NL1006278C2 - Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee. Download PDF

Info

Publication number
NL1006278C2
NL1006278C2 NL1006278A NL1006278A NL1006278C2 NL 1006278 C2 NL1006278 C2 NL 1006278C2 NL 1006278 A NL1006278 A NL 1006278A NL 1006278 A NL1006278 A NL 1006278A NL 1006278 C2 NL1006278 C2 NL 1006278C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chickens
transport
space
spaces
transport member
Prior art date
Application number
NL1006278A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Paul Lapere
Geert Lodewijk Lapere
Nicolaas Gabriel Maria Galle
Frank Raymond Lapere
Jan Robert Lapere
Original Assignee
Lacotrans N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1006278A priority Critical patent/NL1006278C2/nl
Application filed by Lacotrans N V filed Critical Lacotrans N V
Priority to DE69833706T priority patent/DE69833706T2/de
Priority to EP98936358A priority patent/EP0987939B1/en
Priority to DK98936358T priority patent/DK0987939T3/da
Priority to ES03076619T priority patent/ES2256665T3/es
Priority to EP03076619A priority patent/EP1344453B1/en
Priority to US09/445,678 priority patent/US6347604B1/en
Priority to DE1998620620 priority patent/DE69820620T2/de
Priority to AU85388/98A priority patent/AU8538898A/en
Priority to ES98936358T priority patent/ES2209169T3/es
Priority to PCT/EP1998/003660 priority patent/WO1998056245A1/en
Priority to DK03076619T priority patent/DK1344453T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1006278C2 publication Critical patent/NL1006278C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)

