NL1006466C1 - Verbeterde werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. - Google Patents
Verbeterde werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1006466C1 NL1006466C1 NL1006466A NL1006466A NL1006466C1 NL 1006466 C1 NL1006466 C1 NL 1006466C1 NL 1006466 A NL1006466 A NL 1006466A NL 1006466 A NL1006466 A NL 1006466A NL 1006466 C1 NL1006466 C1 NL 1006466C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- gas
- space
- anesthetic
- supply
- segment
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 40
- 241000283690 Bos taurus Species 0.000 title claims description 33
- 238000003307 slaughter Methods 0.000 title claims description 13
- 239000007789 gas Substances 0.000 claims description 216
- 230000003444 anaesthetic effect Effects 0.000 claims description 86
- 244000144972 livestock Species 0.000 claims description 17
- 239000000203 mixture Substances 0.000 claims description 14
- QVGXLLKOCUKJST-UHFFFAOYSA-N atomic oxygen Chemical compound [O] QVGXLLKOCUKJST-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 7
- 239000001301 oxygen Substances 0.000 claims description 7
- 229910052760 oxygen Inorganic materials 0.000 claims description 7
- 206010002091 Anaesthesia Diseases 0.000 claims description 6
- 230000037005 anaesthesia Effects 0.000 claims description 6
- 244000144977 poultry Species 0.000 claims description 4
- 210000001015 abdomen Anatomy 0.000 claims description 3
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Chemical compound O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 3
- 210000000481 breast Anatomy 0.000 claims description 2
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 description 12
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 11
- 230000008569 process Effects 0.000 description 11
- 239000003570 air Substances 0.000 description 9
- 241000282887 Suidae Species 0.000 description 6
- 239000012080 ambient air Substances 0.000 description 6
- 235000013372 meat Nutrition 0.000 description 6
- 241000446313 Lamella Species 0.000 description 5
- 239000003994 anesthetic gas Substances 0.000 description 4
- 230000001143 conditioned effect Effects 0.000 description 3
- 235000013594 poultry meat Nutrition 0.000 description 3
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 3
- 210000003746 feather Anatomy 0.000 description 2
- 238000003908 quality control method Methods 0.000 description 2
- 206010003497 Asphyxia Diseases 0.000 description 1
- 206010010904 Convulsion Diseases 0.000 description 1
- 206010013789 Dry throat Diseases 0.000 description 1
- 241000287828 Gallus gallus Species 0.000 description 1
- 208000027418 Wounds and injury Diseases 0.000 description 1
- 235000015278 beef Nutrition 0.000 description 1
- 230000003851 biochemical process Effects 0.000 description 1
- 238000007664 blowing Methods 0.000 description 1
- 230000001914 calming effect Effects 0.000 description 1
- 210000000038 chest Anatomy 0.000 description 1
- 235000013330 chicken meat Nutrition 0.000 description 1
- 238000004891 communication Methods 0.000 description 1
- 230000003750 conditioning effect Effects 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 230000001276 controlling effect Effects 0.000 description 1
- 230000036461 convulsion Effects 0.000 description 1
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 1
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 1
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 1
- 230000001627 detrimental effect Effects 0.000 description 1
- -1 for example Substances 0.000 description 1
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 1
- 238000002347 injection Methods 0.000 description 1
- 239000007924 injection Substances 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 238000000275 quality assurance Methods 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
- 230000000087 stabilizing effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
- A22B3/005—Slaughtering or stunning by means of gas
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
- Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
Description
VERBETERDE WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET MET GAS VERDOVEN VAN SLACHTVEE
De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde werkwijze en inrichting voor het met behulp van gas verdoven van slachtvee door het te verdoven vee door een gasgevulde verdovingsruimte te voeren.
5 Alvorens het vee geslacht wordt is het gebruikelijk het vee te verdoven. Verdoven kan bijvoorbeeld door middel van electroshock of met behulp van een verdovingsgas. Het is bekend om vee met behulp van C02 te verstikken in een tunnel, bad of lager gelegen ruimte (de 10 soortelijke massa van C02 is immers groter dan de soortelijke massa van lucht). Het overgangsgebied van normale atmosferische omstandigheden naar de geconditioneerde verdovingsomgeving is relatief lang. Dit wil zeggen dat het verdovingsproces geleidelijk aanvangt. 15 Een nadeel hiervan is dat het verdovingsproces relatief lang duurt, hetgeen een groter ruimtebeslag vergt. Bovendien windt het slachtvee zich tijdens dit aanlooptraject op, hetgeen nadelig is voor de uiteindelijke kwaliteit van het vlees en resulteert in 20 een weinig diervriendelijk slachtproces.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een inrichting en werkwijze te verschaffen waarmee slachtvee met behulp van gas snel verdoofd kan worden waarbij het vee zich minder opwindt hetgeen resulteert in een betere 25 vleeskwaliteit.
Een ander voordeel van een beheerste gassamenstelling bij het verdoven van het slachtvee is dat het biochemisch proces dat zich in de dieren voltrekt beter beheerst is, hetgeen leidt tot een betere 100 e 4 6 6 2 beheersing en zelfs sturing van de vleeskwaliteit van het geslachte vee.
De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een werkwijze overeenkomstig conclusie 1. Daarbij wordt bij 5 voorkeur het uit de verdovingsruimte afgevoerde gas teruggevoerd in de ruimte door de gastoevoer. Nog meer bij voorkeur wordt daarbij aan het afgevoerde en weer terug te voeren gas een gas toegevoegd voor het conditioneren van het toe te voeren gas. Door de 10 · gedwongen gastoevoer en gasafvoer is het mogelijk een relatief abrupte overgang te creëren van atmosferische omstandigheden naar geconditioneerde verdovingsomstandigheden. Een dergelijke abrupte overgang heeft tot gevolg dat het verdovingsproces ook abrupt zal 15 aanvangen, hetgeen het totale verdovingsproces verkort. Dit resulteert in minder stress bij het te slachten vee en daardoor een verbeterde vleeskwaliteit plus een diervriendelijker verdoving. Om het gasverbruik te beperken is het zinvol het uit de verdovingsruimte 20 afgevoerde gas opnieuw te gebruiken door dit weer terug te voeren in de verdovingsruimte. In de praktijk zal het afgevoerde gas een andere samenstelling kennen dan de optimale gassamenstelling van het toe te voeren gas. Het afgevoerde gas zal ten opzichte van het toegevoerde gas 25 immers zijn vermengd met omgevingslucht en door het vee afgegeven gassen. Om bij hergebruik van het afgevoerde gas de kwaliteit van het verdovingsproces te beheersen wordt er bij voorkeur gas toegevoegd aan het afgevoerde gas alvorens het weer wordt teruggevoerd in de 30 verdovingsruimte.
