in fig. 7;Fig. 7 is a cross-sectional view taken along line 7-7 in FIG. 1; FIG. 8 is a cross-sectional view taken along line 8-8 in FIG. 7;

Fig. 9 een aanzicht in dwarsdoorsnede is van een slot dat geconstrueerd is volgens de uitvinding, in de onvergrendelde stand;Fig. 9 is a cross-sectional view of a lock constructed in accordance with the invention, in the unlocked position;

Fig. 10 een aanzicht in dwarsdoorsnede is volgens een lijn 10-10 10 in fig. 9;Fig. 10 is a cross-sectional view taken along a line 10-10 in FIG. 9;

Fig. 11 een vooraanzicht is van het kooi- en reksysteem dat geconstrueerd is volgens de uitvinding;Fig. 11 is a front view of the cage and rack system constructed in accordance with the invention;

Fig. 12 een zij-aanzicht is van het kooi- en reksysteem dat geconstrueerd is volgens de uitvinding; en 15 Figs. 13A en 13B een aanzicht in perspectief met uiteengenomen delen zijn van de kooi die geconstrueerd is volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding;Fig. 12 is a side view of the cage and rack system constructed in accordance with the invention; and 15 Figs. 13A and 13B are an exploded perspective view of the cage constructed in accordance with a second embodiment of the invention;

Fig. 14 een aanzicht in perspectief is van de kooi die geconstrueerd is volgens de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; 20 Fig. 15 een aanzicht in doorsnede is volgens de lijn 15-15 in fig. 14; enFig. 14 is a perspective view of the cage constructed in accordance with the second embodiment of the invention; FIG. 15 is a sectional view taken along line 15-15 in FIG. 14; and

Fig. 16 een aanzicht in doorsnede is volgens de lijn 16-16 in fig. 14.Fig. 16 is a sectional view taken along line 16-16 in FIG. 14.

In fig. 1-6, wordt er een rattenkooi 1 getoond die vervaardigd 25 is volgens de onderhavige uitvinding. De rattenkooi 1 omvat een kooibenedendeel 3 met vier zijwanden 12, die één geheel vormen, en een bodem 13. Het kooibenedendeel 3 omvat eveneens een open boveneinde 16. Een omtrekslip 8 met een glad en vlak oppervlak strekt zich ononderbroken rondom het boveneinde van het kooibenedendeel 3 uit. Een 3 0 rand 4 steekt verticaal vanaf de omtrekslip 8 naar beneden. Een paar uitsparingen 35, 35' zijn in omtrekslip 8 gevormd. In een bepaalde uitvoeringsvorm, is de uitsparing 35 in het gedeelte van de omtrekslip 8 naast een hoek van het kooibenedendeel 3 geplaatst, terwijl de uitsparing 35' in het gedeelte van de omtrekslip 8 is geplaatst dat 35 tegenover de uitsparing 35 ligt.In Figures 1-6, a rat cage 1 made according to the present invention is shown. The rat cage 1 comprises a cage leg portion 3 having four sidewalls 12, which are integral, and a bottom 13. The cage leg portion 3 also includes an open top end 16. A circumferential lip 8 having a smooth and flat surface extends continuously around the top end of the cage leg portion 3 out. An edge 4 protrudes vertically from the circumferential lip 8. A pair of recesses 35, 35 'are formed in circumferential lip 8. In a particular embodiment, the recess 35 in the portion of the circumferential lip 8 is positioned adjacent to a corner of the cage lower portion 3, while the recess 35 'is located in the portion of the circumferential lip 8 opposite the recess 35.

Alhoewel het kooibenedendeel 3 vervaardigd kan worden uit elk geschikt materiaal, verdient het de voorkeur dat het gevormd wordt uit transparant plastic, zodat het dier in het kooibenedendeel 3 1 0 1 4 8 8 2 4 geobserveerd kan worden door de zijwanden 12. Eveneens heeft het de voorkeur dat het kooibenedendeel 3 afgeronde hoeken heeft waardoor voorkomen wordt, dat de dieren, zoals ratten, de hoeken kunnen bereiken en hun weg uit de kooi 1 knagen.Although the cage leg part 3 can be made of any suitable material, it is preferable that it be formed from transparent plastic so that the animal in the cage leg part 3 can be observed through the side walls 12. It also has it is preferred that the cage lower part 3 has rounded corners, which prevents the animals, such as rats, from reaching the corners and gnawing their way out of the cage 1.

5 De afmetingen van het kooibenedendeel 3 zijn geoptimaliseerd om de huisvesting van verschillende knaagdiersoorten, waaronder muizen, ratten, hamsters, woestijnratten en cavia's, mogelijk te maken in overeenstemming met ILAR en AWA richtlijnen. De afmetingen van het kooibenedendeel 3 zijn eveneens geoptimaliseerd om het maximale aantal 10 ratten onder te brengen in een rek dat in hoofdzaak hetzelfde bodemoppervlak inneemt als een rek volgens de stand van de techniek, en het mogelijk te maken dat het rek met de kooi erin door een standaard deuropening met een breedte van 36 inch (91,44 cm) gaat. Er is bepaald dat een optimale kooi een bodemoppervlak van tussen 80 15 vierkante inch (516,13 cm2) en 140 vierkante inch (903,22 cm2) heeft. Met andere woorden, het bodemoppervlak van de kooi kan worden uitgedrukt als: 80 vierkante inch (516,13 cm2) < 1 x w < 140 vierkante inch (903,22cm2) 20 waarbij 1 gelijk is aan de lengte van het inwendige vloeroppervlak van de kooi en w gelijk is aan de breedte van het inwendige vloeroppervlak,· waarbij het verschil tussen de buiten- en binnenafmetingen niet van belang is voor de doelen van de uitvinding 25 volgens de conclusies. Verder moet de lengte van de kooi en/of het rek kleiner zijn dan 36 inch (91,44 cm), zodat het rek met de kooien, wanneer het door een deuropening wordt gerold, door de standaard 36 inch (91,44 cm) deuropening gaat, wanneer het rek een enkelzijdig rek is.5 The dimensions of the cage leg section 3 have been optimized to accommodate different rodent species including mice, rats, hamsters, gerbils and guinea pigs in accordance with ILAR and AWA guidelines. The dimensions of the cage lower portion 3 are also optimized to accommodate the maximum number of 10 rats in a rack occupying substantially the same bottom surface as a prior art rack, and allowing the rack with the cage in it to pass through. a standard doorway with a width of 36 inches (91.44 cm) goes. It has been determined that an optimum cage has a bottom area of between 80 square inches (516.13 cm2) and 140 square inches (903.22 cm2). In other words, the bottom area of the cage can be expressed as: 80 square inches (516.13 cm2) <1 xw <140 square inches (903.22cm2) 20 where 1 is the length of the internal floor area of the cage and w is equal to the width of the internal floor area, the difference between the outer and inner dimensions not being important for the objects of the invention according to the claims. Furthermore, the length of the cage and / or the rack must be less than 36 inches (91.44 cm) so that the rack with the cages, when rolled through a doorway, through the standard 36 inches (91.44 cm) door opening when the rack is a single-sided rack.

30 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het kooibenedendeel 3 zo gekozen dat de grootte ervan ongeveer 80 vierkante inch (516,13 cm2) is, gemeten bij de bodem van kooibenedendeel 3, met een diepte van ongeveer 7 5/8 inch (19,37 cm). Omdat veel studies kunnen beginnen terwijl twee ratten per kooi zijn ondergebracht, kan een 35 kooibenedendeel 3 met een oppervlak van ongeveer 80 vierkante inch (516,13 cm2), twee ratten van elk tot 400 gram onderbrengen. Wanneer de ratten groeien, bijvoorbeeld bij langdurige studies, zullen ze in dezelfde kooi alleen geplaatst worden. Het kooibenedendeel 3, met een 1014882 5 oppervlak van ongeveer 80 vierkante inch (516,13 cm2), kan eveneens ofwel een cavia onderbrengen ofwel tenminste vijf muizen, terwijl voldaan wordt aan ILAR en AWA richtlijnen. Aldus kan door een ratten-kooibenedendeel 3 te kiezen met een oppervlak van ongeveer 80 5 vierkante inch (516,13 cm2), een enkele kooi 1 gebruikt worden om verschillende knaagdiersoorten onder te brengen. Dienovereenkomstig zal een onderzoeksfaciliteit het overzicht en het management van kooien 1 en rekken in grote mate vereenvoudigen door het kooibenedendeel 3 met deze afmetingen te standaardiseren.In a preferred embodiment, the cage leg portion 3 is selected such that its size is about 80 square inches (516.13 cm2) measured at the bottom of cage leg portion 3, with a depth of about 7 5/8 inches (19.37 cm) . Because many studies can begin with two rats housed per cage, a cage leg section 3 with an area of about 80 square inches (516.13 cm2) can accommodate two rats weighing up to 400 grams each. When the rats grow, for example in long-term studies, they will be placed in the same cage alone. The cage leg portion 3, with a 1014882 area of about 80 square inches (516.13 cm2), can also house either a guinea pig or at least five mice, while complying with ILAR and AWA guidelines. Thus, by choosing a rat cage leg portion 3 having an area of about 80 square inches (516.13 cm 2), a single cage 1 can be used to accommodate different rodent species. Accordingly, a research facility will greatly simplify the oversight and management of cages 1 and racks by standardizing cage legs 3 with these dimensions.

10 Een voedingsinrichting, die in het algemeen is aangeduid met 23, is ondersteund in het kooibenedendeel 3 voor het verschaffen van voedsel en water aan ratten die er in ondergebracht zijn. De voedingsinrichting 23 omvat een frame 69 met een platformgedeelte 68.A feeding device, generally designated 23, is supported in the cage lower portion 3 to provide food and water to rats housed therein. The power supply 23 includes a frame 69 with a platform portion 68.

Een paar flensen 39, 39' strekken zich vanaf twee tegenover 15 elkaar liggende zijden van het platform 68 uit. De flensen 39, 39' strekken zich naar buiten toe uit vanaf frame 69, waarbij flens 39 is aangebracht aan de ene zijde van het frame 39 en de flens 39' aan de tegenoverliggende zijde van het frame 69 aangebracht is. De flensen 39, 39' kunnen elk ofwel integraal gevormd zijn met het frame 69 ofwel 20 afzonderlijk gevormd zijn en dan daarna aan het frame 69 zijn bevestigd. De flensen 39, 39' hebben zodanige afmetingen en vorm, dat wanneer de voedingsinrichting 23 in het kooibenedendeel 3 geplaatst is, de flensen 39, 39' worden opgenomen in de uitsparingen 35 respectievelijk 35', en in hetzelfde vlak als de omtrekslip 8 van het 25 kooibenedendeel 3 liggen.A pair of flanges 39, 39 'extend from two opposite sides of the platform 68. Flanges 39, 39 'extend outwardly from frame 69, with flange 39 disposed on one side of frame 39 and flange 39' disposed on opposite side of frame 69. The flanges 39, 39 'can each be either integrally formed with the frame 69 or individually formed and then attached to the frame 69 afterwards. The flanges 39, 39 'are sized and shaped such that when the feeding device 23 is placed in the cage lower part 3, the flanges 39, 39' are received in the recesses 35 and 35 ', respectively, and in the same plane as the circumferential lip 8 of the 25 cage legs section 3.

