NL1006949C2 - Thuistap. - Google Patents

Thuistap. Download PDF

Info

Publication number
NL1006949C2
NL1006949C2 NL1006949A NL1006949A NL1006949C2 NL 1006949 C2 NL1006949 C2 NL 1006949C2 NL 1006949 A NL1006949 A NL 1006949A NL 1006949 A NL1006949 A NL 1006949A NL 1006949 C2 NL1006949 C2 NL 1006949C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
pressure
pressure chamber
dispensing
tapping device
Prior art date
Application number
NL1006949A
Other languages
English (en)
Inventor
Sjoerd Timmermans
Sietze Van Der Meer
Original Assignee
Heineken Tech Services
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heineken Tech Services filed Critical Heineken Tech Services
Priority to NL1006949A priority Critical patent/NL1006949C2/nl
Priority to UA2000041868A priority patent/UA57806C2/uk
Priority to ZA988060A priority patent/ZA988060B/xx
Priority to TR2000/00583T priority patent/TR200000583T2/xx
Priority to JP2000508613A priority patent/JP4563576B2/ja
Priority to CN98811606A priority patent/CN1113035C/zh
Priority to EA200000283A priority patent/EA001846B1/ru
Priority to EEP200000118A priority patent/EE04523B1/xx
Priority to MYPI98004042A priority patent/MY121312A/en
Priority to ARP980104423A priority patent/AR015719A1/es
Priority to PCT/NL1998/000508 priority patent/WO1999011563A1/en
Priority to AT98941922T priority patent/ATE219754T1/de
Priority to CZ20000647A priority patent/CZ301666B6/cs
Priority to BR9811625-8A priority patent/BR9811625A/pt
Priority to APAP/P/2000/001750A priority patent/AP1249A/en
Priority to KR10-2000-7002346A priority patent/KR100532205B1/ko
Priority to DE69806249T priority patent/DE69806249T2/de
Priority to IDW20000613A priority patent/ID24881A/id
Priority to SK311-2000A priority patent/SK287666B6/sk
Priority to EP98941922A priority patent/EP1003686B1/en
Priority to NL1010015A priority patent/NL1010015C2/nl
Priority to US09/486,937 priority patent/US6375048B1/en
Priority to PL98339086A priority patent/PL189001B1/pl
Priority to CA002303816A priority patent/CA2303816C/en
Priority to NZ503021A priority patent/NZ503021A/xx
Priority to AU90078/98A priority patent/AU757245B2/en
Priority to IL13483298A priority patent/IL134832A0/xx
Priority to YUP-121/00A priority patent/RS49835B/sr
Priority to CU20000042A priority patent/CU23060A3/es
Priority to HU0003570A priority patent/HU229325B1/hu
Priority to GEAP19985287A priority patent/GEP20043218B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1006949C2 publication Critical patent/NL1006949C2/nl
Priority to IS5392A priority patent/IS1915B/is
Priority to OA1200000061A priority patent/OA11328A/en
Priority to NO20001101A priority patent/NO322274B1/no
Priority to HR20000121A priority patent/HRP20000121B1/xx
Priority to BG104277A priority patent/BG64044B1/bg
Priority to HK00106181A priority patent/HK1027082A1/xx
Priority to JP2009239879A priority patent/JP2010047322A/ja

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/04Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers
    • B67D1/0462Squeezing collapsible or flexible beverage containers, e.g. bag-in-box containers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0042Details of specific parts of the dispensers
    • B67D1/0081Dispensing valves
    • B67D2001/0087Dispensing valves being mounted on the dispenser housing
    • B67D2001/0089Dispensing valves being mounted on the dispenser housing operated by lever means

