NL1006306C2 - Scherm. - Google Patents

Description

- 1 -

SCHERM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scherm voor bevestiging aan de 5 vangrail in de middenberm van een autosnelweg, omvattende een aantal staanders, waaraan een doek is bevestigd, waarbij elke staander bestaat uit een paal, die aan het onderste uiteinde is voorzien van een bevestigingsorgaan, waarmee deze paal in een verticale stand aan de vangrail kan worden bevestigd, en het doek winddoorlaatbaar is om de weerstand hiervan tegen windbelasting te verminderen. Een scherm van dit type is 10 bekend uit het Duitse octrooischrift 195 43 738.

Bij ongelukken, bijzondere werkzaamheden en/of andere kijkgevoelige activiteiten op de ene rijbaan van een autosnelweg komt het geregeld voor dat er op de andere rijbaan eveneens een file ontstaat van zogenaamde “kijkers”. Dergelijke files zijn uit economisch oogpunt ongewenst en kunnen bovendien weer aanleiding geven tot ongelukken, zoals 15 kettingbotsingen en dergelijke.

Bij de uit het Duitse octrooischrift 195 43 738 bekende inrichting worden de bevestigingsorganen elk door middel van een schroef met de vangrail verbonden. Deze bevestigingsorganen dragen elk een als staander dienende buis, die als een op zich bekende veeroprol-inrichting een zicht-belemmerend doek bevat, dat bestaat uit een 20 maasvormig materiaal. Deze inrichting heeft het nadeel dat het op de vangrail aanbrengen hiervan veel tijd in beslag neemt, terwijl de buizen met veeroprol-inrichtingen duur zijn en gemakkelijk defect kunnen raken.

De uitvinding beoogt nu een scherm te verschaffen, dat op eenvoudige wijze snel en betrouwbaar kan worden bevestigd aan de vangrail in de middenberm, welk scherm een 25 robuuste constructie heeft en goedkoop is te vervaardigen.

Deze en andere oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt, doordat het met de paal verbonden bevestigingsorgaan bestaat uit een steunplaat, omvattende een vlak plaatdeel, waarop aan de bovenkant een klemkaak aansluit, welk vlak plaatdeel een geleiding bevat, waarin een klemplaat, die een onderste klemkaak draagt, verschuifbaar is 30 geleid, welke klemplaat is verbonden met één of meer trekveren, die anderzijds zijn verbonden met een scharnierend aan de steunplaat bevestigde hefboom, met behulp 1006306 - 2 - waarvan de trekveren kunnen worden gespannen om de klemkaken naar elkaar toe te trekken.

De resterende onderconclusies 2-5 bevatten verdere doelmatige ontwikkelingen en varianten van de onderhavige uitvinding.

5 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: -

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een gedeelte van een vangrail met hieraan bevestigde staander van het scherm volgens de uitvinding.

Figuur 2 een schematisch vooraanzicht is van de aan de vangrail bevestigde 10 staander uit figuur 1,

Figuur 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in figuur 2, en

Figuur 4 een aanzicht is van een gedeelte van het aan de staanders te bevestigen zeildoek.

In de hier volgende beschrijving zullen de uitdrukkingen onder, boven, verticaal, 15 horizontaal betrekking hebben op de in de tekening weergegeven gemonteerde toestand van het scherm.

In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 1 een gedeelte van een horizontaal vangrail weergegeven, zoals bijvoorbeeld aanwezig is in de middenberm van autosnelwegen. De vangrail heeft hierbij de gebruikelijke vormgeving met twee boven elkaar gelegen naar 20 buiten gerichte welvingen. Aan deze vangrail worden op regelmatige afstanden staanders bevestigd, waaraan een zeildoek wordt opgehangen. In figuur 1 is een dergelijke op de vangrail gemonteerde staander weergegeven, die wordt gevormd door een (gedeeltelijk weergegeven) paal 2, die met de onderkant hiervan is verbonden met een klemconstructie om de paal stevig aan de vangrail te kunnen bevestigen. De palen 2 van de staanders zijn 25 in de praktijk ongeveer 1,5 m lang, en bij voorkeur worden de staanders met een onderlinge tussenafstand van vier meter op de vangrail bevestigd. Deze vier meter komt overeen met de lengte van de profieldelen, waaruit de vangrail is opgebouwd. De staanders kunnen zodoende bijvoorbeeld gemakkelijk aan het begin van elk nieuw profieldeel worden aangebracht, zodat steeds een gelijke onderlinge afstand is gewaarborgd.

