NL1012369C2 - Shielding device. - Google Patents

Description

AFSCHERMINRICHTINGSCREEN DEVICE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afscherminrichting, omvattende een afschermbuis met een bovenste afschermbuisuiteinde en een onderste afschermbuis-uiteinde; een afdekorgaan dat zich uitstrekt over het 5 bovenste afschermbuisuiteinde; ten minste één gasuitlaat-opening bij het bovenste afschermbuisuiteinde; een gas-geleidingsbuis die coaxiaal met de afschermbuis is opgesteld bij het onderste afschermbuisuiteinde en die een bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde en een onderste gas-10 geleidingsbuisuiteinde heeft, waarbij de diameter van genoemde gasgeleidingsbuis kleiner is dan de diameter van de afschermbuis; ten minste één waterafvoeropening bij het onderste afschermbuisuiteinde tussen de afschermbuis en de . gasgeleidingsbuis; en een ringvormig waterafvoerorgaan dat 15 coaxiaal met de gasgeleidingsbuis is opgesteld bij het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde en dat een bovenste waterafvoeruiteinde en een onderste waterafvoeruiteinde heeft.The present invention relates to a shielding device comprising a shielding tube with an upper shielding tube end and a lower shielding tube end; a cover member extending over the top shield tube end; at least one gas outlet opening at the top shield tube end; a gas guide tube arranged coaxially with the shield tube at the bottom shield tube end and having an upper gas guide tube end and a lower gas guide tube end, the diameter of said gas guide tube being less than the diameter of the shield tube; at least one water discharge opening at the bottom shield tube end between the shield tube and the. gas conduit tube; and an annular water drain arranged coaxially with the gas conduit tube at the bottom gas conduit tube end and having an upper water drain end and a bottom water drain end.

Dergelijke afscherminrichtingen zijn in de praktijk 20 bekend, en zijn bijvoorbeeld bestemd om te worden geplaatst op het uiteinde van een gasafvoerpijp van een verwarmingsapparaat zoals een HR-ketel, VR-ketel, en dergelijke.Such shielding devices are known in practice, and are intended, for example, to be placed on the end of a gas discharge pipe of a heating device such as an HR boiler, VR boiler, and the like.

Zoals bekend, hebben gasgestookte verwarmingsapparaten een afvoerpijp voor het afvoeren van verbrandingsgas. Een 25 dergelijke gasafvoerpijp is doorgaans verticaal georiënteerd, maar kan ook een horizontale of een schuin omhoog gerichte oriëntatie hebben. De gasafvoerpijp leidt vanaf het verwarmingsapparaat, dat is opgesteld binnen bijvoorbeeld een woonhuis, door een muur of een dak van dat huis 30 naar buiten om de verbrandingsgassen naar buiten af te voeren. Een probleem dat zich dan voor kan doen, is dat regenwater het uiteinde van de gasafvoerpijp binnentreedt en naar het inwendige van het huis en/of het verwarmingsapparaat kan stromen, hetgeen ongewenst is.As is known, gas-fired heating devices have a discharge pipe for discharging combustion gas. Such a gas discharge pipe is generally oriented vertically, but can also have a horizontal or an obliquely upwardly directed orientation. The gas discharge pipe leads from the heating device, which is arranged within, for example, a residential house, through a wall or a roof of that house 30 to discharge the combustion gases outside. A problem that can then arise is that rainwater enters the end of the gas discharge pipe and can flow to the interior of the house and / or the heating device, which is undesirable.

35 Om dit probleem tegen te gaan, zijn afscherm- TOt 23 69 2 inrichtingen ontwikkeld, die bestemd zijn om geplaatst te worden op het uiteinde van een gasafvoerpijp, en tot taak hebben het inregenen tegen te gaan. Voorts hebben deze afscherminrichtingen tot taak tegen te gaan, dat de uit de 5 gasafvoerpijp stromende verbrandingsgassen via een lucht-toevoerpijp terugkeren naar de verwarmingsapparatuur. Een belangrijke ontwerpeis daarbij is, dat een afscherm-inrichting de uitstroom van verbrandingsgassen slechts in geringe mate mag hinderen.To counteract this problem, shielding devices have been developed which are intended to be placed on the end of a gas discharge pipe and have the task of counteracting the raining in. Furthermore, these shielding devices have the task of preventing the combustion gases flowing from the gas discharge pipe from returning to the heating equipment via an air supply pipe. An important design requirement is that a shielding device may only hinder the outflow of combustion gases to a small extent.

10 Primair omvat een afscherminrichting daartoe een gas- geleidingsbuis en een afdekorgaan. De gasgeleidingsbuis heeft ongeveer dezelfde vorm als de gasafvoerpijp waarvoor hij bestemd is; aangezien dergelijke gasafvoerpijpen doorgaans cirkelrond zijn, heeft ook de gasgeleidingsbuis 15 doorgaans ongeveer de vorm van een cirkelronde cilinder. De diameter van de gasgeleidingsbuis is doorgaans ongeveer gelijk aan die van de gasafvoerpijp. Wanneer de afscherminrichting is geplaatst, bevindt de gasgeleidingsbuis zich in hoofdzaak in het verlengde van de gasafvoerpijp. Het 20 afdekorgaan strekt zich uit over het vrije, van de gas-afvoerpijp af gerichte uiteinde van de gasgeleidingsbuis. Doorgaans heeft het afdekorgaan de vorm van een vlakke of kegelvormige plaat, met een diameter groter dan die van de gasgeleidingsbuis.Primarily, a shielding device comprises a gas conduit tube and a cover member for this purpose. The gas conduit pipe has approximately the same shape as the gas discharge pipe for which it is intended; since such gas discharge pipes are generally circular, the gas-conducting pipe 15 also generally has the shape of a circular cylinder. The diameter of the gas guide pipe is usually approximately equal to that of the gas discharge pipe. When the shielding device is placed, the gas-conducting pipe is substantially in line with the gas-discharge pipe. The cover member extends over the free end of the gas conduit pipe which faces away from the gas discharge pipe. Typically, the cover member is in the form of a flat or conical plate, with a diameter greater than that of the gas conduit tube.

