NL1005922C2

NL1005922C2 - Schakelkastaanbrengsamenstel.

Info

Publication number: NL1005922C2
Application number: NL1005922A
Authority: NL
Inventors: Isao Kameyama
Original assignee: Yazaki Corp
Priority date: 1996-04-30
Filing date: 1997-04-28
Publication date: 1999-02-09
Also published as: JPH09298808A; NL1005922A1; JP3094150B2; US5934935A

Description

SCHAKELKASTAANBRENGSAMENSTEL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schakelkastaanbrengsamenstel dat het toestaat dat een schakelkast op een paneel aangebracht wordt terwijl het tezelfdertijd gekoppeld wordt met connectoren.

5 Conventionele schakelkasten met in elkaar te steken delen zoals een gevaarsignaalschakelaar en een mistlampschakelaar zijn op een paneel aangebracht (een instrumentatiepaneel of iets dergelijks) van een automobiel, zoals getoond in figuur 12. Draden 5 worden naar 10 voren getrokken door een aanbrenggat 3 van een paneel 1, en de connector 7 met de daaraan bevestigde draden 5 wordt gekoppeld aan een schakelkast 9. Dan worden de draden 5 teruggeduwd door het aanbrenggat 3, zodat elastische vasthoudpallen 11 van de schakelkast 9 ertoe gebracht 15 worden vastgehouden te zijn in randgebieden van het aanbrenggat 3. Als resultaat hiervan is het aanbrengen van de schakelkast 9 gecompleteerd.

Derhalve moet in een dergelijk aanbrengsamenstel een gecompliceerde handeling uitgevoerd worden iedere keer 2 0 dat de schakelkast 9 aangebracht moet worden. Een aanbrengsamenstel dat dit ongemak overwonnen heeft staat toe dat een connector gekoppeld wordt met een schakelkast tezelfdertijd dat de schakelkast op een paneel aangebracht wordt. Een voorbeeld van een dergelijk aanbrengsamenstel, 25 dat onthuld is in het niet-beoordeelde Japanse gebruiksmo-del publicatienr. Sho.52-32969, zal beschreven worden onder verwijzing naar figuur 13.

Dit aanbrengsamenstel is zodanig ontworpen dat een verbindingsconnectorkast 15 in een aanbrenggat 3 van 30 een paneel 1 bevestigd wordt. De verbindingsconnectorkast 15 bezit een frame-achtige voorplaat 19 rond de buitenomtrek van de vooropening 17 daarvan. De verbindingsconnectorkast bezit vasthoudpallen 21, op de buitenoppervlakken 1005922 2 van de boven- en onderwanden daarvan, die komen te staan tegenover de voorplaat 19. De verbindingsconnectorkast 15 kan op het paneel 1 aangebracht worden door de corresponderende randgedeelten van het aanbrenggat 3 te klemmen 5 tussen de vasthoudpallen 21 en de voorplaat 19, wanneer ingebracht in het aanbrenggat 3 vanaf het vooroppervlak van het paneel 1 met de achterzijde daarvan voorwaarts gericht.

Zij-oppervlakopeningen 23 zijn gevormd bij beide 10 zij-oppervlakken van de verbindingsconnectorkast 15. Verder strekken zich in de binnenoppervlakken van de boven-en onderwanden een paar lange groeven 25 in de diepte uit. Op een connector 29 met daaraan verbonden electrische kabels 27 is een kraaggedeelte 31 aangebracht, dat in de 15 lange groeven 25 aangebracht moet worden. De connector 29 wordt als volgt ingebracht. Nadat de verbindingsconnectorkast 15 bevestigd is aan het paneel 1 wordt het kraaggedeelte 31 van de connector 29 gekoppeld met de lange groeven 25 vanaf de zij-oppervlakopeningen 23 op de ach-20 terzijde van het paneel 1. De verbindingsconnectorkast 15 staat toe dat twee connectoren 29 daaraan aangebracht worden door toe te staan dat beide connectoren 29 ingébracht worden vanaf de zij-oppervlakopeningen 23 die respectievelijk bij beide zij-oppervlakken aangebracht 25 zijn.

De verbindingsconnectorkast 15 met de daaraan aangebrachte connectoren 2 9 staat dan toe dat twee schakelkasten 33 daarin ingebracht worden vanaf het vooroppervlak van het paneel 1. De ingebrachte schakelkasten 33 30 zorgen er niet alleen voor dat elastische vasthoudpallen 35 vastgehouden worden door uitsteeksels 37, maar verbinden ook aansluitingspunten 38a met aansluitingspunten 38b van de connectoren 29, zodat de schakelkasten 33 elec-trisch verbonden kunnen worden door bedieningsknoppen 39.

35 Volgens het schakelkastaanbrengsamenstel dat geconstrueerd is zoals hierboven omschreven, zijn de connectoren 29 aan het paneel 1 bevestigd door de verbin- •fOPrqo? - 3 dingsconnectorkast 15. Daardoor kunnen de schakelkasten 33 vanaf het vooroppervlak van het paneel 1 aangebracht worden, en tezelfdertijd kunnen de schakelkasten 33 gekoppeld worden met de connectoren 29. Derhalve is de hanteer-5 baarheid verbeterd.

