NL1011987C2

NL1011987C2 - Communicatiesysteem met roaming faciliteiten.

Info

Publication number: NL1011987C2
Application number: NL1011987A
Authority: NL
Inventors: Deborah Nas; Mohamed Ismael Kazem
Original assignee: Koninkl Kpn Nv
Priority date: 1999-05-07
Filing date: 1999-05-07
Publication date: 2000-11-09
Also published as: ATE503356T1; DK1179276T3; AU4544900A; DE60045765D1; CY1115169T1; EP1179276B1; EP1179276A1; WO2000069200A1

Description

Communicatiesysteem met roaming faciliteiten ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een communicatiesysteem, 5 omvattende verschillende communicatienetwerken, en middelen voor het faciliteren van roaming voor gebruikers op die verschillende communicatienetwerken.

Bekend is dat "Public Land Mobile Network" (PLMN) operators onderling "roaming” overeenkomsten afsluiten. Dergelijke 10 overeenkomsten, die regelen dat abonnees van het ene PLMN gebruik mogen en kunnen maken van het andere PLMN ("roaming" genoemd) moeten tot dusverre steeds bilateraal, tussen de verschillende PLMN operators onderling worden aangegaan. Ook moeten technische voorzieningen die een en 15 ander mogelijk maken, zoals de koppeling van netwerksignaleringen, bilateraal worden getroffen. Roaming is op deze wijze bovendien alleen mogelijk tussen verschillende PLMNen maar niet tussen PLMNen en PSTNen ("Public Switched Telephone Network").

20

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding beoogt deze nadelen te ondervangen. Daartoe voorziet de uitvinding erin dat operators van telecommunicatienetwerken, dat wil zeggen PLMNen öf PSTNen, elk 25 een bilaterale roamingovereenkomst afsluiten met een globaal communicatienetwerk -waarvoor een satelliet-communicatienetwerk (SCN) in het bijzonder geschikt is- en dat daarbij de technische middelen worden verschaft voor de verwezenlijking van die overeenkomst. Door middel van 30 slechts één overeenkomst, namelijk met het SCN, verkrijgt elk PLMN resp. PSTN roaming faciliteiten met alle andere PLMNen en PSTNen die eveneens een dergelijke overeenkomst met het SCN hebben gesloten. Het telecommunicatienetwerk dat een overeenkomst met het SCN sluit, dient, ter 35 verwezenlijking van die overeenkomst, een signalerings-koppeling tot stand te brengen met het SCN. Het SCN

1011987 -2- verzorgt dan signaleringsverbindingen met alle telecommunicatienetwerken waarmee eveneens een roamingovereenkomst is afgesloten. Er is dus slecht één signaleringsverbinding met de SCN nodig om roaming met alle 5 op het SCN aangesloten netwerken te verkrijgen. De uitvinding berust op het inzicht dat een SCN, behalve als platform voor satellietcommunicatie, door zijn verregaande globale opzet en inrichting bij uitstek geschikt is als roaming platform ("facilitator") voor verschillende PLMNen 10 en PSTNen.

IMPLEMENTATIE

Hierna zal de uitvinding aan de hand van enige figuren nader worden uiteengezet.

15 Een oproepende gebruiker van een mobiele terminal heeft een Secure Identification Module (SIM) kaart waarin een International Mobile Subscriber Identity (IMSI) is geprogrammeerd. De IMSI bestaat uit 15 posities, waarvan standaard de eerste drie het land van herkomst van de 20 Network Operator (NO) van de mobiele gebruiker weergeven, het vierde en vijfde de NO van de mobiele gebruiker weergeven en de overige tien posities vrij in te vullen zijn door de NO. In de IMSI van gebruikers van een NO die -volgens de uitvinding- een overeenkomst heeft gesloten met 25 het SCN, vormen de eerste (drie) cijfers van het vrij in te vullen veld een Virtual Network Operator (VNO) code. Deze VNO code wordt door een besturingsorgaan van het SCN toegekend aan elke PLMN of PSTN waarmee de SCN, blijkens een inschrijving in een VNO code register (VCR), een 30 bilaterale roaming overeenkomst heeft gesloten. Opgemerkt wordt dat onder een VNO wordt verstaan een organisatie die een communicatiesysteem beheert met één of meer netwerkwerkelementen (bijv. een HLR) waarmee de VNO waarde kan toevoegen aan een basistelecommunicatiedienst. De VNO

1011987 -3- beschikt daarbij wel of niet over een eigen netwerk (PLMN of PSTN).

Roaming van PLMN abonnees op een gast PLMN 5 Wanneer een (oproepende) gebruiker zijn mobiele terminal aanzet, wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de mobiele terminal en een basisstation van een VNO (i.c.

