NL1014251C2 - Filter element, e.g. for removing fat or paint from air, comprises top and bottom webs with inlet and exit openings on opposite sides of flow channel symmetry axis - Google Patents

Abstract

Gas flow channels are formed between pleated top and bottom webs (10, 20) divided into alternating strips with rows of inlet and exit openings (40, 50) located on opposite sides of the gas flow channel symmetry axis (M). A filter element (1) comprises top and bottom webs each with parallel top and bottom fold lines (11, 12, 21, 22) that form wave or zigzag-shaped pleats. The top web (20) has its bottom fold lines (21) resting on top of the bottom fold lines (11) in the bottom web (10), such that lambda-shaped elongated flow channels (30) with an essentially chevron-shaped cross-section and essentially parallel top and bottom walls are formed between the bottom web sections (31) defined by successive bottom fold lines in the bottom web and the top web sections (32) defined by successive bottom fold lines in the top web. Inlet openings (40) are provided in the bottom web sections, located in a bottom channel wall region (33) on one side of the channel symmetry axis. Exit openings (50) are provided in the top web sections, located in a top channel wall region (36) on the other side of this symmetry axis. An Independent claim is also included for the web used to form the filter element, comprising identical width strips that alternately contain rows of inlet and exit openings, these openings having their longest side edge (41, 51) extending in the strip length direction, parallel to and at a short distance from the bottom fold line of the web.

Description

Titel: FilterelementTitle: Filter element

De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een filterelement dat is opgebouwd uit twee golfvormig gevouwen vellen filtermateriaal, waarbij elk vel is voorzien van daarin aangebrachte doorlaatgaten, en waarbij die 5 twee vellen zodanig op elkaar zijn bevestigd, dat zij tussen elkaar langwerpige kanalen definiëren met een in hoofdzaak chevron-vormige dwarsdoorsnede, welke kanalen twee driehoekvormige kanaaldelen omvatten.The present invention generally relates to a filter element composed of two corrugated folded sheets of filter material, each sheet having passage holes disposed therein, and said two sheets mounted on each other such that they define elongated channels between each other with a substantially chevron-shaped cross section, which channels comprise two triangular channel parts.

Een dergelijk filterelement is bekend uit het Nederlandse 10 octrooi 113.498. Het uit deze publicatie bekende filter is speciaal ontworpen voor het reinigen van lucht die is verontreinigd met gesuspendeerde verfdeeltjes, bijvoorbeeld bij gebruik van een spuitpistool in een spuitcabine. De afgezogen lucht wordt gedwongen om in het filterelement een gebogen pad 15 te volgen. De relatief zware verfdeeltjes kunnen de richting-wisselingen niet volgen, en botsen tegen het filtermateriaal, waarbij die verfdeeltjes zich afzetten op het filtermateriaal en/of onder invloed van de zwaartekracht naar beneden vallen bij een verticale oriëntering van de genoemde langwerpige 20 kanalen.Such a filter element is known from Dutch patent 113,498. The filter known from this publication is specially designed for cleaning air which is contaminated with suspended paint particles, for example when using a spray gun in a spray booth. The extracted air is forced to follow a curved path 15 in the filter element. The relatively heavy paint particles cannot follow the changes of direction, and collide with the filter material, said paint particles depositing on the filter material and / or falling down under the influence of gravity when vertically orienting said elongated channels.

Een algemeen doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterd filterelement.A general object of the present invention is to provide an improved filter element.

Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een filterelement te verschaffen dat geschikt is voor 25 toepassing in afzuigkappen voor het verwijderen van vetdeeltjes uit afgezogen lucht.More particularly, the present invention aims to provide a filter element suitable for use in extractor hoods for removing fat particles from extracted air.

Bij het filterelement zoals bekend uit de genoemde publicatie zijn de ingangsgaten uitgelijnd met vouwlijnen van 30 het ingangszijdige vel filtermateriaal. Zoals meer in het bijzonder geïllustreerd in figuur 4 van de genoemde publicatie, zal aangezogen lucht de kanalen in hoofdzaak. centraal binnentreden en daarbij gericht zijn naar de concave vouwlijn van het tweede gevouwen vel filtermateriaal. De lucht wordt gedwongen 101 4251 2 om af te buigen over een hoek van meer dan 90° om aldus langs de door het tweede vel gedefinieerde wanden van het kanaal te stromen naar de uitgangsopeningen. Verfdeeltjes kunnen deze richtingverandering niet volgen, en zullen zich in hoofdzaak in 5 deze concave vouw afzetten op de binnenwand van het kanaal.In the filter element as known from said publication, the entrance holes are aligned with fold lines of the input side sheet of filter material. As more particularly illustrated in Figure 4 of the said publication, air drawn in will substantially effect the channels. enter centrally and thereby face the concave fold line of the second folded sheet of filter material. The air is forced to deflect through an angle of more than 90 ° so as to flow along the walls of the channel defined by the second sheet to the exit openings. Paint particles cannot follow this change of direction, and will mainly settle on the inner wall of the channel in this concave fold.

Een dergelijke constructie is voor het wegfilteren van vetdeeltjes minder geschikt, omdat het gewicht van de vet-deeltjes veel lager zal zijn dan het gewicht van verfdeeltjes, en de vetdeeltjes veel gemakkelijker de richtingveranderingen 10 van de luchtstroming kunnen volgen. Voor het wegfilteren van vetdeeltjes is het gewenst, dat de luchtstroming in het filter-element een traject volgt dat zoveel mogelijk interactie met het filtermateriaal waarborgt om een zo groot mogelijke absorptie-efficiency van vetdeeltjes aan het filtermateriaal te 15 bewerkstelligen.Such a construction is less suitable for filtering out grease particles, because the weight of the grease particles will be much lower than the weight of paint particles, and the grease particles can follow the changes of direction of the air flow much more easily. For filtering out fat particles, it is desirable that the air flow in the filter element follows a path that ensures as much interaction as possible with the filter material in order to achieve the greatest possible absorption efficiency of fat particles on the filter material.

Voorts is het bij het filterelement zoals bekend uit de genoemde publicatie een nadeel, dat de ingangsgaten en de uitgangsgaten in ruimtelijk opzicht zeer dicht bij elkaar zijn opgesteld. Voor de luchtstroming is dan een traject mogelijk 20 dat de kortste weg tussen een rand van een ingangsgat en een rand van een uitgangsgat representeert en waarbij er vrijwel geen interactie is met filtermateriaal, zodat de absorptie-efficiency in het geval van dergelijke trajecten bijzonder laag zal zijn.Furthermore, it is a drawback with the filter element as known from the aforementioned publication that the entrance holes and the exit holes are spatially very close to each other. For the air flow, a path is then possible which represents the shortest path between an edge of an entrance hole and an edge of an exit hole and where there is virtually no interaction with filter material, so that the absorption efficiency in the case of such paths will be particularly low. to be.