Het hiervoor genoemde conventionele schakelkast-aanbrengsamenstel is echter nadelig doordat foutieve assemblage van de verbindingsconnectorkast 15 gemakkelijk op kan treden. Dat wil zeggen, wanneer anders gespecifi-10 ceerde schakelkasten 33 aangebracht moeten worden, moeten de schakelkasten 3 3 op een individuele basis met de connectoren 29 gekoppeld worden, en dit zou fouten kunnen veroorzaken in het assemblageproces aan de verbindingsconnectorkast 15.

15 Aangezien de schakelkasten 33 op een individuele basis met de connectoren 29 gekoppeld moeten worden, is verder de assemblage aan de verbindingsconnectorkast 15 tijdrovend.

De onderhavige uitvinding is gedaan met het oog 20 op de vorenbedoelde problemen. Het doel van de onderhavige uitvinding is daarom het verschaffen van een schakelkas-taanbrengsamenstel dat niet alleen foutieve assemblage aan connectoren uit kan sluiten, maar ook de assemblagetijd aan de verbindingsconnectorkast vermindert, zodat assem-25 blagebetrouwbaarheid en assemblagehanteerbaarheid verbeterd kunnen worden.

Om het bovenstaande doel te bereiken wordt de onderhavige uitvinding uitgevoerd bij een schakelkastaan-brengsamenstel omvattend: een paneel met een aanbrenggat; 30 een connectorkast die ofwel bevestigd is aan een achterop-pervlak van het paneel door een opening daarvan samen te laten vallen met het aanbrenggat, met een aantal daaraan aangebrachte connectoren, ofwel als één geheel met het paneel gevormd is; en een schakelkast om toe te staan dat 35 een aantal schakelaars daaraan aangebracht wordt. In een dergelijk schakelkastaanbrengsamenstel is niet alleen het aantal schakelaars collectief op het paneel aangebracht 1005922 4 door middel van de schakelkast door het vasthouden van de schakelkast in het aanbrenggat vanaf een vooroppervlak van het paneel, maar is het aantal schakelaars ook gekoppeld met het aantal connectoren.

5 In het schakelkastaanbrengsamenstel dat gecon strueerd is zoals hierboven omschreven, bijvoorbeeld, zijn connectoren bijvoorbeeld bevestigd aan de connectorkast; is de connectorkast vastgemaakt aan het achteroppervlak van het paneel; zijn schakelaars bevestigd aan de schakel-10 kast; is de schakelkast daarna ingebracht in het aanbrenggat vanaf het vooroppervlak van het paneel, om in het paneel vastgehouden te worden. Als resultaat hiervan kan een aantal schakelaars collectief op het paneel worden aangebracht en kunnen tezelfdertijd individuele schake-15 laars gekoppeld worden met de corresponderende connectoren .

De voorkeursuitvoeringen van de schakelkastaan-brengsamenstellen volgens de onderhavige uitvinding zullen nu in detail beschreven worden onder verwijzing naar de 20 tekeningen.

Figuur 1 toont een uiteengenomen aanzicht in perspectief waarbij een schakelkastaanbrengsamenstel getoond wordt, dat een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvindig is; 25 figuur 2 toont een longitudinale doorsnede die een geassembleerde toestand van het schakelkastaanbrengsamenstel volgens figuur 1 toont; figuur 3 toont een uiteengenomen aanzicht in perspectief dat een schakelkastaanbrengsamenstel toont, 30 welke een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is,· figuur 4 toont een vergroot aanzicht van een semi-vergrendelend uitsteeksel van het schakelkastaanbrengsamenstel volgens figuur 3, 35 figuur 5 toont een horizontale doorsnede die een gemonteerde toestand van een connectorkast van het schakelkastaanbrengsamenstel volgens figuur 3 toont; 1005922 5.

figuur 6 toont een horizontale doorsnede die een gemonteerde toestand van de schakelkast van het schakel-kastaanbrengsamenstel volgens figuur 3 toont; figuur 7 toont een uiteengenomen aanzicht in 5 perspectief dat een schakelkastaanbrengsamenstel toont, welke een derde uitvoering van de onderhavige uitvinding is; figuur 8 toont een vergroot aanzicht van een schakelkast getoond in figuur 7; 10 figuur 9 toont een horizontale doorsnede die een glij-element volgens figuur 8 toont; figuur 10 toont een longitudinale doorsnede die het glij-element volgens figuur 8 toont; figuur 11 toont een uiteengenomen longitudinale 15 doorsnede van het schakelkastaanbrengsamenstel getoond in figuur 7; figuur 12 toont een doorsnede van een conventioneel schakelkastaanbrengsamenstel; figuur 13 toont een doorsnede van een andere 20 conventioneel schakelkastaanbrengsamenstel.

