NL1012013C2

NL1012013C2 - Holder with lockable side walls.

Info

Publication number: NL1012013C2
Application number: NL1012013A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Dekkers; Johannes Antonius Thans; Gert Stuve
Original assignee: Wavin Trepak B V
Priority date: 1999-05-10
Filing date: 1999-05-10
Publication date: 2000-11-13
Also published as: AU4626400A; AR035009A1; WO2000068099A1

Description

Korte aanduiding: Houder met vergrendelbare zijwanden.Short designation: Holder with lockable side walls.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder volgens de aanhef van conclusie 1.The present invention relates to a container according to the preamble of claim 1.

In een bekende uitvoeringsvorm is een dergelijke houder uitgevoerd als een draagbare kunststof houder, waarbij de 5 zijwanden aan de korte zijden van de bodem zijn voorzien van handgreepopeningen of dergelijke om de houder in beide handen te kunnen dragen. Dergelijke houders worden ondermeer toegepast voor het op industrieële schaal vervoeren van losse goederen, zoals bijvoorbeeld groente en fruit, 10 potplanten, etc.. Dergelijke houders zijn geschikt om vele malen te worden gebruikt en worden na het legen van de houder telkens retour gezonden naar de leverancier van de betreffende goederen. Om de lege houders op economische wijze te kunnen transporteren zijn de houders zodanig 15 uitgevoerd dat de zijwanden neerklapbaar zijn.In a known embodiment, such a holder is designed as a portable plastic holder, the side walls on the short sides of the bottom being provided with handle openings or the like for carrying the holder in both hands. Such containers are used, inter alia, for transporting loose goods on an industrial scale, such as, for example, fruit and vegetables, potted plants, etc. Such containers are suitable for many uses and are always returned to the container after emptying the container. supplier of the relevant goods. In order to be able to transport the empty containers economically, the containers are designed such that the side walls can be folded down.

Een dergelijke houder is bekend uit EP-A-0 786 412. Hierin wordt een houder beschreven die neerklapbaar is en die in opgerichte toestand stevig genoeg is om een stabiele stapel te kunnen maken van gevulde houders. De zijwanden van 20 de bekende houder worden in de opgerichte positie vergrendeld met behulp van schuifgrendels, die op een afstand van de bijbehorende scharnieras van de tweede zijwand ten opzichte van de bodem zijn opgesteld. Bij elke tweede zijwand zijn twee schuifgrendels aanwezig, die dwars 25 op de in opgerichte toestand vertikale zijrand van de tweede zijwand verschuifbaar zijn en in een vergrendelstand aangrijpen op de naburige rand van de eerste zijwand. De stabiliteit van de opgerichte zijwanden wordt verder vergroot door de overlapping van de eerste en tweede 30 zijwanden in opgerichte toestand.Such a container is known from EP-A-0 786 412. It describes a container which can be folded down and which is rigid enough in the erected state to make a stable stack of filled containers. The side walls of the known container are locked in the upright position by means of sliding locks, which are arranged at a distance from the associated pivot axis of the second side wall with respect to the bottom. Two sliding locks are provided at each second side wall, which are slidable transversely to the vertical edge of the second side wall when erected and engage in a locking position on the adjacent edge of the first side wall. The stability of the erected sidewalls is further enhanced by the overlapping of the first and second sidewalls in the erected state.

Voor het neerklappen van de zijwanden van deze bekende houder dienen per tweede zijwand de twee schuifgrendels naar het midden van de tweede zijwand te worden verschoven, alvorens deze zijwand kan worden neergeklapt.In order to fold down the side walls of this known container, the two sliding locks per second side wall must be moved towards the center of the second side wall before this side wall can be folded down.

35 Het nadeel van deze bekende houder is dat het 101 2013 - 2 - ontgrendelen van de grendels ten behoeve van het neerklappen van de zijwanden ongewenst complex is en ongewenst veel tijd kost, hetgeen met name een rol speelt in situaties waarin grote aantallen houders worden gehanteerd.The drawback of this known container is that unlocking the latches for folding down the side walls is undesirably complex and takes an undesirably long time, which plays a role in particular in situations where large numbers of containers are handled .

5 De onderhavige uitvinding heeft ten doel de bovenge noemde nadelen op te heffen en verschaft daartoe een neer-klapbare houder waarbij elk paar grendels behorend bij een tweede zijwand door middel van één enkel bedieningsorgaan bedienbaar is. Indien bij een tweede zijwand meer dan een 10 paar grendels behoort, is erin voorzien dat alle bij een tweede zijwand behorende grendels door middele van een enkel bedieningsorgaan bedienbaar zijn.The object of the present invention is to overcome the above-mentioned drawbacks and for this purpose provides a folding holder, wherein each pair of latches associated with a second side wall can be operated by a single operating member. If more than a pair of latches are associated with a second side wall, it is provided that all locks associated with a second side wall can be operated by means of a single operating member.