Bij voorkeur wordt een door de gastoevoer en gasafvoer opgewekte gasstroom met zodanige snelheid door de verdovingsruimte gevoerd, dat de gassamenstelling in de verdovingsruimte in hoofdzaak homogeen is. Nog meer 35 bij voorkeur is de stroomsnelheid van de gasstroom in de verdovingsruimte ten minste een factor 2 groter dan de snelheid waarmee het vee door de verdovingsruimte wordt gevoerd. Omdat het in de verdovingsruimte gevoerde gas 100 6 46 6 3 doorgaans uit een mengsel bestaat en omdat dit mengsel in de verdovingsruimte lokaal kan worden vermengd met andere gassen, zoals bijvoorbeeld met het vee meegevoerde omgevingslucht of door het vee afgegeven gassen, bestaat 5 er het gevaar van inhomogene gassamenstelling in de verdovingsruimte. Door de gasstroom in de verdovingsruimte nu met voldoende grote snelheid te laten plaatsvinden zal de gassamenstelling in hoofdzaak homogeen blijven, hetgeen een kwaliteitsbeheersing van 10 -het verdovingsproces mogelijk maakt. In de praktijk blijkt dat, wanneer de gasstroom in de verdovingsruimte ten minste een factor 2 groter is dan de transportsnelheid van het vee, bij gangbare transportsnelheden van het vee, de gewenste homogeniteit 15 van het gas in de verdovingsruimte kan worden verkregen.
Bij voorkeur is de richting van de gasstroom tegengesteld aan de transportrichting van het slachtvee door de verdovingsruimte. Op deze wijze kan worden voorkomen dat met het slachtvee in de verdovingsruimte de 20 lucht met de gasstroom wordt meegevoerd. Door de tegengestelde stromingsrichting van het gas aan de transportrichting van het vee zal deze omgevingslucht niet, of over slechts zeer beperkte afstand, in de verdovingsruimte kunnen treden in de nabijheid van de 25 toevoeropening voor het slachtvee. Tevens is de regeling van de gassamenstelling in de verdovingsruimte relatief eenvoudig met behulp van het tegenstelprincipe. Tenslotte kan op relatief eenvoudige wijze voldoende groot relatief snelheidsverschil worden gerealiseerd tussen de gasstroom 30 en het getransporteerde vee.
Opgemerkt wordt, dat de gasstroom ook dezelfde richting kan hebben als de transportrichting van het vee.
Voor een automatische kwaliteitsbeheersing van het gas in de verdovingsruimte wordt bij voorkeur de 35 kwaliteit van het afgevoerde, toe te voeren of toegevoerde gas gemeten en wordt het volume van het te toe te voegen gas bepaald afhankelijk van de gemeten gassamenstelling. De sturing van de kwaliteit en/of het 100 6 4 6 6 4 volume toe te voegen gas kan dus zowel feedback als feedforward plaatsvinden, daarbij bestaat een voorkeur voor een feedforwardsturing omdat een dergelijk systeem in principe zonder vertraging kan bij sturen.
5 Bij voorkeur wordt gas vanuit een gasbuffer in de verdovingsruimte gevoerd en wordt uit de verdovingsruimte afgezogen gas in de gasbuffer gevoerd. Het volume van de gasbuffer vangt ten minste de helft van het totale systeemvolume. Nog meer bij voorkeur vormt de buffer ten 10 'minste 60 % van het totale systeemvolume waarin de buffer is opgenomen. De gasbuffer maakt een verdovingssysteem meer stabiel in het gebruik, hetgeen wil zeggen dat verontreinigende gasstromen de gewenste gasconcentraties slechts beperkt beïnvloeden. Bij deze verontreinigende 15 gasstromen dient gedacht te worden aan met de te verdoven dieren in het systeem gevoerde buitenlucht, door de te verdoven dieren uitgeademde lucht, etc.
Bij voorkeur is de hoek waaronder het gas in de verdovingsruimte wordt gevoerd instelbaar. Nog meer bij 20 voorkeur is de hoek zodanig ingesteld dat de gasdruk aan de van de gasafvoer afgekeerde zijde van de gastoevoer zodanig is dat er geen valse lucht wordt aangezogen. Door aldus gas toe te voeren kan met behulp van bijvoorbeeld een beperkte gasoverdruk worden voorkomen dat 25 bijvoorbeeld buitenlucht in het verdovingssysteem wordt aangezogen. Één en ander leidt tot een beter beheersbare gaskwaliteit in het verdovingssysteem en dientengevolge tot een verbeterde beheersbaarheid van het verdovingsproces.