25 De afscherminrichting heeft uiteraard een uitstroom- opening waardoor verbrandingsgas de gasgeleidingsbuis kan verlaten. Daartoe wordt het afdekorgaan op een geschikte afstand ten opzichte van het vrije uiteinde van de gasgeleidingsbuis gehouden.The shielding device naturally has an outflow opening through which combustion gas can leave the gas-conducting pipe. For this purpose, the cover member is kept at a suitable distance from the free end of the gas conduit tube.

30 Genoemde onderdelen zouden voldoende zijn om inregenen tegen te gaan bij een verticale oriëntatie van de gasgeleidingsbuis, indien er geen sprake zou zijn van wind. Echter, als gevolg van wind kan regenwater onder het afdekorgaan worden geblazen en het uiteinde van de gas-35 geleidingsbuis bereiken. Om dat tegen te gaan, is de afscherminrichting voorzien van een afschermbuis met een diameter groter dan die van de gasgeleidingsbuis, welke T012369 3 afscherrnbuis coaxiaal met de gasgeleidingsbuis is opgesteld in het verlengde daarvan, tussen de gasgeleidingsbuis en het afdekorgaan. De af scherrnbuis heeft een onderuiteinde of gasingangsuiteinde dat een zekere axiale overlap heeft met 5 het vrije bovenuiteinde van de gasgeleidingsbuis. Het afdekorgaan strekt zich uit over het bovenuiteinde van de afscherrnbuis, heeft een diameter groter dan die van de afscherrnbuis, en bevindt zich op een zekere axiale afstand ten opzichte van het bovenuiteinde van de afschermbuis om 10 de uitstroomopening van de afscherminrichting te definiëren.The aforementioned parts would be sufficient to prevent raining in the case of a vertical orientation of the gas guide pipe, if there were no wind. However, due to wind, rainwater can be blown under the cover and reach the end of the gas guide tube. To counteract this, the shielding device is provided with a shielding tube with a diameter larger than that of the gas-conducting tube, the shielding tube being arranged coaxially with the gas-conducting tube in extension thereof, between the gas-conducting tube and the cover member. The shield tube has a bottom end or gas inlet end that has a certain axial overlap with the free top end of the gas guide tube. The cover extends over the top end of the shield tube, has a diameter greater than that of the shield tube, and is spaced a certain axial distance from the top end of the shield tube to define the outflow opening of the shield.

Wanneer nu regenwater door wind onder het afdekorgaan wordt geblazen, zal het merendeel van de regen door de afschermbuis worden weggehouden van het bovenuiteinde van 15 de gasgeleidingsbuis. Regen die tegen het buitenoppervlak van de afschermbuis wordt geblazen, stroomt langs dat buitenoppervlak naar beneden en valt vrij naar beneden, buiten de gasgeleidingsbuis. Regen die door de gas-uitstroomopening tussen het afdekorgaan en het boven-20 uiteinde van de afschermbuis wordt geblazen, zal voor een deel terecht komen op het binnenoppervlak van de afschermbuis. Dit water stroomt langs dat binnenoppervlak naar beneden en valt eveneens vrij naar beneden, buiten de gasgeleidingsbuis, langs ten minste één waterafvoeropening 25 die gedefinieerd is tussen het onderuiteinde van de afschermbuis en het bovenuiteinde van de gasgeleidingsbuis doordat de binnendiameter van de afschermbuis groter is dan de buitendiameter van de gasgeleidingsbuis.When now rainwater is blown under the cover by wind, most of the rain will be kept away from the top end of the gas conduit tube by the shield tube. Rain blown against the outer surface of the shield tube flows down that outer surface and falls freely outside the gas conduit tube. Rain blown through the gas outflow opening between the cover member and the top end of the shielding tube will partially settle on the inner surface of the shielding tube. This water flows downwards along that inner surface and also falls freely downwards, outside the gas-conducting pipe, past at least one water discharge opening 25 defined between the lower end of the shielding pipe and the upper end of the gas-conducting pipe in that the inner diameter of the shielding pipe is larger than the outer diameter of the gas pipe.

Hoewel de bekende afscherminrichting op zich goed 30 voldoet in de praktijk, kan het in de praktijk toch voorkomen dat regenwater het inwendige van de gasgeleidingsbuis bereikt. Dit kan enerzijds gebeuren doordat een gedeelte van de regen die door de gasuitstroomopening tussen het afdekorgaan en het bovenuiteinde van de afschermbuis wordt 35 geblazen, een valtraject heeft zodanig dat het het inwendige van de gasgeleidingsbuis bereikt. Anderzijds kan het in de praktijk voorkomen dat de winddruk zodanig is, 1012369 4 dat regenwater door de genoemde waterafvoeropening naar binnen wordt geblazen, over de rand van de gasgeleidings-buis, en aldus het inwendige van de gasgeleidingsbuis bereikt.Although the known shielding device per se suffices well in practice, in practice rainwater can nevertheless reach the interior of the gas-conducting pipe. This can happen on the one hand because part of the rain that is blown through the gas outflow opening between the cover member and the top end of the shielding tube has a fall path such that it reaches the interior of the gas-conducting tube. On the other hand, in practice it can happen that the wind pressure is such that rainwater is blown in through the said water discharge opening, over the edge of the gas-conducting pipe, and thus reaches the interior of the gas-conducting pipe.

5 Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om de bekende afscherminrichting verder te verbeteren. Meer in het bij zonder beoogt de onderhavige uitvinding een verbeterde afscherminrichting te verschaffen, waarbij het genoemde probleem is geëlimineerd of althans verminderd.It is therefore an object of the present invention to further improve the known shielding device. More particularly, the present invention aims to provide an improved shielding device, wherein the said problem is eliminated or at least reduced.

10 In principe zou het mogelijk zijn om de waterafvoer opening op een adequate wijze af te schermen tegen wind, zodanig dat er geen wind en dus geen regenwater door die waterafvoeropening naar binnen kan gaan. Gebleken is echter, dat een luchtstroming door die waterafvoeropening 15 naar binnen een gunstig effect heeft op de luchtstroming in het inwendige van de afschermbuis, en bijdraagt aan het effect dat regenwater dat door de gasuitstroomopening tussen het afdekorgaan en de afschermbuis naar binnen wordt geblazen, zo veel mogelijk wordt weggehouden van het boven-20 uiteinde van de gasgeleidingsbuis. Derhalve zouden de karakteristieken van de afscherminrichting als geheel worden verslechterd als men de waterafvoeropening zou af schermen tegen wind.In principle, it would be possible to adequately shield the water discharge opening from wind, such that no wind and thus no rainwater can enter through that water discharge opening. However, it has been found that an air flow through that water discharge opening 15 has a favorable effect on the air flow in the interior of the shielding tube, and contributes to the effect of rainwater being blown in through the gas outflow opening between the cover member and the shielding tube, so as much as possible is kept away from the top end of the gas conduit tube. Therefore, the characteristics of the shielding device as a whole would be deteriorated if one shields the water discharge opening from wind.

