NL1012485C2 - Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit. - Google Patents

Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit. Download PDF

Info

Publication number
NL1012485C2
NL1012485C2 NL1012485A NL1012485A NL1012485C2 NL 1012485 C2 NL1012485 C2 NL 1012485C2 NL 1012485 A NL1012485 A NL 1012485A NL 1012485 A NL1012485 A NL 1012485A NL 1012485 C2 NL1012485 C2 NL 1012485C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
pressure
valve
piston
working
Prior art date
Application number
NL1012485A
Other languages
English (en)
Inventor
Geuko Van Der Veen
Original Assignee
Gastec Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gastec Nv filed Critical Gastec Nv
Priority to NL1012485A priority Critical patent/NL1012485C2/nl
Priority to EP00202338A priority patent/EP1065448A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1012485C2 publication Critical patent/NL1012485C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/10Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system
    • F24D3/1083Filling valves or arrangements for filling
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/10Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Details Of Reciprocating Pumps (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven afmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit.
Bij centrale verwarmings-systemen die zijn voorzien van een centraal verwarmings-leidingcircuit (c.v.-leidingcircuit) wordt het zich in het c.v.-leidingcircuit bevindende water bij voorkeur boven de atmosferische druk 5 gehouden. In de praktijk wordt dit bewerkstelligd door het systeem periodiek te vullen vanuit het openbare waterleidingnet. Daartoe is het noodzakelijk dat de gebruiker of de verwarmingsinstallateur een slang aansluit op een tapkraan, die is aangesloten op het openbare 10 waterleidingnet, en op een vulnippel van het c.v.- leidingcircuit. Vervolgens kan de tapkraan worden geopend, totdat een drukmeter op het c.v.-leidingcircuit aangeeft dat de gewenste druk in het c.v.-leidingcircuit is bereikt. Vervolgens dient de vulnippel met behulp van een klep te 15 worden afgesloten waarna de slang weer kan worden losgekoppeld, zodat er geen directe verbinding meer is tussen het openbare waterleidingnet en het c.v.-leidingcircuit. Het vullen van een c.v.-leidingcircuit zoals hierboven beschreven is dermate lastig dat veel 20 gebruikers er van afzien dit zelf te doen. Zelfs wanneer de gebruikers ertoe overgaan het c.v.-leidingcircuit zelf te vullen, bestaat het gevaar dat zij het c.v.-leidingcircuit vullen met de in de vulslang aanwezige lucht in plaats van met leidingwater. Uit het bovenstaande moge blijken dat er 25 in de praktijk behoefte bestaat aan een vulautomaat met behulp waarvan een c.v.-leidingcircuit gemakkelijk met water kan worden gevuld, zodat de daarin gewenste druk heerst.
Een probleem bij de ontwikkeling van een dergelijke 30 vulautomaat is dat de waterleidingbedrijven niet toelaten dat er een continue verbinding tussen het openbare waterleidingnet en een c.v.-leidingcircuit bestaat ook al Ί 0 1 2 4 8 5 2 is in deze continue verbinding een terugslagklep of kraan opgenomen. De reden hiervoor is dat de waterleidingbedrijven willen verhinderen dat vuil c.v.-water, bij voorbeeld als gevolg van over-verhitting 5 ontstane overdruk stroomt in het openbare waterleidingnet of bij een lage druk in het openbare waterleidingnet. Een dergelijke omstandigheid zou immers leiden tot vervuiling van het openbare waterleidingnet, hetgeen dramatische gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid.
10 De uitvinding beoogt derhalve een inrichting voor het op veilige wijze vullen van een c.v.-leidingcircuit met water afkomstig uit het openbaar waterleidingnet zonder dat er een verbinding tussen het openbaar waterleidingnet en het c.v.-leidingcircuit bestaat.
15 De inrichting is hiertoe volgens de uitvinding voorzien van werk-zuiger/cilindersamenstel en een pomp-zuiger/cilindersamenstel, waarbij de pompzuiger is verbonden met de werkzuiger, zodat de pompzuiger de beweging van de werkzuiger volgt, waarbij het pomp-20 zuiger/cilindersamenstel is voorzien van een persleiding en een zuigleiding, waarbij een aanzuigopening van de zuigleiding zich bevindt in een waterreservoir, waarbij de persleiding de pompcilinder in fluïdumverbinding stelt met het C.V.-leidingcircuit, waarbij in de persleiding een 25 terugslagklep is opgesteld die het stromen van water vanuit het C.V.-leidingcircuit naar het pomp-zuiger/cilindersamenstel verhindert, waarbij in de zuigleiding een terugslagklep is opgesteld die het stromen van water vanaf de pompcilinder naar het reservoir 30 verhindert, waarbij het werk-zuiger/cilindersamenstel is voorzien van een toevoerleiding, die in fluïdumverbinding brengbaar is met een onder boven-atmosferische druk staande fluïdumbron, waarbij de inrichting is voorzien van een veer, die de werkzuiger, en daarmee de pompzuiger in een 35 stand dwingt van waaruit de werkzuiger door toevoer van 1 Q12 48 5 3 onder druk staand fluïdum uit de fluïdumbron een werkslag kan maken.