30 In een andere voorkeurswerkwijze is de verdovingsruimte ten minste opgedeeld in twee segmenten, door welke segmenten het vee achtereenvolgens gevoerd wordt, en aan ieder segment afzonderlijk gas toegevoerd en afgevoerd wordt. In de afzonderlijke segmenten wordt 35 bij voorkeur een onafhankelijke gascirculatie gerealiseerd. Daarbij kan de kwaliteit van de gassen in de opeenvolgende segmenten van de verdovingsruimte van elkaar verschillen, waarbij het eerste te doorlopen 100 6 4 6 6 5 segment een gas met een overmaat aan zuurstof kan bevatten. Het tweede te doorlopen segment bevat bij voorkeur 5 a 15 volumeprocent zuurstof. Door het in ten minste twee fasen verdoven van het vee is het mogelijk 5 het vee allereerst snel en zonder convulsies en dus zonder stress licht te verdoven om vervolgens deze lichte verdoving om te zetten in een diepe verdoving. Een snelle en minder diepe verdoving kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een verdovingsgas te mengen met een 10 -overmaat aan zuurstof, hetgeen betekent een grotere concentratie zuurstof dan in de atmosfeer. Voor het in het tweede segment verstikken van het vee is aldaar een zuurstofvolume van 5-15 % gewenst. Zowel tijdens een eerste faseverdoving als tijdens een tweede fase van de 15 verdoving is er een overmaat van C02 in de verdovingsruimte aanwezig, dat wil zeggen bijvoorbeeld een C02~gehalte van 60 tot 90 volumeprocent. Een dergelijke C02 overmaat leidt tot de gewenste verstikking zonder afbreuk te doen aan de vleeskwaliteit.
20 De toevoerhoek van het gas in het tweede te doorlopen segment is bij voorkeur zodanig dat de gasdruk aan de van de gasafvoer afgekeerde zijde van de gastoevoer in hoofdzaak overeenkomt met de gasdruk buiten de verdovingsruimte. Aldus wordt voorkomen dat 25 buitenlucht wordt aangezogen in het tweede segment maar tevens wordt voorkomen dat verdovingsgas in de omgevingslucht wordt geblazen hetgeen de werkwijze nodeloos kostbaar zou maken. Een ander voordeel van het niet in de omgevingslucht blazen van verdovingslucht is 30 dat er minder risico is voor bedienend personeel.
De toevoerhoek van het gas in het eerste te doorlopen segment is bij voorkeur zodanig dat de gasdruk aan de van de gasafvoer afgekeerde zijde van de gastoevoer kleiner is dan de gasdruk in een ruimte tussen 35 eerste en tweede te doorlopen segment. Hierdoor zal gas uit de tussenruimte worden aangezogen in het eerste te doorlopen segment. "Overloop"-gassen vanuit het tweede te doorlopen segment zullen dus niet aan het uiteinde ervan 100 6 4 6 6 6 in de omgeving verdwijnen maar worden aangezogen in het eerste te doorlopen verdovingssegment en gaan dus niet verloren. De "overloop"-gassen vanuit het tweede segment worden immers nuttig aangewend in het eerste te doorlopen 5 verdovingssegment.
In weer een andere voorkeursuitvoering van de werkwijze wordt aan de verdovingsruimte waterdamp toegevoerd. Om te voorkomen dat het vee in de verdovingsruimte een droge keel krijgt, hetgeen tot 10 · stress leidt, kan er waterdamp aan een verdovingsruimte worden toegevoerd. Ook deze maatregel draagt bij tot een diervriendelijke verdoving met weinig stress, hetgeen tevens leidt tot een verhoogde vleeskwaliteit.
De uitvinding omvat tevens een inrichting voor het 15 met behulp van gas verdoven van slachtvee zoals beschreven in conclusie 20. Daarbij is de gastoevoer bij voorkeur door middel van een circulatiesysteem met een gasafvoer verbonden. Tevens omvat de inrichting bij voorkeur een meetinrichting voor het meten van de 20 gaskwaliteit. De voordelen van deze inrichting en voorkeursuitvoeringen daarvan zijn reeds bovengaand besproken. Ook het voordeel van het opnemen van een gasbuffer in het circulatiesysteem is reeds bovengaand besproken.
25 De verdovingsruimte is bij voorkeur hoofdzakelijk tunnelvormig. Een tunnelvormige ruimte heeft als belangrijk voordeel dat er zich relatief weinig gas in de verdovingsruimte kan bevinden. Bovendien kan op eenvoudige wijze een beheersbare gasstroom worden 30 gerealiseerd. Dit is in het bijzonder het geval wanneer de dwarsdoorsnede van de tunnelvormige ruimte is aangepast aan de afmetingen van het te verdoven vee.
Door de meetinrichting te koppelen met de gastoevoermiddelen voor de automatische regeling van de 35 kwaliteit van het toe te voeren gas kan een automatische kwaliteitsborging van de gaskwaliteit in de verdovingsruimte worden gerealiseerd zonder dat hiertoe enige arbeid is benodigd.
100 6 4 6 6 7
De voorkeursuitvoering van de inrichting waarbij in de verdovingsruimte op opeenvolgende posities langs de transporteur ten minste twee samenwerkende gastoevoer- en gasafvoercombinaties zijn geplaatst, voor het realiseren 5 van twee opeenvolgende segmenten in de verdovingsruimte met ieder een afzonderlijke gasregeling, maakt het mogelijk het verdovingsproces in meerdere delen op te splitsen. De voordelen van een gefaseerde verdoving zijn eveneens reeds bovengaand besproken.
10 In de toevoeropening zijn bij voorkeur richtmiddelen opgenomen voor instelling van de hoek waaronder het gas in de verdovingsruimte wordt gevoerd. De regelbare instroomhoek van het gas in de verdovingsruimte heeft als voordeel dat de gasdruk nabij de gastoevoeropening 15 beheersbaar is. Zoals reeds bovengaand besproken kan een gasdruk gewenst zijn die groter, kleiner of gelijk is aan de omgevingsluchtdruk. Dit kan worden gerealiseerd met behulp van de richtmiddelen.
De verdovingsruimte wordt aan de toevoerzijde of 20 afvoerzijde bij voorkeur begrensd door ten minste één uit verticale lameldelen samengesteld scherm. Ook de opeenvolgende segmenten van de verdovingsruimte kunnen bij voorkeur zijn gescheiden door ten minste één uit verticale lameldelen samengesteld scherm. Een dergelijk 25 scherm heeft als voordeel dat gasrestanten die zich bevinden in de vacht of het verenpakket van de te verdoven dieren tenminste gedeeltelijk verdrongen worden door de lamellen die een druk uitoefenen op de te verdoven dieren. Door de relatieve snelheid tussen de te 30 verdoven dieren en de hen omgevende atmosfeer zullen deze gasrestanten snel worden verwijderd zowel uit als van de vacht of het verenpakket. Tevens is gebleken dat hierdoor een kalmerende werking op de te verdoven dieren ontstaat. Aldus zal minder verontreinigd gas in het 35 verdovingssysteem gevoerd worden. Een ander voordeel van de lamelschermen is dat in het bijzonder pluimvee rustig wordt wanneer het door een dergelijk scherm wordt gevoerd.
