NL1014270C2 - Opzetbare doos. - Google Patents

Opzetbare doos. Download PDF

Info

Publication number
NL1014270C2
NL1014270C2 NL1014270A NL1014270A NL1014270C2 NL 1014270 C2 NL1014270 C2 NL 1014270C2 NL 1014270 A NL1014270 A NL 1014270A NL 1014270 A NL1014270 A NL 1014270A NL 1014270 C2 NL1014270 C2 NL 1014270C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
walls
box
upright walls
pair
upright
Prior art date
Application number
NL1014270A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Leonardus Van Roon
Original Assignee
Smurfit Solidpack B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smurfit Solidpack B V filed Critical Smurfit Solidpack B V
Priority to NL1014270A priority Critical patent/NL1014270C2/nl
Priority to EP01200350A priority patent/EP1122177A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1014270C2 publication Critical patent/NL1014270C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/20Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body, e.g. of tray-like form
    • B65D5/24Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body, e.g. of tray-like form with adjacent sides interconnected by gusset folds
    • B65D5/248Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body, e.g. of tray-like form with adjacent sides interconnected by gusset folds and at least one side being extended and doubled-over to enclose the adjacent gusset flaps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/20Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body, e.g. of tray-like form
    • B65D5/2004Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body, e.g. of tray-like form the container body having hollow side-walls
    • B65D5/2009Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper by folding-up portions connected to a central panel from all sides to form a container body, e.g. of tray-like form the container body having hollow side-walls all formed by folding extensions of the side walls

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cartons (AREA)