Figuur 1 is een uiteengenomen perspectivisch aanzicht dat een schakelkastaanbrengsamenstel toont, welke een eerste uitvoering van de onderhavige uitvinding is. Figuur 2 is een longitudinale doorsnede die een geassem-25 bleerde toestand van het schakelkastaanbrengsamenstel volgens figuur 1 toont. Een schakelkast 41 bezit een aantal schakelopneemkamers 45 zodat een aantal schakelaars 43 daarin opgenomen kan worden. De schakelopneemkamers 45 bezitten openingen bij zowel de voor- als achteroppervlak-30 ken van de schakelkast 41. Een schakelaar 43 bezit een bedieningsknop 47 die op de voorzijde daarvan aangebracht is en een ingebouwd connectorgedeelte 49 dat op de achterzijde daarvan aangebracht is. De schakelaar 43 wordt in de schakelkast 41 aangebracht terwijl hij in de schakelop-35 neemkamer 45 ingebracht wordt vanaf de achterzijde van de schakelkast 41 waarbij de bedieningsknop 47 daarvan naar voren gericht is. Een stop 51 (zie figuur 2) is gevormd 1005922 6 bij het binnenvooroppervlak van de schakelopneemkamer 45, zodat de stop 51 verhindert dat de schakelaar 43 loskomt van de voorzijde van de schakelkast.

Uitsteeksels 53 zijn op zowel het boven- als het 5 onderoppervlak van de schakelaar 43 aangebracht. De uitsteeksels 53 houden het loskomen van de schakelaar 43 vanaf de achterzijde van de schakelkast 41 onder controle terwijl zij vastgehouden zijn in vasthoudgaten 55 gevormd in de boven- en onderwanden van de schakelkast 41. Een pal 10 57 is aangebracht om uit te steken vanaf het onderste voorgedeelte van de schakelkast 41. Verder is een elastische vasthoudpal 59 aangebracht op het bovenste voorgedeelte van de schakelkast 41. De elastische vasthoudpal 59 is gevormd door het voorwaarts vouwen van het achterste 15 eindgedeelte dat naar achteren uitsteekt vanaf het basisgedeelte daarvan. Derhalve is het voorste eindgedeelte, dat een vrij eind is, elastisch op en neer verplaatsbaar zoals getoond in figuur 2.

Een aanbrenggat 63 is in een paneel (instrumen-20 tatiepaneel of iets dergelijks) 61 aangebracht. De schakelkast 41 met de daaraan aangebrachte schakelaars 43 wordt in het aanbrenggat 63 aangebracht terwijl het in het aanbrenggat 63 ingebracht wordt vanaf de voorzijde van het paneel 61. De pal 57 en de elastische vasthoudpal 59 25 houden het loskomen van de schakelkast 41 onder controle, welke ingebracht is in het aanbrenggat 63 terwijl het vastgehouden is in de boven- en onderachterzijden van het aanbrenggat 63.

Aan de andere kant is een connectorkast 65 30 aangebracht op het achteroppervlak van het paneel 61. De connectorkast 65 bezit een kastachtige vorm en heeft een opening bij het vooroppervlak daarvan, en is zodanig aangebracht dat het vooroppervlak daarvan samenvalt met het aanbrenggat 63. Een flensgedeelte 67 is rond de bui-35 tenomtrek van het voorgedeelte van de connectorkast 65 gevormd. Aanbrenggaten 69 zijn in het flensgedeelte 67 gevormd. De connectorkast 65 is bevestigd aan het achter- 1005922 7 oppervlak van het paneel 61 door schroeven 71 die ingébracht zijn in de aanbrenggaten 69 in aanbrenggedeelten 73 gevormd op het achteroppervlak van het paneel 61 aan te draaien. Sommige van de aanbrenggaten 69 kunnen bevestigd 5 zijn aan de corresponderende aanbrenggedeelten 73 met de schroeven 71, of hun beweging kan op andere wijze onder controle gehouden zijn door inbrengnokken 75 die gevormd zijn op het achteroppervlak van het paneel 61 getoond in figuur 2.

10 Terwijl in deze uitvoering het paneel 61 en de connectorkast 75 als onafhankelijke onderdelen gevormd zijn, kunnen het paneel 61 en de connectorkast 65 als één geheel met elkaar gevormd zijn.

Connectorinbrenggaten 79 die toestaan dat con-15 neetoren 77 daarin ingebracht worden zijn gevormd in het achteroppervlak van de connectorkast 65. Een connector 77 wordt ingebracht in het connectorinbrenggat 79 vanaf de achterzijde van de connectorkast 65. Verder is de connector 77 ontworpen om beweegbaar te zijn over een voorafbe-20 paalde afstand langs het achteroppervlak van de connectorkast 65. Een connectorvasthoudsluiting 81 is aangebracht op een zijwand van de connector 77, en de connectorvasthoudsluiting 81 houdt het achterwaarts loskomen van de connector 77 onder controle wanneer deze vastgehouden is 25 in een uitsparing 83 gevormd in het randgedeelte van het connectorinbrenggat 79.

De connectorkast 65 die is aangebracht op het paneel 61 neemt de hiervoor genoemde schakelkast 41 daarin op. De respectievelijke connectoren 77 zijn aangebracht om 30 samen te vallen met de respectievelijke schakelaars 43 die zijn opgenomen in de schakelkast 41. Dat betekent dat de schakelaars 43 ontworpen zijn om gekoppeld te worden met de corresponderende connectoren 77 die zijn aangebracht in de connectorkast 65 tezelfdertijd dat de schakelkast 41 35 aangebracht wordt op het paneel 61.

Een procedure voor het assembleren van het aldus geconstrueerde schakelkastaanbrengsamenstel 85 zal nu 100592? 8 beschreven worden. Allereerst worden connectoren 77 ingébracht in de connectorinbrenggaten 79 van de connectorkast 65, en de connectorvasthoudsluitingen 81 worden vastgehouden in de corresponderende uitsparingen 83. Als resultaat 5 hiervan zijn de connectoren 77 aangebracht aan de connectorkast 65.