Wanneer de druk in het c.v.-leidingcircuit onder een gewenste waarde daalt, kan de werkcilinder in 5 fluïdumverbinding worden gebracht met de boven atmosferische druk staande fluïdumbron. De zuiger van het werkzuigercilindersamenstel zal onder invloed van de toevoer van fluïdum uit de bovenatmosferische fluïdumbron verplaatsen, waarbij de pompzuiger de beweging van de 10 werkzuiger. zal volgen, zodat de pompzuiger een pompslag maakt. Vervolgens kan door de fluïdumverbinding tussen onder bovenatmosferische druk staande fluïdumbron en de werkcilinder te verbreken, of doordat de druk in de fluïdumbron daalt, de werkzuiger onder invloed van de veer 15 naar een stand bewegen van waaruit de werkzuiger door toevoer van onder druk staand fluïdum weer een volledige werkslag kan maken.
Teneinde met een relatief lage druk in de fluïdumbron toch een aanzienlijke druk in het c.v.-20 leidingcircuit te kunnen opbouwen, is het volgens een nadere uitwerking van de uitvinding bijzonder gunstig wanneer de diameter van de werkcilinder groter is dan de diameter van de pompei1inder. Bijvoorbeeld is de diameter van de werkcilinder ten minste circa 1,4 maal groter dan de 25 diameter van de pompcilinder, zodat de druk in het c.v.-leidingcircuit theoretisch, dat wil zeggen afgezien van wrijvingsverliezen ten minste 2 maal zo groot kan zijn als de druk in de fluïdumbron.
Bij de pompslag wordt de terugslagklep die in de 30 persleiding is opgesteld onder invloed van de in de pompcilinder heersende overdruk geopend, zodat water vanuit de pompcilinder in het c.v.-leidingcircuit kan stromen. De terugslagklep in de zuigleiding wordt daarbij dichtgedrukt, zodat wordt verhinderd dat water uit de pompcilinder in het 35 reservoir stroomt. Bij de teruggaande zuigslag van de pompzuiger sluit de zich in de persleiding bevindende 1 0 1 2 A 8 5 4 terugslagklep zich en wordt de terugslagklep in de zuigleiding geopend onder invloed van de in de porapcilinder heersende onderdruk, zodat water vanuit het waterreservoir in de pompcilinder wordt aangezogen en de pompcilinder op 5 die wijze wordt gevuld met water.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de onder bovenatmosferische druk staande fluïdumbron het openbare waterleidingnet zijn, waarbij de werkcilinder in fluïdumverbinding brengbaar is met een afvoer. Wanneer een 10 fluïdumverbinding tussen de werkcilinder en het openbare waterleidingnet tot stand is gebracht, zal de werkcilinder worden gevuld met onder waterleidingdruk staand leidingwater, zodat de werkzuiger een werkslag uitvoert. Wanneer de fluïdumverbinding met het openbare 15 waterleidingnet wordt verbroken, en de werkcilinder in fluïdumverbinding wordt gebracht met de afvoer die uitmondt in het waterreservoir, zal de werkzuiger onder invloed van de genoemde veer naar een stand bewegen van waaruit de werkzuiger door toevoer van onder druk staand fluïdum weer 20 een volledige slag kan maken.
Daarbij is het bijzonder gunstig wanneer de inrichting is voorzien van een tweestandenklep, die in een eerste stand de werkcilinder in fluïdumverbinding stelt met het openbare waterleidingnet en die in een tweede stand de 25 werkcilinder in fluïdumverbinding stelt met de afvoer. De positie van de tweestandenklep kan daarbij worden gestuurd door de positie van de werk- en pompzuiger.
Bij voorkeur is in de toevoerleiding die de werkcilinder met het openbare waterleidingnet verbindt een 30 hoofdklep opgenomen voor het verbreken en tot stand brengen van de fluïdumverbinding tussen de werkcilinder en het openbare waterleidingnet. Indien de inrichting tevens beschikt over de reeds eerder genoemde tweestandenklep, zal deze hoofdklep stroomopwaarts van de tweestandenklep in de 35 toevoerleiding zijn opgesteld. De hoofdklep kan bijvoorbeeld handmatig bedienbaar zijn. Bij die uitvoering 1 u 1 1 4 8 5 5 is het noodzakelijk dat de gebruiker van het c.v.-leidingcircuit de druk in het circuit regelmatig controleert en indien deze druk te laag is de hoofdklep bedient.
