NL1006254C2 - Met MRI-verenigbare geleidingsdraad. - Google Patents

Description

T-103

Met MRI-verenigbare geleidingsdraad 5

De uitvinding heeft betrekking op een geleidingsdraad voor toepassing bij het inbrengen van een katheter hierlangs onder MRI-omstandigheden, ofwel onder 10 beeldvorming op basis van magnetische resonantie.

Het gebruik van op zichzelf bekende geleidings-draden bij MRI heeft bezwaren. Deze geleidingsdraden kunnen door het bij MRI toegepaste hoogfrequente veld verhit raken. Hierdoor kan schade worden veroorzaakt aan 15 het weefsel dat de geleidingsdraad in gebruik omringt of kan bijvoorbeeld coagulatie van bloed optreden.

Het doel van de uitvinding is een geleidingsdraad van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen waarbij dit bezwaar niet optreedt.

20 Dit doel wordt bij de geleidingsdraad volgens de uitvinding bereikt doordat de geleidingsdraad vervaardigd is van niet-metallisch materiaal met een hoge soortelijke elektrische impedantie. De hoogfrequente veldva-riaties kunnen hierdoor niet leiden tot elektrische 25 stromen van enige betekenis in het materiaal van de geleidingsdraad, welke de oorzaak zijn van de tempera-tuursverhoging bij de geleidingsdraad volgens de stand van de techniek.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 30 toegepast. Met versterkingsvezel kunnen de gewenste eigenschappen van de geleidingsdraad voor wat betreft torsie- en buigvastheid op geschikte wijze worden bereikt .

Bij voorkeur worden daarbij materialen gekozen 35 zoals gekenmerkt in conclusie 3.

De versterkingsvezel kan opgenomen worden in een omhulling zodat de geleidingsdraad een samenhangend lichaam verkrijgt.

1006254 2

In het bijzonder wanneer meer dunne verster-kingsvezels worden gebruikt, wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 4 toegepast. Het lichaam van de geleidingsdraad vormt dan een homogeen geheel.

5 Een andere geschikte uitvoeringsvorm is geken merkt in conclusie 5.

De keuze van de vezelsoort of -soorten, de gemiddelde vezellengte, het vullingspercentage en dergelijke kunnen naar wens gevarieerd worden om de gelei-10 dingsdraad de voor een bepaald doel geschikte eigenschappen, zoals torsie- en buigvastheid, te verlenen.

Een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is gekenmerkt in conclusie 6. In bepaalde omstandigheden is het gewenst dat een geleidingsdraad een eindgedeelte van 15 metaal, in het bijzonder roestvaststaal heeft. Door de maatregel van conclusie 6 zal de opwarming van dit metalen eindgedeelte zodanig beperkt blijven dat dit geen bezwaar oplevert.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in 20 de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Fig. 1 toont een perspektivisch aanzicht van een geleidingsdraad volgens een voorkeursuitvoerings-25 vorm van de uitvinding.

Fig. 2 toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een geleidingsdraad volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm.

30 Fig. 3 toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een geleidingsdraad volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4 toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een geleidingsdraad volgens een derde uitvoerings-35 vorm van de uitvinding.

De in fig. 1 getoonde geleidingsdraad 1 omvat een lichaam 2 met een distaai eindgedeelte 3. De gelei- 1006254 3 dingsdraad is torsiestijf maar goed buigzaam zonder slap te zijn. De getoonde geleidingsdraad 1 heeft een recht eindgedeelte 3, doch andere uitvoeringsvormen zijn ook bekend waarbij het eindgedeelte een haakvorm heeft.

5 In gebruik wordt de geleidingsdraad 1 bij een patiënt ingebracht, waarbij de draad zichtbaar wordt gemaakt met een beeldvormingstechniek. De geleidingsdraad volgens de uitvinding is in het bijzonder bestemd om gebruikt te worden onder MRI-omstandigheden.