Een lip 17 strekt zich uit langs een voorzijde van het platform 68 die zich tussen de zijkanten van het frame 69 bevindt, die de flensen 39, 39' bevatten. De lip 17 strekt zich naar boven toe en van het frame 69 af uit. De voedingsinrichting 23 is zodanig in het 30 kooibenedendeel 3 geplaatst, dat de lip 17 zich uitstrekt in de richting van het midden van de kooi 1. In een bepaalde voorbeelduitvoeringsvorm is de lip 17 glad en gekromd om ratten in het kooibenedendeel 3 te beletten om de lip 17 of de voedingsinrichting 23 te bereiken om ofwel van bovenaf toegang te krijgen tot het voedsel en 3 5 water dat zich in de voedingsinrichting 23 bevindt ofwel om aan de voedingsinrichting 23 te knagen. De lip 17 dient eveneens als een handgreep voor het positioneren van de voedingsinrichting 23 in het kooibenedendeel 3.A lip 17 extends along a front of the platform 68 located between the sides of the frame 69, containing the flanges 39, 39 '. The lip 17 extends upward and away from the frame 69. The feeding device 23 is positioned in the cage leg portion 3 such that the lip 17 extends toward the center of the cage 1. In a particular exemplary embodiment, the lip 17 is smooth and curved to prevent rats in the cage leg portion 3 from entering the cage. lip 17 or the feeding device 23 to access the food and water contained in the feeding device 23 from above or to gnaw the feeding device 23. The lip 17 also serves as a handle for positioning the feeding device 23 in the cage lower part 3.

1014882 61014882 6

Een eerste steun 52 en een tweede steun 52' hangen vanaf het platform 68 naar beneden en vormen daaraan hangende veelhoeken met open einden. De steunen 52, 52' hebben zijden 56. De steunen 52 en 52' van de voedingsinrichting 23 kunnen worden aangepast om ofwel voedsel 5 ofwel water voor de in het kooibenedendeel 3 ondergebrachte ratten te ondersteunen. Om de steun 52 aan te passen voor voedsel, wordt een opklikvoedselhouder 37 aangebracht op de onderzijde van de steun 52. Een mantel 73 is rondom de omtrek van de bodem van de steunen 52, 52' aangebracht. De voedselhouder 37 omvat een omtrekrand 71. Vanaf de 10 omtrekrand 71 lopen meerdere U-vormige staven 38 van de voedselhouder 37 naar beneden. De U-vormige staven 38 liggen op afstand van elkaar zodat het voedsel dat in de steun 52 geplaatst is, wordt vastgehouden door de voedselhouder 37, maar het toch mogelijk is dat de ratten in het kooibenedendeel 3 het voedsel tussen de U-vormige staven 38 van de 15 voedselhouder 37 weghalen. De rand 71 is gedimensioneerd om de mantel 73 op te nemen en om de rand 71 vast te zetten op de steun 52 of 52'. Hij verschaft eveneens een vlak ononderbroken oppervlak waardoor bereikbare punten weggewerkt worden en waardoor de randen van de mantel 73 beschermd worden tegen het dier. Een uitsparing 77 is op de 20 mantel 73 aangebracht. Een vergrendellip 75 is aangebracht op de rand 71. De vergrendellip 75 en de uitsparing 77 zijn zodanig gedimensioneerd en gepositioneerd dat wanneer de voedselhouder 37 verbonden is met de steun 52, de vergrendellip 75 in de uitsparing 77 wordt gebracht waardoor de voedselhouder 37 vastgezet wordt aan de steun 52. 2 5 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de rand 71 in één vlak verbonden met de zijde 56 van de steun 52 of 52', zodat de ratten geen plaats kunnen nemen op de rand 71 of de zijde 56. In een voo r keu ruit voe-ringsvorm is de voedselhouder 37 vervaardigd uit roestvrij staal zodat voorkomen wordt dat de ratten door de voedselhouder 37 en de steun 52 30 knagen.A first support 52 and a second support 52 'hang down from the platform 68 to form open-ended polygons suspended therefrom. The supports 52, 52 'have sides 56. The supports 52 and 52' of the feeding device 23 can be adjusted to support either food 5 or water for the rats housed in the cage lower portion 3. To adapt the support 52 for food, a snap-on food container 37 is mounted on the bottom of the support 52. A jacket 73 is provided around the circumference of the bottom of the supports 52, 52 '. The food container 37 comprises a peripheral edge 71. From the peripheral edge 71, a plurality of U-shaped bars 38 of the food container 37 run downwards. The U-shaped bars 38 are spaced from each other so that the food placed in the support 52 is held by the food container 37, but it is still possible for the rats in the cage lower part 3 to feed the food between the U-shaped bars 38 from the 15 food container 37. The edge 71 is sized to receive the casing 73 and to secure the edge 71 to the support 52 or 52 '. It also provides a flat uninterrupted surface that eliminates accessible points and protects the edges of the mantle 73 from the animal. A recess 77 is provided on the casing 73. A locking tab 75 is provided on the rim 71. The locking tab 75 and the recess 77 are dimensioned and positioned such that when the food container 37 is connected to the support 52, the locking tab 75 is inserted into the recess 77 thereby securing the food container 37 to the support 52. In a preferred embodiment, the edge 71 is flushly connected to the side 56 of the support 52 or 52 'so that the rats cannot take a seat on the edge 71 or the side 56. In a preferred manner The diamond lining is the food container 37 made of stainless steel to prevent the rats from gnawing through the food container 37 and the support 52.

Zoals getoond in fig. 15, loopt in een voorkeursuitvoeringsvorm de voorwand 156 van de steunen 52, 52' taps toe vanaf de voorzijde naar de achterzijde. Bovendien lopen, zoals getoond in fig. 13, de draadstaven 138 en de zijwanden 135 die van het frame 71 van de 35 voedselhouder 37' naar boven hangen eveneens taps toe vanaf de voorzijde naar de achterzijde, voor ze zich weer naar boven toe uitstrekken in de richting van het frame 71 om de hoofdruimte in de kooi 3 te maximaliseren.As shown in Fig. 15, in a preferred embodiment, the front wall 156 of the supports 52, 52 'tapers from the front to the rear. In addition, as shown in Figure 13, the threaded rods 138 and the sidewalls 135 hanging upward from the frame 71 of the food container 37 'also taper from the front to the rear before extending upward again into the direction of frame 71 to maximize headroom in cage 3.

1014882 71014882 7

Elk van de steunen 52 of 52' kan eveneens aangepast worden om een waterfles 21 op te nemen om water te verschaffen aan de ratten in het kooibenedendeel 3. Om de steun 52' aan te passen voor water, wordt een waterflessteun 31 vastgezet aan de onderzijde van de steun 52'.Each of the supports 52 or 52 'may also be adapted to accommodate a water bottle 21 to provide water to the rats in the cage lower portion 3. To adapt the support 52' for water, a water bottle support 31 is secured to the bottom of the support 52 '.

5 Zoals met de voedselhouder 37, omvat de waterflessteun 31 een rand 71 die een uitsparing 77 heeft, zodat wanneer de rand 71 rondom de mantel 73 van de steun 52' is geplaatst, de uitsparing 77 op de grendellip 75 en de rand 71 rondom de mantel 73 past, zodat de rand 71 in één vlak verbonden is met de zijde 56 van de steun 52'. Vanaf de rand 71 van de 10 waterflessteun 31 lopen vier wanden naar beneden die één geheel vormen, en een bodem 34. De wanden 36 van de waterflessteun 31 zijn vanaf de rand 71 van de waterflessteun 31 naar binnen versprongen waardoor zij een schouder 33 vormen tussen de wanden 36 en de rand 71 rondom de binnenomtrek van de waterflessteun 31. Een bodem 34 wordt 15 gesteund door de wanden 36. In het midden van de bodem 34 is een gat of een sleuf 32 gelegen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de waterflessteun 31 vervaardigd uit roestvrijstaal zodat wordt voorkomen dat de ratten in het kooibenedendeel 3 door de waterflessteun 31 en de steun 52' knagen.As with the food container 37, the water bottle support 31 includes an edge 71 which has a recess 77 so that when the edge 71 is placed around the jacket 73 of the support 52 ', the recess 77 on the latch tab 75 and the edge 71 around the sheath 73 fits so that edge 71 is flushly connected to side 56 of support 52 '. From the edge 71 of the water bottle support 31, four walls run down which form one whole and a bottom 34. The walls 36 of the water bottle support 31 are staggered inwards from the edge 71 of the water bottle support 31, so that they form a shoulder 33 between the walls 36 and the rim 71 around the inner circumference of the water bottle support 31. A bottom 34 is supported by the walls 36. In the center of the bottom 34 is a hole or a slot 32. In a preferred embodiment, the water bottle support 31 is made of stainless steel to prevent rats in the cage lower portion 3 from gnawing through the water bottle support 31 and the support 52 '.

20 Door een voedingsinrichting te verschaffen met uitwisselbare voedsel- en waterflesopklikcomponenten, kan de hoogte waarop het voedsel en het water in de kooi steken, ingesteld worden voor de specifieke verschillende soorten die er in ondergebracht zijn. Zodoende is er iets gedaan aan het probleem van het verschaffen van 25 voedsel aan meerdere verschillende soorten van verschillende grootte terwijl gebruik gemaakt wordt van een enkele kooiafmeting.By providing a feeding device with interchangeable food and water bottle clip-on components, the height at which the food and water enter the cage can be adjusted for the specific different species housed therein. Thus, something has been done about the problem of supplying food to several different species of different sizes while using a single cage size.

Het verdient de voorkeur dat de steunen 52 en 52' uit transparante kunststof worden vervaardigd zodat het voedselniveau in de steunen 52 en 52' door de zijwanden 12 gecontroleerd kan worden. De 30 steunen 52 en 52' kunnen worden gevormd in elke geschikte vorm, inclusief conisch en rhomboïde, maar hebben bij voorkeur een afgeronde polygone vorm om knagen tegen te gaan en het volume te maximaliseren. De steunen 52, 52' zijn afgerond aan de hoeken om in voldoende mate het knagen door het dier tegen te gaan. Onderzoeken hebben aangetoond 35 dat bijvoorbeeld een radius van ongeveer 1 inch (2,54 cm) aan de bovenkant, die afneemt tot 7/8 van een inch (2,22 cm) bij de bodem, voldoende was. De steun 31 en de voedselhouder 37 mogen ook uit 10 14882 δ kunststof gevormd worden. De hoeken zouden in voldoende mate afgerond zijn om het knagen door het dier tegen te gaan.It is preferable that the supports 52 and 52 'are made of transparent plastic so that the food level in the supports 52 and 52' can be controlled by the side walls 12. The supports 52 and 52 'can be formed in any suitable shape, including conical and rhomboid, but preferably have a rounded polygonal shape to prevent gnawing and maximize volume. The supports 52, 52 'are rounded at the corners to sufficiently prevent gnawing by the animal. Studies have shown that, for example, a radius of about 1 inch (2.54 cm) at the top, decreasing to 7/8 of an inch (2.22 cm) at the bottom, was sufficient. The support 31 and the food container 37 may also be formed from 10 14882 δ plastic. The corners are said to be sufficiently rounded to prevent gnawing by the animal.