5 Volgens een alternatieve nadere uitwerking van de uitvinding is het mogelijk dat de hoofdklep een drukgestuurde hoofdklep is. Een dergelijke drukgestuurde hoofdklep kan mechanisch zijn uitgevoerd. Anderzijds is het mogelijk dat op het c.v.-leidingcircuit een druksensor is 10 aangesloten, waarbij de hoofdklep electrisch bekrachtigd is, waarbij een besturing is aangesloten op de druksensor en de hoofdklep, waarbij de besturing is ingericht voor het openen van de hoofdklep wanneer de druksensor een druk meet onder een bepaalde waarde. Eventueel kan ten behoeve van de 15 genoemde besturing gebruik worden gemaakt van een reeds in de verwarmingsketel aanwezige besturing. De bestaande verwarmingsketels zijn immers uit veiligheidsoverwegingen reeds voorzien van een druksensor. Wanneer de druksensor bij de bekende verwarmingsketel een te lage druk waarneemt 20 schakelt de besturing de verwarmingsketel uit. Volgens de onderhavige uitvinding zal bij waarneming door de druksensor niet de verwarmingsketel worden uitgeschakeld maar een fluidumverbinding tussen het openbare waterleidingnet en het werkzuiger-cilindersamenstel tot 25 stand worden gebracht.
Volgens een alternatieve nadere uitwerking van de uitvinding kan de onder overdruk staande fluïdumbron een c.v.-leidingcircuit zijn. Onder invloed van temperatuurwisselingen in het c.v.-leidingcircuit zal de 30 druk in dat circuit aanzienlijk variëren. Bij hoge temperatuur en derhalve hoge druk in het c.v.-leidingcircuit zal de werkzuiger een werkslag maken. Als direct gevolg hiervan maakt de pompzuiger een pompslag en perst daarbij zich in de pompcilinder bevindend water in 35 het c.v.-leidingcircuit. De druk wordt derhalve nog verder opgevoerd. Wanneer de temperatuur in het c.v.- 1 0 1 id 4 8 5 6 leidingcircuit weer afneerat beweegt de werkzuiger onder invloed van de veer weer terug naar een stand van waaruit een werkslag kan worden gemaakt. Bij deze teruggaande beweging zuigt het pomp-zuigercilindersamenstel water uit 5 het waterreservoir aan. Wanneer de temperatuur in het c.v.-leidingcircuit opnieuw stijgt, zal opnieuw water aan het c.v.-leidingcircuit worden toegevoerd. Het spreekt vanzelf dat na verloop van tijd de druk in het c.v.-leidingcircuit zover zal toenemen dat water uit het c.v.-leidingcircuit 10 tijdens de pompslag van de pompzuiger dient te worden afgevoerd. Hiertoe kan het c.v.-leidingcircuit zijn voorzien van een overstortklep, die zich opent wanneer de druk in het c.v.-leidingcircuit te hoog is, waarbij de overstortklep is voorzien van een overstortleiding die 15 uitmondt in het waterreservoir, zodat van de overstortklep vrijkomend c.v.-water in het waterreservoir belandt.
Het moge duidelijk zijn dat met de bovenbeschreven oplossing het water niveau in het waterreservoir niet onder een zeker niveau mag dalen. Het is derhalve volgens een 20 nadere uitwerking van de uitvinding gewenst dat in het waterreservoir een vlotter is opgenomen, welke vlotter een toevoerklep bedient, welke toevoerklep is opgenomen in een toevoerleiding die in fluïdumverbinding staat met hét openbare waterleidingnet, zodat een minimum waterniveau in 25 het waterreservoir wordt behouden.
Eventueel kan de toevoerleiding die de werkcilinder met het c.v.-leidingcircuit verbindt via een eerste leiding met een veerbelaste terugslagklep in fluïdumverbinding staan met een expansievat, waarbij de veerbelaste 30 terugslagklep boven een bepaalde druk in de toevoerleiding water vanuit de toevoerleiding doorlaat naar het expansievat, waarbij de toevoerleiding via een tweede, leiding met een veerbelaste terugslagklep in fluïdumverbinding staat met het expansievat, waarbij de 35 veerbelaste terugslagklep onder een bepaalde druk in de toevoerleiding water doorlaat vanuit het expansievat naar 1 0 \ 'l A 8 5 7 de toevoerleiding. Een dergelijke voorziening biedt het voordeel dat wanneer de volumeveranderingen in het c.v.-leidingcircuit groter zijn dan het volume van de werkcilinder, deze volumeveranderingen door het expansievat 5 kunnen worden opgevangen zonder dat de overstortklep in werking treedt. Een dergelijke oplossing is derhalve met name van belang voor c.v.-leidingcircuits met een relatief groot volume.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 10 hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden die hierna, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelij kt.