Description

5 3529 WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERPLAATSEN VAN KIPPEN OF ANDER PLUIMVEE.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee. Wanneer hierna over kippen wordt gesproken worden daarmee andere dieren bedoeld die op een soortgelijke manier kunnen worden behandeld, in het bijzonder ander pluimvee.
10
Kippen die voor de slacht bestemd zijn leven bijvoorbeeld zes weken in een kippenstal, waarin zich bijvoorbeeld 20 kippen per vierkante meter bevinden. Kippenstallen kunnen een oppervlak hebben van meer dan 1.000 tot 1.500 m2. Wanneer de kippen naar de slachterij moeten worden vervoerd moeten zij eerst in de stal worden verzameld. Het is 15 gebruikelijk om de kippen daarbij met de hand in plastic kratten te plaatsen, waarna de plastic kratten op vrachtwagens naar de slachterij worden vervoerd. Dit is zeer arbeidsintensief werk waarbij veel personeel vereist is. Het verzamelen van de kippen in de stal kan dan ook alleen plaatsvinden wanneer dat personeel beschikbaar is, en dat is vaak niet het meest gewenste moment. Daardoor verblijven de kippen vaak relatief lang in de 2 0 kratten, hetgeen niet bevorderlijk is voor hun gezondheid.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor het verzamelen en transporteren van kippen, waarbij betrekkelijk weinig personeel is vereist en welke werkwijze snel en efficiënt kan worden uitgevoerd, en welke werkwijze het welzijn van de kippen garandeert en bovendien 2 5 diervriendelijk is.
Hiertoe worden de kippen volgens de uitvinding vanaf de bodem van de kippenstal omhoog gebracht door middel van een transportorgaan, dat vanaf de bodem waarop de kippen zich bevinden, in een schuin vlak is gelegen, naar een niveau waarop zich de bodem van een 3 0 verzamelruimte bevindt. Daarbij worden bij voorkeur de kippen verplaatst door een transportorgaan, in de vorm van een drager waarop de kippen zich bevinden, in een vlak te verplaatsen.
1006278 2
Door de kippen omhoog te verplaatsen naar het niveau waarop zich de bodem van een verzamelruimte bevindt, kunnen de kippen, zonder hulp van personeel, die verzamel ruimte worden binnengeleid. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid kippen die op het transportorgaan naar de verzamelruimte wordt geleid gedetecteerd, zodat bepaald kan worden hoeveel 5 kippen in de verzamelruimte aanwezig zijn.
In een voorkeursuitvoering zijn het transportorgaan en de verzamelruimte aangebracht op een voertuig, waarmee door de kippenstal kan worden gereden teneinde de kippen op de transporteur te brengen. Het voertuig kan daarbij voorzien zijn van een zitplaats voor de 10 bestuurder.
Bij voorkeur worden de kippen in de verzamelruimte verplaatst door middel van een transportorgaan dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt. De snelheid waarmee dat transportorgaan beweegt kan kleiner zijn dan de snelheid waarmee het 15 transportorgaan dat in genoemd schuine vlak ligt wordt bewogen, bij voorkeur wordt die snelheid geregeld afhankelijk van de hoeveelheid kippen die op het transportorgaan dat in genoemd schuine vlak ligt wordt waargenomen. Daardoor kan een goede vulling van de verzamelruimte worden bewerkstelligd onafhankelijk van de bezetting door kippen van het transportorgaan dat de kippen schuin naar boven transporteert.
20
In een voorkeursuitvoering zijn meerdere verzamelruimten boven elkaar aanwezig, bij voorkeur meer dan twee, bij voorkeur vier, en zijn de verzamelruimten zodanig in verticale richting te bewegen dat achtereenvolgens verschillende verzamelruimten kunnen aansluiten op het schuine vlak. Op deze wijze kunnen de verschillende verzamelruimten 2 5 achtereenvolgens worden gevuld met kippen, zodat relatief veel kippen kunnen worden verzameld in het voertuig. De verzamelruimte kan bij voorkeur aan de zijkant worden geopend om de kippen binnen te laten en later aan de tegenoverliggende zijkant worden geopend om de kippen eruit te laten, waarbij in beide gevallen het transportorgaan, dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt, wordt bewogen. In de praktijk is 30 gebleken dat de kippen zich nauwelijks ten opzichte van het transportorgaan verplaatsen, zodat bij een geringe extra verplaatsing van het transportorgaan verzekerd is dat alle kippen in voldoende mate zijn verplaatst, bijvoorbeeld buiten de verzamelruimte zijn gebracht.
1006278 3
De kippen worden vanuit de verzamelruimte in een transportruimte gebracht, welke transportruimte is voorzien van een bodem die in hoofdzaak uit een transportorgaan bestaat die in dezelfde richting wordt bewogen als het transportorgaan van de verzamelruimte, waarbij de bodem van de verzamelruimte op in hoofdzaak dezelfde hoogte is gebracht als 5 de bodem van de transportruimte. Daarbij bewegen de transportorganen zich over een afstand die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van de verzamelruimte, gemeten in de bewegingsrichting van de transportorganen. De transportruimte kan een lengte hebben die een veelvoud is van de lengte van de verzamelruimte, bij voorkeur een viervoud, zodat de transportruimte kan worden gevuld door vier keer een lading kippen vanuit de 10 verzamelruimte in de transportruimte te brengen.