Omdat de steunen 52, 52' ieder zowel voedsel als water kunnen opnemen, is het mogelijk om de voedselcapaciteit te verdubbelen door 5 twee voedselhouders 37 en een rekwaterklep 260, zoals bekend uit de stand van de techniek en getoond in fig. 15 te gebruiken. Dit verlengt de duur van de studie en verminderd het aantal keren dat het bovendeel verwijderd moet worden.Since the supports 52, 52 'can each receive both food and water, it is possible to double the food capacity by using two food containers 37 and a stretch water valve 260, as known in the art and shown in Fig. 15. This extends the duration of the study and reduces the number of times the top has to be removed.

De waterfles 21 omvat een basislichaam 24 voor het opnemen van 10 water dat bij voorkeur gedimensioneerd en gevormd is om in de steun 52' te passen. Het basislichaam 24 vult in hoofdzaak de steun 52' zodat de watercapaciteit van de waterfles 21 gemaximaliseerd is. Het verdient eveneens de voorkeur dat het basislichaam 24 vervaardigd wordt uit een transparant materiaal zodat de hoeveelheid water die 15 zich nog in de waterfles 21 bevindt gecontroleerd kan worden door de zijwanden 12 en de wanden van de steunen 52, 52'. Het bovengedeelte van het basislichaam 24 bevat een paar gevormde uitsparingen 25, die op tegenover elkaar liggende zijden van het basislichaam 24 zijn aangebracht, zodat de waterfles 21 eenvoudig gegrepen en uit de steun 20 52 verwijderd kan worden. De waterfles 21 is in hoofdzaak verticaal in de steun 52' geplaatst, zodat in hoofdzaak al het water dat opgeslagen is in de waterfles 21, eruit zal lopen.The water bottle 21 includes a base body 24 for receiving water which is preferably sized and shaped to fit the support 52 '. The base body 24 substantially fills the support 52 'so that the water capacity of the water bottle 21 is maximized. It is also preferred that the base body 24 be made of a transparent material so that the amount of water still in the water bottle 21 can be controlled by the side walls 12 and the walls of the supports 52, 52 '. The top portion of the base body 24 includes a pair of shaped recesses 25 which are provided on opposite sides of the base body 24 so that the water bottle 21 can be easily gripped and removed from the support 20 52. The water bottle 21 is placed substantially vertically in the support 52 'so that substantially all of the water stored in the water bottle 21 will drain.

Het basislichaam 24 loopt taps toe zodanig dat langs de omtrek van het basislichaam 24 een schouder 22 gevormd wordt die uitloopt in 25 een hals 22'. Als gevolg daarvan raakt, wanneer de waterfles 21 in de steun 52' geplaatst is, de schouder 22 de richel 33 van de steun 52', waardoor de waterfles 21 in de steun 52' wordt ondersteund.The base body 24 is tapered such that a shoulder 22 is formed along the circumference of the base body 24 and tapers into a neck 22 '. As a result, when the water bottle 21 is placed in the support 52 ', the shoulder 22 touches the ridge 33 of the support 52', thereby supporting the water bottle 21 in the support 52 '.

De hals 22' van de waterhouder 24 vernauwt zich tot een opening waarin een rubberstop 29 is ingebracht of waarop een schroefdop is 30 geplaatst. Een buis 27 steekt uit de rubberstop 29. Wanneer de waterfles 21 in de steun 52' is geplaatst, steekt de buis 27 door het gat of de sleuf 32 in bodem 34 van de waterflessteun 31 en strekt zich in het kooibenedendeel 3 uit waardoor de ratten in het kooibenedendeel 3 toegang krijgen tot het water in de waterfles 21.The neck 22 'of the water container 24 narrows to an opening into which a rubber stopper 29 is inserted or on which a screw cap 30 is placed. A tube 27 protrudes from the rubber stopper 29. When the water bottle 21 is placed in the support 52 ', the tube 27 protrudes through the hole or slot 32 in the bottom 34 of the water bottle support 31 and extends into the cage lower part 3 through which the rats in the cage legs part 3 gain access to the water in the water bottle 21.

3 5 Het boveneinde 16 van het kooibenedendeel 3 is afgedekt met een kap 14. De kap 14 omvat drie delen die met elkaar verbonden zijn tot een eenheid: een bovendeel 9, een filter 7 en een filterhouder 5. De delen van de kap 14 zijn zodanig geplaatst dat het bovendeel 9 in 1014882 9 direct contact staat met de bovenlip 8 van het kooibenedendeel 3, het filter 7 op het bovendeel 9 is geplaatst en de filterhouder 5 bovenop het filter 7 is geplaatst en is vastgezet aan het bovendeel 9 waardoor een eendelige constructie gevormd wordt.The top end 16 of the cage lower part 3 is covered with a cap 14. The cap 14 comprises three parts which are joined together to form a unit: an upper part 9, a filter 7 and a filter holder 5. The parts of the cap 14 are positioned such that the upper part 9 in 1014882 9 is in direct contact with the upper lip 8 of the cage lower part 3, the filter 7 is placed on the upper part 9 and the filter holder 5 is placed on top of the filter 7 and is fixed to the upper part 9 so that a one-piece construction is formed.

5 In een bepaalde uitvoeringsvorm, is het bovendeel 9 gedimensi oneerd en gevormd om het boveneinde 16 van het kooibenedendeel 3 te bedekken en doeltreffend af te sluiten. Het bovendeel 9 is gevormd uit een veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld roestvrijstaal of kunststof, en ontworpen zonder bereikbare punten, zodat de ratten in de kooi 1 10 verhinderd worden om door de kap 14 naar het filter 7 te knagen. Het bovendeel 9 is eveneens geperforeerd, waarbij het meerdere luchtdoorlaten 62 over zijn oppervlak heeft, zodat lucht door het bovendeel 9 in het kooibenedendeel 3 kan komen. Het bovenoppervlak van het bovendeel 9 omvat een reeks van dwarsstaven 41 om het filter 7 op 15 een afstand van de gaten te houden, waardoor het filter 7 wordt weggehouden van de dieren in de kooi. De dwarsbalken 41 verdelen het oppervlak van het bovendeel 9 in meerdere gebieden 42.In a particular embodiment, the top portion 9 is dimensioned and shaped to cover and effectively seal the top end 16 of the cage lower portion 3. The upper part 9 is formed of a resilient material, for example stainless steel or plastic, and designed without accessible points, so that the rats in the cage 1 are prevented from gnawing through the hood 14 towards the filter 7. The upper part 9 is also perforated, it having a plurality of air passages 62 over its surface, so that air can pass through the upper part 9 into the cage lower part 3. The top surface of the upper part 9 comprises a series of cross bars 41 to keep the filter 7 at a distance from the holes, thereby keeping the filter 7 away from the animals in the cage. The crossbars 41 divide the surface of the upper part 9 into several areas 42.

Tegenover de dwarsbalken 41 bevinden zich op het benedenop-pervlak van het bovendeel 9 een aantal opneemdelen 19. Zoals te zien 20 is in fig. 3 zijn de opneemdelen 19 zodanig gedimensioneerd en gevormd, dat wanneer het bovendeel 9 op het kooibenedendeel 3, dat de voedingsinrichting 23 bevat, geplaatst is, de lip 17 in het opneemdeel 19 dat naast lip 17 ligt, is gebracht, waardoor een barrière wordt gevormd naar de steunen 52 en 52' van de voedingsinrichting 23. Op 25 deze wijze worden de de ratten in het kooibenedendeel 3 door de lip 17 gehinderd om zich vanaf de bovenkant toegang te verschaffen tot het voedsel of het water in de steun 52. Het verhindert het dier eveneens de toegang tot de lip 17, waardoor het knagen aan de lip 17 zelf verhinderd wordt. Dit zorgt er eveneens voor dat de voedingsinrichting 30 23 op de juiste wijze in het kooibenedendeel 3 geplaatst wordt voordat de kooi 1 gesloten wordt door de kap 14, omdat het bovendeel 9 niet goed op het kooibenedendeel 3 zal liggen tenzij de lip 17 in het opneemdeel 19 past.Opposite the crossbars 41, on the lower surface of the upper part 9, a number of receiving parts 19. As can be seen in Fig. 3, the receiving parts 19 are dimensioned and shaped such that when the upper part 9 is on the cage lower part 3, the feeding device 23 is placed, the lip 17 is inserted into the receptacle 19 adjacent to lip 17, thereby forming a barrier to the supports 52 and 52 'of the feeding device 23. In this way, the rats in the cage lower portion 3 is hindered by the lip 17 from accessing the food or water in the support 52 from the top. It also prevents the animal from accessing the lip 17, thereby preventing gnawing of the lip 17 itself. This also ensures that the feeding device 23 is properly placed in the cage lower part 3 before the cage 1 is closed by the hood 14, because the upper part 9 will not lie properly on the cage lower part 3 unless the lip 17 is in the receiving part 19 fits.

Langs de omtrek van het bovendeel 9 bevindt zich een naar 35 beneden lopende rand 18. Op de rand 18 en vanaf het bovendeel 9 uitstekend, bevinden zich meerdere doordrukkingen 11. Vanaf de naar beneden lopende rand 18 strekt zich langs de omtrek van het bovendeel 9 een horizontale flens 20 uit. Vanaf de flens 20 loopt er een mantel 1014882 10 10 naar beneden. Wanneer het bovendeel 9 op het kooibenedendeel 3 geplaatst is, ligt de flens 20 vlak aan op de omtrekslip 8 van het kooibenedendeel 3 waardoor de hoeveelheid lucht die vanaf de omtrek van het bovendeel 9 naar buiten stroomt, geminimaliseerd wordt en 5 aldus de lucht die door het filter 7 stroomt gemaximaliseerd wordt.Along the periphery of the upper part 9 there is a downwardly extending edge 18. On the edge 18 and protruding from the upper part 9 there are several push-throughs 11. From the downwardly running edge 18 extends along the circumference of the upper part 9 a horizontal flange 20. A casing 1014882 10 10 descends from the flange 20. When the upper part 9 is placed on the cage lower part 3, the flange 20 lies flat on the circumferential lip 8 of the cage lower part 3, thereby minimizing the amount of air flowing out from the periphery of the upper part 9 and thus the air flowing through the filter 7 flows is maximized.

Bovendien vormt het bovendeel 9 een afdichting met het kooibenedendeel 3 langs de gehele omtrek van het kooibenedendeel 3, omdat de flensen 39, 39' van de voedingsinrichting 23 in de uitsparing 35, 35' geplaatst zijn en in één vlak liggen met de omtrekslip 8. Bovendien 10 verbetert de mantel 10, die zich uitstrekt langs de rand 4 de afdichting tussen het bovendeel 9 en het kooibenedendeel 3 door een kronkelig pad te vormen voor de luchtstroom tussen het inwendige van de kooi 1 en de buitenzijde, waardoor lucht verhinderd wordt om de kooi 1 op dit verbindingspunt binnen te treden of te verlaten. In een 15 bepaalde uitvoeringsvorm kan een additioneel afdichtelement, bijvoorbeeld uit siliconen of rubber materiaal, aangebracht worden op de flens 20 en/of de omtrekslip 8 waardoor een O-ring type afdichting wordt verschaft die de luchtdoorlaat via deze route verder beperkt.Moreover, the upper part 9 forms a seal with the cage lower part 3 along the entire circumference of the cage lower part 3, because the flanges 39, 39 'of the feeding device 23 are placed in the recess 35, 35' and are flush with the peripheral lip 8. In addition, the jacket 10, which extends along the edge 4, improves the seal between the upper part 9 and the cage lower part 3 by forming a serpentine path for the air flow between the interior of the cage 1 and the outside, thereby preventing air from entering the enter or exit cage 1 at this junction. In a particular embodiment, an additional sealing element, for example of silicone or rubber material, can be applied to the flange 20 and / or the circumferential lip 8, thereby providing an O-ring type seal that further restricts air passage through this route.

