NL1011625C2

NL1011625C2 - Werkwijze voor het regelen van een band-poelie-aandrijfsysteem, alsmede band-poelie-aandrijfsysteem.

Info

Publication number: NL1011625C2
Application number: NL1011625A
Authority: NL
Inventors: Hendrikus Jan Kapaan; Eduardus Gerardus Maria Holweg; Johannes Albertus Van Winden
Original assignee: Skf Engineering & Res Services
Priority date: 1999-03-22
Filing date: 1999-03-22
Publication date: 2000-09-27
Also published as: KR20020005621A; WO2000057083A1; CN1344355A; EP1163461A1; AU3575600A; JP2002540359A

Description

Werkwijze voor het regelen van een band-poelie-aandrijfsysteem. alsmede band-poelie-aandriifsvsteem

De uitvinding betreft het gebied van band-poelie-aandrijfsystemen, en in het 5 bijzonder het gedrag daarvan onder belasting. Band-poelie-aandrijfsystemen worden ojj verscheidene gebieden toegepast. Als een voorbeeld wordt genoemd de band-poelie-aandrijving voor het aandrijven van de hulpuitrusting van een verbrandingsmotor, bijvoorbeeld voor het aandrijven van de dynamo, waterpomp en dergelijke.

Deze aandrijfsystemen werken in een gebied van draaisnelheden, afhankelijk van 10 bijvoorbeeld het van een verbrandingsmotoren gevraagde vermogen. Als gevolg van deze variërende bedrijfsomstandigheden, kunnen trillingen optreden in het band-poelie-aandrijfsysteem. Dergelijke trillingen hangen ook af van de spanning in de band, en ook van de slijtageomstandigheden van het band-poelie-aandrijfsysteem.

Het optreden van dergelijke trillingen is ongewenst, aangezien deze tot schade 15 aan het aandrijfsysteem kunnen leiden, en de slijtage kunnen vergroten. Verder kan het geproduceerde geluid onaanvaardbaar zijn, bijvoorbeeld in motorvoertuigtoepassingen.

Het doel van de uitvinding is derhalve een werkwijze te verschaffen ter verbetering van het gedrag van dergelijke aandrijfsystemen onder belasting. Dit doel wordt bereikt door middel van een werkwijze voor het regelen van de spanning in een 20 band-poelie-aandrijfsysteem, omvattende tenminste één aandrijfpoelie en één aangedreven poelie, rond welke een aandrijfband onder spanning is aangebracht, spanningsmiddelen voor het beïnvloeden van die spanning, alsmede regelmiddelen voor het regelen van de spanningsmiddelen, welke werkwijze de stappen omvat van: - het bepalen van de trillingen in het aandrijfsysteem, of een parameter die 25 samenhangt met het trillingsgedrag daarvan, - hét regelen van de spanning in de aandrijfband op basis van die trillingen, of de grootte van die parameter.

Na het bepalen van de trillingen in het aandrijfsysteem, kan de bandspanning zodanig worden beïnvloed dat de trillingen worden verminderd of volledig worden 30 onderdrukt. Dit heeft het voordeel dat nog steeds een standaard poelie-band- aandrijfsysteem kan worden toegepast, terwijl tegelijkertijd het trillingsgedrag daarvan wordt verbeterd door middel van aanvullende regelstappen.

101162S

2

Bovendien kan met andere fenomenen die het gedrag van een band-poelie-aandrijfsysteem beïnvloeden ook rekening worden gehouden. Als voorbeeld wordt de ongewenste slip genoemd tussen de aandrijfband en de poelies.

Ook hier kan de uitvinding op een nuttige wijze worden toegepast door de 5 stappen van - het bepalen van de slip tussen de aandrijfband en tenminste één van de poelies, - het regelen van de spanning in de aandrijfband tevens op basis van de grootte van die slip.

