NL1011408C2 - Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal. - Google Patents
Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1011408C2 NL1011408C2 NL1011408A NL1011408A NL1011408C2 NL 1011408 C2 NL1011408 C2 NL 1011408C2 NL 1011408 A NL1011408 A NL 1011408A NL 1011408 A NL1011408 A NL 1011408A NL 1011408 C2 NL1011408 C2 NL 1011408C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- gas
- powder bed
- temperature
- container
- bed
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F26—DRYING
- F26B—DRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
- F26B9/00—Machines or apparatus for drying solid materials or objects at rest or with only local agitation; Domestic airing cupboards
- F26B9/06—Machines or apparatus for drying solid materials or objects at rest or with only local agitation; Domestic airing cupboards in stationary drums or chambers
- F26B9/063—Machines or apparatus for drying solid materials or objects at rest or with only local agitation; Domestic airing cupboards in stationary drums or chambers for drying granular material in bulk, e.g. grain bins or silos with false floor
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F26—DRYING
- F26B—DRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
- F26B21/00—Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
- F26B21/06—Controlling, e.g. regulating, parameters of gas supply
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F26—DRYING
- F26B—DRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
- F26B3/00—Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
- F26B3/02—Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air
- F26B3/06—Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour flowing through the materials or objects to be dried
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Microbiology (AREA)
- Devices And Processes Conducted In The Presence Of Fluids And Solid Particles (AREA)
- Vaporization, Distillation, Condensation, Sublimation, And Cold Traps (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal.
5
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, dat zich in een houder bevindt, waarbij een gasstroom aan de onderzijde van het poederbed wordt toegevoerd en het 10 poederbed in opwaartse richting doorstroomt. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.
De werkwijze zoals vermeld in de aanhef is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging 9302093. Volgens de daaruit bekende 15 werkwijze wordt in een gefluïdiseerd bed van poeder een gas in opwaartse richting geleid. Daarbij is het van groot belang dat het gas alle poederdeeltjes bereikt, dat er geen agglomeraten van de poederdeeltjes in de fluïdisatiereactor zijn en dat er geen scheuren of kanalen in het poederbed zijn, waardoorheen het gas bijvoorbeeld zonder contact met het 20 poedermateriaal door het bed kan stromen. Aldus wordt een zo gelijkmatig mogelijke fluïdisatie van de individuele poederdeeltjes nagestreefd. Uit praktische ervaring is echter gebleken dat het in een dergelijke fluïdisatiereactor uitgevoerde droogproces een aanzienlijke hoeveelheid energie vereist waarbij het tevens gebruikelijk is door aanvullend op het 25 toevoeren van de opwaartse gasstroom mechanisch te roeren in een poederbed. Daarnaast wordt in de praktijk in het algemeen aanvullend op het toevoeren van de opwaartse gasstroom het poederbed in vibratie gebracht. Een dergelijke handeling leidt weliswaar tot fluïdisatie maar slechts over een bedhoogte van enkele centimeters. Daarboven is het bed statisch en 30 vertoont het kanaal- en scheurvorming.
Uit het Amerikaanse octrooi schrift 4.608.764 is bovendien een werkwijze voor het drogen van deeltjesachtig materiaal bekend waarbij het deeltjesachtige materiaal in een gefluïdiseerde toestand wordt gebracht. Doordat het materiaal in een gefluïdiseerde toestand is, dient 35 de volledige inhoud van de houder, waarin zich het poedervormige materiaal bevindt, te worden verwarmd om de vluchtige bestanddelen, die op het 1011408 2 poedervormige materiaal aanwezig zijn, te kunnen verdampen. Aldus is de energiebehoefte groot.
Fluïdisatie is op te vatten als een homogene menging van het poedervormige materiaal waarbij elk poederdeeltje zich random door 5 de houder verplaatst.
Het doel van de onderhavige uitvinding is derhalve een werkwijze en inrichting te verschaffen waarbij de toe te voeren hoeveelheid energie wezenlijk lager is dan toegepast in de volgens de hiervoor beschreven methoden volgens de stand van de techniek.