25 Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding wordt in dit opzicht een verbetering verschaft doordat de ingangsgaten zich uitsluitend bevinden in de onderwand van een eerste driehoekig kanaaldeel van het chevronvormige kanaal terwijl de uitgangsgaten zich uitsluitend 30 bevinden in de bovenwand van het tegenoverliggende driehoekige kanaalgedeelte, terwijl bovendien in de lengterichting van het kanaal de ingangsgaten en de uitgangsgaten versprongen ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.. De luchtstroming wordt daardoor gedwongen om vanaf een ingangsgat naar een uitgangsgat 35 een traject te volgen dat minimaal een zekere lengte van het ·» chevron-vormige kanaal overbrugt en dat zich minimaal verplaatst van het eerste driehoekige kanaalgedeelte naar het tweede driehoekige kanaalgedeelte. Hierbij heeft die lucht- 10 1 4 25 1 3 stroming relatief veel interactie met het filtermateriaal waar het langs stroomt.According to an important aspect of the present invention, an improvement is provided in this regard in that the entrance holes are located only in the bottom wall of a first triangular channel portion of the chevron channel while the exit holes are located only in the top wall of the opposite triangular channel portion, while, in addition, the entrance holes and the exit holes are arranged in the longitudinal direction of the channel. The air flow is thereby forced to follow a path from an entrance hole to an exit hole 35 which is at least a certain length of the chevron. shaped channel and moves minimally from the first triangular channel portion to the second triangular channel portion. This air flow hereby has relatively much interaction with the filter material through which it flows.

Dit effect wordt versterkt wanneer tijdens gebruik het filtermateriaal niet of nauwelijks is uitgetrokken, zodat de 5 inwendige dwarsdoorsnede van het chevron-vormige kanaal vrij klein is, in tegenstelling tot de constructie bij de genoemde publicatie..This effect is enhanced when the filter material is not or hardly pulled out during use, so that the internal cross-section of the chevron-shaped channel is quite small, in contrast to the construction in the said publication.

. Bij de constructie zoals bekend uit de genoemde publicatie hebben de doorlaatgaten een axiale afmeting, gemeten 10 in de lengterichting van de kanalen, die in hoofdzaak ongeveer gelijk is aan de onderlinge afstand tussen opeenvolgende gaten. Een verdere verbetering volgens de onderhavige uitvinding kan worden bereikt door de onderlinge afstand van opeenvolgende gaten significant groter te kiezen dan de axiale afmeting van 15 de gaten, waarbij de genoemde onderlinge afstand bij voorkeur minimaal twee keer zo groot is als die axiale afmeting en zich met meer voorkeur bevindt in het traject van ongeveer drie tot vijf maal genoemde axiale afmeting.. In the construction as known from the aforementioned publication, the passage holes have an axial dimension, measured in the longitudinal direction of the channels, which is substantially equal to the mutual distance between successive holes. A further improvement according to the present invention can be achieved by choosing the mutual distance of successive holes significantly larger than the axial dimension of the holes, wherein said mutual distance is preferably at least twice as great as that axial dimension and with more preferred is in the range of about three to five times the axial dimension mentioned.

Voorts is het bij filters gewenst om een zo hoog 20 mogelijke filterefficiency te combineren met een zo laag mogelijke luchtweerstand. In het algemeen kan gesteld worden, dat grotere doorlaatgaten leiden tot eën lagere luchtweerstand maar ook tot een lagere filterefficiency.Furthermore, with filters it is desirable to combine the highest possible filter efficiency with the lowest possible air resistance. In general, it can be stated that larger passage holes lead to a lower air resistance but also to a lower filter efficiency.

Bij de constructie zoals bekend uit genoemde publicatie 25 is de oppervlakte van de ingangsgaten althans in hoofdzaak even groot als de oppervlakte van de uitgangsgaten. Volgens een verder belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding hebben de uitgangsgaten een significant grotere oppervlakte dan de ingangsgaten. Hierdoor zal lucht, na de ingangsgaten gepasseerd 30 te zijn, gemakkelijker een uitgangsgat kunnen bereiken, zodat de luchtweerstand van het filter als geheel wordt verlaagd. Daarbij kan zelfs de oppervlakte van de ingangsgaten worden verkleind om aldus een verhoging van de filterefficiency te bereiken terwijl toch de luchtweerstand van het filter als 35 geheel wordt verlaagd.In the construction as known from said publication 25, the area of the entrance holes is at least substantially the same size as the area of the exit holes. According to a further important aspect of the present invention, the exit holes have a significantly larger surface area than the entrance holes. This will allow air, after passing through the inlet holes, to more easily reach an outlet hole, so that the air resistance of the filter as a whole is lowered. In addition, even the surface area of the inlet holes can be reduced to thus achieve an increase in filter efficiency while still reducing the air resistance of the filter as a whole.

Voorts is bij het filterelement zoals bekend uit de genoemde publicatie, dat speciaal bestemd is voor het wegfilteren van verfdeeltjes, de werking gebaseerd op het tot stand brengen van een ingangsluchtstroming die mét betrekking 10 1 4 25 1 4 tot de dwarsdoorsnede van de kanalen in hoofdzaak symmetrisch is gericht en die eindigt bij de concave bovenvouw van het tweede vel, recht tegenover de ingangsgaten- Na een dergelijke botsing van de luchtstroming tegen die concave vouw is het in 5 wezen gewenst om de luchtstroming bij de bekende constructie zo snel mogelijk naar buiten af te voeren.Furthermore, in the filter element as known from the aforementioned publication, which is specially intended for filtering out paint particles, the operation is based on the creation of an inlet air flow which relates mainly to the cross section of the channels is oriented symmetrically and ends at the concave top fold of the second sheet, directly opposite the entrance holes. After such a collision of the air flow against that concave fold, it is essentially desirable to let the air flow outwards as quickly as possible in the known construction. to feed.

Volgens de inzichten van de onderhavige uitvinding is het voor het efficiënt wegfilteren van vetdeeltjes echter gewenst om te verzekeren, dat de luchtstroming voor een zo groot 10 mogelijk deel zo diep mogelijk doordringt in de toppen van de twee driehoekvormige kanaalgedeeltén omdat daar de afstand tussen de twee vellen zo klein mogelijk is en de interactie tussen de lucht en het filtermateriaal zo intensief mogelijk zal zijn. Volgens een verder belangrijk aspect van de onder-15 havige uitvinding kan dit worden bereikt wanneer de gaten hun maximale axiale afmeting hebben bij een in hoofdzaak lineaire gatrand die evenwijdig is gericht aan de ondervouw en zich op korte afstand daarvan bevindt. In een geschikte uitvoeringsvorm hebben de gaten een rechthoekige of een halvemaanvormige 20 contour, maar bij. voorkeur hebben de gaten een driehoekige contour, welke driehoekige contour met nog meer voorkeur in hoofdzaak een gelijkzijdige driehoekscontour is.According to the insights of the present invention, however, for efficient filtering of fat particles it is desirable to ensure that the air flow penetrates as deep as possible as much as possible into the tops of the two triangular channel parts because the distance between the two sheets is as small as possible and the interaction between the air and the filter material will be as intensive as possible. According to a further important aspect of the present invention, this can be achieved when the holes are at their maximum axial size at a substantially linear hole edge parallel to the bottom fold and a short distance therefrom. In a suitable embodiment, the holes have a rectangular or a crescent-shaped contour, but at. the holes preferably have a triangular contour, which triangular contour is even more preferably substantially an equilateral triangular contour.