Daarbij kunnen meerdere boven elkaar aangebrachte verzamelruimten gelijktijdig worden aangesloten op evenzovele boven elkaar aangebrachte transportruimten, bij voorkeur meer dan twee, bijvoorbeeld vier. Zo kunnen bijvoorbeeld vier boven elkaar aangebrachte 15 verzamelruimten worden aangesloten op vier boven elkaar aangebrachte transportruimten, die bijvoorbeeld in een wagen, zoals een vrachtwagen, een oplegger of een aanhangwagen, zijn aangebracht. Indien de vrachtwagen daarbij acht boven elkaar aangebrachte transportruimten heeft, kan het voertuig met de vier verzamelruimten in twee keer de acht transportruimten in de wagen vullen. Wanneer daarbij de lengte van de transportruimte vier 2 0 keer zo groot is als de lengte van de verzamelruimte, zijn acht ladingen van het voertuig nodig om alle transportruimten volledig te voorzien van kippen.
Bij voorkeur kunnen de transportorganen in de transportruimten van de wagen in twee richtingen bewegen, teneinde het rrtogelijk te maken de kippen aan de achterkant van de 2 5 wagen zowel te laden als te lossen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de transportruimten in de wagen voorzien van een drinkinstallatie, zodat de kippen tijdens het transport kunnen drinken, bijvoorbeeld uit een aantal drinkmppels die op verschillende plaatsen aan drinkleidingen in de transportruimten 30 zijn aangebracht. Hiermee wordt het welzijn van de kippen tijdens het transport in aanzienlijke mate verbeterd ten opzichte van het transport in kratten, waarbij het niet mogelijk is de dieren te voeren.
1006278 4
Bij voorkeur wordt de wagen gelost door de wagen achterwaarts te rijden tot nabij een verblijfruimte voor de kippen, waarvan de bodem in hoofdzaak bestaat uit een transportorgaan, en waarvan de bodem in hoofdzaak op dezelfde hoogte ligt als de bodem van een transportruimte van waaruit de kippen in de verblijfruimte worden gebracht door 5 de transportorganen van beide ruimten in dezelfde richting te bewegen. Daarbij worden bij voorkeur kippen uit meerdere boven elkaar gelegen transportruimten gelijktijdig in evenzovele boven elkaar gelegen verblijfruimten gebracht. Ook in de verblijfruimten is bij voorkeur een drinkinstallatie aangebracht, zodat de kippen bij een groot aantal verspreid aangebrachte drinknippels kunnen drinken.
10
Bovendien kunnen zowel in de wagen met de verzamelruimten, de transportruimten als in de verblijfruimten een sproei-installatie zijn aangebracht, zodat deze ruimten op een gemakkelijke wijze kunnen worden gereinigd nadat kippen in de ruimten aanwezig zijn geweest. Bij voorkeur bevindt zich onder de ruimten een bak waarin de reinigingsvloeistof 15 verzameld kan worden.
Bij voorkeur zijn een aantal verblijfruimten gezamenlijk in een gebouw ondergebracht waarin een acclimatiseringsinrichting de optimale omgevingsatmosfeer voor de kippen kan regelen.
20
Bij voorkeur wordt een verblijfruimte aan een zijkant geopend om kippen binnen te laten en later aan de tegenoverliggende zijkant geopend om de kippen eruit te laten, waarbij in beide gevallen het transportorgaan, dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt, wordt bewogen. Vanuit de verblijfruimte kunnen de kippen worden gebracht op een 2 5 transportorgaan dat op in hoofdzaak dezelfde hoogte ligt als het transportorgaan in de verblijfruimte, en dat bewogen wordt in een richting in hoofdzaak dwars op de richting waarin het transportorgaan in de verblijfruimte wordt bewogen. Het dwars opgestelde transportorgaan kan daarbij een aantal verblijfruimten passeren van waaruit kippen op dat transportorgaan kunnen worden gebracht. Ook kunnen de kippen vanaf verblijfruimten op 30 verschillende hoogten door middel van transportorganen worden vervoerd naar een niveau waarop zij verder worden getransporteerd, welk niveau zich bij voorkeur bevindt op de hoogte van de bodem van de laagste verblijfruimte.
100627 8 5
Bij voorkeur is een transportorgaan voorzien van een drager die zich in een plat vlak verplaatst en waarop zich de kippen kunnen bevinden. Bij voorkeur is de drager voorzien van naast elkaar gelegen spijlen die onderling zijn verbonden en die in hun dwarsrichting worden verplaatst. De ruimten tussen de spijlen zijn daarbij bij voorkeur zodanig klein, dat 5 de poten van de kippen gemakkelijk op de spijlen kunnen staan. De spijlen kunnen daarbij zijn voorzien van een kunststof omhulling.
Doordat de drager wordt gevormd door naast elkaar gelegen spijlen is de constructie voldoende open om enerzijds gemakkelijk gereinigd te kunnen worden en anderzijds om er 10 doorheen te kunnen kijken. Bovendien is dit van belang om de kippen van verse lucht te voorzien en voor het afvoeren van de mest van de kippen, welke mest tussen de spijlen door naar beneden kan vallen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van kippen, of 15 ander pluimvee, voorzien van een transportorgaan dat in een schuin vlak is gelegen en zich uitstrekt tussen de bodem, waarop de kippen zich bevinden, tot een niveau waarop zich de bodem van een verzamelruimte bevindt. Bij voorkeur is de breedte van het transportorgaan groter dan 2 meter, en in een voorkeursuitvoering groter dan 2,5 meter. Daardoor kan het transportorgaan over een relatief groot vloeroppervlak van de stal worden bewogen.
20
Bij voorkeur zijn detectiemiddelen aanwezig om de hoeveelheid kippen die zich op het transportorgaan bevinden te bepalen. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit een rij ultrasone afstandmeters, welke rij dwars staat op de verplaatsingsinrichting van het transportorgaan. Daarmee kan de grootte van het gedeelte van het transportorgaan dat bezet wordt door 2 5 kippen worden bepaald, zodat daarmee kan worden berekend hoeveel kippen zijn getransporteerd.
