NL1013647C2 - Verpakking voor contactlensvloeistof en werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke verpakking. - Google Patents

Description

ί *

VERPAKKING VOOR CONTACTLENSVLOEISTOF EN WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDIGING VAN EEN DERGELIJKE VERPAKKING

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor een vloeistof geschikt voor ophthalmologische toepassingen, zoals contactlensvloeistof.

De bekende verpakking voor een dergelijke vloeistof 5 bestaat er in drie soorten. Het meest toegepaste type verpakking voor contactlensvloeistof is een plastic flacon. Een dergelijke flacon is in de regel uitgerust met een zeker-heidssluiting en een druppelaar. De druppelaar dient ertoe om nauwkeurig het aantal gewenste druppels uit de flacon te ver-10 krijgen. De contactlensvloeistof die zich in de flacon bevindt moet steriel zijn, omdat de vloeistof in contact komt met het oog. Echter, na het openen van de flacon gaat de steriliteit van de contactlensvloeistof verloren door het contact dat met de omgeving plaatsvindt. Om bacterie- en schim-15 melgroei tegen te gaan worden daartoe conserveermiddelen aan de contactlensvloeistof toegevoegd. Deze conserveermiddelen kunnen bij contactlensdragers echter reacties oproepen, die zich uiten door irritaties aan het oog, eventueel direct bij het inzetten van de lenzen, of na enige tijd. In sommige ge-20 vallen kan het voorkomen dat na enige maanden, zelfs na enkele jaren de ogen het conserveermiddel niet meer kunnen verdragen. Dan dient de contactlensdrager over te gaan op een andere vloeistof.

Op grond van het hierboven beschrevene is het zeer 25 gewenst om een contactlensvloeistof te gebruiken die geen of slechts een gering gehalte aan conserveermiddel bevat en bovendien steriel blijft. De bekende flacon is daartoe niet geschikt. Daarom wordt wel een tweede type verpakking toegepast, namelijk een plastic ampul die een one unit dosis aan 30 contactlensvloeistof bevat. De productiekosten hiervan zijn echter hoog en door de grote hoeveelheid ampullen die nodig zijn, is dit alternatief niet milieuvriendelijk. Het voordeel van contactlensvloeistof in een ampul is wel dat deze niet of minder geconserveerd hoeft te worden en dat de vloeistof, 35 slechts voor eenmalig gebruik, altijd steriel is.

1013647 2

Ook wordt wel een zogenaamde airsprayverpakking of spuitbus gebruikt. Het voordeel van deze verpakking ten opzichte van een flacon is dat de inhoud steriel blijft vanwege het feit dat de contactlensvloeistof onder druk in de verpak-5 king is opgeslagen. Door het drukverschil kan alleen contactlensvloeistof ontsnappen, zonder dat buitenlucht naar binnen kan dringen. Hierdoor behoeven geen conserveermiddelen te worden gebruikt. In tegenstelling tot een ampulverpakking is de airsprayverpakking geschikt voor multi-doses. De air-10 sprayverpakking heeft echter de volgende nadelen: 1) de relatief hoge productiekosten en 2) de vloeistof wordt door het drukverschil te krachtig uit de bus gespoten, zodat vaak de lens van de vingertop gespoten wordt.

15 De bekende verpakkingen hebben milieutechnisch nade len. Zowel de flacons als de ampullen leiden tot vergroting van de afvalberg, terwijl ook de airsprayverpakking bekende milieunadelen heeft. Een verder probleem is dat bij de fla-converpakking de houdbaarheid van de contactlensvloeistof 20 ondanks de toepassing van conserveermiddelen gering is. De steriliteit van de contactlensvloeistof in de bekende flacon-verpakking kan niet gegarandeerd worden, terwijl de conserveermiddelen slechts een beperkte periode actief zijn. Ten gevolge hiervan is de houdbaarheid van de contactlensvloei-25 stof na aanbreken van de flacon beperkt tot een aantal maanden. Dit betekent dat soms aangebroken flacons die niet volledig zijn opgebruikt veiligheidshalve dienen te worden weggegooid .

Doelstelling van de uitvinding is te voorzien in een 30 verpakking voor contactlensvloeistof waarmee zich de problemen van de bekende verpakkingen niet voordoen. De verpakking volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt door een zak voor opname van de vloeistof en een op de zak aangesloten ventiel-stuk dat vloeistofdoorlaatbaar is vanuit de zak en de zak 35 luchtdicht afsluit.