30 De klemconstructie wordt gevormd door een steunplaat 4, die een vlak plaatdeel 4a heeft, waarop aan de bovenkant een klemkaak 4b aansluit. In de in de tekening weergegeven gemonteerde toestand ligt het vlakke plaatdeel 4a van de steunplaat verticaal

1 Π DCQ O C

- 3 - aan tegen de welvingen van de vangrail en grijpt de klemkaak 4b om de bovenste rand van de vangrail. Het vlakke plaatdeel van de steunplaat bevat twee verticaal gerichte, op een afstand van elkaar gelegen geleidingsprofielen 5a en 5b. Deze geleidingsprofielen zijn in dwarsdoorsnede L-vormig, en staan elk met het ene been loodrecht op de steunplaat, 5 terwijl de andere (korte) benen evenwijdig aan de steunplaat lopen en naar elkaar toe zijn gericht. De profielen 5a en 5b strekken zich over nagenoeg de gehele hoogte van het vlakke plaatdeel 4a van de steunplaat uit. Tussen de beide profielen 5a en 5b is een klemplaat 6 verschuifbaar aangebracht. Deze klemplaat bestaat uit een vlak geleidingsdeel 6a, dat met de zijkanten hiervan verschuifbaar is geleid tussen de beide geleidingsprofielen 10 5a en 5b, welk geleidingsdeel aan de onderkant een klemkaak 6b draagt, die onder buiten het vlakke plaatdeel 4a en de geleidingsprofielen 5a en 5b uitsteekt en om de onderste rand van de vangrail 1 kan grijpen. Op het vlakke geleidingsdeel 6a van de klemplaat is een handgreep 7 aangebracht, met behulp waarvan de klemplaat met de hand in de geleidingsprofielen 5a en 5b kan worden verschoven, teneinde de klemkaken 4b en 6b van 15 elkaar af of naar elkaar toe te bewegen.

De paal 2 is met de onderkant hiervan bevestigd in het midden van een loodrecht op de paal staande balk 8, die aan beide uiteinden is voorzien van evenwijdig aan de paal lopende benen 8a en 8b, die elk met het andere uiteinde bij de hartlijn 9 scharnierend zijn verbonden aan de buitenzijden van de geleidingsprofielen 5a en 5b, een en ander zodanig, 20 dat de paal 2 vanuit de (weergegeven) verticale stand, waarin de benen 8a en 8b evenwijdig lopen met de geleidingsprofielen en min of meer aanliggen tegen het vlakke plaatdeel 4a van de steunplaat, kan worden verdraaid om de hartlijn 9 in een vlak dat loodrecht op dit vlakke plaatdeel staat. Deze verdraaiing is begrensd door aanslagen 10, die zijn aangebracht op de genoemde korte benen van de geleidingsprofielen 5a en 5b, en 25 opzij buiten de geleidingsprofielen uitsteken. Een tweetal trekveren 11 is aangebracht tussen de balk 8 en de klemplaat 6. Deze trekveren zijn zodanig aangebracht dat deze in de in de figuren weergegeven gemonteerde toestand de klemplaat 6 naar boven trekken en de beide klemkaken 4b en 6b naar elkaar toe trekken onder het stevig tussen zich inklemmen van de vangrail 1. In de praktijk betekent dit dat de trekveren nabij de onderkant van het 30 vlakke geleidingsdeel van de klemplaat 6 aangrijpen en in ieder geval onder de hartlijn 9, waarom de paal 2 draait.

1 006306 - 4 -

Een blokkeerhaak 12 is scharnierend verbonden met het been 8b en wel op een plaats nabij de balk 8. De blokkeerhaak heeft een handgreep 13, met behulp waarvan deze haak kan worden bediend om achter de klemkaak 4b grijpen, teneinde de paal 2 in de weergegeven verticale stand vast te zetten.

5 Nabij de onderkant is het vlakke plaatdeel 4a van de steunplaat aan weerszijden van de geleidingsprofielen voorzien van een naar omlaag gerichte haak 14, die zoals hierna nog zal worden besproken, dienen om het zeildoek aan de staanders te bevestigen resp. strak te trekken.

De werking van de klemconstructie is als volgt: 10 De staander bevindt zich voor de montage in een toestand waarbij de paal 2 ten opzichte van het vlakke plaatdeel 4 is verdraaid en de trekveren 11 dus min of meer ontspannen zijn, zodat de onderste klemkaak 6b met behulp van de handgreep 7 omlaag kan worden gedrukt. De klemkaak 4b van de steunplaat wordt nu eerst om de bovenste rand van de vangrail gehaakt en de klemplaat 6 wordt met behulp van de handgreep 7 omlaag gedrukt, 15 zodat de onderste klemkaak 6b hiervan om de onderste rand van de vangrail kan grijpen. Vervolgens wordt de paal 2 omhoog gedraaid, waarbij de trekveren 11 worden gespannen en de klemplaat 6 omhoog wordt getrokken onder het tussen de klemkaken insluiten van de vangrail. In de verticale stand van de paal wordt deze vastgezet met behulp van het blokkeerhaak 12. Het demonteren geschiedt in omgekeerde volgorde, waarbij eerste het 20 blokkeerhaak 12 wordt losgemaakt, vervolgens de paal 2 wordt teruggedraaid tot tegen de aanslagen 10, waarbij de trekveren 11 ontspannen en de onderste klemkaak 6b met de handgreep 7 omlaag kan worden gedrukt om de klemkaken uit elkaar te bewegen voor het vrijgeven van de vangrail.