Het voordeel van dit enkele bedieningsorgaan is dat met slechts bedieningsbeweging een wand van een houder kan 15 worden neergeklapt, waardoor de houder in zijn geheel veel sneller en gemakkelijker neerklapbaar is. Dit is natuurlijk voordelig als de houder met de hand wordt neergeklapt, maar is in het bijzonder ook voordelig indien het neerklappen van de zijwanden machinaal wordt verricht, bijvoorbeeld in een 20 inrichting voor het reiniging van de houders.The advantage of this single operating member is that a wall of a holder can be folded down with only operating movement, so that the holder as a whole can be folded down much faster and easier. This is of course advantageous when the container is folded down by hand, but it is in particular also advantageous if the folding down of the side walls is carried out mechanically, for instance in a device for cleaning the containers.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de houder volgens de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en zullen hierna aan de hand van de tekening nader worden toegelicht. Daarbij toont: 25 fig. 1 een bodem, een eerste zijwand en een tweede zijwand van een neerklapbare houder volgens de uitvinding; fig. 2 de houder van fig. 1 waarbij de twee zijwanden in opgerichte toestand zijn getoond; figs. 3a en 3b een eerste en tweede uitvoeringsvorm van 30 de vergrendeling van de zijwanden van de houder volgens de uitvinding respectievelijk in bovenaanzicht en vooraanzicht; fig. 4 een derde uitvoeringsvorm van de vergrendeling van de zijwanden van de houder volgens de uitvinding; fig. 5a en 5b een vierde uitvoeringsvorm van de 35 vergrendeling van de zijwanden van de houder volgens de uitvinding; en fig. 6 een vijfde uitvoeringsvorm van de vergrendeling T012013 - 3 - van de zijwanden van de houder volgens de uitvinding.Further advantageous embodiments of the container according to the invention are described in the claims and will be explained in more detail below with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a bottom, a first side wall and a second side wall of a folding container according to the invention; Fig. 2 shows the container of Fig. 1 with the two side walls shown in an upright position; figs. 3a and 3b show a first and second embodiment of the locking of the side walls of the container according to the invention in top view and front view, respectively; Fig. 4 shows a third embodiment of the locking of the side walls of the container according to the invention; 5a and 5b show a fourth embodiment of the locking of the side walls of the container according to the invention; and Fig. 6 shows a fifth embodiment of the locking T012013-3 of the side walls of the container according to the invention.

In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 1 een met de hand draagbare kunststof houder volgens de uitvinding in 5 uiteen genomen toestand aangeduid. De houder 1 heeft een rechthoekige bodem 2, een paar eerste zijwanden 3 (waarvan slechts één is weergegeven) en een paar tweede zijwanden 4 (waarvan slechts één is weergegeven). Uit overwegingen van duidelijkheid zijn de zijwanden 3, 4 los genomen van de 10 bodem 2. Zoals verduidelijkt met de pijlen 10, 11 kunnen de zijwanden 3, 4 met behulp van hun scharnieren 5, 6 in de desbetreffende scharnieropnameplaatsen 7, 8 langs de omtreksranden van de bodem 2 worden opgenomen. De zijwanden 3,4 zijn beweegbaar tussen en opgerichte toestand, loodrecht 15 ten opzichte van de bodem, en een neergeklapte toestand, waarin de zijwanden 3,4 bovenop de bodem 2 liggen.In Figure 1, reference numeral 1 denotes a hand-portable plastic container according to the invention in disassembled condition. The container 1 has a rectangular bottom 2, a pair of first side walls 3 (only one of which is shown) and a pair of second side walls 4 (of which only one is shown). For the sake of clarity, the side walls 3, 4 have been detached from the bottom 2. As illustrated with arrows 10, 11, the side walls 3, 4 can be placed, along their peripheral edges, by means of their hinges 5, 6 in the respective hinge mounting locations 7, 8. from the bottom 2 are included. The side walls 3,4 are movable between a raised position, perpendicular to the bottom, and a folded-down position, in which the side walls 3,4 lie on top of the bottom 2.

Teneinde de zijwanden 3,4 van de houder l in opgerichte toestand een grote stabiliteit te geven, zijn de zijwanden 3 met hoekomgrijpende lippen 13 uitgevoerd, die de tweede 20 zijwand 4 in opgerichte toestand overlappen.In order to give the side walls 3,4 of the container 1 a great stability in the erected state, the side walls 3 are formed with angle-engaging lips 13 which overlap the second side wall 4 in the erected state.

Zoals in figs. 1 en 2 duidelijk is weergegeven zijn de hoekomgrijpende lippen 13 en de tweede zijwand 4 ter plaatse van de overlapping wat hun afzonderlijke wanddiktes betreft zodanig uitgevoerd, dat deze ter plaatse van de overlapping 25 overeenkomt met de dikte van de niet-overlappende delen van de zijwanden 3, 4. In het bijzonder zijn de diktes van de overlappende delen bij voorkeur de helft van de dikte van de niet overlappende delen van de zijwanden.As in figs. 1 and 2 are clearly shown, the corner-engaging lips 13 and the second side wall 4 at the location of the overlap are designed with regard to their individual wall thicknesses such that at the location of the overlap 25 these correspond to the thickness of the non-overlapping parts of the side walls 3, 4. In particular, the thicknesses of the overlapping parts are preferably half the thickness of the non-overlapping parts of the side walls.