100 6 4 6 6 8
Begrenzingen kunnen desgewenst behalve als door hierboven omschreven schermen ook op andere wijzen worden gerealiseerd bijvoorbeeld door een luchtscherm of door anderszins gasstroomprofielen of een scheidingswand met 5 een opening of met klapdeuren.
Wanneer de inrichting opeenvolgende verdovingssegmenten omvat zijn deze bij voorkeur met elkaar verbonden door een tussenruimte. Aldus zijn de afzonderlijke processtappen nadrukkelijk van elkaar 10 gescheiden, hetgeen de beheersbaarheid van beide afzonderlijke processen bevordert. Tevens fungeert de tussenruimte als een sluis tussen de afzonderlijke bewerkingsstappen, waardoor de gascirculatiesystemen in de afzonderlijke segmenten beter van elkaar zijn 15 gescheiden. Dit vermindert de vermenging van gassen uit de afzonderlijke segmenten.
Afhankelijk van het te slachten vee kan de transporteur zijn ingericht voor pluimveetransport of voor transport van grootvee. De beschreven werkwijze en 20 inrichting kunnen zowel worden toegepast voor het slachten van pluimvee van bijvoorbeeld kippen en voor het slachten van grootvee zoals bijvoorbeeld varkens en runderen. Het moge duidelijk zijn dat de dimensies van inrichting afhankelijk zijn van het te slachten vee. In 25 een voorkeursuitvoering van de transporteur bestaat deze uit een eindloze dragende transporteur, waarop draagelementen zijn bevestigd voor aangrijping van de borst en/of buik van het slachtvee, zodanig dat de poten langs de transporteur naar beneden hangen. Een dergelijke 30 transporteur is in het bijzonder geschikt voor grootvee en heeft als belangrijk voordeel dat het grootvee relatief rustig blijft tijdens transport over deze transporteur alvorens het in de verdovingsruimte wordt gevoerd. Een ander belangrijk voordeel van deze 35 transporteur is dat het oppervlak van een dwarsdoorsnede door de transporteur met het daarop gelegen vee relatief beperktf is. Dit verschaft de mogelijkheid een tunnelconstructie toe te passen met een relatief beperkte 100 6 46 6 9 doorgang, waardoor op eenvoudige wijze hogere stroomsnelheden kunnen worden verkregen.
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van het in navolgende figuren 5 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt driedimensionaal aanzicht op een verdovingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, en 10 figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede door een variant op de verdovingsinrichtin getoond in figuur 1.
Figuur 1 toont een inrichting 1 waarin varkens 2 overeenkomstig een pijl PI worden aangevoerd en op een eindloze dragende transporteur 3 worden geplaatst. De 15 eindloze transporteur 3 bevat daartoe aan de buitenzijde ervan gelegen draagelementen 4 die zijn ingericht voor aangrijping op de borst en/of buik van de varkens 2. De varkens 2 worden over een naar beneden hellend deel van de transporteur 3 in een eerste segment 5 van de 20 verdovingsruimte 6 gevoerd. In dit eerste segment 5 wordt gas ingebracht door een gastoevoer 7 en wordt gas afgevoerd door een gasafvoer 8. De gastoevoer 7 en gasafvoer 8 staan met behulp van een gascirculatiesysteem 9 met elkaar in verbinding. In het gascirculatiesysteem 25 is een meetinrichting 10 waarvan de gemeten waarde naar een centrale regelinrichting 11, bijvoorbeeld een computer, worden gevoerd. De regelinrichting 11 geeft vervolgens signalen af die worden doorgeleid naar een circulatiepomp 12, die eventueel is voorzien van een 30 bestuurbaar ventiel voor het naar keuze gedeeltelijk uit het systeem laten ontsnappen van een gasstroom. De regelinrichting 11 staat tevens in verbinding met een regelklep van een gasfles 13 waarmee afhankelijk van de door meetinrichting 10 gemeten gaskwaliteit meer of 35 minder conditioneringsgas aan het afgevoerde gas kan worden toegevoerd. Het aldus geconditioneerde gas komt door de gastoevoer 7 weer in het eerste segment 5 van de verdovingsruimte 6. Na het doorlopen van het eerste 100 6 4 6 6 10 segment 5 van de verdovingsruimte 6 worden de licht verdoofde varkens 2 aan een tweede segment 14 van de verdovingsruimte 6 toegevoerd. Op het tweede segment 14 van de verdovingsruimte 6 sluit een gascirculatiesysteem 5 15 aan dat een grote gelijkenis vertoont met het gascirculatiesysteem 9 dat in verbinding staat met het eerste segment 5 van de verdovingsruimte 6. Ook dit gascirculatiesysteem 15 omvat een gastoevoer 16 en een gasafvoer 17, een meetinrichting 18, een circulatiepomp 10 19 en een gasfles 20. De werking van het gascirculatiesysteem 15 komt overeen met de beschreven werking van het gascirculatiesysteem 9. Daarbij wordt wel opgemerkt, dat de positie van de gastoevoer 16 ten opzichte van de gasafvoer 17 ten opzichte van de 15 transportrichting van de eindloze transporteur 3 juist tegengesteld is aan de opstelling van de gastoevoer 7 ten opzichte van de gasafvoer 8 van het eerste gascirculatiesysteem. Dit resulteert erin dat in het eerste segment 5 van de gasverdovingsruimte 6 het 20 verdovingsgas in tegenstroom is met de transportrichting van de transporteur 2, terwijl in het tweede segment 14 de gasstroom van het verdovingsgas gelijk gericht is aan de transportrichting van de transporteur 2.
