NL1009895C1 - Inrichting voor het reinigen en ontsmetten van koeklauwen. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET REINIGEN EN ONTSMETTEN VAN KOEKLAUWEN.

De uitvinding betreft een inrichting voor het automatisch reinigen en ontsmetten van koeklauwen.

5 Koeien die in de loopstal gehuisvest zijn waarbij de klauwen veel met gier en mest in aanraking komen krijgen ïn steeds toenemende mate te kampen met klauw problemen.

Deze aandoeningen zoals stinkpoot, Mortellaro en daar uit voortkomende zoolzweren die voor het overgrote deel alleen aan de achterpoten voorkomen hebben een grote ongunstige invloed op de melk- en vleesproductie van de koe. Om deze aandoeningen 10 te behandelen en om verdere besmetting te voorkomen plaatst men, in een doorloop in de stal een zo genaamde ontsmettingsbak. Deze grote ondiepe bak waar de koeien doorheen lopen is gevuld met een ontsmettingsmiddel. De nadelen van deze bakken zijn dat de klauwen van de koeien slechts korte tijd in aanraking komen met het ontsmettingsmiddel en omdat klauwen niet gereinigd worden er veel mest en vuil op 15 de klauwen achter blijft. Op deze plaatsen wordt de klauw in het geheel niet door het ontsmettingsmiddel bereikt. Daarnaast vervuilt de bak met ontsmettingsmiddel snel met mest en gier zodat de werking van het ontsmettingsmiddel spoedig verloren gaat.

Naast deze ontsmettingsbakken wordt er ook gebruik gemaakt van ontsmettingsmatten, dit zijn grote matten van vocht absorberend materiaal die gevuld worden met een 20 oplossing van water en een ontsmettingsmiddel. Als het dier hier overheen loopt komt de vloeistof in kontakt met de klauw van het dier. De werking van deze mat is nagenoeg hetzelfde als die van de ontsmettingsbak en heeft ook dezelfde nadelen. Jarenlang onderzoek naar onschadelijke middelen die minder gevoelig zijn voor vervuiling van gier en mest zijn en zo met succes in ontsmettingsbakken toegepast 25 konden worden, hebben geen resultaat gehad. Voor een goede werking is het nodig de klauwen goed te reinigen en ontsmetten met een oplossing van ontsmettingsmiddel en schoon water, tevens dient de inrichting op een eenvoudige manier zelfreinigend te zijn. Dit omdat er de vervuiling niet alleen door insleep via de poten plaats vindt, maar ook omdat het dier soms in de inrichting mest.

30 Het is het doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen die boven genoemde nadelen niet heeft en aan het gewenste doel voldoet.

1009895 2

Voor de hand liggend is om de dieren in de melkstal of bij het betreden of verlaten van de melkstal te behandelen. Experimenten met spuit- en borstelinrichtingen bij het betreden of het verlaten van de melkstal zijn bekend maar leiden niet tot het verwachtte resultaat. De dieren komen twee maal per dag in de melkstal, een nadeel daarbij is 5 echter dat daar de tijd ontbreekt om dieren wat langer te behandelen. Melken dient zo snel mogelijk te gebeuren en het behandelen van de klauwen zou daar verandering in brengen. Ook een op het individuele dier toegesneden behandeling is daarbij niet mogelijk.

Een oplossing voor dit probleem wordt verkregen door niet de melkstal waar het dier 10 naar toe wordt gedreven maar daarvoor een plaats in de stal te kiezen waar het dier naar toe gelokt wordt. De krachtvoer verstrekkende automaat is zo’n plaats waar het dier naar toe gelokt wordt en waar het dier enige tijd verblijft, zodat daar voldoende tijd is om het dier te behandelen. Ook is deze plaats de gehele dag voor de dieren te bereiken en is het mogelijk om ieder dier afzonderlijk op de juiste manier te 15 behandelen. Er is dan een systeem van koe herkenning beschikbaar. Om zo efficiënt mogelijk met water, ontsmettingsmiddel en medicijnen om te springen is het noodzakelijk ieder dier afzonderlijk, afhankelijk van de aard en de ernst van de besmetting, op de voor haar juiste wijze te behandelen. Soms alleen reinigen, of i reinigen en ontsmetten, of reinigen, ontsmetten en medicineren. Waarbij niet alleen 20 het voor het dier juiste programma afgewerkt wordt, maar ook het aantal malen per tijdseenheid kan verschillend zijn b.v. alle keren dat het dier de voeder automaat = bezoekt, een maal per dag, of een maal per week.