Bij voorkeur is het bodemoppervlak van de verzamelruimte meer dan 4 m2, bij voorkeur 8 m2, en in een voorkeursuitvoering meer dan 12 m2.
De verschillende ruimten kunnen zijn voorzien van afsluitbare openingen waardoor kippen kunnen passeren, welke openingen tot aan de bodem van de betreffende ruimte reiken en welke openingen zijn voorzien van een zwenkbare deur, waarvan de scharnier zich bevindt 30 1006278 6 ter hoogte van de bodem van de betreffende ruimte. Daardoor is het mogelijk dat de deur van een ruimte wordt gezwenkt tot op de transporteur die de bodem vormt van een ernaast gelegen ruimte, waarbij de kippen naar die naastgelegen ruimte moeten worden getransporteerd.
5
Verdere kenmerken van de uitvinding , die zowel afzonderlijk als in combinatie kunnen worden toegepast, zijn beschreven aan de hand van de figuren en worden genoemd in de conclusies.
10 Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekeningen, een uitvoeringsvoorbeeld van een werkwijze voor het verplaatsen van kippen worden beschreven.
Figuur 1 toont een wagen met verzamelruimten; 1 5 figuur 2 toont verzamelruimten met daarop aangesloten transportruimten; figuur 3 toont transportruimten met daarop aangesloten verblijfruimten; figuur 4 toont in bovenaanzicht wagens met transportruimten aangesloten op verblijfruimten, en figuur 5 toont de afvoer van kippen uit de verblijfruimten.
20
De figuren zijn slechts schematische weergaven van het uitvoeringsvoorbeeld, waarbij overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.
Figuur 1 toont een voertuig voorzien van wielen 1 en een zitplaats 2 voor een bestuurder, 2 5 welk voertuig over de bodem 3 van een kippenstal kan worden gereden. Aan de voorzijde is het voertuig voorzien van een eindloos transportorgaan 4 dat zich in een schuin vlak uitstrekt en dat aan de bovenkant een drager vormt die zich vanaf de bodem 3 van de kippenstal beweegt naar de bodem van een verzamelruimte 5, welke bodem wordt gevormd door een eindloos transportorgaan 6 dat een drager voor kippen 7 vormt die zich m 3 0 hoofdzaak horizontaal uitstrekt. De zitplaats 2 voor de bestuurder kan ook hoger, bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk boven transporteur 4, zijn aangebracht, waardoor de bestuurder een goed overzicht heeft over het voertuig en de omgeving.
1006278 7
Aan de voorkant van transportorgaan 4, waar de kippen 7 op dat transportorgaan 4 moeten geraken, kunnen verdere geleidingselementen 8 aanw’ezig zijn die bevorderen dat de kippen op het transportorgaan 4 terechtkomen. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer het voertuig voorwaarts rijdt, de voor het voertuig aanwezige kippen vrijwel vanzelf op het 5 transportorgaan 4 terechtkomen.
De hoeveelheid kippen die door middel van transportorgaan 4 wordt verplaatst wordt waargenomen door middel van detector 9, welke detector bestaat uit een aantal in dwarsrichting op de bewegingsrichting van transportorgaan 4 aangebrachte ultrasone 10 afstandsdetectoren, die kunnen waarnemen of zich kippen bevinden ter plaatse van een dwarsvlak ten opzichte van de voortbewegingsrichting. Op deze wijze kan worden bepaald hoe groot het oppervlak van transportorgaan 4 is waarop zich kippen bevinden, uit welk gegeven kan worden afgeleid hoeveel kippen de detectiemiddelen 9 passeren en in verzamelruimte 5 terechtkomen. De snelheid van transportorgaan 6 van verzamelruimte 5 1 5 wordt aangepast aan de hoeveelheid aangevoerde kippen, zodat een optimale vulling van verzamelruimte 5 kan worden bereikt.
Volgens figuur 1 is het voertuig voorzien van drie boven elkaar gelegen verzamelruimten 5, 9, 10 die alle voorzien zijn van een transportorgaan 6, 11, 12. De verzamelruimten 5, 9, 10 2 0 kunnen in verticale richting worden verplaatst door middel van een schaarvormig heforgaan 13 dat wordt bediend door middel van hydraulische cilinder 14. Door steeds de juiste hoogte van de bodem van de verzamelruimten 5, 9, 10 in te stellen, kunnen deze verzamelruimten achtereenvolgens gevuld worden met kippen.
25 De verzamelruimten 5, 9, 10 zijn aan hun zijkanten, in figuur 1 de linker- en de rechterkant, voorzien van afsluitbare openingen. Bij het vullen met kippen wordt de opening van de betreffende verzamelruimte aan de linkerkant (figuur 1) tijdelijk geopend, en wordt het transportorgaan 6, 11, 12 van de betreffende verzamelruimte 5, 9, 10 naar rechts bewogen met doorgaans een kleinere snelheid dan de beweging van transportorgaan 4, afhankelijk 30 van de hoeveelheid kippen die zich op transportorgaan 4 bevinden.
Figuur 2 toont een gedeelte van een voertuig voor het verzamelen van kippen, welk voertuig is voorzien van vier boven elkaar gelegen verzamelruimten 15 die elk voorzien zijn van een !00627« 8 transportorgaan 16 dat de bodem van de betreffende verzamelruimte 15 vormt. Door middel van heforgaan 13 zijn de verzamelruimten 15 op een zodanige hoogte gebracht dat zij aansluiten op de vier bovenste transportruimten 17 van een vrachtwagen, welke transportruimten 17 elk voorzien zijn van een transportorgaan 18 dat de bodem van de 5 betreffende transportruimte 17 vormt. De deuren 19 die de zijkant van de verzamelruimten 15 en/of de transportruimten 17 kunnen afsluiten vormen tevens de verbinding tussen de verzamelruimte en de ernaast gelegen transportruimte waarover de kippen kunnen worden verplaatst. Tijdens deze verplaatsing bewegen de transportorganen 16 en 18 zich in in hoofdzaak gelijke snelheid in dezelfde richting, in figuur 2 naar rechts.