Description

Opzetbare' doos
De uitvinding heeft betrekking op een opzetbare doos, in het bijzonder een doos van cellulose materiaal, zoals karton, voor vervoer van voedingsmiddelen.
Door de ontwikkeling van geschikte kartonsoorten 5 is het sinds enige tijd mogelijk om voedselprodukten, zoals fruit, in kartonnen dozen te vervoeren. Het materiaal en/of de constructie van de doos is voldoende sterk om bij uit het voedsel tredend vocht (zoals bij tomaten) voldoende sterkte te behouden.
10 Gewoonlijk worden de dozen uit een plano ge maakt, die op machines in een kartonnagefabriek gelijmd en opgezet wordt tot een kant en klare doos, die vervolgens per as naar de tuinder/voedselfabriek vervoert wordt. De opgezette dozen nemen echter tijdens transport een groot 15 volume in, zodat het haalbare gewicht per rit laag is.
Een oplossing hiervoor bracht de zogenoemde paraatdoos, welke doos· onder meer onderwerp is van de Europese octrooiaanvrage 0.109.116. Deze doos bezit diagonale vouwlijnen in twee tegenoverliggende wanden, en kan 20 daardoor volledig in elkaar gelijmd worden in de kartonnagefabriek, maar in platgevouwen, ingeklapte toestand naar de tuinder en dergelijke vervoerd worden. De paraatdoos bezit enkelwandige wanden, al dan niet bestaande uit twee lagen tegen elkaar gelijmd massief karton.
25 De vergrote kennis inzake de mogelijkheden van karton heeft het ook mogelijk gemaakt voedselprodukten in dozen te verpakken, die onderhevig zijn aan bederf en 101 4270, 2 daardoor gekoeld moeten worden. Een voorbeeld hiervan is vis.
Vis werd gewoonlijk vervoerd in polystyreen bakken, die sterk genoeg zijn voor het dragen van de 5 vissen en het houden van water afkomstig van conserve-ringsijs en van de vissen. Een nadeel van deze bakken is echter dat zij niet recyclebaar zijn en -net als de hierboven besproken oude kartonnen dozen- leeg en vol hetzelfde transportvolume innemen.
10 Inmiddels zijn er ook dubbelwandige dozen van karton waarin vis vervoerd en verkocht kan worden. Deze dozen kunnen wel gerecycled worden, maar zijn echter reeds in de kartonfabriek opgezet, zodat hieraan nog het volume-bezwaar kleeft.
15 Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen. Hiertoe wordt, vanuit een aspect, een doos van cellulosemateriaal, in het bijzonder karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodem-paneel met een paar eerste, tegenover elkaar gelegen 20 randen en een paar tweede, tegenover elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste opstaande wanden en twee via een vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede opstaande wanden, waarbij de eerste en de tweede opstaande wanden elk twee 25 wandpanelen omvatten, die op afstand van elkaar gelegen zijn om een holle wandruimte daartussen te bepalen, waarbij de eerste opstaande wanden op neerklapbare wijze en middels een lijmverbinding bevestigd zijn aan het bodem-paneel en de tweede opstaande wanden bevestigd zijn aan de 30 rest van de doos door ineengrijping van op de tweede opstaande wanden voorziene tweede koppelmiddelen en op de rest van de doos voorziene eerste koppelmiddelen, waarbij de eerste en tweede koppelmiddelen zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde van de opstaande wanden werkzaam 35 zijn.
Aldus wordt een in platte toestand vervoerbare dubbelwandige doos verschaft, die voor een groot deel 101 42711 3 gereed is door voorafaangebrachte (lijm)verbindingen, maar kan de uiteindelijke vormgeving van de doos geschieden bij de afnemer van de doos, vlak voorafgaande aan het vullen van de doos, door het met elkaar in ineengrijping brengen 5 van de koppelmiddelen, waarbij geen lijmhandeling behoeft te worden verricht en niettemin een stabiel doos verkregen wordt.
Bij voorkeur zijn de eerste koppelmiddelen voorzien aan de eerste opstaande wanden, waarmee de op-10 staande wanden elkaar in opstaande stand kunnen vasthouden .
Bij voorkeur zijn de eerste opstaande wanden daarbij voorzien van einddelen, die naar buiten toe aanliggen tegen delen van de tweede opstaande wanden en 15 voorzien zijn van eerste koppelmiddelen, waardoor de tweede opstaande wanden naar buiten toe worden tegengehouden.
Wanneer althans een deel van de eerste koppelmiddelen voorzien zijn aan einddelen van de eerste op-20 staande wanden die in de holle wandruimte van de tweede opstaande wanden reiken wordt de gladheid van het oppervlak van de doos zoveel mogelijk intact gelaten.
Bij voorkeur zijn de tweede koppelmiddelen althans deels gevormd aan aan de buitenste van de wandpa-25 nelen van de tweede opstaande wanden voorziene, daarmee via een vouwlijn verbonden tweede bevestigingsstroken, waarbij de tweede bevestigingsstroken deel uitmaken van de tweede koppelmiddelen. De tweede bevestigingsstroken vormen een makkelijk aangrijppunt voor de persoon die de 3 0 doos opzet.
Bij voorkeur zijn de tweede koppelmiddelen althans deels gevormd door de binnenste wandpanelen van de tweede opstaande wanden, waarbij eerste koppelmiddelen achter die binnenste wandpanelen grijpen. Dit kan op 35 constructief gemakkelijke wijze bereikt worden indien de achter de binnenste tweede wandpanelen grijpende eerste koppelmiddelen gevormd zijn aan de einden van een boven- 101 4270, 4 liggende langsbrugstrook van de eerste opstaande wanden.
Bij voorkeur grijpen de eerste koppelmiddelen in de tweede opstaande wanden. Hiermee wordt een stabiele hoekopsluiting verkregen, waarbij de tweede opstaande 5 wanden om de einddelen van de eerste opstaande wanden grijpen.
Volgens een verdere ontwikkeling zijn de buitenste van de wandpanelen van de eerste opstaande wanden voorzien van eerste, daarmee via een vouwlijn verbonden 10 bevestigingsstroken, waarbij de eerste bevestigingsstroken behalve voor wat betreft hun einden gelijmd zijn op het onderoppervlak van het bodempaneel, waarbij de tweede bevestigingsstroken in een insteekruimte tussen de einden van eerste langsbevestigingsstroken en het bodempaneel 15 gestoken zijn.
Bij voorkeur vormen de koppelmiddelen een haak- of snapverbinding, die losmaakbaar kan zijn om de doos na » gebruik in een platte toestand te kunnen brengen, zodat deze weinig ruimte inneemt in het transport naar de plaats 20 van verpakking of naar het papierinzamelingsbedrijf.
