NL1012428C2 - Kunststof houder voor het transport en/of opslag van goederen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Kunststof houder voor het transport en/of opslag van goederen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kunststof houder voor het transport en/of opslag van goederen volgens de aanhef van conclusie 1. De houder is bijvoorbeeld een krat of bak met een in hoofdzaak 5 rechthoekige bodem. In een bijzondere uitvoering is de houder ingericht voor het opslaan en transporteren van flessen, bijvoorbeeld voor bier, frisdanken etc. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op de vervaardiging van een dergelijke houder.

10 Een krat volgens de aanhef van conclusie 1 is bijvoorbeeld bekend uit DE 196 13 494. Deze bekende krat heeft twee tegenover elkaar gelegen zijwanden die zijn voorzien van een opdruk, bijvoorbeeld een aanduiding van de naam van de fabrikant, een aanduiding van de in de krat 15 opgenomen goederen, en/of een decoratieve afbeelding.

De opdruk is aangebracht door middel een techniek die in de vakwereld bekend is als de "in-mould labeling techniek". Bij die techniek worden voorbedrukte labels van een geschikte kunststof folie toegepast, die de 20 uiteindelijke opdruk op de krat vormen. Zoals beschreven in DE 196 13 494 wordt een dergelijk label - voorafgaand aan het inspuiten van de gesmolten kunststof - op de bestemde plaats in de spuitgietmatrijs tegen een vlakke matrijswand geplaatst en dan vastgehouden. Het vasthouden geschiedt 25 daarbij middels in de vlakke matrijswand aangebrachte vacumeringskanalen, waarmee de label rondom zijn omtrek tegen de matrijswand wordt aangezogen. Andere bekende methoden om de label tegen de vlakke matrijswand vast te houden omvatten het gebruik van statische elektriciteit of 30 het toepassen van een dragerfolie, die aan een zijde losneembaar de voorbedrukte folie draagt en aan de andere zijde bijvoorbeeld klevend is uitgevoerd, zodat deze klevende zijde aan de matrijswand kan kleven en na het spuitgieten van de krat kan worden losgetrokken.

1012428 - 2 -

Dergelijke labels worden met name aangebracht om de aandacht te trekken van het winkelend publiek en de uitstraling van de aangeboden produkten te beïnvloeden, welke redenen vallen onder het begrip "marketing".

5 Naast de labels en/of bedrukking zijn dergelijke kratten vaak voorzien van een additionele identifikatie, die in het bijzonder bedoeld is om te worden herkend door automatische identifikatie-apparatuur. Een dergelijke identifikatie is met name gewenst bij logistieke processen, 10 , bijvoorbeeld om uit een grote hoeveelheid kratten een bepaalde krat of een bepaalde groep kratten, bijvoorbeeld behorend bij een bepaalde dranksoort, te kunnen selecteren. Ook kan de identifikatie worden benut in apparatuur waarmee de kratten worden gehanteerd en behandeld, bijvoorbeeld 15 worden gereinigd, of waarmee goederen (bijvoorbeeld flessen of sixpacks) in de krat worden geplaatst of worden uitgenomen.

Het is bij kunststof houders bekend als identifikatiemiddel een zelfklevende label met een 20 afleesbare streepjescode aan te brengen, hetgeen als nadeel heeft dat de streepjescode altijd op een goed zichtbare plaats moet zijn aangebracht en dat verstoort het uiterlijk van de krat. Verder kan de label met die code beschadigen en zo onleesbaar worden.

25 Ook is het bij kratten bekend een identifikatie aan te brengen in de vorm van een specifiek reliëf in een gedefinieerd gebied van elke krat. Het reliëf kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een patroon van putjes aan de buitenzijde van de krat. Ook een dergelijk reliëf is 30 verstorend voor het uiterlijk van de houder en in het geval dat het identifikatiereliëf uitstekende delen bevat kan dat reliëf gemakkelijk slijten en dus onleesbaar worden terwijl bij een reliëf met verdiepingen zich vuil en dergelijke kan ophopen in de verdiepingen. Ook is een probleem bij deze 35 bekende additionele identifikatiemiddelen dat sommige personen er genoegen in scheppen deze identifikatiemiddelen te beschadigen.

