NL1010470C1 - Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel. - Google Patents

Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel. Download PDF

Info

Publication number
NL1010470C1
NL1010470C1 NL1010470A NL1010470A NL1010470C1 NL 1010470 C1 NL1010470 C1 NL 1010470C1 NL 1010470 A NL1010470 A NL 1010470A NL 1010470 A NL1010470 A NL 1010470A NL 1010470 C1 NL1010470 C1 NL 1010470C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shafts
kart
engaging
differential
output shaft
Prior art date
Application number
NL1010470A
Other languages
English (en)
Inventor
Teunis Karel Van Ee
Original Assignee
Teunis Karel Van Ee
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Teunis Karel Van Ee filed Critical Teunis Karel Van Ee
Priority to NL1010470A priority Critical patent/NL1010470C1/nl
Priority to EP99202819A priority patent/EP1039163A3/de
Priority to EP99203612A priority patent/EP0999382A3/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1010470C1 publication Critical patent/NL1010470C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K9/00Children's cycles
    • B62K9/02Tricycles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K5/00Cycles with handlebars, equipped with three or more main road wheels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H48/00Differential gearings
    • F16H48/06Differential gearings with gears having orbital motion
    • F16H48/10Differential gearings with gears having orbital motion with orbital spur gears
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H48/00Differential gearings
    • F16H48/06Differential gearings with gears having orbital motion
    • F16H48/10Differential gearings with gears having orbital motion with orbital spur gears
    • F16H48/11Differential gearings with gears having orbital motion with orbital spur gears having intermeshing planet gears
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H48/00Differential gearings
    • F16H48/06Differential gearings with gears having orbital motion
    • F16H48/10Differential gearings with gears having orbital motion with orbital spur gears
    • F16H2048/104Differential gearings with gears having orbital motion with orbital spur gears characterised by two ring gears

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Arrangement And Mounting Of Devices That Control Transmission Of Motive Force (AREA)
  • Retarders (AREA)
  • Automatic Cycles, And Cycles In General (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)