Bij de bekende afscherminrichting sluit de gas-25 geleidingsbuis direct aan op een gasafvoerpijp. Hierdoor zal water dat in het inwendige van de gasgeleidingsbuis geraakt, ook inderdaad het inwendige van de gasafvoerpijp bereiken. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding wordt de gasgeleidingsbuis op afstand van het 30 uiteinde van de gasafvoerpijp gehouden, en is voorzien in middelen om water dat langs het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis naar beneden stroomt, naar buiten af te voeren voordat dat water de gasafvoerpijp bereikt.In the known shielding device, the gas-guiding tube connects directly to a gas-discharge pipe. As a result, water that enters the interior of the gas conduit tube will indeed reach the interior of the gas discharge pipe. According to an important aspect of the present invention, the gas-conducting pipe is kept at a distance from the end of the gas-discharging pipe, and means are provided for discharging water flowing down the inner surface of the gas-conducting pipe outwardly before that water enters the gas-discharging pipe reached.

Een afscherminrichting van het bovengenoemde type heeft 35 volgens de onderhavige uitvinding het kenmerk, dat het waterafvoerorgaan een in hoofdzaak axiale binnenring omvat, waarbij de diameter van het bovenste waterafvoeruiteinde 1012369 5 kleiner is dan de diameter van het onderste gasgeleidings-buisuiteinde en eveneens kleiner is dan de diameter van het onderste waterafvoeruiteinde; dat een ringvormige opening zich tussen de gasgeleidingsbuis en het waterafvoerorgaan 5 bevindt; en dat een ringvormige afdekkap zich in axiale richting uitstrekt over de buitenomtrek van de genoemde ringvormige opening.A shielding device of the above-mentioned type according to the present invention is characterized in that the water discharge member comprises a substantially axial inner ring, the diameter of the upper water discharge end 1012369 being smaller than the diameter of the lower gas conduit pipe end and also smaller than the diameter of the bottom water discharge end; that an annular opening is located between the gas conduit tube and the water discharge member 5; and in that an annular cover cap extends axially over the outer circumference of said annular opening.

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt 10 door de hiernavolgende beschrijving van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van een afscherminrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 15 figuur 1 een doorsnede in axiale richting is van een bekende afscherminrichting, figuur 2 een doorsnede in axiale richting is van een deel van een afscherminrichting overeenkomstig een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, 20 figuur 3 een doorsnede in axiale richting is van een deel van een afscherminrichting overeenkomstig een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 4 een doorsnede in axiale richting is van een deel van een afscherminrichting overeenkomstig een derde 25 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description of some preferred embodiments of a shielding device according to the invention with reference to the drawing, in which like reference numerals designate like or like parts, and wherein: figure 1 is an axial section of a known shielding device, figure 2 is an axial section of a part of a shielding device according to a first preferred embodiment of the invention, figure 3 is an axial section of a part of a shielding device according to a second preferred embodiment of the invention, figure 4 is an axial section of a part of a shielding device according to a third preferred embodiment of the invention.

Figuur 1 toont een in de praktijk bekende afscherminrichting, in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 1, in een oriëntatie die correspondeert 30 met de bedrijfsstand. De afscherminrichting 1 omvat een ronde afschermbuis 10 met een bovenste afschermbuisuiteinde 11 en een onderste afschermbuisuiteinde 12. Bij het bovenste afschermbuisuiteinde 11 heeft de afschermbuis 10 een ringvormige afdekorgaandrager 9, bestemd voor het 35 daaraan bevestigen van een (ter wille van de eenvoud niet in de figuur getoond) dekselvormig afdekorgaan dat een diameter heeft die groter is dan de diameter van de 1012369 6 afschermbuis 10 en dat zich, in gemonteerde toestand, uitstrekt over het bovenste afschermbuisuiteinde 11. Tussen de afdekorgaandrager 9 en de afschermbuis 10 zijn vier gas-uitlaatopeningen 13 gevormd, doordat de afdekorgaandrager 9 5 met vier dragers 14 op afstand is vastgezet aan de afschermbuis 10.Figure 1 shows a shielding device known in practice, generally indicated by the reference numeral 1, in an orientation corresponding to the operating position. The shielding device 1 comprises a round shielding tube 10 with an upper shielding tube end 11 and a lower shielding tube end 12. At the upper shielding tube end 11, the shielding tube 10 has an annular cover carrier support 9, for attaching a (for the sake of simplicity) Figure shown) lid-shaped cover member which has a diameter greater than the diameter of the 1012369 6 shield tube 10 and, when mounted, extends over the top shield tube end 11. Between the cover carrier 9 and the shield tube 10 are four gas outlet openings 13 formed by the cover member carrier 95 being secured remotely to the shield tube 10 with four carriers 14.

Een gasgeleidingsbuis 20 is aan de zijde van het onderste afschermbuisuiteinde 12 coaxiaal met de afschermbuis 10 opgesteld. De diameter van de gasgeleidingsbuis 20 10 is kleiner dan de diameter van de afschermbuis 10. De gasgeleidingsbuis 20 heeft een bovenste gasgeleidingsbuis-uiteinde 21 en een onderste gasgeleidingsbuisuiteinde 22. Het bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde 21 overlapt in axiale richting met het onderste afschermbuisuiteinde 12.A gas conduit tube 20 is arranged coaxially with the shield tube 10 on the side of the lower shield tube end 12. The diameter of the gas conduit tube 10 is smaller than the diameter of the shield tube 10. The gas conduit tube 20 has an upper gas conduit tube end 21 and a lower gas conduit tube end 22. The upper gas conduit tube end 21 overlaps axially with the lower shield tube end 12.