Figuur 1 toont een stroomschema van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en 15 figuur 2 toont een stroomschema van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
Beide uitvoeringsvoorbeelden zijn inrichtingen voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet 2 op bovenatmosferische druk houden van een 20 gesloten centraal verwarmingsleidingcircuit 1. Bij beide inrichtingen bestaat er geen fluïdumverbinding tussen het c.v.-leidingcircuit 1 en het openbare waterleidingnet 2. Bovendien zijn beide uitvoeringsvoorbeelden voorzien van een werk-zuiger/cilindersamenstel 3, 4 en een pomp-25 zuiger/cilindersamenstel 5, 6. De pompzuiger 5 is verbonden met de werkzuiger 3, zodat de pompzuiger 5 de beweging van de werkzuiger 3 volgt. Verder is het pomp- zuiger/cilindersamenstel 5, 6 voorzien van een persleiding 7 en een zuigleiding 8. Een aanzuigopening 9 van de 30 zuigleiding 8 bevindt zich in een waterreservoir 10 waarin atmosferische druk heerst. De persleiding 7 stelt de pompcilinder 6 in fluïdumverbinding met het c.v.-leidingcircuit 1. In de persleiding 7 is een terugslagklep 11 opgesteld die het stromen van water vanuit het c.v.-35 leidingcircuit 1 naar de pompcilinder 6 verhindert·. In de zuigleiding 8 is een terugslagklep 12 opgesteld die het 1012485' 8 stromen van water vanaf de pompcilinder 6 naar het waterreservoir 10 verhindert. Verder is het werk-zuiger/cilindersamenstel 3, 4 voorzien van een toevoerleiding 13, die in fluïdumverbinding brengbaar is 5 met een onder bovenatmosferische druk staande fluïdumbron. Verder zijn beide inrichtingen voorzien van een veer 14, die de werkzuiger 3 en daarmee de pompzuiger 5 in een stand dwingt van waaruit de werkzuiger door toevoer van onder druk staand fluïdum uit de fluïdumbron een werkslag kan 10 maken. Bij beide uitvoeringsvoorbeelden is de diameter van de werkcilinder 4 groter dan de diameter van de pompcilinder 6. Dit heeft tot gevolg dat met een relatief lage druk in de fluïdumbron toch een hogere druk in het c.v.-leidingcircuit kan worden gecreëerd. Wanneer de 15 diameter van de werkcilinder 4 bijvoorbeeld 1,4 maal groter is dan de diameter van de pompcilinder 6, kan in het c.v.-leidingcircuit een tweemaal zo hoge druk worden gecreëerd als de druk van de fluïdumbron.
Het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 1 onderscheidt 20 zich van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 2 doordat de onder bovenatmosferische druk staande fluïdumbron 2 het openbare waterleidingnet 2 is, waarbij de werkcilinder 4 tevens in fluïdumverbinding brengbaar is met een afvoer 36. Deze afvoer 36 mondt uit in het waterreservoir 10. Het 25 betreffende uitvoeringsvoorbeeld is voorzien van een tweestandenklep 15 die in een eerste stand de werkcilinder 4 in fluïdumverbinding stelt met het openbare waterleidingnet 2 en die in een tweede stand de werkcilinder 4 in fluïdumverbinding stelt met de afvoer 14. 30 De positie van de tweestandenklep 15 wordt gestuurd door de positie van de werk- en pompzuiger 3, 5. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is daartoe met de drijfstang 31 die de werkzuiger 3 met de pompzuiger 5 verbindt een staaf 32 verbonden. Deze staaf 32 grijpt aan op een veer 33 die is 35 verbonden met het kleplichaam 34 van de tweestandenklep 15. Het kleplichaam 34 kan slechts twee stabiele standen 1012485 9 innemen, uit welke stabiele standen het kleplichaam 34 slechts onder uitoefening van een zekere kracht kan worden gebracht om over te gaan in de andere stabiele stand. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd doordat in het 5 kleplichaam 34 een uitsparing is aangebracht die valt in een verende nok die in het klephuis 35 van de twee-standenklep 15 is opgenomen ter plaatse van een stabiele stand. Wanneer door verplaatsing van de werkzuiger 3 de staaf 32 zover is verplaatst en de veer 33 daarbij zover is 10 uitgetrokken of ingedrukt dat de door deze veer 33 op het kleplichaam 34 uitgeoefende kracht zo groot is dat het kleplichaam 34 uit de stabiele stand wordt gedrukt of getrokken, schakelt de tweestandenklep 15 om. Daarbij wordt de werkcilinder 4 in fluïdumverbinding gesteld met het 15 openbare waterleidingnet 2 terwijl tegelijkertijd de fluïdumverbinding met de afvoer 36 wordt verbroken of vice versa. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is stroomopwaarts van de tweestandenklep 15 in de toevoerleiding 13 nog een hoofdklep 16 opgenomen voor het 20 verbreken en tot stand brengen van de fluïdumverbinding tussen de werkcilinder 4 en het openbare waterleidingnet 2. De hoofdklep 16 kan handmatig bedienbaar zijn of kan een zogenaamde drukgestuurde hoofdklep 16 zijn. Een dergelijke drukgestuurde hoofdklep 16 kan mechanisch zijn uitgevoerd 25 maar kan tevens, zoals in het onderhavige geval, electrisch bekrachtigd zijn. Daarbij is het bijzonder gunstig wanneer op het c.v.-leidingcircuit 1 een druksensor 17 is aangesloten, waarbij de druksensor 17 op een besturing 18 is aangesloten op welke besturing 18 tevens de hoofdklep 16 30 is aangesloten. De besturing 18 dient te zijn ingericht voor het openen van de hoofdklep 16 wanneer de druksensor 17 een druk meet onder een bepaalde waarde. Op die wij ze zal het c.v.-leidingcircuit 1 altijd op de gewenste druk worden gehouden zonder dat de gebruiker of de installateur 35 hieraan te pas behoeft te komen. Opgemerkt zij nog dat het waterreservoir 10 is voorzien van een overloopleiding 29 1012485 10 die in verbinding staat met een waterafvoer 30. Verder is het c.v.-leidingcircuit 1 voorzien van een overstortklep 27, die zich opent wanneer de druk in het c.v.-leidingcircuit 1 te hoog is. De ovestortklep 27 is voorzien 5 van een overstortleiding 28 die uitmondt in het waterreservoir 10, zodat van de overstortklep 27 vrijkomend c.v.-water in het waterreservoir 10 belandt.