1 10124 28 - 3 -

De onderhavige uitvinding beoogt maatregelen voor te stellen die naast de label danwel bedrukking van de houder een additionele identifikatiemogelijkheid voor de houder verschaffen, waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

5 De onderhavige uitvinding verschaft volgens een eerste aspect daarvan een houder volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat dat tussen de zijwand enerzijds en de label of bedrukking anderzijds een elektronische transponder is aangebracht. Elektronische 10 transponders zijn algemeen bekend en kunnen met geschikte electronische apparatuur worden herkend, in het bijzonder op een contactloze wijze. De uitvinding voorziet erin dat de label en/of bedrukking de aanwezigheid van een transponder in de houder aan het zicht onttrekt. Hierdoor wordt het 15 uiterlijk van de houder op geen enkele nadelige wijze verstoord door de aanwezigheid van de transponder. Verder zal bij het publiek niet zichtbaar zijn dat zich een transponder in de houder bevindt, zodat de kans dat men gaat proberen de transponder te beschadigen danwel verwijderen 20 zeer gering is. Verderop zal worden toegelicht dat deze opstelling van de transponder een bijzonder aantrekkelijke produktiewijze van kunststof houders met een elektronische transponder mogelijk maakt.

Zoals bekend kunnen elektronische transponders zeer 25 dun, als een soort flexibele folie, worden uitgevoerd. In die uitvoering is het denkbaar dat transponder onder de label zit en daarin slechts een gering reliëf bewerkstelligt. Eventueel is de vorm van de transponder aangepast aan de bedrukking op de label om zo het label 30 juist enigzins een reliëf te geven ter bevordering van de uitstraling van de label.

Bij voorkeur is er echter in voorzien dat de transponder is ingebed in een verdieping in de zijwand van de houder, bij voorkeur zodanig dat de transponder niet 35 waarneembaar buiten die zijwand uitsteekt.

In een zeer voordelige uitvoeringsvorm van de houder is erin voorzien dat de houder middels een spuitgietproces 1012428 - 4 - of ander gietproces in een matrijs is vervaardigd en dat de zijwand van de houder een plaatvormig lichaam van kunststof omvat, op de buitenzijde waarvan een label van kunststof folie met daaronder de transponder is aangebracht door -5 voorafgaand aan het in een geschikte matrijs brengen van gesmolten kunststof - de label, die eventueel is voorbedrukt, met de transponder, die aan de naar de te vervaardigen zijwand gekeerde zijde is bevestigd aan de label, op de bedoelde plaats in de matrijs te plaatsen en 10 daar vervolgens vast te houden, waarbij de label en de transponder een sterke hechting aangaan met de kunststof van de houder en de transponder wordt ingebed in het kunststofmateriaal.

In een mogelijke uitvoeringsvorm heeft het 15 plaatvormige lichaam van de zijwand in een door de label overdekt gebied daarvan een reliëf gezien ten opzichte van het vlak van de zijwand. Hierdoor heeft de label een grote aandachttrekkende werking bij het publiek.

De onderhavige uitvinding verschaft verder een 20 werkwijze voor de vervaardiging van dergelijke houders, zoals is beschreven in conclusie 7. Bij die werkwijze wordt gebruik gemaakt van een geschikte (spuitgiet-)matrijs en wordt een label, bij voorkeur van kunststof materiaal, tegen een wand van de matrij s aangebracht. Verder wordt de 25 elektronische transponder aan de label bevestigd bij voorkeur voorafgaand aan de plaatsing van de label in de matrijs maar eventueel na de plaatsing van de label in de matrijs, zodat de label dient als tijdelijke ondersteuning van de transponder in de matrijs. Vervolgens wordt gesmolten 30 kunststof in de matrijs gebracht zodat de transponder geheel of gedeeltelijk wordt ingebed in die kunststof, waarna de kunststof afkoelt en de vervaardigde houder uit de matrijs wordt genomen.

In een voordelige uitvoering is de label voorafgaand 35 aan de plaatsing in de matrijs voorzien van een bedrukking, maar het is ook denkbaar dat de label pas later wordt voorzien van een bedrukking of eventueel helemaal niet wordt 101 2428 - 5 - bedrukt, bijvoorbeeld omdat de label zelf al de gewenste kleur heeft.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: 5 fig. 1 schematisch in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld van een krat volgens de uitvinding, fig. 2 een doorsnede over de lijn A-A in figuur 1, fig. 3 schematisch in doorsnede een deel van een spuitgietmatrijs voor het spuitgieten van de krat van figuur 10 1, en fig. 4 een weergave overeenkomstig figuur 3 in een andere stand van de matrijs.