15 De afschermbuis 10 is met het onderste afschermbuisuiteinde 12 bevestigd aan het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 door middel van vier afschermbuissteunen 24 die gelijkmatig over de omtrek van het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 zijn verdeeld, waardoor tussen de 20 afschermbuis 10 en de gasgeleidingsbuis 20 vier water- afvoeropeningen 23 zijn gevormd. Een afschermbuissteun 24 is voor de weergegeven bekende afscherminrichting 1 uitgevoerd als een gebogen strip met een in hoofdzaak radiaal kort uiteinde 25 en een schuin gedeelte 26. De 25 afschermbuissteunen 24 zijn met het korte uiteinde 25 aan de gasgeleidingsbuis 20 en met het schuine gedeelte 26 aan het onderste afschermbuisuiteinde 12 bevestigd. In het korte uiteinde 25 van elke afschermbuissteun 24 is een (niet weergegeven) axiaal gerichte opening aangebracht, 30 waardoor bijvoorbeeld een (niet weergegeven) schroef of een paspen kan worden gestoken.The shield tube 10 is secured to the outer surface of the gas conduit tube 20 with the lower shield tube end 12 by means of four shield tube supports 24 which are evenly distributed around the circumference of the outer surface of the gas guide tube 20, so that between the shield tube 10 and the gas guide tube 20, four water discharge openings 23 are formed. For the shown known shielding device 1, a shielding tube support 24 is designed as a curved strip with a substantially radial short end 25 and an inclined section 26. The shielding tube supports 24 are with the short end 25 on the gas-conducting pipe 20 and with the sloping section 26 on the lower shield tube end 12 attached. An axially oriented opening (not shown) is provided in the short end 25 of each shielding tube support 24, through which, for example, a screw (not shown) or a locating pin can be inserted.

De bekende afscherminrichting 1 omvat voorts een ringvormig waterafvoerorgaan 30 met een bovenste waterafvoer-uiteinde 31 en een onderste waterafvoeruiteinde 32. Het 35 waterafvoerorgaan 30 omvat een buitenring 34 die coaxiaal met de gasgeleidingsbuis 20 is opgesteld. De diameter van de buitenring 34 is groter dan de diameter van de gas- 1012369 7 geleidingsbuis 20. De buitenring 34 is bij zijn bovenuiteinde met de gasgeleidingsbuis 20 verbonden door een radiale ringvormige flens 35. Het waterafvoerorgaan 30 is met de flens 35 bevestigd aan het korte uiteinde 25 van de 5 afschermbuissteunen 24.The known shielding device 1 further comprises an annular water discharge member 30 with an upper water discharge end 31 and a lower water discharge end 32. The water discharge member 30 comprises an outer ring 34 which is arranged coaxially with the gas conduit pipe 20. The diameter of the outer ring 34 is greater than the diameter of the gas conduit tube 20. The outer ring 34 is connected at its upper end to the gas conduit tube 20 by a radial annular flange 35. The water discharge member 30 is attached to the flange 35 short end 25 of the 5 shielding tube supports 24.

De gasgeleidingsbuis 20 is uitgevoerd in twee delen 20a, 20b, waarbij het bovenste gasgeleidingsbuisdeel 20a is uitgevoerd als één integraal geheel met de afschermbuis 10 en waarbij het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b is 10 uitgevoerd als één integraal geheel met het waterafvoerorgaan 30. Het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b sluit afdichtend aan op het bovenste gasgeleidingsbuisdeel 20a, zodat het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b het bovenste gasgeleidingsbuisdeel 20a vanaf zijn onderuiteinde 15 verlengt.The gas conduit pipe 20 is formed in two parts 20a, 20b, the upper gas conduit pipe part 20a being integral with the shielding pipe 10 and the lower gas conduit pipe part 20b being designed as one integral with the water discharge member 30. The lower gas conduit pipe part 20b closes sealingly to the upper gas-conducting pipe section 20a, so that the lower gas-conducting pipe section 20b extends the upper gas-conducting pipe section 20a from its lower end 15.

Tussen de gasgeleidingsbuis 20 en de buitenring 34 zijn ' dwars op de flens 35 drie bevestigingssteunen 36 verschaft. In elke bevestigingssteun 36 is in' radiale richting een opening aangebracht, waardoor bijvoorbeeld een schroef kan 20 worden gestoken om de afscherminrichting 1 te bevestigen aan een gasafvoerpijp. Een bovenste uiteinde van een dergelijke gasafvoerpijp wordt dan gepositioneerd tussen het buitenoppervlak van het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b en de bevestigingssteunen 36. In de buitenring 34 zijn 25 drie openingen 37 verschaft, die zijn uitgelijnd met de openingen in de bevestigingssteunen 36. Door de openingen 37 in de buitenring 34 kan bijvoorbeeld een schroevendraaier worden gestoken om schroeven aan te draaien, die zijn aangebracht in de openingen in de bevestigingssteunen 30 36.Three mounting brackets 36 are provided transversely to the flange 35 between the gas guide pipe 20 and the outer ring 34. An aperture is arranged radially in each mounting bracket 36, through which, for example, a screw can be inserted to attach the shielding device 1 to a gas discharge pipe. An upper end of such a gas discharge pipe is then positioned between the outer surface of the lower gas conduit tube portion 20b and the mounting brackets 36. In the outer ring 34, three openings 37 are provided, which are aligned with the openings in the mounting brackets 36. Through the openings 37 in for example, the outer ring 34 may be threaded with a screwdriver to tighten screws provided in the holes in the mounting brackets 36.

Voor de nu volgende beschrijving van de werking van de bekende afscherminrichting 1 wordt er vanuit gegaan, dat de (niet weergegeven) gasafvoerpijp waaraan de afscherm-35 inrichting 1 is bevestigd, verticaal is opgesteld en dat de afscherminrichting 1 zich dientengevolge ook in een verticale positie bevindt, met het waterafvoerorgaan 30 aan 1012369 8 de onderzijde en het afdekorgaan aan de bovenzijde, zoals getoond in figuur 1.For the following description of the operation of the known shielding device 1 it is assumed that the gas discharge pipe (not shown) to which the shielding device 1 is attached is arranged vertically and that the shielding device 1 is consequently also in a vertical position. with the water drain 30 on 1012369 8 the bottom and the cover on the top, as shown in Figure 1.