Bij voorkeur is een deel van de haak- of snapverbinding voorzien aan de einden van de tweede bevestigingsstroken, nabij de vouwlijn daarvan, het is daarbij voordelig indien althans een deel van de haak- of snapver-25 binding voorzien is aan binnen de holle ruimte van de tweede opstaande wanden reikende einddelen van de eerste opstaande wanden.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een doos van cellulosemateriaal, in het bijzonder karton, 30 in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodempaneel met een paar eerste, tegenover elkaar gelegen randen en een paar tweede, tegenover elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste opstaande wanden en twee via een vouwlijn 35 met de tweede randen verbonden tweede opstaande wanden, waarbij de eerste en de tweede opstaande wanden elk twee wandpanelen omvatten, die op afstand van elkaar gelegen ή η · ! 'J i -n·: i l 5 zijn om een holle wandruimte daartussen te bepalen, waarbij de binnenste wandpanelen van de eerste en tweede opstaande wanden via de voornoemde vouwlijnen verbonden zijn met het bodempaneel en de buitenste wandpanelen 5 daarvan voorzien zijn van bevestigingsstroken die aan de onderzijde van het bodempaneel reiken.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een doos van cellulosemateriaal, zoals karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodem-10 paneel met een paar eerste, tegenover elkaar gelegen randen en een paar tweede, tegenover elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste opstaande wanden en twee via een vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede opstaande wanden, 15 waarbij de eerste en de tweede opstaande wanden elk twee wandpanelen omvatten, die op afstand van elkaar gelegen zijn om een holle wandruimte daartussen te bepalen, waarbij de buitenste van de wandpanelen van de eerste en de tweede opstaande wanden voorzien zijn van eerste respec-20 tievelijk tweede, daarmee via een vouwlijn verbonden langsbevestigingsstroken, waarbij de eerste opstaande wanden naar buiten toe om gevouwen zijn en waarbij zij met hun langsbevestigingsstroken aan de rest van de doos zijn vastgelegd en de tweede opstaande wanden boven en onder op 25 mechanische wijze, middels tot het karton van de doos behorende middelen, verbonden zijn met de rest van de doos.
Bij voorkeur zijn de aangrenzende binnenste van de wandpanelen van de eerste en de tweede opstaande wanden 30 met elkaar verbonden zijn middels een hoekstuk, dat diagonaal dubbel gevouwen is en in een van de holle wandruimtes opgenomen is. De hoek tussen beide wanden wordt daarmee verstevigd en de onderlinge positie van de beide wanden is daarmee in verhoogde mate beheersbaar. Het 35 diagonaal gevouwen hoekstuk kan op voordelige wijze in de holle wandruimte van de tweede wanden gestoken zijn. Bij het opzetten van de tweede wanden kunnen deze eenvoudig, 1 01 4270 6 in een doorgaande beweging, om de hoekstukken geslagen worden.
Bij voorkeur zijn de buitenste wandpanelen van de eerste opstaande wanden en/of van de tweede opstaande 5 wanden voorzien van een einddeel, dat binnen de holle wandruimte van een aangrenzende opstaande wand gestoken is, teneinde het hoekgebied te versterken. Het is daarbij voordelig indien het einddeel los, bij voorkeur klemmend in de genoemde holle wandruimte gestoken is.
10 Bij voorkeur zijn de aan elkaar grenzende op staande wanden met elkaar op losmaakbare wijze verbonden.
Indien nodig kan verdere versterking van het hoekgebied worden verkregen indien de buitenste wandpanelen van de eerste opstaande wanden en/of van de tweede 15 opstaande wanden voorzien zijn van een einddeel, dat tegen het betreffende wandpaneel omgeslagen is en daaraan bij voorkeur gelijmd is.
De neerklapbaarheid van de eerste wanden wordt bevorderd indien de eerste bevestigingsstroken de holle 20 wandruimten van de eerste opstaande wanden neerwaarts begrenzen. De eerste bevestigingsstroken liggen aldus tegen het onderoppervlak van het bodempaneel, zodat de . bevestiging buiten het bereik van het voedselprodukt eventueel water/vocht gelegen is, zodat de sterkte behou-25 den blijft.
Indien de tweede langsbevestigingsstroken de holle wandruimten van de tweede opstaande wanden neerwaarts begrenzen blijft de overgang tussen bodempaneel en tweede wand aan de binnenzijde van de doos gesloten.
30 Bij voorkeur reiken de eerste langsbevestigings stroken met ongelijmde einden over de tweede langsbevestigingsstroken, om deze door klemming samenwerking met het bodempaneel vast te houden.
Indien het niet gewenst is dat water in de doos 35 kan blijven staan kunnen drainagegaten op afstand van de hoeken van het bodempaneel voorzien zijn, waardoor het water ook gericht en eventueel beheerst afgevoerd ' kan .,1 O -J J ^ "7 ip.
" ' .1 \ :’f i':, i 7 worden.
Indien de eerste wanden langer zijn dan de tweede wanden kan de doos over zijn grootste lengte vooraf van een lijmverbinding worden voorzien, hetgeen gunstig is 5 met het oog op de sterkte.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een ingeklapte of neergeklapte toestand, die kennelijk geschikt is om zonder gebruikmaking verbindingshulpmidde-len zoals lijm of nieten en dergelijke omgezet te worden 10 tot een doos.
Vanuit nog een verder aspect verschaft de uitvinding een ingeklapte, voor gebruik op te richten doos van cellulosemateriaal, zoals karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodempaneel met 15 een paar eerste, tegenover elkaar gelegen randen en een paar tweede, tegenovèr elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste, naar buiten reikende, liggende wanden en twee via een vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede, naar buiten 20 reikende, liggende wanden, waarbij de eerste wanden in doorsnede door vier panelen bepaald worden, met twee wandpanelen, een verbindingsstrook tussen de langsbuiten-randen van die panelen, en een langsbevestigingsstrook waarmee het onderste wandpaneel bevestigd is aan het 25 onderoppervlak van het bodempaneel, waarbij de tweede wanden tenminste twee wandpanelen omvatten en een met de buitenste van die panelen vouwbaar verbonden langsbevestigingsstrook, die vrij is van het bodempaneel en die voorzien is van tweede koppelmiddelen voor koppelaangrij-30 ping met op afstand gelegen eerste koppelmiddelen op de rest van de doos, in het bijzonder de eerste opstaande wanden.