Het filter 7 is bovenop op het bovendeel 9 geplaatst en wordt 20 ondersteund door de dwarsstaven 41, op afstand van de gebieden 42 om het contact met de ratten te voorkomen. De filterhouder 5 is bovenop het filter 7 geplaatst en is gedimensioneerd en gevormd om het gehele filter 7 te bedekken. De filterhouder 5 is eveneens geperforeerd, met gaten 64 over zijn gehele oppervlak waardoor lucht door het filter 7 25 kan stromen. Uitstekend vanaf het bodemoppervlak van de filterhouder 5 en zich uitstrekkend rondom het benedenoppervlak van de filterhouder 5 bevindt zich een rail 6. Wanneer de filterhouder 5 is aangebracht op het filter 7, drukt de rail 6 het filter 7 tegen het bovenoppervlak van het bovendeel 9, waardoor het filter 7 op zijn plaats vastgezet 30 wordt en wordt voorkomen dat lucht langs het filter in een willekeurige richting weglekt.The filter 7 is placed on top of the top part 9 and is supported by the cross bars 41, spaced from the areas 42 to prevent contact with the rats. The filter holder 5 is placed on top of the filter 7 and is sized and shaped to cover the entire filter 7. The filter holder 5 is also perforated, with holes 64 over its entire surface through which air can flow through the filter 7. Projecting from the bottom surface of the filter holder 5 and extending around the bottom surface of the filter holder 5, there is a rail 6. When the filter holder 5 is mounted on the filter 7, the rail 6 presses the filter 7 against the top surface of the upper part 9, thereby securing the filter 7 in place and preventing air from leaking past the filter in any direction.

Een naar beneden lopende rand 54 strekt zich uit vanaf de buitenomtrek van de filcerhouder 5. In de rand 54 van de filterhouder 5 zijn meerdere vensters 13 gevormd. De vensters 13 zijn zo 35 gedimensioneerd en gepositioneerd dat wanneer de filterhouder 5 bovenop het filter 7 wordt aangebracht, de vensters 13 de doordrukkingen 11 van het bovendeel 9 opnemen, waardoor de filterhouder 5 op het bovendeel 9 wordt vastgezet. Op deze wijze 1014882 11 vormen de filterhouder 5, het filter 7 en het bovendeel 9 van de kap 14 een eendelige constructie.A downwardly extending rim 54 extends from the outer periphery of the filcer holder 5. A plurality of windows 13 are formed in the rim 54 of the filter holder 5. The windows 13 are dimensioned and positioned such that when the filter holder 5 is placed on top of the filter 7, the windows 13 receive the depressions 11 of the upper part 9, whereby the filter holder 5 is fixed on the upper part 9. In this way, the filter holder 5, the filter 7 and the upper part 9 of the cap 14 form a one-piece construction.

Het bovendeel 9 kan van kunststof gemaakt zijn. Om te voorkomen dat het dier het bovendeel 9 bereikt, zijn de luchtdoorlaten 62 5 afgerond om een glad gekromd oppervlak te verkrijgen dat naar het dier toe is gekeerd. De doorlaten 62 zijn eveneens gedimensioneerd om te voorkomen dat de neus, de klauwen of de tanden van het dier het filter bereiken.The top part 9 can be made of plastic. To prevent the animal from reaching the upper part 9, the air passages 62 are rounded to obtain a smooth curved surface that faces the animal. The passages 62 are also dimensioned to prevent the animal's nose, claws or teeth from reaching the filter.

Er wordt nu verwezen naar de fig. 11 en 12, waarin een 10 geventileerd kooi- en reksysteem wordt getoond, dat in het algemeen is aangeduid met 210, voor het ondersteunen van de kooien 1, die vervaardigd zijn volgens de uitvinding. Het systeem 210 omvat een rek 212. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het rek 212 een dubbelzijdig rek waarbij elke zijde symmetrisch is ten opzichte van de andere en alleen 15 de voorzijde wordt beschreven voor het analysegemak. Het geventileerde kooi- en reksysteem 210 omvat een open rek 212 met een linkerzijwand 211 en een rechterzijwand 213, een bovendeel 215, en een bodem 217. Tussen het bovendeel 215 en de bodem 217 zijn meerdere stijlen 219 evenwijdig geplaatst. De verticale stijlen 219 zijn bij voorkeur smal 20 en kunnen wanden omvatten die zich in hoofdzaak vanaf de voorzijde van het rek 212 naar de achterzijde van het rek 212 uitstrekken, of kunnen elk twee verticale elementen omvatten, één aan of dichtbij de voorzijde van het rek 212 en de andere aan of dichtbij de achterzijde van het rek 212 (fig. 12).Reference is now made to Figures 11 and 12, which show a ventilated cage and rack system, generally designated 210, for supporting the cages 1 made in accordance with the invention. The system 210 includes a rack 212. In a preferred embodiment, the rack 212 is a double-sided rack with each side symmetrical to the other and only the front being described for ease of analysis. The ventilated cage and rack system 210 includes an open rack 212 with a left side wall 211 and a right side wall 213, an upper part 215, and a bottom 217. Between the top part 215 and the bottom 217, a plurality of posts 219 are placed in parallel. The vertical posts 219 are preferably narrow 20 and may include walls that extend substantially from the front of the rack 212 to the rear of the rack 212, or may each include two vertical members, one on or near the front of the rack 212 and the other at or near the rear of rack 212 (Fig. 12).

25 In het rek 212 kunnen meerdere rattenkooien 1 geplaatst worden.Several rat cages 1 can be placed in rack 212.

Elke kooi is in het rek 212 gepositioneerd door een overkapping, die in het algemeen is aangeduid met 230. Iedere overkapping 230 schermt een kooi 1 onder een overkapping 230 af. Dientengevolge is elke overkapping gevormd en gepositioneerd om in hoofdzaak het bovendeel 9 30 van de kooi 1 te omgeven terwijl een kleine tussenruimte h tussen het bovendeel 9 en de overkapping 230 gehandhaafd blijft. Perforaties 243 zijn naast elke overkapping 230 geplaatst. De tussenruimte h zou voldoende moeten zijn om de beweging van de gassen tussen de overkapping 230 en het bovendeel 9 mogelijk te maken, en in een 35 bepaalde uitvoeringsvorm is de tussenruimte h 3/16 - M inch (0,48 - 0,64 cm). De overkapping 230 profileert de kap 14, waarbij bij voorkeur een strakke passing tegen de zijwand van het benedendeel 3 1014882 12 van de kooi 1 wordt gecreêrd. De achterzijde van de overkapping 23 0 raakt de luchtuitlaatruimte 242.Each cage is positioned in rack 212 by a canopy, which is generally designated 230. Each canopy 230 shields a cage 1 under a canopy 230. As a result, each canopy is formed and positioned to substantially surround the top portion 9 of the cage 1 while maintaining a small gap h between the top portion 9 and the canopy 230. Perforations 243 are placed next to each canopy 230. The spacing h should be sufficient to allow the movement of the gases between the canopy 230 and the top 9, and in a particular embodiment, the spacing h is 3/16 - M inches (0.48 - 0.64 cm ). The canopy 230 profiles the hood 14, preferably creating a tight fit against the side wall of the lower portion 3 1014882 12 of the cage 1. The rear of the canopy 230 touches the air outlet space 242.

De overkappingen 230 zijn in evenwijdige kolommen in het rek 212 geplaatst tussen elk paar naast elkaar staande stijlen 219, of tussen 5 de linkerzijwand 211 en een aangrenzende stijl 219, of tussen de rechterzijwand 213 en een aangrenzende stijl 219. Elke overkapping 230 ondersteunt een eerste kooi la boven de overkapping 230 in het rek 212, en omgeeft de filterkap 14 van een tweede kooi lb onder de overkapping 230 in het rek 212. Het benedendeel 3 van de eerste kooi 10 la rust bovenop de overeenkomstige overkapping 230. Vanzelfsprekend ondersteunen die overkappingen die in de bovenrij van het rek 212 geplaatst zijn geen kooi 1 boven zich, en die kooien 1 die in de onderste rij van het rek 12 geplaatst zijn, worden bij voorkeur ondersteund door de bodem 217 van het rek 212. Wanneer hij in het rek 15 geplaatst is, staat elke kooi via een kooikoppeling in verbinding met luchtoevoerruimte 248. Dergelijke kooikoppelingen 249 zijn bekend uit de stand van de techniek en worden getoond in bijvoorbeeld US octrooischriften nos. 4.989.545 en 5.042.429 ten name van Lab Products, Ine. De luchttoevoerruimten 248 kunnen eveneens waterkleppen 20 255 omvatten voor het verschaffen van een voorraad water aan de kooien 1 via de kooikoppeling 249, zoals eveneens bekend is in de stand van de techniek. De overkappingen 230 worden bij voorkeur vervaardigd uit een lichtgewicht transparant materiaal dat in hoofdzaak stijf is, zoals heldere kunststof. Dergelijke heldere kunststof overkappingen 25 verschaffen een verbeterde zichtbaarheid van de kooien l in het reksysteem 210 en verminderen het totale gewicht van het reksysteem 210.The covers 230 are placed in parallel columns in the rack 212 between each pair of side-by-side posts 219, or between the left side wall 211 and an adjacent post 219, or between the right side wall 213 and an adjacent post 219. Each cover 230 supports a first cage 1a above the canopy 230 in the rack 212, and surrounds the filter hood 14 of a second cage 1b below the canopy 230 in the rack 212. The lower part 3 of the first cage 10a rests on top of the corresponding canopy 230. Obviously, those shelters support placed in the top row of the rack 212 with no cage 1 above it, and those cages 1 placed in the bottom row of the rack 12 are preferably supported by the bottom 217 of the rack 212. When in the rack 15, each cage is in communication with air supply space 248 via a cage coupling. Such cage couplings 249 are known in the art and are shown in bi for example US patents nos. 4,989,545 and 5,042,429 to Lab Products, Ine. The air supply spaces 248 may also include water valves 20 255 for supplying a supply of water to the cages 1 through the cage coupling 249, as is also known in the art. The covers 230 are preferably made of a lightweight transparent material that is substantially rigid, such as clear plastic. Such clear plastic covers 25 provide improved visibility of the cages 1 in the rack system 210 and reduce the overall weight of the rack system 210.