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de 25 onderhavige uitvinding zullen„nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een filterelement volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 30 figuur 1 schematisch een bovenaanzicht toont van gedeelten van twee vellen filtermateriaal; en figuur 2 schematisch een dwarsdoorsnede toont van een gedeelte van een filterelement volgens de onderhavige uitvinding.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description of a preferred embodiment of a filter element according to the invention with reference to the drawing, wherein like reference numerals designate like or like parts, and wherein: figure 1 schematically shows a top view of parts of two sheets of filter material; and figure 2 schematically shows a cross-section of a part of a filter element according to the present invention.

35 In het hiernavolgende zal een filterelement 1 worden besproken dat specifiek geschikt is voor toepassing in een afzuigkap, waarbij het filterelement zal zijn opgesteld in een in hoofdzaak horizontale oriëntatie- Aanduidingen als onder en boven zullen betrekking hebben op die oriëntatie in de 10 1 4 2 5 1 5 toepassingssituatie. Termen als links en rechts zullen betrekking hebben op de aanzichten in de figuren>In the following, a filter element 1 will be discussed which is specifically suitable for use in an extractor hood, wherein the filter element will be arranged in a substantially horizontal orientation. Indications as below and above will refer to that orientation in the 10 1 4 2 5 1 5 application situation. Terms like left and right will refer to the views in the figures>

Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een deel van een eerste vel 10 en van een deel van een tweede vel 20. De 5 vellen 10 en 20 zijn gemaakt, van een filtermateriaal dat op zich niet doorlatend is voor lucht, bijvoorbeeld een op een geschikte manier geïmpregneerd papier of karton, of een papier of karton, dat is voorzien van een geschikte oppervlaktelaag, of een synthetisch non-woven vezelmateriaal, of een ander geschikt 10 flexibel filtermateriaal, of een combinatie daarvan. Het eerste vel 10 is voorzien van evenwijdig aan elkaar gerichte vouwlijnen 11, 12, waarbij de vouwrichtingen van de opeenvolgende vouwlijnen onderling tegengesteld zijn, zodat het eerste vel 10 wordt gevouwen tot een zigzagcontour of een golfpatroon, zoals 15 schematisch in figuur 1 aangeduid. De vouwlijnen waar de punt van de vouw naar beneden wijst, zullen in het hiernavolgende worden aangeduid met de term "ondervouwlijn 11", en deze lijnen zijn in figuur 1 aangeduid met een stippellijn. De daartussen gelegen vouwlijnen waar de punt van de vouw naar boven wijst, 20 zullen in het hiernavolgende worden aangeduid met de term "bovenvouwlijn 12", en deze lijnen zijn in figuur 1 aangeduid met een streepstippellijn. Op vergelijkbare wijze heeft het tweede vel 20 ondervouwlijnen 21 en bovenvouwlijnen 22.Figure 1 schematically shows a top view of a part of a first sheet 10 and of a part of a second sheet 20. The 5 sheets 10 and 20 are made of a filter material which per se is impermeable to air, for example one on a suitable impregnated paper or cardboard, or a paper or cardboard provided with a suitable surface layer, or a synthetic non-woven fiber material, or other suitable flexible filter material, or a combination thereof. The first sheet 10 is provided with fold lines 11, 12 directed parallel to each other, the fold directions of the successive fold lines being mutually opposite, so that the first sheet 10 is folded into a zigzag contour or a wave pattern, as indicated schematically in figure 1. The fold lines where the tip of the fold points down will hereinafter be referred to as "fold-down line 11", and these lines are indicated by a dotted line in FIG. The fold lines located therebetween, where the point of the fold points upwards, will hereinafter be indicated by the term "top fold line 12", and these lines are indicated by a dashed line in Figure 1. Similarly, the second sheet 20 has fold-down lines 21 and top-fold lines 22.

Aldus is het eerste vel 10 door de opeenvolgende vouw-25 lijnen 11, 12 onderverdeeld in stroken 1-3 en 14. De stroken 13 die (in figuur 1) aan hun linkerrand worden begrensd door een ondervouwlijn 11 en aan hun rechterrand door een bovenvouwlijn 12, zijn voorzien van doorlaatopeningen 40. Om redenen die in het hiernavolgende duidelijker zullen worden, zullen de 30 doorlaatopeningen 40 ook worden aangeduid met de term "ingangsopening", en zullen de stroken 13 ook worden aangeduid met de term "ingangsstrook". De tussen de ingangsstroken 13 gelegen stroken 14, die dus (in figuur 1) aan hun linkerrand worden begrensd door een bovenvouwlijn 12 en aan hun 35 rechterrand door een ondervouwlijn 11, zijn vrij van dergelijke doorlaatopeningen, en zullen ook worden aangeduid met de term "dichte strook". De onderlinge afstanden tussen de opeenvolgende vouwlijnen 11, 12 in het eerste vel 10, en dus de 10 1 4 25 1 6 breedten van de stroken 13 en 14, zijn onderling aan elkaar gelijk, en zijn in figuur 1 aangeduid met d.Thus, the first sheet 10 is divided by the successive fold lines 11, 12 into strips 1-3 and 14. The strips 13 (in Figure 1) bounded on their left edge by a fold-down line 11 and on their right edge by an upper fold line. 12, are provided with passage openings 40. For reasons which will become more apparent hereinafter, the passage openings 40 will also be designated by the term "entry opening", and the strips 13 will also be indicated by the term "entry strip". The strips 14 situated between the entrance strips 13, which are thus (in figure 1) bounded on their left-hand edge by an upper fold line 12 and on their right-hand edge by a fold-down line 11, are free of such passage openings, and will also be indicated by the term " solid strip ". The mutual distances between the successive fold lines 11, 12 in the first sheet 10, and thus the widths of the strips 13 and 14, are equal to each other, and are indicated by d in figure 1.