Dan wordt de connectorkast 65 opgesteld om samen te vallen met het aanbrenggat 63 vanaf het achteroppervlak van het paneel 61, en de schroeven 71 die zijn ingebracht 10 in de corresponderende aanbrenggaten 69 worden in de corresponderende aanbrenggedeelten 73 in het achteropper-vlak van het paneel geschroefd. Als resultaat is de connectorkast 65 bevestigd aan het achteroppervlak van het paneel 61. Opgemerkt wordt dat het niet vereist is dat dit 15 deel van de assemblageprocedure uitgevoerd wordt indien de connectorkast 65 als één geheel gevormd is met het paneel 61.

Dan worden schakelaars 43 ingebracht in de achterzijde van de schakelkast 41, en de uitsteeksels 53 20 worden vastgehouden in de corresponderende vasthoudgaten 55. Als resultaat hiervan zijn de schakelaars 43 aangebracht aan de schakelkast 41.

Als de laatste stap van de procedure wordt de schakelkast 41 ingebracht in het aanbrenggat 63 door de 25 voorzijde van het paneel 61, zodat de pal 57 en de elastische vasthoudpal 59 vastgehouden worden in het achteroppervlak van het paneel 61. Als resultaat hiervan is de schakelkast 41 bevestigd aan het paneel 61, en tezelfdertijd is ervoor gezorgd dat de ingebouwde connectorgedeel-30 ten 49 die zijn aangebracht in de achtergedeelten van de schakelaars 43 gekoppeld zijn met de corresponderende connectoren 77. Derhalve is de montagehandeling van de schakelkast 41 aldus gecompleteerd. Indien er een montage-fout is in het assembleren van de ingebouwde connectorge-35 deelten 49 en de corresponderende connectoren 77, dan wordt een dergelijke fout opgelost doordat de corresponderende connectoren 77 respectievelijk bewegen langs het

ή f\ r» rO O O

i 9 achteroppervlak van de connectorkast 65. Derhalve kunnen de connectoren 77 gekoppeld worden met de ingebouwde connectorgedeelten 49.

Indien het paneel 61 als één geheel gevormd is 5 met de connectorkast 65 kan de assemblageprocedure als volgt zijn. De schakelkast 41 met de schakelaars 43 die daaraan bevestigd zijn wordt ingebracht in het paneel 61 door het vooroppervlak van het paneel 61. De connectoren 77 worden daarna ingebracht in de connectorinbrenggaten 79 10 vanaf de achterzijde van de connectorkast 65 naar de corresponderende schakelaars 43, zodat de connectoren 77 vastgehouden kunnen worden door de connectorkast 65.

Teneinde de schakelkast 41 van het paneel 61 te verwijderen, wordt het voorgedeelte van de schakelkast 41 15 over een afstand omhoog bewogen die gelijk is aan een ruimte 87 gevormd tussen het bovenoppervlak van de schakelkast 41 en het dak van de connectorkast 65. Deze beweging perst de elastische vasthoudpal 59 samen, die de opwaartse beweging van de schakelkast 41 absorbeert door 20 elasticiteit. Door de schakelkast 41 een afstand die gelijk is aan de ruimte 87 omhoog te bewegen, wordt de pal 57 op het onderste gedeelte van de schakelkast 41 losgekoppeld van de onderrand van het aanbrenggat 63. Door dan de schakelkast 41 naar beneden te bewegen, wordt de elas-25 tische vasthoudpal 59 losgekoppeld van de bovenrand van het aanbrenggat 63. Als resultaat hiervan is de schakelkast 41 verwijderd vanaf het paneel 61.

Volgens het aldus geconstrueerde schakelkastaan-brengsamenstel 85 wordt een aantal schakelaars 43 van 30 tevoren, dat wil zeggen voor-geassembleerd, aangebracht op de schakelkast 41, zodat in het assemblageproces een aantal schakelaars 43 collectief aan de connectorkast 65 aangebracht kan worden. Daardoor kan, door het van tevoren checken van de aanbrengposities van de schakelaars met de 35 schakelkast 41, foutieve assemblage van schakelaars 43 uitgebannen worden in het assemblageproces aan de connectorkast 65.

1005922 .10

Door het van tevoren assembleren van een aantal schakelaars 43 aan de schakelkast 41, kan een dergelijk aantal schakelaars 43 verder collectief geassembleerd worden aan de connectorkast 65 in het assemblageproces.

5 Als resultaat hiervan kan de assemblagetijd in belangrijke mate gereduceerd worden.

Een tweede uitvoering van het schakelkastaan-brengsamenstel zal hieronder beschreven worden onder verwijzing naar de figuren 3 tot en met 6. Opgemerkt wordt 10 dat onderdelen, componenten en posities die equivalent zijn aan degenen die getoond zijn in de figuren 1 en 2 aangeduid zijn met dezelfde verwijzingscijfers, en dubbele beschrijvingen zullen weggelaten worden.