In de uitvoeringsvorm volgens figs. 1 en 2 is het 30 tweede paar zijwanden 4 in het onderste gebied daarvan met zijwaarts uitstekende verbredingen 24 uitgevoerd. In opgerichte toestand van de wanden 3, 4 steunt de wand 3 met een lip 13 op de zijwaarts uitstrekkende verbreding 24 van een tweede zijwand 4 en geeft daarmee stabiliteit aan de 35 houder 1,In the embodiment according to figs. 1 and 2, the second pair of side walls 4 in the lower region thereof are formed with laterally projecting widenings 24. In the upright position of the walls 3, 4, the wall 3 rests with a lip 13 on the laterally extending widening 24 of a second side wall 4 and thereby gives stability to the holder 1,

De bodem 2 is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen, het onderste deel van het paar eerste zijwanden 3 1012013 - 4 - vormende wandvoetstukgebieden 33. In deze wandvoetstukgebie-den 33 zijn de scharnieropnameplaatsen 7 opgenomen. De wandvoetstukgebieden 33 hebben een dikte die in hoofdzaak overeenkomt met de dikte van de zijwanden 3 en kunnen nabij 5 de bodem zijn voorzien van kleine uitsparingen (niet weergegeven) voor eventuele vochtafvoer vanaf de bodem 2 naar buiten. Overigens kan ook de hele bodem 2 zijn voorzien van gaten, bijvoorbeeld gevormd door een rooster van bodemstaven.The bottom 2 is provided with two opposing wall pedestal regions 33 forming the lower part of the pair of first side walls 3 1012013 - 4. In these wall pedestal regions 33 the hinge receiving locations 7 are included. The wall pedestal regions 33 have a thickness substantially corresponding to the thickness of the side walls 3 and may be provided with small recesses (not shown) near the bottom for any moisture drainage from the bottom 2 to the outside. Incidentally, the entire bottom 2 can also be provided with holes, for instance formed by a grid of bottom bars.

10 De wandvoetstukgebieden 33 zijn aan hun kopzijden 35 voorzien van langs de andere omtrekszijde van de bodem lopende eindvoetstukgebieden 36. Deze eindvoetstukgebieden 36 dienen voor het overeind houden van de eerste zijwand 3 als deze wordt opgericht wanneer de tweede zijwanden 4 nog 15 neergeklapt zijn. De lengte van de hoekomgrijpende eindvoetstukgebieden 36 is korter dan de lengte van de hoekomgrijpende lippen 13. Hierdoor wordt de tweede zijwand 4 door middel van zijn uitstekende verbredingen 24 opgesloten tussen de hoekomgrijpende lippen 13 en de bodem 2. Dit 20 werkt met name voordelig indien de hoogte van de zijwaarts uitstrekkende verbredingen 24 in opgerichte toestand niet hoger is dan de hoogte van de wandvoetstukgebieden 33.The wall pedestal regions 33 are provided on their end sides 35 with end pedestal regions 36 running along the other circumferential side of the bottom. These end pedestal regions 36 serve to keep the first side wall 3 upright when it is erected when the second side walls 4 are still folded down. The length of the corner-gripping end pedestal regions 36 is shorter than the length of the corner-gripping lips 13. As a result, the second side wall 4 is enclosed by means of its protruding widenings 24 between the corner-gripping lips 13 and the bottom 2. This works particularly advantageously if the height of the laterally extending widenings 24 in erected state does not exceed the height of the wall pedestal areas 33.

In figuur 2 zijn de zijwanden 3, 4 op de bodem 2 geplaatst en is met een streep-punt-lijn respectievelijk de 25 scharnieras 43 voor de eerste zijwand 3 en de scharnieras 44 voor de tweede zijwand 4 weergegeven. Uit figuur 2 blijkt dat de scharnieras 43 van de eerste zijwand 3 op een grotere verticale afstand boven de bodem 2 is geplaatst dan de scharnieras 44 van de tweede zijwand 4. Dit blijkt met name 30 voordelig bij het neerklappen van de zijwanden, waarbij eerst de tweede zijwanden 4 worden neergeklapt naar de bodem 2 waarna de eerste zijwanden 3 over de reeds neergeklapte tweede zijwanden 4 kunnen vallen. Daarnaast heeft het de voorkeur dat de verticale afstand van de scharnierassen 43 35 van de eerste zijwanden 3 tot de bovenzijde van de bodem 2 in hoofdzaak overeenkomt met de in opgerichte toestand in horizontale richting van de scharnieras 43 gemeten lengte 1012013 - 5 - van de hoekomgrijpende lippen 13. Dit is met name voordelig omdat dan de lippen 13 in neergeklapte toestand niet onder de bodem 2 uitsteken.In figure 2 the side walls 3, 4 are placed on the bottom 2 and the hinge axis 43 for the first side wall 3 and the hinge axis 44 for the second side wall 4 are shown with a dash-dot line respectively. It can be seen from figure 2 that the hinge axis 43 of the first side wall 3 is placed at a greater vertical distance above the bottom 2 than the hinge axis 44 of the second side wall 4. This proves particularly advantageous when the side walls are folded down, wherein first the second side walls 4 are folded down to the bottom 2, after which the first side walls 3 can fall over the already folded down second side walls 4. In addition, it is preferred that the vertical distance of the hinge shafts 43 of the first side walls 3 from the top of the bottom 2 substantially corresponds to the length 1012013 - 5 - measured in the upright position in horizontal direction of the hinge axis. lips 13. This is particularly advantageous because then the lips 13 do not protrude under the bottom 2 when folded down.