10
De transportruimten 18 zijn boven elkaar aangebracht in een slechts gedeeltelijk in figuur 2 weergegeven vrachtwagen, waarvan de wielen 20 zijn weergegeven. In figuur 2 is de vrachtwagen voorzien van zeven boven elkaar gelegen transportruimten, maar in de praktijk zijn dat er bij voorkeur acht, zodat na het vullen van de vier bovenste, weergegeven in 15 figuur 2, de onderste vervolgens op overeenkomstige wijze kunnen worden gevuld. Bij voorkeur echter zijn in de vrachtwagen acht boven elkaar gelegen transportruimten aanwezig, zodat twee keer een voertuig met vier boven elkaar gelegen verzamelruimten kan aansluiten op de verschillende transportruimten 17 van de vrachtwagen.
2 0 De lengte van de transportruimten 17 kan een veelvoud zijn van de lengte van de verzamelruimten, zodat een verzamelruimte meerdere keren zijn lading kippen kan lossen in dezelfde transportruimte 17.
Figuur 3 toont, evenals figuur 2, de achterkant van een vrachtwagen met transportruimten 2 5 17 die voorzien zijn van transportorganen 18. De vrachtwagen is achteruit gereden tegen een gebouw 21 waarin zich een aantal verblijfruimten 22 bevinden, die elk voorzien zijn van een transportorgaan 23. Er zijn zeven verblijfruimten 22 boven elkaar aangebracht, evenveel als de boven elkaar aangebrachte transportruimten 17 in de vrachtwagen. Nadat de deuren 24 van de transportruimten 17 en/of van de verblijfruimten 22 naar beneden zijn gezwenkt 3 0 kunnen de kippen 7 worden verplaatst vanuit de transportruimten 17 naar de verblijfruimten 22. Bij het lossen van kippen uit de transportruimten beweegt het transportorgaan 18 zich in tegengestelde richting ten opzichte van de richting bij het laden van de transportruimten 17.
1006278 1 9
De verblijfruimten 22 kunnen evenals de transportruimten 17 zijn voorzien van een sproei-inrichting voor het reinigen van de ruimten en van een drinkinstallatie met een groot aantal drinknippels waaruit de kippen kunnen drinken. Dit is bevorderlijk voor het welzijn van de kippen en vergroot de tijd dat de kippen in de betreffende ruimte aanwezig kunnen zijn. De 5 sproei-installatie en de drinkinstallatie zijn overigens niet in de figuren weergegeven.
In het gebouw 21 waarin de verblijfruimten 22 aanwezig zijn kan het klimaat worden geregeld, hetgeen de tijd dat de kippen in de verblijfruimte kunnen verblijven aanzienlijk vergroot. Doordat de inhoud van gebouw 21 relatief klein is ten opzichte van het aantal in 10 de verblijfruimten 22 ondergebrachte kippen en doordat de toegangsopeningen tochtvrij aangesloten kunnen worden op de achterkant van de vrachtwagen, kan het interieur van het gebouw 21 efficiënt worden geklimatiseerd. Voor het klimatiseren zijn boven de verblijfruimten 22 afzuigleidingen 25 aangebracht, zodat de lucht rond de kippen kan worden weggezogen om geconditioneerd te worden of om op een geschikte plaats te 15 worden afgevoerd.
Onder de verblijfruimten 22 is een opvangbak 26 aangebracht die het afval van de kippen kan opvangen en afvoeren en die tevens bij het reinigen de reinigingsvloeistof opvangt en kan afvoeren.
20
De kippen kunnen uit de verblijfruimten 22 worden afgevoerd doordat op elk transportorgaan 23 een transportorgaan 27 aansluit, dat zich in dwarsrichting ten opzichte van transportorgaan 23 beweegt. Daarbij worden de deuren 28 tijdelijk geopend, welke deuren tot boven transportorgaan 27 reiken.
25
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van het gebouw 21 waarin zich een groot aantal verblijfruimten bevinden, waarbij elke rechthoek 29 een aantal boven elkaar aangebrachte verblijfruimten voorstelt. Rechthoeken 30 stellen vrachtwagens voor waarin een aantal boven elkaar aangebrachte transportruimten aanwezig zijn. Deze transportruimten sluiten 30 aan op de verblijfruimten in het gebouw 21. Zoals uit figuur 4 blijkt is de afmeting van een verblijfruimte enigszins groter dan de afmeting van een transportruimte, hetgeen de verplaatsing van de kippen vanuit de transportruimte naar de verblijfruimte vergemakkelijkt 1006278 10 en waardoor de kippen voldoende ruimte hebben om langere tijd in de verblijfruimten te kunnen verblijven.
In figuur 4 is transportorgaan 27 voor het afvoeren van de kippen uit de verblijfruimten 5 schematisch weergegeven, evenals een transportorgaan 31 dat de kippen vanuit gebouw 21 naar een slachterij transporteert.
Figuur 5 is een aanzicht aangegeven met VV in figuur 4. Daarbij wordt getoond dat de transportorganen 27 een verschillende lengte hebben en dat een aantal van deze 10 transportorganen aan hun uiteinde zijn voorzien van een glijbaan 32 zodat de kippen 7 die zich op de verschillende transportorganen 27 bevinden uiteindelijk op hetzelfde niveau, aangegeven met verwijzingscijfer 33 geraken. Vervolgens komen zij terecht op transportorgaan 31 dat de kippen afvoert vanuit gebouw 21 naar een slachterij.
15 De weergegeven uitvoering van het verzamelen en verplaatsen van kippen moet slechts als uitvoeringsvoorbeeld worden beschouwd, binnen het kader van de uitvinding zijn ook vele andere uitvoeringen mogelijk.
1006278