Description

Trapauto of skelter en diergelijke met differentieel.
De uitvinding heeft betrekking op trapauto of skelter en dergelijke voorzien van een differentieel.
Het is bekend om auto's en dergelijke voertuigen te voorzien van een differentieel. Er zijn twee gebrui-5 kelijke uitvoeringen. In de oudste variant bevinden zich in een huis twee stellen kegelwielen, die op elkaar ingrijpen. Het ene stel is gekoppeld met de wielassen, en het andere stel is vrij draaibaar. Het huis zelf wordt in rotatie aangedreven door de cardanas van de auto. Wanneer 10 de beide wielen dezelfde snelheid bezitten roteren de vrij draaibare kegelwielen niet en wordt de rotatie van het huis middels de niet-roterende kegelwielen direct doorgegeven aan de wielassen. Bij het nemen van een bocht en dergelijke bezitten de wielen en dus de bijbehorende 15 kegelwielen een verschillende snelheid; het verschil in snelheid wordt opgenomen door rotatie van de vrij draaibare kegelwielen. In een andere variant van het differentieel wordt gebruik gemaakt van een planeetwielstelsel, waarbij de planeetwielen in wezen dezelfde functie vervul -20 len als de vrij draaibare kegelwiel in de eerste variant.
Een nadeel van de bekende typen differentieel is dat zij niet goed bruikbaar zijn voor skelters, aangezien zij tamelijk groot en kostbaar zijn, en daarnaast moeilijk te monteren zijn. Bij skelters en dergelijke wordt daarom 25 tot nu toe slechts één wiel aangedreven.
1 0 1 0470 2
Het is een doel van de uitvinding een skelter of trapauto met een differentieel te verschaffen.
Het is een verder doel van de uitvinding een differentieel voor een skelter en dergelijke te verschaf-5 fen, dat compact en sterk genoeg is.
Het is een ander doel van de uitvinding een differentieel te verschaffen, dat makkelijk in elkaar te zetten is.
Het is nog een ander doel van de uitvinding een 10 differentieel te verschaffen, dat relatief goedkoop te vervaardigen is.
Het is weer en ander doel van de uitvinding een differentieel te verschaffen, dat goed af te sluiten is voor vuil en dergelijke uit de omgeving.
15 Een of meer van deze doelen worden volgens de uitvinding bereikt met een trapauto of skelter en dergelijke, met een differntieel omvattend een stelsel van voor rotatie op elkaar aangrijpende assen die alle parallel met elkaar verlopen, welk stelsel assen roteerbaar is met 20 behulp van een het stelsel assen omhullend orgaan dat daartoe aangrijpt op tenminste één as, waarbij twee uitgaande aandrijfassen van de skelter zijn gekoppeld met het stelsel op elkaar aangrijpende assen, welke uitgaande assen parallel lopen met de op elkaar aangrijpende assen. 25 Het totaal van differentieel en uitgaande assen ligt aldus op één lijn en vormt een compacte totaalconstructie. De uitgaande assen zijn verbonden met de aangedreven wielen van de skelter, gewoonlijk de achterwielen. Doordat de assen parallel verlopen is het niet nodig kegeltandwielen 30 toe te passen, en het parallel verlopen maakt de montage eenvoudiger. Het omhullende orgaan grijpt direct aan op tenminste één as en vereist daardoor niet veel ruimte rond het stelsel assen, zodat het differentieel in de skelter volgens de uitvinding compact kan blijven.
35 Volgens een voorkeursuitvoering omvat het stel sel een even aantal assen en is een eerste uitgaande as gekoppeld met een eerste helft van de op elkaar aangrij- 1 0 1 0470 3 pende assen en is een tweede uitgaande as gekoppeld met een tweede helft van de op elkaar aangrijpende assen. De uitgaande assen zijn aldus wel op elkaar aangesloten, maar zij kunnen ten opzichte van elkaar verdraaien. Wanneer de 5 beide uitgaande assen even snel roteren, wordt het stelsel assen geroteerd met behulp van het omhullende orgaan, en staan de op elkaar aangrijpende assen ten opzichte van elkaar stil. Wanneer de beide uitgaande assen niet even snel roteren, verdraaien de op elkaar aangrijpende assen 10 die gekoppeld zijn met de eerste uitgaande as ten opzichte van de assen die gekoppeld zijn met de tweede uitgaande as.
Bij voorkeur zijn de uitgaande assen hierbij om en om gekoppeld met de op elkaar aangrijpende assen. Op 15 deze manier kunnen de assen in doorsnede een gesloten traject vormen, waarbij iedere as aangrijpt op zijn beide naburige assen.
Volgens een voorkeursuitvoering bezit iedere as bij een einde een verjongd gedeelte, dat afwisselend naar 20 links en naar rechts gericht is. Hierdoor kunnen de niet-verjongde einden gemakkelijk gekoppeld worden met de eerste resp. tweede uitgaande as.
Bij voorkeur grijpt het omhullende orgaan dan aan op een niet-verjongd middengedeelte van tenminste één 25 as. Hierdoor zijn de einden van de assen vrij voor koppeling met de uitgaande assen.