In figuur 1 is een door spuitgieten vervaardigde 15 kunststof flessenkrat 1 te herkennen met een roostervormige rechthoekige bodem 2 en met vier opstaande zijwanden 3,4,5,6, die op de hoeken van de krat 1 met elkaar zijn verbonden. In de krat 1 is een vakverdeling aanwezig, die van boven open compartimenten vormt, elk voor het opnemen 20 van een fles. Elke zijwand 3-6 is voorzien van een handgreepopening 7 voor het dragen van de krat 1.

Het zal duidelijk zijn dat deze krat 1 slechts dient als voorbeeld. Zo zou de krat 1 ook anders kunnen zijn ingericht, bijvoorbeeld met een andere vakverdeling of een 25 binnenwerk bestemd voor het opnemen van in karton verpakte groepen flessen, zoals sixpacks. Ook zogenaamde half hoge flessenkratten, waar de flessen deels bovenuit steken, of "trays" die alleen het onderste deel van de flessen opnemen, vallen binnen het kader van de uitvinding. Ook zou de krat 1 30 in het geheel geen vakverdeling kunnen hebben en dan meer als met de hand draagbare bak kunnen zijn uitgevoerd.

De vier zijwanden 3-6 van de krat 1 hebben elk een plaatvormig lichaam, dat vanwege het spuitgieten een geheel vormt met de rest van de krat. In figuur 1 zijn twee van 35 deze plaatvormige lichamen duidelijk zichtbaar, te weten de plaatvormige lichamen 10 en 11. Deze plaatvormige lichamen 10, 11 liggen naar binnen versprongen, zowel ten opzichte 1012428 - 6 - van de buitenzijde van de boekdelen 12, 13, 14 van de krat als ten opzichte van een zich langs de onderzijde van de krat 1 uitstrekkende onderrand 15 en een zich langs de bovenzijde van de krat 1 uitstrekkende bovenrand 16.

5 De plaatvormige lichamen 10, 11, alsmede de plaatvormige lichamen van beide andere zijwanden van de krat 1, zijn elk voorzien van een voorbedrukt label 24, 25 van kunststof folie, die met behulp van de in-mould labeling techniek zijn aangebracht, zoals hierna nader zal worden 10 toegelicht.

Onder een van de labels, in dit voorbeeld label 24, bevindt zich een elektronische transponder 26. De transponder 26 ligt met een zijde aan tegen de label 24 en is verder ingebed in het kunststofmateriaal van de krat 1.

15 Door deze opstelling is de aanwezigheid van de transponder 26 van buitenaf niet zichtbaar voor het publiek en wordt het uiterlijk van de krat 1 niet verstoord door de aanwezigheid van de transponder 26. Door de inbedding is de transponder 26 goed beschermd tegen beschadiging, bijvoorbeeld tegen 20 beschadiging door het langs elkaar schuiven van de kratten.

In de doorsnede van figuur 2 en ook in de nog toe te lichten figuren 3 en 4 is het label 24 vanwege de duidelijkheid overdreven dik getoond, zoals de vakman bekend zijn labels voor de in-mould labeling techniek gewoonlijk 25 erg dun. Verder zal duidelijk zijn uit de weergave van de figuren 3 en 4 dat de label 24 niet op het plaatvormig lichaam ligt, maar daarin is ingebed. In de schets van figuur 2 lijkt de label 24 op het plaatvormig lichaam te liggen, met name op het vlakke gedeelte daarvan, maar dat 30 wordt veroorzaakt door de overdreven getekende dikte van de label.

In de figuur 2 is te herkennen dat de transponder 26 aanligt tegen de label 24 en is ingebed in het plaatvormige lichaam van de zijwand. Eventueel kan zich tussen de label 35 en de transponder een versteviging bevinden, bijvoorbeeld een plaatje kunststof om de transponder aan die zijde tegen beschadiging te beschermen. In een variant heeft de 101 2428 - 7 - transponder zelf een stevige behuizing.

Het zal duidelijk zijn dat de label met de zich daarachter bevindende transponder ook op een andere plaats van de krat kunnen bevinden. Eventueel zijn er meerdere 5 transponders per krat voorzien zodat bij beschadiging van een transponder nog steeds een identifikatie van de krat mogelijk is.

De werkwijze voor het vervaardigen van de eerder beschreven krat, met name het voor het aanbrengen van de 10 label en de transponder daarvan, zal hierna aan de hand van de figuren 3 en 4 worden toegelicht.

