NL1009330C2 - Voetbekledingsstuk. - Google Patents

Description

VOETBEKLEDINGSSTUK

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voetbekledingsstuk, op een werkwijze voor het maken van een dergelijk voetbekledingsstuk en op het gebruik van een dergelijk voetbekledingsstuk voor bezigheden 5 buitenshuis.

Rubberen laarzen die worden gebruikt voor bijvoorbeeld jacht- en hobby-activiteiten zijn bekend.

De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterd voetbekledingsstuk te verschaffen.

10 Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt een voetbekleding volgens conclusie 1 of 4 verschaft.

De aanhechting van de veterkap aan de spuitge-goten schacht bijvoorbeeld, is, dankzij de eigenschappen 15 van de spuitgegoten verbinding, sterk en waterdicht en behoeft in hoofdzaak geen nabewerking.

Verdere details en kenmerken van de onderhavige uitvinding zijn tevens in de conclusies terug te vinden.

Volgens een ander aspect van de onderhavige 20 uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het maken van een voetbekleding volgens conclusies 12, 13 of 14.

Gedurende deze procesfase ontstaat de volledige hechting van de schacht aan de veterkap. Hierbij is na ontvormen van het voetbekledingsstuk de aanhechting 25 tussen de schacht en de verstelbare veterkap geheel gevormd en behoeft nagenoeg geen nabewerking.

De veterkap alleen en/of de veterkap tezamen met de watertong en/of voering kunnen een dikte hebben die enigszins groter is dan de dikte van de schacht van 30 de voetbekleding. Tijdens het spuitvormen van de voetbekleding kan aldus een zeer goede, spuitgegotengevormde verbinding gemaakt worden.

1009330 2

Bij voorkeur wordt een voorafgevormde veterkap in de matrijs geplaatst, waartegen vervolgens een vloeibaar thermohardend polymeer is spuitgegoten in de vorm van een schacht van een voetbekledingsstuk, 5 teneinde het voetbekledingsstuk van de onderhavige uitvinding bij voorkeur de vorm van een laars te geven.

Daartoe is het bovendeel van de schacht voorzien van een in omvang instelbare veterkap welke uit een ander materiaal, bijvoorbeeld leder, kan bestaan dan bij-10 voorbeeld het spuitgegoten polyurethaan waaruit de schacht bestaat.

De aanhechting van de veterkap aan de spuitgegoten schacht bijvoorbeeld, is, dankzij de eigenschappen van de spuitgegoten schacht en de methode van confectio-15 nering van de voering, hecht, sterk en waterdicht.

De volledige aanhechting van de veterkap aan het spuitgegoten polyurethaan wordt tijdens een gebruikelijke procesgang verkregen zonder dat apart waterdichtma-kende middelen toegevoegd moeten worden. Hiertoe wordt, 20 bij voorkeur op de voering, waarvan het bovendeel in de vorm van de veterkap is weggelaten, de verstelbare veterkap gestikt en om een leest aangebracht.

De verstelbare veterkap kan ter plaatse van de stiknaad samen met de voering een dikte hebben, welke 25 enigszins groter is dan de ruimte in de matrijs ter plaatse. Na het sluiten van de matrijs wordt de holte in de matrijs, welke aan de bovenzijde wordt afgesloten door de veterkap, gevuld met bijvoorbeeld polyurethaan waarbij gedurende deze procesfase de volledige hechting van het 30 polyurethaan aan de veterkap ontstaat. Na ontvormen van de laars is de aanhechting tussen bijvoorbeeld polyurethaan en de verstelbare veterkap geheel gevormd en behoeft geen nabewerking.

In de voorkeursuitvoering wordt de afsluiting 35 van de matrijsholte aan de bovenzijde gevormd door de veterkap welke tussen leest en buitenschalen ingeklemd zit.

j :tfi 1009330 3

In een andere uitvoering wordt gebruik gemaakt van een afdrukrand van bijvoorbeeld metaal of rubber waarmee de aanhechtingsrand van de verstelbare veterkap tegen de buitenschalen van de matrijs wordt gedrukt, 5 waardoor ter plaatse een afdichting wordt verkregen.