Volgens een andere voorkeursuitvoering steekt de eerste helft van de op elkaar aangrijpende assen met een einde aan een eerste zijde van het het stelsel assen 30 omhullende orgaan uit, en steekt de tweede helft van de op elkaar aangrijpende assen met een einde aan een tweede zijde van het omhullende orgaan uit. Hierdoor kan de eerste helft van de op elkaar aangrijpende assen gekoppeld worden met de eerste uitgaande as, en de tweede helft van 35 de op elkaar aangrijpende assen gekoppeld worden met de tweede uitgaande as.
Bij voorkeur is hierbij het omhullende orgaan 1 0 1 04 7 0 4 bij iedere as voorzien van tegenhoudmiddelen voor de as aan de zijde waar de as niet uitsteekt. Door de tegenhoudmiddelen kan de tegengehouden as niet in contact komen met de uitgaande as waarmee hij niet gekoppeld moet worden.
5 Volgens een voorkeursuitvoering is iedere uit gaande as verbonden met een holle bus, die met zijn binnenzijde voor rotatie aangrijpt op een of meer niet-ver-jongde einden van de op elkaar aangrijpende assen. De rotatie van het stelsel assen wordt hierdoor overgedragen 10 op de beide holle bussen en daarmee op de uitgaande assen, terwijl de holle bussen en daarmee de uitgaande assen wel ten opzichte van elkaar kunnen roteren.
Volgens een andere uitvoering steekt iedere uitgaande as met een einde tussen een der helften van de 15 aangrijpende assen en grijpt dit einde voor rotatie aan op een of meer niet-verjongde of uitstekende einden van de op elkaar aangrijpende assen.
Bij voorkeur zijn de hartlijnen van de op elkaar aangrijpende assen op een cirkel gelegen. Hierdoor is het 20 differentieel gemakkelijk te vervaardigen en te monteren.
Volgens een voorkeursuitvoering zijn de op elkaar aangrijpende assen voorzien van een langsvertan-ding. Hierdoor grijpen de assen zonder slip op elkaar aan.
Bij voorkeur is de holle bus aan iedere uitgaan-25 de as hierbij voorzien van binnenvertanding. Het stelsel van langsvertanding voorziene assen is hierdoor zonder slip gekoppeld met de beide holle bussen, en bij een verschillende rotatiesnelheid van de beide uitgaande assen draaien de van langsvertanding voorziene assen in de holle 30 bussen en ten opzichte van elkaar.
Volgens een andere uitvoering is in plaats van de holle bus met binnenvertanding het einde van de uitgaande as voorzien van een langsvertanding. Deze vertan-ding is makkelijker aan te brengen, maar het materiaal 35 moet sterker zijn omdat minder tanden in ingrijping zijn.
Volgens een eerste voorkeursuitvoering is het omhullende orgaan in hoofdzaak ringvormig en bezit het een 1 0 1 047 0 5 bij voorkeur gladde binnencontour, die in hoofdzaak aansluit bij de omhullende van de al dan niet van een vertan-ding voorziene op elkaar aangrijpende assen. Hierdoor wordt het aandrijvende moment van het omhullende ringvor-5 mige orgaan over alle assen verdeeld overgedragen. Bij gebruik van getande assen is de afschuifspanning van de tanden ook bij een kleine diameter van de assen dan niet te groot. Tevens vinden de ronddraaiende getande assen een goede geleiding om vrij rond te draaien ten opzichte van 10 het omhullende orgaan wanneer de rotatiesnelheid van de uitgaande assen verschillend is.
Bij voorkeur bestaat het stelsel op elkaar aangrijpende assen uit zes assen en grijpt iedere as op twee andere assen aan, waardoor een goede krachtsover-15 dracht van het omhullende orgaan op het stelsel assen plaatsvindt, en iedere uitgaande as door drie assen van het stelsel aangedreven wordt, hetgeen een goede opsluiting van de holle bus of het omsloten einde van de uit gaande as verschaft, terwijl het differentieel zo compact 20 mogelijk gehouden wordt. Bij voorkeur zijn de assen voorzien van een langsvertanding en bezit iedere as een aantal tanden, dat deelbaar is door zes. Hiermee wordt een goede overbrengingsverhouding tussen het aantal tanden op de assen en het aantal tanden in de holle bus verkregen.
25 Bij voorkeur bezit iedere as twaalf tanden en bezit de holle bus met binnenvertanding zesendertig tanden.
Volgens een tweede voorkeursuitvoering is het omhullende orgaan in hoofdzaak massief en voorzien van 30 tenminste één sleuf voor het opnemen van tenminste twee op elkaar aangrijpende assen, waarbij de contour van de sleuf in hoofdzaak aansluit bij de omhullende van de al dan niet van een vertanding voorziene tenminste twee assen. De sleuf zorgt er voor dat de assen steeds parallel aan 35 elkaar en aan de uitgaande assen lopen. Een lagering van de assen is hierdoor niet noodzakelijk.
Bij voorkeur is het omhullende orgaan voorzien 1 0 1 0470 6 van twee sleuven en bevat iedere sleuf twee assen. Hierdoor is een symmetrische belasting van het omhullende orgaan en van de uitgaande assen mogelijk.
Volgens een voorkeursuitvoering is dit omhullen-5 de orgaan gedeeld om de twee sleuven met assen ten opzichte van elkaar te kunnen verstellen. Na slijtage van de assen of de vertanding daarvan zijn de assen dan opnieuw in te stellen.