In de figuren 3 en 4 is een deel van een spuitgietmatrijs voor een krat schematisch in doorsnede getoond, en wel in een doorsnede dwars door het deel dat 15 uiteindelijk een zijwand van de krat vormt, dus in feite overeenkomstig de doorsnede van figuur 2.

In de figuren 3 en 4 zijn twee matrijsdelen van een spuitgietmatrijs voor het vervaardigen van de krat 1 te herkennen, te weten een eerste matrijsdeel 31 en een tweede 20 matrijsdeel 32. Het eerste matrijsdeel heeft een matrijswand 33, die de buitenzijde van de zijwand 3 van de krat 1 definieert, waarbij hier alleen het gedeelte van het plaatvormige lichaam 22, bij de plaats voor de label 24, is getoond. Het tweede matrijsdeel 32 heeft een matrijswand 34, 25 die de binnenzijde van de zijwand 3 van de krat 1 definieert.

De matrijswand 33 is hier vlak uitgevoerd en is voorzien van een omtreksgroef 36, die dient als vacumeringsgroef en via een of meer kanalen 37 aansluit op 30 een niet getoond vacuumbron. De groef 36 kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd als een nauwe spleet, bijvoorbeeld met een spleetbreedte in de orde van 0,1 millimeter. Als variant kan de groef niet als volledig rondom lopende groef zijn uitgevoerd maar als een opeenvolging van deelgroefjes of van 35 vacumeringsgaten.

In plaats van een vacumeringsgroef om de label vast te houden kan er ook in zijn voorzien dat de label middels 1012428 - 8 - statische electriciteit wordt vastgehouden, met name door de label op te laden.

De matrijswand 34 van het tweede matrijsdeel 32 is hier eveneens vlak uitgevoerd.

5 In figuur 3 is te herkennen dat de voorbedrukte label 24 zodanig groot is dat deze de vacumeringsgroef 36 in de matrijswand 33 overdekt en door het aanbrengen van onderdruk in die groef 36 wordt vastgehouden tegen het eerste matrijsdeel 31. Het aanbrengen van de label 24 kan 10 geschieden doordat het tweede matrijsdeel 32 op zodanige afstand van het eerste matrijsdeel 31 kan worden gebracht, of volledig worden verwijderd, dat de plaats voor de label 24 met de hand of een mechanische labelplaatsingsinrichting kan worden bereikt.

15 Na de plaatsing van de label 24 tegen de matrijswand wordt nu de transponder 26 aan de label 24 bevestigd. Dit kan bijvoorbeeld geschieden doordat de label en/of de transponder zelfklevend zijn of op elke andere geschikte wijze. In een variant was de transponder reeds aangebracht 20 aan de label voorafgaand aan de plaatsing van de label in de matrijs.

Belangrijk is dat de transponder aan die zijde van de label wordt aangebracht, die naar de zijwand van de krat is gericht, zodat de aanwezigheid van de transponder 25 uiteindelijk aan het zicht wordt onttrokken door de label.

De label 24 dient bij deze werkwijze als tijdelijke ondersteuning of drager voor de transponder in de matrijs, waardoor andere kostbare maatregelen overbodig zijn om de transponder op de gewenste plaats in de matrijs te 30 positioneren.

Voor het spuitgieten wordt nu het tweede matrijsdeel 32 in de gewenste positie gebracht ten opzichte van het eerste matrijsdeel 31, welk positie is getoond in figuur 4.

Voor het vervaardigen van de krat 1 wordt vervolgens 35 gesmolten kunststof onder hoge druk in de spuitgietmatrijs gebracht. De label 24 wordt dan strak tegen de wand van het matrijsdeel 31 gedrukt en de transponder wordt ingebed in de 1012428 - 9 - ingespoten kunststof. Indien de transponder zelf een behuizing heeft van kunststof is het denkbaar dat die kunststof een smeltverbinding aangaat met de ingespoten kunststof, zodat een zeer stevige verbinding wordt 5 verkregen.

Het kan gewenst zijn om eventueel tussen label en matrijswand aanwezige lucht te verwijderen om insluiting van lucht te vermijden. Dit kan ondermeer geschieden door de label met een zacht elastisch aandrukorgaan, bijvoorbeeld 10 een blok schuim kunststof of rubber tegen de matrijswand te drukken, eventueel met een robot.

De folie van de label 24 hecht zich zeer sterk aan de gesmolten kunststof van de krat 1, zodat na een voldoende afkoeling van de kunststof de matrijs kan worden geopend en 15 de krat kan worden verwijderd, waarbij de label 24 zeer goed vastzit aan het plaatvormige lichaam 10 van de zijwand 3.