Een schakelopneemkamer 45a van het voorinbreng-15 type is bij een willekeurige positie van de schakelkast 41 (op het linkereinde in dit voorbeeld) gevormd. De schakelopneemkamer 4 5a van het voorinbrengtype staat toe dat een schakelaar 43a van het voorinbrengtype daarin ingebracht wordt door verwijdering van de stop 51 (zie figuur 2) . 20 Verder zijn ook schakelopneemkamers 45 die toestaan dat schakelaars 43 daarin ingebracht worden vanaf de achterzijde, op een wijze soortgelijk aan het hiervoor omschreven voorbeeld, gevormd in de schakelkast 41.

Semi-sluitinguitsteeksels 41 (zie figuur 4) zijn 25 aangebracht om uit te steken vanaf de boven- en onderop-pervlakken van de schakelaar 43a van het voorinbrengtype. Ieder semi-sluitinguitsteeksel 91 is zodanig ontworpen dat beide oppervlakken daarvan die zich uitstrekken in de inbrengrichting, hellend zijn. Het semi-sluitinguitsteek-30 sel 91 wordt vastgehouden in een corresponderend semi-sluitinggat 93 gevormd in de schakelopneemkamer 45a van het voorinbrengtype. Het semi-sluitinguitsteeksel 91 is zodanig ontworpen dat het vasthouden daarvan in het semi-sluitinggat 93 vrijgemaakt kan worden wanneer een van te 35 voren bepaalde kracht in de verwijderingsrichting uitgeoefend wordt. Dat betekent dat de schakelaar 43a van het voorinbrengtype die door het vooroppervlak van de schakel- 1005922 11 kast 41 ingebracht is, uit de schakelkast 41 verwijderd kan worden door een trekkracht die groter is dan een voorafbepaalde waarde.

Een elastische vasthoudpal 95 is aangebracht, 5 bijvoorbeeld op een zijwand van de schakelopneemkamer 45a van het voorinbrengtype. Verder is er geen elastische vasthoudpal 59 en pal 57, zoals beide waren aangebracht in de eerste uitvoering, op de schakelkast 41. Anderzijds is een vasthoudgat 97 dat samenvalt met de elastische vast-10 houdpal 95 gevormd in de connectorkast 65 die toestaat dat een aantal connectoren 77 op het achterste gedeelte van de connectorkast aangebracht wordt op een wijze soortgelijk aan de eerste uitvoering. De schakelkast 41 is ontworpen om vastgehouden te worden in het vasthoudgat 97 van de 15 connectorkast 65 wanneer deze vastgehouden wordt in het aanbrenggat 63 .

Een werkwijze voor het assembleren van een aldus geconstrueerd schakelkastaanbrengsamenstel 99 zal beschreven worden. Eerst worden, zoals getoond in figuur 5, 20 connectoren 77 ingebracht in corresponderende connectorin-brenggaten 79 van de connectorkast 65, en wordt ervoor gezorgd dat de connectorvasthoudsluitingen 81 vastgehouden worden in de corresponderende uitsparingen 83. Aldus zijn de connectoren 77 aangebracht op de connectorkast 65.

25 Dan wordt de connectorkast 65 opgesteld om samen te vallen met het aanbrenggat 63 vanaf het achteroppervlak van het paneel 61, en worden de schroeven 71 die zijn ingebracht in de corresponderende aanbrenggaten 69 in de corresponderende aanbrenggedeelten 73 in het achteropper-30 vlak van het paneel geschroefd. Als resultaat hiervan is de connectorkast 65 bevestigd aan het achteroppervlak van het paneel 61. Opgemerkt wordt dat dit deel van de assem-blageprocedure niet uitgevoerd hoeft te worden indien het paneel 61 als één geheel gevormd is met de connectorkast 35 65.

Dan worden schakelaars 43 ingebracht vanaf de achterzijde van de schakelkast 41, en wordt ervoor gezorgd 1005922 12 dat de uitsteeksels 53 vastgehouden worden in de corresponderende vasthoudgaten 55. Als resultaat hiervan zijn de schakelaars 43 aangebracht in de schakelkast 41.

In deze uitvoering wordt de schakelkast 41 5 ingebracht in het aanbrenggat 63, en de elastische vast-houdpal 95 van de schakelkast 41 wordt vastgehouden in het vasthoudgat 97 van de connectorkast 65, zodat de schakelkast 41 aan de connectorkast 65 bevestigd is zoals getoond in figuur 6.

10 Als laatste stap wordt de schakelaar 43a van het voorinbrengtype ingebracht in het vooroppervlak van de schakelkast 41, zodat de semi-sluitinguitsteeksels 91 vastgehouden worden in de corresponderende semi-sluiting-gaten 93. Als resultaat hiervan is schakelaar 43a van het 15 voorinbrengtype in de schakelkast 41 aangebracht.

Om de schakelkast 41 van het paneel 61 te verwijderen wordt eerst de schakelaar 43a van het voorinbrengtype uit de schakelkast 41 getrokken door het losmaken van de elastische vasthoudpal 95 die zichtbaar is in 20 de schakelaanbrengkamer 45a van het voorinbrengtype, door gebruik te maken van een vinger, een stuk gereedschap of iets dergelijks. Dan wordt de schakelkast 41 uit de connectorkast 65 getrokken, en de schakelkast 41 is dan verwijderd vanaf het paneel 61.