Een dergelijke platte doos is geschikt om in stapels vervoerd te worden naar de voedselproducent, zoals 35 een visafslag, en aldaar door werknemers opgezet te worden om daarna gevuld te worden met het voedselprodukt.
Bij voorkeur' zijn de einden van de aan het 1 01 4270 8 onderoppervlak bevestigde langsbevestigingsstroken los om een inklemruimte te bepalen voor de einden van de langsbe-vestigingsstrook van de tweede wanden.
Vanuit nog een verder aspect voorziet de uitvin-5 ding in een werkwij ze voor het verpakken van voedsel dat binnen een bepaald temperatuurbereik gehouden moet worden, zoals vis, waarbij de doos een rechthoekig bodempaneel en twee paar daarvan opstaande, dubbele of holle wanden omvat, waarbij een eerste paar tegenoverliggende wanden 10 een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede bezit en met een daarmee verbonden bevestigingsstrook gehecht wordt aan het bodempaneel en in een naar buiten neergeklapte toestand, in een vlak met het bodempaneel wordt gehouden en het tweede paar tegenoverliggende wanden eveneens in een naar 15 buiten neergeklapte toestand, in een vlak met het bodempaneel wordt gehouden, enkel via een vouwlijn verbonden met het bodempaneel, waarbij de dozen in deze platte toestand van de kartonnagefabriek in stapels vervoerd worden naar de voedselfabriek of groothandel om daar 20 verpakt te worden, waartoe de verpakker het eerste paar wanden omhoog zwenkt en vervolgens het tweede paar wanden in een opgerichte stand brengt onder het middels ineengrijping van tot dit paar wanden behorende beves-tigingsdelen met bodempaneel en/of eerste paar wanden 25 vastleggen van de opgerichte stand van het tweede paar wanden, waarna de doos gevuld wordt met het voedsel en met meerdere dozen vervoerd wordt naar de groothandel of detailhandel.
Bij voorkeur wordt daarbij gebruik gemaakt van 30 een doos waarvan de bij de hoeken gelegen eindranden van het eerste paar wanden en/of het tweede paar wanden voorzien zijn van einddelen, en waarbij tijdens het oprichten van het tweede paar wanden de einddelen van het eerste paar danwel het tweede paar wanden in de holle wandruimte 35 van respectievelijk het tweede danwel het eerste paar wanden gestoken wordt, om een hoekverbinding tussen aangrenzende, opgerichte wanden te vormen.
ί Ü I 4 ;·: c’ ^ 9
Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van einddelen die een geheel vormen met de direct met het bodempaneel verbonden wanddelen van beide paren wanden, waarbij deze einddelen bij het oprichten van de doos diagonaal gevouwen 5 worden en in een van de aangrenzende holle wandruimtes worden gestoken.
Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van beves-tigingsdelen die tot het buitenste wandpaneel van het tweede paar wanden behoren, welke bevestigingsdelen in 10 steekverbinding worden gebracht met daarmee samenwerkende houddelen aan de rest van de doos.
De dozen kunnen na verkoop van het voedsel weer in de neergeklapte toestand gebracht worden door het losmaken van het andere paar wanden en dit neer te klap-15 pen, en vervolgens ook het ene paar wanden neer te klappen, waarna meerdere neergeklapte dozen vervoerd worden naar een verzamelpunt voor oud papier voor hergebruik.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand ,van de in de bijbehorende figuren weergegeven voorbeeld-20 uitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een plano van een voorbeelduitvoering van de doos volgens de uitvinding;
Figuur 2 de doos vervaardigd met de plano van figuur 1, in omgekeerde, neergeklapte toestand, met ge-25 deeltelijk weggebroken delen;
Figuur 3A een bovenaanzicht op een hoekgebied van de doos van figuur 2, tijdens een eerste fase van het opzetten daarvan;
Figuur 3B het hoekgebied van figuur 3, tijdens -30 een tweede fase van het opzetten daarvan;
Figuur 4A en 4B een bovenaanzicht en een achteraanzicht op het hoekdeel van figuren 3A en 3B, bij voltooid opzetten; en
Figuur 5 een schematische weergave van een 35 kringloop van een doos volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een plano 1 weergegeven van massief karton, in hoofdzaak bestaande uit een bodempaneel 1014270 10 2 en via vouwlijnen 2 0 en 21 daarmee verbonden korte wanden 3 en 4 en lange wanden 5 en 6.
De wanden 3-6 zijn in feite dubbelwandig, en zijn respectievelijk opgebouwd uit eerste wandpanelen 3a, 5 4a, 5a en 6a, en tweede wandpanelen 3b, 4b, 5b en 6b, die bestemd zijn om in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar te liggen in de voltooide doos. Hiertoe liggen tussen de wandpanelen 3a en 3b, de wandpanelen 4a en 4b, de wandpanelen 5a en 5b en de wandpanelen 6a en 6b brugstroken 3c, 10 4c, 5c en 6c, die een platte horizontale bovenrand vormen van de wanden 3-6 in de voltooide doos. De wanden 3c-6c kunnen ook de stapelbaarheid van de dozen bevorderen. De brugstroken 3c en 4c zijn middels vouwlijnen 22 en 23 met de wandpanelen 3a, 3b en 4a, 4b verbonden, en de brugstro-15 ken 5c en 6c zijn middels vouwlijnen 26 en 2 7 verbonden met wandpanelen 5a, 5b en 6a, 6b.
Aan de op de tekening gezien buitenranden zijn via vouwlijnen 24 respectievelijk 28 bevestigingsstroken of -flappen 3d, 4d en 5d, 6d verbonden met de wandpanden 20 3b, 4b en 5b, 6b.
Te zien is dat de wandpanden 3a-5a, 5a-4a, 4a-6a en 6a-3a respectievelijk met elkaar verbonden zijn middels hoekdelen 11, 13, 14 en 12, die elk door diagonale vouw lijnen 32 tweedelig zijn met gedeelten 11a, 11b, 13a, 13b, 25 14a, 14b en 12a, 12b. In dit bovenaanzicht op de plano 1 maken de vouwlijnen 32 een toenadering naar boven toe van de beide aanliggende gedeelten van de hoekdelen mogelijk. De vouwlijnen 33, 34 waarmee de hoekdelen 11-14 met de aanliggende wandpanelen verbonden zijn maken daarbij 30 beweging van de gedeelten 11a respectievelijk lib, etcetera, ten opzichte van wandpaneel 3a, respectievelijk 5a, etcetera, op de tekening gezien naar beneden toe mogelijk. De hoekdelen zijn voorts elk voorzien van een hol afgesneden puntgebied 17.