Bij voorkeur zijn de uiteinden van de op elkaar 10 aangrijpende assen gelagerd in een lagerplaat. Hierdoor blijven de assen tijdens gebruik goed parallel met elkaar en zullen zij niet vastlopen. Dit is vooral van belang voor de bovenbedoelde eerste voorkeursuitvoering.
Bij voorkeur zijn de uitgaande assen gelagerd in 15 lagers, waarvan de buitendiameter gelijk is aan de buitendiameter van het omhullende orgaan, en zijn de lagers en het omhullende orgaan opgenomen in een buis. Hierdoor is het differentieel gemakkelijk in elkaar te zetten en goed beschermd tegen vuil en dergelijke van buitenaf.
2 0 Bij voorkeur is hierbij een kettingwiel om de buis bevestigd, zodat de kettingaandrijving van de skelter direkt overgebracht wordt op het differentieel.
Bij voorkeur is het differentieel symmetrisch ten opzichte van een dwarsdoorsnede door het stelsel op 25 elkaar aangrijpende assen, waardoor het differentieel zo eenvoudig mogelijk blijft.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de toegevoegde tekeningen.
30 Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een differentieel volgens de uitvinding, zonder omhullend orgaan, in perspectivisch aanzicht.
Figuur 2 toont het differentieel volgens figuur 1 in uiteengenomen toestand.
35 Figuur 3 toont het omhullende orgaan voor het differentieel van figuur 1 in perspectivisch aanzicht.
Figuur 4 toont het differentieel volgens figuur 1 01 047 0 7 1 in zijaanzicht, opgenomen in een buis met kettingwiel in doorsnede.
Figuur 5 toont een doorsnede van het differentieel uit figuur 4.
5 Figuur 6 toont een detail van figuur 54 op grotere schaal.
Figuur 7 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een differentieel volgens de uitvinding, zonder omhullend orgaan, in uiteengenomen toestand in perspectivisch 10 aanzicht.
Figuur 8 toont het omhullende orgaan voor het differentieel van figuur 7 in perspectivisch aanzicht.
De figuren 9, 9A en 9B tonen het omhullende orgaan van figuur 8 in vooraanzicht en twee dwarsdoorsne-15 den.
Figuur 10 toont een trapauto waarin aangegeven de plaats van het differentieel volgens een der voorgaande figuren.
De figuren 1 en 2 tonen een eerste uitvoe-20 ringsvorm van een differentieel 1 - zonder een omhullende ring - in respectievelijk de in elkaar gezette en de uiteen genomen toestand. Het differentieel 1 bestaat uit zes assen 10 die over een groot gedeelte van hun lengte voorzien zijn van langstanden 11 en die bij een einde een 25 verjongd tandloos gedeelte 12 bezetten. De beide uiteinden van de assen 10 bezitten een kleinere diameter om opgenomen te worden in lagerplaten 14, waarin de assen 10 kunnen draaien. De verjongde gedeelten 12 van de assen 10 zijn afwisselend naar de ene en naar de andere lagerplaat 14 30 gericht.
De lagerplaten 14 en de einden van de assen 10 zijn opgenomen in bussen 15, die een binnenvertanding 16 bezitten. In deze bussen 15 zijn de assen 10 zover opgenomen, dat wanneer het verjongde einde 12 van een as 10 3 5 in een bus 15 steekt, het van langsvertanding voorziene gedeelte van diezelfde as niet in aangrijping komt met de binnenvertanding 16 van die bus. Aldus komt de binnenver- 1 0 1 04 7 0 8 tanding 16 van een bus 15 steeds om en om wel en niet in ingrijping met de langsvertanding van de in die bus stekende assen 10.
Figuur 3 toont de omhullende ring 20 die om de 5 zes in elkaar grijpende getande assen 10 aangebracht wordt. De binnenzijde van de omhullende ring 20 is voorzien van zes in lengterichting lopende uitsparingen 20a, 20b, 20c, ... In iedere uitsparing past precies een van de assen 10, waarbij de langstanden 11 raken aan de binnen-10 zijde van de ring, en daar vrij langs kunnen draaien. De ring 2 0 omhult aldus de omhullende van de zes getande assen 10 en grijpt aan op de assen 10, maar is niet in ingrijping met de getande assen 10: deze kunnen nog vrij draaien binnen de omhullende ring 20.
15 In figuur 4 is het bovenstaande schematisch weergegeven. Het differentieel 1 is in zijaanzicht weergegeven, waarbij ook de omhullende ring 20 in zijaanzicht zichtbaar is. Tussen de bussen 15 en de omhullende ring 20 is te zien dat om en om een getand gedeelte en een ver- 2 0 jongd gedeelte van de assen 10 in een van de bussen 15 steekt.
In figuur 4 is ook te zien dat de bussen 15 door bijvoorbeeld lassen verbonden zijn met uitgaande assen 21, die gelagerd zijn in lagers 22a, 22b. De lagers 22 worden 25 met behulp van afstandsbussen 23 en vulringen 27 op hun plaats gehouden. Het geheel is opgenomen in een buis 24, zodanig dat de bussen 15 en de uitgaande assen 21 vrij draaibaar zijn in de buis 24, maar de omhullende ring 20 en de lagers 22 met de af standsbussen 23 en vulringen 27 30 meedraaien met de buis 24. Om de buis 24 is een ketting-wiel 25 door bijvoorbeeld lassen aan de buis 24 bevestigd. Om het kettingwiel 25 wordt een ketting (niet getoond) aangebracht, die op gebruikelijke wijze aangedreven wordt.