Landscapes

  • Closures For Containers (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

VO 1156
Titel: Thuistap
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel volgens de aanhef van conclusie 1. Een dergelijk samenstel is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 377 195.
Dit bekende samenstel omvat een drukvat en een 5 daarin opneembare container, die door het onder druk in het drukvat toevoeren van een drukmedium zoals lucht of water kan worden samengedrukt. De container is via een afsluitende schroefdraadverbinding verbonden met een in een dekseldeel van het drukvat opgenomen afgifteleiding. Het 10 drukvat bestaat uit een bakvormig onderste deel en genoemd daarvan losneembaar dekseldeel. Bij gebruik van dit samenstel wordt de container in het losgenomen dekseldeel geschroefd, en vervolgens in het onderste deel wordt geschoven, waarna het dekseldeel op het onderste deel wordt 15 vastgezet. Rond de gehele container is daardoor een gesloten drukkamer ontstaan. In de afgifteleiding is een kraan opgenomen waarmee de afgifteleiding kan worden geopend en gesloten. Bij geopende kraan kan door samendrukken van de container de drank uit de container 20 door het afgiftekanaal naar de omgeving worden weggedrukt. Dit bekende samenstel maakt het op eenvoudige wijze mogelijk drank uit een samendrukbare container af te voeren.
Een nadeel van dit bekende samenstel is dat in het 25 drukvat druk kan worden opgebouwd terwijl in het drukvat geen container is geplaatst. Dit is energetisch en veiligheidstechnisch ongewenst. Bovendien dient de container voorafgaand aan plaatsing in het drukvat eerst in het losse dekseldeel te worden geschroefd, waarbij 30 bovendien de container eerst dient te worden geopend. Pas dan kan de container in het drukvat worden gestoken en kan de drukkamer worden afgesloten. Dit betekent dat tijdens plaatsing van de container in het drukvat reeds drank naar de omgeving zou kunnen wegstromen. Bovendien dient het 1006949 2 dekseldeel volledig van het onderste deel te worden gescheiden. Dit betekent dat bijzondere constructieve maatregelen dienen te worden genomen teneinde de voor het samendrukken van de container benodigde druk te kunnen 5 weerstaan. Een verder nadeel van dit bekende samenstel is dat de container in het drukvat slechts nabij de hals wordt vastgehouden, waardoor een relatief instabiele positionering van de fles wordt verkregen.
De uitvinding beoogt een samenstel van de in de 10 aanhef van de hoofdconclusie genoemde soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens het kenmerkende deel van conclusie 1.
15 Doordat de drukruimte tijdens gebruik althans gedeeltelijk wordt bepaald en naar de omgeving wordt afgesloten door een tezamen met de container te plaatsen sluitdeel wordt het voordeel verkregen dat slechts dan druk in het drukvat kan worden opgebouwd wanneer de container op 20 de juiste wijze is geplaatst. Immers, anders kan in de afgifte-inrichting gevoerd drukmedium daaruit direct weer wegstromen. Dit betekent dat de afwezigheid van een container bij onbedoeld inschakelen van de inrichting snel zal worden geconstateerd, terwijl bovendien het gevaar 25 wordt weggenomen dat een onder druk gebrachte inrichting zonder container zal worden geopend, hetgeen gevaar zou kunnen opleveren voor een gebruiker. En juist bij afwezigheid van een container zal een gebruiker geneigd zijn om minder zorgvuldig met het samenstel om te gaan.
30 Hierdoor is een samenstel volgens de uitvinding aanmerkelijk veiliger dan het reeds bekende samenstel. Doordat het sluitdeel op afstand van de afgifte-opening van de container is aangebracht wordt de sluitdruk over een relatief groot oppervlak aangebracht, waardoor een goede 35 afdichting kan worden verkregen terwijl de afdichting relatief grote toleranties kan opvangen. Aangezien de 1006949 3 afgifte-opening zich buiten het drukvat bevindt, wordt eenvoudig verhinderd dat het drukmedium in de drukkamer in contact kan komen met de af te geven drank. Daardoor wordt de kwaliteit van de drank gedurende de gehele gebruiksduur 5 behouden. Een verder voordeel van een samenstel volgens de uitvinding is dat de container eerst in het onderste deel kan worden geplaatst, waarna het dekseldeel over de container heen kan worden gesloten terwijl de container, althans de afgifte-opening indien gewenst pas na plaatsing 10 in de inrichting geopend hoeft te worden. De afgifte-opening van de container is immers na plaatsing van de container in het drukvat en vorming van de drukkamer nog bereikbaar. Dit betekent dat de container tijdens plaatsen daarvan in het drukvat gesloten kan blijven indien dit is 15 gewenst. Onbedoeld wegstromen van de drank wordt hierdoor eenvoudig verhinderd.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
20 Het zich op afstand van de vul- en/of afgifte- opening rond de container uitstrekkende, kraagvormige sluitdeel biedt het voordeel dat positionering van de container in het drukvat nog verder wordt vereenvoudigd. Immers, het zich tijdens gebruik binnen de drukkamer 25 uitstrekkende deel van de container kan eenvoudig een inbrengopening passeren, terwijl het kraagvormig deel in ten minste één richting tegen daarmee samenwerkende sluitmiddelen kan aanlopen, terwijl de container een in hoofdzaak cilindrische buitenwand kan hebben, hetgeen 30 productietechnisch en esthetisch voordelig is. Hiermee kan op eenvoudige wijze een goede afdichting worden verkregen in samenwerking met ten minste een gedeelte van de genoemde langsrand. Bovendien wordt daardoor direct een juiste positionering van de container in het drukvat verkregen.
A006949 4
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
In deze uitvoeringsvorm kan een nagenoeg 5 omvervormbare container worden toegepast, waarbinnen een opslagcompartiment voor de drank is opgenomen. Een vervormbaar deel scheidt het opslagcompartiment van de drukkamer. Een dergelijke container biedt met name buiten de tapinrichting het voordeel dat het opslagcompartiment 10 goed is beschermd terwijl dit tijdens gebruik toch eenvoudig met behulp van het drukmedium kan worden leeggedrukt. Een dergelijke container is bijzonder geschikt als meermalen te gebruiken drankcontainer.
In een nadere voorkeursuitvoeringsvorm wordt een 15 samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.
In deze uitvoeringsvorm is de container samendrukbaar met behulp van het onder druk in de drukkamer gevoerde drukmedium. Het opzetdeel, dat onder invloed van 20 de druk van het drukmedium althans voldoende onvervormbaar is, zorgt daarbij voor een blijvende afsluiting van de drukkamer. Dit betekent dat de container eenvoudig kan worden samengedrukt, bij voorkeur volledig. Een dergelijke container is bij uitstek geschikt als wegwerpcontainer. In 25 een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm kan de container daarbij volledig in het opzetdeel worden samengeperst. De container is daarbij bij voorkeur dunwandig, zelfdragend vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een polymeer, bij voorkeur een thermoplastische polymeer. In het 30 bijzonder PET of, in een voorkeursuitvoeringsvorm PEN zijn kunststoffen die geschikt zijn voor gebruik voor een drankcontainer volgens de uitvinding, met name daar deze kunststoffen goed verwerkbaar zijn, bijvoorbeeld door spuitgieten en blazen. In verschillende toepassingen, met 35 name wanneer lage zuurstof- en C02-doorlaatbaarheid gewenst zijn is een PET/PEN laminaat of mengsel (blend) bijzonder 1006949 5 geschikt. Een dergelijke kunststof container laat zich relatief eenvoudig vervormen en biedt voldoende bescherming voor de drank voorafgaand aan en tijdens gebruik. Met name een relatief grote container vervaardigd uit PEN levert 5 daarbij een goede barrière tegen zuurstofdoorlaat, hetgeen met name bij gebruik van een container voor opslag van bier van bijzonder belang is.
In nadere uitwerking wordt een samenstel volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens 10 conclusie 14.
Het relatief vast met de container verbonden buisvormig afgiftemiddel biedt het voordeel dat tijdens gebruik de uit de container af te geven drank niet in contact komt met vaste delen van de tapinrichting. Het 15 buisvormig afgiftemiddel wordt met de container aangeleverd en ook weer afgevoerd. Hierdoor wordt hygiënisch gebruik van een dergelijk samenstel bijzonder eenvoudig. Bovendien wordt daarmee de mogelijkheid van contact tussen de gebruiker en de af te geven drank in de container 20 aanmerkelijk verminderd. Tijdens gebruik blijft de tapinrichting schoon, waardoor geen ingewikkelde, kostbare en milieuvervuilende reinigingshandelingen nodig zijn voorafgaand aan hernieuwd gebruik van de tapinrichting.
In nadere uitwerking wordt een samenstel volgens de 25 uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.
Het althans gedeeltelijk flexibele, slangvormige afgiftemiddel biedt het voordeel dat dit ter afsluiting van het afgiftekanaal eenvoudig kan worden dichtgedrukt.
30 Daartoe kan bijvoorbeeld een drukmiddel in de tapinrichting zijn voorzien dat tezamen met het afgiftemiddel een slangkraan vormt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt daarbij een samenstel volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de 35 maatregelen volgens conclusie 17.
1006949 6
Een dergelijk aangrijpmiddel biedt het voordeel dat het vrije einde van het afgiftemiddel op eenvoudige wijze kan worden aangegrepen en tot buiten de afgifte-inrichting kan worden gebracht, bijvoorbeeld voor plaatsing in een 5 slangkraan. Bovendien kan dit aangrijpmiddel tijdens gebruik van de tapinrichting vanaf de buitenzijde daarvan zichtbaar zijn en bijvoorbeeld worden gebruikt voor aanduiding van de inhoud van de container. Hiermee is voor de gebruiker direct duidelijk wat de inhoud van de 10 container is. Wanneer het afgiftemiddel vast met de container is verbonden wordt zekerheid verkregen dat de aanduiding op het aangrijpmiddel overeenkomt met de inhoud van de container. Bovendien kan het aangrijpmiddel op deze wijze een reclamefunctie vervullen, bijvoorbeeld 15 merkaanduiding, branding, datering, logo en dergelijke.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een samenstel volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 18.
De doorboorbare zegelmiddelen bieden het voordeel 20 dat de container gesloten blijft voorafgaand aan en tijdens plaatsing in de tapinrichting, waardoor de inhoud van de container is gegarandeerd tegen manipulatie of kwaliteitsvermindering. Zo wordt door de zegelmiddelen bijvoorbeeld verhinderd dat de inhoud van de container in 25 contact kan komen met de omgeving, voorafgaand aan gebruik van de tapinrichting. Een verder voordeel van dergelijke middelen is dat een aseptische afvulling van de container daardoor eenvoudig mogelijk is, hetgeen pasteurisatie van de drank in de container overbodig maakt. Met name bij 30 containers met een relatief grote inhoud is dit bijzonder voordelig.
Op bijzonder voordelige wijze wordt doorboring van deze zegelmiddelen verkregen bij gebruik van een samenstel volgens conclusie 21.
35 Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt de container, wanneer in de drukkamer druk wordt opgebouwd, 1 00 6*3 4 9 f 7 axiaal bewogen, in de richting van de sluitmiddelen, waarbij doorboringsmiddelen door de zegelmiddelen worden gedwongen. Daarmee ontstaat een vrije verbinding tussen de binnenzijde van de container en de afgiftemiddelen. Alsdan 5 wordt een automatische opening van de container verkregen bij inschakeling van de tapinrichting, althans de drukmiddelen daarvan, en niet eerder.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het tappen van drank, in het bijzonder een 10 koolzuurhoudende drank zoals bier of koolzuurhoudende frisdrank, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 23 .
Met een dergelijke werkwijze kan bijzonder veilig en eenvoudig drank uit een container worden afgegeven, welke 15 container los van de bij de werkwijze te gebruiken inrichting kan worden aangeschaft, opgeborgen en weggeworpen of worden hergebruikt. Als gevolg van de configuratie van de bij de werkwijze te gebruiken delen kunnen relatief grote toleranties worden opgevangen, 20 terwijl voor gebruik en bediening relatief weinig kracht en energie nodig zijn. Verschillende soorten containers met verschillende inhoud kunnen daarbij in dezelfde tapinrichting op dezelfde of vergelijkbare wijze worden geleegd. Bovendien kan bij een dergelijke werkwijze de 25 container in gesloten toestand in het drukvat worden geplaatst en daarna worden geopend, hetgeen de hygiëne van een dergelijke werkwijze ten goede komt.
In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de 30 maatregelen volgens conclusie 26.
De samendrukbare container heeft het voordeel dat deze relatief goedkoop is in aanschaf en gebruik, relatief licht kan worden uitgevoerd en in lege toestand een relatief klein volume heeft. Bovendien heeft een dergelijke 35 container het voordeel dat deze in gevulde toestand 1006949 8 zelfdragend is, waardoor transport en opslag daarvan zonder dure en ingewikkelde omverpakkingen mogelijk zijn.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de 5 maatregelen volgens conclusie 27.
Een dergelijke relatief stijve container biedt het voordeel dat deze kan worden hergebruikt, terwijl deze toch in een tapinrichting volgens de uitvinding kan worden leeggedrukt. Hergebruik van een container kan 10 milieutechnische voordelen bieden. Bovendien heeft een dergelijke relatief stijve container het voordeel dat deze beter dan de eerder beschreven samendrukbare container bestand is tegen invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld slagen stootbelastingen.
15 De uitvinding heeft voorts betrekking op een tapinrichting voor gebruik in een samenstel of een werkwijze volgens de uitvinding. De uitvinding heeft bovendien betrekking op het gebruik van een container volgens de uitvinding bij een samenstel of werkwijze 20 volgens de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op een opzetdeel voor gebruik in een samenstel of een werkwijze of bij een container of een tapinrichting volgens de uitvinding.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een 25 samenstel, werkwijze, tapinrichting en container volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van de tekening nader worden toegelicht. Daarin toont:
Fig. 1 schematisch een doorgesneden zij-aanzicht van 30 een samenstel volgens de uitvinding; fig. 2 een doorgesneden zij-aanzicht van het boveneinde van een container voor gebruik in een samenstel volgens conclusie 1; fig. 3 een doorgesneden zij-aanzicht van een 35 opzetstuk voor gebruik bij een samenstel volgens figuur 1; 1006949 9 fig. 4 een doorgesneden zij-aanzicht van het boveneinde van een container in alternatieve uitvoeringsvorm, voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding; 5 fig. 5 schematisch in doorgesneden zij-aanzicht van een container voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding, in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 6 schematisch een doorgesneden zij-aanzicht van het bovenste deel van een alternatieve uitvoeringsvorm van 10 een drankcontainer tezamen met schematisch een relevant deel van een tapinrichting; en fig. 7 schematisch een bovenste deel van een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een drankcontainer volgens de uitvinding, in doorgesneden zij-aanzicht, tezamen met 15 het relevante deel van een tapinrichting.