35 De wandpanelen 3b en 4b zijn aan hun einden via vouwlijnen 25 voorzien van eindflappen 7a, 7b en 8a, 8b, waarbij de vouwlijnen 25 een op de tekening gezien neer- '101 42 7 0 11 waarts omklappen van deze flappen mogelijk maken. De flappen 7a en 7b zijn voorzien van uitsparingen 33. De wandpanelen 3b en 4b zijn nabij de einden van de vouwlijnen 24 door insnijding voorzien van afschermdelen 18, 5 waarbij voorts aan de binnenrand van de bevestigingsflappen 3d en 4d nokken 35 gevormd zijn.
Ook de wandpanelen 5b en 6b zijn voorzien van flappen, in dit geval door vouwlijnen 30 gedeelde flappen 9a, 9c, 9b, 9d, 10b, lOd en 10a en 10c, die middels vouw-10 lijnen 29 met de betreffende wandpanelen verbonden zijn. De vouwlijnen 29 en 30 maken een scharnierbeweging naar beneden toe, op de tekening gezien, mogelijk. Aan hun onderrand zijn de flappen 9a, 9b, 10a, 10b voorzien van uitsparingen 3b, waardoor nokken 34 gevormd zijn.
15 Voorts is in figuur 1 te zien dat de lange brugstroken 5c en 6c aan hun einde voorzien zijn van hoekvormige einden 16, die voorzien zijn van een aanslag-rand 37.
In de kartonnagefabriek wordt de plano 1 machi-20 naai voorbereid om later zonder extra hulpmiddelen, zoals nietjes of lijm, tot een doos te kunnen worden omgezet. Hierbij worden bij een omgekeerd liggend plano 1 de flappen 9c, 9d, 10c en lOd van lijm voorzien en opgeklapt en bevestigd aan de flappen 9a, 9b, 10b, 10a. Een zelfde 25 bewerking vindt plaats op de flappen 7a, 7b, 8a en 8b. Deze worden dus bevestigd op het onderoppervlak van de wandpanelen 3b en 4b. Vervolgens brengt men lijm aan op de onderzijde van de bevestigingsstroken 5d en 6d, behalve voor wat betreft de gearceerde eindgedeelten 38. Daarna 30 worden de wandpanelen 5b en 6b om vouwlijnen 27 omgeslagen en worden de bevestigingsstroken 5d en 6d gehecht aan de onderzijde van het bodempaneel 2. Dan is de neergeklapte doos 100 weergegeven in figuur 2 verkregen. Deze dozen worden in de fabriek A gestapeld en bij elkaar gehouden in 35 een stapel 101 en bijvoorbeeld per vrachtauto naar een voedselleverancier, zoals een visafslag, getransporteerd, alwaar (zie B in figuur 5) de doos 200 met de hand opgezet 1014270 12 kan worden.
Hiervoor keren we terug naar figuur 3A, waarin voor een hoekgebied de situatie weergegeven is nadat men bij het opzetten van de (dan weer omgekeerde) doos 100 de 5 wanden 5 en 6 naar een rechtopstaande stand om de vouwlijnen 20 omhoog heeft gedraaid, waarbij de hoekdelen 11-14 als vanzelf dubbelgevouwen worden om hun vouwlijnen 32. De wandpanelen 3a, 4a zijn hierbij in de richting E enigszins naar binnen en omhoog gezwenkt, zodat zij met hun van de 10 doos afgekeerde oppervlak tegen de aanslagrand 37 komen te liggen. De brugstroken 3c, 4c en de wandpanelen 3b, 4b reiken nu schuin naar boven toe. Vervolgens duwt men met de hand de hoekdelen 11-14 om de vouwlijn 32 in de richting G om tot een aanliggende positie tegen het onderop-15 pervlak van wandpanelen 3a en 4a, zoals weergegeven in figuur 3B. Ook de dubbelgevouwen flappen 9-10 slaat men om om vouwlijn 29 naar de figuur 3B weergegeven stand. Dan grijpt men de wandpanelen 3b en 4b en verdraait men deze panelen om de vouwlijnen 22, 23 in de richting H (figuur 2 0 3B en 5) -waarbij de bevestigingsstroken 3d en 4d om de vouwlijnen 24 tot een loodrechte stand daarop gehouden worden-, de wandpanelen 3b en 4b naar een verticale stand, waarbij in het laatste gedeelte van deze beweging de bevestigingsflappen 3d en 4d tot tegen het onderoppervlak 25 van het bodempaneel 2 worden gebracht, en de einden van de bevestigingsstroken 3d en 4d in de ruimte tussen de lijm-loze eindgedeelten 3 8 van de bevestigingsstroken 5d en 6d en het onderoppervlak van het bodempaneel 2 terecht komen. Hierbij (figuren 4A, 4B) geraken de nokken 35 achter de 30 nokken 34 op de flappen 9a, 9b, 10a, 10b, en wordt een teruggaande beweging daarvan tegengegaan, door een vorm van haak-/snapwerking. Aldus worden de wandpanelen 3a, 4a recht gehouden door de aankomst tegen de aanslagrand 37 en de wandpanelen 3b, 4b door deze haakwerking. De wrijving 35 uitgeoefend door de eindgedeelten van de bevestigingsstroken 5d en 6d en het onderoppervlak van bodempaneel 2 op de eindgedeelten van de bevestigingsstroken 3d en 4d vervol- 13 maakt de verbinding. In de holle ruimte van de wanden 3 en 4 reiken nu de flap 7a, het dubbelgeslagen hoekdeel 11, 12 en de dubbelgeslagen flappen 9a, 9c, zodat de hoek aldaar .verstevigd is. De flappen 9a, 9c kunnen bij geschikte 5 vorming van de vouwlijn 29 ook een buitenwaartse gerichte spankracht op het wandpaneel 3b uitoefenen, waardoor de nok 35 strak tegen de nok 34 aangedrukt wordt.
In de aldus verkregen doos 200 reiken de eindge-deelten 16, (zie figuur 1) onder de eindgedeelten van de 10 brugstroken 3c, 4c, zodat aldaar een spleetloze aanslui ting verkregen tussen de brugstroken.
In dit voorbeeld zijn aan de randen van het bodempaneel 2 op enige afstand van de hoeken aan de lange zijden drainagegaten 41 voorzien. De ligging van de drai-15 nagegaten 41 is zodanig, dat zij in de opgerichte doos 200 in lijn met drainagegaten 31 liggen. Zonodig kan ook worden afgezien van drainagegaten, al naar het gelang der wensen van de gebruiker van de dozen. De in de hoeken aangebrachte gaten 40 bevorderen de vouwbaarheid aldaar. 20 Middels de diagonaal gevouwen hoekdelen 11-14, die opgesloten worden gehouden in één van de aan elkaar grenzende dubbele wanden, wordt voor een strakke hoekverbinding gezorgd, zonder lijm, waarbij de kanteling van de gevouwen hoekdelen wordt voorkomen door aanligging van de bovenran-25 den daarvan tegen het onderoppervlak van de brugstroken 3c, 4c daarboven.
De dozen 200 zijn nu gereed om gevuld te worden met bijvoorbeeld vis, en op een pallet (figuur 5, zie C) , als stapel 201 naar de viswinkel D vervoerd te worden, 3 0 waar de vis in dezelfde dozen 200 uitgestald kan worden voor verkoop.
Na gebruik kan de visboer de dozen zonder veel moeite open vouwen en in een toestand van ingeklapte doos 100 brengen. Zij kunnen dan opnieuw in de cyclus gebracht 35 worden of, onder tussenkomst van papiergroothandel, weer naar de kartonnagefabriek A vervoerd worden, om dan in nieuwe dozen verwerkt te worden.
1014270 14
Met de dozen volgens de uitvinding wordt een voor het op thermisch verantwoorde wijze verpakken van voedsel geschikte doos verschaft, die een minimaal trans-portvolume vergt.
i