Claims (50)

1. Werkwijze voor het verplaatsen van kippen, of ander pluimvee, waarbij kippen omhoog worden gebracht door middel van een transportorgaan, dat vanaf de 5 bodem, waarop de kippen zich bevinden, in een schuin vlak is gelegen, naar een niveau waarop zich de bodem van een verzamelruimte bevindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kippen verplaatst worden door een transportorgaan, in de vorm van een drager waarop de kippen zich 10 bevinden, in een vlak te verplaatsen.
3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoeveelheid kippen, die op het transportorgaan passeert, wordt gedetecteerd.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met een voertuig, waarin het transportorgaan en de verzamelruimte zijn aangebracht, door een kippenstal wordt gereden.
3. W'erkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 2. kippen in de verzamelruimte worden verplaatst door middel van een transportorgaan dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de snelheid waarmee het transportorgaan, dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt, wordt 2. bewogen kleiner is dat de snelheid waarmee het transportorgaan dat in genoemd schuine vlak ligt wordt bewogen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de snelheid waarmee het transportorgaan wordt bewogen wordt geregeld afhankelijk van de hoeveelheid 3C kippen die op het transportorgaan dat in genoemd schuine vlak ligt wordt waargenomen. 1006278
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere verzamelruimten boven elkaar aanwezig zijn, bij voorkeur meer dan twee, en dat de verzamelruimten zodanig in verticale richting worden bewogen dat achtereenvolgens verschillende verzamelruimten kunnen aansluiten op het schuine 5 vlak.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verzamelruimte aan een zijkant wordt geopend om de kippen binnen te laten en later aan een tegenoverliggende zijkant wordt geopend om de kippen eruit te laten, 10 waarbij in beide gevallen het transportorgaan, dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt, wordt bewogen.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat kippen vanuit een verzamelruimte in een transportruimte worden gebracht, welke 15 transportruimte is voorzien van een bodem die in hoofdzaak uit een transportorgaan bestaat die in dezelfde richting bewogen wordt als het transportorgaan van de verzamelruimte, waarbij de bodem van de verzamelruimte op in hoofdzaak dezelfde hoogte is gebracht als de bodem van de transportruimte. 2 0 11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat meerdere keren een verzamelruimte met kippen wordt aangesloten op dezelfde transportruimte, waarbij telkens het transportorgaan van de transportruimte over een afstand beweegt die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van de verzamelruimte, gemeten in de bewegingsrichting van het transportorgaan. 2 5
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat meerdere boven elkaar aanwezige verzamelruimten gelijktijdig worden aangesloten op evenzovele boven elkaar aanwezige transportruimten, bij voorkeur meer dan twee. 1006278
13. Werkwijze volgens een der conclusies 10-12, met het kenmerk, dat meerdere, boven elkaar gelegen transportruimten in een wagen, vrachtwagen, oplegger of aanhangwagen, zijn aangebracht.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 10-13, met het kenmerk, dat kippen in de transportruimte worden vervoerd en dat de kippen tijdens dat vervoer worden gevoed door middel van een vast in de transportruimte aangebrachte drinkinstallatie.
16. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de wagen wordt gelost door de wagen achterwaarts te rijden tot nabij een verblijfruimte, waarvan de bodem in hoofdzaak bestaat uit een transportorgaan, en waarvan de bodem in hoofdzaak op dezelfde hoogte ligt als de bodem van een transportruimte van waaruit kippen in de verblijfruimte worden gebracht door de transportorganen 15 van beide ruimten in dezelfde richting te bewegen.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat kippen uit meerdere boven elkaar gelegen transportruimten gelijktijdig in evenzovele boven elkaar gelegen verblijfruimten worden gebracht. 20
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de kippen tijdens hun verblijf in de verblijfruimte worden gevoed door middel van een vast in de verblijfruimte aangebrachte drinkinstallatie. 2 5 19. Werkwijze volgens een der conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de verblijfruimte, wanneer er geen kippen in aanwezig zijn, wordt gereinigd door middel van een sproeiinstallatie die vast in de verblijfruimte is aangebracht.
20. Werkwijze volgens een der conclusies 16-19, met het kenmerk, dat een 3. verblijfruimte aan een zijkant wordt geopend om de kippen binnen te laten en later aan de tegenoverliggende zijkant wordt geopend om de kippen eruit te laten, 1006278 waarbij in beide gevallen het transportorgaan, dat in hoofdzaak de bodem van de verzamelruimte vormt, wordt bewogen.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de kippen vanuit de 5 verblijfruimte worden gebracht op een transportorgaan dat op in hoofdzaak dezelfde hoogte ligt als het transportorgaan in de verblijfruimte, en dat bewogen wordt in een richting in hoofdzaak dwars op de richting waarin het transportorgaan in de verblijfruimte wordt bewogen.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de kippen vanaf de verblijfruimten op verschillende hoogten door middel van transportorganen worden vervoerd naar een niveau waarop ze verder worden getransporteerd.
23. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 kippen worden verplaatst door een drager, die onderdeel is van het transportorgaan, waarop ze zich bevinden te verplaatsen.
24. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een transportorgaan is voorzien van een drager met naast elkaar gelegen spijlen die 2. onderling zijn verbonden en die in hun dwarsrichting worden verplaatst.
25. Werkwijze volgens een der conclusies 10-24, met het kenmerk, dat de transportruimten, nadat de kippen zijn gelost, worden gereinigd door een vast transportruimte aangebrachte sproeiinstallatie. 25
26. Inrichting voor het verplaatsen van kippen, of ander pluimvee, voorzien van een transportorgaan dat in een schuin vlak is gelegen en zich uitstrekt tussen de bodem, waarop de kippen zich bevinden, tot een niveau waarop zich de bodem van een verzamelruimte bevindt. 30 1006278
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de breedte van het transportorgaan, gemeten dwars op de transportrichting, groter is dan 2 m, bij voorkeur groter dan 2,5 m.
28. Inrichting volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk, dat detectiemiddelen aanwezig zijn om de hoeveelheid kippen die op het in een schuin vlak gelegen transportorgaan passeert te bepalen.
29. Inrichting volgens een der conclusies 26-28, met het kenmerk, dat het 10 transportorgaan een in een vlak verplaatsbare drager voor de kippen omvat.