In een bijzondere uitvoering van de houder 1 is het 5 denkbaar dat van elk paar zijwanden 3, 4 de hoogte zodanig is dat deze tijdens neerklappen elkaar overlappen. Bij deze houder is het dan wenselijk dat de scharnierassen 43 respectievelijk 44 van de zijwanden 3 respectievelijk 4 op ongelijke verticale afstand boven de bodem 2 zijn geplaatst, en 10 met meer voordeel dat het verschil in afstand tussen de scharnieren 43 en 44 en de bodem 2 ongeveer gelijk is aan de dikte van de zijwand 3 en 4. Met ongeveer wordt hier bedoeld dat de afstand tenminste even groot is als de dikte van de zijwand en ten hoogste 5 mm groter is dan de dikte.In a special embodiment of the holder 1 it is conceivable that the height of each pair of side walls 3, 4 is such that they overlap during folding down. With this holder it is then desirable that the hinge shafts 43 and 44 of the side walls 3 and 4 are placed at an uneven vertical distance above the bottom 2, and more advantageously that the difference in distance between the hinges 43 and 44 and the bottom 2 approximately equal to the thickness of the side wall 3 and 4. By approximately is meant here that the distance is at least as great as the thickness of the side wall and is at most 5 mm greater than the thickness.

15 In figuur 2 zijn op de tweede zijwand 4 schematisch een paar grendels 60 van bedienbare vergrendelmiddelen weergegeven die de tweede zijwand 4 in de opgerichte stand verbinden met de aangrenzende eerste zijwanden 3. De grendels 60 kunnen bijvoorbeeld met één uiteinde daarvan in een 20 opening in de eerste zijwand 3 steken en daarmee de tweede zijwand 4 vergrendelen tegen een ongewenst omvallen.In figure 2 the second side wall 4 schematically shows a pair of latches 60 of operable locking means which connect the second side wall 4 in the erected position to the adjacent first side walls 3. The latches 60 can for instance be inserted in one opening thereof in an opening. insert the first side wall 3 and thereby lock the second side wall 4 against unintentional falling over.

De grendels 60 kunnen uit de vergrendelstand worden bewogen naar een ontgrendelstand, waarin de vergrendeling is opgeheven en de tweede zijwand 4 volgens de pijl 46 naar de 25 bodem 2 kan worden neergeklapt waarna de eerste zijwand 3 volgens pijl 45 over de tweede zijwand 4 kan worden neergeklapt .The latches 60 can be moved from the locked position to an unlocked position, in which the lock is released and the second side wall 4 can be folded down to the bottom 2 according to the arrow 46, after which the first side wall 3 can be moved over the second side wall 4 according to arrow 45 folded down.

In figuur 3a is in de linkerhelft een eerste uitvoeringsvorm en in de rechterhelft een tweede 30 uitvoeringsvorm van de vergrendeling telkens voor de helft weergegeven. De beide uitvoeringsvormen hebben een enkel bedieningsorgaan 61 dat loodrecht op het vlak van de zijwand 4 van de houder 1 bedienbaar is. De elementen die ter linker- en rechterzijde van de lijn 62 gelijk zijn, zijn met 35 dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Het werkingsprincipe van de beide uitvoeringsvormen in fig. 3a komt zodanig overeen dat deze ineen zullen worden toegelicht.Figure 3a shows in the left half a first embodiment and in the right half a second embodiment of the locking half in half. Both embodiments have a single operating member 61 which can be operated perpendicular to the plane of the side wall 4 of the container 1. The elements which are equal on the left and right side of the line 62 are denoted by the same reference numerals. The operating principle of the two embodiments in Fig. 3a is similar that they will be explained together.

1012013 - 6 -1012013 - 6 -

In figuur 3a is een deel van de tweede zijwand 4 in doorsnede weergegeven, waarbij twee schuifgrendels 60 naar de zijkanten van de tweede zijwand 4 zijn gericht voor het vergrendelen van de tweede zijwand 4 ten opzichte van de 5 aangrenzende eerste zijwanden 3.In figure 3a a part of the second side wall 4 is shown in cross-section, wherein two sliding locks 60 are directed to the sides of the second side wall 4 for locking the second side wall 4 with respect to the 5 adjacent first side walls 3.

De grendels 60 worden door middel van geleidingen 64 ten opzichte van de zijwand 4 geleid waardoor de grendels 60 slechts in een rechte lijn, hier haaks op de zijkanten, heen en weer beweegbaar zijn. De beide grendels 60 zijn gekoppeld 10 met één enkel gemeenschappelijk bedieningsorgaan 61 en door bediening van dat orgaan 61 kunnen beide grendels 60 worden ontgrendeld.The latches 60 are guided with respect to the side wall 4 by means of guides 64, so that the latches 60 can only be moved back and forth in a straight line, here at right angles to the sides. The two locks 60 are coupled to a single common operating member 61 and by operating that member 61 both locks 60 can be unlocked.