Claims (35)

1 Q1 4;:'? ü doorsnede door vier panelen bepaald worden, met twee wandpanelen, een verbindingsstrook tussen de langsbuiten-randen van die panelen, en een langsbevestigingsstrook waarmee het onderste wandpaneel bevestigd is aan het 5 onderoppervlak van het bodempaneel, waarbij de tweede wanden tenminste twee wandpanelen omvatten en een met de buitenste van die panelen vouwbaar verbonden langsbevestigingsstrook, die vrij is van het bodempaneel en die voorzien is van tweede koppelmiddelen voor koppelaangrij-10 ping met op afstand gelegen eerste koppelmiddelen op de rest van de doos, in het bijzonder de eerste opstaande wanden.
1. Doos van cellulosemateriaal, in het bijzonder karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodempaneel met een paar eerste, tegenover elkaar gelegen randen en een paar tweede, tegenover elkaar 5 gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste opstaande wanden en twee via een vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede opstaande wanden, waarbij de eerste en de tweede opstaande wanden elk twee wandpanelen omvatten, die op afstand van elkaar 10 gelegen zijn om een holle wandruimte daartussen te bepalen, waarbij de eerste opstaande wanden op neerklapba-re wijze en middels een lijmverbinding bevestigd zijn aan het bodempaneel en de tweede opstaande wanden bevestigd zijn aan de rest van de doos door ineengrijping van op de 15 tweede opstaande wanden voorziene tweede koppelmiddelen en op de rest van de doos voorziene eerste koppelmiddelen, waarbij de eerste en tweede koppelmiddelen zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde van de opstaande wanden voorzien zijn.
2 0 2. Doos volgens conclusie 1, waarbij de eerste koppelmiddelen voorzien zijn aan de eerste opstaande wanden.
3. Doos volgend conclusie 2, waarbij de eerste opstaande wanden voorzien zijn van einddelen, die naar 25 buiten toe aanliggen tegen delen van de tweede opstaande wanden en voorzien zijn van eerste koppelmiddelen.
4. Doos volgens conclusie 2 of 3, waarbij althans een deel van de eerste koppelmiddelen voorzien zijn aan einddelen van de eerste opstaande wanden die in de 30 holle wandruimte van de tweede opstaande wanden reiken.
5. Doos volgens een der voorgaande conclusies, 1014270 waarbij de tweede koppelmiddelen althans deels gevormd zijn aan aan de buitenste van de wandpanelen van de tweede opstaande wanden voorziene, daarmee via een vouwlijn verbonden tweede bevestigingsstroken, waarbij de tweede 5 bevestigingsstroken deel uitmaken van de tweede koppelmiddelen.
6. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede koppelmiddelen althans deels gevormd zijn door de binnenste wandpanelen van de tweede opstaande 10 wanden, waarbij eerste koppelmiddelen achter die binnenste wandpanelen grijpen.
7. Doos volgens conclusie 6, waarbij de achter de binnenste tweede wandpanelen grijpende eerste koppelmiddelen gevormd zijn aan de einden van een bovenliggende 15 langsbrugstrook van de eerste opstaande wanden.
8. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste koppelmiddelen in de tweede opstaande wanden grijpen.
9. Doos volgens een der voorgaande conclusies, 2. waarbij de buitenste van de wandpanelen van de eerste opstaande wanden voorzien zijn van eerste, daarmee via een vouwlijn verbonden bevestigingsstroken, waarbij de eerste bevestigingsstroken behalve voor wat betreft hun einden gelijmd zijn op het onderoppervlak van het bodempaneel, 25 waarbij de tweede bevestigingsstroken in een insteekruimte tussen de einden van eerste langsbevestigingsstroken en het bodempaneel gestoken zijn.
10. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen een of meer haak- of snapverbin- 30 dingen vormen.
11. Doos volgens conclusie 10, waarbij een deel van de haak- of snapverbinding voorzien is aan de einden van de tweede bevestigingsstroken, nabij de vouwlijn daarvan.
12. Doos volgens conclusie 10 of 11, waarbij althans een deel van de haak- of snapverbinding voorzien is aan binnen de holle ruimte van de tweede opstaande t 0142 70 wanden reikende einddelen van de eerste opstaande wanden.
13. Doos van cellulosemateriaal, zoals karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodempaneel met een paar eerste, tegenover elkaar gelegen 5 randen en een paar tweede, tegenover elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste opstaande wanden en twee via een vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede opstaande wanden, waarbij de eerste en de tweede opstaande wanden elk twee 10 wandpanelen omvatten, die op afstand van elkaar gelegen zijn om een holle wandruimte daartussen te bepalen, waarbij de buitenste van de wandpanelen van de eerste en de tweede opstaande wanden voorzien zijn van eerste respectievelijk tweede, daarmee via een vouwlijn verbonden 15 langsbevestigingsstroken, waarbij de eerste opstaande wanden naar buiten toe om gevouwen zijn en waarbij zij met hun langsbevestigingsstroken aan de rest van de doos zijn vastgelegd en de tweede opstaande wanden boven en onder op mechanische wijze, middels tot het karton van de doos 2 0 behorende middelen, verbonden zijn met de rest van de doos.
14. Doos volgens conclusie 13, waarbij de tweede opstaande wanden omgeslagen zijn om tot de eerste opstaande wanden behorende delen en daarop vastgehouden zijn.
15. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aangrenzende binnenste van de wandpanelen van de eerste en de tweede opstaande wanden met elkaar verbonden zijn middels een hoekstuk, dat diagonaal dubbel gevouwen is en in een van de holle wandruimtes opgenomen is.
16. Doos volgens conclusie 15, waarbij het diagonaal gevouwen hoekstuk in de holle wandruimte van de tweede wanden gestoken is.
17. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenste wandpanelen van de eerste opstaande 35 wanden en/of van de tweede opstaande wanden voorzien zijn van een einddeel, dat binnen de holle wandruimte van een aangrenzende opstaande wand gestoken is, waarbij het 1014270 einddeel los, bij voorkeur klemmend in de genoemde holle wandruimte gestoken is.
18. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aan elkaar grenzende opstaande wanden met 5 elkaar op losmaakbare wijze verbonden zijn.
19. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenste wandpanelen van de eerste opstaande wanden en/of van de tweede opstaande wanden voorzien zijn van een einddeel, dat tegen het betreffende wandpaneel 10 omgeslagen is en daaraan bij voorkeur gelijmd is..
20. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste bevestigingsstroken de holle wandruimten van de eerste opstaande wanden neerwaarts begrenzen.
21. Doos volgens een der voorgaande conclusies, 15 waarbij de tweede langsbevestigingsstroken de holle wandruimten van de tweede opstaande wanden neerwaarts begrenzen .
22. Doos volgens conclusie 21, waarbij de eerste langsbevestigingsstroken met ongelijmde einden over de 20 tweede langsbevestigingsstroken reiken, om deze door klemming samenwerking met het bodempaneel vast te houden.
23. Doos volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van drainagegaten op afstand van de hoeken van het bodempaneel.
24. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste wanden langer zijn dan de tweede wanden.
25. Doos in platte toestand, op te richten tot een doos volgens een der voorgaande conclusies.
26. Ingeklapte, voor gebruik op te richten doos 30 van cellulosemateriaal, zoals karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodempaneel met een paar eerste, tegenover elkaar gelegen randen en een paar tweede, tegenover elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste, naar 35 buiten reikende, liggende wanden en twee via een vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede, naar buiten reikende, liggende wanden, waarbij de eerste wanden in
27. Ingeklapte doos volgens conclusie 26, waarbij de einden van de aan het onderoppervlak bevestigde 15 langsbevestigingsstroken los zijn om een inklemruimte te bepalen voor de einden van de langsbevestigingsstrook van de tweede wanden.
28. Werkwijze voor het verpakken van voedsel dat binnen een bepaald temperatuurbereik gehouden moet worden, 20 zoals vis, waarbij de doos een rechthoekig bodempaneel en twee paar daarvan opstaande, dubbele of holle wanden omvat, waarbij een eerste paar tegenoverliggende wanden een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede bezit en met een daarmee verbonden bevestigingsstrook gehecht wordt aan het 25 bodempaneel en in een naar buiten neergeklapte toestand, in een vlak met het bodempaneel wordt gehouden en het tweede paar tegenoverliggende wanden eveneens in een naar buiten neergeklapte toestand, in een vlak met het bodempaneel wordt gehouden, enkel via een vouwlijn verbonden met 30 het bodempaneel, waarbij de dozen in deze platte toestand van de kartonnagefabriek in stapels vervoerd worden naar de voedselfabriek of groothandel om daar verpakt te worden, waartoe de verpakker het eerste paar wanden omhoog zwenkt en vervolgens het tweede paar wanden in een opge-35 richte stand brengt onder het middels ineengrijping van tot dit paar wanden behorende bevestigingsdelen met bodempaneel en/of eerste paar wanden vastleggen van de op- 1014270 gerichte stand van het tweede paar wanden, waarna de doos gevuld wordt met het voedsel en met meerdere dozen vervoerd wordt naar de groothandel of detailhandel.
29. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij 5 gebruik gemaakt wordt van een doos waarvan de bij de hoeken gelegen eindranden van het eerste paar wanden en/of het tweede paar wanden voorzien zijn van einddelen, en waarbij tijdens het oprichten van het tweede paar wanden de einddelen van het eerste paar danwel het tweede paar 10 wanden in de holle wandruimte van respectievelijk het tweede danwel het eerste paar wanden gestoken wordt, om een hoekverbinding tussen aangrenzende, opgerichte wanden te vormen.
30. Werkwijze volgens conclusie 30 of 31, waar-15 bij gebruik wordt gemaakt van einddelen die een geheel vormen met de direct met het bodempaneel verbonden wandde-len van beide paren wanden, waarbij deze einddelen bij het oprichten van de doos diagonaal gevouwen worden en in een van de aangrenzende holle wandruimtes worden gestoken. 2 0
31. Werkwijze volgens conclusie 28, 2 9 of 30, waarbij gebruik wordt gemaakt van koppeldelen die tot het tweede paar opstaande wanden behoren, welke bevestigings-delen gekoppeld worden met daarmee samenwerkende houddelen aan de rest van de doos.
32. Werkwijze volgens een der conclusies 28-31, waarbij de dozen na verkoop van het voedsel weer in de neergeklapte toestand gebracht worden door het losmaken van het andere paar wanden en dit neer te klappen, en vervolgens ook het ene paar wanden neer te klappen, waarna 30 meerdere neer-geklapte dozen vervoerd worden naar een verzamelpunt voor oud papier voor hergebruik.
33. Doos van cellulosemateriaal, in het bijzonder karton, in het bijzonder massiefkarton, omvattend een rechthoekig bodempaneel met een paar eerste, tegenover 35 elkaar gelegen randen en een paar tweede, tegenover elkaar gelegen randen, met twee via een vouwlijn met de eerste randen verbonden eerste opstaande wanden en twee via een i' ( | .'i 7 T vouwlijn met de tweede randen verbonden tweede opstaande wanden, waarbij de eerste en de tweede opstaande wanden elk twee wandpanelen omvatten, die op afstand van elkaar gelegen zijn om een holle wandruimte daartussen te 5 bepalen, waarbij de binnenste wandpanelen van de eerste en tweede opstaande wanden via de voornoemde vouwlijnen verbonden zijn met het bodempaneel en de buitenste wandpanelen daarvan voorzien zijn van bevestigingsstroken die aan de onderzijde van het bodempaneel reiken.
34. Doos voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
35. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoeg-15 de tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 1014270
NL1014270A 2000-02-02 2000-02-02 Opzetbare doos. NL1014270C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014270A NL1014270C2 (nl) 2000-02-02 2000-02-02 Opzetbare doos.
EP01200350A EP1122177A1 (en) 2000-02-02 2001-02-01 Pliable box