30. Inrichting volgens een der conclusies 26-29, met het kenmerk, dat het transportorgaan en de verzamel ruimte zijn aangebracht in een verrijdbaar voertuig.
31. Inrichting volgens een der conclusies 26-30, met het kenmerk, dat een verzamelruimte een bodemoppervlak heeft van meer dan 4 m2, bij voorkeur meer dan 8 m2 en meer bij voorkeur meer dan 12 m2. 2 0 32. Inrichting volgens een der conclusies 26-31, met het kenmerk, dat de verzamelruimte is voorzien van een bodem die in hoofdzaak bestaat uit een transportorgaan.
33. Inrichting volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat regelmiddelen aanwezig zijn 2. om de snelheid waarmee het transportorgaan wordt bewogen wordt geregeld afhankelijk van de hoeveelheid kippen die op het transportorgaan dat in genoemd schuine vlak ligt wordt waargenomen.
34. Inrichting volgens een der conclusies 26-33, met het kenmerk, dat meerdere 30 verzamel ruimten boven elkaar aanwezig zijn, bij voorkeur meer dan twee. 1006278
35. Inrichting volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de verzamelruimten zodanig in verticale richting verplaatsbaar zijn dat achtereenvolgens verschillende verzamelruimten kunnen aansluiten op het schuine vlak.
36. Inrichting volgens een der conclusies 26-35, met het kenmerk, dat de verzamelruimte aan tegenover elkaar gelegen zijkanten voorzien is van een afsluitbare opening waardoor kippen kunnen passeren.
37. Inrichting volgens een der conclusies 26-36, gekenmerkt door een transportruimte 10 die is voorzien van een bodem die in hoofdzaak uit een transportorgaan bestaat, welk transportruimte in een wagen, vrachtwagen, oplegger of aanhangwagen, is aangebracht.
38. Inrichting volgens conclusie 37, met het kenmerk, dat de afmeting van de 15 transportruimte in hoofdzaak een veelvoud is, bij voorkeur een viervoud, van de afmeting van de verzamelruimte, beide gemeten in de richting waarin de transportorganen kunnen bewegen.
39. Inrichting volgens conclusie 37 of 38, met het kenmerk, dat de wagen is voorzien 2. van meerdere boven elkaar gelegen transportruimten.
40. Inrichting volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat het aantal transportruimten in de wagen een veelvoud is van het aantal aanwezige verzamelruimten, bij voorkeur een tweevoud. 25
41. Inrichting volgens een der conclusies 37-40, met het kenmerk, dat de transportruimte is voorzien van een drinkinstallatie met mondstukken waaruit de kippen kunnen drinken.
42. Inrichting volgens een der conclusies 26-41, met het kenmerk, dat een stationaire verblijfruimte voor de kippen aanwezig is, waarvan de bodem in hoofdzaak 1006278 bestaat uit een transportorgaan met een verplaatsbare drager waarop zich kippen kunnen bevinden.
43. Inrichting volgens een der conclusies 37-42, met het kenmerk, dat de bodem van 5 een verblijfruimte in hoofdzaak op dezelfde hoogte is gelegen als de hoogte waarop de bodem van een transportruimte is gelegen.
44. Inrichting volgens conclusie 42 of 43, met het kenmerk, dat meerdere boven elkaar gelegen verblijfruimten aanwezig zijn. 10
45. Inrichting volgens conclusie 44, met het kenmerk, dat het aantal boven elkaar gelegen verblijfruimte gelijk is aan het aantal boven elkaar gelegen transportruimten.
46. Inrichting volgens een der conclusies 42-45, met het kenmerk, dat de verblijfruimte is voorzien van een drinkinstallatie met mondstukken waaruit de kippen kunnen drinken.
47. Inrichting volgens een der conclusies 42-46, met het kenmerk, dat de een 20 sproeiinstallatie aanwezig is voor het reinigen van de verblijfruimte.
48. Inrichting volgens een der conclusies 42-47, met het kenmerk, dat een aantal verblijfruimten zijn aangebracht in een ruimte waarvan het klimaat kan worden geregeld. 25
49. Inrichting volgens een der conclusies 42-48, met het kenmerk, dat een verblijfruimte aan tegenover elkaar gelegen zijkanten voorzien is van een afsluitbare opening waardoor kippen kunnen passeren. 3 0 50. Inrichting volgens een der conclusies 42-43, met het kenmerk, dat voor het afvoeren van kippen uit een verblijfruimte een transportorgaan aanwezig is dat op
1. U b' 2 7 8 in hoofdzaak dezelfde hoogte ligt als het transportorgaan in de verblijfruimte, en dat bewogen kan worden in een richting in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van het transportorgaan in de verblijfruimte.
51. Inrichting volgens een der conclusies 26-50, met het kenmerk, dat een transportorgaan een transportband omvat.
52. Inrichting volgens een der conclusies 26-51, met het kenmerk, dat een transportorgaan is voorzien van naast elkaar gelegen spijlen die onderling zijn 10 verbonden en die in hun dwarsrichting kunnen worden verplaatst.
53. Inrichting volgens een der conclusies 37-52, met het kenmerk, dat de wagen, waarin transportruimten zijn aangebracht, is voorzien van een sproeiinstallatie voor het reinigen van de transportruimten. 15
54. Inrichting volgens conclusie 53, met het kenmerk, dat de wagen is voorzien van een opvang- en afvoerinrichting voor het afvoeren van de reinigingsvloeistof bij het reinigen. 2 0 55. Inrichting volgens een der conclusies 36-54, met het kenmerk, dat afsluitbare openingen waardoor kippen kunnen passeren voorzien zijn van een naar beneden zwenkende deur die scharnierbaar nabij zijn onderrand is aangebracht. 1006278
NL1006278A 1997-06-11 1997-06-11 Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee. NL1006278C2 (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006278A NL1006278C2 (nl) 1997-06-11 1997-06-11 Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee.
EP98936358A EP0987939B1 (en) 1997-06-11 1998-06-08 A method and a device for moving chickens or other poultry
DK98936358T DK0987939T3 (da) 1997-06-11 1998-06-08 Fremgangsmåde og indretning til transport af kyllinger eller andet fjerkræ
ES03076619T ES2256665T3 (es) 1997-06-11 1998-06-08 Un metodo y un dispositivo para mover pollos u otras aves de corral.
DE69833706T DE69833706T2 (de) 1997-06-11 1998-06-08 Verfahren und Vorrichtung zum Transport von Hühnern oder anderem Geflügel
EP03076619A EP1344453B1 (en) 1997-06-11 1998-06-08 A method and a device for moving chickens or other poultry
US09/445,678 US6347604B1 (en) 1997-06-11 1998-06-08 Method and a device for moving chickens or other poultry
DE1998620620 DE69820620T2 (de) 1997-06-11 1998-06-08 Verfahren und vorrichtung zum transport von hühnern oder anderem geflügel
AU85388/98A AU8538898A (en) 1997-06-11 1998-06-08 A method and a device for moving chickens or other poultry
ES98936358T ES2209169T3 (es) 1997-06-11 1998-06-08 Un metodo y un dispositivo para transportar pollos u otras aves de corral.
PCT/EP1998/003660 WO1998056245A1 (en) 1997-06-11 1998-06-08 A method and a device for moving chickens or other poultry
DK03076619T DK1344453T3 (da) 1997-06-11 1998-06-08 Fremgangsmåde og indretning til flytning af kyllinger eller andet fjerkræ

