NL1009690C2 - Dakelement. - Google Patents

Description

DAKELEMENT

De uitvinding betreft een dakelement voor een gebouw, welk dakelement is voorzien van één of meer lagen isolatiemateriaal; en een algemeen plaatvormig afdekelement, dat op 5 het isolatiemateriaal is aangebracht

Een dergelijk dakelement is in de praktijk bekend. Het bekende dakelement vindt met name toepassing in de nieuwbouw. Het bekende dakelement wordt op een vlakke dakvloer geplaatst, welke dakvloer bijvoorbeeld 10 bestaat uit dakbeschotplaten of -planken, asbest, houtvezelplaten etc. Het dakelement zelf wordt na plaatsing verder afgewerkt, bijvoorbeeld met dakpannen.

Bij het bekende dakelement zijn op het afdekelement ter versteviging een aantal langwerpige 15 dwarsbalken aangebracht. Deze dwarsbalken dienen tevens ter bevestiging van het bekende dakelement aan de dakvloer van het gebouw. Het bekende dakelement heeft derhalve een vlakke, onbuigzame structuur, die het ongeschikt maakt voor toepassing bij renovatie van daken. 20 De demontage van pannen en latten van een bestaand dak levert immers in het algemeen een dakvloer met veel oneffenheden op, die niet kunnen worden ondervangen door plaatsing van het bestaande dakelement.

De uitvinding beoogt een dakelement van de aan 25 het begin genoemde soort te verschaffen, dat zowel geschikt is voor toepassing bij nieuwbouw als bij renovatie.

Het dakelement volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat het isolatiemateriaal in 30 hoofdzaak de contactzijde van het dakelement voor plaatsing op het gebouw vormt.

l \ i . ("''·· 'k/ 2

Aangezien het contactvlak tussen de bestaande dakvloer en het dakelement volgens de uitvinding voornamelijk wordt gevormd door het isolatiemateriaal is een eenvoudigere aanpassing aan bestaande oneffenheden 5 mogelijk.

Een belangrijk verder voordeel van het dakelement volgens de uitvinding ontstaat doordat een akoestische ontkoppeling plaatsvindt tussen de "harde" elementen van het dakelement en de "harde" dakvloer van 10 het gebouw. Naast een goede thermische isolatie is hiermee tevens een goede akoestische isolatie realiseerbaar.

Ter versteviging van de constructie zijn in een voorkeursuitvoeringsvorm aan de contactzijde van het 15 dakelement een aantal verstevigingselementen aangebracht. Bij voorkeur zijn de verstevigingselementen op het afdekelement aangebracht, waarbij de dikte van het isolatiemateriaal groter is dan de dikte van de verstevigingselementen. Als alternatief of in combinatie 20 hiermee is aan de contactzijde van het dakelement op de verstevigingselementen isolatiemateriaal aangebracht. In combinatie hiermee of als alternatief hiervoor is in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm aan de contactzijde op het isolatiemateriaal een laag folie aangebracht. Dit 25 resulteert tevens in een verbetering van de thermische isolatie van het dakelement volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft mede betrekking op een samenstel van twee dakelementen volgens de uitvinding, waarin de dakelementen door middel van een buigzaam 30 bevestigingselement, bij voorkeur een scharnier, zoals een driepuntsscharnier, met elkaar zijn verbonden. Een dergelijk samenstel heeft als voordeel dat de bevestiging ervan op de bestaande dakvloer ter plaatse van het bevestigingselement plaats kan vinden. Hierdoor wordt een 35 hoge mate van akoestische ontkoppeling bereikt.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een samenstel volgens 1 G 0 5 6 9 0 3 de uitvinding op een gebouw, welke werkwijze de volgende stappen omvat: het op het gebouw plaatsen van het samenstel; en 5 het ter plaatse van het buigzame bevestigingselement aan het gebouw bevestigen van het samenstel.

Bij voorkeur omvat de werkwijze verder de volgende stap van het aanbrengen van akoestisch 10 ontkoppelingsmateriaal, zoals bouwvilt, jute, kokos etc., tussen het gebouw en het buigzame bevestigingselement.