Na het verlaten van het tweede segment 14 van de 25 verdovingsruimte worden de nu diep verdoofde varkens 2 via een schuin oplopend deel naar boven gevoerd en overeenkomstig een pijl P2 getransporteerd naar een volgende bewerking.
Figuur 2 toont een schematische dwarsdoorsnede door 30 een verdovingsinrichting 25 met twee opeenvolgende segmenten 26, 27. De te slachten dieren worden aangevoerd overeenkomstig de pijl PI. De transportmiddelen voor dierentransport zijn in deze inrichting 25 niet weergegeven. Het eerste te doorlopen segment 26 wordt van 35 de buitenwereld gescheiden door een lamellengordijn 28. Een pomp 29 draagt zorg voor gascirculatie in het eerste te doorlopen segment 26 overeenkomstig de pijlen P3. Het gas wordt in de verdovingsruimte 30 geblazen op zodanige 100 6 4 6 6 11 wijze dat het met behulp van richtmiddelen 31 onder de gewenste hoek wordt ingeblazen. Dit is bijzonder gewenst om de gasdruk onder en schuin achter de richtmiddelen 31 te beheersen. Het eerste te doorlopen segment 26 wordt 5 aan de zijde waar de dieren dit segment 26 weer verlaten gescheiden van de omgeving door een lamellengordijn 32. Voor stabilisatie van de gaskwaliteit in het eerste te doorlopen segment 26 is voorzien in een in het circulatiesysteem opgenomen bufferruimte 33. Het eerste 10 'te doorlopen segment 26 is voorts voorzien van een gastoevoer 34 waardoor naar wens bepaalde gascomponenten aan het circulatiesysteem 26 kunnen worden toegevoerd. De verdoofde dieren verlaten het eerste te doorlopen segment 26 volgens overeenkomstig de pijl P4 waardoor ze in een 15 tussenruimte 35 belanden. Deze tussenruimte 35 fungeert mede als sluis.
Het tweede te doorlopen segment 27 van de verdovingsinrichting 25 bestaat wederom uit een gascirculatiesysteem. Een pomp 36 draagt zorg voor 20 gasstroming overeenkomstig de pijlen P5. Ook in het tweede te doorlopen segment 27 zijn richtmiddelen 37 aangebracht voor beheersing van de inblaasrichting van gas in de tweede verdovingsruimte 38. Ter voorkoming van het directe uit het tweede te doorlopen segment weglekken 25 van verdovingsgassen naar de omgeving is dit segment 27 van de omgeving gescheiden door een aantal achter elkaar geplaatste lamelgordijnen 39. Ook aan de toevoerzijde van de verdovingsruimte 38 is een lamelgordijn 40 aangebracht.
30 "Overloopgassen" vanuit het tweede te doorlopen segment stromen bij voorkeur overeenkomstig de pijl P6 vanuit het tweede te doorlopen segment 27 naar het eerste te doorlopen segment 26. Deze stroomrichting P6 van overloopgassen uit het tweede te doorlopen segment 27 35 wordt verkregen door onder andere het grotere aantal lamelgordijnen 39 die grenzen aan het uiteinde van het tweede te doorlopen segment 27, maar ook door middel van de richtmiddelen 31 en 37 waarmee gasdrukken op bepaalde 100 6 4 6 6 12 posities in het systeem reguleerbaar zijn. Zo wordt in het bijzonder onder en achter de richtmiddelen 38 van het eerste te doorlopen segment 26 een relatief lage gasdruk aangelegd, terwijl onder en achter de richtmiddelen 37 5 van het tweede te doorlopen segment 27 een gasdruk wordt gecreëerd die nagenoeg gelijk is aan de omgevingsdruk.
Het moge duidelijk zijn dat ook het tweede te doorlopen segment 27 kan worden voorzien van een bufferruimte 33 zoals aanwezig is in het eerste te 10 'doorlopen segment 26. Tenslotte wordt opgemerkt dat ook het tweede te doorlopen segment 27 is voorzien van een gastoevoer 41 voor toevoer van gewenste gascomponenten.
***** 100 6 4 6 6
Claims (33)
1. Werkwijze voor het met behulp van gas verdoven van slachtvee door het te verdoven vee door een met gas •gevulde verdovingsruimte te voeren, waarbij gas in de verdovingsruimte wordt gevoerd door een gastoevoer en gas 5 op afstand van de gastoevoer uit de verdovingsruimte wordt afgezogen door een gasafvoer.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het uit de verdovingsruimte afgevoerde gas wordt teruggevoerd in de ruimte door de gastoevoer.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij aan het afgevoerde en weer terug te voeren gas een gas wordt toegevoegd voor het conditioneren van het toe te voeren gas.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande 15 conclusies, waarbij een door de gastoevoer en gasafvoer opgewekte gasstroom met zodanige snelheid door de verdovingsruimte wordt gevoerd, dat de gassamenstelling in de verdovingsruimte in hoofdzaak homogeen is.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de 20 stroomsnelheid van de gasstroom in de verdovingsruimte ten minste een factor 2 groter is dan de snelheid waarmee het vee door de verdovingsruimte wordt gevoerd.
6. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de richting van de gasstroom tegengesteld is aan de 25 transportrichting van het slachtvee door de verdovingsruimte.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, waarbij de kwaliteit van het afgevoerde, toe te voeren, of toegevoerde gas wordt gemeten en de kwaliteit en/of 30 het volume van het toe te voegen gas wordt bepaald afhankelijk van de gemeten gassamenstelling. 100 6 466
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij gas vanuit een gasbuffer in de verdovingsruimte wordt gevoerd en uit de verdovingsruimte afgezogen gas in de gasbuffer wordt gevoerd.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoek waaronder het gas in de verdovingsruimte wordt gevoerd instelbaar is.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoek waaronder gas in de 10 verdovingsruimte wordt gevoerd zodanig is ingesteld dat de gasdruk aan de van de van de gasafvoer afgekeerde zijde van de gastoevoer zodanig is dat er geen valse lucht wordt aangezogen.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande 15 conclusies, waarbij de verdovingsruimte is opgedeeld in ten minste twee segmenten, door welke segmenten het vee achtereenvolgens gevoerd wordt, en aan ieder segment afzonderlijk gas toegevoerd en afgevoerd wordt.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij in 20 de afzonderlijke segmenten een onafhankelijke gascirculatie wordt gerealiseerd.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij de samenstelling van de gassen in de opeenvolgende segmenten van de verdovingsruimte van 25 elkaar verschilt.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 11-13, waarbij het eerste te doorlopen segment een gas met een overmaat aan zuurstof bevat.