Corresponderende delen hebben in de tekening corresponderende verwijzingscijfers.
Het in figuur 1 getoonde samenstel omvat een tapinrichting 1 en een daarin geplaatste drankcontainer 3. 20 De drankcontainer 3 is in de getoonde uitvoeringsvorm flesvormig en zal nog nader worden toegelicht. De tapinrichting 1 omvat een bakvormig eerste deel 5 en een scharnierbaar daaraan bevestigd deksel 7 dat het eerste deel aan de open zijde kan afsluiten. In figuur 1 is het 25 deksel 7 in getrokken lijnen in de gesloten stand, in onderbroken lijnen in een geopende stand getoond. Het eerste deel 5 omvat een omtrekswand 9 die een drukkamer 11 te noemen opneemruimte voor de drankcontainer 3 bepaalt. Langs de bovenrand van de drukkamer 11 strekken zich 30 sluitmiddelen 13 uit die op nog nader te beschrijven wijze kunnen samenwerken met een sluitdeel 15 van de container 3 en de drukkamer 11 ten minste gas- en vloeistofdicht kunnen afsluiten. Tijdens gebruik wordt in de drukkamer 11 opgebouwde druk geheel opgenomen door de container 3, de 35 wand van de drukkamer 11 en het sluitdeel 15 tezamen met de sluitmiddelen 13. Hierdoor wordt verhinderd dat het deksel 1006949 10 7 deze druk dient op te vangen. Openen en sluiten van het deksel 7 kan daardoor ongehinderd en zonder gevaar plaatsvinden terwijl bovendien weinig sluitkracht voor het deksel 7 noodzakelijk is.
5 In de wand 9 van het eerste deel 5 is een pomp 17 opgenomen die via een eerste leiding 19 in verbinding staat met een bron voor een drukmedium, in de getoonde uitvoeringsvorm de omgevingslucht. De pomp 17 staat voorts via een tweede leiding in verbinding met de drukkamer 11, 10 teneinde het genoemde drukmedium onder druk in de drukkamer 11 te kunnen pompen. Via een drukleiding 23 is de tweede leiding 21 verbonden met een drukregelaar 25, waarmee de druk in de drukkamer tijdens gebruik kan worden geregeld.
De drukregelaar 25 is via een tweede drukleiding 27 15 verbonden met een veiligheidsklep 29 die wordt bediend door het deksel 7. Bij openen van het deksel 7 wordt de veiligheidsklep 29 geopend waardoor verdere drukopbouw in de drukkamer 11 wordt verhinderd en eventueel daarin opgebouwde druk wordt weggenomen, waardoor de veiligheid 20 van de gebruiker verder wordt vergroot. Verder zijn in de omtrekswand 9 koelmiddelen 31 opgenomen die via de wand van de drukkamer 11 en daarin gevoerd drukmedium zorgen voor koeling van de drankcontainer 3. Bovendien zijn in de omtrekswand 9 regelmiddelen 33 opgenomen, verbonden met ten 25 minste de pomp 17, de drukregelaar 25, de koelmiddelen 31 en een door het deksel 7 bediende pompschakelaar 34 voor het bij het sluiten van het deksel 7 inschakelen, en bij openen van het deksel 7 uitschakelen van de pomp 17. De omtrekswand 9 is ten minste thermisch geïsoleerd, waardoor 30 de drankcontainer 3, althans de inhoud daarvan op energetisch voordelige wijze op een gewenste temperatuur kan worden gehouden.
Een tapinrichting 1 volgens de uitvinding is in meer detail beschreven in de op dezelfde datum door Philips 35 Electronics N.V. ingediende Nederlandse octrooiaanvrage, getiteld "Drankafgifte-apparaat", welke hierin door 1 006949 11 referentie wordt geacht te zijn opgenomen. Verdere delen van de inrichting zullen bovendien worden beschreven in samenhang met de drankcontainer 3 en het gebruik van een samenstel volgens de uitvinding.
5 Een drankcontainer 3 als getoond in de figuren 1 en 2 is flesvormig en is ingericht voor het opnemen van een drank, zoals bier. Overigens kunnen ook andere koolzuurhoudende of koolzuurvrije dranken zoals limonade, frisdrank of wijn in een dergelijke drankcontainer 3 zijn 10 opgenomen.
De drankcontainer 3 omvat een bij voorkeur cilindrisch wanddeel 35, aan een eerste einde gesloten door een bodem 37. Aan de van de bodem 37 afgekeerde zijde sluit op het cilindrisch wanddeel 35 een schouderdeel 39 uit, 15 hetwelk een cilindrisch halsdeel 41 omvat. Het halsdeel 41 omsluit een afgifte-opening 43, waar doorheen drank in de drankcontainer 3 kan worden gebracht en daaruit kan worden verwijderd. De in figuur 2 getoonde houder 3 is bij voorkeur geblazen uit kunststof, bijvoorbeeld een polyster 20 zoals PET (polyetheen thereftalaat), PBT (polybuteen thereftalaat) of PEN (polyetheen naftalaat). Met name PEN heeft het voordeel dat deze kunststof bijzonder gasdicht is, hetgeen met name voor gebruik van de drankcontainer 3 voor de opslag van een koolzuurhoudende drank zoals bier 25 van groot belang is. Bovendien wordt hierdoor contaminatie en bederf van de drank in de drankcontainer 3 verhinderd. Doordat de drankcontainer 3 flesvormig is geblazen heeft deze geen naden, waardoor scheuring bij een opgevoerde binnendruk eenvoudig wordt verhinderd. Overigens kan een 30 drankcontainer 3 volgens de uitvinding ook op andere wijze of uit een ander materiaal worden vervaardigd.
Op het halsdeel 41 is over de afgifte-opening 43 een vliesvormig zegelmembraan 45 aangebracht, op de langsrand van het halsdeel 41 geklemd met behulp van een primaire dop 35 47. Het zegelmembraan 45 sluit de afgifte-opening 43 althans tijdelijk lucht- en vloeistofdicht af. Met name bij 1006949 € 12 gebruik van een drankcontainer 3 voor het verpakken van bier of dergelijke voor bederf gevoelige drank is dit voordelig aangezien hiermee aseptische verpakking van de drank mogelijk is. In het bijzonder wanneer een 5 drankcontainer 3 een relatief grote inhoud heeft, bijvoorbeeld meer dan twee liter, is dit voordelig aangezien bij aseptisch vullen van de drankcontainer 3 pasteurizatie van de drank in de drankcontainer achterwege kan worden gelaten. Bij dergelijke grote volumina vergt 10 pasteurisatie van de drank in de drankcontainer onaanvaardbaar veel tijd. Overigens wordt opgemerkt dat juist bij dergelijke relatief grote volumina het gebruik van een volgens de uitvinding uit de genoemde kunststof vervaardigde drankcontainer bijzonder voordelig is, 15 aangezien een dergelijke drankcontainer relatief licht is en een relatief klein oppervlak heeft ten opzichte van zijn volume, waardoor eventuele problemen met gasdoorlaatbaarheid van het materiaal van de drankcontainer nog verder worden weggenomen. Deze voordelen nemen toe bij 20 toename van het volume van de drankcontainer. Met name is een dergelijke drankcontainer geschikt voor het verpakken van bier met een hoge gevoeligheid voor in het bijzonder aantasting in smaak of samenstelling door zuurstof. Lager (bier) is over het algemeen veel meer gevoelig voor 25 zuurstof dan ale (bier). Voor lager ligt deze gevoeligheid als bederfgrens bij ongeveer 1 a 2 ppm (= mg/1) in zes maanden tijd terwijl deze voor ale veel hoger ligt, bijvoorbeeld het drie- of meervoudige daarvan in dezelfde tijd. Een goede zuurstofbarrière is derhalve voor lager 30 veel belangrijker dan voor ale. Daarenboven is een dergelijke verpakking ook in het bijzonder geschikt voor dranken met een hoog C02-gehalte, bijvoorbeeld hoger dan 3 g/kg. Ook daarom is een verpakking volgens de uitvinding in het bijzonder geschikt voor het verpakken van lager, dat 35 een C02-gehalte heeft van bijvoorbeeld 4,8 - 5,4 g/kg, terwijl het C02-gehalte van ale bijvoorbeeld ongeveer 1006949 13 3 g/kg is. Het zal overigens duidelijk zijn dat een verpakking volgens de uitvinding ook uitstekend geschikt is voor het verpakken van ale en andere dranken, ook wanneer de container minder samendrukbaar is.
5 Rond de buitenzijde van het halsdeel 41 strekken zich boven elkaar twee omtreksranden 49, 51 uit. De primaire dop 47 is met behulp van geschikte haakmiddelen 53, bijvoorbeeld een annulaire klikrand, achter de bovenste omtreksrand 49 vastgezet, zodanig dat een klemrand 55 op de 10 bovenzijde van het zegelmembraan 45 aanligt langs de omtreksrand daarvan en deze aandrukt tegen de langsrand van het halsdeel 41. De primaire dop 47 omvat een hoofdvlak 57 dat de afgifte-opening 43 grotendeels overdekt. De haakmiddelen 53 strekken zich vanaf dit hoofdvlak in een 15 eerste richting uit. Vanaf het hoofdvlak 57 strekt zich een eerste kokervormig deel 59 uit in de van de haakmiddelen 53 afgekeerde richting, in het verlengde van de klemrand 55. Concentrisch binnen het eerste kokervormig deel 59 strekt zich vanaf het hoofdvlak 57 een tweede kokervormig deel 61 20 uit, hetwelk een doorgaande opening 63 door de primaire dop 47 omsluit. De hoogte van het tweede kokervormig deel 61 boven het hoofdvlak 57 is enigszins kleiner dan de hoogte van het eerste kokervormige deel 59 boven genoemd hoofdvlak 57.
25 Op de primaire dop 47 is een opzetstuk 65 aangebracht. Een dergelijk opzetstuk is afzonderlijk getoond in figuur 3.
Het opzetstuk 65 omvat een secundaire dop 67 en een afgifte-inrichting 69. De secundaire dop 67, bij voorkeur 30 vervaardigd uit kunststof of lichtmetaal, omvat een komvormig schaaldeel 71, voorzien van een centrale, eveneens schaalvormige uitstulping 73. Langs de van de centrale uitstulping 73 afgekeerde langsrand van het schaaldeel 71 strekt zich buitenwaarts een rondlopende 35 sluitrand 75 uit, welke althans gedeeltelijk het sluitdeel 15 vormt voor samenwerking met de sluitmiddelen 13 van de 1 006949 14 tapinrichting. Het schaaldeel 71 heeft aan de van de centrale uitstulping 73 afgekeerde zijde een in hoofdzaak cilindrisch deel 77 dat met de binnenzijde passend kan aanliggen tegen de buitenzijde van het cilindrisch deel 35 5 van een onvervormde drankcontainer 3. Het schaaldeel 71 strekt zich daarbij uit langs een gedeelte van het schouderdeel 39, terwijl het halsdeel 41 van de drankcontainer 3 is opgenomen in de centrale uitstulping 73. Vanaf het boveneinde van de centrale uitstulping 73 10 strekt zich een cilindrische wand 79 binnenwaarts uit, welke langs de vrije langsrand is voorzien van zich binnenwaarts uitstrekkende tweede haakmiddelen 81. Deze tweede haakmiddelen kunnen aangrijpen onder de tweede omtreksrand 51 rond het halsdeel 41 van de drankcontainer. 15 Centraal gelegen in het bovenvlak 83 van de uitstulping 73 is een doorlaatopening 85 aangebracht, omsloten door een zich binnenwaarts, concentrisch met de cilindrische wand 79 uitstrekkende afdichtbus 87. De afdichtbus 87 heeft een nabij het bovenvlak 83 van de centrale uitstulping 73 20 gelegen wijd eerste deel 89 en een daarop via een afgeknot kegelvormig deel 91 aansluitend tweede relatief nauw deel 93. Het relatief wijde eerste deel 89 heeft een zodanige buitendiameter dat dit passend, bij voorkeur enigszins klemmend in het tweede kokervormig deel 61 van de primaire 25 dop 47 kan worden opgenomen. De hoogte van de afdichtbus 87 komt ongeveer overeen met de hoogte van het tweede kokervormige deel 61.
De afgifte-inrichting 69 omvat een buisvormig eerste koppeldeel 95, een tweede buisvormig koppeldeel 97 en een 30 de beide koppeldelen verbindend, ten minste enigszins flexibel en bij voorkeur slangvormig verbindingsdeel 99.
Het eerste koppeldeel 95 is knievormig, waarbij het verbindingsdeel 99 op een eerste been 101 is vastgezet. Het tweede been 103 heeft een zodanige buitendiameter dat dit 35 passend en afsluitend kan aanliggen tegen de binnenzijde van het tweede, relatief nauwe deel 93 van de afdichtbus 1 00 6949 15 87. Daarbij is het tweede been 103 beweegbaar binnen de afdichtbus 87 in een richting evenwijdig aan de centrale as van de cilindrische wand 79, althans aan de lengterichting van de drankcontainer 3. Het vrije einde van het tweede 5 been 103 is enigszins schuin afgesneden, waardoor een enigszins scherpe punt 105 is verkregen. Bij een relatieve neerwaartse beweging van het eerste koppeldeel 95, dat wil zeggen een beweging relatief ten opzichte van en in de richting van de drankcontainer 3 wordt de punt 105 door het 10 zegelmembraan 45 bewogen, waardoor een vrije verbinding ontstaat tussen de binnenzijde van de drankcontainer 3 en het kanaal 107 dat zich uitstrekt door de afgifte-inrichting 69. De ten minste vloeistofdichte afdichting tussen het halsdeel 41 en de primaire dop 47, eventueel 15 onder tussenkomst van het zegelmembraan 45 en de eveneens ten minste vloeistofdichte afdichting tussen het tweede kokervormige deel 61 van de primaire dop 47 en het wijde eerste deel van dè afdichtbus 87 enerzijds en het relatief nauwe deel 93 van de afdichtbus 87 en het tweede been 103 20 van het eerste koppeldeel 95 anderzijds zorgen ervoor dat vloeistof vanuit de drankcontainer 3 slechts via het afgiftekanaal 107 kan worden afgegeven en derhalve niet in de drukkamer 11 kan stromen. Hierdoor wordt verspilling van de drank verhinderd en bovendien vervuiling van de 25 tapinrichting 1 voorkomen.
Het tweede koppeldeel 97 omvat een eveneens knievormig element, waarvan het eerste been 109 is gekoppeld met het van het eerste koppeldeel 95 afgekeerde einde van het verbindingsdeel 99, terwijl het tweede been 30 111 een vrije afgifte-opening 113 omsluit. Aan het tweede koppeldeel 97 is een schildvormig aangrijpelement 115 meegevormd, althans bevestigd, welk aangrijpelement 115 manipulatie van het tweede koppeldeel 97 vereenvoudigt. Op het aangrijpelement 115 kunnen markeringen worden 35 aangebracht, bijvoorbeeld bedrukkingen zoals een merknaam, logo, aanduiding voor de inhoud van de drankcontainer, .1 00 6949 16 leverings- of expiratiedatum of dergelijke. Zoals nog nader zal worden toegelicht strekt het aangrijpelement 115 zich tijdens gebruik steeds buiten de tapinrichting 1 uit zodat de genoemde bedrukking vanaf de buitenzijde zichtbaar is.
5 Uiteraard kunnen ook op andere wijze herkenningsmiddelen op het aangrijpelement 115 worden aangebracht, bijvoorbeeld door een reliëf of door insnijdingen.
In de in figuur 2 getoonde toestand is over de secundaire dop 67 en de afgifte-inrichting 69 een buitendop 10 116 aangebracht welke aanligt op de bovenzijde van de sluitrand 75 en ten minste de afgifte-inrichting 69 beschermt tegen vervuiling van buitenaf.
Een drankcontainer 3 kan als volgt in het eerste deel 5 van de tapinrichting worden geplaatst.
15 De drankcontainer 3 wordt met de bodem 37 boven de open zijde van de drukkamer 11 gebracht en rechtstandig neerwaarts bewogen, zover tot de sluitrand 75 aanligt tegen de bovenzijde van de sluitmiddelen 13. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de sluitmiddelen 13 uitgevoerd als in 20 een horizontaal vlak tegen een veerdruk in buitenwaarts beweegbare sluitsegmenten 117, welke in de maximaal buitenwaarts bewogen stand een doorlaatopening bepalen die zodanig groot is dat de sluitrand 75 deze kan passeren. De segmenten 117 hebben aan hun naar binnen gerichte einde een 25 binnenwaarts aflopend bovenvlak 119 dat ervoor zorgt draagt dat bij een verticale druk, daarop uitgeoefend door de sluitrand 75, de segmenten 117 buitenwaarts worden verplaatst teneinde de sluitrand 75 te laten passeren.