25 In dit schakelkastaanbrengsamenstel 99 is de elastische vasthoudpal 95 zichtbaar in de schakelopneemka-mer 45a die leeggemaakt is door de schakelaar 43a van het voorinbrengtype uit het vooroppervlak van het paneel 61 te trekken, zodat de elastische vasthoudpal 95 visueel gecon-30 troleerd kan worden. Als resultaat hiervan kan het vasthouden gemakkelijk opgeheven worden. Derhalve kan het schakelkastaanbrengsamenstel 99 niet alleen het afbreken van de sluitingopbouw verhinderen maar ook de hanteerbaarheid van het losmaken verbeteren, in vergelijking met het 35 schakelkastaanbrengsamenstel waarin de sluitingopbouw niet visueel gecheckt kan worden en de losmaakhandeling uitgevoerd wordt door de schakelkast 41 uit te steken door het 100592? » 13 inbrengen van een gereedschap of iets dergelijks.

Wanneer de schakelaars 43 van tevoren in de schakelkast 41 worden bevestigd voordat de schakelkast 41 in deze uitvoeringsvorm op het paneel 61 wordt 5 aangebracht, kan het aantal en de positie van de schakelaar 43 dat bevestigd moet worden naar wens vastgesteld worden. Verder kan, wanneer de schakelaar 43a van het voorinbrengtype aangebracht is nadat de schakelkast 41 op het paneel 61 aangebracht is, het aantal en de positie van 10 de schakelaars 43a van het voorinbrengtype naar wens vastgesteld worden. In het geval waarin de schakelaar 43a van het voorinbrengtype in het midden van de schakelkast 41 aangebracht is, zouden de vasthoudgaten 97 waarin de elastische vasthoudpallen 95 vastgehouden worden, in de 15 boven- en onderwanden van de connectorkast 65 gevormd kunnen worden.

Een derde uitvoering van het schakelkastaan-brengsamenstel zal hieronder beschreven worden onder verwijzing naar de figuren 7 tot en met 11. Opgemerkt 20 wordt dat onderdelen, componenten en posities, die equivalent zijn aan degene die getoond zijn in de figuren 3 tot en met 6 met dezelfde verwijzingscijfers worden aangeduid, en dubbele beschrijvingen zullen weggelaten worden.

In een schakelkastaanbrengsamenstel 101 volgens 25 de derde uitvoering is één van de schakelaars 43 (aan de linkerkant in dit voorbeeld) geconstrueerd als een schakelaar 43a van het voorinbrengtype op een wijze gelijksoortig aan het schakelkastaanbrengsamenstel 99 volgens de hiervoor beschreven tweede uitvoering. Aldus is in deze 30 schakelkast 41 een schakelopneemkamer 45a van het voorinbrengtype gevormd die toestaat dat een dergelijke schakelaar 43a van het voorinbrengtype daarin ingebracht wordt.

Zoals getoond in figuur 8 is een lange groef 103 die zich uitstrekt in de richting van het inbrengen van 35 een schakelaar 43a gevormd in een zijwand van de schakelopneemkamer 45a waarin de schakelaar 43a van het voorinbrengtype ingebracht moet worden. Het uiteinde van de 1005922 » 14 groef 103 is verbonden met een glijgroef 105 die zich naar boven toe langs de zijwand uitstrekt. Een koppelgedeelte 107 dat een glij-element is, is al ingebracht in de glijgroef 105, en het koppelgedeelte 107 steekt naar buiten 5 uit vanaf de zijwand. Een glij-element 109 is direct aangebracht aan het koppelgedeelte 107. Het glij-element 109 is glijbaar gekoppeld met geleiderails 111 die gevormd zijn in de glijgroef 105 zoals getoond in de figuren 9 en 10.

10 Het koppelgedeelte 107 glijdt op en neer langs de glijgroef 105 door het bedienen van het glij-element 109 van binnenuit de schakelopneemkamer 45a. Opgemerkt wordt dat het glij-element 109 pallen 109a bezit die gekoppeld zijn met de geleiderails 111 door een tevoren 15 bepaalde wrijvingskracht zodat het glij-element 109 verhinderd wordt door zijn eigen gewicht naar beneden te vallen zelfs wanneer het naar boven beweegt langs de glijgroef 105.

Het glij-element 109 sluit het uiteinde van de 20 groef 103 af wanneer het in de lagere positie van de glijgroef 105 geplaatst is. Verder opent het glij-element 109 het uiteinde van de groef 103 wanneer het in de bovenste positie van de glijgroef 105 geplaatst is.

Een uitsteeksel 113 is aangebracht om uit te 25 steken vanaf het zij-oppervlak van de schakelaar 43a van het voorinbrengtype. Het uitsteeksel 113 beweegt naar voren in de groef 103 in de zijwand wanneer de schakelaar 43a van het voorinbrengtype ingebracht wordt in de schakelkast 41 vanaf het vooroppervlak van de schakelkast 41. 30 Daardoor komt, met het glij-element 109 geplaatst in de onderste positie van de glijgroef 105, het uitsteeksel 113 in contact met het glij-element 109 dat geplaatst is bij het uiteinde van de groef 103, waardoor het inbrengen van de schakelaar 43a geblokkeerd wordt.

35 Verder beweegt, wanneer het glij-element 109 in de bovenste positie van de glijgroef 105 geplaatst is, het uitsteeksel 113 naar het uiteinde van de groef 103. Als 1005922 > 15 resultaat hiervan kan de schakelaar 43a ingebracht worden in een tevoren bepaalde positie binnenin de schakelkast 41.