Volgens de uitvinding kan dus ook slip, die een bijdrage levert aan de slijtage van 10 de band en de poelies, worden onderdrukt.

De werkwijze volgens de uitvinding kan op verschillende manieren in de praktijk worden gebracht. Zo kan de werkwijze bijvoorbeeld worden gebruikt in combinatie met een bewakingssysteem dat trillingsverschijnselen zoals slip en dergelijke detecteert. De spanning wordt dan geregeld op basis van signalen die worden verschaft 15 door het bewakingssysteem.

Andere praktische toepassingen voor de methode zijn eveneens mogelijk. Er wordt op gewezen dat in de meeste gevallen, identieke band-poelie-aandrijfsystemen worden toegepast in een identieke omgeving, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de hulpuitrusting voor een verbrandingsmotor. In dergelijke gevallen kan volgens de 20 uitvinding de werkwijze worden toegepast door: - het bepalen van een regelprocedure voor de bandspanning in een test-band-poelie-aandrijfsysteem, - het vaststellen van een relatie tussen die regelprocedure en een kenmerk van dat aandrijfsysteem, 25 - het kopiëren van die regelprocedure in de regelmiddelen van een nominaal band-poelie-aandrijfsysteem, welk systeem identiek is aan het testband-poelie-aandrijfsysteem.

- het regelen van het nominale band-poelie-aandrijfsysteem op basis van diezelfde karakteristiek en die regelprocedure.

30 Volgens deze variant van de werkwijze volgens de uitvinding behoeft slechts één band-poelTe-aandrijfsysteem te worden getest, en kunnen de volgende productie-band-poelie-aandrijfsystemen dan op standaardwijze worden geproduceerd.

T011625 3

De karakteristieken die in de werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden toegepast kunnen bijvoorbeeld de motorsnelheid, trillingen en dergelijke omvatten.

De uitvinding betreft tevens een band-poelie-aandrijfsysteem, waarbij de spanningsmiddelen een vrijlooprol omvatten bevestigd aan een bedieningsmiddel, welk 5 bedieningsmiddel is uitgevoerd voor het aandrukken van de vrijlooprol op een deel v^i de band tussen de poelies.

De spanningsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een aan een bedieningsmiddel bevestigde vrijlooprol omvatten, welk bedieningsmiddel is uitgevoerd voor het aandrukken van de vrijlooprol op een deel van de band tussen de poelies.

10 De uitvinding zal verder worden beschreven onder verwijzing naar een in de figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

De figuur toont een band-poelie-aandrijfsysteem, omvattende rollen 1, 2, 3 die onderling zijn verbonden door een band 4. Het band-poelie-aandrijfsysteem kan bijvoorbeeld worden toegepast in een verbrandingsmotor, voor het aandrijven van de 15 dynamo en/of waterpomp.

Een deel van de band 4 wordt beïnvloed door een spanningswiel 5, dat naar dat deel van de band 4 wordt gedrukt door middel van een lineaire actuator 6. Deze actuator 6 is bevestigd aan een vast punt, bijvoorbeeld de betreffende motor.

Verder is een sensor 8 toegepast ter detectie van bepaalde fenomenen in de band 20 4, in het bijzonder trillingen. De sensor 8 geeft een signaal af tot een aanwijzing vormt voor die trillingen, welke signalen door middel van kabel 9 worden overgebracht naar de regeleenheid 10. De sensor 8 kan zijn geïntegreerd in de lineaire actuator 6.

De regeleenheid 10 beïnvloedt de lineaire actuator zodanig dat door middel van het spanningswiel 5 de bandspanning kan worden beïnvloed voor het verwijderen van 25 de trillingen.

De regeleenheid kan een geheugen omvatten waarin bijvoorbeeld een trillingsspectrum van de band is opgeslagen. Daardoor wordt een "zelflerend" vermogen verschaft van het band-poelie-aandrijfsysteem. Op basis van deze opgeslagen gegevens, zal de regeleenheid de actuator automatisch beïnvloeden, en 30 daarmee het spanningswiel en de spanningsband 4 zodanig, dat eventueel toekomstige negatieve fenomenen, bijvoorbeeld hoge trillingen, worden gedempt en in een vroeg stadium worden verhinderd.