Nadat de sluitrand voorbij de segmenten 117 is bewogen 30 worden de segmenten 117 door de veerdruk in hun uitgangspositie teruggedrukt onder insluiting van de drankcontainer 3 in de drukkamer 11. Wanneer de drukkamer 11 drukloos is wordt een volle drankcontainer 3 aan de buitenzijde daardoor met enige ruimte omgeven, waarbij de 35 bodem 37 van de drankcontainer 3 op de bodem 121 van de drukkamer 11 staat. Tussen de bovenzijde van de sluitrand .1006949 f 17 75 en de onderzijde van de segmenten 117 bestaat dan enige ruimte. Tussen de omtrekswand 9 en de sluitrand 75 is een afdichtprofiel 123 opgenomen dat enigszins V-vormig is. De open zijde van het afdichtprofiel 123 is daarbij naar de 5 drukkamer 11 gericht, zodat bij drukopbouw in de drukkamer de afdichtende werking van het afdichtprofiel 123 wordt vergroot.
Nadat de drankcontainer 3 op de beschreven wijze in de drukkamer 11 is gebracht strekt het opzetstuk 65 zich in 10 hoofdzaak buiten de drukkamer 11 uit, zodanig dat het aangrijpelement 115 vanaf de buitenzijde van althans de drukkamer 11 kan worden aangegrepen.
Vanaf de bovenzijde van de omtrekswand 9 strekt zich aan één zijde van de tapinrichting 1 ongeveer horizontaal 15 een draagdeel 125 uit, voorzien van een pijpdeel 127 dat zich ongeveer verticaal uitstrekt vanaf de onderzijde daarvan. Door het draagdeel 125 en het pijpdeel 127 strekt zich een doorgang uit waarin het tweede been 111 van het tweede koppeldeel 97 passend opneembaar is. De afgifte-20 opening 113 ligt daarbij nabij, bij voorkeur buiten het vrije einde van het pijpdeel 127. Het aangrijpelement 115 maakt positionering van het tweede been 111 in de genoemde doorgang bijzonder eenvoudig mogelijk. In deze toestand strekt het verbindingsdeel 99 zich ongeveer horizontaal uit 25 op het bovenvlak van het draagdeel 125, eventueel in een daarin gevormde groef.
Het deksel 7 is via een scharnier 129 verbonden met het eerste deel 5 van de tapinrichting 1, aan de van het draagdeel 125 afgekeerde zijde van het boveneinde van de 30 langswand 9. Aan de tijdens gebruik naar het pijpdeel 127 gekeerde zijde van het deksel is een bedieningshendel 131 in het deksel 7 opgenomen, welke bedieningshendel 131 beweegbaar is tussen een ongeveer verticale en een hellende stand. Aan het in het deksel 7 opgenomen einde van de 35 bedieningshendel 131 is een excenter bevestigd dat aanligt tegen het verbindingsdeel 99. Bij de bedieningshendel in de 1006949 18 in figuur 1 getoonde verticale stand wordt het verbindingsdeel 99 door het excenter 133 dichtgedrukt, waardoor het kanaal 107 is afgesloten. Door beweging van de bedieningshendel 131 naar de hellende stand wordt het 5 verbindingsdeel 99 althans gedeeltelijk vrijgegeven door het excenter 133, waardoor het verbindingsdeel zijn oorspronkelijke vorm althans gedeeltelijk weer aan kan nemen en het kanaal 107 ten minste gedeeltelijk wordt vrijgegeven voor het doorlaten van drank vanuit de 10 drankcontainer 3. Het deksel 7 kan met behulp van niet getoonde, eenvoudige en op zichzelf bekende grendelmiddelen in de gesloten stand worden vastgezet.
Tijdens het plaatsen van de drankcontainer 3 in het eerste deel 5 van de tapinrichting 1 bevindt het eerste 15 koppeldeel 95 zich in een bovenste positie, geheel boven het zegelmembraan 45, zoals getoond in figuur 2. Bij het sluiten van het deksel 7 wordt het eerste koppeldeel 95 omlaag gedrukt, althans tegengehouden, waardoor het eerste koppeldeel 95 niet omhoog kan worden bewogen. Bij het 20 sluiten van het deksel 7 wordt bovendien de pompschakelaar 33 bediend, waardoor de pomp 17 in werking wordt gesteld, waarbij voorts de veiligheidsklep 29 wordt gesloten, zodat druk kan worden opgebouwd in de drukkamer 11 door het daarin pompen van genoemd drukmedium, bijvoorbeeld 25 buitenlucht. Overigens kan ook een ander drukmedium worden toegepast, bijvoorbeeld water of koolzuur. Aangezien het drukmedium tijdens gebruik niet in contact komt met de drank in de drankcontainer 3 is een dergelijk drukmedium niet van invloed op de kwaliteit van de drank.
30 Tijdens het opbouwen van druk in de drukkamer 11, hetgeen slechts mogelijk is wanneer het deksel 7 is gesloten, wordt de drankcontainer 3 omhoog bewogen, in de richting van de sluitsegmenten 117. Hierdoor wordt een optimale afdichting van de drukkamer 11 verkregen.
35 Bovendien wordt tijdens genoemde verticale beweging de punt 105 van het eerste koppeldeel 95 door het zegelmembraan 45 1 006949 19 gedwongen, waardoor drank uit de drankcontainer 3 naar het kanaal 107 kan worden gevoerd. Dit betekent dat bij het aansluitend uit de verticale stand bewegen van de bedieningshendel 131 drank via het afgiftekanaal 107 en de 5 afgifte-opening 113 kan worden afgevoerd, zodat bijvoorbeeld een biertje kan worden getapt. Nabij de onderzijde van de tapinrichting is onder de afgifte-opening 113 een opvangbak 135 aangebracht om gemorste drank uit de afgifte-opening 113 op te vangen. Hierdoor wordt vervuiling 10 van de omgeving verder verhinderd.
Tijdens gebruik wordt de druk in de drukkamer 11 met behulp van de pomp 17 zodanig opgevoerd dat de wand van de drankcontainer 3 wordt ingedrukt, teneinde het volume van de drankcontainer 3 te verkleinen, onder afgifte van de 15 drank via het kanaal 107 en de afgifte-opening 113. Verrassenderwijs is gebleken dat een kunststof drankcontainer van het beschreven type nagenoeg volledig kan worden samengedrukt met behulp van de druk in de drukkamer 11, zodat nagenoeg alle drank op genoemde wijze 20 uit de drankcontainer 3 kan worden verwijderd. Aangezien het opzetstuk 65 met zijn relatief ver van het halsdeel 41 gelegen sluitrand 75 wordt vastgezet onder de segmenten 117, terwijl het opzetstuk via de primaire dop 47 met het halsdeel 41 is verbonden is het mogelijk dat de gehele 25 drankcontainer 3 wordt vervormd tot binnen de secundaire dop 67, waarbij ook vervorming van het schouderdeel 39 van de drankcontainer 3 mogelijk is. Een verder voordeel van deze bevestigingswijze is dat de secundaire dop 67 relatief stijf en de drankcontainer 3 relatief flexibel kan worden 30 uitgevoerd, waarbij de secundaire dop 67 steeds voor een goede afdichting van de drukkamer blijft zorgdragen. Dit betekent dat vervormingen of verplaatsingen van de drankcontainer 3 ten opzichte van het opzetstuk 65 geen invloed hebben op de afdichting van de drukkamer 11. De 35 constructie van het opzetstuk 65, met name het zegelmembraan 45 en het eerste koppeldeel 95 bieden het 1 00 69 4 9 20 voordeel dat de drankcontainer 3 voorafgaand aan het openen van de drankcontainer in de drukkaraer 11 kan worden geplaatst, waarbij bij inschakeling van de pomp 17 voor optimale afsluiting van de drukkamer 11 wordt gezorgd en 5 tegelijkertijd de drankcontainer 3 wordt geopend. Het opzetstuk 65 vormt daarbij althans een gedeelte van de wand van de drukkamer 11, zodat bij afwezigheid van een drankcontainer 3 in de tapinrichting 1 geen druk in de drukkamer kan worden opgebouwd. Dit is van bijzonder belang 10 voor de veiligheid van een gebruiker. Bovendien wordt juist hierdoor de mogelijkheid verkregen de punt 105 van het eerste koppeldeel 95 vanaf buiten de drukkamer 11 te bedienen. Aangezien de sluitrand 75 op relatief grote afstand ligt van de afgifte-opening 43 kunnen relatief 15 grote toleranties in het opzetstuk 65 worden opgevangen zonder dat de afdichtende werking tussen het sluitdeel 17 en de sluitmiddelen 13 daardoor nadelig wordt beïnvloed, terwijl de afgifte-opening 43 steeds optimaal is gepositioneerd. Immers, vervormingen die het gevolg zijn 20 van de relatief grote toleranties worden eenvoudig door vervormingen van het opzetstuk 65 opgevangen. Dit betekent dat de sluitmiddelen 13 constructief eenvoudig en relatief licht kunnen worden uitgevoerd.
De constructie van het opzetstuk 65 en het daarmee 25 samenwerkende eerste deel 5 van de tapinrichting 1 biedt bovendien het voordeel dat een drankcontainer 3 rechtstandig in de tapinrichting kan worden gebracht, terwijl het deksel 7 scharnierend met de omtrekswand 9 van de tapinrichting verbonden kan zijn. Hierdoor wordt 30 plaatsing van de drankcontainer 3 en positionering van het deksel 7 verder vereenvoudigd. Voor het uitnemen van de leeggedrukte drankcontainer 3 kunnen mechanische middelen zijn voorzien voor het buitenwaarts bewegen van de segmenten 117, zodanig dat het opzetstuk 65 tezamen met de 35 leeggedrukte drankcontainer 3 kan worden uitgenomen.
Aangezien de sluitdruk op de segmenten 117 werkt in een 1006949 21 richting ongeveer haaks op de werkingsrichting van de veren van de segmenten 117 kan de voorspanning van de segmenten 117 relatief laag zijn waardoor een dergelijke buitenwaartse verstelling relatief eenvoudig mogelijk is.
5 Wanneer de drankcontainer 3 geheel is geleegd wordt de druk in de drukkamer 11 afgelaten, eventueel met behulp van de pomp 17, waarna het deksel 7 kan worden geopend en de samengedrukte drankcontainer 3 tezamen met het opzetstuk 65 uit de tapinrichting kan worden genomen en kan worden 10 afgevoerd, bijvoorbeeld naar een daartoe geschikte herverwerkingsinrichting. Aangezien de drankcontainer 3 althans nagenoeg geheel in het opzetstuk 65 zal zijn samengedrukt neemt een lege drankcontainer 3 volgens de uitvinding slechts weinig ruimte in, hetgeen logistiek 15 gunstig is.
Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het boveneinde van een drankcontainer 203 volgens de uitvinding voor gebruik in een tapinrichting 1 zoals getoond in figuur 1. Corresponderende delen hebben 20 corresponderende verwijzingscijfers, vermeerderd met 200.
Bij deze uitvoeringsvorm is een sluitrand 275 vast verbonden met het ondereinde van het schouderdeel 239 van de drankcontainer 203. De sluitrand 275 is bij voorkeur meegevormd met de drankcontainer 203. Bij deze 25 uitvoeringsvorm is een primaire dop 247 voorzien, welke constructief ongeveer overeen komt met de primaire dop 47 als getoond in figuur 2. Bij deze uitvoeringsvorm heeft het tweede kokervormige deel 261 echter althans gedeeltelijk een zodanige binnendoorsnede dat dit tweede kokervormig 30 deel 261 afsluitend en geleidend kan aanliggen tegen het tweede been 303 van het eerste koppeldeel 295. Deze uitvoeringsvorm is constructief relatief eenvoudig doch ten minste de sluitrand 275 dient daarbij zodanig stijf te zijn uitgevoerd dat de sluitrand 275 tijdens gebruik niet, 35 althans slechts in zeer geringe mate kan vervormen, 1006949 * 22 teneinde voldoende afdichting van de drukkamer 211 te behouden.
De sluitrand 275 kan relatief laag in de houder, bijvoorbeeld in het midden daarvan worden aangebracht, 5 waarbij de grendelmiddelen 317 eveneens laag zijn aangebracht. Bij het samendrukken van de houder 203 zal het zich onder de sluitrand 275 uitstrekkende deel a van de houder 203 bovenwaarts naar binnen worden gedrukt, zoals aangegeven in onderbroken lijnen in figuur 4. Verplaatsing 10 van de cilindrische wand van het onderste deel a van de container 203 binnenwaarts ten opzichte van het cilindrisch wanddeel van het bovenste deel b van de container heeft daarbij het voordeel dat nog beter wordt gegarandeerd dat het gehele onderste deel a tot binnen het bovenste deel b 15 zal worden gedwongen, onder verdringing van de drank uit de drankcontainer 203. In deze uitvoeringsvorm wordt optimaal gebruik gemaakt van de samendrukbaarheid van het onderste deel a als gevolg van de relatief lage stijfheid in binnenwaartse richting daarvan, terwijl bovendien op 20 optimale wijze gebruik wordt gemaakt van de relatieve onvervormbaarheid van de schouder 239 onder inwendige druk in de houder. Hierdoor zal de sluitrand 275 relatief eenvoudig in contact worden gehouden met de grendelmiddelen 317. Het zal duidelijk zijn dat de container 203 langer 25 zal, althans kan zijn uitgevoerd dan als weergegeven in figuur 4. Overigens zal duidelijk zijn dat bij deze uitvoeringsvorm de sluitrand ook relatief hoog kan zitten en de houder op eerder beschreven wijze wordt samengedrukt of is uitgerust met een membraan of ander scheidings- en 30 verdringingsmiddel als in de onderhavige aanvrage beschreven.
In figuur 5 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een drankcontainer 403 getoond, voor gebruik in een tapinrichting 1 volgens de uitvinding, welke 35 drankcontainer in hoofdzaak is gevormd uit een althans onder invloed van de gebruiksdruk in de drukkamer nagenoeg 1 00 69 4 9 23 onvervormbaar materiaal. Corresponderende delen hebben corresponderende verwijzingscijfers, vermeerderd met 400. Een dergelijke drankcontainer kan bijvoorbeeld in hoofdzaak zijn vervaardigd uit metaal. In de drankcontainer is een 5 membraan 444 aangebracht dat met zijn langsrand met de wand 435 van de drankcontainer 403 is verbonden, tussen de bodem 437 en het halsdeel 441. Het membraan 444 is zodanig flexibel dat dit in een eerste stand, zoals getoond in figuur 5, kan aanliggen tegen het onderste gedeelte van de 10 wand 435 en de bodem 437 van de drankcontainer 403. Het membraan 444 scheidt de drankcontainer 403 in een tussen het membraan 444 en de bodem 437 gelegen drukcompartiment 446 en een tussen het membraan 444 en het halsdeel 441 gelegen opslagcompartiment 448. Bij een volledig gevulde 15 drankcontainer 403, zoals getoond in figuur 5 ligt het membraan 444 aan tegen de bodem 437. In de bodem 437 is een drukopening 450 aangebracht, welke een bij voorkeur open verbinding vormt tussen het drukcompartiment 446 en de omgeving. Wanneer een drankcontainer 403 als getoond in 20 figuur 5 op eerder beschreven wijze wordt geplaatst in een tapinrichting 1 volgens de uitvinding staat derhalve de drukkamer 11 via de drukopening 450 in directe verbinding met het drukcompartiment 446 in de drankcontainer 403. Bij het opvoeren van de druk in de tapinrichting 1 zal derhalve 25 een deel van het drukmedium vanuit de drukkamer 11 in het drukcompartiment 446 stromen, daarbij het membraan in de richting van het halsdeel 441 verdringend. Hierdoor wordt de inhoud van het opslagcompartiment 448 verkleind en wordt, bij vrijgifte van het kanaal 507 in het 30 verbindingsdeel 499 drank door de tapinrichting 1 afgegeven. Het membraan 444 kan zodanig worden verdrongen dat de inhoud van het drukcompartiment 446 maximaal en de inhoud van het opslagcompartiment 448 minimaal, bij voorkeur nagenoeg nihil is. Op deze wijze kan derhalve het 35 volledige opslagcompartiment 448 worden geleegd. Een drankcontainer 403 kan verder zijn uitgevoerd zoals getoond 1006949 24 in figuur 2 of figuur 4. Een drankcontainer zoals getoond in figuur 5 is constructief althans voor wat betreft de uitvoering en positionering van het membraan meer in detail beschreven in de door Heineken Technical Services B.V. op 5 dezelfde dag ingediende (co-pending) Nederlandse octrooiaanvrage getiteld "Inrichting voor het opslaan en afgeven van bier en andere koolzuurhoudende dranken" welke aanvrage hierin door referentie wordt geacht te zijn opgenomen. Een dergelijk membraanfust te noemen 10 drankcontainer 403 biedt onder meer het voordeel dat een dergelijke drankcontainer meermalen kan worden gebruikt, hetgeen milieutechnisch voordelig kan zijn. Bovendien worden vervormbare delen, in het bijzonder het membraan, door de wand van de drankcontainer beschermd tijdens onder 15 meer transport en opslag, waardoor beschadigingen aan de drankcontainer eenvoudig worden vermeden.