De uitvinding wordt verder toegelicht in de hierna volgende beschrijving van enkele uitvoeringsvoor-beelden aan de hand van tekeningen, waarin: - figuur 1 een aanzicht van een eerste laars 10 volgens de uitvinding toont; - figuur 2 een doorsnede toont van een eerste matrijs waarin een eerste aanhechting van de verstelbare veterkap aan een laars volgens de onderhavige uitvinding plaatsvindt; 15 - figuur 3 een doorsnede toont van de tweede matrijs waarin een tweede aanhechting van de verstelbare veterkap aan een laars volgens de onderhavige uitvinding plaatsvindt; - figuur 4 een aanzicht toont van een andere 20 laars volgens de uitvinding; - figuur 5 een doorsnede toont van een dwarsdoorsnede van een matrijs waarin de aanhechting van de in figuur 4 getoonde laars plaatsvindt.

Een laars 1, volgens de onderhavige uitvinding, 25 omvat een voering 2, een loopzooi 4, een schacht 6 en een verstelbare veterkap 8 met watertong 10.

Bij de productie van de laars 1 wordt de voering 2 met verstelbare veterkap 8 als eerste gevormd door het aan elkaar stikken van de voering 2 en de watertong 30 10, door middel van een stiknaad 12, en het aan elkaar stikken van de voering 2, de watertong 10 en de veterkap 8 door middel van een stiknaad 14 (fig. 2, 3).

Dit geheel wordt vervolgens in een mal M gebracht door de voering 2 met aangehechte watertong 10 en 35 veterkap 8 op een leest L aan te brengen, de mal M te sluiten en vervolgens deze met polyurethaan (PU) te vullen teneinde de laars te vormen.

1009330 4

Bij het vullen van de mal M met PU wordt een bovengrens B van het PU gevormd door de aan de voering 2 gestikte veterkap 8, welke tussen de leest L en mal M ingeklemd wordt. De dikte van de voering 2, de watertong 5 10 en de veterkap 8 en de afstand tussen de mal M en de leest L zijn op elkaar afgestemd teneinde een goede afdichting van de bovenzijde van de matrijsholte en aanhechting van de PU te geven. Vooral de eigenschappen van het toegepaste PU geven de aanhechting hiervan aan de 10 verstelbare veterkap de gewenste sterkte, flexibiliteit, gladheid en waterdichtheid.

Deze eigenschappen van de aanhechting van PU i aan het materiaal van de veterkap worden mede verkregen door de wijze waarop de voering is samengesteld en in de 15 matrijs wordt gepositioneerd.

De veterkap 8 is voorzien van een afgeschuinde rand 16 waarmee bereikt wordt dat PU 6 tot aan de stik-naad 14 kan doorlopen en deze stiknaad 14 waterdicht | maakt. Tevens wordt hiermee beoogd het aanhechtingsop- 20 pervlak te vergroten waardoor de laars aan sterkte wint s en deze gedurende gebruik houdt, ook na eventuele slijta ge van de stiknaad 14. Het PU 6 loopt ook door de stik-. naad 12 waardoor deze naad 12 na eventuele slijtage van 3 het stiksel een goede sterkte blijft houden.

25 In figuur 3 is de tweede uitvoeringsvorm ge toond waarbij de afdichting van de veterkap in de matrijs wordt verkregen door een afdrukrand 18 die, bij deze uitvoering, op de leest L is aangebracht. Bij vormen van de laars drukt de aandrukrand 18 de veterkap 8 met water-30 tong 10 tegen de buitenschalen van de matrijs waarmee een afdichting voor het spuitgegoten PU wordt gevormd.

Een andere laars 30 (figuur 4) volgens de onderhavige uitvinding heeft evenals de in figuur 1 getoonde laars, een voering 2, een loopzooi 4, een 35 schacht 6 en een watertong 10. Bij deze uitvoeringsvorm ontbreekt echter een onafhankelijk verstelbare veterkap (8 in figuur 1), daar een insnijding 32 in de schacht 6 - tezamen met een aantal naast deze insnijding 32 in de Ί 1 1009330 5 schacht 6 aangebrachte veteroogringen 34 dient als veter-kap.

Bij de productie van deze laars 30 wordt de watertong 10 voor het spuitgieten op een binnenzijde van 5 de voering 2 door middel van de stiknaad 12 gestikt (zie figuur 5). De voering 2 en watertong 10 worden vervolgens op de leest L aangebracht, de mal M wordt vervolgens gesloten en het geheel wordt met polyurethaan PU (figuur 5) bespoten, waardoor de watertong, meer water-10 dicht aan de voering hecht en waardoor de sterkte van deze aanhechting vergroot wordt.