PLMN) waar de gebruiker wil roamen. Hierbij zendt de mobiele terminal de IMSI nummer van de SIM uit. Het netwerk 10 van de VNO tracht minimaal de eerste 8 posities te analyseren om te bepalen of het een "home-gebruiker" (klant van het eigen PLMN) of een "roamende gebruiker" (klant van een ander PLMN) betreft. Indien analyse op de eerste 8 posities niet mogelijk is of het betreft een roamende 15 gebruiker, wordt op basis van de eerste 5 posities bepaald of een roamingovereenkomst tussen de PLMN en de SCN gesloten is. Indien blijkens de inhoud van het VCR inderdaad een roamingovereenkomst aanwezig is wordt via signalering een verzoek om informatie over de gebruiker 20 geplaatst bij het SCN, welke een analyse uitvoert op de VNO code om te bepalen naar welke VNO het verzoek moet worden doorgegeven. De VNO zal de gevraagde informatie via signalering ter beschikking stellen aan het satellietnetwerk, die dit doorgeeft aan het gast-PLMN.

25 Indien de oproepende gebruiker geaccepteerd wordt door het gast-PLMN, wordt deze informatie in het home-PLMN opgeslagen in een Home Location Register (HLR) en in het gast-PLMN in een Visiting Location Register (VLR). De kosten van de communicatie via het PLMN wordt aan de 30 oproepende gebruiker in rekening gebracht door het home-netwerk.

Deze procedures zijn overeenkomstig de huidige vastgelegde procedures voor roaming en zowel die procedures als de voor 1011987 -4- het uitvoeren daarvan dienende middelen zijn van algemene bekendheid.

.Roaming op vaste netwerken 5 Ook een vast netwerk (PSTN) kan roaming van mobiele gebruikers of klanten van een ander PSTN mogelijk maken, mits dit PSTN is uitgebreid met de mogelijkheid om gebruikers te kunnen identificeren en registreren; het dient hiervoor wel over een aantal netwerkelementen te 10 beschikken zoals HLR, VLR, Authentication Centre, Extended memory. Identificatie vindt plaats d.m.v. de IMSI op een SIM kaart en hiervoor geschikt gemaakte randapparatuur in het PSTN of een draadloze identificatie mogelijkheid.

15 Roaming van PLMM of PSTN abonnees op een PSTN

Indien een oproepende gebruiker binnen het bereik van een op een PSTN aangesloten zend/ontvangstation komt van een "cordless" systeem (bijvoorbeeld DECT) en hij over een toestel beschikt waarbij "cordless" communicatie mogelijk 20 is, kan hij van communicatie via het PSTN gebruik maken.

Identificatie en communicatie tussen het PSTN en het SCN en tussen het SCN en het "home-PLMN" vindt plaats overeenkomstig het hierboven beschrevene. De kosten van de communicatie via het PSTN wordt aan de oproepende gebruiker 25 in rekening gebracht door het home-netwerk.

Wegens het ontbreken van een basisstation dat de locatie van de roamende gebruiker bepaalt (zoals in het PLMN), wordt de locatie van de roamende gebruiker op het PSTN bepaald op basis van het A nummer (landencode + netcode + 30 subscriber nummer) van de aansluiting waarop het draadloze zend/ontvangstation is aangesloten. De gebruiker is bereikbaar op het PSTN via zijn eigen (mobiele) telefoonnummer.

101198T

-5-

Roaming PSTN abonnees op een PLMN of PSTN Ook draadgebonden terminals kunnen van de bovengenoemde faciliteiten gebruik maken. De terminal van een oproepende gebruiker moet wel voorzien zijn van een SIM kaart gelijk 5 aan een SIM kaart voor mobiele terminals in PLMN netwerken. Wanneer de SIM kaart in een daarvoor geschikte (openbare) terminal wordt gestoken vindt identificatie en communicatie tussen het PSTN en het SCN en tussen het SCN en het "home-PLMN" of "home-PSTN" plaats overeenkomstig de 10 hierboven beschreven werkwijze. Wegens het ontbreken van een basisstation dat de locatie van de roamende gebruiker bepaalt (zoals in het PLMN), wordt de locatie van de roamende gebruiker op het PSTN bepaald op basis van het A nummer (landencode + netcode + subscriber nummer) van de 15 aansluiting waarop de (openbare) terminal is aangesloten.

De gebruiker is bereikbaar op het draadgebonden toestel (PSTN) via zijn eigen (mobiele) telefoonnummer.

De kosten van de communicatie via het PSTN wordt aan de oproepende gebruiker in rekening gebracht door het 20 "home-PSTN" of "home-PLMN".