Het bedieningsorgaan 61 omvat een buigzaam element 63, dat de grendels 60 met elkaar verbindt. Het buigzame element 15 63 kan bijvoorbeeld uit een geschikte kunststof zijn vervaardigd. In de weergave ter linkerzijde van de spiegellijn 62 is een uitsteeksel 66 aan het buigzame element 63 gevormd. Aan de rechterzijde van de spiegellijn 62 is een star uitsteeksel 67 aan de tweede zijwand 4 20 gevormd. Het buigzame element 63 is tussen de uitsteeksels 66, 67 voorzien van een relatief stijf greepmiddel 68 waarop eenvoudig met de hand of door een mechanisme een druk loodrecht op de zijwand 4 en tevens loodrecht op de bewegingsrichting van de grendels 60 kan worden uitgeoefend 25 (in de richting van de spiegellijn 62 naar boven in het vlak van tekening).The actuator 61 includes a flexible element 63 that connects the latches 60 together. The flexible element 63 may, for example, be made of a suitable plastic. In the view to the left of the mirror line 62, a projection 66 is formed on the flexible element 63. A rigid projection 67 is formed on the right side of the mirror line 62 on the second side wall 4. The flexible element 63 is provided between the projections 66, 67 with a relatively rigid grip means 68 on which a pressure perpendicular to the side wall 4 and also perpendicular to the direction of movement of the latches 60 can be applied simply by hand or by a mechanism. the direction of the mirror line 62 upwards in the plane of the drawing).

Het buigzame element 63 kan bijvoorbeeld een kunststof-band, een textielstrip of ander vergelijkbaar materiaal zijn. Het greepmiddel 68 kan bijvoorbeeld een hard kunststof 30 greepmiddel 68 zijn dat al dan niet van hetzelfde materiaal als het buigzame element 63 kan zijn uitgevoerd.The flexible element 63 can be, for example, a plastic tape, a textile strip or other similar material. The grip means 68 can for instance be a hard plastic grip means 68, which may or may not be of the same material as the flexible element 63.

Door het greepmiddel 68 in het vlak van tekening van fig. 3a naar boven te bewegen wordt een spankracht in het buigzame element 63 opgewekt en wordt door verplaatsing van 35 het greepmiddel 68 de afstand tussen de spiegellijn 62 en de grendels 60 verkleind. Hierdoor worden beide grendels 60 van de vergrendelstand naar de ontgrendelstand bewogen. Uit- 1012013 - 7 - steeksel 66 scharniert hierbij om een punt 70 dat gevormd wordt door een tweede nok 71 en een ribbe 100 van de zijwand 4 .By moving the grip means 68 upwards in the plane of the drawing of Fig. 3a, a tensioning force is generated in the flexible element 63 and the distance between the mirror line 62 and the latches 60 is reduced by displacement of the grip means 68. This moves both latches 60 from the locked position to the unlocked position. The projection 66 pivots here about a point 70 which is formed by a second cam 71 and a rib 100 of the side wall 4.

Ter plaatse van de top 69 van het tweede uitsteeksel 67 5 schuift het buigzame element 63 langs de top 69 van star uitsteeksel 67 van de zijwand 4. Het buigzame element 63 is zodanig uitgevoerd dat deze een spankracht in hoofdzaak inelastisch kan opnemen.At the top 69 of the second projection 67, the flexible element 63 slides along the top 69 of the rigid projection 67 of the side wall 4. The flexible element 63 is designed in such a way that it can absorb a tension force substantially inelastically.

In figuur 3b zijn de onderdelen van figuur 3a in 10 vooraanzicht van een deel van de wand 4 weergegeven. Hieruit is duidelijk zichtbaar dat het greepmiddel 68 elke geschikte vorm kan hebben. Dit kan bijvoorbeeld voor extra comfort voor het aangrijpen met de hand zijn. Voorts is in figuur 3b zichtbaar dat bij de grendels 60 terugstelmiddelen 72 zijn 15 voorzien die hier uitgevoerd zijn als twee veerkrachtige lippen 72 die met de grendels 60 zijn verbonden en door hun veerkracht de grendels 60 naar de vergrendelstand terug duwen.In figure 3b the parts of figure 3a are shown in front view of a part of the wall 4. From this it is clearly visible that the grip means 68 can have any suitable shape. This can be, for example, for extra comfort for gripping by hand. Furthermore, in figure 3b it is visible that with the latches 60 there are provided resetting means 72 which here are designed as two resilient lips 72 which are connected to the latches 60 and push the latches 60 back to the locking position by their resilience.

In figuur 4 is een derde uitvoeringsvorm van de 20 vergrendelmiddelen weergegeven, die een aanmerkelijke overeenkomst heeft met de uitvoeringen volgens figs 3a en 3b. Om die reden zijn onderdelen die dezelfde funktie hebben voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. Voornaamste verschil is dat de ontgrendeling van de grendels 60 25 plaatsvindt door het greepmiddel 68 evenwijdig aan de zijwand 4 van de houder 1 te verplaatsen, in dit voorbeeld in de richting van de bovenrand van de zijwand 4.Figure 4 shows a third embodiment of the locking means, which has a considerable similarity with the embodiments according to figures 3a and 3b. For that reason, parts that have the same function have the same reference numbers. The main difference is that the locking of the latches 60 takes place by moving the grip means 68 parallel to the side wall 4 of the holder 1, in this example towards the top edge of the side wall 4.