De werking van de in figuur 1 getoonde inrichting is als volgt: wanneer de gebruiker of een druksensor 17 10 constateert dat de druk in het c.v.-leidingcircuit 1 te laag is, zal de hoofdklep 16 door de gebruiker of door de besturing 18 worden geopend. Het kleplichaam 34 alsmede de werkzuiger 3 zullen zich in de linker stand bevinden en water vanuit het openbare waterleidingnet zal in de 15 werkcilinder 4 stromen. Daarbij zal de werkzuiger 3 naar rechts worden gedrukt, waarbij tevens de pompzuiger 5 naar rechts wordt gedrukt. Hierbij zal zich in de pompcilinder 6 bevindend water via de persleiding 7 in het c.v.-leidingcircuit worden geperst. Na verloop van tijd zal de 20 staaf 32 via de veer 33 een zodanige trekkracht op het kleplichaam 34 uitoefenen dat het kleplichaam 34 de getekende stand uit figuur 1 aanneemt. De werkcilinder 4 is dan in fluïdumverbinding gesteld met de afvoer 36 die uitmondt in het reservoir 10. Onder invloed van de veer 14 25 zal de werkzuiger naar links bewegen onder meename van de pompzuiger 5. Hierbij ontstaat een onderdruk in de pompcilinder 6 zodat water vanuit het waterreservoir 10 via de zuigleiding 8 en aanzuigopening 9, die is voorzien van een filter wordt aangezogen. Tevens wordt daarbij het 30 waterreservoir 10 gevuld met water afkomstig uit de werkcilinder 4. Wanneer de werkzuiger bijna zijn linkerstand heeft aangenomen zal de staaf 32 via de veer 33 inmiddels een zodanige drukkracht op het kleplichaam 34 uitoefenen dat het kleplichaam 34 weer de linkerstand 35 aanneemt, zodat de werkcilinder 4 in fluïdumverbinding wordt gebracht met het openbare waterleidingnet 2.
1014485 11
Vervolgens kan het bovenbeschreven proces zich herhalen, totdat de druksensor of de gebruiker constateert dat de druk in het c.v.-leidingcircuit de gewenste waarde heeft bereikt.
5 Het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 onderscheidt zich van het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 doordat de onder bovenatmosferische druk staande fluïdumbron het c.v.-leidingcircuit 1 zelf is. De veer 14 heeft een zodanige veerconstante en voorspanning dat, wanneer het c.v.-water 10 in het c.v.-leidingcircuit een druk heeft van minder dan ca. 1 bar, de veer 14 de werkzuiger 3 in de stand dwingt van waaruit de werkzuiger 3 door toevoer van als gevolg van verhitting onder verhoogde druk staand c.v.-water een werkslag kan maken. Ook dit uitvoeringsvoorbeeld beschikt 15 over een overstortklep 27 die zich opent wanneer de druk in het c.v.-leidingcircuit 1 te hoog is. Net als bij het vorige uitvoeringsvoorbeeld is de overstortklep 27 voorzien van een overstortleiding 28 die uitmondt in het waterreservoir 10, zodat van de overstortklep 27 vrijkomend 20 c.v.-water in het waterreservoir 10 belandt. De werkcilinder 3 is, anders dan bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 niet voorzien van een afvoer. De afvoer wordt in deze gevormd door het c.v.-leidingcircuit 1.