In figuur 6 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding getoond, omvattende een drankcontainer 503 opneembaar in de 20 tapinrichting 501, vergelijkbaar met de tapinrichting 1 als getoond in figuur 1. De tapinrichting 501, in het bijzonder de wand 509 is slechts schematisch en voor zover voor een goed begrip van de uitvinding nodig weergegeven. De drankcontainer 503 omvat een opstaande cilindrische 25 langswand 535 en een schouderdeel 539, waarbij de langswand 535 met het schouderdeel 539 is verbonden door een verticaal wanddeel 500 dat enigszins buitenwaarts is verplaatst ten opzichte van de cilindrische wand 535 en zich rond de omtrek van de drankcontainer 503 uitstrekt. De 30 onderzijde van het verticaal deel 500 ligt aan op een zich buitenwaarts uitstrekkend flensdeel 512 van de wand 509, zodat de drankcontainer zich vanuit de getoonde positie niet neerwaarts kan bewegen. Op het flensdeel 512 is een rondlopende, uit een enigszins flexibel materiaal als 35 rubber gevormde ring 514 gestoken, welke aan de binnenzijde is voorzien van een bovenste rondlopende lip 516 en een 1 00 69 4 9 25 onderste rondlopende lip 518, waartussen een drukkamer 520 is gevormd. De bovenste 516 en onderste lip 518 liggen tijdens gebruik elastisch vervormd aan tegen de buitenzijde van het verticale wanddeel 500, onder luchtdichte 5 afsluiting van de kamer 520. In het verticale wanddeel 500 is ten minste één en bij voorkeur een reeks openingen 522 voorzien welke de binnenzijde van de drankcontainer 503 verbinden met de drukkamer 520. De drukkamer 520 staat via een aanvoerleiding 521 in verbinding met de pomp 517 voor 10 het via de opening 519 aanvoeren van lucht of een ander drukmedium. Over de ring 514 is een verstevigingsprofiel 524 aangebracht voor een vormvaste opsluiting daarvan. In de in figuur 6 getoonde uitvoeringsvorm is in de drankcontainer 503 een uit folie gevormde, relatief 15 elastisch, althans vervormbare zak 544 opgenomen, welke nabij de afgifte-opening 43 is opgehangen, althans bevestigd. Hierop wordt nog nader teruggekomen. Overigens wordt opgemerkt dat in plaats van de vervormbare zak 544 ook een vervormbare fles van het eerder beschreven type in 20 een uitvoeringsvorm als getoond in figuur 6 kan worden toegepast. De wand van de zak of fles 544 is bij voorkeur in hoofdzaak zuurstofdicht, vanwege eerder beschreven redenen. Bovendien wordt daarmee het voordeel bereikt dat de wand van de container uit relatief goedkoop materiaal en 25 dunwandig kan worden uitgevoerd aangezien deze niet, althans minder zuurstofdicht hoeft te zijn. Echter, wanneer ook de wand van de container zuurstofdicht wordt uitgevoerd wordt een nog betere bescherming van de drank in het opslagcompartiment verkregen. De container kan eventueel 30 deelbaar zijn uitgevoerd, zodat de zak of fles 544 kan worden verwisseld, evenals bij de eerder beschreven uitvoeringsvorm voorzien van een membraan, als weergegeven in figuur 5.
Tijdens gebruik kan bij de in figuur 6 schematisch 35 weergegeven uitvoeringsvorm het drukmedium door de openingen 522 in de binnenruimte van de drankcontainer « .1 00 69 4 9 26 worden gevoerd tussen de zak 544 en de langswand 535. Hierdoor kan de zak worden samengeperst onder verdringing van de daarin aanwezige drank. Aangezien de doorlaatopeningen 522 nabij het schouderdeel zijn opgenomen 5 kan de drankcontainer 503 elke gewenste lengte hebben zolang deze in de tapinrichting 501 kan worden opgenomen. Dit betekent dat met dezelfde tapinrichting verschillende formaten drankcontainers kunnen worden toegepast. Tijdens gebruik ontstaat in de drukkamer 520 overdruk waardoor de 10 bovenste 516 en onderste lip 518 zullen worden verdrongen en nog steviger tegen het verticale wanddeel 500 van de drankcontainer worden gedrukt, waardoor een nog betere afdichting wordt verkregen terwijl bovendien vervormingen daardoor eenvoudiger kunnen worden opgevangen.
15 In de in figuur 6 getoonde uitvoeringsvorm sluit op het boveneinde van het schouderdeel 539 een cilindrisch halsdeel 541 aan. In het halsdeel 541 is verschuifbaar een aansluitmof 552 opgenomen, waarvan de neerwaartse slag wordt begrensd door een nokrand 551 die zich nabij de 20 onderzijde van het halsdeel 541 binnenwaarts uitstrekt en waartegen een eerste flens 558 van de aansluitmof 552 aanloopt. Op enige afstand onder de eerste flens 558 is een tweede flens 554 op de aansluitmof 552 aangebracht, waarop de zak 544 afdichtend is vastgezet. De eerste 558 en tweede 25 flens 554 strekken zich haaks uit op een cilindrische wand 556 welke de afgifte-opening van de zak 544 bepaalt. Op deze cilindrische wand 556 is een vliesvormig zegelmiddel 545 afsluitend aangebracht. Dit strekt zich horizontaal, evenwijdig aan de beide flenzen uit. De cilindrische 30 langswand 556 is boven het vlies 545 doorgezet in een cilindrische langswand 556a, welke aan het boveneinde 560 is verbonden met een flexibel, verend membraan 562 dat cirkelvormig is en met de buitenste langsrand is vastgezet op het boveneinde van het halsdeel 541. In het centrum van 35 het membraan 562 strekt een knievormig aansluitdeel 595 zich daar doorheen uit, dat vergelijkbaar is met het eerste 1 00 6349 < 27 koppeldeel 95 als getoond in bijvoorbeeld figuur 1. Op dit koppeldeel is een aansluitslang 599 aangesloten voor koppeling met de tapmiddelen, als eerder beschreven. Het koppeldeel 595 is vast verbonden met een primaire dop 547 5 die met behulp van een langsrand onder een richel 549 op het halsdeel 541 is vastgezet. De primaire dop 547 omvat een gesloten bovenvlak 564 dat zich boven het verende membraan 562 uitstrekt. Boven de cilindrische wand 556 van de aansluitmof 552 is het bovenvlak 564 omhoog doorgezet, 10 waardoor bij de aansluitmof in de onderste positie een ruimte is vrijgelaten tussen het membraan 562 en de onderzijde van het bovenvlak 564. Het naar het vlies 545 gekeerde einde van het koppeldeel 595 is scherp.
Een samenstel volgens figuur 6 kan als volgt worden 15 gebruikt.
Met behulp van de pomp 517 wordt een drukmedium via de drukkamer 520 in de drukruimte 511 tussen de zak 544 en de wand 535 van de container 503 gebracht, waardoor druk in de zak 544 wordt opgebouwd. Hierbij wordt de aansluitmof 20 552 omhoog weggedrukt, onder meer door druk uitgeoefend op de flens 558. Hierbij wordt het verend membraan omhoog gebracht tegen de onderzijde van het bovenvlak 564 terwijl het scherpe einde van het koppeldeel 595 door het vlies 545 wordt gedwongen, onder vrijgifte van de doorlaat van de 25 leiding 599 naar de binnenruimte van de zak 544. Het membraan 562 en de primaire dop 547, in het bijzonder het bovenvlak 564 daarvan zorgen voor een lucht- en vloeistofdichte afsluiting van het halsdeel 541. Een dergelijke uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de 30 uitvinding is bijzonder eenvoudig en praktisch in gebruik.
Figuur 7 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van althans een bovenste deel van een drankcontainer 603 volgens de uitvinding geplaatst, in een tapinrichting 601, bijvoorbeeld als getoond in figuur 1.
35 Van de tapinrichting 601 en de drankcontainer 603 zijn slechts schematisch die delen getoond die voor een goed 1006949 28 begrip van deze uitvoeringsvorm van belang zijn. De verdere delen zijn reeds uitvoerig beschreven.
Bij de in figuur 7 getoonde uitvoeringsvorm is het opzetstuk 665 tweedelig uitgevoerd, waarbij een eerste, 5 centraal gelegen deel 666 vast met de drankcontainer is verbonden terwijl een tweede, ringvormig en tijdens gebruik nabij de wand 609 van de tapinrichting 601 gelegen deel 668 los kan worden geplaatst of bijvoorbeeld scharnierbaar met de tapinrichting is verbonden en over de drankcontainer kan 10 worden gesloten. Het eerste centrale deel 666 is nabij de afgifte-opening op één van de eerder beschreven wijzen met de flesvormige drankcontainer 603 verbonden, bijvoorbeeld onder toepassing van de primaire en secundaire dop. Langs de buitenste langsrand omvat het eerste deel 666 een zich 15 neerwaarts uitstrekkende langsrand 670, waarbij zich vanaf de onderrand daarvan buitenwaarts neerwaarts hellend een tweede langsrand 672 uitstrekt. Het ringvormige tweede deel 668 is langs de binnenste langsrand voorzien van een afdichtprofiel 674 dat afsluitend kan aanliggen tegen de 20 langsranden 670 en 672. Vanaf het profiel 674 strekt een hellend vlak 676 zich neerwaarts buitenwaarts uit tot aan een tweede afdichtprofiel 678 dat zich buitenwaarts vanaf de buitenste langsrand van het tweede deel 668 uitstrekt en kan aanliggen tegen de binnenzijde van de langswand 609 van 25 de tapinrichting 601. Met in figuur 7 niet getoonde grendelmiddelen, zoals getoond in bijvoorbeeld figuur 1 kan het opzetdeel 665 in de tapinrichting 601 worden opgesloten door aangrijping op de bovenzijde van het tweede deel 668.
Op het centrale deel 666 is over de afgiftemiddelen 30 een buitendop 716 vastgezet met behulp van met het eerste deel 666 verbonden, zich door openingen in de buitendop uitstrekkende, verende nokken 680. Tijdens plaatsing van het tweede deel 668 van het opzetstuk 665 wordt dit over de buitendop 716 geschoven, waarbij de verende nokken 680 door 35 een verende rand 682 op het tweede deel 668 binnenwaarts worden weggedrukt, onder vrijgifte van de buitendop 716.
1006949 29
Hiermee wordt het voordeel bereikt dat de drankcontainer 603 aan de buitendop 716 kan worden aangegrepen tijdens plaatsing daarvan in de tapinrichting 601, zonder dat deze los kan raken. Immers, deze wordt door de verende nokken 5 680 vastgehouden. Dit maakt manipulatie van de drankcontainer 603 tijdens plaatsing eenvoudig mogelijk. Bovendien wordt verhinderd dat de afgiftemiddelen, in het bijzonder de doorboringsmiddelen voortijdig worden bediend, aangezien deze tijdens plaatsing beschermd blijven door de 10 buitendop 716. Pas wanneer de drankcontainer 603 in de tapinrichting wordt vastgezet met behulp van het tweede deel 668 van het opzetstuk 665 en de grendelmiddelen 717 kan de buitendop 716 worden weggenomen, waarna de aansluitmiddelen op eerder beschreven wijze kunnen worden 15 geplaatst en het deksel van de tapinrichting 601 kan worden gesloten. Hierdoor is eenvoudig een hygiënische en veilige plaatsing van de drankcontainer mogelijk. De vastzetmiddelen voor de buitendop op de drankcontainer zijn slechts schematisch weergegeven en kunnen uiteraard op vele 20 andere geschikte wijzen worden uitgevoerd. De tweedelige uitvoering van het opzetstuk 665 heeft het voordeel dat het eerste deel 666, dat met de drankcontainer verbonden blijft relatief eenvoudig, licht en goedkoop kan worden uitgevoerd en met de drankcontainer kan worden verwijderd terwijl het 25 tweede deel 668 voor meermalig gebruik geschikt kan worden gemaakt door een geschikte materiaalkeuze en vormgeving. Hierdoor kunnen bovendien de optredende krachten nog beter worden opgevangen en doorgeleid. Voorts heeft een dergelijke uitvoeringsvorm milieutechnische voordelen 30 wanneer de drankcontainer geheel of gedeeltelijk van het wegwerptype is.
Een drankcontainer 3, 203, 403 volgens de uitvinding heeft het voordeel dat de afgiftemiddelen met de drankcontainer kunnen worden meegeleverd en daarmee ook 35 worden afgevoerd. Dit betekent dat tijdens gebruik de drank uit de drankcontainer niet in contact komt met de delen van .100 69 4 9 30 de tapinrichting 1, anders dan met de genoemde afgiftemiddelen. Hierdoor wordt vervuiling van de tapinrichting op eenvoudige wijze verhinderd, waardoor reinigingshandelingen bij verwisseling van een 5 drankcontainer achterwege kunnen blijven. Dit is aangenaam voor de gebruiker en bovendien milieutechnisch voordelig, aangezien wordt verhinderd dat reinigingsmiddelen gebruikt hoeven te worden. Bovendien wordt hiermee vermeden dat bij verwisseling van een drankcontainer smaakproblemen ontstaan 10 wanneer de inhoud van de te verwijderen container anders was dan die van de nieuw te plaatsen container. Een verder voordeel hiervan is dat steeds een direct verband bestaat tussen het schildvormig element en de inhoud van de drankcontainer, waardoor het steeds voor de gebruiker 15 duidelijk is welke soort drank uit de tapinrichting zal worden afgegeven. Vergissingen worden hierdoor eenvoudig verhinderd. Uiteraard kan althans een deel van de afgiftemiddelen voor hergebruik geschikt zijn.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de 20 beschrijving en de figuren getoonde en beschreven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk.
Een drankcontainer volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een zich enigszins binnenwaarts uitstrekkend halsdeel, waardoor de totale 25 hoogte van de drankcontainer wordt beperkt. Voorts kan een drankcontainer worden toegepast die op afstand van de afgifte-opening 43 is voorzien van een vulopening, bijvoorbeeld nabij de onderzijde van de drankcontainer'. Hierdoor kan de drankcontainer reeds voorafgaand aan het 30 vullen worden samengesteld, waarbij het zegelmembraan integraal met de drankcontainer kan zijn gevormd. In de wand van de drankcontainer kunnen vervormingszones zijn opgenomen, bijvoorbeeld facetvormige, ring- of strookvormige vlakken die er tijdens gebruik zorg voor 35 dragen dat de drankcontainer een voorkeursrichting voor samendrukken heeft onder invloed van in de drukkamer 1.006349 31 opgebouwde druk. Hierdoor kan het samendrukken van de drankcontainer in een voorkeursrichting worden bewerkstelligd. Voorts kunnen bijvoorbeeld verschillende delen worden geïntegreerd, zoals de primaire en secundaire 5 dop of het eerste koppeldeel, het verbindingsdeel en het tweede koppeldeel. Alhoewel slechts een tapinrichting is getoond voor het opnemen van één drankcontainer zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij twee of meer drankcontainers bij voorkeur naast elkaar in één of 10 meerdere drukkamers in dezelfde tapinrichting zijn opgenomen. De mate van leegdrukken van elke drankcontainer zal daarbij tijdens gebruik worden bepaald door de druk in de of elke drukkamer en de mate van afname van drank uit elk der containers.
15 Uiteraard kunnen naast of in plaats van een drukmedium mechanische drukmiddelen worden toegepast voor het ten minste ondersteunen van het samendrukken van de drankcontainer of het verplaatsen van een membraan in een membraanfust. Bij toepassing van een beschreven 20 onvervormbaar fust kan het membraan zakvormig zijn uitgevoerd en aan, althans nabij het halsdeel aan de drankcontainer zijn bevestigd.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
1 00 63 4 9