De veerkrachtige elementen 72, drukken de grendels 60 naar de vergrendelstand, die in figuur 4 is getoond. In 30 plaats van de verende lippen 72 zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij bijvoorbeeld een veer zich tegen een aanslag van de grendel 60 afzet en aan de andere zijde tegen een aanslag van de zijwand 4 van de houder 1.The resilient elements 72 push the latches 60 to the locking position shown in Figure 4. Instead of the resilient lips 72, embodiments are also possible in which, for example, a spring rests against a stop of the latch 60 and on the other side against a stop of the side wall 4 of the holder 1.

De figuren 5a en 5b tonen respectievelijk een 35 middengedeelte en het bovenste gedeelte van een zijwand 4 met een vierde uitvoeringsvorm van de vergrendelmiddelen.Figures 5a and 5b show a central part and the top part of a side wall 4 with a fourth embodiment of the locking means, respectively.

De vergrendelmiddelen omvatten een enkele drukknop 80, 101 2013 - 8 - die is gekoppeld met beide schuifgrendels 60. De drukknop 80 wordt geleid door een aantal nokken 81 die aan de wand 4 van de houder 1 zijn gevormd. De beweging van de drukknop 80 wordt begrensd door nokken (niet zichtbaar) die voorkomen 5 dat de drukknop 80 zich uit het vlak van de wand 4 begeeft. De drukknop 80 is beweegbaar in de richting volgens de pijl 82 loodrecht op de zijwand 4. De drukknop 80 is zodanig met de grendels 60 gekoppeld dat door het indrukken van de knop 80 dwars op de bewegingsrichting van de grendels 60 de 10 grendels 60 van de vergrendelstand naar de ontgrendelstand bewegen. In figuur 5b is verder een handgreepopening 85 te herkennen voor het dragen van de houder.The locking means comprise a single push button 80, 101 2013 - 8 - which is coupled to both sliding locks 60. The push button 80 is guided by a number of cams 81 which are formed on the wall 4 of the holder 1. The movement of the push button 80 is limited by cams (not visible) which prevent the push button 80 from moving out of the plane of the wall 4. The push button 80 is movable in the direction according to the arrow 82 perpendicular to the side wall 4. The push button 80 is coupled to the latches 60 such that by pressing the button 80 transversely to the direction of movement of the latches 60, the 10 latches 60 of the move the lock position to the unlock position. Figure 5b furthermore shows a handle opening 85 for carrying the holder.

In figuur 6 is een vijfde uitvoeringsvorm van de vergrendelmiddelen weergegeven. De twee grendels 60 zijn via 15 twee buigzame wangen 91 met een beweegbare handgreep 90 verbonden. De wangen 91 zijn zodanig buigzaam dat deze een verdraaiing van de handgreep 90 volgens pijl 92 in hoofdzaak star overbrengen naar de grendels 60 echter een verplaatsing van de grendels 60 van een vergrendelstand naar een ontgren-20 delstand buigzaam kunnen opnemen.Figure 6 shows a fifth embodiment of the locking means. The two latches 60 are connected to a movable handle 90 via two flexible cheeks 91. The cheeks 91 are flexible such that they transmit a rotation of the handle 90 of arrow 92 substantially rigidly to the latches 60, but can flexibly accommodate a movement of the latches 60 from a locked position to an unlocked position.

De grendels 60 zijn door middel van geleidingen 64, 84 geleid ten opzichte van de zijwand 4. Elk van de geleidingen 84 heeft een eerste aanslagvlak 85 dat schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van de bijbehorende grendel 60 is 25 opgesteld. Daarnaast is elke grendel 60 voorzien van een tweede aanslagvlak 86 dat op gelijke wijze schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van de grendel 60 is opgesteld.The latches 60 are guided with respect to side wall 4 by means of guides 64, 84. Each of the guides 84 has a first stop surface 85 which is disposed at an angle to the direction of movement of the associated latch 60. In addition, each latch 60 is provided with a second stop surface 86 which is likewise disposed at an angle to the direction of movement of the latch 60.

De aanslagvlakken 85 en 86 liggen onder veerspanning 30 tegen elkaar aan. Door het bewegen van de handgreep 90 volgens de pijl 92 worden de grendels 60 verdraaid waarbij de vlakken 86 ten opzichte van de vlakken 85 verdraaien en daarmee de grendels 60 uit de vergrendelstand bewegen naar de ontgrendelstand. De wangen 91 verbuigen hierbij overeen-35 komstig de verplaatsing van de grendels 60. Bij het terugdraaien van de handgreep 90 bewegen de grendels 60 in omgekeerde richting.The stop surfaces 85 and 86 abut against each other under spring tension 30. By moving the handle 90 in the direction of the arrow 92, the latches 60 are rotated, with the surfaces 86 rotating relative to the surfaces 85, thereby moving the latches 60 from the locked position to the unlocked position. The cheeks 91 hereby bend according to the movement of the latches 60. When the handle 90 is turned back, the latches 60 move in the opposite direction.

1012013 - 9 -1012013 - 9 -

Ook is het mogelijk dat de grendels 60 zich in hun vergrendelstand bevinden als de handgreep 90 zich aan de bovenzijde van de wand 4 bevindt (in plaats van aan de onderzijde zoals weergegeven in figuur 6). Hierdoor wordt 5 bij het tillen van de houder, de houder niet per ongeluk ontgrendeld.Also, the latches 60 may be in their locked position if the handle 90 is on the top of the wall 4 (instead of the bottom as shown in Figure 6). As a result, when the holder is lifted, the holder is not accidentally unlocked.