10 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen waarbij de kans op stofexplosies tot een minimum is gereduceerd.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het 15 verschaffen van een inrichting en werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen waarbij poedervormig materiaal van verschillende deeltjesgrootten gunstig kan worden gedroogd.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor het verdampen van 20 vluchtige bestanddelen waarbij op eenvoudige wijze de reeds in de handel verkrijgbare fluïdisatiereactoren kunnen worden aangepast om een aanzienlijke energiebesparing tot stand te brengen.
De werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen zoals vermeld in de aanhef wordt volgens de onderhavige 25 uitvinding gekenmerkt doordat de volgend stappen worden uitgevoerd: i) het instellen van de temperatuur van de gasstroom op een waarde hoger dan het kookpunt van de te verdampen vluchtige bestanddelen bij de in het poederbed heersende druk.
ii) het instellen van de snelheid van de gasstroom op 30 een waarde waarbij nagenoeg geen fluïdisatie van het poederbed plaatsvindt.
iii) het aan het poederbed toevoeren van de gasstroom onder de omstandigheden zoals ingesteld onder i) en ii) ter vorming van een thermisch front in het poederbed, welk thermisch front zich over nagenoeg de volledige dwarsdoorsnede van het poederbed instelt.
1011408 3 iv) het onder invloed van de gasstroom door het poederbed in opwaartse richting verplaatsen van het onder iii) gevormde thermisch front waarbij de temperatuur van de gasstroom wordt verlaagd.
Hoewel steeds in de beschrijvingsinleiding wordt 5 gesproken over het verplaatsen in opwaartse richting van het thermisch front, moet het duidelijk zijn dat het thermisch front ook in een horizontale richting verplaatsbaar is indien er sprake is van een horizontaal geplaatste houder. Meer in het bijzonder, de onderhavige uitvinding heeft tot doel het verplaatsen van een thermisch front en/of 10 reactiefront in een richting evenwijdig aan de gasstroom, welke richting echter niet is beperkt tot horizontaal of verticaal.
Door het uitvoeren van de hiervoor genoemde stappen i)-iv) wordt in de droger een thermisch front opgebouwd waarbij dit thermisch front door de houder wordt voortgestuwd ten gevolge van het 15 handhaven van de gasstroom. Het opbouwen van het thermisch front vindt plaats door gedurende een bepaalde tijdsperiode stap iii) uit te voeren. Deze tijdsduur is door middel van eenvoudige routine-experimenten vast te stellen. Nadat het thermische front is opgebouwd, wordt de gasstroom gehandhaafd waarbij echter de temperatuur van de gasstroom wordt verlaagd. 20 Aldus vindt een aanzienlijke energiebesparing plaats. De aldus heersende gasstroom zorgt voor een opwaartse verplaatsing van het thermisch front zodat het thermisch front zich vanaf de onderzijde van de houder naar de bovenzijde hiervan verplaatst, waarbij aldus het poedervormige materiaal van vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. Hoewel in de beschrijvings-25 inleiding steeds wordt gesproken over de aanwezigheid van vluchtige bestanddelen op een poedervormig materiaal, moet het duidelijk zijn dat dergelijke vluchtige bestanddelen ook in het poedervormige materiaal aanwezig kunnen zijn.
Het moet echter duidelijk zijn dat de temperatuur in 30 het thermisch front tijdens de opwaartse verplaatsing zal afnemen omdat voor het verdampen van de vluchtige bestanddelen, die op het poedervormige materiaal aanwezig zijn, energie is vereist. De voor het verdampen benodigde energie wordt aldus aan het thermisch front onttrokken, hetgeen een temperatuurverlaging tot gevolg heeft. Bovendien zal er sprake zijn 35 van energieverliezen tussen de poedervormige bestanddelen onderling zodat de temperatuur in het thermisch front zal afnemen. Het is aldus volgens 101 1408 4 de onderhavige werkwijze gewenst stap iii) gedurende een voldoende lange tijdperiode uit te voeren zodat een voldoende "breed" thermisch front in de houder is gevormd, welk thermisch front zich in opwaartse richting door de houder verplaatst en aldus de vluchtige bestanddelen van het poeder-5 vormige materiaal, dat zich aan de bovenzijde van de houder bevindt, verdampt.
Het verdient volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding de voorkeur dat de snelheid van de gasstroom tijdens stap iv) gelijk of kleiner is dan de snelheid van de gasstroom zoals ingesteld in 10 stap ii).
