NL1013392C2 - Doseerinrichting ingericht voor het gedoseerd afgeven van een concentraat uit een houder. - Google Patents

Description

Titel: Doseerinrichting ingericht voor het gedoseerd afgeven van een concentraat uit een houder.

De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting voorzien van een behuizing omvattende ten minste één inlaat, ten minste één uitlaat, een vloeistofstroomtrajeet dat zich van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt en een in 5 het vloeistofstroomtrajeet opgenomen pomp waarbij de doseerinrichting is ingericht voor het gedoseerd afgeven van een viskeus concentraat vanuit een houder waarin het concentraat is opgenomen, waarbij het concentraat in verdunde vorm een voor consumptie geschikt product geeft, 10 de houder is voorzien van een opslagruimte waarin het concentraat is opgenomen, en waarbij de inlaat van de doseerinrichting is ingericht om, in gebruik, met de opslagruimte van de houder te worden verbonden.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Britse 15 octrooiaanvrage 2103296. De hierin omschreven doseerinrichting is voorzien van een hol cilindervormig lichaam dat vervaardigd is van een flexibel elastisch materiaal. Het betreffende lichaam omsluit een pompvolume. Voorts is de inrichting voorzien van een bedieningselement voor het 20 samendrukken van het lichaam in een axiale richting. Tevens omvat de inrichting een holle cilindervormige behuizing die is ingericht om tenminste gedurende de fase waarin het pompvolume wordt gereduceerd het genoemde lichaam aan zijn buitenzijde te omvatten. Het flexibele lichaam wordt 25 cyclisch in een axiale richting vervormd met als gevolg dat bij elke cyclus een vooraf bepaalde hoeveelheid extract wordt afgegeven. Het bedieningselement wordt hiertoe met behulp van een pulserend magnetisch veld aangedreven. Voor het aandrijven van het bedieningselement wordt de doseer-30 inrichting in een eenheid geplaatst voor het opwekken van een pulserend magnetisch veld. Bij een pulserende magnetische aandrijving is de positie van de doseerinrichting ten opzichte van de eenheid in axiale richting van de doseerinrichting van grote invloed op de te leveren kracht.

1Ό13392 2

Dit maakt het plaatsen van. de doseerinrichting in de eenheid zeer kritisch.

Voorts heeft de bekende doseerinrichting als nadeel dat de werking hiervan afhankelijk is van de viscositeit 5 van het concentraat. Een verder nadeel is dat de doseerinrichting relatief duur is.

De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor de hiervoor geschetste problemen. De doseerinrichting overeenkomstig de uitvinding is hiertoe gekenmerkt in dat 10 de doseerinrichting is voorzien van een roteerbaar rond een rotatie-as met de behuizing verbonden rotor voor het met behulp van een veranderend magneetveld doen laten roteren van de rotor rond de rotatie-as, waarbij de rotor mechanisch is verbonden met de pomp voor het aandrijven van 15 de pomp met de roterende rotor.

Doordat de doseerinrichting is voorzien van een rotor is het niet langer nodig, zoals bij de bekende inrichting, om een pulserende aandrijving toe te passen. Doordat een pulserende aandrijving achterwege kan worden 20 gelaten behoeft het plaatsen van de doseerinrichting in een afgifte-automaat niet kritisch te zijn. Een verder voordeel is dat in de verdunde vorm van het concentraat niet het zogenaamde zebra-effect optreedt omdat het concentraat niet pulserend wordt afgegeven.

25 Voorts kan de doseerinrichting dankzij de rotor economisch voordelig worden uitgevoerd.

Een verder voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de dosering traploos kan worden ingesteld. Bovendien kan de doseerinrichting met een 30 geringe bouwhoogte worden uitgevoerd. Voorts kan de rotor dusdanig worden opgesteld dat de rotatie-as ongeveer evenwijdig aan de richting van het vloeistofstroomtrajeet is gericht. Een dergelijke constructie is eenvoudig te realiseren.