15. Werkwijze volgens één der conclusies 11-14, 30 waarbij het tweede te doorlopen segment een gas met 5 tot 15 volumeprocent zuurstof bevat.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede te doorlopen segment een overmaat aan C02 bevat, bijvoorbeeld 35 60 tot 90 volumeprocent C02.
17. Werkwijze volgens één der conclusies 11-16, waarbij de toevoerhoek van het gas in het tweede te doorlopen segment zodanig is dat de gasdruk aan de van de 100 6 4 6 6 gasafvoer afgekeerde zijde van de gastoevoer in hoofdzaak overeenkomt met de gasdruk buiten de verdovingsruimte.
18. Werkwijze volgens één der conlusies 11-17, waarbij de toevoerhoek van het gas in het eerste te 5 doorlopen segment zodanig is dat de gasdruk aan de van de gasafvoer afgekeerde zijde van de gastoevoer kleiner is dan de gasdruk in een ruimte tussen eerste en tweede te doorlopen segment.
19. Werkwijze volgens één der voorgaande 10. conclusies, waarbij aan de verdovingsruimte waterdamp wordt toegevoerd.
20. Inrichting voor het met behulp van gas verdoven van slachtvee volgens één der voorgaande conclusies, omvattende: 15. een verdovingsruimte voorzien van een toevoeropening en een afvoeropening voor het slachtvee, - een door de verdovingsruimte lopende transporteur voor gedwongen beweging van het slachtvee door de verdovingsruimte, 20. een nabij de toevoeropening naar keuze geplaatste gastoevoer of gasafvoer en nabij de afvoeropening eveneens naar keuze geplaatste gasafvoer of gastoevoer, waarbij ten minste één gastoevoer en één gasafvoer in de verdovingsruimte zijn opgenomen, 25. gastoevoermiddelen, en - gasafvoermiddelen.
21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij een gastoevoer door middel van een circulatiesysteem met een gasafvoer is verbonden.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij in het circulatiesysteem een gasbuffer is opgenomen.
23. Inrichting volgens één der conclusies 20-22, omvattende een meetinrichting voor meting van de gassamenstelling.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de meetinrichting is gekoppeld met de gastoevoermiddelen voor automatische regeling van de kwaliteit van het toe te voeren gas. WO 6 4 6 6
25. Inrichting volgens één der conclusies 20- 24, waarbij de verdovingsruimte hoofdzakelijk tunnelvormig is.
26. Inrichting volgens één der conclusies 20- 25, waarbij in de verdovingsruimte op opeenvolgende posities langs de transporteur ten minste twee samenwerkende gastoevoer- en gasafvoercombinaties zijn geplaatst, voor het realiseren van twee opeenvolgende 10 segmenten in de verdovingsruimte met ieder een afzonderlijke gasregeling.
27. Inrichting volgens één der conclusies 20- 26, waarbij in een toevoeropening richtmiddelen zijn opgenomen voor instelling van de hoek waaronder gas in de 15 verdovingsruimte wordt gevoerd.
28. Inrichting volgens één der conclusies 20- 27, waarbij de verdovingsruimte aan een toevoerzijde of afvoerzijde wordt begrensd door ten minste één uit verticale lameldelen samengesteld scherm.
29. Inrichting volgens één der conclusies 26- 28, waarbij de opeenvolgende segmenten van de verdovingsruimte zijn gescheiden door ten minste één uit verticale lameldelen samengesteld scherm.
30. Inrichting volgens één der conclusies 26- 25 29, waarbij de opeenvolgende segmenten door een tussenruimte met elkaar zijn verbonden.