Evenzo is bet tweede vel 20 door de opeenvolgende vouwlijnen 21, 22 onderverdeeld in stroken 23 en 24. De stroken 5 24 die (in figuur 1) aan hun linkerrand worden begrensd door een. bovenvouwlijn 22 en aan hun rechterrand door een onder-vouwlijn 21, zijn voorzien van doorlaatopeningen 50. Om redenen die in het hiernavolgende duidelijker zullen worden, zullen de doorlaatopeningen 50 ook worden aangeduid met de term 10 "uitgangsopening”, en zullen de stroken 24 ook worden aangeduid met de term "uitgangsstrook”. De tussen de uitgangsstroken 24 gelegen stroken 23, die dus (in figuur 1) aan hun linkerrand worden begrensd door een ondervouwlijn 21 en aan hun rechter-rand door een bovenvouwlijn.22, zijn vrij van dergelijke 15 doorlaatopeningen, en zullen ook worden aangeduid met de term . "dichte strook". De onderlinge afstanden tussen de opeenvolgende vouwlijnen 21, 22 in het eerste vel 20, en dus de breedten van de stroken 23 en 24, zijn onderling aan elkaar gelijk, en zijn in figuur 1 aangeduid met D. De strookbreedte D 20 van het tweede vel 20 is groter dan de strookbreedte d van het eerste vel 10.Likewise, the second sheet 20 is divided by the successive folding lines 21, 22 into strips 23 and 24. The strips 5 24 (in figure 1) are bounded on their left edge by a. top fold line 22 and at their right edge through a bottom fold line 21 are provided with passage openings 50. For reasons which will become more apparent hereinafter, the passage openings 50 will also be indicated by the term 10 "exit opening", and the strips 24 will also are denoted by the term "exit strip". The strips 23 located between the exit strips 24, which are thus (in figure 1) bounded on their left-hand edge by a fold-down line 21 and on their right-hand edge by a top-fold line. 22, are free of such passage openings, and will also be indicated by the term . "solid strip". The mutual distances between the successive fold lines 21, 22 in the first sheet 20, and thus the widths of the strips 23 and 24, are equal to each other, and are indicated in Figure 1 by D. The strip width D 20 of the second sheet 20 is greater than the strip width d of the first sheet 10.

Figuur 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede van een gedeelte van een filt'erelement 1 volgens de onderhavige 25 uitvinding. In deze dwarsdoorsnede is geïllustreerd, dat het filterelement is gevormd door het eerste vel 10 en het tweede vel 20, beide in een golfvormig of zigzag gevouwen toestand, op elkaar te plaatsen en aan elkaar te bevestigen, bijvoorbeeld door middel van lijmen. Daarbij zijn de ondervouwlijnen 21 van 30 het tweede vel 20, dat in het hiernavolgende ook zal worden aangeduid met de term "bovenvel", geplaatst op de ondervouwlijnen 11 van het eerste vel 10, dat in het hiernavolgende ook zal worden aangeduid met de term "ondervel·".Figure 2 schematically shows a cross-section of a part of a filter element 1 according to the present invention. In this cross-section it is illustrated that the filter element is formed by placing the first sheet 10 and the second sheet 20, both in a wavy or zigzag folded state, on top of each other and fixing them together, for example by means of gluing. In addition, the fold-down lines 21 of the second sheet 20, which will also be referred to hereinafter as the term "topsheet", are placed on the fold-down lines 11 of the first sheet 10, which will also be referred to hereinafter as the term " bottom sheet · ".

In deze toestand heeft elk ondervel 10 steeds tussen twee 35 opeenvolgende ondervouwlijnen 11 gelegen ondervelgedeelten 31, steeds omvattende een ingangsstrook 13 en een dichte strook 14, welk ondervelgedeelte 31 is gevouwen tot een A-vormige contour. Hierbij vormt, steeds de bovenvouwlijn 12 de punt van die A-vorm, en vormen de ingangsstrook 13 en de dichte strook 10 1 4 2 51 7 14 respectievelijk het linkerbeen en het rechterbeen van die Λ-vorm. Evenzo heeft in deze toestand elk bovenvel 20 steeds tussen twee opeenvolgende ondervouwlijnen 21 gelegen boven-velgedeelten 32, steeds omvattende een dichte strook 23 en een 5 uitgangsstrook 24, welk bovenvelgedeelte 32 is gevouwen tot een Λ-vormige contour. Hierbij vormt steeds de bovenvouwlijn 22 de punt van die Λ-vorm, en vormen de dichte strook 23 en de uitgangsstrook 24 respectievelijk het linkerbeen en het rechterbeen van die Λ-vorm.In this condition, each bottom sheet 10 always has two bottom sheet parts 31 situated between two successive fold-over lines 11, always comprising an entrance strip 13 and a closed strip 14, which bottom sheet part 31 is folded into an A-shaped contour. In this case, the top fold line 12 always forms the point of that A-shape, and the entrance strip 13 and the dense strip 10 1 4 2 51 7 14 form the left leg and the right leg of that Λ-shape, respectively. Likewise, in this condition, each topsheet 20 always has intermediate sheet sections 32 situated between two successive fold-under lines 21, always comprising a closed strip 23 and an exit strip 24, which topsheet section 32 is folded into a contour-shaped contour. The top fold line 22 always forms the point of that die-shape, and the dense strip 23 and the exit strip 24 respectively form the left leg and the right leg of that van-shape.

10 De twee boven elkaar geplaatste Λ-vormige velgedeelten 31 en 32 definiëren tussen elkaar steeds een langwerpig kanaal 30 met een chevron-vormige dwarsdoorsnede, waarbij het Λ-vormige ondervelgedeelte 31 de onderwand van het kanaal 30 definieert en waarbij het Λ-vomige bovenvelgedeelte 32 de bovenwand van 15 het kanaal 30 definieert. Meer in het bijzonder definieert de ingangsstrook 13 van het ondervelgedeelte 31 een linkeronder-wand 33 van het kanaal 30, en definieert de dichte strook 14 van het ondervelgedeelte 31 een rechteronderwand 34 van het kanaal 30. Op vergelijkbare wijze definieert de dichte strook 20 23 van het bovenvelgedeelte 32 een linkerbovenwand 35 van het kanaal 30, en definieert de uitgangsstrook 24 van het bovenvelgedeelte 32 een rechterbovenwand 36 van het kanaal 30.The two superimposed Λ-shaped sheet sections 31 and 32 always define an elongated channel 30 with a chevron-shaped cross-section between them, the Λ-shaped bottom sheet section 31 defining the bottom wall of the channel 30 and wherein the Λ-shaped top sheet section 32 the top wall of 15 defines channel 30. More specifically, the input strip 13 of the bottom sheet portion 31 defines a bottom left wall 33 of the channel 30, and the dense strip 14 of the bottom sheet portion 31 defines a bottom right wall 34 of the channel 30. Similarly, the dense strip 20 defines 23 of the topsheet portion 32 a left top wall 35 of the channel 30, and the exit strip 24 of the topsheet portion 32 defines a top right wall 36 of the channel 30.