35 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm geldt, dat de rotor in het vloeistofstroomtrajeet is opgenomen. Meer in 1013392 3 het bijzonder geldt dat de rotor stroomopwaarts van de pomp in het vloeistofstroomtrajeet is opgenomen. De rotor kan in deze gevallen eveneens de functie krijgen van roerder.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm geldt, dat de 5 rotor is voorzien van een magnetiseerbaar materiaal, zoals weekijzer. De rotor zal dan onder invloed van het variërende magneetveld worden gemagnetiseerd en zich gaan richten in dat magneetveld. Doordat het magneetveld varieert zal de rotor gaan roteren.

10 In het bijzonder geldt dat de rotor in veelvoud, zich in radiale richting van.de rotatie-as uitstrekkende, armen omvat. In het magneetveld zullen de uiteinden van deze armen telkens worden gemagnetiseerd tot een noord- of een zuidpool. Overigens kan de rotor eveneens andere vormen 15 aannemen. Essentieel is slechts dat de rotor polen omvat, die onder invloed van het magneetveld worden gemagnetiseerd tot een noord- en een zuidpool. Zo kan de rotor bijvoorbeeld eveneens de vorm hebben van een staaf, een ovaal, etc; 20 Bij voorkeur geldt, dat de pomp door de rotor wordt aangedreven via een aandrijfas waarvan een axiale as in de richting van de inlaat naar de uitlaat is gericht. Doordat een dynamische vloeistofafdichting van de aandrijfas kan ontbreken is er een relatief klein energieverlies en is er 25 een zeer kleine kans op lekkage of contaminatie. Een verder voordeel is dat het concentraat, dat na gebruik in de doseerinrichting achterblijft, hermetisch is afgesloten van de buitenwereld.

Door de specifieke richting van de aandrijfas wordt 30 eveneens bereikt dat de doseerinrichting rotatie onafhankelijk in een afgifteautomaat kan worden geplaatst. De positie van de rotor is hierbij niet kritisch. Indien de doseerinrichting met een met het concentraat gevulde houder wordt verbonden kan deze verbinding eveneens rotatie onaf-35 hankelijk tot stand worden gebracht.

1013392 4

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm geldt, dat de doseerinrichting is voorzien van een in hoofdzaak rotatie-symmetrische behuizing waarvan een axiale as zich in de richting van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt. In het 5 bijzonder geldt, dat de doseerinrichting stroomafwaarts van de pomp is voorzien van een in het vloeistofstroomtrajeet opgenomen klep die opent wanneer de vloeistofdruk stroomopwaarts van de klep een vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Het toepassen van een pomp in combinatie met 10 een overdrukklep heeft het voordeel dat er geen lekstroom door interne spelingen ontstaat in de niet aangedreven toestand. Bovendien zorgt het klepje voor een microbiologische afsluiting, hetgeen belangrijk is voor consumptie geschikte dranken.

15 Bij voorkeur geldt nog dat de pomp is uitgevoerd als een tandwielpomp.

De houder volgens de uitvinding is gekenmerkt in dat deze gevuld is met het concentraat dat in verdunde toestand geschikt is voor consumptie, waarbij de houder is voorzien 20 van een doseerinrichting volgens de uitvinding zoals hiervoor wordt omschreven.

Doordat de doseerinrichting volgens de uitvinding in axiale richting gezien laag kan worden uitgevoerd is in deze richting gezien minder lengte nodig om aan te drijven 25 dan bij de bekende lineaire magneet. Daardoor ontstaat de mogelijkheid om de doseerinrichting uittrekbaar te maken in plaats van uitvouwbaar waardoor een scheurstrip in de houder, wanneer deze is uitgevoerd als een zogenaamde 'bag in box' kan vervallen. Dit heeft als voordeel dat het 30 operationeel maken van de box een eenvoudiger handeling betreft. In het bijzonder geldt dan ook, dat de houder is voorzien van een van flexibel velvormig materiaal gevormde zak waarin het concentraat is opgenomen en een behuizing waarin de zak is opgenomen.