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006278A NL1006278C2 (nl) 1997-06-11 1997-06-11 Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee.
NL1006278 1997-06-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006278C2 true NL1006278C2 (nl) 1998-12-14

Family

ID=19765135

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006278A NL1006278C2 (nl) 1997-06-11 1997-06-11 Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US6347604B1 (nl)
EP (2) EP1344453B1 (nl)
AU (1) AU8538898A (nl)
DE (2) DE69833706T2 (nl)
DK (2) DK1344453T3 (nl)
ES (2) ES2256665T3 (nl)
NL (1) NL1006278C2 (nl)
WO (1) WO1998056245A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113317228A (zh) * 2021-07-06 2021-08-31 深圳市鸿昇智能科技有限公司 笼养出鸡***

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1019157C2 (nl) * 2001-10-11 2003-04-14 Mte Holding B V Pendelvoertuig, in het bijzonder voor het vervoeren van kippen.
ITTO20020066A1 (it) * 2002-01-23 2003-07-23 Giordano Poultry Plast Spa Metodo e sistema per il trasporto di pollame vivo.
DE602005016140D1 (de) * 2004-10-08 2009-10-01 Squarcle Verfahren und anlage zur automatischen gepäckhandhabung
ITMI20070331A1 (it) * 2007-02-21 2008-08-22 Ciemmecalabria S R L Veicolo raccogli-polli
US8176879B1 (en) 2008-11-21 2012-05-15 Douglas Dean Anderson Machine for alternating conveyor belt livestock loading
US7849820B1 (en) 2008-11-21 2010-12-14 Douglas Dean Anderson Machine for alternating conveyor belt livestock loading
US9055734B1 (en) 2010-10-26 2015-06-16 Joshua Dean Anderson Device for loading livestock via conveyor belt
US8726848B2 (en) 2011-04-26 2014-05-20 J. Michael Melhorn Poultry cart handler and method
ITTO20130214A1 (it) * 2013-03-20 2014-09-21 Massimo Zanotti Unita' per il trasporto di pollame vivo e metodo di manipolazione utilizzante tale unita'
US9192170B2 (en) * 2013-08-19 2015-11-24 Naturally Recycled Proteins Systems and methods for conveying, anesthetizing, and killing poultry
US9301508B2 (en) 2014-04-01 2016-04-05 Joshua Dean Anderson Poultry loading assembly
US11180068B2 (en) * 2018-12-19 2021-11-23 The Shyft Group, Inc. Vehicle conveyor system

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2675783A (en) * 1954-04-20 Hog loading chute
US2840041A (en) * 1956-01-25 1958-06-24 Charles V Fleming Conveyor for poultry
US4307683A (en) * 1978-06-05 1981-12-29 Parker Jr Alonzo E Method and apparatus for handling shackled poultry
IT1120691B (it) * 1979-08-13 1986-03-26 Mola Giuseppe Apparecchiatura perfezionata per prelevare e caricare su mezzi di trasporto animali avicoli
GB2063183B (en) * 1979-11-09 1983-11-16 Marks & Spencer Ltd Live birds handling equipment
GB2096555B (en) * 1981-04-01 1985-02-27 Anglia Autoflow Ltd Livestock handling system and method and apparatus therefor
NL8303892A (nl) * 1983-11-14 1985-06-03 Roel Nicolai Inrichting voor het van een bodemoppervlak opnemen van dieren zoals kippen.
BR8502245A (pt) * 1984-05-11 1985-01-14 Tamnaharry Dev Processo para recolher objetos de uma superficie e aparelho para recolher objetos e sistema transportador para uso no carregamento de objetos recolhidos no interior de um recipiente transportavel
DE69106660T2 (de) * 1990-10-17 1995-05-24 British Tech Group Anlage zur Bearbeitung von Geflügel.
US5325820A (en) * 1992-10-14 1994-07-05 American Calan, Inc. Poultry harvester
US5385117A (en) * 1993-12-02 1995-01-31 Hollis; Calvin L. Poultry collection device
US5592902A (en) * 1994-11-21 1997-01-14 The Taylor Group, Inc. Method and apparatus for cooping chickens
GB9508336D0 (en) * 1994-11-22 1995-06-14 Anglia Autoflow Ltd Livestock handling apparatus and method
US5983837A (en) * 1996-11-21 1999-11-16 American Calan, Inc. Bird counter
US6109215A (en) * 1998-09-24 2000-08-29 Jerome; Wallace H. Loading and unloading apparatus and method incorporating sliding floor system

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113317228A (zh) * 2021-07-06 2021-08-31 深圳市鸿昇智能科技有限公司 笼养出鸡***

Also Published As

Publication number Publication date
EP0987939B1 (en) 2003-12-17
EP0987939A1 (en) 2000-03-29
ES2209169T3 (es) 2004-06-16
DK0987939T3 (da) 2004-04-26
DE69833706T2 (de) 2007-01-18
EP1344453B1 (en) 2006-03-08
DE69820620T2 (de) 2004-11-18
US6347604B1 (en) 2002-02-19
AU8538898A (en) 1998-12-30
DE69833706D1 (de) 2006-05-04
ES2256665T3 (es) 2006-07-16
DK1344453T3 (da) 2006-07-17
EP1344453A1 (en) 2003-09-17
WO1998056245A1 (en) 1998-12-17
DE69820620D1 (de) 2004-01-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006278C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van kippen of ander pluimvee.
NL1002487C2 (nl) Constructie met een stalinrichting voor dieren.
US7346956B2 (en) Automatic cart wash apparatus
FI109078B (fi) Laitteisto ja menetelmä siipikarjan lastaamiseksi kontteihin
US20060115351A1 (en) Livestock transport
US9186706B2 (en) Sorting device and method of operating the sorting device
US4902188A (en) Trolley carrier
US4498418A (en) Cattle car
US5743217A (en) Turkey loading apparatus and method
SU1082352A1 (ru) Коровник
NL1029175C2 (nl) Voertuig voor het verplaatsen van losse bagagestukken tussen een bagagedepot en een vliegtuig.
WO2008095219A1 (en) Loose egg transport module and loading/unloading thereof
US3895727A (en) Poultry transport system
EP0054569A1 (en) HARVESTING AND HARVESTING LOADING MACHINE.
EP1858759B1 (en) Vehicle for moving separate pieces of luggage between a luggage depot and an aeroplane
NL1006734C2 (nl) Inrichting voor het mengen van veevoer.
WO2007087692A1 (en) Loose egg transport module
NL1013519C2 (nl) Inrichting voor het automatisch reinigen van een stalvloer alsmede een stal voor het gebruik van de inrichting.
US7097025B2 (en) System for removing dead animals
US6048157A (en) Turkey coop unloading apparatus and method
US20050118008A1 (en) Reciprocating conveyor with liquid collecting tray
GB2050309A (en) Methods of handling livestock
NL2028042B1 (nl) Inrichting voor het doorvoeren van gevogelte, in het bijzonder eenden
BE1028350B1 (nl) Laadvoertuig voorzien van lostrechter voor bulkgoederen en werkwijze voor bulktransport
GB2320407A (en) Livestock handling system

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: LACOSIN N.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060101