Na afleesten wordt de insnijding 32 gemaakt van bovenaf aan de voorzijde van de laars in de schacht 6 en voering 2 tot net boven de stiknaad 12. Aan weerszijden 15 van de insnijding 32 worden enkele veterogen 34 aangebracht, waardoor het mogelijk wordt de schachtomvang naar wens te variëren.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt de voering ter plaatse van het verstelbare deel van de schacht niet 20 weggelaten, maar dient, tezamen met dit deel van de schacht, als basis voor de veterkap. Op dit deel wordt nu polyurethaan gespoten waardoor de veterkap ontstaat die uit een deel van de voering en het daarop gespuitgiete polyurethaan bestaat.

25 De uitvinding is niet beperkt tot de boven staande beschrijving, de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies.

1009330

Claims (16)

1. Voetbekleding omvattende: - een loopzooi, - een schacht, en - een op de schacht aangebrachte veterkap die 5 verstelbaar is tussen een in hoofdzaak open, losse stand voor het gemakkelijk aantrekken van de voetbekleding en een in hoofdzaak gesloten, strakke, gebruiksstand, waarbij de veterkap verbonden is met de schacht door middel van een spuitgegoten verbinding tussen de veterkap en de 10 schacht.

2. Voetbekleding volgens conclusie 1, verder omvattende een aan een binnenkant van de schacht aangebrachte watertong.

3. Voetbekleding volgens een der voorgaande 15 conclusies verder omvattende een voering.

4. Voetbekleding omvattende: - een loopzooi, - een schacht, en - een met de schacht geassocieerde veterkap die 20 verstelbaar is tussen een in hoofdzaak open, losse stand voor het gemakkelijk aantrekken van de voetbekleding en een in hoofdzaak gesloten, strakke, gebruiksstand, waarbij de veterkap en de schacht uit een stuk spuitgegoten zijn.

5. Voetbekleding volgens conclusie 4 verder omvattende een in de veterkap aangebrachte insnijding.

6. Voetbekleding volgens conclusies 1, 2 en 3, waarbij ten minste één deel van de watertong zich tussen de schacht en de voering bevindt.

7. Voetbekleding volgens conclusies 4 en 5 waarbij tenminste een deel van de voering zich tussen de watertong en de veterkap bevindt. | 1009330

8. Voetbekleding volgens een der voorafgaande conclusies, verder omvattende één of meer stiknaden, welke de veterkap en/of watertong en/of voering in hoofdzaak aan elkaar verbinden.

9. Voetbekleding volgens één der voorafgaande conclusies waarbij de schacht en de veterkap verenigbaar, thermohardend synthetisch en/of natuurlijke materiaal omvatten.

10. Voetbekleding volgens conclusie 9, waarbij 10 de schacht en/of de veterkap polyurethaan omvatten.

11. Voetbekleding volgens één der voorafgaande conclusies, waarbij de veterkap alleen en/of de veterkap tezamen met de watertong en/of voering een dikte heeft die enigszins groter is dan de dikte van de schacht van 15 de voetbekleding.

12. Werkwijze voor het maken van een voetbekle-dingsstuk volgens één der conclusies 1-3, 6-11 omvattende de stappen van het inbrengen van een voorafgevormde veterkap van een voetbekledingsstuk en/of een voorafge- 20 vormde schacht van een voetbekledingsstuk in een spuit-gietmatrijs en het samen spuitgieten van de schacht en de veterkap teneinde de veterkap en schacht met elkaar te verbinden.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de 25 voorafgevormde veterkap in de matrijs is geplaatst en waarbij hiertegen vervolgens een vloeibaar thermohardend polymeer is spuitgegoten in de vorm van een schacht van een voetbekledingsstuk teneinde een voetbekledingsstuk, bij voorkeur met de vorm van een laars te verschaffen.

14. Werkwijze voor het maken van een voetbekle dingsstuk volgens conclusie 4 of 5 omvattende de stap van het in één stap spuitgieten van een schacht en veterkap in een spuitgietmatrijs.

15. Voetbekledingsstuk volgens conclusies 1-11, 35 verkrijgbaar door de werkwijze volgens één der conclusies 12-14.

16. Gebruik van een voetbekleding volgens één der conclusies 1-11 en 15 voor bezigheden buitenshuis. 1009330