Regenwater dat op het afdekorgaan of tegen het buitenoppervlak van de afschermbuis 10 of de gasgeleidingsbuis 20 5 slaat, wordt aan de buitenzijde van de afscherminrichting 1 onder invloed van de zwaartekracht afgevoerd. Hetzelfde geldt voor eventueel condenswater. Regenwater dat inregent door een gasuitlaatopening 13, wordt in het inwendige van de afscherminrichting 1 afgevoerd. Dit water stroomt langs 10 het binnenoppervlak van de afschermbuis 10 naar beneden en stroomt via een afschermbuissteun 24 of druppelt door een waterafvoeropening 23 op de flens 35 van het waterafvoer-orgaan 30, of valt vanuit de afschermbuis 10 direct door een waterafvoeropening 23 op de flens 35 van het water-15 afvoerorgaan 30. Vervolgens wordt het water langs het buitenoppervlak van het waterafvoerorgaan 30 afgevoerd.Rainwater that strikes the covering member or against the outer surface of the shielding tube 10 or the gas-conducting tube 20 is discharged on the outside of the shielding device 1 under the influence of gravity. The same applies to any condensation water. Rainwater that rains through a gas outlet opening 13 is discharged into the interior of the shielding device 1. This water flows down the inner surface of the shielding tube 10 and flows through a shielding tube support 24 or drops through a water discharge opening 23 onto the flange 35 of the water discharge member 30, or falls directly from a shielding outlet 10 through a water discharge opening 23 onto the flange 35 of the water discharge member 30. Then, the water is discharged along the outer surface of the water discharge member 30.

Echter, regenwater dat rechtstreeks in de gasgeleidingsbuis 20 valt of dat door de winddruk tegen het bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde 21 omhoog wordt 20 getransporteerd en zo op het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 terecht komt, kan door deze bekende afscherminrichting 1 niet naar buiten worden afgevoerd en komt in de gasafvoerpijp terecht, hetgeen ongewenst is.However, rainwater that falls directly into the gas-conducting pipe 20 or that is transported upwards by the wind pressure against the upper gas-conducting-pipe end 21 and thus ends up on the inner surface of the gas-conducting pipe 20 cannot be discharged through this known shielding device 1 and enters the gas discharge pipe correctly, which is undesirable.

25 Figuur 2 toont een afscherminrichting 2 overeenkomstig een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij een oplossing is verschaft voor het hierboven beschreven nadeel. In figuur 2 zijn de afschermbuis 10 en de gasgeleidingsbuis 20 te herkennen, evenals de gas-30 uitlaatopeningen 13, de dragers 14, de waterafvoeropeningen 23 en de afschermbuissteunen 24. De vorm en functie van deze onderdelen kunnen gelijk zijn aan die van de gelijke of vergelijkbare onderdelen van de bekende afscherminrichting 1 die is getoond in figuur 1, en behoeven geen 35 nadere toelichting.Figure 2 shows a shielding device 2 according to a first preferred embodiment of the invention, wherein a solution is provided for the above described drawback. In figure 2 the shielding tube 10 and the gas-conducting tube 20 can be recognized, as well as the gas-outlet openings 13, the carriers 14, the water discharge openings 23 and the shielding tube supports 24. The shape and function of these parts can be the same as those of the same or comparable parts of the known shielding device 1 shown in figure 1, and need no further explanation.

Het waterafvoerorgaan 30 omvat bij de weergegeven uitvoeringsvorm van de afscherminrichting 2 een binnenring 101 2369 9 33 die coaxiaal met de gasgeleidingsbuis 20 is opgesteld.In the illustrated embodiment of the shielding device 2, the water discharge member 30 comprises an inner ring 101 2369 9 33 which is arranged coaxially with the gas conduit tube 20.

De diameter van het bovenuiteinde van de binnenring 33 is kleiner dan de diameter van het onderste gasgeleidings-buisuiteinde 22. Bij de weergegeven voorkeursuitvoerings-5 vorm is er een geringe mate van axiale overlap tussen het bovenste waterafvoeruiteinde 31 en het onderste gas-geleidingsbuisuiteinde 22, maar essentieel is dit niet.The diameter of the upper end of the inner ring 33 is smaller than the diameter of the lower gas conduit tube end 22. In the preferred embodiment shown, there is a small amount of axial overlap between the upper water discharge end 31 and the lower gas conduit tube end 22, but this is not essential.

In radiale richting bevindt zich een ringvormige opening 40 tussen het bovenste waterafvoeruiteinde 31 en 10 het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde 22, welke opening groot genoeg is om waterdruppels door te laten.In an radial direction, an annular opening 40 is located between the upper water discharge end 31 and 10, the lower gas conduit tube end 22, which opening is large enough to allow water droplets to pass through.

Over de omtrek van de flens 35 zijn vier verbindings-steunen 38 gelijkmatig verdeeld. In figuur 2 is slechts één verbindingssteun 38 getoond. De verbindingssteunen 38 zijn 15 op het bovenoppervlak van de flens 35 geplaatst en strekken zich in axiale richting uit tot voorbij de binnenring 33.Four connecting struts 38 are evenly distributed around the circumference of the flange 35. In Figure 2, only one connecting strut 38 is shown. The connecting struts 38 are placed on the top surface of the flange 35 and extend axially beyond the inner ring 33.

In gemonteerde toestand strekken de verbindingssteunen 38 zich in axiale richting uit tot het korte uiteinde 25 van de afschermbuissteunen 24, waarbij een verbindingsorgaan 20 zoals bijvoorbeeld een schroef of een paspen die door de genoemde axiaal gerichte opening in het korte uiteinde 25 van een afschermbuissteun 24 is gestoken, is vastgezet in een verbindingssteun 38.In the assembled state, the connecting struts 38 extend axially to the short end 25 of the shielding pipe struts 24, a connecting member 20 such as, for example, a screw or dowel pin passing through said axially oriented opening in the short end 25 of a shielding pipe strut 24 is secured in a connecting strut 38.