Elke overkapping 230 wordt bij voorkeur aangebracht aan de luchtruimte 242 aan de achterzijde en aan de twee stijlen 219 aan de 30 voorzijde van het rek 212. De perforaties 243 zijn aangebracht in een gebied, dat bepaald is door de overkapping 230, om lucht in tussenruimte h te verwijderen. Elke stijl 219 omvat bij voorkeur een verticale τ-balk, met een eerste vlak dat in hoofdzaak evenwijdig aan de inbrengrichting van een kooi 1 in het rek 212 geplaatst is, en een 35 tweede vlak dat in hoofdzaak loodrecht op de inbrengrichting geplaatst is. Om de horizontale kooidichtheid binnen het rek 212 te maximaliseren, wordt het eerste vlak van de stijl 219 bij voorkeur zo smal mogelijk gemaakt terwijl hij nog steeds structurele ondersteuning 10 14 8 8 2 13 voor het rek 212 levert. Door het aanbrengen van een dergelijk gekerfde T-balk stijl 219 aan elke zijde van de overkapping 230, kan de overkapping 230 aan beide zijden van de voorzijde van het rek 212 ondersteund worden. Andere middelen voor het verschaffen van de 5 ondersteuning van de stijlen 219 zijn in beschouwing genomen door de uitvinding. Een gekerfde L-stijl 219 zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden, waardoor slechts aan één zijde van de overkapping 230 ondersteuning wordt verschaft door het rek, of de overkappingen 230 zouden vastgeschroefd kunnen worden aan een plat verticaal paneel dat 10 evenwijdig aan de kooi-inbrengrichting geplaatst is en dat zich uitstrekt van de bovenzijde tot de bodem van het rek 212. Het rek 212 is voorzien van wielen 235 voor mobiliteit.Each canopy 230 is preferably fitted to the air space 242 at the rear and to the two posts 219 at the front of the rack 212. The perforations 243 are disposed in an area defined by the canopy 230 to provide air in-between h. Each post 219 preferably includes a vertical τ beam, with a first face positioned substantially parallel to the insertion direction of a cage 1 in the rack 212, and a second face positioned substantially perpendicular to the insertion direction. To maximize horizontal cage density within rack 212, the first face of post 219 is preferably made as narrow as possible while still providing structural support for rack 212. By applying such a notched T-bar post 219 on each side of the canopy 230, the canopy 230 can be supported on both sides of the front of the rack 212. Other means of providing support to the posts 219 have been contemplated by the invention. For example, a notched L-pillar 219 could be used, providing support on only one side of the canopy 230 by the rack, or the canopies 230 could be bolted to a flat vertical panel positioned parallel to the cage insertion direction. and that extends from the top to the bottom of the rack 212. The rack 212 includes wheels 235 for mobility.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het rek 212 een breedte W van 86,25 inch (219,08 cm), een diepte D van 32,5 inch (82,55 cm) en 15 een hoogte H van 29,875 inch (75,88 cm) . Een beperking van het rek is dat het door een standaarddeur zou moeten passen. Om dit resultaat te bereiken kan de hoogte van het rek niet groter zijn dan 80 inch (203,2 cm) en de diepte van het rek, met kooien gestapeld aan elke zijde, wanneer het een dubbelzijdig rek betreft, kan niet groter zijn dan 36 20 inch (91,44 cm). In een voorkeursuitvoeringsvorm ondersteunt rek 212 honderdentwaalf kooien 1. Omdat de kooien een vloeroppervlak tussen 80 inch (516,13 cm2) en 140 inch (903,22 cm2) hebben, kunnen zij een minimum van twee ratten per kooi voor een totaal van 224 ratten van tussen de 300 en 400 gram bevatten. Op dezelfde wijze kunnen tenminste 25 vijf muizen van maximaal 25 gram ondergebracht worden per kooi hetgeen resulteert in 560 muizen voor het gehele rek. Dit is in vergelijking met vooraf bekende rateenheden die een breedte van 85,063 inch (216,06 cm), een diepte van 26,375 inch (66,99 cm) en een hoogte van 65,062 inch (165,26 cm) hadden en die slechts 3640 vierkante inch (903,22 30 cm2) kooien bevatten. Het plaatsen van drie ratten in elk van de reeds bekende kooien resulteerde in 108 ratten. Dientengevolge is het aantal ratten dat ondergebracht is in het onderhavige rek een toename van 107% ten opzichte van het aantal ratten dat ondergebracht is in reeds bekende eenheden, zonder een overeenkomstige toename in rekoppervlak. 35 Tegelijkertijd is de vermindering van het aantal muizen dat is ondergebracht in een rattenkooi van het type dat hier getoond is in vergelijking met het rek dat specifiek ontworpen is voor muizen een 1014882 14 vermindering van 20%. Dientengevolge is het rendement van het totale reksysteem voor het onderbrengen van zowel muizen als ratten vergroot.In a preferred embodiment, the rack 212 has a width W of 86.25 inches (219.08 cm), a depth D of 32.5 inches (82.55 cm), and a height H of 29.875 inches (75.88 cm) . A limitation of the rack is that it should fit through a standard door. To achieve this result, the height of the rack cannot exceed 80 inches (203.2 cm) and the depth of the rack, with cages stacked on each side, when it is a double-sided rack, cannot exceed 36 20 inches (91.44 cm). In a preferred embodiment, rack 212 supports one hundred and twelve cages 1. Because the cages have a floor space between 80 inches (516.13 cm2) and 140 inches (903.22 cm2), they can accommodate a minimum of two rats per cage for a total of 224 rats of between 300 and 400 grams. Likewise, at least 25 five mice of up to 25 grams can be housed per cage, resulting in 560 mice for the entire rack. This is in comparison to previously known rat units which had a width of 85.063 inches (216.06 cm), a depth of 26.375 inches (66.99 cm) and a height of 65.062 inches (165.26 cm) and which had only 3640 square inch (903.22 × 30 cm2) cages. Placing three rats in each of the previously known cages resulted in 108 rats. As a result, the number of rats housed in the present rack is an increase of 107% over the number of rats housed in already known units, without a corresponding increase in stretch area. At the same time, the reduction in the number of mice housed in a rat cage of the type shown here compared to the rack specifically designed for mice is a 1014882 14 reduction of 20%. As a result, the efficiency of the total rack system for accommodating both mice and rats has been increased.

Nu wordt verwezen naar de figuren 7-10. Een slot 15 is aangebracht op de mantel 10 van het bovendeel 9. Het slot 15 omvat een 5 kanaalvormig slothuis 55 dat aan de mantel 10 is bevestigd. Een slotveer 47 die aangebracht is in het huis 55, omvat een visueel alarmdeel 45 waarop een visueel alarm 46, een afsluitdeel 48, een spandeel 50 en een voorspandeel 65 is aangebracht. De slotveer 47 is zodanig in het huis 55 geplaatst dat het voorspandeel 65 aan het 10 midden van het huis 55 grenst. De slotveer 47 is aan het huis 55 bevestigd door het afsluitdeel 48 te verbinden met de achterwand van het huis 55 onder gebruikmaking van iedere geschikte techniek, zoals lassen of lijmen. In een bepaalde uitvoeringsvorm is de slotveer vervaardigd uit een hard veerkrachtig materiaal zoals een metaalstrip, 15 en is zodanig gevormd dat het visueel alarmdeel 45 en het spandeel 50 op afstand gehouden worden van de achterwand van het huis 55. In het midden van het huis 55 is een scharnier 57 aangebracht. De slotveer 47 is voldoende lang, zodat het voorspandeel 65 zich uitstrekt tot een punt tussen het scharnier 57 en de achterwand van het huis 55.Reference is now made to Figures 7-10. A lock 15 is provided on the casing 10 of the upper part 9. The lock 15 comprises a channel-shaped lock housing 55 which is attached to the casing 10. A lock spring 47 disposed in the housing 55 includes a visual alarm portion 45 on which a visual alarm 46, a closure portion 48, a tensioning portion 50 and a biasing portion 65 are provided. The lock spring 47 is placed in the housing 55 such that the preload portion 65 abuts the center of the housing 55. The lock spring 47 is attached to the housing 55 by connecting the closure member 48 to the rear wall of the housing 55 using any suitable technique, such as welding or gluing. In a particular embodiment, the lock spring is made of a hard resilient material such as a metal strip, 15 and is formed such that the visual alarm portion 45 and the span portion 50 are spaced from the rear wall of the housing 55. In the center of the housing 55 a hinge 57 is provided. The lock spring 47 is sufficiently long that the biasing portion 65 extends to a point between the hinge 57 and the rear wall of the housing 55.

20 Een grendelstang 53 is in het huis 55 geplaatst en omvat een arm 59 en een gekromd gedeelte 61 aan een einde van de arm 59. De grendelstang 53 is draaibaar aangebracht op het scharnier 57 aan een einde van de arm 59 dat zich naast het gekromde gedeelte 61 bevindt.A locking bar 53 is placed in the housing 55 and includes an arm 59 and a curved portion 61 at one end of the arm 59. The locking bar 53 is rotatably mounted on the hinge 57 at one end of the arm 59 that is adjacent to the curved section 61.

De grendelstang 53 is voldoende lang zodat een gedeelte van de arm 59 25 buiten het huis 55 uitsteekt wanneer het slot 15 ofwel in de vergrendelde of onvergrendelde stand staat zodat de grendelstang 53 eenvoudig gegrepen en gedraaid kan worden. Een slotflens 49 strekt zich horizontaal uit vanaf een onderrand van het gekromde gedeelte 61 van de grendelstang 53.The locking bar 53 is sufficiently long that a portion of the arm 59 projects beyond the housing 55 when the lock 15 is in either the locked or unlocked position so that the locking bar 53 can be easily gripped and rotated. A lock flange 49 extends horizontally from a bottom edge of the curved portion 61 of the locking bar 53.

30 Wanneer de grendelstang 53 van de grendelveer 47 is weggedraaid, is de slotflens 49 van het kooibenedendeel 3 afgekeerd en het slot 15 is in de onvergrendelde stand. In deze stand is het voorspandeel 65 voorgespannen tegen het deel van de grendelstang 53 naast het scharnier 57, waardoor het de grendelstang 53 belet om naar de 35 grendelveer 47 toe te draaien en het slot 15 in de onvergrendelde stand houdt. In de onvergrendelde stand, ligt het visuele alarm 45, bij voorkeur een gemakkelijk zichtbaar deel zoals een geel label, vrij, daarmee aangevend dat het slot 15 onvergrendeld is.When the locking bar 53 of the locking spring 47 is turned away, the lock flange 49 is turned away from the cage lower part 3 and the lock 15 is in the unlocked position. In this position, the biasing portion 65 is biased against the portion of the locking bar 53 adjacent to the hinge 57, preventing the locking bar 53 from turning toward the locking spring 47 and holding the lock 15 in the unlocked position. In the unlocked position, the visual alarm 45, preferably an easily visible part such as a yellow label, is exposed, indicating that the lock 15 is unlocked.

1014882 151014882 15

Wanneer de grendelstang 53 naar de grendelveer 47 is gedraaid, is de slotflens 49 in een inkeping 51 gebracht die in het kooibenedendeel 3 is geplaatst, waardoor het bovendeel 9 op het kooibenedendeel 3 is vastgezet. In de vergrendelde stand is het 5 voorspandeel 65 voorgespannen tegen het gekromde deel 61 van de grendelstang 53 op een punt dat verticaal naast de slotflens 49 ligt, waardoor het de grendelstang 53 belet om weg te draaien van de slotveer 47 en het slot 15 in de vergrendelde stand houdt. Bovendien zijn de vergrendelde kooien 1 gemakkelijk te onderscheiden van de 10 onvergrendelde kooien 1, omdat de grendelstang 53 het visuele alarm 45 bedekt wanneer de grendelstang 53 naar de grendelveer 4 7 toe in de vergrendelde stand is gedraaid.When the locking bar 53 is turned towards the locking spring 47, the lock flange 49 is inserted into a notch 51 which is placed in the cage lower part 3, whereby the upper part 9 is fixed on the cage lower part 3. In the locked position, the biasing portion 65 is biased against the curved portion 61 of the locking bar 53 at a point vertically adjacent to the lock flange 49, preventing the locking bar 53 from turning away from the lock spring 47 and the lock 15 in the locked position. In addition, the locked cages 1 are easily distinguishable from the unlocked cages 1, because the locking bar 53 covers the visual alarm 45 when the locking bar 53 is rotated toward the locking spring 47 in the locked position.