Door het ventiel kan alleen vloeistof naar buiten; lucht kan niet naar binnen. De zich in de zak bevindende vloeistof kan daardoor tijdens het gebruik steriel blijven.

De zak is bij voorkeur gemaakt van een gemakkelijk samendruk- 1013647 3 baar materiaal, waarbij de eenvoud van de hantering er mee gediend is dat de verpakking volgens de uitvinding in een houder geplaatst kan worden. De zak kan uiteraard ook zonder houder gebruikt worden. Een voorbeeld van een houder die voor 5 de zak gebruikt zou kunnen worden, is een houder waarin zich aan een zijde in het midden een gat bevindt waarop de duim geplaatst wordt. Doordat de houder hierdoor luchtdicht wordt gemaakt, wordt door de spanning die de lucht op de zak met contactlensvloeistof uitoefent bij indrukken van de houder, 10 de vloeistof naar buiten gedreven. Een andere mogelijke houder zou een zogenaamde knijphouder kunnen zijn, waartussen de zak geplaatst wordt. Door het samenknijpen van de houder wordt de vloeistof door het ventiel naar buiten geperst.

Het is wenselijk dat het ventiel vloeistofdoorlaat-15 baar is bij een in de zak aanwezige overdruk van tenminste 0.001 tot bijvoorbeeld 0.04 Bar. Dit biedt voldoende garantie dat geen contaminerende substanties onbedoeld in de zak terecht kunnen komen. In verband met het beoogde gebruiksdoel van de verpakking volgens de uitvinding is het verder wense-20 lijk dat het ventiel chemisch stabiel is in een milieu van vloeistoffen op basis van zoutoplossingen en op basis van waterstofperoxide.

Verder heeft het de voorkeur dat het ventiel hydrofoob is. Hiermee wordt bereikt dat na gebruik geen contact-25 lensvloeistof op het ventiel achterblijft, dat anders alsnog besmet zou kunnen raken en irritaties zou kunnen opleveren door vermenging met contactlensvloeistof dat later uit de verpakking wordt betrokken.

Het is verder voordelig dat het materiaal van het 30 ventiel steriliseerbaar is. Dit biedt het voordeel dat de productie van het ventiel in een niet steriele omgeving en daarmee goedkoop kan plaatsvinden en dat de gewenste steriliteit later kan worden verzorgd.

Bij voorkeur is de verpakking volgens de uitvinding 35 uitgevoerd met een ventiel dat geschikt is voor de vorming van tenminste een druppel. Dit bevordert de mogelijkheid van een doelmatige dosering van contactlensvloeistof.

Bij voorkeur is de verpakking uitgevoerd met een ventielstuk dat een buis omvat waarbinnen het ventiel is ge 1 01 3647 4 plaatst. Dit waarborgt dat het ventiel niet onbedoeld betast kan worden, zodat de steriliteit van het ventiel behouden blij ft.

Een uit productiedoeleinden zeer geschikte uitvoe-5 ringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt dat in de zak een connector aanwezig is en dat het ventielstuk op de connector aansluit. Voordelig is daarbij dat de connector is ingericht om de zak af te sluiten en openbaar is door het de zak indrukken van het ventielstuk.

10 Met de verpakking volgens de uitvinding worden de volgende voordelen gerealiseerd: - de steriliteit van de contactlensvloeistof blijft ook tijdens gebruik gegarandeerd; - de houdbaarheid na opening wordt veel langer: 15 3 jaren of langer; - het gebruik van conserveermiddelen wordt overbodig of tot een minimum beperkt; - de besparing op verpakkingsmateriaal bedraagt ca. 70% t.o.v. een flaconverpakking.

20 De uitvinding is tevens belichaamd in een werkwijze voor de vervaardiging van een verpakking voor contactlens-vloeistof. De werkwijze is volgens de uitvinding gekenmerkt door de vervaardiging van een zak met een in de zak opgenomen connector voor een daarop aan te sluiten ventielstuk, waarbij 25 de connector en de zak zijn ingericht om samen te werken ter sluiting van de zak en dat in de gerede zak de connector de zak afsluit.

Met de werkwijze volgens de uitvinding kan een verpakking worden verschaft die inherent op behoud van sterili-30 teit gericht is, terwijl deze nochtans tijdens de vervaardiging niet steriel hoeft te zijn. In een verdere productiestap kan de gerede zak vervolgens worden gesteriliseerd, waarna de gerede zak wordt geopend, wordt gevuld met gesteriliseerde contactlensvloeistof en weer wordt gesloten.