De snelheid van de gasstroom wordt tijdens stap ii) zodanig ingesteld dat nagenoeg geen fluïdisatie van het poederbed plaatsvindt. Het voorkomen van fluïdisatie van het poederbed is nodig om verstoring van het thermische front te voorkomen. Indien aldus in stap 15 iv) de snelheid van de gasstroom wordt verhoogd tot een waarde waarbij fluïdisatie van het poederbed plaatsvindt, treedt verstoring van het thermisch front op hetgeen een nadelige werking vertoont ten aanzien van het verdampen van de op het poedervormige materiaal aanwezige vluchtige bestanddelen.
20 Het verdient bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding de voorkeur dat de temperatuur van de gasstroom in stap iv) wordt verlaagd naar omgevingstemperatuur.
Doordat reeds in stap iii) een thermisch front van voldoende breedte is opgebouwd, is het mogelijk dat dit thermisch front 25 door de houder in opwaartse richting wordt voortgestuwd door de nog heersende gasstroom. Voor het tot stand brengen van energiereductie wordt de temperatuur van de gasstroom verlaagd naar omgevingstemperatuur, welke gasstroom nu slechts dient voor het in opwaartse richting voortstuwen van • · het thermisch front. Opgemerkt dient te worden dat volgens de methoden 30 van de stand van de techniek de temperatuur van de gasstroom in stap iv) niet wordt verlaagd, hetgeen aldus een grote hoeveelheid energie vereist, welk nadeel volgens de onderhavige werkwijze wordt geëlimineerd.
Het verdient de voorkeur dat aan de houder een gas wordt toegevoerd dat inert is ten opzichte van de vluchtige bestanddelen en/of 35 het poedervormige materiaal.
1011408 5
De toepassing van een inert gas is met name gewenst indien met gevaarlijke en/of toxische materialen wordt gewerkt. Het is echter ook mogelijk om volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding een reactie tussen het poedervormige materiaal en het gas uit te voeren 5 waarbij het reactieve gas als een reactiefront in opwaartse richting door het poederbed wordt geleid. Een dergelijke methode kan plaatsvinden door eerst het reactieve gas aan de houder toe te voeren en, nadat een voldoende "breed" reactiefront is opgebouwd, vervolgens dit te vervangen door een ander gas, bijvoorbeeld een inertgas, voor het in opwaartse richting door 10 de houder verplaatsen van dit reactiefront. Het is ook mogelijk om een aantal reactieve gassen achter elkaar, eventueel gescheiden door inerte gassen, door de houder te laten stromen om verschillende reacties aan het poedervormige materiaal uit te voeren.
Omdat het voor de onderhavige werkwijze van belang is 15 dat er geen wezenlijke menging tussen de afzonderlijke poederdeeltjes ontstaan, welke menging in het bijzonder bij fluïdisatie optreedt, is het gewenst de houder voor het poedervormige materiaal aan de uitstroomzijde van het gas te voorzien van middelen ter voorkoming van fluïdisatie van het poederbed. Het verdient aldus de voorkeur een filterdoek aan de 20 uitstroomzi jde van het gas aan te brengen, welk filterdoek het in opwaartse richting stromende gas doorlaat en het poedervormige materiaal in de houder handhaaft.
Het verdient verder de voorkeur de houder volledig met poedervormig materiaal te vullen waarbij de middelen ter voorkoming van 25 fluïdisatie van het poederbed nagenoeg tegen de bovenste laag van het poedervormige materiaal in de houder aanliggen. Aldus wordt voorkomen dat zich een loze ruimte vormt tussen de bovenste laag van het poedervormige materiaal en de middelen ter voorkoming van fluïdisatie van het poederbed zodat in deze uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze de snelheid 30 van de gasstroom, zoals ingesteld volgens stap ii) kan worden gemaximaliseerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze wordt na stap iv) een aanvullende stap v) uitgevoerd, welke stap v) het verhogen van de temperatuur van de ingaande gasstroom omvat, 35 eventueel gevolgd door een aanvullende stap vi), in welke stap vi) de temperatuur van de gasstroom wordt verlaagd.