De rattenkooi 1 die is vervaardigd volgens de onderhavige uitvinding, biedt vele voordelen boven de kooien die bekend zijn uit 15 de stand van de techniek. Ten eerste kan kooi 1 gebruikt worden voor muizen, ratten, hamsters en cavia's, terwijl aan de ILAR richtlijnen wordt voldaan, omdat de afmetingen van het kooibenedendeel 3 optimaal gekozen zijn zodat hij een oppervlak heeft van in hoofdzaak tussen de 80 en 140 vierkante inch {516,13 cm2 en 903,44 cm2). Door een univer-20 sele kooigrootte te verschaffen, wordt de noodzaak van het opslaan en managen van kooien met verschillende groottes en rekken met verschillende groottes om de verschillende kooigroottes te ondersteunen, geëlimineerd. Bovendien is de opslag en het onderhoud van de voedingsinrichting 23 voor een groot deel vereenvoudigd, omdat 25 de voedingsinrichting 23 modulair is en aanpasbaar door ofwel de waterflessteun 31 ofwel de voedselhouder 37 op te klikken, zoals nodig om de verschillende eetvereisten van de verschillende studies en ratten te ondersteunen.The rat cage 1 made according to the present invention offers many advantages over the cages known from the prior art. First, cage 1 can be used for mice, rats, hamsters and guinea pigs, while the ILAR guidelines are met, as the dimensions of the cage leg portion 3 are optimally chosen to have a surface area of substantially between 80 and 140 square inches { 516.13 cm2 and 903.44 cm2). By providing a universal cage size, the need to store and manage cages of different sizes and racks of different sizes to support the different cage sizes is eliminated. In addition, the storage and maintenance of the feeding device 23 has been greatly simplified, since the feeding device 23 is modular and adaptable by clicking either the water bottle support 31 or the food container 37, as needed to accommodate the different eating requirements of the different studies and support rats.

De duurzaamheid en betrouwbaarheid van de kooi 1 volgens de 30 onderhavige uitvinding is eveneens verbeterd. Eveneens belet de afgeronde lip 17, die zich uitstrekt vanaf de voedingsinrichting 23, die is opgenomen door het opneemdeel 19 van het bovendeel 9, de ratten om plaats te nemen en om het voedsel in de voedingsinrichting 23 van boven te bereiken. Door de steunen 52, 52' van de voedingsinrichting 35 23 af te ronden, worden de aangrijpingspunten op de voedingsinrichting geëlimineerd. Verder wordt het de ratten belet om door de bodem van de voedingsinrichting 23 te knagen door ofwel de waterflessteun 31 ofwel de voedselhouder 37, die beiden gemaakt zijn van roestvrijstaal, aan 1014882 16 te brengen. Ook zullen de ratten niet in staat zijn om door de kap 14 te knagen door het bovendeel 9 uit roestvrij staal te vormen, of de doorgangen 62 af te ronden. Als laatste zullen door het slot 43 op de trap 14 aan te brengen, de ratten die ondergebracht zijn in het 5 kooibenedendeel 3 niet in staat zijn om de kap 14 te verplaatsen en te ont snappen.The durability and reliability of the cage 1 according to the present invention is also improved. Likewise, the rounded lip 17, which extends from the feeding device 23, which is received by the receiving part 19 of the upper part 9, prevents the rats from taking place and reaching the food in the feeding device 23 from above. By rounding the supports 52, 52 'of the power supply device 23, the points of engagement on the power supply device are eliminated. Furthermore, the rats are prevented from gnawing through the bottom of the feeding device 23 by bringing either the water bottle support 31 or the food container 37, both made of stainless steel, to 101488216. Also, the rats will not be able to gnaw through the hood 14 by forming the stainless steel top 9 or rounding the passages 62. Finally, by arranging the lock 43 on the stairs 14, the rats housed in the cage leg portion 3 will not be able to move and escape the hood 14.

Verder is de ventilatie van de kooi voor een groot deel verbeterd door het traliedeksel dat gebruikt werd in kooien volgens de stand van de techniek, te verwijderen en door het verminderen van het 10 Venturi effect erin. Ook vormt de kap 14 een verbeterde afdichting met het kooibenedendeel 3 die verhindert dat lucht door deze aansluiting stroomt en meer lucht door het filter 7 dwingt, omdat de flenzen 39, 39' in één vlak aangebracht zijn in de uitsparingen 35 respectievelijk 35' van de voedingsinrichting. Daarbij is de afdichting verder verbe-15 terd en de ventilatie door het filter 7 vergroot, door een afdichtelement, zoals rubber of siliconen, langs de aansluiting van het bovendeel 9 op het kooibenedendeel 3 aan te brengen.Furthermore, the ventilation of the cage has been greatly improved by removing the grating cover used in prior art cages and by reducing the Venturi effect therein. Also, the cap 14 forms an improved seal with the cage lower part 3 which prevents air from flowing through this connection and forces more air through the filter 7, because the flanges 39, 39 'are arranged in one plane in the recesses 35 and 35' of the feeding device. The seal is further improved and the ventilation through the filter 7 is increased by arranging a sealing element, such as rubber or silicone, along the connection of the upper part 9 to the cage lower part 3.

De kooi 1 die vervaardigd is volgens de onderhavige uitvinding, is eveneens eenvoudiger te gebruiken dan de reeds bekende kooien. 20 Allereerst is de zichtbaarheid van de ratten in het kooibenedendeel 3 verbeterd, omdat het kooibenedendeel 3 vervaardigd is uit een transparant materiaal. Ook is de zichtbaarheid en toegang tot de dieren verbeterd door de voedingsinrichting 23 aan de achterzijde van het kooibenedendeel 3 in te brengen. Verder is de inspectie van het 25 voedsel en waterniveau in de voedingsinrichting 23 vergemakkelijkt zonder de kap 14 te hoeven verwijderen, omdat de delen 52, 52' van de voedingsinrichting 23 geconstrueerd zijn uit heldere kusntstof. Door de waterfles te ondersteunen in een in hoofdzaak verticale positie, komt niet alleen in hoofdzaak alle vloeistof uit de fles, maar de fles 30 gebruikt ook minder kooivolume dan wanneer hij onder een hoek geplaatst zou zijn. Ook is het inbrengen en verwijderen van de waterfles 21 van het deel 52 vereenvoudigd door de gebruikmaking van een waterfles 21 met daarin gevormde uitsparingen 25, waardoor de stap van gescheiden verwijderen en opzij zetten van de deksel geëlimineerd 35 wordt. Daarbij kunnen omdat de kap 14 als een eendelige constructie gevormd is, het bovendeel 9, het filter 7 en de filterhouder 5 als één stuk van het kooibenedendeel 3 verwijderd worden, waardoor de toegang tot het inwendige van het kooibenedendeel 3 vergemakkelijkt wordt.The cage 1 manufactured according to the present invention is also easier to use than the already known cages. First of all, the visibility of the rats in the cage leg part 3 has been improved, because the cage leg part 3 is made of a transparent material. Visibility and access to the animals has also been improved by inserting the feeding device 23 at the rear of the cage leg part 3. Furthermore, inspection of the food and water level in the feeding device 23 is facilitated without having to remove the cap 14, because the parts 52, 52 'of the feeding device 23 are constructed of clear plastics. By supporting the water bottle in a substantially vertical position, not only does substantially all of the liquid come out of the bottle, but the bottle 30 also uses less cage volume than if it were angled. Also, the insertion and removal of the water bottle 21 from the portion 52 has been simplified by using a water bottle 21 with recesses 25 formed therein, thereby eliminating the step of separating and setting aside the lid. In addition, since the cap 14 is formed as a one-piece construction, the upper part 9, the filter 7 and the filter holder 5 can be removed as one piece from the cage lower part 3, thereby facilitating access to the interior of the cage lower part 3.

1014882 171014882 17

Verder kan het filter 7 geïnspecteerd en verwisseld worden, terwijl de ratten veilig in het kooibenedendeel 3 opgesloten blijven, omdat de filterhouder 5 van het bovendeel 9 verwijderd kan worden terwijl het bovendeel 9 nog steeds op het kooibenedendeel 3 vastzit. Als laatste 5 vereenvoudigt het visuele alarm 45 van het slot 15 de bepaling van welke kooien 1 in de onvergrendelde stand staan.Furthermore, the filter 7 can be inspected and changed, while the rats remain securely confined in the cage lower part 3, because the filter holder 5 can be removed from the upper part 9 while the upper part 9 is still attached to the cage lower part 3. Finally, the visual alarm 45 of the lock 15 simplifies the determination of which cages 1 are in the unlocked position.

Nu wordt er verwezen naar de fig. 13-16 waarin een tweede uitvoeringsvorm van de kooi getoond wordt, waarbij dezelfde nummers worden gebruikt voor soortgelijke constucties, waarbij het grootste 10 verschil tussen deze uitvoeringsvorm en de vorige uitvoeringsvorm is dat de filterkap geconstrueerd is als een vierdelige constructie met een bovendeel, een houder die bovenop het bovendeel geplaatst is, een filter dat daartussen geklemd is, en een schild dat aan een binnenop-pervlak van het bovendeel is vastgemaakt.Reference is now made to Figs. 13-16 showing a second embodiment of the cage, using the same numbers for similar constructions, the main difference between this embodiment and the previous embodiment being that the filter cap is constructed as a four-piece construction with an upper part, a holder placed on top of the upper part, a filter clamped therebetween, and a shield attached to an inner surface of the upper part.