Het chevron-vormige kanaal 30 kan worden beschouwd als een combinatie van twee driehoekige kanaaldelen 37 en 38, 25 waarbij een linker driehoekig kanaaldeel 37 wordt gedefinieerd tussen de linkeronderwand 33, de linkerbovenwand 35, en een denkbeeldig syrometrievlak M dat zich uitstrekt tussen de bovenvouwlijnen 12 en 22 van respectievelijk het ondervel 10 en het bovenvel 20. Op vergelijkbare wijze wordt een rechter drie-30 hoekig kanaaldeel 38 gedefinieerd tussen de rechter onderwand 34, de rechter bovenwand 36 en genoemd denkbeeldig vlak M.The chevron-shaped channel 30 can be considered as a combination of two triangular channel parts 37 and 38, where a left triangular channel part 37 is defined between the bottom left wall 33, the top left wall 35, and an imaginary syrometry plane M extending between the top fold lines 12 and 22 of the bottom sheet 10 and the top sheet 20, respectively. Similarly, a right triangular channel section 38 is defined between the right bottom wall 34, the right top wall 36 and said imaginary plane M.

Het filterelement 1 is bestemd om te worden geplaatst in een omhoog gerichte luchtstroming, waarbij de stroomopwaartse 35 zijde van die luchtstroming zich bevindt aan de onderzijde (figuur 2) ' van het ondervel 10 en waarbij de stroomafwaartse zijde van die luchtstroming zich bevindt aan de bovenzijde (figuur 2) van het bovenvel 20. Zoals vermeld, is het filtermateriaal zelf in hoofdzaak niet-doorlatend voor de 10 1 4 2 5 1 δ luchtstroming, zodat die luchtstroming bij het passeren van het filterelement wordt gedwongen door de kanalen 30 te stromen, waarbij de gaten 40 in het ondervel 10 fungeren als ingangs-gaten voor de kanalen 30, en waarbij de gaten 50 in het 5 bovenvel 20 fungeren als uitgangsgaten voor de kanalen 30.The filter element 1 is intended to be placed in an upwardly directed airflow, with the upstream side of that airflow being at the bottom (figure 2) of the bottom sheet 10 and the downstream side of that airflow being at the top (Figure 2) of the topsheet 20. As mentioned, the filter material itself is substantially impermeable to the air flow, so that that air flow is forced to pass through the channels 30 as it passes the filter element, wherein the holes 40 in the bottom sheet 10 act as entry holes for the channels 30, and the holes 50 in the top sheet 20 act as exit holes for the channels 30.

Bij de constructie zoals beschreven in het Nederlandse octrooi 113.498 hebben de doorlaatgaten een in hoofdzaak cirkelvormige contour, en zijn de ingangsgaten in het ondervel 10 gecentreerd op een bovenvoüwlijn daarvan en zijn de uitgangsgaten in het bovenvel gecentreerd op de ondervouwlijnen daarvan. Zoals hierboven reeds is vermeld, vindt de luchtstroming bij een dergelijke constructie in hoofdzaak plaats volgens het genoemde denkbeeldige vlak M, waarbij de lucht-15 stroming zal botsen op de binnenwand van de bovenvouwlijn van het bovenvel. Bij het filterelement volgens de onderhavige uitvinding daarentegen zijn de ingangsgaten 40 van een kanaal 30 steeds aangebracht in één van de onderwandgedeelten van de onderwand 31, en zijn de uitgangsgaten 50 steeds aangebracht in 20 het aan de andere zijde van het symmetrievlak M gelegen boven-wandgedeelte van de bovenwand 32. Meer in het bijzonder zijn, in de in figuur 2 geschetste dwarsdoorsnede, de ingangsgaten 40 aangebracht in het linkeronderwandgedeelte 33 en zijn de uitgangsgaten 50 aangebracht in het rechterbovenwandgedeelte 25 36.In the construction as described in Dutch Patent 113,498, the passage holes have a substantially circular contour, the entry holes in the bottom sheet 10 are centered on an upper line thereof, and the exit holes in the topsheet are centered on the fold lines thereof. As already mentioned above, the air flow in such a construction takes place essentially along the said imaginary plane M, the air flow will collide with the inner wall of the top fold line of the topsheet. In the filter element according to the present invention, on the other hand, the entrance holes 40 of a channel 30 are always arranged in one of the bottom wall sections of the bottom wall 31, and the exit holes 50 are always arranged in the top wall section located on the other side of the symmetry plane M. of the top wall 32. More specifically, in the cross-section outlined in Figure 2, the entry holes 40 are provided in the bottom left wall portion 33 and the exit holes 50 are located in the top right wall portion 36.

Als gevolg van deze opstelling van de ingangsgaten 40 en uitgangsgaten ,50 wordt de luchtstroming door het filterelement gedwongen om in het kanaal 30, gezien in de dwarsdoorsnede volgens figuur 2, een in hoofdzaak S-vormig traject af te 30 leggen, van het linker driehoekige kanaaldeel 37 naar het rechter driehoekige kanaaldeel 38, zoals geïllustreerd met de trajectlijn T in figuur 2. Dit traject T betreft in algemene zin de richting van de luchtstroming. Meer gedetailleerd zullen zich turbulente wervelingen voordoen, waarbij de luchtstroming 35 veelvuldig botst met de kanaalwanden, zoals in figuur 2 aangeduid met een om de trajectlijn T slingerende lijn T".As a result of this arrangement of the entrance holes 40 and exit holes, 50, the air flow through the filter element is forced to travel an essentially S-shaped path in the channel 30, seen in the cross section according to Figure 2, of the left triangular channel section 37 to the right-hand triangular channel section 38, as illustrated with the trajectory line T in Figure 2. This trajectory T generally relates to the direction of air flow. More in detail, turbulent vortices will occur, the airflow 35 frequently colliding with the channel walls, as indicated in Figure 2 by a line T "winding about the trajectory line T".

Voorts zijn de ingangsopeningen 40 en de uitgangs-openingen 50 in axiale richting, dat wil zeggen in de loodrecht op het vlak van tekening van figuur 2 gerichte lengterichting 10 i 4 2 5 1 9 van de kanalen 30, versprongen ten opzichte van elkaar. In figuur 1 is de axiale, dat wil zeggen gemeten langs de lengterichting van de vouwlijnen 11 en 12, positie van een ingangsgat 40 aangeduid met de letter P; de steek van opeen-5 volgende gaten 40 op een zelfde ingangsstrook 13, dat wil zeggen de hart op hart afstand van de opeenvolgende gaten 40, is in figuur 1 aangeduid met ΔΡ. Γη figuur 1 is getoond.dat corresponderende ingangsgaten van al de ingangsstroken 13 zijn opgesteld bij in hoofdzaak dezelfde positie P, hoewel dat op 10 zich niet essentieel is..Furthermore, the entrance openings 40 and the exit openings 50 are staggered with respect to each other in the axial direction, that is to say in the longitudinal direction directed perpendicular to the plane of the drawing of figure 2 of the channels 30. In Figure 1, the axial, i.e., measured along the longitudinal direction of the folding lines 11 and 12, position of an entrance hole 40 is indicated by the letter P; the pitch of consecutive holes 40 on the same input strip 13, that is to say the center-to-center distance of the consecutive holes 40, is indicated in Figure 1 by ΔΡ. Figure 1 is shown that corresponding entry holes of all the input strips 13 are arranged at substantially the same position P, although that is not essential in itself.