1011408 6
Een dergelijke aanvullende stap v), eventueel gevolgd door aanvullende stap vi), verdient met name de voorkeur indien het in stap iii) gevormde thermisch front onvoldoende is om de vluchtige bestanddelen, die op het poedervormige materiaal aanwezig zijn, volledig 5 te verdampen. Aldus wordt in de houder een zogenaamd tweede thermisch front gevormd, dat voor een aanvullende verdamping van de vluchtige bestanddelen, die op het poedervormige materiaal aanwezig zijn, zorgt.
De temperatuur in stap v) wordt bij voorkeur verhoogd tot een waarde hoger dan het kookpunt van de te verdampen vluchtige 10 bestanddelen bij de in het poederbed heersende druk.
Doordat het aldus gevormde, tweede thermisch front een temperatuur bezit die hoger is dan het kookpunt van de te verdampen vluchtige bestanddelen, zal de nog resterende hoeveelheid vluchtige bestanddelen, die nog op het poedervormige materiaal aanwezig zijn, alsnog 15 verdampen.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze verdient het de voorkeur dat de stappen v) en vi) herhalend worden uitgevoerd.
Doordat stappen v) en vi) herhalend worden uitgevoerd, 20 zal in de houder een aantal thermische fronten worden gevormd, welke thermische fronten achter elkaar in opwaartse richting het poederbed doorstromen zodat de vluchtige bestanddelen, die op het poedervormige materiaal aanwezig zijn, volledig verdampen. Bovendien is een dergelijke handeling gewenst wanneer zich in de houder poedervormige materialen 25 bevinden die gevoelig zijn voor hoge temperaturen.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het verdampen van de vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, dat zich in een houder bevindt, waarbij een gasstroom aan de onderzijde van het poederbed wordt toegevoerd en een 30 poederbed in opwaartse richting doorstroomt, welke inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt doordat de houder aan de onderzijde is voorzien van een gasverdeelplaat voor het gelijkmatig in het poeder doen instromen van het gas, de gastoevoerleiding is voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur van de gasstroom, en de houder aan 35 de uitstroomzijde van het gas is voorzien van middelen ter voorkoming van fluïdisatie van het poederbed.
1011408 7
In een bijzondere uitvoeringsvorm verdient het de voorkeur dat de houder aan de uitstroomzijde van het gas is voorzien van een filterdoek.
De toepassing van een filterdoek zorgt ervoor dat het 5 in de houder aanwezige poedervormige materiaal, ondanks de aan de onderzijde van het poederbed toegevoerde gasstroom, nagenoeg niet zal fluïdiseren, zodat het in het poederbed gevormde thermisch front niet wordt verstoord door turbulenties.
Het verdient verder de voorkeur dat de houder aan de 10 onderzijde is voorzien van een verwarmingsmantel, welke verwarmingsmantel als aanvulling dient voor het tot stand brengen van een thermisch front in het poederbed.
Uit aanvullende experimenten is gebleken dat het thermisch front ook geschikt is voor het doden van microorganismen die 15 op het poedervormige materiaal aanwezig kunnen zijn. Aldus is de onderhavige werkwijze tevens geschikt voor het doden van microorganismen aanwezig op bijvoorbeeld voedingsmiddelen, zoals melkpoeder.
De onderhavige inrichting is verder bij voorkeur voorzien van één of meer sensoren voor het meten van de temperatuur in 20 het poederbed.
De toepassing van dergelijke temperatuursensoren geeft informatie over de breedte van het thermisch front, op basis van welke gegevens de tijdsduur voor het aan het poederbed toevoeren van de warme gasstroom experimenteel eenvoudig kan worden vastgesteld.
25 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur een houder die als een cilindervormig vat is uitgevoerd, welk vat aan de onderzijde hiervan taps toelopend is uitgevoerd.
Een cilindervormig vat met een taps toelopende onderzijde maakt het mogelijk dat het in de houder behandelde poeder 30 eenvoudig kan worden verwijderd.
De inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur een houder die aan de binnenzijde is voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur.