Figuur 5 toont het differentieel volgens de 35 doorsnede IV-IV uit figuur 4. Zichtbaar is het kettingwiel 25 om de buis 24, waarin zes van langsvertanding voorziene assen 10 zijn aangebracht, die omhuld worden door de 1010470 9 omhullende ring 20 met uitsparingen 20a, 20b. . . De zes assen grijpen met hun vertanding in elkaar, en drie van hen bezitten ter plaatse van de doorsnede een verjongd gedeelte 12, zodat de holle bus 15 aan deze zijde van de 5 omhullende ring 20 niet aan zal grijpen op deze drie assen.
Figuur 6 toont een gedeelte van het differentieel volgens figuur 5 op grotere schaal. In deze figuur is duidelijk zichtbaar dat de omhullende ring 20 een 10 gladde binnencontour met uitsparingen bezit, die nauw aansluit op de buitencontour van de van langsvertanding voorziene assen 10. Een rotatie van de ring 20 wordt hiermee doorgegeven aan de zes vertande assen 10 tezamen, waardoor de assen 10 als één geheel kunnen draaien. Tege-15 lijkertijd kunnen de assen 10 ieder om hun eigen hartlijn verdraaien binnen de ring 20.
De werking van het eerste uitvoeringsvoorbeeld van het differentieel 1 volgens de uitvinding zal hierna worden uitgelegd.
20 Het differentieel 1 is gewoonlijk aangebracht tussen de achterwielen van de skelter. De achterwielen zijn bevestigd aan de uitgaande assen 21. Wanneer de skelter op een normale ondergrond rechtuit bewogen wordt, zullen de wielen en daarmede de uitgaande assen 21 25 dezelfde omtreksnelheid bezitten. De drie assen 10 die ingrijpen in de bus 15 aan de ene uitgaande as 21 zullen derhalve niet roteren ten opzichte van de andere drie assen 10 die ingrijpen in de andere bus 15 aan de andere uitgaande as 21. Wanneer de skelter door trappen 30 voortbewogen wordt, zal de aandrijfkracht van de ketting overgedragen worden op het kettingwiel 25 en vervolgens overgedragen worden op de buis 24, waarmee ook de omhullende ring 20 in rotatie aangedreven wordt. De omhullende ring 20 grijpt aan op het stelsel van zes assen 10, dat 35 als één geheel geroteerd wordt en daarmede via de bussen 15 de beide uitgaande assen 21 en dus de wielen aandrijft.
Wanneer de skelter bijvoorbeeld een bocht moet 1010470 10 maken moet het buitenste wiel een grotere omtreksnelheid bezitten dan het binnenste wiel, zodat de ene uitgaande as een grotere omtreksnelheid moet bezitten dan de andere uitgaande as. Dit betekent dat de bussen 15 ten opzichte 5 van elkaar moeten verdraaien, en door dit verdraaien moeten de drie assen die ingrijpen in de ene bus verdraaien ten opzichte van de drie assen die ingrijpen in de andere bus 15. Hierbij moeten de zes assen ten opzichte van elkaar verdraaien, hetgeen mogelijk is doordat de 10 gladde binnencontour van de ring 20 deze verdraaiing mogelijk maakt.
Wanneer het kettingwiel 25 tegelijkertijd aangedreven wordt, wordt het aandri j fmoment door de ring 20 tegelijkertijd overgedragen op het in elkaar grijpende 15 stelsel van zes assen 10.
De uitvinding verschaft hiermee een differentieel dat dezelfde werking bezit als de bekende differentiëlen, maar dat eenvoudig te vervaardigen en te monteren is en dat zeer compact gebouwd kan worden. Het differen-20 tieel volgens de uitvinding heeft een diameter die nauwelijks groter is dan die van een normale achteras. De in elkaar grijpende vertande assen 10 van het stelsel verschaffen een zeer rustige loop, en de slijtage van de vertanding en de rest van het differentieel is ook na 25 langdurig gebruik gering. De holle bussen 15 met binnen-vertanding 16 verschaffen een goede opsluiting voor de vertande assen 10, ook wanneer de lagerplaten 14 weggelaten worden. De montage van het differentieel in de buis 24 geeft een goede bescherming tegen invloeden van buitenaf, 30 zoals vuil.
Figuur 7 toont een tweede uitvoeringsvorm van een differentieel 1' in uiteengenomen toestand, zonder een omhullende bus. Het differentieel bestaat uit twee paren van twee assen 10', in figuur 7 twee bovenste assen die in 35 elkaar grijpen en twee onderste assen die in elkaar grijpen middels langstanden 11'. Bij deze uitvoeringsvorm van het differentieel 1' zijn de assen over hun volledige 1 0 1 04 7 0 11 lengte voorzien van een langsvertanding.
De bussen 15 zijn overeenkomstig die van de eerste uitvoeringsvorm, waarbij van ieder paar assen 10' één as in de ene bus 15 en de andere as in bus 15 steekt.
5 De uitstekende gedeelten van de assen 10' die in een bus 15 steken liggen diagonaal ten opzichte van elkaar.
Figuur 8 toont de omhullende bus 30 die om de twee paren assen 10' aangebracht wordt. De omhullende bus bestaat uit twee identieke helften 30a, 30b. In iedere 10 helft is een sleuf 31 voor een paar in elkaar grijpende assen 10' aangebracht. De sleuf bezit een gladde binnencontour, die nauw aansluit bij de omhullende van het paar in elkaar grijpende getande assen 10', zodanig dat de assen 10' nog ten opzichte van elkaar en in de sleuf 31 15 kunnen roteren.