35 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het bereiden van een voor consumptie 1013392 5 geschikte drank waarbij de inrichting is ingericht om te worden geladen met een houder zoals hiervoor genoemd. De inrichting is voorzien van een magnetisatie-eenheid voor het opwekken van ten minste één dusdanig veranderend mag-5 netisch veld dat de rotor wordt aangedreven voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder. De inrichting is tevens voorzien van middelen voor het verdunnen van het afgegeven concentraat met water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank. 10 De magnetisatie-eenheid kan zijn voorzien van een magneet en aandrijfmiddelen voor het roteren van een magneet voor het opwekken van het veranderende magnetische veld. Het is echter eveneens mogelijk dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een veelvoud van spoelen voor het opwekken van 15 het veranderende magnetische veld. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel voorzien van een inrichting voor het bereiden van de voor consumptie geschikte drank en een houder zoals hiervoor omschreven. Hierbij is de inrichting ingericht om te worden geladen met 20 de houder, waarbij de inrichting is voorzien van aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de doseerinrichting voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder en middelen voor het verdunnen van het afgeven van concentraat met water voor het 25 verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Fig. 1 een in onderdelen uiteen genomen mogelijke uitvoeringsvorm van een doseerinrichting volgens de 30 uitvinding die verbonden is met een houder volgens de uitvinding. Fig. 1 toont eveneens een magnetisatie-eenheid van een inrichting voor het bereiden van een consumptie geschikte drank; , fig. 2 een aantal onderdelen van de doseerinrichting 35 volgens fig. 1; 1013392 6 fig. 3 een aantal onderdelen van de doseerinrichting en de inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank volgens fig. 1; fig. 4a een bovenaanzicht van de tandwielpomp van de 5 doseerinrichting volgens fig. 1; fig. 4b een dwarsdoorsnede van de doseerinrichting volgens fig. 1 die in de magnetisatie-eenheid volgens fig. 1 is geplaatst; fig. 5a een bovenaanzicht van de doseerinrichting 10 volgens fig. 1, die in de magnetisatie-eenheid van fig. 1 is geplaatst; fig. 5b een aanzicht van de doseerinrichting volgens fig. 1, die in de magnetisatie-eenheid volgens fig. 1 is geplaatst; en 15 fig. 6 een houder met een doseerinrichting volgens de uitvinding, een inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank volgens de uitvinding en een samenstel omvattende de inrichting en de houder volgens de uitvinding.

20 In de fig. 1-6 is met verwijzingscijfer 1 een doseerinrichting volgens de uitvinding aangeduid. De doseerinrichting is voorzien van een inlaat 2 en ten minste één uitlaat 4.

Het vloeistofstroomtrajeet strekt zich van de inlaat 25 2 naar de uitlaat 4 uit. De doseerinrichting is in dit voorbeeld voorzien van een uit twee delen samengestelde behuizing 6a en 6b, die rotatiesymmetrisch is uitgevoerd rond een as die in de richting van het vloeistofstroomtraj eet is gericht.

30 In de behuizing 6a, 6b is een pomp 8 opgenomen. De pomp 8 is hier uitgevoerd als een tandwielpomp. De tandwielpomp 8 is aan zijn bovenzijde voorzien van een afdekplaat 10 met een instroomopening 12. De instroom-opening 12 staat in fluïdum-verbinding met een ruimte waar 35 de tanden van in dit geval twee tandwielen 14a en 14b in elkaar grijpen. Het tandwiel 14b wordt aangedreven door een 1013392 7 aandrijfas 16 die zich in gemonteerde toestand door een opening 18 van de afdekplaat 10 uitstrekt. De tandwielpomp 2 is aan zijn onderzijde voorzien van een uitstroomopening 20 voor het afgeven van vloeistof. De aandrijfas 16 is 5 dusdanig gericht dat een axiale as van deze aandrijfas in de richting van de inlaat 2 naar de uitlaat 4 is gericht.