Op deze wijze kunnen een aantal staanders op regelmatige, vooraf bepaalde 25 onderlinge afstand, op eenvoudige wijze op de vangrail worden aangebracht, waama het zeildoek, zoals hierna zal worden beschreven, aan deze staanders wordt opgehangen.

In figuur 4 is een aanzicht weergegeven van het zeildoek 16, dat wordt gebruikt in combinatie met de hiervoor besproken staanders. Het zeildoek heeft aan de bovenrand hiervan een groep van vier vlak bij elkaar gelegen gaten 17, die elk op gebruikelijke wijze 30 zijn voorzien van een metalen versterkingsoog. Dergelijke groepen gaten zijn steeds aangebracht met een onderlinge afstand tussen de groepen, die ongeveer overeenkomt met de onderlinge afstand van de staanders. Dergelijke groepen van gaten hebben het voordeel 1006306 - 5 - dat rekening wordt gehouden met onnauwkeurigheden bij het plaatsen van de staanders. Van de groep gaten zal namelijk altijd één van de gaten met de staander kunnen worden verbonden. De staander heeft aan het bovenste einde hiervan een (niet weergegeven) taps toelopende punt, waarover één van de betreffende gaten kan worden geschoven.

5 Ter plaatse van elke groep gaten zijn nabij de onderste rand van het zeildoek steeds een aantal lippen 18 aangebracht, die elk zijn voorzien van een van een metalen versterkingsring voorzien gat. Door deze gaten kan aan de lippen een elastische ring worden bevestigd die anderzijds weer om de op de staander aangebrachte haken 14 kan worden bevestigd. Op deze wijze kan het zeildoek dus gemakkelijk aan de vooraf 10 aangebrachte staanders worden opgehangen.

Om een te grote windbelasting op het zeildoek te voorkomen is het zeildoek voorzien van middelen om de weerstand hiervan tegen windbelasting te verminderen. Deze middelen bestaan uit regelmatig over het oppervlak van het zeildoek verdeeld aangebrachte openingen 19, die elk zijn afgedekt door een boven de opening bevestigde 15 vrij omlaag hangende flap 20. In de hier weergegeven uitvoeringsvorm zijn de openingen aangebracht in drie horizontaal lopende rijen, waarbij de flappen van de opeenvolgende openingen afwisselend aan de ene zijde en aan de andere zijde van het zeildoek zijn bevestigd. Hierdoor zal bij een windbelasting op de ene zijde van het zeildoek steeds de ene helft van de openingen de wind doorlaten, terwijl bij een windbelasting op de andere 20 zijde de andere helft van de openingen de wind zal doorlaten. De door de flappen 20 afgedekte openingen werken zodoende elk afzonderlijk als een soort terugslagklep, die in de ene richting de wind doorlaat en in de andere richting tegenhoudt.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en besproken uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies voor 25 de vakman een groot aantal wijzigingen en varianten voor de hand zal liggen. Zo zal het zeildoek ook op een andere manier aan de staanders kunnen worden opgehangen en zal de opstelling en de grootte van de openingen in het zeildoek naar wens kunnen worden gewijzigd.

1006306

Claims (5)

1. Scherm voor bevestiging aan de vangrail in de middenberm van een autosnelweg, 5 omvattende een aantal staanders, waaraan een doek is bevestigd, waarbij elke staanders bestaat uit een paal, die aan het onderste uiteinde is voorzien van een bevestigingsorgaan, waarmee deze paal in een verticale stand aan de vangrails kan worden bevestigd, en het doek winddoorlaatbaar is om de weerstand hiervan tegen windbelasting te verminderen, met het kenmerk, dat het met de paal (2) verbonden 10 bevestigingsorgaan bestaat uit een steunplaat (4), omvattende een vlak plaatdeel (4a), waarop aan de bovenkant een klemkaak (4b) aansluit, welk vlak plaatdeel een geleiding (5a, 5b) bevat, waarin een klemplaat (6), die een onderste klemkaak (6b) draagt, verschuifbaar is geleid, welke klemplaat is verbonden met een of meer trekveren (II), die anderzijds zijn verbonden met een scharnierend aan de steunplaat bevestigde 15 hefboom (2, 8, 8a, 8b), met behulp waarvan de trekveren kunnen worden gespannen om de klemkaken naar elkaar toe te trekken.

2. Scherm volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de hefboom mede wordt gevormd door de paal (2), en is voorzien van een blokkeerhaak (12), die in de verticale stand van 20 de paal achter de klemkaak (4b) kan grijpen.

3. Scherm volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klemplaat (6) is voorzien van een handgreep (7)

4. Scherm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het doek is voorzien van verdeeld over oppervlak van het doek (16) aangebrachte openingen (19), die elk zijn afgedekt door een vrij hangende flap (20).

5. Scherm volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de flappen (20) afwisselend aan de 30 ene zijde en aan de andere zijde van het zeildoek zijn bevestigd. i 1006306