In iedere sleuf 31 zijn twee af sluitplaten 32, 33 aanwezig, die aan weerszijden van iedere helft 30a, 30b zijn aangebracht, waarbij de ene aan het ene en de andere aan het andere einde van het sleufvlak aangebracht is. Dit 2 0 is goed te zien in figuur 8, waarbij beide af sluitplaten 32, 33 in de helft 30b getekend zijn, af sluitplaat 32 aan de voorzijde en afsluitplaat 33 aan de achterzijde.
Figuur 9 toont de omhullende bus 30 in vooraanzicht. De voorste afsluitplaten 32 zijn gedeeltelijk 25 gestippeld weergegeven, omdat zij in het voorvlak van de bus 30 liggen. De af sluitplaten 33 liggen bij het achter-vlak van de bus 30.
De figuren 9A en 9B tonen de omhullende bus in respectievelijk een verticale doorsnede A-A en een hori-30 zontale doorsnede B-B van figuur 9.
In de buitenzijde van de omhullende bus 30 zijn twee groeven 35 aangebracht. Met behulp van spieen kan de bus dan vastgezet worden in de buis 24, zie figuur 4.
De werking van het differentieel 1' volgens de 35 uitvinding is soortgelijk aan die van differentieel 1.
In plaats van zes assen 10 worden nu vier assen 10' gebruikt. Van de zes assen 10 van het differentieel 1 1 0 1 047 0 12 zijn er als het ware twee weggelaten. De overgebleven assen 10' steken symmetrisch in de bussen 15. Doordat de overgebleven assen 10' paarsgewijs opgesloten zijn in de omhullende bus 30, worden zij op uitstekende wijze op hun 5 plaats gehouden, parallel aan de uitgaande assen, zodat het niet strikt noodzakelijk is de assen 10' te lageren in lagerplaten.
De af sluitplaten 32, 33 zijn aangebracht om te garanderen dat de assen 10' niet in lengterichting kunnen 10 verschuiven, zodat zij niet per ongeluk in de verkeerde bus 15 terecht komen. Hierdoor zou het differentieel 1' blokkeren.
Het differentieel 1' functioneert in de skelter op dezelfde wijze als het differentieel 1.
15 De omhullende bus 30 bestaat uit twee helften 30a, 30b, opdat de twee paren assen 10' in te stellen zijn ten opzichte van bijvoorbeeld de bussen 15.
De omhullende ring 2 0 en de omhullende bus 3 0 kunnen van staal of van kunststof vervaardigd worden.
20 Andere uitvoeringsvormen van het differentieel zijn mogelijk. Zo is het bij de eerste uitvoeringsvorm mogelijk meer of minder assen 10 te gebruiken, en zal de binnencontour van de omhullende ring 20 hieraan aangepast moeten worden. Bij de tweede uitvoeringsvorm is het moge- 25 lijk in plaats van twee paar assen 10', bijvoorbeeld drie of vier paren assen te gebruiken, waarbij in de omhullende bus een overeenkomstig aantal sleuven aanwezig moet zijn. Per sleuf kunnen in plaats van twee assen 10' bijvoorbeeld ook drie of vier assen 10' geplaatst worden, waarbij de 30 sleuven zodanig gevormd moeten zijn dat de assen goed ingrijpen in de bussen.
Volgens een andere uitvoeringsvorm (niet getoond) worden in plaats van de bussen 15 de uitgaande assen 21 zelf aan hun einden van langsvertanding voorzien, 35 zodat zij tussen de getande assen 10 of 10' gestoken kunnen worden om daarop in te grijpen.
In plaats van het gebruik van een omhullende 1 0 1 047 0 13 ring of bus is het ook mogelijk de assen 10 of 10' aan beide zijden te lageren in een legerplaat, en de lagerpla-ten te verbinden met de buis 24. Met behulp van de uitgaande assen waarvan de einden gekoppeld zijn aan de assen 5 10 of 10', wordt dan een differentieelwerking verkregen (deze uitvoering is niet getoond).
In alle bovenstaande gevallen verdient het aanbeveling om, bij gebruik van zes op een cirkel liggende in elkaar grijpende assen 10, zoals getoond in figuur 10 5, het aantal tanden per as een veelvoud van zes te kie zen, dus bijvoorbeeld twaalf tanden per as, opdat een soepele loop van de assen in elkaar en in de bussen 15 verkregen wordt. Het aantal tanden in de bus 15 moet dan eveneens een veelvoud van zes bedragen.
15 In figuur 10 is weergegeven de - motorloze - trapauto of skelter 101 volgens de uitvinding, die een chassis met hoofdbalk 102 omvat, een daarop bevestigde stoel 103, met een achterbalk 104 en achterwielen 105, die bevestigd zijn op de uiteinden van achter- of aandrijfas-20 sen 107 om daardoor aangedreven te worden. De aandrijfassen 107 zelf worden via het in het voorgaande besproken differentieel 1 aangedreven met behulp van een daarop vast aangebracht tandwiel 125, dat aangegrepen wordt door een ketting 111, die via tandwiel vormig voorblad 109 en een 25 vrijloopkoppeling 100 aangedreven kan worden met behulp van trapas 130 en daarop gemonteerde trappers 110.
Vooraan is de trapauto 101 voorzien van voorwielen 106, die vrij roteerbaar aangebracht zijn op de einden van een voorbalk 112 van het chassis en aan de fusee-30 einden van een spoorstang 108 die heen en weer bewogen kan worden met behulp van stuurstang en stuurwiel.
De uitvinding is niet beperkt tot de boven omschreven uitvoeringsvoorbeelden; de beschermingsomvang wordt bepaald door de hierna volgende conclusies.
1 0 1 047 0