31. Inrichting volgens één der conclusies 20- 30, waarbij de transporteur is ingericht voor pluimveetransport.
32. Inrichting volgens één der conclusies 20- 31, waarbij de transporteur is ingericht voor transport van grootvee.
33. Inrichting volgens conclusie 32, waarbij de transporteur een eindloze dragende transporteur is, 35 waarop draagelementen zijn bevestigd voor aangrijping van de borst en/of buik van het slachtvee, zodanig dat de poten langs de transporteur naar beneden hangen. ***** 100 6 4 6 6
Priority Applications (9)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006466A NL1006466C1 (nl) | 1996-12-20 | 1997-07-03 | Verbeterde werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. |
PCT/NL1997/000701 WO1998027821A1 (en) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Improved method and apparatus for anaesthetizing animals for slaughter with gas |
JP52864298A JP3976348B2 (ja) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | 屠殺する動物をガスで麻酔するための方法および装置の改善 |
CA002275714A CA2275714C (en) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Improved method and apparatus for anaesthetizing animals for slaughter with gas |
EP97950496A EP0954224B1 (en) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Improved method and apparatus for anaesthetizing animals for slaughter with gas |
ES97950496T ES2182132T3 (es) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Metodo y aparato mejorados para anestesiar animales destinados a ser sacrificados con gas. |
US09/331,368 US6126534A (en) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Method and apparatus for anaesthetizing animals for slaughter with gas |
DK97950496T DK0954224T3 (da) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Forbedret fremgangsmåde og apparat til at bedøve dyr til slagtning med gas |
DE69715459T DE69715459T2 (de) | 1996-12-20 | 1997-12-16 | Verbessertes verfahren und vorrichtung zum anästhesieren von schlachttieren mit gas |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004847A NL1004847C2 (nl) | 1996-12-20 | 1996-12-20 | Werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. |
NL1004847 | 1996-12-20 | ||
NL1006466 | 1997-07-03 | ||
NL1006466A NL1006466C1 (nl) | 1996-12-20 | 1997-07-03 | Verbeterde werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1006466C1 true NL1006466C1 (nl) | 1998-06-23 |
Family
ID=26642503
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1006466A NL1006466C1 (nl) | 1996-12-20 | 1997-07-03 | Verbeterde werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6126534A (nl) |
EP (1) | EP0954224B1 (nl) |
JP (1) | JP3976348B2 (nl) |
CA (1) | CA2275714C (nl) |
DE (1) | DE69715459T2 (nl) |
DK (1) | DK0954224T3 (nl) |
ES (1) | ES2182132T3 (nl) |
NL (1) | NL1006466C1 (nl) |
WO (1) | WO1998027821A1 (nl) |
Families Citing this family (44)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1405564B1 (en) | 2002-10-01 | 2015-05-20 | Linco Food Systems A/S | Method and system for gas stunning of poultry for slaughter |
EP1587372B1 (en) * | 2003-01-22 | 2008-03-19 | Linco Food Systems A/S | Method and system for gas stunning of poultry for slaughter |
WO2005080229A2 (en) * | 2004-02-21 | 2005-09-01 | Abdelkader Alami | A flexible container |
ITBS20040075A1 (it) * | 2004-06-25 | 2004-09-25 | Cattaruzzi Internat S R L | Impianto e metodo per lo stordimento e/o l'abbattimento di animali da macellazione mediante asfissia |
US20060054103A1 (en) * | 2004-09-14 | 2006-03-16 | Chang' S International Enterprise Co., Ltd | Infected poultry treatment system and method thereof |
US20070026779A1 (en) * | 2005-07-08 | 2007-02-01 | Lang Gary D | Poultry stunning |
US8597089B2 (en) | 2005-07-08 | 2013-12-03 | Praxair Technology, Inc. | System and method for treating live cargo such as poultry with gas |
US7794310B2 (en) | 2005-07-08 | 2010-09-14 | Praxair Technology, Inc. | Stunning animals such as poultry with gas |
WO2007076871A1 (en) * | 2006-01-04 | 2007-07-12 | Københavns Universitet | Method and apparatus for effecting complete analgesia |
US8272926B2 (en) * | 2006-08-23 | 2012-09-25 | Praxair Technology, Inc. | System and method for stunning poultry with gas |
US7448943B1 (en) * | 2007-01-09 | 2008-11-11 | Dakota Turkey Growers, Llc | Poultry stunning system |
US8323080B2 (en) * | 2007-04-11 | 2012-12-04 | Praxair Technology, Inc. | System and method for stunning poultry with gas |
FR2914864A1 (fr) * | 2007-04-16 | 2008-10-17 | Air Liquide | Procede et installation d'abattage d'animaux alimentes en xenon. |
US8157625B2 (en) | 2010-01-26 | 2012-04-17 | Foodmate Bv | Method and apparatus for collecting meat from an animal part |
US8632380B2 (en) | 2010-01-26 | 2014-01-21 | Foodmate B.V. | Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends |
US8757354B2 (en) | 2010-04-19 | 2014-06-24 | Foodmate Bv | Turning block alignment |
NL2004574C2 (en) | 2010-04-19 | 2011-10-20 | Foodmate B V | Rotatable article support for a conveyor. |
NL2004573C2 (en) | 2010-04-19 | 2011-10-20 | Foodmate B V | Turning block alignment. |
NL2006075C2 (en) | 2011-01-26 | 2012-07-30 | Foodmate B V | Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station. |
US8789684B2 (en) | 2010-04-19 | 2014-07-29 | Foodmate Bv | Rotatable article support for a conveyor |
WO2012000128A1 (zh) * | 2010-06-28 | 2012-01-05 | Lu Zhongyu | 运输活猪抗掉膘方法 |
US8113926B1 (en) * | 2010-10-13 | 2012-02-14 | Hollis Cheek | Method for decreasing spastic wing activity of poultry during slaughter |
US8727839B2 (en) | 2011-01-21 | 2014-05-20 | Foodmate Bv | Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines |
US8882571B2 (en) | 2011-01-26 | 2014-11-11 | Foodmate Bv | Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method |
US8267241B2 (en) | 2011-01-26 | 2012-09-18 | Foodmate Bv | Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station |
DK2667728T3 (en) | 2011-01-26 | 2015-10-19 | Foodmate Bv | Process for bone dyrelår of separation and collection of meat thence and device for performing the method |
US8430728B2 (en) | 2011-02-14 | 2013-04-30 | Foodmate Bv | Special cut poultry wing cutter |