Claims (34)

1. Samenstel van een tapinrichting en een container voor via de tapinrichting af te geven fluïdum, in het bijzonder bier of frisdrank, waarbij afgiftemiddelen zijn voorzien voor het fluïdum, waarbij in de tapinrichting een 5 drukkamer is voorzien waarin de container zich tijdens gebruik althans gedeeltelijk uitstrekt, waarbij drukmiddelen zijn voorzien voor het in de drukkamer voeren van een drukmedium voor het via de afgiftemiddelen uit de container drukken van het fluïdum zonder dat het drukmedium 10 in contact komt met het fluïdum, met het kenmerk, dat de drukruimte tijdens gebruik althans gedeeltelijk wordt bepaald en naar de omgeving wordt afgesloten door een sluitdeel van de container, op afstand van de afgifteopening van de container en waarbij de 15 afgifteopening van de container zich buiten de drukkamer bevindt.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het sluitdeel een kraagvormig deel omvat en zich op afstand van de vul- en/of afgifteopening rond de container 20 uitstrekt, welk kraagvormig deel afsluitend opneembaar is in de tapinrichting.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de container fles- of fustvormig is, voorzien van een schouderdeel waarin ten minste de afgifteopening is 25 opgenomen, waarbij het sluitdeel zich nabij de van de afgifteopening afgekeerde langsrand van het schouderdeel uitstrekt.
4. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het sluitdeel vast is verbonden met de 30 container, in het bijzonder daarmee integraal is vervaardigd.
5. Samenstel volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het sluitdeel is opgenomen in een opzetdeel 1 006949 dat op, althans rond een de afgifteopening omgevend deel van de container, in het bijzonder een halsdeel daarvan bevestigbaar is.
6. Samenstel volgens een der conclusies 1-4, met het 5 kenmerk, dat de container door de tijdens gebruik in de drukkamer opgebouwde druk in hoofdzaak niet vervormbaar is, waarbij de drukkamer althans gedeeltelijk is opgenomen in de container en waarbij binnen de container ten minste een door de opgebouwde druk vervormbaar deel een 10 opslagcompartiment voor het af te geven fluïdum scheidt van de drukkamer.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het vervormbare deel membraanvormig is.
8. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 15 het vervormbare deel zak- of flesvormig is, waarbij ten minste een kraagdeel van het vervormbare deel met de container is verbonden, bij voorkeur in of nabij de afgifte-opening.
9. Samenstel volgens één der conclusies 6-8, met het 20 kenmerk, dat in de buitenzijde van de container ten minste één doorlaatopening voor een drukfluïdum is voorzien welke de drukkamer in de container verbindt met de omgeving.
10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ten minste ene doorlaatopening zich nabij het boveneinde 25 van de container, althans op afstand van de bodem daarvan bevindt.
11. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de container door de tijdens gebruik in de drukkamer opgebouwde druk althans bij geopende afgiftemiddelen 30 vervormbaar, bij voorkeur althans in hoofdzaak geheel samendrukbaar is, waarbij ten minste het sluitdeel en bij voorkeur het opzetdeel door de opgebouwde druk althans zodanig onvervormbaar is dat de afdichtende werking daarvan behouden blijft.
12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de container binnen het opzetdeel vervormbaar is. 1 00 69 4 9
13. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container dunwandig, zelfdragend is vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een thermoplastische polymeer, meer in het bijzonder PEN, bij 5 voorkeur een combinatie van PEN en PET.
14. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container is voorzien van een met de afgifteopening in verbinding staande of te brengen, relatief vast met de container verbonden buisvormig 10 afgiftemiddel dat tijdens gebruik contact verhindert tussen het af te geven fluïdum en de verdere afgiftemiddelen.
15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het buisvormige afgiftemiddel althans gedeeltelijk flexibel, slangvormig is, zodanig dat dit relatief 15 eenvoudig elastisch kan worden dichtgedrukt.
16. Samenstel volgens één der conclusies 14 of 15, met het kenmerk, dat ten minste het vrije einde van het buisvormig afgiftemiddel zich tijdens gebruik buiten de afgifteinrichting uitstrekt, waarbij het afgiftemiddel 20 althans gedeeltelijk is opgenomen in een klemmechanisme waarmee de doorgang in het afgiftemiddel naar wens kan worden vrijgegeven of worden afgesloten, waarbij de tapinrichting zodanig is uitgevoerd dat na gebruik het afgiftemiddel uit het klemmechanisme kan worden genomen en 25 met de container kan worden weggevoerd.
17. Samenstel volgens één der conclusies 14 - 16, met het kenmerk, dat het buisvormig afgiftemiddel is voorzien van een aangrijpmiddel waarmee althans het vrije einde daarvan tot op afstand van de afgifteopening kan worden 30 gebracht.
18. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container in gevulde toestand, voorafgaand aan gebruik, is voorzien van doorboorbare zegelmiddelen in of nabij de afgifteopening, waarbij 35 middelen zijn voorzien voor het doorboren van de zegelmiddelen tijdens of na het aanbrengen van een overdruk '1 00 6949 in de drukkamer, welke doorboringsmiddelen daarbij de binnenruimte van de container in verbinding brengen met een afgiftekanaal voor het fluïdum.
19. Samenstel volgens conclusie 18 en één der conclusies 5 14 - 17, met het kenmerk, dat het buisvormig afgiftemiddel ten minste de doorboringsmiddelen en het afgiftekanaal omvat.
20. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container binnen de tapinrichting op 10 enige afstand door een wand van de drukkamer wordt omgeven, waarbij het sluitdeel bij drukloze drukkamer enigszins vrij ligt van de daarmee samenwerkende sluitmiddelen, aangebracht in de tapinrichting, waarbij het sluitdeel bij drukopbouw in de drukkamer tegen de samenwerkende 15 sluitmiddelen van de tapinrichting wordt aanbewogen voor het verder afsluiten van de drukkamer.
21. Samenstel volgens conclusie 20 en één der conclusies 18 of 19, met het kenmerk, dat tijdens de beweging van de container tegen de samenwerkende sluitmiddelen de 20 doorboringsmiddelen door de zegelmiddelen worden gedwongen.
22. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tapinrichting een vatvormig eerste deel omvat met een daarop bij voorkeur scharnierbaar bevestigd dekseldeel, waarbij de container ongeveer rechtstandig in 25 het eerste deel plaatsbaar is onder vorming van de drukkamer, waarbij het dekseldeel over de container sluitbaar is en waarbij drukbeveiligingsmiddelen zijn voorzien om openen van het dekseldeel te verhinderen zolang de druk in de drukkamer hoger is dan ongeveer de 30 omgevingsdruk en waarbij de container naar de omgeving toe afgesloten blijft totdat de eerste maal de druk in de drukkamer rond en/of in de container tot boven de omgevingsdruk is opgevoerd.
23. Werkwijze voor het tappen van drank, in het 35 bijzonder een koolzuurhoudende drank zoals bier of koolzuurhoudende frisdranken, waarbij: 1006949 de drank in een afgesloten container in een bakvormig deel van een tapinrichting wordt geplaatst, waarbij de container is voorzien van een afgifteopening en een op afstand de afgifteopening omgevend 5 afsluitdeel dat afsluitend tegen het bakvormig deel wordt aangelegd onder vorming van een drukkamer, ten minste tussen de container, de binnenwand van het bakvormig deel en het afsluitdeel, waarbij een vrij einde van een met de container 10 nabij de afgifteopening verbonden, althans gedeeltelijk relatief flexibel buisvormig afgiftemiddel tot buiten de tapinrichting wordt bewogen, waarna een dekseldeel over de container wordt gesloten en wordt vastgezet, 15. waarbij het zich buiten de tapinrichting uitstrekkende deel van het buisvormige afgiftemiddel in een kleminrichting wordt geplaatst waarmee naar wens de doorgang in het afgiftemiddel kan worden geopend en kan worden afgesloten, 20. waarbij met behulp van drukmiddelen de druk in de drukkamer wordt opgevoerd, waarna het inwendige van de container in vrije verbinding wordt gebracht met de omgeving, ten minste met behulp van de kleminrichting, 25. waarbij door verkleinen van ten minste het drank bevattende deel van de container onder invloed van de drukopbouw althans een deel van de drank door het buisvormig afgiftemiddel naar de omgeving wordt weggevoerd.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat 30 tijdens of voorafgaand aan het in open verbinding brengen van het inwendige van de container met de omgeving, antiseptisch afsluitende zegelmiddelen door doorboringsmiddelen worden doorboord, bij voorkeur door doorboringsmiddelen op het buisvormige afgiftemiddel en 35 onder invloed van de drukopbouw in de drukkamer. 1 006949
25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de container bij drukopbouw in de kamer relatief ten opzichte van de doorboringsmiddelen wordt bewogen, zodanig dat de doorboringsmiddelen door de zegelmiddelen worden 5 gedwongen.
26. Werkwijze volgens één der conclusies 23 - 25, met het kenmerk, dat als container een samendrukbare container wordt toegepast, waarbij het afsluitdeel op een ten opzichte van de container relatief stijf opzetdeel is 10 aangebracht, waarbij de container tijdens de drukopbouw in de drukkamer, onder afgifte van de drank, in het opzetdeel wordt samengedrukt.
27. Werkwijze volgens één der conclusies 23 - 25, met het kenmerk, dat als container een relatief stijve 15 container wordt toegepast, voorzien van een opslagcompartiment en ten minste een gedeelte van de drukkamer, gescheiden door een flexibel membraanmiddel, waarbij door opvoeren van de druk in de drukkamer het membraanmiddel althans gedeeltelijk in de richting van de 20 afgifteopening wordt gedwongen, onder verdringing van de drank uit het kleiner wordende opslagcompartiment.
28. Container voor gebruik in een samenstel volgens één der conclusies 1 - 22 of een werkwijze volgens één der conclusies 23 - 27.
29. Container volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de container is vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder PEN en bij voorkeur een combinatie van PET en PEN, welke container is ingericht voor het opslaan van bier, in het bijzonder lager, met een C02 gehalte van meer dan 3 g/kg, 30 in het bijzonder meer dan 4,5 g/kg, waarbij de container een inhoud heeft van 2 liter of meer, bij voorkeur een inhoud van ten minste 4 liter.
30. Container volgens conclusie 28 of 29, met het kenmerk, dat in de wand van de container vervormingszones 35 zijn aangebracht voor het onder invloed van externe druk in een voorkeursrichting doen samendrukken van althans een .1 00 69 4 9 gedeelte van de container in ten minste radiale richting, bij voorkeur in axiale richting en/of in radiale richting.
31. Container volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de container een tijdens gebruik in hoofdzaak niet te 5 vervormen wand heeft, waarbij binnen de container een zak-of flesvormig opslagcompartiment is opgenomen dat samendrukbaar is en ten minste in of nabij de afgifte-opening van de container is vastgezet, waarbij ten minste de wand van het opslagcompartiment in hoofdzaak 10 zuurstofdicht is.
32. Tapinrichting voor gebruik in een samenstel volgens één der conclusies 1 - 22 of een werkwijze volgens één der conclusies 23 - 27.
33. Gebruik van een container volgens één der conclusies 15 28 - 31 en/of een tapinrichting volgens conclusie 28 in een samenstel volgens één der conclusies 1 - 22 of een werkwijze volgens één der conclusies 23 - 27.
34. Opzetdeel voor gebruik in een samenstel volgens één der conclusies 5-22, een werkwijze volgens één der 20 conclusies 23 - 27, bij een container volgens één der conclusies 28 - 31 of bij een tapinrichting volgens conclusie 32. 1 006949
NL1006949A 1997-09-04 1997-09-04 Thuistap. NL1006949C2 (nl)