15 In het bijzonder omvat de kap 200 een houder 210, een bovendeel 220, een filter 240 daartussen geplaatst, en een schild 250 dat aan de binnenzijde van het bovendeel 220 bevestigd is. Het bovendeel 220 is opnieuw bij voorkeur gevormd uit heldere kunststof die in hoofdzaak star is, maar wat een geringe graad van buiging toelaat wanneer er 20 torsiekrachten op aangebracht worden. Het bovendeel 220 heeft een geperforeerde bovenwand 222 met perforaties 224 die een rooster vormen. Respectieve tegenover elkaar liggende zijwanden 226 hangen in hoofdzaak loodrecht aan de bovenwand 222. Het oppervlak dat gevormd wordt op het bovendeel 22 0 om de kap 200 op het kooibenedendeel 3 te 25 laten rusten, omvat een ononderbroken zijwaartse omtrekflens 238 die zich in hoofdzaak loodrecht naar buiten uitstrekt vanaf de zijwanden 226. Een ononderbroken flens 230 hangt aan de zijwaartse omtrekflens 238 om de open bovenzijde 16 van het kooibenedendeel 3 te omsluiten. Ribben 237 (fig. 13) strekken zich uit vanaf de flens 230 om het 30 opstapelen van de kap 200 mogelijk te maken. Verder strekken de ribben 232, 234 zich vanaf de bovenwand 222 uit en in een voorkeuruitvoeringsvorm omlijsten zij het rooster dat gevormd wordt door de perforaties 224. Een gat 236 is aangebracht door de bovenwand 222 en is gedimensioneerd om een klinknagel 238 op te nemen.In particular, the cap 200 includes a container 210, an upper part 220, a filter 240 interposed therebetween, and a shield 250 mounted on the inside of the upper part 220. The upper part 220 is again preferably formed from clear plastic which is substantially rigid, but which allows a small degree of bending when 20 torsional forces are applied to it. The top 220 has a perforated top wall 222 with perforations 224 forming a grid. Respective opposed side walls 226 are suspended substantially perpendicular to the top wall 222. The surface formed on the upper portion 22 to rest the cap 200 on the cage lower portion 3 includes a continuous lateral circumferential flange 238 extending substantially perpendicular to extends outwardly from the side walls 226. A continuous flange 230 hangs from the lateral peripheral flange 238 to enclose the open top 16 of the cage lower portion 3. Ribs 237 (Fig. 13) extend from flange 230 to allow stacking of hood 200. Furthermore, the ribs 232, 234 extend from the top wall 222 and in a preferred embodiment frame the grid formed by the perforations 224. A hole 236 is formed through the top wall 222 and sized to receive a rivet 238.

35 Zoals getoond in de figuren 15 en 16, ligt de flens 230 op afstand van de lip 8 van het kooibenedendeel 3 en omsluit dit en hangt erover heen. Dus het bovendeel 220 kan niet onbedoeld losraken van het kooibenedendeel 3 en moet opgetild worden om verwijderd te worden. Ook 1014882 18 moet opgemerkt worden dat de speling tussen de flens 230 en de lip 8 slechts een kleine beweging van de kap 200 op het kooibenedendeel 3 toe zou moeten staan. De omtrekflens 230 steekt echter bij voorkeur voldoende zijwaarts uit om in aanraking te blijven met de lip 8, 5 ondanks enige zijwaartse beweging van de kap 200 ten opzichte van het kooibenedendeel 3, waardoor de eenheid van de "petrieschaal" configuratie tussen de kap 200 en het kooibenedendeel 3 behouden blijft.As shown in Figs. 15 and 16, the flange 230 is spaced from the lip 8 of the cage lower portion 3 and encloses and hangs over it. Thus, the upper part 220 cannot accidentally detach from the cage lower part 3 and must be lifted to be removed. It should also be noted that the clearance between the flange 230 and the lip 8 should allow only a small movement of the cap 200 on the cage lower portion 3. However, the peripheral flange 230 preferably protrudes sideways enough to remain in contact with the lip 8, 5 despite some lateral movement of the cap 200 relative to the cage lower portion 3, thus allowing the unit of the "petri scale" configuration between the cap 200 and the cage leg part 3 is retained.

De filterhouder 210 is bij voorkeur gevormd uit materiaal dat dezelfde eigenschappen heeft als dat van het bovendeel 220 dat hierbo-10 ven beschreven is, maar met een verschillende starheid. De filterhouder 210 houdt een luchtfilter 240 losmaakbaar en vast op het bovenoppervlak van bovenwand 222. De filterhouder 210 omvat een in hoofdzaak geperforeerde bovenwand 212. De bovenwand 212 omvat een in hoofdzaak rechthoekig randdeel 214. Een buitenrand van het randdeel 15 214 is verbonden met integraal gevormde zijwanden 216 die er vanaf naar beneden lopen en die ononderbroken vanaf de bovenwand 212 uitsteken, en die strak op de zijwanden 226 van bovendeel 220 passen, zoals getoond in fig. 15 en 16. Een zijwaartse omtrekflens 218 strekt zich vanaf de zijwand 216 uit. De ribben 219 strekken zich vanaf de 20 respectieve hoeken van de filterhouder 210 uit en verschaffen constructieve eenheid. Daarbij dienen de ribben 219 als stapelge-leidingen voor het plaatsen van opeenvolgende houders of zelfs opeenvolgende kappen.The filter holder 210 is preferably formed from a material having the same properties as that of the top 220 described above, but with different rigidity. The filter holder 210 detaches and holds an air filter 240 on the top surface of top wall 222. The filter holder 210 includes a generally perforated top wall 212. The top wall 212 includes a generally rectangular edge portion 214. An outer edge of the edge portion 214 is connected to integral shaped sidewalls 216 that run downwardly and protrude uninterruptedly from the top wall 212, and which fit snugly to the sidewalls 226 of top 220 as shown in Figs. 15 and 16. A side peripheral flange 218 extends from the side wall 216 . The ribs 219 extend from the respective corners of the filter holder 210 and provide structural unity. The ribs 219 serve as stacking guides for placing successive containers or even successive caps.

Drie ribben 213, 215, 217 met tussenruimten strekken zich vanaf 25 een bodemoppervlak van de bovenwand 212 onder de richel 214 uit en nemen daarin de ribben 232, 234 van de bovenwand 222 van het bovendeel 220 op.Three spaced ribs 213, 215, 217 extend from a bottom surface of the top wall 212 below the ridge 214 to receive the ribs 232, 234 of the top wall 222 of the top 220.

Een schild 250 heeft een bovenwand 252 met perforaties 254 erin. Een zijwand 256 loopt vanaf de bovenwand 250 onder een in hoofdzaak 30 rechte hoek naar beneden. Een flens 258 strekt zich onder een hoek vanaf de zijwand 256 uit. Af stands stukken 260 zijn in de zijwand 256 gevormd en de kuiltjes 262 zijn in flens 258 gevormd. Een gat 264 is door de bovenwand 252 heen aangebracht en komt overeen met een positie op de bovenwand 252 om zichzelf in één lijn te plaatsen met het gat 35 236 door de bovenwand 222 wanneer het schild 250 in het bovendeel 220 geplaatst is.A shield 250 has a top wall 252 with perforations 254 therein. A side wall 256 extends from the top wall 250 at a substantially right angle. A flange 258 extends at an angle from the side wall 256. Spacers 260 are formed in side wall 256 and dimples 262 are formed in flange 258. A hole 264 is formed through the top wall 252 and corresponds to a position on the top wall 252 to align itself with the hole 236 through the top wall 222 when the shield 250 is placed in the top 220.

Een klinknagel 238 strekt zich door gaten 236, 264 uit om het schild 250 aan de onderzijde van de bovenwand 222 van het bovendeel 1 0 1 4 8 8 2 19 220 vast te zetten. De afstandsstukken 256 en de kuiltjes 260 komen in aanraking met de zijwanden 226 respectievelijk de flens 238 om samen te werken met de klinknagel 238 om het schild 250 binnen het bovendeel 220 va$t te houden op een vaste afstand die geringe of geen enkele 5 speling tussen de twee toelaat. De flens 258 strekt zich over een afstand uit om doeltreffend de toegang naar de plaats waar de flens 238 op de lip 8 van het kooibenedendeel rust, te verhinderen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het schild 250 gemaakt van roestvrij staal, maar mag ook gemaakt zijn van hetzelfde kunststof materiaal als het 10 bovendeel 220 of de filterhouder 210.A rivet 238 extends through holes 236, 264 to secure the shield 250 to the underside of the top wall 222 of the top 1 0 1 4 8 8 2 19 220. The spacers 256 and the dimples 260 contact the side walls 226 and flange 238, respectively, to cooperate with the rivet 238 to hold the shield 250 within the top 220 of a fixed distance that is little or no play between the two. The flange 258 extends a distance to effectively prevent access to where the flange 238 rests on the lip 8 of the cage lower portion. In a preferred embodiment, the shield 250 is made of stainless steel, but may also be made of the same plastic material as the top 220 or the filter holder 210.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het filter 240 een dun vel van gesponnen en gebonden polyester van het type dat door DuPont wordt verkocht onder het handelsmerk REEMAY 2024. Een filterdikte van tussen de 11 en 13 milli-inch (0,28 en 0,33 mm) is adequaat gevonden voor een 15 filter dat een oppervlak heeft dat bij benadering equivalent is aan de bovenwand 222 van het bovendeel 220. Het luchtfilter 240 is aangebracht op het bovenoppervlak van het filterbovendeel 220 en wordt op zijn plaats gehouden door de filterhouder 210 op een wijze die nu beschreven zal worden. REEMAY 2024 wordt alleen als voorbeeld gebruikt 20 en ieder filtermedium dat tenminste haar eigenschappen heeft of gelijkwaardige eigenschappen mag gebruikt worden.In a preferred embodiment, the filter 240 is a thin sheet of spun and bonded polyester of the type sold by DuPont under the trademark REEMAY 2024. A filter thickness of between 11 and 13 milli-inches (0.28 and 0.33 mm) has been found adequate for a filter having a surface approximately equivalent to the top wall 222 of the top part 220. The air filter 240 is mounted on the top surface of the filter top part 220 and is held in place by the filter holder 210 in a manner which will now be described. REEMAY 2024 is used as an example only 20 and any filter media that has at least its properties or equivalent properties may be used.

Om de kap 200 samen te bouwen, wordt het luchtfilter 240 tegen het onderoppervlak van de bovenwand 212 van de filterhouder 210 ' geplaatst. Daarna wordt het bovendeel 220 in de filterhouder 210 25 geplaatst en de ribben 213, 215, 217 zijn in aangrijping met de ribben 232, 234 hetgeen ervoor dient om het filter 240 stevig op zijn plaats tegen het bovenoppervlak van de bovenwand 222 te houden. De bovenwand 212 van de filterhouder 210 is voorzien van perforaties 209, die bij voorkeur in hoofdzaak even groot zijn en in één lijn liggen met de 30 perforaties 224 in de bovenwand 222 van het bovendeel 220, wanneer de filterhouder 210 is aangebracht bovenop het bovendeel 220. Het rooster van de bovenwand 222 van het bovendeel 22 0 dient ervoor om het doorzakken van het luchtfilter 240 tegen te gaan en houdt, terwijl de filterhouder 210 het filter 240 stevig vasthoudt, het luchtfilter 240 35 op zijn plaats tegen het bovenoppervlak van de bovenwand 222.To assemble the hood 200, the air filter 240 is placed against the bottom surface of the top wall 212 of the filter holder 210 '. Thereafter, the upper part 220 is placed in the filter holder 210 and the ribs 213, 215, 217 engage with the ribs 232, 234 which serves to hold the filter 240 firmly in place against the top surface of the top wall 222. The top wall 212 of the filter holder 210 is provided with perforations 209, which are preferably substantially the same size and aligned with the perforations 224 in the top wall 222 of the upper part 220, when the filter holder 210 is mounted on top of the upper part 220 The grille of the top wall 222 of the top part 22 serves to prevent the air filter 240 from sagging and, while the filter holder 210 holds the filter 240 firmly, holds the air filter 240 in place against the top surface of the top wall 222.