Dit is mogelijk omdat de krachtvoer automaten met een koeherkenning systeem zijn uitgerust. Deze systemen herkennen de koe en verstrekken het dier de juiste 25 hoeveelheid van verschillende voersoorten in meerdere porties verspreid over de dag. Door nu dit in de stal reeds voorhanden zijnde koe herkenningsysteem te koppelen aan een programmeerbare regelunit van een klauwontsmettingsysteem verkrijgt men de mogelijkheid om ieder dier op de voor haar juiste wijze te behandelen. Het koe herkenningsysteem kan gemakkelijk zo geprogrammeerd worden dat het naast de 30 voederautomaat ook de regelunit van de klauwontsmettingsinrichting op de juiste wijze aanstuurt. De klauw ontsmettingsinrichting, die geplaatst wordt in de stand van de voederautomaat, daar waar de koe zijn achterpoten plaatst als zij gaat vreten, bestaat • uit een ondiepe bak met in het midden een verdiept gedeelte. De afmetingen van de jj j 1009895 3 bak zijn zodanig gekozen dat rekening gehouden is met de grootste en de kleinste koe.

Gedeeltelijk in deze bak verzonken is een ook bakvormige deksel aan de voorzijde scharnierend opgehangen. Dit deksel heeft een verhoogd middendeel dat via schuine zijkanten overgaat in twee vlakke stroken geperforeerd materiaal terwijl de 5 buitenzijden van het deksel weer schuin omhoog lopen. Hierdoor ontstaan er twee smalle stroken waarop de koe haar achterpoten zal plaatsen omdat ze van de schuine zijwanden zal afglijden. Deze strook is geperforeerd materiaal en stroef en vormt tevens een rooster dat het grove vuil tegen houdt. Het verhoogde deel is aan de voorkant hoger dan aan de achterkant en heeft aan de boven zijde een holle vorm dat 10 de eventuele mest opvangt zodat dit niet met de ontsmettingvloeistof in aanraking komt, In de rechtopstaande achterwand van het deksel is over de breedte van die achterwand een rechthoekige sleuf aangebracht. Een onder de achterzijde van het deksel gemonteerde veer drukt het deksel omhoog, zodanig dat voornoemde openingen boven de achterwand van de bak uitkomen. Een benaderingsschakelaar signaleert of de 15 deksel zich in de onderste of de bovenste positie bevindt. Aan de onderzijde van het verhoogd deel van het deksel zijn drie centrifugaal pompen gemonteerd zodanig dat wanneer de deksel op de bak geplaatst wordt de aanzuigdelen van de pompjes in het verdiept gedeelte van de bak uit komen.

Aan een van de pompjes is via een buisconstructie een sproeisysteem gekoppeld dat 20 bevestigd is aan de voorzijde van de bak en over de breedte van de beide roosters de vloeistof spuit naar de overzijde van de bak. Het tweede pompje heeft dezelfde functie, zij bewerkt echter een spuitbeweging in omgekeerde richting. Het derde pompje dient om de vloeistof uit de bak te pompen. Aan de voor en achterkant van de deksel I

bevindt zich een opstaande rubber flap die de opspattende vloeistof tegenhoudt maar 25 omdat deze flap flexibel is, het in- en uit- de bak stappen voor de koe niet bemoeilijkt.