Indien is gebleken dat het thermisch front zich 35 onvoldoende heeft ingesteld om de bovenste lagen van het poedervormige materiaal, dat zich in de houder bevindt, te verwarmen voor het verdampen 1011408 8 van de vluchtige bestanddelen, dient opnieuw het poederbed te worden verwarmd. Het verwarmen van het poederbed kan plaatsvinden door de ingaande gasstroom op een hogere temperatuur toe te voeren, of de tijdsduur van het toevoeren te verlengen, of een combinatie van beide maatregelen toe 5 te passen. Het is echter ook mogelijk het poederbed lokaal aanvullend te verwarmen. Het is aldus gewenst de houder aan de binnenzijde te voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur zodat ook de bovenste lagen van het in de houder aanwezige poedervormige materiaal alsnog worden onderworpen aan een thermisch front. Dergelijke middelen worden bij 10 voorkeur op die plaats aangebracht waar het thermische front onvoldoende aanwezig is, in het bijzonder op een hoogte tussen het bovenuiteinde van de houder en 3/4 hoogte van de houder. De nauwkeurige bepaling van de locatie is door eenvoudige routine experimenten nauwkeurig vast te stellen. Aldus wordt het poederbed aanvullend lokaal van warmte voorzien.
15 Voor het voorkomen van warmteverliezen naar de omgeving verdient het de voorkeur dat de houder aan de buitenzijde is voorzien van isolatiemateriaal.
De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een aantal voorbeelden worden toegelicht. Het moet echter duidelijk zijn 20 dat deze voorbeelden de onderhavige uitvinding in geen geval beperken maar dat de onderhavige uitvinding slechts is beperkt door de bijgevoegde conclusies.
Voorbeeld 1.
In een houder bevindt zich een poedervormig materiaal. 25 Het poedervormige materiaal is voorzien van vluchtige bestanddelen die moeten worden verwijderd. De gastoevoerhoeveelheid bedraagt ongeveer 100 maal het volume van de houder. Tijdens het experiment wordt zowel de temperatuur van het poederbed op een positie net boven de gasverdeelplaat als de temperatuur van het gas, dat de houder aan de bovenzijde verlaat, 30 continue gemeten. In fig. 1 is schematisch het verloop van beide temperatuurprofielen als functie van de tijd weergegeven. Uit deze figuur is duidelijk waar te nemen dat de temperatuur van het poederbed, op een positie in de nabijheid van de gasverdeelplaat, toeneemt tot een maximale waarde van ongeveer 108 °C. Na ongeveer 145 minuten wordt de warme 35 gasstroom veranderd in een koude gasstroom waarbij de toe te voeren hoeveelheid gas constant wordt gehouden. In het temperatuurprofiel van 1011408 9 de afgastemperatuur is duidelijk waar te nemen dat de temperatuur stijgt tot een maximale waarde van ongeveer 58 °C op 245 minuten. Hieruit valt te herleiden dat het thermisch front zich in opwaartse richting door het poederbed verplaatst en het bovenuiteinde van de houder bereikt na ongeveer 5 245 minuten. De geringe temperatuurverhoging van de temperatuur van het poederbed na ongeveer een periode van 200 minuten is te wijten aan het plotseling verhogen van de temperatuur van de ingaande gasstroom. Deze plotselinge toename is echter niet waar te nemen in het temperatuurprofiel van het afgas.
10 Voorbeeld 2.
Dezelfde proefopstelling als in Voorbeeld 1 wordt toegepast, behalve dat het poederbed van een aantal aanvullende temperatuursensoren is voorzien. Aldus zijn in het poederbed aanvullend twee temperatuursensoren geplaatst, te weten een temperatuursensor op 1/3 15 hoogte van het poederbed (in fig. 2 weergegeven als T-l/3) en een temperatuursensor aangebracht op 2/3 hoogte van het poederbed (in fig. 2 weergegeven als T-2/3). Uit fig. 2 is duidelijk waarneembaar dat het thermisch front zich in de richting van de gasstroom door de houder verplaatst. Na ongeveer 100 minuten is de warme gasstroom veranderd in 20 een koude gasstroom, welke periode voldoende is gebleken voor het vormen van het thermisch front, welk thermisch front zich vervolgens als functie van de tijd door de houder in de richting van de gasstroom verplaatst om aldus de vluchtige bestanddelen van het poedervormige materiaal te verwijderen.