De werking van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 2 25 is als volgt: wanneer de temperatuur in het c.v.- leidingcircuit stijgt, zal hierin de druk toenemen. Doordat de diameter van de werkcilinder 4 groter is dan de diameter van de pompcilinder 6, zal bij toename van de druk in het c.v.-leidingcircuit, de werkzuiger 3 geneigd zijn naar 30 rechts te bewegen. Daarbij wordt zich in de pompcilinder 6 bevindend water via de persleiding 7 in het c.v.-leidingcircuit 1 gepompt. Wanneer de temperatuur in het c.v.-leidingcircuit 1 daalt, daalt daarin tevens de druk. Zoals gesteld is de veerconstante en de voorspanning van de 35 veer 14 zodanig gekozen dat bij een druk van het c.v.-water in het c.v.-leidingcircuit van minder dan ca. 1 bar, de 101^485 12 veer 14 de werkzuiger 3 in de linkerstand dwingt van waaruit de werkzuiger 3 weer een werkslag kan maken. Bij deze teruggaande slag zuigt de pompzuiger 5 water aan via de zuigleiding 8 vanuit het waterreservoir 10. Teneinde er 5 voor te zorgen dat het waterniveau in het waterreservoir 10 op peil blijft, is in het waterreservoir 10 een vlotter 24 opgenomen, welke vlotter 24 een toevoerklep 25 bedient. De toevoerklep 25 is opgenomen in een toevoerleiding 26 die in fluïdum verbinding staat met het openbare waterleidingnet 10 2, zodat een minimum waterniveau in het waterreservoir 10 wordt behouden. In feite wordt bij het telkens opwarmen en afkoelen water vanuit het waterreservoir 10 in het c.v.-leidingcircuit 1 geperst. Op een gegeven moment zal dit leiden tot een overdruk in het c.v.-leidingcircuit 1 die 15 zodanig is dat c.v.-water via de overstortklep 27 dient te worden afgevoerd. Dit af te voeren water wordt via overstortleiding 28 in het waterreservoir 10 gestort.
Met name voor c.v.-leidingcircuits met een groot intern volume, kan het van bijzonder voordeel zijn wanneer 20 de toevoerleiding 13 die de werkcilinder 4 met het c.v.- leidingcircuit 1 verbindt via een eerste leiding 19 met een veerbelaste terugslagklep 20 in fluïdum verbinding staat met een expansievat 21. Daarbij dient de veerbelaste terugslagklep 20 boven een bepaalde druk in de 25 toevoerleiding 13 water vanuit de toevoerleiding 13 door te laten naar het expansievat 21. Een tweede leiding 22 met een veerbelaste terugslagklep 23 stelt de toevoerleiding 13 eveneens in fluïdum verbinding met het expansievat 21, waarbij de veerbelaste terugslagklep 23 zodanig is 30 opgesteld dat deze onder een bepaalde druk in de toevoerleiding 13 water doorlaat vanuit het expansievat 21 naar de toevoerleiding 13. Het spreekt vanzelf dat de veerbelaste terugslagklep 20 een zodanig grote veerconstante moet hebben dat deze pas in werking treedt 35 nadat de werkzuiger 4 een volledige werkslag heeft kunnen maken. De veerconstante van de terugslagklep 23 dient 'i o 1 2 4 8 5 13 zodanig te zijn dat de terugslagklep 23 pas wordt geopend nadat de werkzuiger 3 een volledige teruggaande slag heeft kunnen maken. Opgemerkt zij dat door de aanwezigheid van de werkcilinder 3 het expansievat een kleiner volume kan 5 hebben dan normaal gebruikelijk bij eenzelfde c.v.-leidingcircuit.
Het moge duidelijk zijn de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding 10 mogelijk zijn. Zo kunnen beide inrichtingen met elkaar worden gecombineerd teneinde een systeem te verkrijgen dat zonder bemoeienis van een gebruiker of installateur met een minimum aan waterverbruik een c.v.-leidingcircuit op druk kan houden. Een dergelijk systeem heeft tevens het voordeel 15 dat het de ontgassing van het c.v.-water in het c.v.- leidingcircuit kan bevorderen, doordat zo nu en dan gas bevattend c.v.-water via de overstortklep 27 wordt afgevoerd.