In figuur 1 is voorts aangeduid, dat de positie P van een ingangsgat. 40. in het eerste vel 10 in. hoofdzaak correspondeert met een positie ongeveer halverwege tussen twee opeenvolgende uitgangsgaten 50 in het tweede vel 20. Dit betekent dat het 15 door de luchtstroom te volgen traject T van een ingangsgat 40 naar een uitgangsgat 50, behalve de in figuur 2 geïllustreerde S-vormige projectie op een vlak loodrecht op de lengterichting van de kanalen 30, ook een axiale component heeft evenwijdig aan de lengterichting van de kanalen 30, welke axiale component 20 een lengte heeft die in hoofdzaak gelijk zal zijn aan %ΔΡ.In Figure 1 it is further indicated that the position P of an entrance hole. 40. in the first sheet 10 in. substantially corresponds to a position approximately midway between two successive exit holes 50 in the second sheet 20. This means that the airflow pathway 15 follows from an entrance hole 40 to an exit hole 50, except for the S-shaped projection illustrated in FIG. a plane perpendicular to the longitudinal direction of the channels 30, also has an axial component parallel to the longitudinal direction of the channels 30, which axial component 20 has a length which will be substantially equal to% ΔΡ.

Door de beschreven positionering van de ingangsgaten en de uitgangsgaten wordt de luchtstroming dus gedwongen om binnen de kanalen 30 een traject T te volgen met een relatief grote lengte, en daarbij wordt een veelvuldig contact met de kanaal-25 wanden gewaarborgd, hetgeen het filterelement volgens de onderhavige uitvinding in het bijzonder geschikt maakt voor het absorberen van in dergelijke luchtstroming aanwezige vet-deeltjes, zoals in het bijzonder bij gebruik in een afzuigkap waarbij kooktoestellen.As a result of the described positioning of the entrance holes and the exit holes, the air flow is thus forced to follow a path T with a relatively great length within the channels 30, thereby ensuring frequent contact with the channel walls, which means that the filter element is makes the present invention particularly suitable for absorbing fat particles present in such air flow, such as in particular when used in a hood with cooking appliances.

3030

Zoals in figuur 1 geïllustreerd, hebben in de voorkeursuitvoeringsvorm van het filterelement 1 de dwarsdoorsneden van de uitgangsgaten 50 een grotere oppervlakte dan de ingangsgaten 40. Hierdoor wordt bereikt, dat de luchtweerstand van het 35 filterelement relatief laag is terwijl toch een goede filter-efficiency wordt bereikt.As illustrated in Figure 1, in the preferred embodiment of the filter element 1, the cross-sections of the exit holes 50 have a larger surface area than the entrance holes 40. This ensures that the air resistance of the filter element is relatively low while still providing good filtering efficiency. reached.

In een geschikte uitvoeringsvorm is de oppervlakte .van de uitgangsgaten 50 ongeveer twee keer zo groot als die van de ingangsgaten 40.In a suitable embodiment, the surface area of the exit holes 50 is approximately twice as large as that of the entrance holes 40.

10 1 4 25 1 1010 1 4 25 1 10

Voor een optimalisering van de filterefficiency als gevolg van een zo intensief en veelvuldig mogelijk contact van de luchtstroming met de wanden van het kanaal 30 is het gewenst 5 om te verzekeren, dat de luchtstroming zo goed mogelijk doordringt tot in de uiterste hoeken van de kanalen 30, daar waar de onder- en bovenwandgedeelten 33, 35 respectievelijk 34, 36 elkaar naderen. In de in de figuren geïllustreerde voorkeursuitvoeringsvormen hebben daartoe de ingangsgaten 40 10 ten minste één lineaire zijrand 41 die evenwijdig is aan de de ingangsstrook 13 begrenzende ondervouwlijn 11 en die zich op korte afstand bevindt van die ondervouwlijn 11. Genoemde zijrand 41 definieert tevens de maximale axiale lengte van het betreffende gat 40, dat wil zeggen gemeten in de lengterichting 15 van de vouwlijnen 11 en 12. De overige axiale afmetingen van het gat 40 zijn dus hoogstens gelijk aan die evenwijdig aan de ondervouwlijn 11 georiënteerde eerste zijrand 41. De gaten 40 kunnen een rechthoekige vorm hebben, maar bij voorkeur hebben zij een vorm waarbij de axiale afmeting van een gatdeel kleiner 20 is naarmate dat gatdeel zich op grotere afstand bevindt van die eerste zijrand 41. In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm hebben de gaten 40 een driehoekige contour, en meer in het bijzonder de contour van een gelijkzijdige driehoek.In order to optimize the filter efficiency as a result of the most intensive and frequent contact of the air flow with the walls of the channel 30, it is desirable to ensure that the air flow penetrates as far as possible to the extreme corners of the channels 30 where the bottom and top wall portions 33, 35 and 34, 36 approach each other. To this end, in the preferred embodiments illustrated in the figures, the entrance holes 40 have at least one linear side edge 41 which is parallel to the fold-down line 11 bounding the entrance strip 13 and which is located a short distance from that fold-over line 11. Said side edge 41 also defines the maximum axial length of the hole 40 in question, that is to say measured in the longitudinal direction 15 of the folding lines 11 and 12. The other axial dimensions of the hole 40 are therefore at most equal to that of the first side edge 41 oriented parallel to the folding line 11. The holes 40 can have a rectangular shape, but preferably they have a shape in which the axial dimension of a hole part is smaller as the hole part is further away from said first side edge 41. In the preferred embodiment shown, the holes 40 have a triangular contour, and more in particular the contour of an equilateral triangle.

Op vergelijkbare wijze hebben de uitgangsgaten 50 een 25 eerste zijrand 51 die evenwijdig is aan de de uitgangsstrook 24 begrenzende ondervouwlijn 21 van het bovenvel 20, en die zich op korte afstand bevindt van die ondervouwlijn 21. Voorts geldt op vergelijkbare wijze, dat deze eerste zijrand 51 de maximale axiale afmeting van de uitgangsgaten 50 definieert, en dat de 30 uitgangsgaten 50 in de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm de vorm hebben van een driehoek, meer in het bijzonder een gelijkzijdige driehoek.Similarly, the exit holes 50 have a first side edge 51 which is parallel to the fold-down line 21 of the topsheet 20 bounding the exit strip 24, and which is a short distance from that fold-down line 21. Furthermore, in a similar manner, this first side edge 51 defines the maximum axial dimension of the exit holes 50, and that the exit holes 50 in the preferred embodiment shown are in the form of a triangle, more particularly an equilateral triangle.