35 Teneinde de verpakking volgens de uitvinding dan gebruiksgereed te maken, wordt in een volgende vervaardi-gingsstap een in een buis opgenomen ventiel gesteriliseerd, waarna het aldus verkregen ventielstuk wordt aangesloten op de connector. Uit de dan verkregen verpakking kan contact- 1013647 5 lensvloeistof worden betrokken door eenvoudig het ventielstuk naar binnen in de zak van de verpakking te drukken, zodat de afsluiting door de connector geopend wordt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de 5 hand van de tekening, welke - in figuur 1 de verpakking volgens de uitvinding in doorsnede toont, terwijl deze is opgenomen in een houder/

- in de figuren 2A en 2B een doorsnede toont van de verpakking zoals opgenomen in de houder volgens de lijn A-A

10 in figuur 1; - in figuur 3 het ventielstuk in doorsnede toont; en - in figuur 4 het ventielstuk, verbonden met een mogelijke connector van de zak volgens de uitvinding toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers 15 verwijzen naar dezelfde onderdelen.

In figuur 1 wordt schematisch een houder 1 getoond, waarbinnen een verpakking 2 voor contactlensvloeistof is opgenomen. Deze verpakking 2 wordt in hoofdzaak gevormd door een zak 3 waarop een ventielstuk 4 is aangesloten. Het ven-20 tielstuk 4 omvat een ventiel 5 dat vloeistofdoorlaatbaar is vanuit de zak 3 en de zak overigens luchtdicht afsluit. Het ventiel 5 is bij voorkeur vloeistofdoorlaatbaar bij een in de zak 3 aanwezige overdruk van tenminste 0.02 Bar. De figuren 2A en 2B tonen een wijze waarop een dergelijke overdruk in de 25 zak 3 kan worden aangebracht. Figuur 2A toont de zak 3 die in een onbelaste houder 1 is opgenomen. De houder 1 is bij voorkeur voorzien van een luchtopening 6 waardoor het binnenste van de houder 1 in open verbinding staat met de buitenlucht . Wanneer nu de houder 1 wordt samengedrukt kan lucht 30 uit de houder 1 ontsnappen via de luchtopening 6 terwijl het samendrukken van de houder 1 kan worden voortgezet tot ook de zak 3 wordt gecomprimeerd.

Verwijzend weer naar figuur 1 en in het bijzonder naar het ventielstuk 4 en het daarvan deel uitmakende ventiel 35 5 kan verder als volgt worden opgemerkt.

Het ventiel 5 is bij voorkeur chemisch stabiel in een milieu van vloeistof op basis van zoutoplossingen en op basis van waterstofperoxide. Verder is het ventiel 5 bij 1013647 6 voorkeur hydrofoob en steriliseerbaar en is dit ingericht voor de vorming van tenminste een druppel.

In de figuren 3 en 4 wordt de uitvoeringsvorm getoond waarin het ventielstuk 4 een buis 7 omvat, waarbinnen 5 het ventiel 5 is geplaatst. In figuur 4 wordt de samenstelling van het ventielstuk 4 met de zak 3 in een detail getoond, waarbij een connector 8 aanwezig is, waarop het ventielstuk 4 aansluit. De connector 8 is ingericht om de zak 3 af te sluiten, terwijl in de getoonde positie de connector 8 10 juist open is, doordat het ventielstuk 4 de zak 3 is in gedrukt. Ook andere constructies van de connector dan de uitvoering die in fig. 4 is getoond, zijn mogelijk.

De constructie van het ventielstuk zal nu kort worden toegelicht: 15 Het ventiel 5 is gemonteerd op een buis 9, die in gemonteerde toestand de zak 3 is ingestoken en vastzit aan de connector 8. De zak 3 heeft een kanaalvormige doorlaatopening 10 met een binnenwand die voorzien is van een ringvormige uitstulping 11. Zolang het ventielstuk 4 nog niet geplaatst 20 is, sluit de connector 8 de kanaalvormige doorlaatopening 10 af ten behoeve waarvan de connector 8 is voorzien van een klikrand 12 die kan samenwerken met de ringvormige uitstulping 11 aan de binnenzijde van de doorlaatopening 10. Voor gebruik wordt het ventielstuk 4 bevestigd aan de connector 8 25 terwijl deze de kanaalvormige doorlaatopening 10 afsluit. De verpakking kan daarna gebruiksgereed gemaakt worden door het ventielstuk 4 de zak 3 in te drukken. Hierdoor verbreekt de samenwerking tussen de klikrand 12 van de connector 8 en de ringvormige uitstulping 11 aan de binnenwand van de kanaal-30 vormige doorlaatopening 10. De buis 9 van het ventielstuk 4 is eveneens voorzien van een aan de buitenzijde geplaatste klikrand 13 welke dient voor samenwerking met de ringvormige uitstulping 11 aan de binnenwand van de kanaalvormige doorlaatopening 10 zodat een gefixeerde plaatsing in geopende 35 stand van het ventielstuk 4 wordt gefaciliteerd. De buis 9 is verder aan het de zak 3 binnenreikende deel voorzien van doorlaatopeningen 14, waarmee vloeistof uit de zak 3 de buis 9 kan binnentreden in de richting van het ventiel 5.