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014270 2000-02-02
NL1014270A NL1014270C2 (nl) 2000-02-02 2000-02-02 Opzetbare doos.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014270C2 true NL1014270C2 (nl) 2001-08-03

Family

ID=19770733

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014270A NL1014270C2 (nl) 2000-02-02 2000-02-02 Opzetbare doos.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1122177A1 (nl)
NL (1) NL1014270C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1578672B1 (en) * 2002-11-20 2008-04-02 DS Smith (UK) Limited Container
WO2006092018A1 (en) * 2005-03-04 2006-09-08 Dyson's Packaging Pty Ltd A blank for liquid tight carton
KR200496512Y1 (ko) 2017-08-24 2023-02-14 스토라 엔소 오와이제이 골판지의 누출방지 및 액밀 포장 박스
CN108341120A (zh) * 2018-03-26 2018-07-31 顺丰科技有限公司 可折叠式的包装箱体以及包装箱

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3227355A (en) * 1964-08-17 1966-01-04 Diamond Int Corp Hollow walled display tray
FR2514727A2 (fr) * 1981-03-30 1983-04-22 Siemco Sa Plateau impermeable destine en particulier au conditionnement de divers produits alimentaires
EP0109116A1 (en) 1982-11-04 1984-05-23 B.V. Kartonnagefabriek Gelria Foldable box and blank therefor
FR2548091A1 (fr) * 1983-06-30 1985-01-04 France Cartonnages Procede de realisation de barquette etanche en carton microcannele et barquette obtenue

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3227355A (en) * 1964-08-17 1966-01-04 Diamond Int Corp Hollow walled display tray
FR2514727A2 (fr) * 1981-03-30 1983-04-22 Siemco Sa Plateau impermeable destine en particulier au conditionnement de divers produits alimentaires
EP0109116A1 (en) 1982-11-04 1984-05-23 B.V. Kartonnagefabriek Gelria Foldable box and blank therefor
FR2548091A1 (fr) * 1983-06-30 1985-01-04 France Cartonnages Procede de realisation de barquette etanche en carton microcannele et barquette obtenue

Also Published As

Publication number Publication date
EP1122177A1 (en) 2001-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2283888C (en) Container and blank for making same
US7484654B2 (en) Container having sliding corner support
US6948617B2 (en) Stackable container with support flanges
US4863024A (en) Collapsible pallet and related products
GB2389843A (en) Self erecting and collapsible corrugated plastic box
CA2952391C (en) Shipping container convertible into a display configuration
US20080265010A1 (en) Multifunctional container with reinforcing structural columns
CA2503978A1 (en) Foldable, knockdown pallet container
NZ515560A (en) Stackable open-top container
NL1014270C2 (nl) Opzetbare doos.
US5447269A (en) Multiple unit box and blank therefor
CA2886898C (en) Basket assembly
US6427906B2 (en) Collapsible box
EP0109116A1 (en) Foldable box and blank therefor
CA2418440A1 (en) Stackable container having support flanges
EP3757029B1 (en) Assembly of a box and a lid, blanks for folding these, and method of handling at least one product
GB2478518A (en) Easy to erect cardboard box suitable for stacking
NL194469C (nl) Houder, uit een plano, die omvormbaar is tot een verpakkingshouder, alsmede verpakkingshouder en plano.
WO2021116848A1 (en) Blank configured to be erected to form a stackable box and such a box
NL1016973C2 (nl) Doos en plano voor het vormen van de bodem daarvan.
EP1849707B1 (en) Unfoldable container with self-locking bottom
NL1011300C1 (nl) Doos van het paraatdoos-type, voor meermalig gebruik.
BE1015385A3 (nl) Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
AU2007314078A1 (en) Stackable container for holding wine bottles
JPH07309327A (ja) 取っ手付きラップラウンド式段ボールケース

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140901