1011408
Claims (17)
1. Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, dat zich in een houder bevindt, 5 waarbij een gasstroom aan de onderzijde van het poederbed wordt toegevoerd en het poederbed in opwaartse richting doorstroomt, met het kenmerk, dat de volgende stappen worden uitgevoerd: i) het instellen van de temperatuur van de gasstroom op een waarde hoger dan het kookpunt van de te verdampen vluchtige 10 bestanddelen bij de in het poederbed heersende druk. ii) het instellen van de snelheid van de gasstroom op een waarde waarbij nagenoeg geen fluïdisatie van het poederbed plaatsvindt. iii) het aan het poederbed toevoeren van de gasstroom onder de omstandigheden zoals ingesteld onder i) en ii) ter vorming van 15 een thermisch front in het poederbed, welk thermisch front zich over nagenoeg de volledige dwarsdoorsnede van het poederbed instelt. iv) het onder invloed van de gasstroom door het poederbed in opwaartse richting verplaatsen van het onder iii) gevormde thermisch front waarbij de temperatuur van de gasstroom wordt verlaagd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snelheid van de gasstroom tijdens stap iv) gelijk of kleiner is dan de snelheid van de gasstroom zoals ingesteld in stap ii).
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de temperatuur in stap iv) wordt verlaagd naar omgevingstemperatuur.
4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een gas wordt toegepast dat inert is ten opzichte van de vluchtige bestanddelen en/of het poedervormige materiaal.
5. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een gas wordt toegepast dat reactief is ten opzichte van de vluchtige 30 bestanddelen en/of het poedervormig materiaal.
6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de houder voor het poedervormige materiaal aan de uitstroomzijde van het gas wordt voorzien van middelen ter voorkoming van fluïdisatie van het poederbed.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een filterdoek wordt aangebracht. 1011408
8. Werkwijze volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat na stap iv) een aanvullende stap v) wordt uitgevoerd, welke stap v) het verhogen van de temperatuur van de ingaande gasstroom omvat, eventueel gevolgd door een aanvullende stap vi), in welke stap vi) de temperatuur 5 van de gasstroom wordt verlaagd.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de temperatuur in stap v) wordt verhoogd tot een waarde hoger dan het kookpunt van de te verdampen vluchtige bestanddelen bij de in het poederbed heersende druk.
10. Werkwijze volgens conclusies 8-9, met het kenmerk, dat de stappen v) en vi) herhalend worden uitgevoerd.
11. Inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, dat zich in een houder bevindt, waarbij een gasstroom aan de onderzijde van het poederbed wordt toegevoerd 15 en het poederbed in opwaartse richting doorstroomt, met het kenmerk, dat de houder aan de onderzijde is voorzien van een gasverdeelplaat voor het gelijkmatig in het poeder doen instromen van het gas, de gastoevoerleiding is voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur van de gasstroom en de houder aan de uitstroomzijde van het gas is voorzien van 20 middelen ter voorkoming van fluïdisatie van het poederbed.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de houder aan de uitstroomzi jde van het gas is voorzien van een filterdoek.
13. Inrichting volgens conclusies 11-12, met het kenmerk, dat de houder aan de onderzijde is voorzien van een verwarmingsmantel.
14. Inrichting volgens conclusies 11-13, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een of meer sensoren voor het meten van de temperatuur in het poederbed.
15. Inrichting volgens conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de houder een cilindervormig vat is dat aan de onderzijde hiervan taps 30 toelopend is uitgevoerd.
16. Inrichting volgens conclusies 11-15, met het kenmerk, dat de houder aan de binnenzijde is voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur.