In dit voorbeeld is de behuizing 6a, 6b in hoofdzaak rotatiesymmetrisch uitgevoerd rond de axiale as die zich eveneens in de richting van de inlaat 2 naar de uitlaat 4 10 uitstrekt.

De doseerinrichting is in dit voorbeeld stroomopwaarts van de tandwielpomp 8 voorzien van een mechanisch met de tandwielpomp, in dit voorbeeld mechanisch met de rotatie-as 16, verbonden rotor 22. Deze rotor 22 bevindt 15 zich in gemonteerde toestand boven de afdekplaat 10. De rotor is ingericht om met behulp van een veranderend magneetveld te worden aangedreven voor het aandrijven van de tandwielpomp 8.

In dit voorbeeld geldt voorts dat de rotor 22 in het 20 genoemde vloeistofstroomtrajeet is opgenomen. De rotor is in dit voorbeeld voorzien van een permanente magneet voor het met behulp van ten minste één magneetveld contactloos aandrijven van de rotor. In het bijzonder geldt in dit voorbeeld, dat de rotor een veelvoud van zich in radiale 25 richting van de rotatie-as (aandrijfas 16) uitstrekkende armen 24 omvat. Meer in het bijzonder zijn er slechts twee armen die in eikaars verlengde liggen en derhalve een balkachtig lichaam vormen. De uiteinden van de armen vormen polen van de genoemde permanente magneet. De polen van de 30 permanente magneet zullen het veranderende magneetveld willen volgen, hetgeen tot gevolg heeft dat de rotor en de aandrijfas 16 zullen gaan draaien. De tot op dit punt omschreven inrichting werkt als volgt. Stel dat de inlaat 2 van de doseerinrichting is verbonden met een in fig. 1 en 6 35 schematisch getoonde houder 26 waarin een hoeveelheid concentraat, zoals bijvoorbeeld koffieconcentraat, aanwezig T01339 2 8 is. De houder 26 is, zoals goed getoond is in fig. 6, voorzien van de doseerinrichting volgens fig. 1. In dit voorbeeld is de houder 26 voorzien van een door een flexibel velvormig materiaal gevormde zak 28 (gestippeld 5 aangegeven) waarin het concentraat is opgenomen en een behuizing 30 waarin de zak 28 is opgenomen. De behuizing 30 wordt bij voorkeur in hoofdzaak rigide uitgevoerd en derhalve meer rigide dan de zak 28. De inlaat 2 van de doseerinrichting staat in fluïdum-verbinding met de 10 binnenzijde van de zak 28. Door nu een op een vooraf bepaalde wij ze veranderend magneetveld op te wekken zal de rotor 22 op vooraf bepaalde wijze gaan roteren. Hierdoor zal de tandwielpomp 8 eveneens gaan roteren met als gevolg dat concentraat via de instroomopening 12 en de ruimte 15 tussen de tanden van de tandwielen naar de genoemde uitstroomopening 20 stroomt. Hiermee correspondeert de hoeveelheid concentraat die gedoseerd wordt afgegeven met de rotatiehoek waarover de rotor 22 wordt geroteerd. Het verband is in hoofdzaak lineair.