Afscherminrichting 2 omvat voorts een ringvormige 25 afdekkap 50, waarvan een bovenuiteinde in hoofdzaak afdichtend aansluit op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20, en waarvan een onderuiteinde aansluit op het bovenoppervlak van de flens 35. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de afdekkap 50 een in hoofdzaak 30 radiale bovenring 51 met een binnendiameter die in hoofdzaak gelijk is aan de buitendiameter van de gasgeleidingsbuis 20, een in hoofdzaak axiale kapring 53 met een binnendiameter die groter is dan de buitendiameter van de bovenring 51, en een schuine ring 54 die tussen de bovenring 51 35 en de kapring 53 is aangebracht. Aan het onderuiteinde van de kapring 53 zijn drie openingen 55 aangebracht die gelijkmatig zijn verdeeld over de omtrek van de kapring 53.Shielding device 2 further comprises an annular cover cap 50, an upper end of which connects substantially sealingly to the outer surface of the gas conduit tube 20, and of which a lower end connects to the upper surface of the flange 35. In the embodiment shown, the cover cap 50 comprises a substantially 30 radial top ring 51 with an inner diameter substantially equal to the outer diameter of the gas conduit tube 20, a substantially axial cap ring 53 with an inner diameter larger than the outer diameter of the top ring 51, and an oblique ring 54 sandwiched between the top ring 51 and the cap ring 53 is provided. Three openings 55 are provided at the lower end of the cap ring 53, which are evenly distributed over the circumference of the cap ring 53.

1012369 101012369 10

Desgewenst kan aan de binnenomtrek van de bovenring 51 een opstaande rand 52 zijn aangebracht, en kan op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 een haakvormige gas-geleidingsbuisrand 28 zijn aangebracht, die genoemde 5 opstaande rand 52 omsluit. De bovenring 51 is in gemonteerde toestand met voordeel bevestigd aan het korte uiteinde 25 van de afschermbuissteunen 24 door middel van de verbindingssteunen 38. Hiertoe zijn in axiale richting vier openingen aangebracht in de bovenring 51, die gelijk-10 matig over de omtrek van de bovenring 51 zijn verdeeld. In gemonteerde toestand zijn déze openingen uitgelijnd met de openingen die zijn aangebracht in het korte uiteinde 25 van de afschermbuissteunen 24, en is de bovenring 51 in axiale richting tussen het korte uiteinde 25 van de afschermbuis-15 steunen 24 en de verbindingssteunen 38 gepositioneerd.If desired, an upright rim 52 may be provided on the inner circumference of the top ring 51, and a hook-shaped gas guide tube rim 28 enclosing said upright rim 52 on the outer surface of the gas guide tube 20. The top ring 51, when mounted, is advantageously attached to the short end 25 of the shield tube brackets 24 by means of the connecting brackets 38. For this purpose, four openings are provided in the axial direction in the top ring 51, which are evenly distributed around the circumference of the top ring 51 are divided. In the assembled state, these openings are aligned with the openings provided in the short end 25 of the shield tube supports 24, and the top ring 51 is axially positioned between the short end 25 of the shield tube supports 24 and the connecting supports 38.

De besproken uitvoeringsvorm van de afscherminrichting 2 omvat vier afschermbuissteunen 24 en derhalve vier water-afvoeropeningen 23, maar kan ook meer of minder afschermbuissteunen 24 en waterafvoeropeningen 23 omvatten.The discussed embodiment of the shielding device 2 comprises four shielding tube supports 24 and therefore four water discharge openings 23, but may also comprise more or less shielding tube supports 24 and water discharge openings 23.

20 Voorwaarde is dat de afscherminrichting 2 ten minste één waterafvoeropening 23 omvat.A precondition is that the shielding device 2 comprises at least one water discharge opening 23.

Bij deze eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn drie openingen 55 aangebracht aan het onderuiteinde van de kapring 53, maar dit zouden er ook 25 meer of minder kunnen zijn. Voorwaarde is dat er ten minste één opening 55 is aangebracht aan het onderuiteinde van de kapring 53.In this first preferred embodiment of the invention, three openings 55 are provided at the lower end of the cap ring 53, but this could also be more or less. A precondition is that at least one opening 55 is provided at the bottom end of the cap ring 53.

De besproken uitvoeringsvorm van de afscherminrichting 2 omvat vier verbindingssteunen 38, maar kan ook meer of 30 minder verbindingssteunen 38 omvatten. Bij voorkeur omvat de afscherminrichting 2 ten minste twee verbindingssteunen 38 .The discussed embodiment of the shielding device 2 comprises four connecting struts 38, but may also comprise more or less connecting struts 38. Preferably, the shielding device 2 comprises at least two connecting supports 38.

Voor de nu volgende beschrijving van de werking van een 35 afscherminrichting 2 volgens de uitvinding wordt er vanuit gegaan, dat de afscherminrichting 2 in een verticale positie is opgesteld.For the following description of the operation of a shielding device 2 according to the invention, it is assumed that the shielding device 2 is arranged in a vertical position.

1012369 111012369 11

Regenwater dat op het afdekorgaan of tegen het buitenoppervlak van de afschermbuis 10 of de gasgeleidingsbuis 20 slaat en water dat zich op het binnenoppervlak van de afschermbuis 10 bevindt, wordt op dezelfde wijze afgevoerd 5 als in het bovenstaande reeds is beschreven met betrekking tot de bekende afscherminrichting 1.Rainwater hitting the covering member or against the outer surface of the shielding tube 10 or the gas-conducting tube 20 and water located on the inner surface of the shielding tube 10 is discharged in the same manner as has already been described above with respect to the known shielding device 1.

Regenwater dat inregent door een gasuitlaatopening 13 en dat op het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 terecht komt of dat door de winddruk tegen het bovenste 10 gasgeleidingsbuisuiteinde 21 omhoog wordt getransporteerd en zo op het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 terecht komt, wordt in het inwendige van de afscherminrichting 2 afgevoerd. Dit water stroomt langs het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 naar beneden en 15 druppelt bij het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde 22 door de ringvormige opening 40 vanaf de gasgeleidingsbuis 20 op het waterafvoerorgaan 30. Vervolgens wordt het water langs het bovenoppervlak van de flens 35 van het waterafvoerorgaan 30 door een opening 55 in de kapring 53 afgevoerd 20 naar de buitenzijde van de afscherminrichting 2. Het bovenoppervlak van de flens 35 is met voordeel schuin uitgevoerd, met bij het bovenuiteinde een kleinere diameter dan bij het onderuiteinde, zodat het water onder invloed van de zwaartekracht gemakkelijk langs het bovenoppervlak 25 van de flens 35 kan worden afgevoerd.Rainwater that rains through a gas outlet opening 13 and which ends up on the inner surface of the gas-conducting pipe 20 or which is transported upwards by the wind pressure against the upper gas-conducting-pipe end 21 and thus ends up on the inner surface of the gas-conducting pipe 20, is discharged into the interior of the shielding device 2 discharged. This water flows down the inner surface of the gas conduit tube 20 and drips at the bottom gas conduit tube end 22 through the annular opening 40 from the gas conduit tube 20 to the water drain 30. Then, the water is passed along the top surface of the flange 35 of the water drain 30. an opening 55 in the cap ring 53 discharged to the outside of the shielding device 2. The top surface of the flange 35 is advantageously made obliquely, with a smaller diameter at the top end than at the bottom end, so that the water under the influence of gravity can easily can be discharged along the top surface 25 of the flange 35.