In de voorbeelden is alleen sprake geweest van grendels die rechtlijnig verschuiven van een vergrendelstand naar een ontgrendelstand. Daarnaast zijn ook uitvoeringsvormen moge-10 lijk waarbij de grendels kunnen draaien van een vergrendelstand naar een ontgrendelstand. Tevens zijn uitvoeringsvormen mogelijk waarbij het bedieningsorgaan een knop is die rond zijn as gedraaid dient te worden teneinde de grendels te kunnen bedienen.The examples have only concerned latches that move rectilinearly from a locked position to an unlocked position. In addition, embodiments are also possible in which the latches can rotate from a locked position to an unlocked position. Embodiments are also possible in which the operating member is a knob which must be rotated about its axis in order to be able to operate the latches.

T012013T012013

Claims

1. Houder (1) met een in hoofdzaak rechthoekige bodem (2) en twee paar zijwanden (3,4), waarbij: een paar eerste zijwanden (3) tegenover elkaar zijn opgesteld waartussen een paar tweede zijwanden (4) zijn 5 gepositioneerd, de zijwanden om langs de zijranden van de bodem (2) geplaatste scharnierassen (43,44) scharnierbaar zijn tussen een opgerichte en een neergelaten stand, elke tweede zijwand (4) is voorzien van bedienbare ver-10 grendelmiddelen die de tweede zijwand in de opgerichte stand verbinden met de aangrenzende eerste zijwanden, de vergrendelmiddelen bij elke tweede zijwand een paar grendels (60) omvatten, die kunnen bewegen tussen een ver-grendelstand, waarin de tweede zijwand (4) ten opzichte van 15 de eerste zijwanden (3) is vergrendeld, en een ontgrendel-stand waarin die vergrendeling is opgeheven, welke houder verder is voorzien van handgrepen om de houder te kunnen dragen, met het kenmerk, dat elk paar grendels (60) behorend bij een 20 tweede zijwand door middel van een enkel bedieningsorgaan (61) bedienbaar is.Holder (1) with a substantially rectangular bottom (2) and two pairs of side walls (3,4), wherein: a pair of first side walls (3) are arranged opposite each other, between which a pair of second side walls (4) are positioned, the side walls are pivotable between pivot axes (43, 44) arranged along the side edges of the bottom (2) between an upright and a lowered position, each second side wall (4) is provided with operable locking means securing the second side wall in the upright position to the adjacent first side walls, the locking means at each second side wall comprise a pair of latches (60) which can move between a locking position in which the second side wall (4) is locked relative to the first side walls (3) , and an unlocking position in which said lock is released, said container further comprising handles for carrying the container, characterized in that each pair of latches (60) associated with a second side wall are provided by means of a single control (61) is operable.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bedieningsrichting van het bedieningsorgaan (61) in hoofd- 25 zaak loodrecht staat op de bewegingsrichting van de grendels (60) .Holder according to claim 1, characterized in that the operating direction of the operating member (61) is substantially perpendicular to the direction of movement of the latches (60).

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de grendels door middel van een buigzaam element (63) zijn 30 verbonden.Holder according to claim 1 or 2, characterized in that the latches are connected by means of a flexible element (63).

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het buigzame element (63) een spankracht in het element in hoofdzaak inelastisch kan opnemen. T012013 35 - 11 -Holder according to claim 3, characterized in that the flexible element (63) can absorb a tension force in the element substantially inelastically. T012013 35 - 11 -

5. Houder volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat er twee op afstand van elkaar geplaatste geleidingen (64) aan de tweede zijwand (4) zijn aangebracht waartussen het buigzame element (63) is geleidt en in een richting dwars op 5 bewegingsrichting van de grendels (60) kan bewegen.Holder according to claim 3 or 4, characterized in that two spaced guides (64) are arranged on the second side wall (4) between which the flexible element (63) is guided and in a direction transverse to 5 direction of movement of the latches (60).

6. Houder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het buigzame element van een greepmiddel (68) is voorzien dat tussen de geleidingen (64) aangrijpt op het buigzame element 10 (63) .Holder according to claim 5, characterized in that the flexible element is provided with a gripping means (68) which engages between the guides (64) on the flexible element 10 (63).

7. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een dwars op het vlak van de tweede zijwand beweegbare drukknop (80) is voorzien die met 15 elke grendel is verbonden.Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that a push button (80) movable transversely to the plane of the second side wall is provided and is connected to each latch.

8. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grendels langs een bijbehorende bewegingsas heen en weer beweegbare schuifgrendels zijn 20 en het bedieningsorgaan draaibaar is om een lijn door de bewegingsassen van de schuifgrendels.8. Holder as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the latches are reciprocally movable sliding locks along an associated axis of movement and the operating member is rotatable about a line through the axes of movement of the sliding locks.