17. Inrichting volgens conclusies 11-16, met het kenmerk, 35 dat de houder aan de buitenzijde is voorzien van isolatiemateriaal. 1011408
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011408A NL1011408C2 (nl) | 1999-02-26 | 1999-02-26 | Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011408 | 1999-02-26 | ||
NL1011408A NL1011408C2 (nl) | 1999-02-26 | 1999-02-26 | Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1011408C2 true NL1011408C2 (nl) | 2000-08-29 |
Family
ID=19768735
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1011408A NL1011408C2 (nl) | 1999-02-26 | 1999-02-26 | Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1011408C2 (nl) |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2160046A5 (nl) * | 1971-11-10 | 1973-06-22 | Ciba Geigy Ag | |
US4043050A (en) * | 1973-07-04 | 1977-08-23 | Imperial Chemical Industries Limited | Drying plastics |
FR2413028A1 (fr) * | 1977-12-27 | 1979-07-27 | Carvallo Pierre | Procede perfectionne de sechage et de stockage lors de la recolte des cereales |
US4253244A (en) * | 1979-06-25 | 1981-03-03 | Iowa State University Research Foundation, Inc. | Electronic control system for low temperature grain drying |
US4608764A (en) | 1984-05-19 | 1986-09-02 | Glatt Maschinen-Und Apparatebau Ag | Process of drying a particulate material and apparatus for implementing the process |
US4652278A (en) * | 1983-04-12 | 1987-03-24 | Near Equilibrium Research Associates | Solids drying |
NL9302093A (nl) | 1993-12-02 | 1995-07-03 | Univ Groningen | Fluidisatie van een bed van een cohesief poeder. |
EP0669510A1 (de) * | 1994-02-25 | 1995-08-30 | Motan Holding GmbH | Trockner |
-
1999
- 1999-02-26 NL NL1011408A patent/NL1011408C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2160046A5 (nl) * | 1971-11-10 | 1973-06-22 | Ciba Geigy Ag | |
US4043050A (en) * | 1973-07-04 | 1977-08-23 | Imperial Chemical Industries Limited | Drying plastics |
FR2413028A1 (fr) * | 1977-12-27 | 1979-07-27 | Carvallo Pierre | Procede perfectionne de sechage et de stockage lors de la recolte des cereales |
US4253244A (en) * | 1979-06-25 | 1981-03-03 | Iowa State University Research Foundation, Inc. | Electronic control system for low temperature grain drying |
US4652278A (en) * | 1983-04-12 | 1987-03-24 | Near Equilibrium Research Associates | Solids drying |
US4608764A (en) | 1984-05-19 | 1986-09-02 | Glatt Maschinen-Und Apparatebau Ag | Process of drying a particulate material and apparatus for implementing the process |
NL9302093A (nl) | 1993-12-02 | 1995-07-03 | Univ Groningen | Fluidisatie van een bed van een cohesief poeder. |
EP0669510A1 (de) * | 1994-02-25 | 1995-08-30 | Motan Holding GmbH | Trockner |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5522156A (en) | Drying apparatus and method | |
CA2574614A1 (en) | Sterile freezing, drying, storing, assaying and filling process (sfd-saf process) (pellet freeze-drying process for parenteral biopharmaceuticals) | |
NL8102239A (nl) | Granulator met wervellaag. | |
CN101730580A (zh) | 用于包衣固体颗粒的流化床设备 | |
NL1011408C2 (nl) | Werkwijze voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal, alsmede inrichting voor het verdampen van vluchtige bestanddelen aanwezig op een poedervormig materiaal. | |
CN113015879A (zh) | 用于散装冷冻干燥***的冷冻干燥室 | |
DK0655597T3 (da) | Fremgangsmåde og apparat til tørring af væskebåret fast materiale | |
US5291935A (en) | Process for the mechanical cleaning of foundry used sand | |
US4428973A (en) | Method for the homogeneous complete encapsulation of individual grains of pourable material and apparatus for its production | |
Idakiev et al. | Study of residence time of disperse materials in continuously operating fluidized bed apparatus | |
US6312521B1 (en) | Apparatus and process for coating particles | |
JP2004508930A5 (nl) | ||
US3385199A (en) | Fluid-solids contact apparatus | |
Li et al. | Investigation on the drying kinetics in a pulsed fluidized bed | |
Turchiuli | Fluidization in food powder production | |
Claflin et al. | The thermal disinfestation of wheat in a spouted bed | |
EP1230007A1 (en) | A fluidized bed apparatus | |
JPH0699057A (ja) | 粒状物質と液体の接触装置 | |
US4425865A (en) | Method for the homogeneous complete encapsulation of individual grains of pourable material and apparatus for its production | |
US11077064B2 (en) | Device and method for granulating, agglomerating, pelletising, drying and/or coating | |
Yu et al. | Study of fluidized-bed spray granulation | |
JP4298032B2 (ja) | 塩化カルシウム水和物の造粒方法および造粒装置 | |
CZ337099A3 (cs) | Separace kapalina/plyn/pevná látka | |
EP1295633A1 (en) | Process for coating particles | |
Ronsse | Modelling heat and mass transfer in fluidised bed coating processes |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030901 |