20 In fig. 6 is met verwijzingscijfer 31 nog een in richting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank aangeduid. De inrichting 31 is ingericht om met de houder 26 te worden geladen. De inrichting is voorzien van een magnetisatie-eenheid 32 voor het opwekken 25 van het genoemde veranderende magnetische veld voor het aandrijven van de rotor. Voorts is de inrichting voorzien van middelen 34 voor het verdunnen van het door de doseerinrichting 1 afgegeven concentraat met water. Deze middelen 34 omvatten een heetwatergenerator 36 en een mengeenheid 30 38. In gebruik wordt de behuizing 6a, 6b van de doseerin richting door een opening 40 van de magnetisatie-inrichting gestoken dusdanig dat de uitlaat 4 van de doseerinrichting tot in een opening 42 van de menginrichting 38 reikt. Een regeleenheid 44 van de inrichting 31 stuurt de mag-35 netisatie-eenheid 32 dusdanig via leiding 45 aan dat een veranderend magneetveld wordt opgewekt dat langs een vooraf T013392 9 bepaalde rotatiehoek de rotor 22 laat roteren. Hierdoor wordt vanuit de houder 26 een vooraf bepaalde hoeveelheid concentraat aan de menginrichting 38 afgegeven. De regeleenheid 44 activeert eveneens de heetwatereenheid 36 5 en de mengeenheid 38 via respectievelijk elektrische leidingen 46 en 48. Hierdoor wordt heet water van de heetwatereenheid 36 naar de mengeenheid 38 gestuurd. In de mengeenheid wordt het hete water gemengd met het afgegeven concentraat waarna het concentraat in verdunde toestand en 10 derhalve in een toestand van een voor consumptie geschikte drank een uitlaatopening 50 van de inrichting 31 verlaat.

In dit voorbeeld is de magnetisatie-eenheid 32 voorzien van een veelvoud van spoelen 52 voor het opwekken van het veranderende magneetveld.

15 De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kan de rotor 22 eveneens uitsluitend zijn voorzien van weekijzer. Magnetisatie van de rotor ontstaat dan door het magneetveld van de magnetisatie-eenheid 31. De rotor zal zich in dit wisselend 20 magneetveld willen richten waardoor de rotatie wordt bewerkstelligd. Ook kan de rotor 22 op, op zich bekende wijze worden aangedreven, zoals bekend is voor een wervelstroommotor. Bij het roteren van de rotor ontstaan fly-back pulsen in de spoelen 52 van de magnetisatie-25 inrichting die niet worden bekrachtigd.

Ook is het mogelijk dat de spoelen 52 worden vervangen door permanente magneten waarbij deze magneten mechanisch worden geroteerd voor het opwekken van het veranderende magneetveld.

30 In de genoemde uitstroomopening 20 kan voorts nog een klep 54 worden opgenomen dié opent wanneer de vloeistroomdruk stroomopwaarts van de klep een vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Het gaat hierbij om een zogenaamde eenrichtingsklep omvattende een 35 afsluitlichaam 56 met een veer 58 die in dit voorbeeld % 1013392 10 schematisch is getoond. De klep 54 kan ook worden uitgevoerd als een z.g. parapluklep.

De behuizing 6a en 6b is in dit voorbeeld van een geschikte kunststof uitgevoerd. Ook de tandwielen 14a en 5 14b en de aandrijfas 16 zijn van kunststof uitgevoerd. Het enige metalen onderdeel is derhalve de rotor 22. Ook is het mogelijk dat de rotor stroomneerwaarts ten opzichte van de tandwielpomp in het vloeistofstroomtrajeet wordt opgenomen. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van 10 de uitvinding te vallen.

1013391

Claims (23)

1. Doseerinrichting voorzien van een behuizing omvattende ten minste één inlaat, een vloeistofstroomtrajeet dat zich van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt en een in het vloeistofstroomtrajeet opgenomen pomp waarbij de doseer- 5 inrichting is ingericht voor het gedoseerd afgeven van een viskeus concentraat vanuit een houder waarin het concentraat is opgenomen, waarbij het concentraat in verdunde vorm een voor consumptie geschikt product geeft, de houder is voorzien van een opslagruimte waarin het 10 concentraat is opgenomen, en waarbij de inlaat van de doseerinrichting is ingericht om, in gebruik, met de opslagruimte van de houder te worden verbonden, met het kenmerk, dat de doseerinrichting is voorzien van een roteerbaar rond een rotatie-as met de behuizing verbonden 15 rotor voor het met behulp van een veranderend magneetveld doen laten roteren van de rotor rond de rotatie-as waarbij de rotor mechanisch is verbonden met de pomp voor het aandrijven van de pomp met de roterende rotor.

2. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat de rotor in het vloeistofstroomtrajeet is opgenomen.

3. Doseerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rotor stroomopwaarts van de pomp in het vloeistofstroomtrajeet is opgenomen.

4. Doseerinrichting volgens een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de rotor is voorzien van een magnetiseerbaar materiaal zoals weekijzer.

5. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor een permanente 30 magneet omvat voor het met behulp van ten minste één magnetisch veld contactloos aandrijven van de rotor.

6. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor een veelvoud van 1013392 zich in radiale richting van de rotatie-as uitstrekkende armen omvat.

7. Doseerinrichting volgens conclusies 5 en 6, met het kenmerk, dat de uiteinden van de armen polen van de 5 permanente magneet vormen.

8. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pomp door de rotor wordt aangedreven via een aandrijfas waarvan een axiale as in een richting van de inlaat naar de uitlaat is gericht.

9. Doseerinrichting volgens een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de behuizing van de doseerinrichting in hoofdzaak rotatiesymmetrisch is uitgevoerd, waarbij een axiale as van de behuizing zich in de richting van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt.

10. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doseerinrichting stroomafwaarts van de pomp is voorzien van een in het vloeistofstroomtrajeet opgenomen klep die opent wanneer de vloeistofdruk stroomopwaarts van de klep een vooraf 20 bepaalde drempelwaarde overschrijdt.

11. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pomp is uitgevoerd als een tandwielpomp

12. Houder, gevuld met concentraat dat in verdunde vorm 25 geschikt is voor consumptie waarbij de houder is voorzien van een doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies.

13. Houder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een van flexibel velvormig materiaal 30 gevormde zak waarin het concentraat is opgenomen en een behuizing waarin de zak is opgenomen.

14. Houder volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de inlaat van de doseerinrichting is verbonden met de zak.

15. Houder volgens een der conclusies 12-14, met het 35 kenmerk, dat de behuizing meer rigide is uitgevoerd dan de zak. 1013392

16. Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, waarbij de inrichting is ingericht om te worden geladen met een houder volgens een der voorgaande conclusies 12-15 die is voorzien van een doseerinrichting 5 volgens een der conclusies 1-11, waarbij de inrichting is voorzien van een magnetisatie-eenheid voor het opwekken van tenminste een dusdanig veranderend magnetisch veld dat de rotor contactloos wordt aangedreven door de magnetisatie-eenheid voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven 10 van concentraat uit de houder en middelen voor het verdunnen van het afgegeven concentraat met water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een magneet en 15 aandrijfmiddelen voor het roteren van de magneet voor het opwekken van het veranderende magnetische veld.

18. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een veelvoud van spoelen.

19. Samenstel voorzien van een inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank en een houder volgens een der voorgaande conclusies 12-15, waarbij de inrichting is geladen met de houder en waarbij de inrichting is voorzien van aandrijfmiddelen voor het . 25 aandrijven van de doseerinrichting voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder en middelen voor het verdunnen van het afgegeven concentraat met water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank.

20. Samenstel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de houder losmakelijk met de inrichting is verbonden.

21. Samenstel volgens conclusie 19 of 20, waarbij de houder is voorzien van een doseerinrichting volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de inrichting verder 35 is voorzien van een magnetisatie-eenheid voor het opwekken van tenminste een dusdanig veranderend magnetisch veld dat 1013392 de rotor wordt aangedreven voor het door de doseerinrich-ting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder.

22. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een magneet en 5 aandrijfmiddelen voor het roteren van de magneet voor het opwekken van het veranderende magnetische veld.

23. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een veelvoud van spoelen. 10 1013398