1012428

Claims (12)

1. Kunststof houder (1) voor het transport en/of opslag van goederen, omvattende een bodem (2) en opstaande zijwanden (3-6), waarbij op ten minste een van de zijwanden een label danwel bedrukking is aangebracht, met het kenmerk, 5 dat tussen de zijwand enerzijds en de label of bedrukking anderzijds een transponder is aangebracht.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de transponder is ingebed in een verdieping in de zijwand van de houder.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwand een plaatvormig lichaam van kunststof omvat, op de buitenzijde waarvan een label van kunststof folie met daaronder de transponder is aangebracht door - voorafgaand 15 aan het in een geschikte spuitgietmatrijs brengen van gesmolten kunststof - de label, die eventueel is voorbedrukt, met de aan de naar de te vervaardigen zijwand gekeerde zijde van de label bevestigde transponder op de bedoelde plaats in een spuitgietmatrijs te plaatsen en daar 20 vervolgens vast te houden, waarbij de label en de transponder een sterke hechting aangaan met de kunststof van de houder.

4. Houder volgens conclusie 3, waarbij het plaatvormige 25 lichaam van de zijwand in een door de label overdekt gebied daarvan een reliëf heeft gezien ten opzichte van het vlak van de zijwand.

5. Houder volgens een of meer van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de houder is voorzien van ten minste een handgreep voor het dragen van de houder, bij voorkeur zijn ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijwanden voorzien van een handgreepopening.

6. Houder volgens een of meer van de voorgaande 1012428 - 11 - conclusies, waarbij de houder een flessenkrat is en in de flessenkrat een vakverdeling is aangebracht.

7. Werkwijze voor het vervaardigen van een houder 5 volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende het gebruik maken van een geschikte matrijs, bij welke werkwijze de label tegen een wand van de matrijs wordt aangebracht, met het kenmerk, dat de elektronische transponder aan de label wordt bevestigd voorafgaand aan of 10 na de plaatsing van de label in de matrijs, zodat de label dient als tijdelijke ondersteuning van de transponder in de matrijs, en dat vervolgens gesmolten kunststof in de matrijs wordt gebracht zodat de transponder geheel of gedeeltelijk wordt ingebed in de kunststof, waarna de kunststof afkoeld 15 en de vervaardigde houder uit de matrijs wordt genomen.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de label voorafgaand aan de plaatsing in de matrijs wordt voorzien van een bedrukking. 20

9. Werkwijze voor het vervaardigen van een houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende het gebruik maken van een geschikte spuitgietmatrijs met een eerste matrijsdeel (31), waarvan een matrijswand de 25 buitenzijde van de zijwand van de te vervaardigen houder begrenst, en met een tweede matrijsdeel (32), dat ten opzichte van het eerste matrijsdeel (31) beweegbaar is en dat in een spuitgietstand daarvan met het eerste matrijsdeel een holte begrensd overeenkomstig de vorm van de zijwand (3) 30 van de houder, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het aanbrengen van een label tegen de genoemde matrijswand, zodanig dat de label met een omtreksrandgebied daarvan aanligt tegen de matrijswand, - het voorafgaand aan of volgend op de plaatsing van de 35 label tegen de matrijswand aanbrengen van een transponder op de label aan de van de genoemde matrijswand af gekeerde zijde van de label 1012428 - 12 - - het in de spuitgietstand brengen van het eerste en tweede matrijsdeel, - het inspuiten van gesmolten kunststof in de spuitgietmatrijs, op zodanige wijze dat de transponder wordt 5 ingebed in de kunststof.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de genoemde matrijswand is voorzien van een rondlopende vacumeringsgroef, die via een of meer bijbehorende kanalen 10 (37) aansluit op een bedienbare vacuumbron, en waarbij de label zodanig tegen de genoemde matrijswand wordt geplaatst, dat deze de vacumeringsgroef (36) overdekt en door vacuum wordt vastgehouden.

11. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de label elektrostatisch wordt opgeladen voorafgaand aan de plaatsing tegen de matrijswand, zodat de label door statisch electriciteit wordt vastgehouden tegen de matrijswand.

12. Werkwijze volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij het plaatsen van de label en/of de transponder geschiedt met behulp van een elastisch samendrukbaar plaatsingslichaam, dat een opneemvlak heeft voor het opnemen van een te plaatsen label en/of transponder. 1012428