De uitvinding zal in het volgende nader worden verduidelijkt aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een schematisch overzicht toont van de 15 plaatsing van een samenstel van twee dakelementen volgens de uitvinding op een gebouw; figuur 2 een dwarsdoorsnede toont van het dakelement volgens de uitvinding in een eerste voorkeursuitvoeringsvorm; 20 figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van het dakelement volgens de uitvinding in een tweede voorkeursuitvoeringsvorm; figuur 4 een dwarsdoorsnede toont van het dakelement volgens de uitvinding in een derde 25 voorkeursuitvoeringsvorm; figuren 5a en 5b een samenstel van twee dakelementen volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en open toestand, tonen, waarin het samenstel is voorzien van een scharnier met gebogen bladen; 30 figuren 6a en 6b een samenstel van twee dakelementen volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en open toestand, tonen, waarin het samenstel is voorzien van een driepuntscharnier; figuren 7a en 7b een samenstel van twee 35 dakelementen volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en open toestand, tonen, waarin het samenstel is voorzien van een flexibele band.

1000390 4

Figuur 1 toont schematisch de plaatsing van een samenstel 1 van twee dakelementen 2 volgens de uitvinding op de dakvloer 3 van een gebouw. De plaatsing van samenstel 1 kan op eenvoudige wijze, bijvoorbeeld met 5 behulp van een hijskraan, worden uitgevoerd. Ter illustratie is in figuur 1 de plaatsing van het samenstel op het dak van een woning getoond. Het zal duidelijk zijn dat uitvinding daartoe niet is beperkt, maar dat het dakelement geschikt is voor toepassing bij allerlei 10 soorten gebouwen. Tevens is het dakelement volgens de uitvinding geschikt voor toepassing bij zowel nieuwbouw als renovatie. Het samenstel volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor plaatsing op schuine daken, hetgeen later zal worden verduidelijkt aan de hand van 15 figuren 5a, 5b, 6a, 6b, 7a en 7b, maar is hiertoe uitdrukkelijk niet beperkt.

Figuur 2 tot en met 4 tonen respectievelijk doorsneden van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm, een tweede voorkeursuitvoeringsvorm 2' en een derde 20 voorkeursuitvoeringsvorm 2" van het dakelement volgens de uitvinding. Opgemerkt wordt dat gelijke onderdelen van gelijke verwijzingscijfers zijn voorzien.

Het dakelement volgens de uitvinding omvat een laag isolatiemateriaal 5 met een zekere dikte dl. Alle 25 geschikte soorten isolatiemateriaal kunnen worden toegepast, maar bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van cellulose. De in de handel verkrijgbaar Homatherm© isolatieplaten zijn bijvoorbeeld bijzonder geschikt. Vanzelfsprekend kunnen meerdere lagen isolatiemateriaal 30 op elkaar zijn aagebracht. Bovenop het isolatiemateriaal 5 is een afdekelement 4 aangebracht, dat algemeen plaatvormig is. Afdekelement 4 kan bijvoorbeeld uit een plaat, meerdere plaatdelen of latten bestaan.

Op afdekelement 4 zijn een aantal 35 verstevigingselementen 6 aangebracht, zodanig, dat deze het isolatiemateriaal 5 althans ten dele onderbreken. Verstevigingselementen 6 hebben een dikte d2. De dikte van de verstevigingselementen 6 kan onderling 1 oossgo 5 verschillen- In het algemeen geldt dat de dikte dl van isolatiemateriaal 5 groter is dan dikte d2 van één of meer van de verstevigingselementen 6. Bij voorkeur is dikte dl groter dan alle diktes d2 van alle 5 verstevigingselementen 6. Wanneer de constructie het toelaat, is het zelfs denkbaar dat verstevigingselementen 6 ontbreken. In alle gevallen leidt dit ertoe dat de contactzijde 20 van het dakelement 2 volgens de uitvinding in hoofdzaak bestaat uit isolatiemateriaal 5. 10 Figuur 3 toont een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een dakelement 2' volgens de uitvinding, waarin op verstevigingselementen 6 een verder isolatiemateriaal 7 is aangebracht. Voor isolatiemateriaal 7 geldt hetzelfde als hierboven is 15 beschreven met betrekking tot isolatiemateriaal 5. Isolatiematerialen 5 en 7 kunnen gelijk zijn of van elkaar verschillen. Contactzijde 20 bestaat nu uit twee soorten isolatiemateriaal.

Figuur 4 toont een derde 20 voorkeursuitvoeringsvorm van een dakelement 2" volgens de uitvinding, waarin op het isolatiemateriaal 5 een folie 8 ter verbetering van de isolatie is aangebracht. Contactzijde 20 omvat nu uitsluitend folie. Opgemerkt wordt dat de uitvinding tevens betrekking heeft op alle 25 realiseerbare combinaties van de in figuren 2 tot en met 4 getoonde voorkeursuitvoeringsvormen.