Het geheel is zo samen gesteld dat alle werkende delen aan de uitneembare deksel gemonteerd zijn, dit vergemakkelijkt onderhoud en reparatie en maakt het mogelijk om in perioden dat de inrichting niet in gebruik is, het genoemde deksel met alle = apparatuur te vervangen door een vlakke afdekplaat zodat de apparatuur gespaard 30 blijft en de bak niet met mest en gier vervuild.

De pompjes zijn verbonden met een programeerbare regelunit die verschillende spoel en desinfectie programma’ s kan uitvoeren. Deze regelunit is weer verbonden met de voercomputer. Verder zijn op deze unit twee electrische waterventielen aangesloten.

1009895 4

Een ventiel, aangesloten op de waterleiding laat via een slang schoon water in de bak lopen.

Het tweede ventiel, eveneens aangesloten op de waterleiding, laat via een waterstraal luchtpomp die ontsmettingsmiddel aanzuigt een oplossing van 5 ontsmettingsmiddel en water in de bak lopen.

De werking van het apparaat zal verduidelijkt worden aan de hand van het volgende uitvoeringsvoorbeeld met bijbehorende tekeningen.

Een koe loopt de voerbox (1) in om daar krachtvoer verstrekt te krijgen hierdoor wordt 10 het deksel (4) naar onder gedrukt zodat de benaderingsschakelaar (9) een signaal naar de regelunit (3) geeft. Als het dier daadwerkelijk krachtvoer krijgt en dus voor enige tijd in de voerbox zal blijven, geeft ook de voerbox een signaal door aan de regelunit. De regelunit laat nu ongeveer vier liter water al dan niet met ontsmettingsmiddel in de bak (2) lopen. Om beurten worden nu de pompjes (5 en 7) die verantwoordelijk zijn 15 voor het sproeien, enige seconden aangestuurd. Zo worden de klauwen meerdere malen om beurten van de voorkant zowel als van de achterkant besproeid; om beurten omdat dan het water beter langs de klauw spoelt en de inrichting per wasbeurt minder water verbruikt. Dit proces duurt enige minuten.

Als nu het dier de voerbox (1) weer verlaat, wordt het deksel (4) door de veer (8) weer 20 omhoog gedrukt. Het waterpompje (5) dat van voor naar achter sproeit wordt enkele seconden aangestuurd en sproeit over de geperforeerde plaat (12) waarbij de op de plaat achter gebleven grove vuildelen door de vrij gekomen opening (13) naar buiten gespoeld worden.

Vervolgens wordt het derde pompje (6) aangestuurd. Deze spuit de resterende vloeistof 25 van voor naar achter over de uitholling (14) van het verhoogde middendeel (15) zodat de daar eventueel gevallen mest verwijderd wordt.

Dit is slechts een voorbeeld van een spoelprogramma. Zo kan er, door er een tweede elektrisch waterventiel met waterstraal luchtpomp aan toe te voegen, ook een tweede soort ontsmettingsmiddel of medicijn aan het water toegevoegd worden. Veel van de te 30 kiezen spoelmethoden zullen afhangen van de nog te ontwikkelen producten. Het apparaat volgens de uitvinding biedt hierbij echter alle toepassingsmogelijkheden, waarbij aan de eis voldaan is dat de poten goed gereinigd worden en dat enige tijd met schoon ontsmettings- dan wel desinfectiemiddel gespoeld kan worden.

1009895

Claims (2)

1. Een inrichting die als doel heeft om koeklauwen te behandelen om aandoeningen, zoals bv. stinkpoot en Mortellaro, te voorkomen of te genezen met het kenmerk dat het hier 5 een gecombineerde mechanische inrichting betreft die twee handelingen tegelijkertijd uitvoert, te weten een automatische reiniging van de koeklauw en automatische behandeling van de koeklauw met een desinfecterend middel dan wel een geneesmiddel. 2.