1 0 1 364 7 7

Verder kan nog gewezen worden op de buis 7 die het ventiel 5 omvat en onder alle omstandigheden het ventiel 5 beschermt tegen contaminatie van buitenaf.

De vervaardiging van de verpakking 1 geschiedt vol-5 gens de uitvinding door eerst de zak 3 te vervaardigen met de daarin opgenomen connector 8, die is ingericht voor een daarop aan te sluiten ventielstuk 4. De connector 8 wordt ter afsluiting van deze vervaardigingsstap in de positie geplaatst dat deze de zak 3 afsluit. Daarna vindt sterilisatie 10 plaats van de gerede zak 3 en vervolgens wordt de afsluiting door de connector 8 van de zak 3 verbroken en wordt de zak 3 gevuld met gesteriliseerde contactlensvloeistof, waarna de connector 8 weer in de positie wordt gebracht waarin deze de zak 3 afsluit.

15 Het in figuur 3 getoonde ventielstuk 4 wordt voor aansluiting op de connector 8 gesteriliseerd. Na de plaatsing van het ventielstuk 4 is de verpakking gereed en kan deze ge-bruiksgereed gemaakt worden door het ventielstuk 4 de zak 3 in te drukken, zodat de afsluiting door de connector 8 geo-2 0 pend wordt.

1013647

Claims (13)

1. Verpakking voor vloeistof voor ophthalmologische toepassingen, bijvoorbeeld contactlensvloeistof, gekenmerkt door een zak (3) voor opname van de vloeistof en een op de zak (3) aangesloten ventielstuk (4) met een ventiel (5) dat 5 vloeistofdoorlaatbaar is vanuit de zak (3) en de zak (3) luchtdicht afsluit.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ventiel (5) vloeistofdoorlaatbaar is bij een in de zak (3) aanwezige overdruk van tenminste 0.001 Bar.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat het ventiel (5) ten minste chemisch stabiel is in een milieu van vloeistoffen op basis van zoutoplossingen en op basis van waterstofperoxide.

4. Verpakking volgens een der conclusies 1-3, met 15 het kenmerk, dat het ventiel (5) hydrofoob is.

5. Verpakking volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het ventiel (5) steriliseerbaar is.

6. Verpakking volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het ventiel (5) geschikt is voor vorming van 20 tenminste een druppel.

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ventielstuk (4) een buis (7) omvat waarbinnen het ventiel (5) is geplaatst.

8. Verpakking volgens een der conclusies 1-7, met 25 het kenmerk, dat in de zak een connector (8) aanwezig is en dat het ventielstuk op de connector aansluit.

9. Verpakking volgens conclusies 8, met het kenmerk, dat de connector is ingericht om de zak (3) af te sluiten, en openbaar is door het de zak (3) indrukken van het ventielstuk 30 (4) .

10. Werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking voor contactlensvloeistof welke gekenmerkt is door de vervaardiging van een zak (3) met een in de zak opgenomen connector (8) voor een daarop aan te sluiten ventielstuk (4), 35 waarbij de connector en de zak (3) zijn ingericht om samen te 1013647 • * werken ter sluiting van de zak (3), en dat in de gerede zak de connector (8) de zak (3) afsluit.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de gerede zak (3) wordt gesteriliseerd.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de gerede zak (3) wordt geopend, wordt gevuld met gesteriliseerde contactlensvloeistof en weer wordt gesloten.

13. Werkwijze volgens een der conclusies 10-12, met 10 het kenmerk, dat een in een buis opgenomen ventiel wordt gesteriliseerd en het aldus verkregen ventielstuk wordt aangesloten op de connector. 1 01 3647