Het dakelement volgens de uitvinding kan middels vele, op het vakgebied bekende technieken op de dakvloer van een gebouw worden bevestigd. Een unieke 30 wijze van bevestiging wordt hierna aan de hand van de resterende figuren nader toegelicht en maakt tevens deel uit van de uitvinding.

Figuren 5a en 5b, figuren 6a en 6b en figuren 7a en 7b tonen elk een samenstel van twee dakelementen 35 volgens de uitvinding, die onderling zijn verbonden middels een buigzaam bevestigingselement 9, 13 of 17. Ter verduidelijking is elk samenstel steeds in de gesloten (a) en de open (b) toestand getoond.

1003590 6

In figuren 5a en 5b is het buigzame bevestigingslement een scharnier 9 met gebogen bladen 10, scharnierpunt 12 en optionele verstevigingselementen 11. In figuren 6a en 6b is het buigzame bevestigingselement 5 een driepuntsscharnier 13 met scharnierpunten 14, 15 en 16. In figuren 7a en 7b is het buigzame bevestigingselement een scharnier 17 bestaande uit een flexibele band 18, die is opgespannen tussen verstevigingselementen 19. Flexibele band 18 is bij 10 voorkeur van gewapend kunststof.

In de met extensie b aangeduide figuren is de open toestand van het samenstel getoond, waarin dit op de nok van een hellend dak kan worden aangebracht. Dit is reeds geïllustreerd in het schematische overzicht van 15 figuur 1. Het samenstel kan daarbij op voordelige wijze ter plaatse van respectievelijk scharnierpunt 12 of scharnierpunt 15 of flexibele band 18 op de nok van de dakvloer 3 worden bevestigd. Bij voorkeur wordt tussen het bevestigingspunt van het samenstel en de nok van het 20 gebouw een ontkoppelingsmateriaal aangebracht, bijvoorbeeld, bouwvilt, jute of kokos. Op deze wijze wordt een verregaande akoestische ontkoppeling tussen het dakelement en de dakvloer verkregen.

Het dakelement volgens de uitvinding kan als 25 voorgefabriceerd ofwel "prefab"-dakelement geproduceerd worden. Daarnaast is het denkbaar dat het dakelement op lokatie wordt opgebouwd met als voordeel dat het optimaal aan de heersende omstandigheden is aan te passen.

Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt 30 tot de getoonde en beschreven voorkeursuitvoeringsvormen, maar omvat deze alle uitvoeringsvormen die consistent zijn met de voorgaande beschrijving en vallen binnen de reikwijdte van de bijgevoegde conclusies.

a fs r> f·, \ U d c’ O Ü Ö 35 *****

Claims (10)

1. Dakelement voor een gebouw, welk dakelement is voorzien van één of meer lagen isolatiemateriaal; en een algemeen plaatvormig afdekelement, dat op het isolatiemateriaal is aangebracht, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal in hoofdzaak de contactzijde van het dakelement voor plaatsing op het gebouw vormt.

2. Dakelement volgens conclusie 1, waarin aan de contactzijde van het dakelement een aantal verstevigingselementen zijn aangebracht.

3. Dakelement volgens conclusie 2, waarin de verstevigingselementen op het afdekelement zijn aangebracht en waarbij de dikte van het isolatiemateriaal groter is dan de dikte van de verstevigingselementen.

4. Dakelement volgens conclusie 2 of 3, waarin aan de contactzijde op de verstevigingselementen isolatiemateriaal is aangebracht.

5. Dakelement volgens conclusie één van de voorgaande conclusies, waarin aan de contactzijde op het isolatiemateriaal een laag folie is aangebracht.

6. Samenstel van twee dakelementen volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de dakelementen door middel van een buigzaam bevestigingselement met elkaar zijn verbonden.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarin het buigzame bevestigingselement een scharnier is.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarin het scharnier een driepuntsscharnier is.

9. Werkwijze voor het aanbrengen van een samenstel volgens conclusie 6, 7 of 8 op een gebouw, welke werkwijze de volgende stappen omvat: 1 v, . y c het op het gebouw plaatsen van het samenstel; en het ter plaatse van het buigzame bevestigingselement aan het gebouw bevestigen van het samenstel.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, welke werkwijze verder de volgende stap omvat: het aanbrengen van akoestisch ontkoppelingsmateriaal, zoals bouwvilt, jute, kokos etc., tussen het gebouw en het buigzame bevestigingselement. ***** 1008690