KR101264071B1 (ko) | 2011-03-21 | 2013-05-14 | 이슬기 | 전염병 감염 가축의 집단 살처분장치 및 방법 |
NL2009033C2 (en) | 2012-06-19 | 2013-12-23 | Foodmate B V | Weighing method and apparatus. |
US8808068B2 (en) | 2012-10-29 | 2014-08-19 | Foodmate Bv | Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity |
NL2009718C2 (en) | 2012-10-29 | 2014-05-01 | Foodmate B V | Method of mechanically removing skin from animal parts. |
KR101317103B1 (ko) | 2013-05-21 | 2013-10-11 | 백성봉 | 소 마취방법 및 마취장치 |
US9078453B2 (en) | 2013-11-01 | 2015-07-14 | Foodmate B.V. | Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom |
US8961274B1 (en) | 2013-12-18 | 2015-02-24 | Foodmate Bv | Selective tendon cutter and method |
NL2012600B1 (en) | 2014-04-10 | 2016-05-09 | Marel Stork Poultry Proc Bv | Device for stunning poultry and method for operating such stunning device. |
WO2016092491A1 (en) * | 2014-12-10 | 2016-06-16 | Massimo Zanotti | Method and apparatus for stunning animals intended to be slaughtered |
KR101642143B1 (ko) * | 2014-12-23 | 2016-07-29 | 주식회사 에이치시티엠 | 복수 농도 나노 입자 흡입 독성 시험 챔버 장치 |
US10136654B2 (en) * | 2015-07-31 | 2018-11-27 | Linco Food Systems A/S | Device, assembly, and method for stunning poultry |
DE202016002187U1 (de) * | 2016-04-02 | 2016-05-25 | VETCON GmbH & Co. KG | Vorrichtung zum Betäuben und vorzugsweise auch zum nachfolgenden Töten von Nutztieren |
EP3609336A4 (en) * | 2017-04-10 | 2021-01-06 | Linco Food Systems A/S | CONTROLLED ATMOSPHERIC STUNNING |
GB201707851D0 (en) * | 2017-05-16 | 2017-06-28 | Gallus Solutions Ltd | System and method for stunning animals |
FR3072296B1 (fr) * | 2017-10-17 | 2023-03-03 | Air Liquide | Procedes d'anesthesie animale mettant en oeuvre un recyclage des gaz |
WO2020115116A1 (en) * | 2018-12-05 | 2020-06-11 | Butina A/S | A method of reducing stress level in animals |
DE102021122996A1 (de) | 2021-09-06 | 2023-03-09 | Bernd-Tönnies-Stiftung | Betäubungsanlage und Verfahren zum tierfreundlichen und kostengünstigen Betäuben eines Schlachttieres |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2733477A (en) * | 1956-02-07 | murphy | ||
US2526037A (en) * | 1948-12-17 | 1950-10-17 | Hormel & Co Geo A | Process for immobilizing livestock prior to slaughtering |
BE898816A (fr) * | 1984-02-02 | 1984-05-30 | Fonteneau Claude | Appareil pour l'etourdissement et l'euthanasie des petits animaux |
DK33490D0 (da) * | 1990-02-08 | 1990-02-08 | Slagteriernes Forskningsinst | Fremgangsmaade og anlaeg til bedoevning af slagtedyr paa slagterier |
US5220882A (en) * | 1991-11-05 | 1993-06-22 | Jenkins Thomas S | Pet treatment door |
NL9300254A (nl) * | 1992-12-30 | 1994-07-18 | Stork Pmt | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. |
GB9401520D0 (en) * | 1994-01-27 | 1994-03-23 | Anglia Autoflow Ltd | Treatment of poultry |
US5435776A (en) * | 1994-07-21 | 1995-07-25 | Liquid Carbonic Corporation | Poultry stunning with carbon dioxide |
CA2187995C (en) * | 1996-10-16 | 2000-01-18 | George Chamberlain | Tunnel carbon dioxide immobilizer |
-
1997
- 1997-07-03 NL NL1006466A patent/NL1006466C1/nl not_active IP Right Cessation
- 1997-12-16 JP JP52864298A patent/JP3976348B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1997-12-16 DK DK97950496T patent/DK0954224T3/da active
- 1997-12-16 CA CA002275714A patent/CA2275714C/en not_active Expired - Lifetime
- 1997-12-16 EP EP97950496A patent/EP0954224B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1997-12-16 WO PCT/NL1997/000701 patent/WO1998027821A1/en active IP Right Grant
- 1997-12-16 US US09/331,368 patent/US6126534A/en not_active Expired - Lifetime
- 1997-12-16 DE DE69715459T patent/DE69715459T2/de not_active Expired - Lifetime
- 1997-12-16 ES ES97950496T patent/ES2182132T3/es not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2182132T3 (es) | 2003-03-01 |
US6126534A (en) | 2000-10-03 |
WO1998027821A1 (en) | 1998-07-02 |
DE69715459D1 (de) | 2002-10-17 |
JP2001512305A (ja) | 2001-08-21 |
EP0954224B1 (en) | 2002-09-11 |
CA2275714A1 (en) | 1998-07-02 |
EP0954224A1 (en) | 1999-11-10 |
CA2275714C (en) | 2006-10-10 |
JP3976348B2 (ja) | 2007-09-19 |
DE69715459T2 (de) | 2003-05-15 |
DK0954224T3 (da) | 2003-01-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1006466C1 (nl) | Verbeterde werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. | |
US7448943B1 (en) | Poultry stunning system | |
US8591297B2 (en) | System and method for treating live cargo such as poultry with gas | |
US6135872A (en) | Method and apparatus for unloading poultry | |
US7438637B2 (en) | Method and system for gas stunning of poultry for slaughter | |
DK1405564T3 (en) | Process and plant for gas stunning of poultry for slaughter | |
US3828396A (en) | Anaesthesia plant for animals to be slaughtered | |
US20180132495A1 (en) | Pre-stunning or stunning of animals with a combination of o2, co2 and no2 | |
KR102475232B1 (ko) | 가금류 기절 장치 및 그 기절 장치의 작동 방법 | |
WO1994027425A1 (en) | The treatment of small animals | |
US20070026780A1 (en) | Stunning animals such as poultry with gas | |
US6056637A (en) | Method and apparatus for unloading poultry | |
NL1015338C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het ten minste verdoven van een slachtdier. | |
JP2620121B2 (ja) | 食鳥の麻酔処理装置 | |
US20180160689A1 (en) | Device, assembly, and method for stunning poultry | |
DE102020115084B3 (de) | Verfahren und Anlage zum Betäuben von Schlachttieren | |
KR101967162B1 (ko) | 발골 장치 | |
NL1004847C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het met gas verdoven van slachtvee. | |
US20070026779A1 (en) | Poultry stunning | |
DE102008007114B3 (de) | Verfahren und Einrichtung zum Schlachten von Schweinen | |
WO2023031382A1 (de) | Betäubungsanlage und verfahren zum tierfreundlichen und kostengünstigen betäuben eines schlachttieres | |
AU2016256686A1 (en) | Automatic nitrogen Gas stunner for animal slaughter |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
SD | Assignments of patents |
Owner name: STORK PMT B.V. |
|
VD2 | Discontinued due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20030703 |