De afdekkap 50 voorkomt dat regen zou neerslaan op een gedeelte van het waterafvoerorgaan 30 en op een gedeelte van het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20.The cover cap 50 prevents rain from settling on a portion of the water drain 30 and on a portion of the outer surface of the gas conduit tube 20.

Primair dient de afdekkap 50 om te voorkomen dat water 30 vanaf het waterafvoerorgaan 30 door de wind de gasafvoerpijp wordt ingeblazen via de ringvormige opening 40. De openingen 55 in de kapring 53 mogen niet te groot zijn, om de invloed van factoren als wind en water aan de buitenzijde op de afvoer van water en de uitstroom van rookgassen 35 vanuit de afscherminrichting 2 zo klein mogelijk te laten zijn. Ze moeten echter wel groot genoeg zijn om het af te voeren water door te kunnen laten. Bij voorkeur is tussen T012369 12 de openingen 55 en de ringvormige opening 40 een obstructie aangebracht, waardoor de invloed van de wind op de afvoer van water en de uitstroom van rookgassen vanuit de afscherminrichting 2 verder wordt verkleind. Deze 5 obstructie kan met voordeel worden gevormd door de verbindingssteunen 38, wanneer deze worden uitgelijnd met de openingen 55.Primarily, the cover cap 50 serves to prevent water 30 from the water discharge member 30 from being blown in by the wind into the gas discharge pipe through the annular opening 40. The openings 55 in the cap ring 53 must not be too large, because of the influence of factors such as wind and water on the outside to minimize the discharge of water and the outflow of flue gases 35 from the shielding device 2. However, they must be large enough to allow the water to drain. Preferably, an obstruction is arranged between the openings 55 and the annular opening 40, whereby the influence of the wind on the discharge of water and the outflow of flue gases from the shielding device 2 is further reduced. This obstruction can advantageously be formed by the connecting struts 38 when aligned with the openings 55.

Figuur 3 illustreert een detail van een tweede 10 voorkeursuitvoeringsvorm van een afscherminrichting 3 overeenkomstig de uitvinding, waarbij de afdekkap 50 in twee delen 50a, 50b is uitgevoerd. Het bovenste afdekkap-deel 50a is uitgevoerd als één integraal geheel met de gasgeleidingsbuis 20. Het onderste afdekkapdeel 50b is 15 uitgevoerd als één integraal geheel met het waterafvoer-orgaan 3 0.Figure 3 illustrates a detail of a second preferred embodiment of a shielding device 3 according to the invention, wherein the cover cap 50 is constructed in two parts 50a, 50b. The top cover part 50a is designed as one integral unit with the gas conduit pipe 20. The bottom cover part 50b is designed as one integral unit with the water discharge member 30.

De gasgeleidingsbuis 20 kan één integraal geheel vormen met de afschermbuis 10, zoals getoond in figuur 2, of met de afdekkap 50, zoals getoond in figuur 3. De gas-20 geleidingsbuis 20 kan uiteraard ook één integraal geheel vormen met de afschermbuis 10 en de afdekkap 50.The gas conduit tube 20 can form one integral whole with the shield tube 10, as shown in figure 2, or with the cover cap 50, as shown in figure 3. The gas-20 conduit tube 20 can of course also form one integral unit with the shield tube 10 and the cover cap 50.

Figuur 4 illustreert een detail van een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een afscherminrichting 4 25 overeenkomstig de uitvinding, waarbij de gasgeleidingsbuis 20 in twee delen 20a, 20b is uitgevoerd. Het bovenste gas-geleidingsbuisdeel 20a is uitgevoerd als één integraal geheel met de afschermbuis 10. Het onderste gasgeleidings-buisdeel 20b is uitgevoerd als één integraal geheel met de 30 afdekkap 50.Figure 4 illustrates a detail of a third preferred embodiment of a shielding device 4 according to the invention, wherein the gas-conducting pipe 20 is formed in two parts 20a, 20b. The upper gas-conducting pipe section 20a is designed as one integral unit with the shielding tube 10. The lower gas-conducting pipe section 20b is designed as one integral unit with the cover cap 50.

Voorts omvat de afscherminrichting 4 drie kap-verbindingssteunen 56, die zijn aangebracht aan de bovenring 51 van de afdekkap 50 en die in axiale richting overlappen met de kapring 53 en de schuine ring 54. In de 35 kapverbindingssteunen 56 zijn in radiale richting openingen aangebracht, die zijn uitgelijnd met openingen in radiale richting die zijn aangebracht in de verbindingssteunen 38.Furthermore, the shielding device 4 comprises three cap connecting struts 56, which are arranged on the top ring 51 of the cover cap 50 and which overlap in the axial direction with the cap ring 53 and the bevel ring 54. In the cap connecting supports 56, openings are arranged in the radial direction, aligned with radial apertures provided in the connecting struts 38.

1012369 131012369 13

De afdekkap 50 en de waterafvoer 30 kunnen aan elkaar worden gemonteerd door verbindingsorganen zoals bij -voorbeeld schroeven of klinknagels aan te brengen in de openingen. De afdekkap 50 is op zijn beurt bevestigd aan de 5 afschermbuis 10 bij het korte uiteinde 25 van de afscherm-buissteunen 24.The cover cap 50 and the water drain 30 can be mounted together by arranging connectors such as, for example, screws or rivets, in the openings. The cover cap 50 is in turn attached to the shielding tube 10 at the short end 25 of the shielding tube supports 24.

Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het 10 voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo kunnen bijvoorbeeld de onder verwijzing naar de figuren 3 en 4 15 besproken modificaties op willekeurige wijze met elkaar worden gecombineerd. Voorts geldt dat de dwarscontour die • voor de diverse onderdelen van de onderhavige uitvinding als cirkelrond is beschreven, ook bijvoorbeeld vierkant kan zijn of een andere vorm kan hebben. De uitdrukking "ring-20 vormig" wordt geacht al deze contourvormen te omvatten.It will be apparent to those skilled in the art that the scope of the present invention is not limited to the examples discussed above, but that various modifications and modifications thereof are possible without departing from the scope of the invention as defined in the appended conclusions. For example, the modifications discussed with reference to Figures 3 and 4 can be arbitrarily combined. Furthermore, it holds that the transverse contour which has been described as circular round for the various parts of the present invention may also be, for example, square or have a different shape. The term "ring-20 shaped" is intended to include all of these contour shapes.

10123691012369

Claims (9)

1. Afscherminrichting, omvattende: een afschermbuis met een bovenste afschermbuisuiteinde en een onderste af schermbui suit eindezeen afdekorgaan dat zich uitstrekt over het bovenste 5 afschermbuisuiteinde; ten minste één gasuitlaatopening bij het bovenste afscherm-buisuiteinde; een gasgeleidingsbuis die coaxiaal met de afschermbuis is opgesteld bij het onderste afschermbuisuiteinde en die een 10 bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde en een onderste gas-geleidingsbuisuiteinde heeft, waarbij de diameter van genoemde gasgeleidingsbuis kleiner is dan de diameter van de afschermbuis; ten minste één waterafvoeropening bij het onderste 15 afschermbuisuiteinde tussen de afschermbuis en de gasgeleidingsbuis ; en een ringvormig waterafvoerorgaan dat coaxiaal met de gasgeleidingsbuis is opgesteld bij het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde en dat een bovenste waterafvoer-20 uiteinde en een onderste waterafvoeruiteinde heeft; met het kenmerk, dat het waterafvoerorgaan (30) een in hoofdzaak axiale binnenring (33) omvat, waarbij de diameter van het bovenste waterafvoeruiteinde (31) kleiner is dan de diameter van het 25 onderste gasgeleidingsbuisuiteinde (22) en eveneens kleiner is dan de diameter van het onderste waterafvoeruiteinde (32) ; dat een ringvormige opening (40) zich tussen de gasgeleidingsbuis (20) en het waterafvoerorgaan (30) bevindt; 30 en dat een ringvormige afdekkap (50) zich in axiale richting uitstrekt over de buitenomtrek van de genoemde ringvormige opening (40).1. Shielding device, comprising: a shielding tube with an upper shielding tube end and a lower shielding tube end and a cover member extending over the upper shielding tube end; at least one gas outlet opening at the top shield tube end; a gas guide tube arranged coaxially with the shield tube at the bottom shield tube end and having an upper gas guide tube end and a lower gas guide tube end, the diameter of said gas guide tube being less than the diameter of the shield tube; at least one water discharge opening at the bottom shield tube end between the shield tube and the gas conduit tube; and an annular water drain arranged coaxially with the gas conduit tube at the bottom gas conduit tube end and having an upper water discharge end and a lower water discharge end; characterized in that the water discharge member (30) comprises a substantially axial inner ring (33), the diameter of the upper water discharge end (31) being smaller than the diameter of the lower gas conduit tube end (22) and also smaller than the diameter from the bottom water discharge end (32); that an annular opening (40) is located between the gas-conducting tube (20) and the water discharge member (30); And in that an annular cover (50) extends axially over the outer circumference of said annular opening (40). 2. Afscherminrichting volgens conclusie 1, met het 35 kenmerk, dat de afdekkap (50) aansluit op het boven- 1012369 oppervlak van het waterafvoerorgaan (30), waarbij ten minste één opening (55) tussen de afdekkap (50) en het waterafvoerorgaan (30) is verschaft.2. Shielding device according to claim 1, characterized in that the cover cap (50) adjoins the top surface of the water discharge member (30), wherein at least one opening (55) between the cover cap (50) and the water discharge member ( 30) is provided. 3. Afscherminrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een obstructie (38) is aangebracht tussen de openingen (55) in de afdekkap (50) en de ringvormige opening (40). 10 4... Af scherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdekkap (50) aansluit op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis (20).Shielding device according to claim 2, characterized in that an obstruction (38) is arranged between the openings (55) in the cover (50) and the annular opening (40). Shielding device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the cover cap (50) adjoins the outer surface of the gas-conducting pipe (20). 5. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat het bovenste waterafvoer- uiteinde (31) in axiale richting overlapt met het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde (22).Shielding device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the upper water discharge end (31) overlaps in axial direction with the lower gas guide pipe end (22). 6. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande 20 conclusies, waarbij het waterafvoerorgaan (30) een schuine flens (35) omvat, met het kenmerk, dat de diameter van de schuine flens (35) toeneemt in de richting van het bovenste waterafvoeruiteinde (31) naar het onderste waterafvoer-uiteinde (32). 25Shielding device according to one or more of the preceding claims, wherein the water discharge member (30) comprises an oblique flange (35), characterized in that the diameter of the oblique flange (35) increases towards the upper water discharge end (31). ) to the bottom water drainage end (32). 25 7. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdekkap (50) aan het buitenoppervlak een schuine ring (54) omvat, waarvan de diameter toeneemt in de richting van het bovenuiteinde naar 3. het onderuiteinde.Shielding device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the cover (50) has an oblique ring (54) on the outer surface, the diameter of which increases in the direction from the top end to the bottom end. 8. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gasgeleidingsbuis (20) in zijn geheel is uitgevoerd als één integraal geheel met 3. de afschermbuis (10) .Shielding device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the gas-conducting pipe (20) is in its entirety designed as one integral unit with the shielding pipe (10). 9. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande 101 2369 conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de gasgeleidingsbuis (20) is uitgevoerd als één integraal geheel met ten minste een deel van de afdekkap (50).Shielding device according to one or more of the preceding 101 2369 claims, characterized in that at least a part of the gas-conducting pipe (20) is designed as one integral unit with at least a part of the cover cap (50). 10. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de afdekkap (50) is uitgevoerd als één integraal geheel met het waterafvoerorgaan (30). f012369Screening device according to one or more of the preceding claims, characterized in that at least a part of the cover cap (50) is designed as one integral unit with the water discharge member (30). f012369