In een geschikte uitvoeringsvorm heeft de eerste zijrand 41 van de driehoekige ingangsgaten 40 een lengte in de orde van 35 ongeveer 6 mm, heeft de eerste zijrand 51 van de uitgangsgaten 50 een lengte in de orde van ongeveer 9 mm, bedraagt de afstand tussen die eerste zijranden 41 en 51 en de daarnaast gelegen ondervouwlijnen 11 en 12 in de orde van ongeveer 2 a 3 mm, en bedraagt de steek ΔΡ tussen opeenvolgende gaten in de orde van 10 1 4 2 5 1 11 ongeveer 4 cm. De strookbreedte d van het ondervel 10 kan daarbij in de orde van ongeveer 15 mm bedragen, terwijl de strookbreedte D van het bovenvel 20 daarbij in de orde van ongeveer 20 mm kan bedragen.In a suitable embodiment, the first side edge 41 of the triangular entrance holes 40 has a length in the order of about 6 mm, the first side edge 51 of the exit holes 50 has a length in the order of about 9 mm, the distance between the first side edges 41 and 51 and the adjacent fold-over lines 11 and 12 in the order of about 2 to 3 mm, and the pitch ΔΡ between successive holes in the order of 10 1 4 2 5 1 11 is about 4 cm. The strip width d of the bottom sheet 10 can be of the order of about 15 mm, while the strip width D of the top sheet 20 can be of the order of about 20 mm.

55

Aldus verschaft- de onderhavige uitvinding een filter-element 1 dat is opgebouwd uit een golfvormig of zigzag gevouwen ondervel 10 en een eveneens golfvormig of zigzag gevouwen bovenvel 20, die tussen elkaar langwerpige kanalen 30 10 definiëren met een in hoofdzaak chevron-vormige dwarsdoorsnede. Elk kanaal 30 heeft een onderwand 31 met een in hoofdzaak Λ-vormige contour, met een linkeronderwandgedeelte 33 en een rechteronderwandgedeelte 34, alsmede een bovenwand 32 met een in hoofdzaak Λ-vormige contour, met een linker-15 bovenwandgedeelte 35 en een rechterbovenwandgedeelte 36.Thus, the present invention provides a filter element 1 composed of a corrugated or zigzag folded top sheet 10 and a likewise corrugated or zigzag folded top sheet 20, which define elongated channels 30 between each other having a substantially chevron-shaped cross section. Each channel 30 has a bottom wall 31 of a substantially Λ-shaped contour, with a left bottom wall section 33 and a right bottom wall section 34, as well as a top wall 32 of a substantially Λ-shaped contour, with a left top wall section 35 and a right top wall section 36.

In het ondervel zijn ingangsgaten 40 voor de kanalen gevormd, en in het bovenvel zijn uitgangsgaten 50 voor de kanalen gevormd.Input holes 40 for the channels are formed in the bottom sheet, and output holes 50 for the channels are formed in the topsheet.

De ingangsgaten 40 bevinden zich uitsluitend in een 20 linker- (respectievelijk rechter)-onderwandgedeelte 33, 'en de uitgangsgaten 50 bevinden zich uitsluitend in het zich aan de andere kant van het kanaal bevindende rechter- (respectievelijk linker)-bovenwandgedeelte 36. De ingangsgaten en de uitgangsgaten zijn bij voorkeur in de lengterichting van de 25 kanalen versprongen ten opzichte van elkaar aangebracht.The entrance holes 40 are located only in a left (respectively right) bottom wall section 33, and the exit holes 50 are located only in the right (respectively left) top wall section 36 located on the opposite side of the channel. The entrance holes and the exit holes are preferably offset from one another in the longitudinal direction of the channels.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen 30 en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be apparent to one skilled in the art that the scope of the present invention is not limited to the examples discussed above, but that various modifications and modifications thereof are possible without departing from the scope of the invention as defined in the appended conclusions.

In het bijzonder wordt opgemerkt, dat in figuur 2 de horizontale afstand tussen opeenvolgende ondervouwlijnen 11 35 overdreven groot is weergegeven, met als gevolg dat de breedte van het kanaal 30 overdreven groot is weergegeven. In de praktijk zal de tophoek van de bovenvouwlijn 12 van het ondervel· 10, die in de figuur ongeveer 75° bedraagt, veel kleiner zijn, bij voorbeeld in de orde van ongeveer 20°, met 10 1 A 25 1 12 als gevolg dat de aan elkaar grenzende kanaalwanden 33 en 35 respectievelijk 34 en 36 zeer dicht tegen elkaar aan zullen liggen, zodat de beschreven interactie van de luchtstroming met de kanaalwanden en de middels trajectlijn T' aangeduide 5 botsingen bijzonder intensief zullen zijn.In particular, it is noted that in Figure 2 the horizontal distance between successive fold-under lines 11 is shown excessively large, with the result that the width of the channel 30 is shown excessively large. In practice, the apex angle of the top fold line 12 of the bottom sheet · 10, which is approximately 75 ° in the figure, will be much smaller, for example on the order of approximately 20 °, with 10 1 A 25 1 12 resulting in the adjacent channel walls 33 and 35 and 34 and 36, respectively, will lie very close to each other, so that the described interaction of the air flow with the channel walls and the collisions indicated by trajectory line T 'will be particularly intensive.

10 1 4 25 110 1 4 25 1

Claims (9)