9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat aan de tweede zijwand bij elke grendel een eerste aanslagvlak (85) 25 schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van de grendel is opgesteld, dat elke grendel van een tweede aanslagvlak (84) is voorzien die eveneens schuin ten opzichte van de bewegingsrichting is opgesteld, en tegen de eerste aanslagvlak (85) aanligt, waarbij een handgreep (90) aanwezig is 30 voor het draaien van de grendels in de geleidingen teneinde het eerste en tweede aanslagvlak ten opzichte van elkaar te verdraaien en daarmee de grendels in de bewegingsrichting te verplaatsen.Holder according to claim 8, characterized in that a first stop surface (85) is arranged on the second side wall at each latch, obliquely relative to the direction of movement of the latch, that each latch is provided with a second stop surface (84) which is also disposed at an angle to the direction of movement and abuts against the first stop face (85), a handle (90) being provided for rotating the latches in the guides to align the first and second stop faces with respect to each other turn and thereby move the latches in the direction of movement.

10. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de vergrendelmiddelen terugstel-middelen omvatten die de grendels naar de vergrendelstand 1012013 - 12 - dwingen.Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the locking means comprise resetting means forcing the latches to the locking position 1012013-12.

11. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de terugstelmiddelen een verend element omvatten dat tegen een 5 aanslagvlak van de grendel aanligt.11. Holder as claimed in claim 10, characterized in that the reset means comprise a resilient element which abuts against a stop surface of the bolt.

12. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het verende element integraal is met een grendel.Holder according to claim 10, characterized in that the resilient element is integral with a latch.

13. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het buigzame element tevens een terugstelelement omvat.Holder according to claim 3, characterized in that the flexible element also comprises a reset element.

14. Houder volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de terugstelmiddelen onderdeel zijn van de handgreep. 15Holder according to claim 9, characterized in that the reset means are part of the handle. 15

15. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste zijwanden met hoekom-grijpende lippen zijn uitgevoerd.Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the first side walls are formed with angle-engaging lips.

16. Houder volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de tweede zijwand, in opgerichte toestand, overlapt met de hoekomgrijpende lippen van de eerste zijwand.A container according to claim 15, characterized in that the second side wall, when erected, overlaps the corner-engaging lips of the first side wall.

17. Houder volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat ter 25 plaatse van de overlapping de dikte van de afzonderlijke zijwanden zodanig zijn aangepast dat deze overeenkomt met de dikte van de niet overlappende zijwand.17. Holder according to claim 16, characterized in that at the location of the overlap the thickness of the individual side walls are adjusted such that it corresponds to the thickness of the non-overlapping side wall.

18. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclu-30 sies, met het kenmerk, dat de bodem is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen, het onderste deel van het paar eerste zijwanden vormende, wandvoetstukgebieden.18. Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bottom is provided with two opposing wall pedestal areas forming the lower part of the pair of first side walls.

19. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclu-35 sies, met het kenmerk, dat de wandvoetstukgebieden aan hun kopzijden hoekomgrijpende eindvoetstukgebieden omvatten. T01 2013 - 13 -19. Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the wall pedestal areas have angular-engaging end pedestal areas on their end sides. T01 2013 - 13 -

20. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoekomgrijpende lengte van het eindvoetstukgebied korter is dan de hoekomgrijpende lengte gebied van de lippen. 5Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the angle-gripping length of the end pedestal area is shorter than the corner-gripping length area of the lips. 5

21. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede paar zijwanden in het onderste gebied daarvan, ter hoogte van het wandvoetstukge-bied, met zijwaarts uitstekende verbredingen zijn uitge- 10 voerd.21. Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the second pair of side walls in the lower region thereof, at the height of the wall pedestal area, are provided with laterally projecting widenings.

22. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van de zijwaarts uitstrekkende verbredingen in opgerichte toestand niet hoger 15 zijn dan de hoogte van de wandvoetstukken.22. Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the height of the laterally extending widenings in the erected state does not exceed the height of the wall bases.

23. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijwaarts uitstrekkende verbredingen opgesloten liggen tussen de hoekomgrijpende lippen 20 van de eerste wand en de bodem.23. Container according to one or more of the preceding claims, characterized in that the laterally extending widenings are enclosed between the angle-engaging lips 20 of the first wall and the bottom.

24. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnierassen van de eerste zijwanden op een grotere verticale afstand boven de bodem 25 zijn geplaatst dan de scharnierassen van de tweede zijwanden.24. Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the hinge axes of the first side walls are placed at a greater vertical distance above the bottom than the hinge axes of the second side walls.

25. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verticale afstand van de 30 scharnierassen van de eerste zijwanden vanaf de bovenzijde van de bodem in hoofdzaak overeenkomen met de in opgerichte toestand in horizontale richting van de scharnieras gemeten lengte van de hoekomgrijpende lippen.25. Holder as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the vertical distance of the hinge axes of the first side walls from the top of the bottom substantially correspond to the length measured in erected position in horizontal direction of the hinge axis of the angle-hugging lips.

26. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de scharnierassen van de zijwanden op ongelijke vertikale afstand boven de bodem zijn 1012013 - 14 - geplaatst.Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the hinge axes of the side walls are placed at an unequal vertical distance above the bottom. 1012013-14.

27. Houder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderlinge verschil in af-5 stand tussen de scharnieren en de bodem ongeveer gelijk is aan de dikte van de zijwand. 101201327. Holder according to one or more of the preceding claims, characterized in that the mutual difference in distance between the hinges and the bottom is approximately equal to the thickness of the side wall. 1012013