Ï011625

Claims

1. Werkwijze voor het regelen van de spanning in een band-poelie-aandrijfsysteem, omvattende tenminste één aandrijfpoelie en één aangedreven poelie, 5 rond welke een aandrijfband onder spanning is aangebracht, spanningsmiddelen voQr het beïnvloeden van die spanning, alsmede regelmiddelen voor het regelen van de spanningsmiddelen, welke werkwijze de stappen omvat van: - het bepalen van de trillingen in het aandrijfsysteem, of een parameter die samenhangt met het trillingsgedrag daarvan, 10. het regelen van de spanning in de aandrijfband op basis van die trillingen, of de grootte van die parameter.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 omvattende de stappen van: - het bepalen van de slip tussen de aandrijfband en tenminste één van de poelies, 15. het regelen van de spanning in de aandrijfband tevens op basis van de grootte van die slip.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende de stappen van: - het bepalen van een regelprocedure voor de bandspanning in een test-band-20 poelie-aandrijfsysteem, - het vaststellen van een relatie tussen die regelprocedure en een kenmerk van dat aandrijfsysteem, - het kopiëren van die regelprocedure in de regelmiddelen van een nominaal band-poelie-aandrijfsysteem, welk systeem identiek is aan het testband-poelie- 25 aandrijfsysteem, - het regelen van het nominale band-poelie-aandrijfsysteem op basis van diezelfde karakteristiek en die regelprocedure.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het aandrijfsysteem een aan de 30 aangedreven poelie verbonden motor omvat, en de karakteristiek de motorsnelheid is.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: T011625 - het vastleggen van een trillingspectrum van het aandrijfsysteem, - het regelen van de spanning in de aandrijfband op basis van dat vastgelegde trillingsspectrum.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: - het opslaan van de trillingen, of een daarmee samenhangende parameter, in een geheugen, - het regelen van de spanning in de aandrijfband tevens op basis van de 10 opgeslagen trillingen of parameter.

7. Werkwijze volgens één van conclusies 1-6, waarbij de spanningsmiddelen een aan/uit elektromagneet omvatten die een rustpositie alsmede een spanningspositie verschaft voor het vergroten van de spanning in de aandrijfband. 15

8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-6, waarbij de spanningsmiddelen een actuator omvatten, bijvoorbeeld een schroefactuator en een rotatiemotor, of een lineaire motor.

9. Band-poelie-aandrijfsysteem, omvattende tenminste twee poelies rond welke een aandrijfband onder spanning is aangebracht, spanningsmiddelen voor het beïnvloeden van die spanning, regelmiddelen voor het regelen van de spanningsmiddelen, welke regelmiddelen de spanningsmiddelen regelen op basis van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-8. 25

10. Band-poelie-aandrijfsysteem volgens conclusie 9, waarbij de spanningsmiddelen en vrijlooprol omvatten die is bevestigd aan een bedieningsmiddel, welk bedieningsmiddel is uitgevoerd voor het aandrukken van de vrijlooprol op een deel van de band tussen de poelies. 30

11. Band-poelie-aandrijfsysteem volgens conclusie 10, waarbij de bedieningsmiddelen een magneet omvatten voor het verplaatsen van de vrijlooprol 1011625 tussen een.'actieve positie in samenwerking met een deel van de band, en een inactieve positie.

12. Band-poelie-aandrijfsysteem volgens conclusie 10, waarbij de 5 bedieningsmiddelen een schroefactuator omvatten, en een rotatiemotor, of een lineaire motor.

13. Band-poelie-aandrijfsysteem volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij de poelies een groef met vaste diameter bezitten. 10 1011625