Priority Applications (38)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006949A NL1006949C2 (nl) 1997-09-04 1997-09-04 Thuistap.
UA2000041868A UA57806C2 (uk) 1997-09-04 1998-04-09 Пристрій для зберігання і видачі пива та інших газованих напоїв (варіанти ) , спосіб для його здійснення і контейнер та видачний пристрій для використання в пристрої
ZA988060A ZA988060B (en) 1997-09-04 1998-09-03 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
PL98339086A PL189001B1 (pl) 1997-09-04 1998-09-04 Zespół urządzenia rozlewającego napój i pojemnikado przechowywania napoju, sposób rozlewania napoju oraz pojemnik tego zespołu i urządzenie rozlewające tego zespołu
CN98811606A CN1113035C (zh) 1997-09-04 1998-09-04 用于储存和分配饮料的组件及导出饮料的方法
US09/486,937 US6375048B1 (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
EEP200000118A EE04523B1 (et) 1997-09-04 1998-09-04 Seadmestik, mahuti, v„ljalaskeseade ja pealekinnituv osa ning meetod vedelike, eriti älle ja teistejookide hoidmiseks ja v„ljastamiseks
MYPI98004042A MY121312A (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
ARP980104423A AR015719A1 (es) 1997-09-04 1998-09-04 Conjunto de un dispositivo de extraccion y de un contenedor para fluidos, contenedor y metodo para extraer bebida
PCT/NL1998/000508 WO1999011563A1 (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
AT98941922T ATE219754T1 (de) 1997-09-04 1998-09-04 Vorrichtung zum lagern und abgeben von bier und anderen co2 enthaltenden getränken
CZ20000647A CZ301666B6 (cs) 1997-09-04 1998-09-04 Sestava pro skladování a cepování nápoju a zpusob cepování nápoje
BR9811625-8A BR9811625A (pt) 1997-09-04 1998-09-04 Instalação de um dispositivo de retirada e um recipiente para fluido, processo para retirar bebida, em particular uma bebida carbonatada, tal como cerveja ou refrigerantes carbonatados, recipiente, dispositivo de retirada, uso destes, parte de encaixe, e, instalação e processo para armazenar e ministrar cerveja e outras bebidas preferivelmente carbonatadas
APAP/P/2000/001750A AP1249A (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing dispensing beer and other carbonated beverages.
KR10-2000-7002346A KR100532205B1 (ko) 1997-09-04 1998-09-04 맥주와 다른 탄산음료를 저장 및 분배하는 조립체
DE69806249T DE69806249T2 (de) 1997-09-04 1998-09-04 Vorrichtung zum lagern und abgeben von bier und anderen co2 enthaltenden getränken
IDW20000613A ID24881A (id) 1997-09-04 1998-09-04 Susunan untuk menyimpan dan mendispersikan bir dan minuman-minuman berkarbonat lainnya
SK311-2000A SK287666B6 (sk) 1997-09-04 1998-09-04 Zostava na skladovanie a čapovanie nápojov, spôsob čapovania nápojov a použitie
TR2000/00583T TR200000583T2 (tr) 1997-09-04 1998-09-04 Bira ve diğer gazlı içeceklerin depolanması ve dağıtımı için bir düzenek.
NL1010015A NL1010015C2 (nl) 1997-09-04 1998-09-04 Samenstel voor het opslaan en afgeven van bier en andere koolzuurhoudende dranken.
EA200000283A EA001846B1 (ru) 1997-09-04 1998-09-04 Устройство для хранения и выдачи пива и других газированных напитков
EP98941922A EP1003686B1 (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
NZ503021A NZ503021A (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
CA002303816A CA2303816C (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
AU90078/98A AU757245B2 (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
IL13483298A IL134832A0 (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
YUP-121/00A RS49835B (sr) 1997-09-04 1998-09-04 Sklop za skladištenje i istakanje pića, a naročito piva i drugih pića koja sadrže ugljendioksid, posuda i montažni deo za primenu u ovom sklopu, postupak i uredjaj za točenje pića
CU20000042A CU23060A3 (es) 1997-09-04 1998-09-04 Unidad para almacenar y para despachar cerveza y otras bebidas carbonatadas
HU0003570A HU229325B1 (hu) 1997-09-04 1998-09-04 Szerkezeti egység, amely megcsapoló szerkezetbõl és folyadék tartályból áll, folyadék, különösen sör vagy üdítõitalok számára
GEAP19985287A GEP20043218B (en) 1997-09-04 1998-09-04 Assembly for Storing and Dispensing Beer and Other Carbonated Beverages
JP2000508613A JP4563576B2 (ja) 1997-09-04 1998-09-04 ビール及び他の炭酸飲料を貯蔵並びに液出しするためのアセンブリー
IS5392A IS1915B (is) 1997-09-04 2000-03-01 Samsett eining til að geyma og skammta bjór og aðra kolsýrða drykki
OA1200000061A OA11328A (en) 1997-09-04 2000-03-02 Assembly for storing and dispensing beer and othercarbonated beverages.
NO20001101A NO322274B1 (no) 1997-09-04 2000-03-03 Sammenstilling for lagring og utporsjonering av ol og andre kullsyreholdige drikkevarer
HR20000121A HRP20000121B1 (en) 1997-09-04 2000-03-03 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
BG104277A BG64044B1 (bg) 1997-09-04 2000-03-28 Устройство за съхраняване и наливане на бира и други газирани напитки
HK00106181A HK1027082A1 (en) 1997-09-04 2000-09-28 Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
JP2009239879A JP2010047322A (ja) 1997-09-04 2009-10-16 ビール及び他の炭酸飲料を貯蔵並びに液出しするためのアセンブリー