1. Filterelement (1), omvattende: - een langs onderling evenwijdige ondervouwlijnen (11) en bovenvouwlijnen (12) in hoofdzaak golfvormig of zigzag gevouwen ondervel (10); 5. een langs onderling evenwijdige ondervouwlijnen (21) en bovenvouwlijnen (22) in hoofdzaak golfvormig of zigzag gevouwen bovenvel (20); waarbij het bovenvel (20) met zijn ondervouwlijnen (21) op de ondervouwlijnen (11) van het ondervel (10) is aangebracht, 10 waarbij tussen opeenvolgende ondervouwlijnen (11) van het ondervel (10) gelegen ondervelgedeelten (31) en tussen opeenvolgende ondervouwlijnen (21) van het bovenvel (20) gelegen bovenvelgedeelten (32) respectievelijk in hoofdzaak Λ-vormige onderwanden en bovenwanden vormen van langwerpige 15 kanalen (30) met een in hoofdzaak chevron-vormige dwarsdoor-snedevorm; en waarbij de ondervelgedeelten (31) zijn voorzien van ingangsgaten (40) en waarbij de bovenvelgedeelten (32) zijn voorzien van uitgangsgaten (50) ; 20 waarbij de ingangsgaten (40) van een kanaal (30) zich uitsluitend bevinden in onderwandgedeelten (33) aan één zijde van een symmetrievlak (M) van dat kanaal (30) en waarbij de uitgangsgaten (50) zich uitsluitend bevinden in bovenwand-gedeelten (36) aan de andere zijde van dat symmetrievlak (M) 25 van dat kanaal (30).Filter element (1), comprising: - a bottom sheet (10) which is substantially corrugated or zigzag folded along mutually parallel fold-down lines (11) and top-fold lines (12); 5. a topsheet (20) folded substantially in a wavy or zigzag manner along fold lines (21) and top fold lines (22); the topsheet (20) being applied to the fold-down lines (11) of the bottom sheet (10) with its fold-over lines (21), wherein bottom sheet sections (31) situated between successive fold-over lines (11) of the bottom sheet (10) and between successive fold-over lines (21) the top sheet portions (32) located from the topsheet (20) respectively form substantially vorm-shaped bottom walls and top walls of elongated channels (30) of a substantially chevron-shaped cross-sectional shape; and wherein the bottom sheet portions (31) are provided with entry holes (40) and the topsheet portions (32) are provided with exit holes (50); 20 wherein the entrance holes (40) of a channel (30) are exclusively in bottom wall sections (33) on one side of a plane of symmetry (M) of that channel (30) and wherein the exit holes (50) are only in top wall sections (36) on the other side of that plane of symmetry (M) 25 of that channel (30). 2. Filterelement volgens conclusie 1, waarbij de ingangsgaten (40) en de uitgangsgaten (50) van een kanaal (30) in de lengterichting van dat kanaal (30) ten opzichte van elkaar 30 versprongen zijn aangebracht.A filter element according to claim 1, wherein the entry holes (40) and the exit holes (50) of a channel (30) are staggered in the longitudinal direction of said channel (30). 3. Filterelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij de onderlinge axiale afstand tussen de opeenvolgende gaten (40; 50) van een kanaal (30) significant groter is dan de maximale axiale 35 afmeting van die gaten (40; 50), bij voorkeur met een factor 2 en met meer voorkeur met een factor in het gebied van 3 tot 5. 1014251 4_ Filterelement volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de oppervlakte van de uitgangsgaten (50) significant groter is dan de oppervlakte van de ingangsgaten 5 (40) ..Filter element according to claim 1 or 2, wherein the mutual axial distance between the successive holes (40; 50) of a channel (30) is significantly greater than the maximum axial dimension of those holes (40; 50), preferably with a factor of 2 and more preferably by a factor in the range of 3 to 5. 1014251 Filter element according to any of the preceding claims, wherein the area of the exit holes (50) is significantly larger than the area of the entry holes 5 (40) .. 5. Filterelement volgens conclusie 4, waarbij de verhouding van de oppervlakte van de uitgangsgaten (50) tot de oppervlakte van de ingangsgaten (40) groter is dan 2, en bij voorkeur is 10 gelegen in het gebied van 3 tot 5.The filter element of claim 4, wherein the ratio of the area of the exit holes (50) to the area of the entry holes (40) is greater than 2, and preferably 10 is in the range of 3 to 5. 6. Filterelement volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de ingangsgaten (40) hun maximale axiale afmeting hebben bij een in hoofdzaak lineaire gatrand (41) die 15 in hoofdzaak axiaal is gericht en zich op korte afstand bevindt van een ondervouwlijn (11) van het ondervel (10), en waarbij de uitgangsgaten (50) hun maximale axiale afmeting hebben bij een in hoofdzaak lineaire gatrand (51) die in hoofdzaak axiaal is gericht en zich op korte afstand bevindt van een ondervouwlijn 20 (21) van het bovenvel (20).Filter element according to any one of the preceding claims, wherein the entrance holes (40) have their maximum axial dimension at a substantially linear hole edge (41) which is oriented substantially axially and is a short distance from a fold-over line (11) of the bottom sheet (10), and wherein the exit holes (50) have their maximum axial dimension at a substantially linear hole edge (51) which is oriented substantially axially and is a short distance from a fold-down line 20 (21) of the topsheet ( 20). 7. Filterelement volgens conclusie 6, waarbij de ingangsgaten (40) en de uitgangsgaten (50) een in hoofdzaak driehoekige contour hebben. 25The filter element of claim 6, wherein the entry holes (40) and the exit holes (50) have a substantially triangular contour. 25 8. Vel (10; 20) voor een filterelement (1) volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, welk vel (10; 20) is voorzien van onderling evenwijdige ondervouwlijnen (11; 21) en bovenvouwlijnen (12; 22) die het vel (10; 20) verdelen in 30 onderling in hoofdzaak even brede stroken (13, 14; 23, 24); waarbij steeds afwisselend een strook (13; 24) is voorzien van een reeks doorlaatopeningen (40; 50) en een strook (14; 23) vrij is van doorlaatopeningen; waarbij de doorlaatopeningen (40; 50) hun maximale in de 35 lengterichting van de stroken gemeten afmeting hebben bij een in hoofdzaak lineaire gatrand (41; 51) die in hoofdzaak evenwijdig is aan en zich op korte afstand bevindt van een ondervouwlijn (11; 21) van het vel (10;- 20) . 10 1 4 2 5 1Sheet (10; 20) for a filter element (1) according to any one of the preceding claims, which sheet (10; 20) is provided with mutually parallel fold-down lines (11; 21) and top fold lines (12; 22) which form the sheet ( 10; 20) divide into 30 substantially equally wide strips (13, 14; 23, 24); wherein a strip (13; 24) is alternately provided with a series of passage openings (40; 50) and a strip (14; 23) is free from passage openings; the passages (40; 50) having their maximum dimension measured in the longitudinal direction of the strips at a substantially linear hole edge (41; 51) which is substantially parallel to and located a short distance from a fold-down line (11; 21 ) of the sheet (10; -20). 10 1 4 2 5 1 9. Vel volgens conclusie 8, waarbij de doorlaatopeningen (40r 50) een in hoofdzaak driehoekige contour hebben.The sheet of claim 8, wherein the passage openings (40r 50) have a substantially triangular contour. 10. Vel volgens conclusie 8 of 9, waarbij de onderlinge 5 afstand tussen de opeenvolgende doorlaatopeningen (40; 50) van één strook (13; 24) significant groter is dan de maximale in de lengterichting van de stroken gemeten afmeting van die doorlaatopeningen (40; 50), bij voorkeur met een factor 2 en met meer voorkeur met een factor in het gebied van 3 tot 5. 10 14 25110. Sheet according to claim 8 or 9, wherein the mutual distance between the successive passage openings (40; 50) of one strip (13; 24) is significantly greater than the maximum dimension of the passage openings (40 measured in the longitudinal direction of the strips) ; 50), preferably by a factor of 2 and more preferably by a factor in the range of 3 to 5. 10 14 251