10 Een inrichting zoals boven omschreven met het kenmerk dat deze wordt aangebracht op een plaats waar een koe zich vrijwillig zonder extra menselijk ingrijpen zich apart van de stalgenoten gedurende kortere of langere tijd min of meer opsluit, zoals een automatische voederbox, zodat een individuele behandeling ongestoord en gedurende enkele minuten kan worden toegepast en met het kenmerk dat deze inrichting 15 gekoppeld wordt aan een bestaand elektronisch koeherkenningssysteem die de regelunit van de inrichting zodanig aanstuurt dat de soort, de hoeveelheid en de concentratie van het desinfecterend middel of geneesmiddel en de frequentie van de behandelingen automatisch aan de eisen van iedere individuele koe kan worden aangepast. 20 3. Een inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de inrichting bestaat uit een ondiepe bak (2) en in het midden een verdiept gedeelte (17) terwijl, gedeeltelijk in voornoemde bak verzonken, een ook bakvormige deksel (4) is geplaatst die aan de voorzijde van een scharnierconstructie (11) is voorzien waarbij dit deksel (4) een 25 verhoogd middengedeelte (15) heeft dat via schuine zijkanten (18) overgaat in 2 vlakke stroken geperforeerd materiaal (12) terwijl de buitenzijden van het vernoemd deksel weer schuin omhoog lopen en aan de voor en achterzijde van dit deksel een opstaande rubber flap (19) is gemonteerd, waarbij aan de onderkant van de deksel een benaderingsschakelaar (9) is geplaatst die signaleert of de deksel zich in de onderste of 30 bovenste positie bevindt en waarbij aan de onderzijde van het verhoogde deel van de deksel drie centrifugaal pompen (5,6 en 7) zijn gemonteerd zodanig dat wanneer de deksel op de bak geplaatst wordt de aanzuigdelen van de pompjes in het verdiept gedeelte(l 7) van de bak uit komen en waarbij aan pompje (5) via een buisconstructie 1009895 een sproeisysteem gekoppeld is dat bevestigd is aan de voorzijde van de bak en over de breedte van de beide roosters (12) de vloeistof spuit naar de overzijde van de bak en waarbij pompje (7) dezelfde functie heeft, zij bewerkt echter een spuitbeweging in omgekeerde richting en waarbij pompje (6) dient om de vloeistof uit de bak te pompen 5 en waarbij aan de voor en achterkant van de deksel zich bevindt een opstaande rubber flap (19) bevindt die de opspattende vloeistof tegenhoudt maar omdat deze flap flexibel is, het in- en uit- de bak stappen voor de koe niet bemoeilijkt en waarbij het geheel zo is samengesteld dat alle werkende delen aan de deksel bevestigd zijn en deze gemakkelijk vervangen kan worden door een afdekplaat. 10 4. Een inrichting zoals boven omschreven die is uitgerust met voorzieningen voor het schoonspoelen van de inrichting met het kenmerk dat deze voorzieningen worden gevormd door iedere keer dat de pompjes (5, 6 en 7) zijn ingeschakeld geweest, zij door gedurende enkele seconden in omgekeerde richting worden aangestuurd zodat het 15 zich in het pompje verzamelde vuil daaruit verwijderd wordt en waarbij het grove vuil dat op de geperforeerde staanplaat (12) blijft liggen uit de inrichting wordt verwijderd doordat, nadat de koe zich verwijderd heeft, door pompje (5) met het reeds gebruikte water een naar achter gerichte waterstraal geproduceerd wordt die het grove vuil op geperforeerde plaat (12) naar achter spuit en omdat de scharnierende deksel (4) is 20 voorzien van veer (8) die in onbelaste toestand de deksel aan de achterzijde (20) iets oplicht zodat de opening (13) zich boven de achterkant van de bak (21) bevindt, het vuil door die opening wordt weggespoeld en waarbij het verhoogde middenstuk (15) van een uitholling (14) is voorzien om de eventuele mest die het dier op het voomoemde middenstuk heeft gedeponeerd te beletten in contact te komen met het 25 water en of de desinfecterende middelen waarbij na iedere behandeling pompje (6) ingeschakeld wordt die met een waterstraal het op die de uitholling (14) aanwezige mest via de verlaagde zijde naar achter wegspoelt. 30 35 1009895