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006949A NL1006949C2 (nl) 1997-09-04 1997-09-04 Thuistap.
NL1006949 1997-09-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006949C2 true NL1006949C2 (nl) 1999-03-05

Family

ID=19765618

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006949A NL1006949C2 (nl) 1997-09-04 1997-09-04 Thuistap.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1006949C2 (nl)
ZA (1) ZA988060B (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1783092A2 (en) 1998-07-15 2007-05-09 Heineken Supply Chain B.V. Valve assembly for a beverage container, container for beverage and method for filling and emptying a beverage container
WO2007108683A1 (en) 2006-03-20 2007-09-27 Heineken Supply Chain B.V. Beverage container and assembly of such a container and a tapping device
WO2018009065A1 (en) 2016-07-05 2018-01-11 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
WO2018212660A1 (en) 2017-05-19 2018-11-22 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
WO2018212659A1 (en) 2017-05-19 2018-11-22 Heineke Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2159583A (en) * 1984-05-30 1985-12-04 Kelvin Dawes Liquid dispensing apparatus
EP0377195A1 (en) * 1989-01-06 1990-07-11 Joseph Feldmann Beverage dispensing device
EP0389191A1 (en) * 1989-03-21 1990-09-26 Lambrechts N.V. Container for liquids
WO1991012196A1 (en) * 1990-02-06 1991-08-22 A.G. (Patents) Limited Beverage containers and methods of dispensing beverages
WO1992012926A1 (en) * 1991-01-23 1992-08-06 Continental Pet Technologies, Inc. Multilayer bottle with separable inner layer and method of forming same

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2159583A (en) * 1984-05-30 1985-12-04 Kelvin Dawes Liquid dispensing apparatus
EP0377195A1 (en) * 1989-01-06 1990-07-11 Joseph Feldmann Beverage dispensing device
EP0389191A1 (en) * 1989-03-21 1990-09-26 Lambrechts N.V. Container for liquids
WO1991012196A1 (en) * 1990-02-06 1991-08-22 A.G. (Patents) Limited Beverage containers and methods of dispensing beverages
WO1992012926A1 (en) * 1991-01-23 1992-08-06 Continental Pet Technologies, Inc. Multilayer bottle with separable inner layer and method of forming same

Cited By (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1783092A2 (en) 1998-07-15 2007-05-09 Heineken Supply Chain B.V. Valve assembly for a beverage container, container for beverage and method for filling and emptying a beverage container
DE29925008U1 (de) 1998-07-15 2008-08-28 Heineken Supply Chain B.V. Ventilarmatur für Getränkebehälter, Getränkebehälter zum Füllen und Entleeren eines Getränkebehälters
WO2007108683A1 (en) 2006-03-20 2007-09-27 Heineken Supply Chain B.V. Beverage container and assembly of such a container and a tapping device
WO2018009065A1 (en) 2016-07-05 2018-01-11 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
US11358852B2 (en) 2016-07-05 2022-06-14 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
US11565928B2 (en) 2016-07-05 2023-01-31 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
WO2018212660A1 (en) 2017-05-19 2018-11-22 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
WO2018212659A1 (en) 2017-05-19 2018-11-22 Heineke Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container
US11591202B2 (en) 2017-05-19 2023-02-28 Heineken Supply Chain B.V. Beverage dispensing assembly and beverage container

Also Published As

Publication number Publication date
ZA988060B (en) 1999-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2303816C (en) Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
CA2337044C (en) Valve assembly for a beverage container, container for beverage and method for filling and emptying a beverage container
NL1019562C2 (nl) Klepsamenstel voor gebruik bij drankafgifte.
EP1798194B1 (en) A method for producing a beverage dispenser
WO2018225109A1 (en) Set of preforms for making a container, container and method
NL1006949C2 (nl) Thuistap.
EP3634706B1 (en) Container and method of manufacture of the container and use
NL1010015C2 (nl) Samenstel voor het opslaan en afgeven van bier en andere koolzuurhoudende dranken.
AU2003204060B2 (en) Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
MXPA00002248A (en) Assembly for storing and dispensing beer and other carbonated beverages
UA57806C2 (uk) Пристрій для зберігання і видачі пива та інших газованих напоїв (варіанти ) , спосіб для його здійснення і контейнер та видачний пристрій для використання в пристрої

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040401