Claims (33)

1. Trapauto of skelter en dergelijke met een differentieel, omvattend een stelsel van voor rotatie op elkaar aangrijpende assen die alle parallel met elkaar verlopen, welk stelsel assen roteerbaar is met behulp van 5 een het stelsel assen omhullend orgaan dat daartoe aangrijpt op tenminste één as, waarbij twee uitgaande aandrijfassen van de skelter gekoppeld zijn met het stelsel op elkaar aangrijpende assen, welke uitgaande assen parallel lopen met de op elkaar aangrijpende assen.
2. Skelter volgens conclusie 1, waarbij het stelsel een even aantal assen omvat en een eerste uitgaande as gekoppeld is met een eerste helft van de op elkaar aangrijpende assen en een tweede uitgaande as gekoppeld is met een tweede helft van de op elkaar aangrijpende assen.
3. Skelter volgens conclusie 2, waarbij de uitgaande assen om en om gekoppeld zijn met de op elkaar aangrijpende assen.
4. Skelter volgens conclusie 2 of 3, waarbij iedere as bij een einde een verjongd gedeelte bezit, dat 20 afwisselend naar links en naar rechts gericht is.
5. Skelter volgens conclusie 4, waarbij het omhullende orgaan aangrijpt op een niet-verjongd middengedeelte van tenminste één as.
6. Skelter volgens conclusie 2 of 3, waarbij de 25 eerste helft van de op elkaar aangrijpende assen met een einde aan een eerste zijde van het het stelsel assen omhullende orgaan uitsteekt, en de tweede helft van de op elkaar aangrijpende assen met een einde aan een tweede zijde van het omhullende orgaan uitsteekt.
7. Skelter volgens conclusie 6, waarbij het omhullende orgaan bij iedere as voorzien is van tegen- 1 0 1 04 7 0 houdmiddelen voor de as aan de zijde waar de as niet uitsteekt.
8. Skelter volgens conclusie 4, 5, 6 of 7, waarbij iedere uitgaande as verbonden is met een holle 5 bus, die met zijn binnenzijde voor rotatie aangrijpt op een of meer niet-verjongde of uitstekende einden van de op elkaar aangrijpende assen.
9. Skelter volgens conclusie 4, 5, 6 of 7, waarbij iedere uitgaande as met een einde tussen een der 10 helften van de aangrijpende assen steekt en voor rotatie aangrijpt op een of meer niet-verjongde of uitstekende einden van de op elkaar aangrijpende assen.
10. Skelter volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de hartlijnen van de op elkaar aangrijpende 15 assen op een cirkel gelegen zijn.
11. Skelter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de op elkaar aangrijpende assen voorzien zijn van langsvertanding.
12. Skelter volgens conclusie 11 in combinatie 2. met conclusie 8, waarbij de holle bus voorzien is van binnenvertanding.
13. Skelter volgens conclusie 11 in combinatie met conclusie 9, waarbij het einde van de uitgaande as voorzien is van langsvertanding.
14. Skelter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het omhullende orgaan in hoofdzaak ringvor mig is en een bij voorkeur gladde binnencontour bezit, die in hoofdzaak aansluit bij de omhullende van de al dan niet van een vertanding voorziene op elkaar aangrijpende assen.
15. Skelter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het stelsel op elkaar aangrijpende assen uit zes assen bestaat en iedere as op twee andere assen aangrijpt.
16. Skelter volgens conclusie 15, waarbij de 35 assen voorzien zijn van een langsvertanding en iedere as een aantal tanden bezit, dat deelbaar is door zes.
17. Skelter volgens conclusie 16, waarbij iedere 1010470 as twaalf tanden bezit en de holle bus met binnenvertan-ding zesendertig tanden bezit.
18. Skelter volgens een der conclusies 1-13, waarbij het omhullende orgaan in hoofdzaak massief is en 5 voorzien is van tenminste één sleuf voor het opnemen van tenminste twee op elkaar aangrijpende assen, waarbij de contour van de sleuf in hoofdzaak aansluit bij de omhullende van de al dan niet van een vertanding voorziene tenminste twee assen.
19. Skelter volgens conclusie 18, waarbij het omhullende orgaan voorzien is van twee sleuven en iedere sleuf twee assen bevat.
20. Skelter volgens conclusie 19, waarbij het omhullende orgaan gedeeld is om de twee sleuven met assen 15 ten opzichte van elkaar te kunnen verstellen.
21. Skelter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uiteinden van de op elkaar aangrijpende assen gelagerd zijn in een lagerplaat.
22. Skelter volgens een der voorgaande conclu-20 sies, waarbij de uitgaande assen gelagerd zijn in lagers, waarvan de buitendiameter gelijk is aan de buitendiameter van het omhullende orgaan, en de lagers en het omhullende orgaan opgenomen zijn in een buis.
23. Skelter volgens conclusie 22, waarbij een 25 kettingwiel om de buis bevestigd is.
24. Skelter of trapauto met een differentieel omvattend een stelsel van op elkaar aangrijpende assen die alle parallel met elkaar verlopen, en twee uitgaande assen van de skelter die parallel lopen met de op elkaar 30 aangrijpende assen, waarbij één uitgaande as gekoppeld is met een helft van de op elkaar aangrijpende assen en de andere uitgaande as gekoppeld is met een andere helft van de op elkaar aangrijpende assen.
25. Skelter of trapauto met een differentieel, 35 omvattend een stelsel van op elkaar aangrijpende assen die alle parallel met elkaar verlopen, waarbij iedere as aangrijpt op één of twee andere assen. 1 0 1 04 7 n
26. Skelter of trapauto met een differentieel, omvattend een stelsel van op elkaar aangrijpende assen met een even aantal assen, die parallel met elkaar verlopen, waarbij de parallel met elkaar verlopende assen om en om 5 gekoppeld zijn met een eerste en een tweede uitgaande as.
27. Skelter of trapauto met een differentieel met een stelsel parallel lopende assen, die over een deel van hun lengte op elkaar aangrijpen, waarbij een omhullend orgaan op dat deel van de assen aangrijpt op het stelsel, 10 waarbij een gedeelte van de assen met een resterend deel van hun lengte gekoppeld is met een eerste uitgaande as en een ander gedeelte van de assen met een resterend deel van hun lengte gekoppeld is met een tweede uitgaande as.
28. Skelter of trapauto met een differentieel, 15 omvattend een stelsel parallel lopende, voor rotatie op elkaar aangrijpende assen, twee uitgaande assen die gekoppeld zijn met het stelsel assen, een omhullend orgaan dat aangrijpt op het stelsel assen, en een buis waarin de assen en het omhullende orgaan opgenomen zijn en waarop 20 een ketingwiel bevestigd is, waarbij de draaiingsassen van alle assen, het omhullende orgaan en de buis met het kettingwiel parallel met elkaar verlopen.
29. Skelter of trapauto met een differentieel, omvattend een stelsel van een even aantal op elkaar in- 25 grijpende tandwielen die alle parallel met elkaar verlopen, welk stelsel roteerbaar is met behulp van een het stelsel assen omhullend orgaan dat aangrijpt op tenminste één tandwiel, waarbij een eerste helft van de tandwielen om en om gekoppeld is met een eerste uitgaande as en de 30 tweede helft van het aantal tandwielen om en om gekoppeld is met een tweede uitgaande as.
30. Skelter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het differentieel symmetrisch is ten opzichte van een dwarsdoorsnede door het stelsel op elkaar 35 aangrijpende assen.
31. Skelter, omvattend een of meer kenmerkende maatregelen zoals weergegeven in de figuren. 1 0 1 04 7 0
32. Skelter, omvattend een of meer kenmerkende maatregelen zoals omschreven in de beschrijving.
33. Differentieel kennelijk geschikt en bestemd voor een trapauto of skelter volgens een der voorgaande conclusies. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1 0 1 04 7 0
NL1010470A 1998-11-04 1998-11-04 Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel. NL1010470C1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010470A NL1010470C1 (nl) 1998-11-04 1998-11-04 Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel.
EP99202819A EP1039163A3 (de) 1998-11-04 1999-08-30 Tretauto mit Freilaufkupplung
EP99203612A EP0999382A3 (de) 1998-11-04 1999-11-04 Differentialgetriebe für ein Tretauto oder Go-Kart und dergleichen mehr