1 Ü 1 'L 4 8 5

Claims (17)

1. Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op bovenatmosferische druk houden van een gesloten centraal verwarmings-leidingcircuit (1), waarbij geen fluïdumverbinding tussen het C.V.- 5 leidingcircuit (1) en het openbare waterleidingnet (2) bestaat, waarbij de inrichting is voorzien van een werk-zuiger/cilindersamenstel (3, 4) en een pomp-zuiger/cilindersamenstel (5, 6), waarbij de pompzuiger (5) is verbonden met de werkzuiger (3), zodat de pompzuiger (5) 10 de beweging van de werkzuiger (3) volgt, waarbij het pomp-zuiger/cilindersamenstel (5, 6) is voorzien van een persleiding (7) en een zuigleiding (8), waarbij een aanzuigopening (9) van de zuigleiding (8) zich bevindt in een waterreservoir (10), waarbij de persleiding (7) de 15 pompcilinder (6) in fluïdumverbinding stelt met het C.V.-leidingcircuit (1), waarbij in de persleiding (7) een terugslagklep (11) is opgesteld die het stromen van water vanuit het C.V.-leidingcircuit (1) naar het pomp-zuiger/cilindersamenstel (5, 6) verhindert, waarbij in de 20 zuigleiding (8) een terugslagklep (12) is opgesteld die het stromen van water vanaf de pompcilinder (6) naar het waterreservoir (10) verhindert, waarbij het werk-zuiger/cilindersamenstel (3, 4) is voorzien van een toevoerleiding (13), die in fluïdumverbinding brengbaar is 25 met een onder boven-atmosferische druk staande fluïdumbron (1; 2), waarbij de inrichting is voorzien van een veer (14), die de werkzuiger (3), en daarmee de pompzuiger (5) in een stand dwingt van waaruit de werkzuiger (3) door toevoer van onder druk staand fluïdum uit de fluïdumbron 30 (1; 2) een werkslag kan maken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de diameter van de werkcilinder (4) groter is dan de diameter van de pompcilinder (6). i u 1 Z 4 8 5
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de diameter van de werkcilinder (4) ten minste ca. 1,4 maal groter is dan de diameter van de pompcilinder (6) .
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat onder boven-atmosferische druk staande fluldumbron (2) het openbare waterleidingnet (2) is, waarbij de werkcilinder (4) tevens in fluïdumverbinding brengbaar is met een afvoer (36).
5 C.V.-leidingcircuit (1) is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 10 de afvoer (36) uitmondt in het waterreservoir (10).
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt door een tweestandklep (15), die in een eerste stand de werkcilinder (4) in fluïdumverbinding stelt met het openbare waterleidingnet (2) en die in een tweede stand de 15 werkcilinder (4) in fluïdumverbinding stelt met de afvoer (36) .
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de positie van de tweestandenklep (15) wordt gestuurd door de positie van de werk- en pompzuiger.
8. Inrichting volgens één der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat in de toevoerleiding (13) die de werkcilinder (4) met het openbare waterleidingnet (2) verbindt een hoofdklep (16) is opgenomen voor het verbreken en tot stand brengen van de fluïdumverbinding tussen de werkcilinder (4) 25 en het openbare waterleidingnet (2).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de hoofdklep (16) handmatig bedienbaar is.
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de hoofdklep (16) een drukgestuurde hoofdklep (16) is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat op het C.V.-leidingstelsel een druksensor (17) is aangesloten, waarbij de hoofdklep (16) elektrisch bekrachtigd is, waarbij een besturing (18) is aangesloten op de druksensor (17) en de hoofdklep (16), waarbij de 35 besturing (18) is ingericht voor het openen van de i y i Z 4 8 5 hoofdklep (16) wanneer de druksensor (17) een druk meet onder een bepaalde waarde.
12. Inrichting volgens althans conclusies 2, met het kenmerk, dat de onder overdruk staande fluïdumbron (1) het
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de veer (14) een zodanige veerconstante en voorspanning heeft dat, wanneer het C.V.-water in het C.V.-leidingcircuit een druk heeft van minder dan ca. 1 bar, de 10 veer (14) de werkzuiger (3) in een stand dwingt van waaruit de werkzuiger door toevoer van als gevolg van verhitting onder verhoogde druk staand C.V.-water een werkslag kan maken.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, 15 dat de toevoerleiding (13) die de werkcilinder (4) met het C.V.-leidingcircuit (1) verbindt via een eerste leiding (19) met een veerbelaste terugslagklep (20) in fluïdumverbinding staat met een expansievat (21), waarbij de veerbelaste terugslagklep (20) boven een bepaalde druk 20 in de toevoerleiding (13) water vanuit de toevoerleiding (13) doorlaat naar het expansievat (21), waarbij de toevoerleiding (13) via een tweede leiding (22) met een veerbelaste terugslagklep (23) in fluïdumverbinding staat met het expansievat (21), waarbij de veerbelaste 25 terugslapklep (23) onder een bepaalde druk in de toevoerleiding (13) water doorlaat vanuit het expansievat (21) naar de toevoerleiding (13).
15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het waterreservoir (10) een vlotter 30 (24) is opgenomen, welke vlotter (24) een toevoerklep (25) bedient, welke toevoerklep (25) is opgenomen in een toevoerleiding (26) die in fluïdumverbinding staat met het openbare waterleidingnet (2) , zodat een minimum waterniveau in het waterreservoir (10) wordt behouden.