10 Wanneer de geleidingsdraad op zijn plaats is gebracht, wordt vanaf het proximale einde een katheter over de geleidingsdraad geschoven, zodat deze geleid door de geleidingsdraad op de gewenste plek in het lichaam van de patiënt terecht komt.

15 Teneinde temperatuursverhoging van de gelei dingsdraad ten gevolge van de wisselingen in het magnetische veld dat wordt toegepast bij de magnetische resonantiebeeldvorming is de geleidingsdraad volgens de uitvinding vervaardigd van niet-metallisch materiaal met een 20 hoge soortelijke elektrische impedantie. De door de veldwisselingen opgewekte stromen blijven hierdoor zodanig beperkt dat geen warmtewisseling van betekenis optreedt .

Het eindgedeelte 3 is bij de getoonde uitvoe-25 ringsvorm vervaardigd van roestvaststaal maar heeft een kleine lengte, waarbij klein gerelateerd wordt aan de golflengte van de bij de beeldvorming gebruikte hoogfrequente trillingen. Hierdoor treedt geen resonantie in het metaal van dit eindgedeelte 3 op, waardoor ook geen 30 warmteontwikkeling van betekenis optreedt.

Fig. 2 toont meer in detail de constructie van het lichaam 2 van de katheter van fig. 1.

Het lichaam 2 omvat een mantel 6 waarin een hoeveelheid in hun langsrichting gerichte vezels 7 zijn 35 opgenomen. Deze vezels kunnen, al naar gelang de gewenste eigenschappen van de geleidingsdraad bijvoorbeeld kool-stofvezels, boron-, aramide- of glasvezels zijn, of een 1006254 4 combinatie hiervan. De mantel 6 is van een kunststof en bijvoorbeeld om de bundel vezels 7 gekrompen.

Bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in fig. 3 is eveneens een reeks in hun langsrichting gerichte 5 vezels 8 toegepast die echter ingebed zijn in een kunststof matrix 9. De kunststof kan op geschikte wijze gekozen zijn voor het bereiken van bepaalde eigenschappen van de gevormde geleidingsdraad, in het bijzonder eigenschappen voor wat betreft buigstijfheid en torsiestijfheid.

10 Bij de uitvoeringsvorm van fig. 4 omvat het lichaam 2 versterkingsvezels 10 die als korte vezelstuk-jes opgenomen zijn in een kunststof matrix 11. Om het aldus gevormde samenstel is een deklaag 12 aangebracht die het lichaam 2 een glad oppervlak verleent en boven-15 dien voorkomt dat stukjes vezel 10 uit het oppervlak uitsteken.

1006254

Claims (8)

1. Geleidingsdraad voor toepassing bij het inbrengen van een katheter hierlangs bij beeldvorming op basis van magnetische resonantie, met het kenmerk, dat de geleidingsdraad vervaardigd is van niet-metallisch mate- 10 riaal met een hoge soortelijke elektrische impedantie.

2. Geleidingsdraad volgens conclusie 1, waarbij het materiaal versterkingsvezel omvat.

3. Geleidingsdraad volgens conclusie 2, waarbij de versterkingsvezel gekozen is uit de groep omvattende 15 koolstof-, boron-, aramide- en glasvezel.

4. Geleidingsdraad volgens conclusie 2 of 3, waarbij de versterkingsvezel opgenomen is in een kunststof matrix.

5. Geleidingsdraad volgens conclusie 4, waarbij 20 de versterkingsvezel toegepast is in de vorm van korte vezelstukken (Eng.: whiskers).

6. Geleidingsdraad volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een eindgedeelte van metaal omvattend materiaal, met een ten opzichte van de golf- 25 lengte van de bij de beeldvorming gebruikte hoogfrequente trillingen kleine lengte.

7. Geleidingsdraad volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van een deklaag.

8. Geleidingsdraad volgens conclusie 7, waarbij 30 de deklaag een kunststof omhulling is. 1006254