De bijgaande figuren geven een illustratie van de uitvinding. Figuur 1 toont de "state-of-the-art”, waarin verschillende PLMNen met elkaar overeenkomsten afsluiten en 25 signaleringskanalen en besturingsorganen instellen voor het bewerkstelligen van roaming faciliteiten aan de abonnees van die verschillende PLMNen. Figuur 2 toorit de architectuur volgens de uitvinding, waarbij PLMNen en ook PSTNen roaming faciliteiten bewerkstelligen via een 30 Satellietcommunicatie Netwerk (SCN) dat hierbij als gemeenschappelijk roaming platform ("facilitator") wordt gebruikt. Figuur 3 toont een nadere uitwerking van figuur 2. Een SCN verbindt verschillende Land Earth Stations (LES's) met elkaar. Dit zijn de grondstations voor 1011987 -6- satellietcommunicatie. De satellieten waarmee die grondstations communiceren zijn niet getekend daar die satellieten op zich geen functie hebben in het systeem volgens de onderhavige uitvinding. Het SCN vervult conform 5 de uitvinding -naast de "standaard" functie van facilitering van communicatie via satellieten- de functie van facilitering van roaming voor abonnees die geheel verschillende operator netwerken, PSTNen en PLMNen, als hun "home network" hebben, met andere woorden waarop zij 10 geabonneerd zijn. Conform de uitvinding sluiten operators van verschillende PLMNen óf PSTNen, elk een bilaterale roamingovereenkomst met het SCN. De technische middelen ter verwezenlijking van die overeenkomsten tussen de verschillende PLMNen resp. PSTNen en het SCN worden, 15 omvatten een register, het Virtuele Network Operator Code Register VCR, dat zich binnen het SCN bevindt en onder besturing van een besturingsorgaan CTR benaderd kan worden. Het VCR kan gevormd worden door één register dat door de verschillende LES's benaderd en ondervraagd kan worden;

20 desgewenst kan elke LES worden voorzien van een -steeds up-to-date te houden- copie-VCR met (gedistribueerde) besturingsmiddelen (CTR). Door middel van één overeenkomst met het SCN, technisch te realiseren door een toekenning aan de PLMN of PSTN van een VNO code (VNC) en inschrijving 25 van die VNC in het VCR, verkrijgt elk in het VCR

ingeschreven PLMN resp. PSTN roaming faciliteiten met alle andere in het VCR ingeschreven PLMNen en PSTNen. Bij inschrijving in het VCR wordt eveneens -onder besturing van het besturingsorgaan CTR- een signaleringskoppeling 30 (interface) tot stand gebracht tussen de ingeschreven PLMN resp. PSTN en het SCN. Via het SCN zijn dan alle ingeschreven PLMNen en PSTNen in staat signaleringsverkeer -i.c. roaming-informatie- met elkaar uit te wisselen. Aldus wordt de SCN, behalve als platform voor 1011987 -7- satellietcommunicatie, door middel van het VCR en de daarmee overeenkomende signaleringskoppelingen, als interworking platform voor het faciliteren van roaming tussen de verschillende PLMNen en PSTNen gebruikt.

5 Zoals boven aangegeven, wordt in het door de uitvinding voorgestelde systeem gebruik gemaakt van SIM kaarten met een voor roaming aangepaste IMSI. Een dergelijke SIM kaart wordt getoond in figuur 4. Standaard zijn de land- en operatorcode, tezamen vijf karakters. De tien overige, niet 10 in standaarden vastgelegde karakterplaatsen worden in het systeem volgens de uitvinding gebruikt voor het vastleggen van ondermeer de VNO code (drie karakters) van de "home"-PLMN resp. PSTN.

101198T

Claims

1. Communicatiesysteem, omvattende verschillende communicatienetwerken, en roamingmiddelen voor het faciliteren van roaming van gebruikers op die verschillende 5 communicatienetwerken, met het kenmerk dat de roamingmiddelen worden gevormd door een globaal communicatienetwerk (SCN), dat met elk van die verschillende communicatienetwerken (PLMN, PSTN) in verbinding staat.

2. Communicatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk 10 dat de roamingmiddelen worden gevormd door het aardse deel van een globaal satellietcommunicatie netwerk (SCN), dat met elk van die verschillende communicatienetwerken (PLMN, PSTN) in verbinding staat.

3. Communicatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk 15 dat het globale communicatienetwerk (SCN) aan elk van die verschillende communicatienetwerken (PLMN, PSTN) een code (VNO) toekent en die onder besturing van een besturingsorgaan (CTR) in een register (VCR) inschrijft, waarbij het globale communicatienetwerk onder besturing van 20 het besturingsorgaan onderlinge roaming faciliteiten bewerkstelligt aan abonnees van elk van die in het register ingeschreven communicatienetwerken.

4. Communicatiesysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat terminals van de abonnees van de communicatienetwerken 25 (PLMN, PSTN) een identificatieorgaan (SIM) omvatten voor het inlezen en aan het communicatiesysteem doorzenden van identificatiecodes (IMSI), waaronder een code (VNO) die overeenkomt met de in het register (VCR) ingeschreven code.

5. Communicatiesysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk 30 dat het globale communicatienetwerk (SCN) de locatie van een roamende gebruiker op een draadgebonden netwerk (PSTN) bepaalt op basis van het A-nummer van de aansluiting waarop de terminal op het netwerk is aangesloten. 1011987