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010470 1998-11-04
NL1010470A NL1010470C1 (nl) 1998-11-04 1998-11-04 Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010470C1 true NL1010470C1 (nl) 2000-05-18

Family

ID=19768081

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010470A NL1010470C1 (nl) 1998-11-04 1998-11-04 Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel.

Country Status (2)

Country Link
EP (2) EP1039163A3 (nl)
NL (1) NL1010470C1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1347193A1 (de) * 2002-03-21 2003-09-24 Teunis Karel Van Ee Tretauto mit Freilaufkupplung
JP7314548B2 (ja) * 2018-11-29 2023-07-26 株式会社ジェイテクト 車両用差動装置

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR364767A (fr) * 1906-03-30 1906-08-28 Daimler Motoren Système de différentiel pour l'essieu moteur des véhicules automobiles
US2125763A (en) * 1937-01-25 1938-08-02 Gardner Tool And Stamping Comp Coasting and driving hub
US3292456A (en) * 1964-04-30 1966-12-20 Illinois Tool Works Spin limiting differential
US3375736A (en) * 1966-09-15 1968-04-02 Illinois Tool Works Differential mechanism
US3768336A (en) * 1971-06-29 1973-10-30 Illinois Tool Works Differential
US3915267A (en) * 1973-08-02 1975-10-28 Dana Corp Differential and braking assembly
US3919899A (en) * 1973-12-05 1975-11-18 Parker Bruce H Jun Self aligning planetary gear differential
DE2823861A1 (de) * 1977-06-10 1979-02-15 Wilfried Von Dipl Phys Ammon Freilaufkupplung
JPS5997346A (ja) * 1982-11-24 1984-06-05 Komatsu Ltd 車両のデイフアレンシヤル装置
NL1005378C2 (nl) * 1997-02-26 1998-09-07 Teunis Karel Van Ee Trapauto met vrijloopkoppeling.

Also Published As

Publication number Publication date
EP1039163A3 (de) 2000-11-22
EP1039163A2 (de) 2000-09-27
EP0999382A3 (de) 2000-12-06
EP0999382A2 (de) 2000-05-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7306537B2 (en) Differential gearing for vehicle
EP1000793A2 (en) Driving apparatus for vehicles
EP0094870A1 (fr) Ensemble de boîte-transfert à différentiel inter-ponts pour véhicule à quatre roues motrices
JPH0637141B2 (ja) 二輪・四輪駆動切換装置
FR2509672A1 (fr) Ensemble boite de vitesse essieu avant combine pour systeme d'entrainement d'un vehicule a quatre roues motrices
NL1010470C1 (nl) Trapauto of skelter en dergelijke met differentieel.
FR2678558A1 (fr) Systeme de transmission pour un vehicule automobile a quatre roues motrices.
KR20090075743A (ko) 궤도 차량용 조향 장치
JPH09222138A (ja) 少なくとも1つのビスカス継手と摩擦継手とを有する継手ユニット
JPH07317878A (ja) デファレンシャル装置
JP2599271B2 (ja) 差動制限装置
CN210290636U (zh) 玩具车差速传动组件
FR2635837A1 (nl)
EP0363257A1 (fr) Ensemble de transformation d'un véhicule à deux roues motrices en véhicule à quatre roues motrices
US6017287A (en) Geared cam locking differential
EP0119875B1 (fr) Ensemble de propulsion pour véhicule automobile à deux essieux moteurs
DE4204642C1 (en) Drive arrangement for motor vehicle with drive shaft - has twin wheels, one wheel to be coupled via viscous coupling to constantly driven wheel
FR2706369A1 (fr) Suspension de roue du type à bras tiré pour véhicule automobile.
JP3866339B2 (ja) 車両用平行軸型差動装置
JP3101239B2 (ja) デファレンシャル装置
JPS61261127A (ja) トラクタ−の油圧駆動ミツシヨン装置
WO2023198803A1 (fr) Dispositif d'entraînement différentiel
JPH0343050Y2 (nl)
JP4116736B2 (ja) 管理機
FR3134868A1 (fr) Dispositif d’entraînement différentiel

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20041104