Anderzijds is een groefgedeelte 115 dat toestaat 5 dat het koppelgedeelte 107 daarin opgenomen wordt, gevormd in de connectorkast 65. Het groefgedeelte 115 is gevormd uit een lang gedeelte dat zich uitstrekt langs de lengte van de connectorkast 65 en een verdiept groefgedeelte 117 dat is ingelaten in de bovenwaartse richting. Het groefge-10 deelte 115 ontvangt niet alleen het koppelgedeelte 107 met het glij-element 109 geplaatst in de onderste positie van de glij groef 105, maar houdt ook het koppelgedeelte 107 vast door toe te staan dat het koppelgedeelte 107 vastgehouden wordt in het verdiepte groefgedeelte 117; dat wil 15 zeggen, door het glij-element 109 opwaarts te bewegen langs de groef 105 beweegt het koppelgedeelte 107 opwaarts, en door een dergelijk koppelgedeelte 107 in het uitgespaarde groefgedeelte 117 vast te houden wordt het koppelgedeelte 107 verhinderd los te komen.

20 Een procedure voor het assembleren van het aldus geconstrueerde schakelkastaanbrengsamenstel 101 zal hieronder beschreven worden. Eerst worden connectoren 77 ingebracht in de corresponderende connectorinbrenggaten 79 van de connectorkast 65, zodat de connectorvasthoudslui-25 tingen 81 vastgehouden worden in de corresponderende uitsparingen 83 (zie figuur 5). Als resultaat hiervan zijn de connectoren 77 aangebracht in de connectorkast 65.

Dan wordt de connectorkast 65 opgesteld om samen te vallen met het aanbrenggat 63 vanaf het achteroppervlak 30 van het paneel 61, en worden de schroeven 71 die zijn ingebracht in de corresponderende aanbrenggaten 69 in de corresponderende aanbrenggedeelten 73 op het achteroppervlak van het paneel 61 geschroefd. Als resultaat hiervan is de connectorkast 65 bevestigd aan het achteroppervlak 35 van het paneel 61. Opgemerkt wordt dat dit gedeelte van de assemblageprocedure niet vereist is indien het paneel 61 als één geheel gevormd is met de connectorkast 65, hetgeen 1005922 ' i 16 ook bij deze uitvoeringsvorm het geval kan zijn.

Dan worden schakelaars 43 ingebracht vanaf de achterzijde van de schakelkast 41, zodat de uitsteeksels 53 vastgehouden worden in de corresponderende vasthoudga-5 ten 55. Als resultaat hiervan zijn de schakelaars 43 aangebracht in de schakelkast 41.

In deze toestand wordt de schakelkast 41 ingébracht in het aanbrenggat 63 vanaf het vooroppervlak van het paneel 61. Op dit moment wordt, door het glij-element 10 109 in de onderste positie van de glijgroef 105 te plaat sen, het koppelgedeelte 107 ingebracht langs het groefgedeelte 115 van de connectorkast 65.

Nadat de schakelkast 41 ingebracht is in de connectorkast 65 wordt het glij-element 109 opwaarts 15 bewogen langs de glijgroef 105 zodat ervoor gezorgd wordt dat het koppelgedeelte 107 vastgehouden wordt in het verdiepte groefgedeelte 117 van de schakelkast 41. Als resultaat hiervan is de schakelkast 41 bevestigd aan de connectorkast 65. In deze toestand wordt de schakelaar 43a 20 van het voorinbrengtype ingebracht vanaf het vooroppervlak van de schakelkast 41, en wordt ervoor gezorgd dat het uitsteeksel 113 op de zijwand van de schakelaar 43a naar voren beweegt terwijl het geplaatst is om samen te vallen met de groef 103 van de schakelkast 141, zodat ervoor 25 gezorgd wordt dat de semi-sluitinguitsteeksels 91 vastgehouden worden in de semi-sluitinggaten 93 van de schakelkast 41. Aldus is de schakelaar 43a van het voorinbrengtype aangebracht in de schakelkast 41.

In deze toestand is het uitsteeksel 113 van de 3 0 schakelaar 43a geplaatst bij het uiteinde van de groef 103, waardoor benedenwaartse beweging van het glij-element 109 geblokkeerd is. Als resultaat hiervan is de koppeling van het koppelgedeelte 107 van de schakelkast 41 met het verdiepte groefgedeelte 117 van de connectorkast 65 ver-35 grendeld (ontgrendelbaar).

Verder wordt, teneinde de schakelkast 41 van het paneel 61 te verwijderen, de schakelaar 43a van het voor- 10059?> 17 inbrengtype uit het vooroppervlak van het paneel 61 getrokken, en wordt de glijgroef 109 die dan getoond wordt in de schakelopneemkamer 45a naar beneden geschoven langs de glijgroef 105. Als resultaat hiervan wordt het koppel-5 gedeelte 107 losgekoppeld van het verdiepte groefgedeelte 117 van het groefgedeelte 115. Vervolgens is de schakelkast 41 klaar om verwijderd te worden van het paneel 61.