16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de C.V.-leidingcircuit (1) is voorzien i g ï I 4 8 5 van een overstortklep (27), die zich opent wanneer de druk in het C.V-leidingcircuit (1) te hoog is, waarbij de overstortklep (27) is voorzien van een overstortleiding (28) die uitmondt in het genoemde waterreservoir (10), 5 zodat van overstortklep (27) vrijkomend C.V.-water in het waterreservoir (10) belandt.
17. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het waterreservoir (10) is voorzien van een overloopleiding (24) , die in verbinding staat met 10 een waterafvoer (30). 1012*85
NL1012485A 1999-07-01 1999-07-01 Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit. NL1012485C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012485A NL1012485C2 (nl) 1999-07-01 1999-07-01 Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit.
EP00202338A EP1065448A1 (en) 1999-07-01 2000-07-03 Apparatus for keeping a fluid line circuit at a pressure by supplying fluid coming from a fluid reservoir

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012485A NL1012485C2 (nl) 1999-07-01 1999-07-01 Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit.
NL1012485 1999-07-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012485C2 true NL1012485C2 (nl) 2001-01-03

Family

ID=19769487

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012485A NL1012485C2 (nl) 1999-07-01 1999-07-01 Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1065448A1 (nl)
NL (1) NL1012485C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3415825A1 (en) * 2017-06-14 2018-12-19 Honeywell Technologies Sarl Heat circuit refilling device

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2461549A1 (de) * 1974-12-27 1976-07-08 Albrecht Rodermund Anlage zum automatischen einspeisen einer unter druck stehenden fluessigkeit in ein anderes, einen unterschiedlichen druck fuehrendes fluessigkeitssystem, insbesondere zum nachfuellen von trinkwasser in eine heizungsanlage
DE2657853A1 (de) * 1975-12-23 1977-07-14 Albrecht Rodermund Anlage zum automatischen einspeisen einer unter druck stehenden fluessigkeit in ein anderes, einen unterschiedlichen druck fuehrendes fluessigkeitssystem, insbesondere zum nachfuellen von trinkwasser in eine heizungsanlage

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2461549A1 (de) * 1974-12-27 1976-07-08 Albrecht Rodermund Anlage zum automatischen einspeisen einer unter druck stehenden fluessigkeit in ein anderes, einen unterschiedlichen druck fuehrendes fluessigkeitssystem, insbesondere zum nachfuellen von trinkwasser in eine heizungsanlage
DE2657853A1 (de) * 1975-12-23 1977-07-14 Albrecht Rodermund Anlage zum automatischen einspeisen einer unter druck stehenden fluessigkeit in ein anderes, einen unterschiedlichen druck fuehrendes fluessigkeitssystem, insbesondere zum nachfuellen von trinkwasser in eine heizungsanlage

Also Published As

Publication number Publication date
EP1065448A1 (en) 2001-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CZ291498B6 (cs) Čisticí zařízení k odstraňování plynu a vody z kapaliny hydraulického nebo mazacího systému
EP2145115B1 (en) Unit for accumulating and degassing oil
US6708710B1 (en) Vehicle fluid change apparatus and method
KR830009397A (ko) 편(片) 로드 실린더의 구동유압장치
NL1012485C2 (nl) Inrichting voor het door toevoer van water afkomstig uit een openbaar waterleidingnet op boven atmosferischedruk houden van een gesloten centraal verwarming-leidingcircuit.
US4420023A (en) Device for collecting heavy oil and transferring it to suitable container
NL8403446A (nl) Regelinrichting voor de regeling van de druk en transporthoeveelheid van een membraanpomp.
DK172595B1 (da) Fremgangsmåde til indvendig rensning af et rørsystem i et fluidanlæg og anlæg til brug ved fremgangsmåden
US2357445A (en) Vacuum deaerating receiver
US3529421A (en) Jet-pump oil-return system
CN110285310B (zh) 一种液压自动切换装置
US6267160B1 (en) Flow alignment structure for fluid exchange apparatus
CN109114058B (zh) 液压***的卸载装置
CN109372734B (zh) 基于多泵站的供液***
NL1013341C1 (nl) Beheer van verwarmd water in een voorraadboiler met anti-Legionella voorzieningen.
NL1016113C2 (nl) Pompensamenstel van het droog zelfaanzuigende type.
CN108916656B (zh) 一种基于液压脉冲控制的流体换向***
US2869500A (en) Hydraulic valve control for bilge discharge
RU2168347C2 (ru) Установка для дегазации жидкости гидросистемы
CN212130895U (zh) 熔炼厂热水循环泵的冷却循环***
GB2062774A (en) Diaphragm Pump Control
RU2047324C1 (ru) Установка для дегазации жидкости гидросистемы
RU1469987C (ru) Устройство дл соединени шлангов
NL1023139C2 (nl) Samenstel omvattende een systeem en een met het systeem verbonden eenheid, alsmede een werkwijze voor het overhevelen van fluïdum.
EP0261180B1 (en) Anti-contamination flow control in liquids

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150201