In de samengebouwde kap 200 ligt de geperforeerde bovenwand 212 over het filter 240 om het filter te beschermen tegen beschadiging tijdens de behandeling, en voorkomt de beweging of het kromtrekken 1 0 1 4 88 2 20 ervan. Het filter 240 ligt vlak tegen de geperforeerde bovenwand 222 van het bovendeel 220 aan, dat het luchtfilter 240 in zijn aangebrachte positie ondersteunt en beschermt. Het schild 250 dat permanent aan de bovenwand 220 is vastgemaakt voorkomt het bereiken door de dieren 5 van de bovenwand 222 en beschermt verder het filter van onderen. Verder kan het aanraken van het filter met de vingers de filterstevigheid vernietigen, en daarom voorkomen de geperforeerde wanden aan elke zijde van het filter de aanraking van het filter door de technicus tijdens de behandeling en het voorkomt eveneens het 10 aanraken van het filter door de dieren, waardoor de noodzaak voor traliedeksels vermeden wordt en het bruikbare volume van de kooi vergroot wordt.In the assembled hood 200, the perforated top wall 212 overlies the filter 240 to protect the filter from damage during treatment and prevent its movement or warping. The filter 240 rests flush against the perforated top wall 222 of the top 220, which supports and protects the air filter 240 in its mounted position. The shield 250 permanently attached to the top wall 220 prevents the animals from reaching the top wall 222 and further protects the filter from below. Furthermore, touching the filter with the fingers can destroy the filter firmness, therefore the perforated walls on each side of the filter prevent the touch of the filter by the technician during the treatment and it also prevents the animals from touching the filter thereby avoiding the need for lattice covers and increasing the usable volume of the cage.

De filterhouder 210 wordt op zijn plaats gehouden door middel van kleine uitstekende delen of doordrukkingen 227 die integraal zijn 15 gevormd op het buitenoppervlak van de zijwanden 226 van het bovendeel 220. Op dezelfde wijze worden openingen of sleuven 211 in de zijwanden 216 van de filterhouder 210 gevormd, die zijn geplaatst en gedimensioneerd om nauwsluitend de doordrukkingen 227 op te nemen wanneer de filterhouder 210 op het bovendeel 220 is aangebracht. In 20 een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen de doordrukkingen aan het binnenoppervlak van de zijwand 216 van de filterhouder 210 gevormd worden, terwijl de sleuven 211 in de zijwanden 226 van het filterbovendeel 220 gevormd kunnen worden. Het is eveneens mogelijk om de filterhouder 210 te dimensioneren om op het bovendeel 220 25 vastgehouden te worden door een trekpassing.The filter holder 210 is held in place by small projections or depressions 227 integrally formed on the outer surface of the side walls 226 of the top 220. Similarly, openings or slots 211 are made in the side walls 216 of the filter holder 210 which are positioned and dimensioned to tightly receive the depressions 227 when the filter holder 210 is mounted on the top 220. In an alternative embodiment, the depressions on the inner surface of the side wall 216 of the filter holder 210 can be formed, while the slots 211 can be formed in the side walls 226 of the filter top part 220. It is also possible to dimension the filter holder 210 to be held on the top part 220 by a pull fit.

Door een kap te verschaffen die het filter tussen het kooibovendeel en een filterhouder klemt, is het filter beschermd tegen schadelijk contact. Verder zijn het kooibovendeel en het filter beschermd tegen de dieren, die er in ondergebracht zijn, door een 30 schild onder het kooibovendeel aan te brengen. Verder wordt door het schild aan het bovendeel vast te maken en een tussenruimte te laten tussen het schild en het bovendeel, een in een autoclaaf te behandelen bovenconstructie verschaft die bescherming geeft aan het bovendeel en geen demontage en hermontage vereist tijdens het gebruik of voor het 3 5 in een autoclaaf behandelen. De ruimte die tussen het schild en de kooi gevormd is, maakt een verbeterd wassen van de gehele inrichting mogelijk, omdat de ruimte de opeenhoping van resten reduceert en waterpenetratie tijdens het schoonmaakproces mogelijk maakt. De 1014882 21 kuiltjes maken eveneens mogelijk dat het schild uitsteekt naar een oppervlak naast de plaats waar de kooi en het filterbovendeel samenkomen, wanneer het filterbovendeel op de kooi is geplaatst. Dit maakt mogelijk dat het schild de kooilip, de kooi/bovendeel 5 verbindingsgebieden, en het uitsparingsgebied voor de voedsel/waterlevering, dat de voedingsinrichting niet bevat, te beschermen. Door het schildverbindingsstuk als een roestvrijstalen semi-buisvormige klinknagel uit te voeren, verschaft het een zekere toestand zonder uitzonderlijke druk uit te oefenen die barsten zou 10 veroorzaken als gevolg van verschillende materiaalkrimpen tijdens het autoclaafbehandelingsproces.By providing a cap that clamps the filter between the cage top and a filter holder, the filter is protected from harmful contact. Furthermore, the cage top and filter are protected from the animals housed therein by arranging a shield under the cage top. Furthermore, by securing the shield to the top portion and leaving a gap between the shield and the top portion, an autoclaved superstructure provides protection to the top portion and does not require disassembly and reassembly during use or before 5 autoclave. The space formed between the shield and the cage allows for improved washing of the entire device, as the space reduces residue build-up and allows water penetration during the cleaning process. The 1014882 21 dimples also allow the shield to protrude to a surface adjacent to where the cage and filter top meet, when the filter top is placed on the cage. This allows the shield to protect the cage lip, the cage / top 5 connection areas, and the food / water supply recess area that does not contain the feeding device. By designing the shield connector as a stainless steel semi-tubular rivet, it provides a certain condition without exerting exceptional pressure that would cause cracking due to different material shrinkage during the autoclave treatment process.

Aldus kan worden gezien dat de eerder beschreven doelen, en die welke blijken uit de voorgaande beschrijving, doeltreffend worden bereikt en omdat bepaalde veranderingen in de bovengenoemde 15 constructie mogen worden aangebracht zonder van de geest en de omvang van de uitvinding af te wijken, is het de bedoeling dat alle materie die in de voorgaande beschrijving is beschreven en in de bijgaande tekening is getoond dient te worden genterpreteerd als niet beperkend.Thus, it can be seen that the previously described objects, and those apparent from the foregoing description, are effectively achieved, and since certain changes may be made to the above construction without departing from the spirit and scope of the invention, it is the intention that all matter described in the foregoing description and shown in the accompanying drawing is to be construed as non-limiting.

Ook moet worden begrepen dat de hiernavolgende conclusies 20 bedoeld zijn om alle generieke en specifieke kenmerken van de uitvinding, die hier beschreven is, en alle stellingen over de omvang van de uitvinding, waarvan als een kwestie van taal gezegd zou kunnen worden dat zij er tussen vallen, te dekken.It is also to be understood that the following claims are intended to cover all of the generic and specific features of the invention described herein, and any claims regarding the scope of the invention, which could be said as a matter of language between fall, cover.

10148821014882

Claims (3)

1. Knaagdierkooi, omvattende: 5 een kooibenedendeel met meerdere zijwanden die één geheel vormen, een bodem en een open boveneinde, en een omtrekslip die zich ononderbroken uitstrekt rondom het boveneinde; en een kap die gedimensioneerd is en de afmetingen heeft om op het boveneinde te rusten; 10 een slot dat is aangebracht op de kap of op het kooibenedendeel, voor het naar keuze vergrendelen van de kap op het kooibenedendeel.A rodent cage, comprising: a cage leg portion having a plurality of unitary side walls, a bottom and an open top end, and a circumferential lip that extends continuously around the top end; and a hood that is sized and sized to rest on the top end; 10 a lock mounted on the hood or on the cage lower portion for optionally locking the hood on the cage lower portion. 2. Knaagdierkooi volgens conclusie 1, waarbij het slot verder een huis omvat dat is aangebracht op de kap of op het kooibenedendeel, en een vergrendelstang, waarbij de vergrendelstang draaibaar is vanuit 15 een onvergrendelde stand naar een vergrendelde stand.A rodent cage according to claim 1, wherein the lock further comprises a housing mounted on the hood or on the cage lower portion, and a locking bar, the locking bar being rotatable from an unlocked position to a locked position. 3. Knaagdierkooi volgens conclusie 2, verder omvattende een visueel alarm dat is aangebracht op het slot zodat, wanneer het slot zich in de onvergrende1de stand bevindt, het visuele alarm zichtbaar is en wanneer het slot zich in de vergrendelde stand bevindt, het visuele 20 alarm niet zichtbaar is. 1014882Rodent cage according to claim 2, further comprising a visual alarm mounted on the lock so that, when the lock is in the unlocked position, the visual alarm is visible and when the lock is in the locked position, the visual alarm is not visible. 1014882
NL1014882A 1998-06-26 2000-04-10 A rodent cage and feeding assembly NL1014882C2 (en)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US09/326,846 US6227146B1 (en) 1998-06-26 1999-06-07 Filter top for rodent cage
FR9907621A FR2781640B1 (en) 1998-06-26 1999-06-16 CAGE FOR MULTIPLE SPECIES RODENTS
DE19927493A DE19927493A1 (en) 1998-06-26 1999-06-16 A rodent cage and feeding assembly
FR9912554A FR2783671B1 (en) 1998-06-26 1999-10-08 CAGE BOTTOM FOR MULTIPLE SPECIES RODENTS
FR9912552A FR2783673B1 (en) 1998-06-26 1999-10-08 WATER BOTTLE FOR PROVIDING WATER TO RODENTS OF MULTIPLE SPECIES
FR9912553A FR2783672B1 (en) 1998-06-26 1999-10-08 SUPPLY ASSEMBLY FOR A CAGE FOR MULTIPLE SPECIES RODENTS
NL1014882A NL1014882C2 (en) 1998-06-26 2000-04-10 A rodent cage and feeding assembly
PCT/US2000/015458 WO2000074473A2 (en) 1999-06-07 2000-06-05 Filter top for rodent cage

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US10638998 1998-06-26
US09/106,389 US6041741A (en) 1998-06-26 1998-06-26 Multispecies rodent cage
US17313498 1998-10-15
US09/173,134 US7451723B1 (en) 1998-06-26 1998-10-15 Multipurpose rat cage
US32684699 1999-06-07
US09/326,846 US6227146B1 (en) 1998-06-26 1999-06-07 Filter top for rodent cage
NL1014882A NL1014882C2 (en) 1998-06-26 2000-04-10 A rodent cage and feeding assembly
NL1014882 2000-04-10

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1014882A1 NL1014882A1 (en) 2000-05-04
NL1014882C2 true NL1014882C2 (en) 2000-10-26

Family

ID=27483709

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014882A NL1014882C2 (en) 1998-06-26 2000-04-10 A rodent cage and feeding assembly

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1014882C2 (en)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1014882A1 (en) 2000-05-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1012303C2 (en) Cage for various rodents.
CA2625601C (en) Multispecies rodent cage
US6041741A (en) Multispecies rodent cage
JP5992459B2 (en) Filter top for rodents
NL1014882C2 (en) A rodent cage and feeding assembly
NL1014880C2 (en) A rodent cage and feeding assembly
NL1014879C2 (en) A rodent cage and feeding assembly
NL1014881C2 (en) A rodent cage and feeding assembly
WO2003009676A2 (en) Animal cage assembly and combination water bottle holder and feeder
GB2342840A (en) A lock for a rodent cage, including a visual alert
AU5323600A (en) Filter top for rodent cage
WO2000074473A2 (en) Filter top for rodent cage
GB2386816A (en) Animal Cage Feeder Assembly

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20000620

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120101