Volgens dit schakelkastaanbrengsamenstel 101 kan het glij-element 109 dat een grendelmiddel van de schakel-10 kast 41 vormt, visueel gecheckt worden door de schakelaar 43a van het voorinbrengtype uit te trekken. Derhalve kan het schakelkastaanbrengsamenstel 101 niet alleen het breken van het grendelelement voorkomen maar ook de hanteerbaarheid verbeteren ten tijde van het verwijderen van 15 de schakelkast 41, in vergelijking met het schakelkastaanbrengsamenstel dat vereist dat de grendelopbouw die niet visueel gecheckt kan worden ontgrendeld wordt door hem uit te steken met een stuk gereedschap of iets dergelijks.

Verder moet in het aanbrengsamenstel waarin een 20 elastische vasthoudpal of iets dergelijks aangebracht is op de schakelkast 41, de schakelkast 41 uitgetrokken worden terwijl de elastische vasthoudpal ontgrendeld gehouden wordt, en dit maakt de verwijderingshandeling van de schakelkast 41 moeilijk. Het schakelkastaanbrengsamen-25 stel 101 volgens deze uitvoeringsvorm heeft dit probleem overwonnen. Dat wil zeggen, aangezien de schakelkast 41 slechts ontgrendeld gehouden kan worden door het glij-element 109 te glijden, kan afgezien worden van de moeilijke handeling van het uittrekken van de schakelkast 41 30 met de ontgrendeld gehouden elastische vasthoudpal, hetgeen op zijn beurt toestaat dat de schakelkast 41 gemakke-lijk verwijderd kan worden.

Verder is in het schakelkastaanbrengsamenstel 101 volgens de derde uitvoering de schakelkast 41 vergren-35 deld aan de connectorkast 65 door het glij-element 109 naar de bovenste positie in de glijgroef 105 te bewegen. Indien de schakelkast 41 onvolledig aan de connectorkast 1005922 18 65 bevestigd is, komt het glij-element 109 daarom in botsing met het uitsteeksel 113, waardoor het inbrengen van de schakelaar 43a van het voorinbrengtype geblokkeerd wordt. Als resultaat hiervan kan de incomplete bevestigde 5 toestand van de schakelkast 41 en de connectorkast 65 gedetecteerd worden.

Hoewel de samenstellen voor het aanbrengen van de schakelkast 41 op het paneel 61 beschreven zijn in de hiervoor omschreven eerste, tweede en derde uitvoerings-10 vormen, kan het schakelkastaanbrengsamenstel volgens de onderhavige uitvinding gebruikt worden als een samenstel voor het aanbrengen van andere electrische componenten aan een paneel, bijvoorbeeld voor het plaatsen van een aantal lampen of iets dergelijks aan een displaypaneel. Daarenbo-15 ven kunnen de connectorkast 65 en het paneel 61 als één geheel met elkaar gevormd zijn, zoals beschreven in de hierboven genoemde eerste, tweede en derde uitvoeringsvormen.

Zoals hierboven in detail beschreven is, wordt 20 het schakelkastaanbrengsamenstel volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt door het toestaan dat een aantal schakelaars collectief op de connectorkast aangebracht wordt in het schakelaarassemblageproces aan de connectorkast door het van tevoren aanbrengen van een aantal scha-25 kelaars aan de connectorkast. Door de schakelaanbrengposi-ties aan de schakelkast van te voren te checken kan als resultaat hiervan foutieve assemblage van schakelaars in hun assemblageproces aan de connectorkast voorkomen worden. Verder kan door een aantal schakelaars van tevoren 30 aan de schakelkast te assembleren de schakelaarassemblage-tijd in significante mate verminderd worden in het schake-laarassemblageproces aan een paneel.

1005922

Claims

1. Schakelkastaanbrengsamenstel omvattend: een paneel met een aanbrenggat; een connectorkast die bevestigd is aan een achteroppervlak van het paneel door een opening daarvan 5 die samenvalt met het aanbrenggat, waarbij de connectorkast een aantal daaraan bevestigde connectoren bezit; en een schakelkast voor het opnemen van een aantal daaraan te bevestigen schakelaars, waarbij het aantal schakelaars collectief op het 10 paneel aangebracht is door middel van de schakelkast door het vanaf een vooroppervlak van het paneel vasthouden van de schakelkast in het aanbrenggat en doordat het aantal schakelaars gekoppeld is met het aantal connectoren.

2. Schakelkastaanbrengsamenstel omvattend: 15 een paneel met een aanbrenggat; een connectorkast die bevestigd is aan een achteroppervlak van het paneel door een opening daarvan, die samenvalt met het aanbrenggat, waarbij de connectorkast een aantal daaraan bevestigde connectoren bezit; 20 een schakelkast voor het opnemen van een aantal daaraan te bevestigen schakelaars, waarbij één van het aantal schakelaars losneembaar is van een vooroppervlak van de schakelkast; een elastische vasthoudpal gevormd op een bin-25 nenwandgedeelte van een schakelaaropneemkamer van de schakelkast waarin de losneembare schakelaar vanaf het vooroppervlak ingebracht is; en een vasthoudholte voor het vasthouden van de elastische vasthoudpal gevormd op een binnenwand van de 30 connectorkast.

3. Schakelkastaanbrengsamenstel omvattend: 1005922 Λ een paneel met een aanbrenggat; een connectorkast die bevestigd is aan een achteroppervlak van het paneel door een opening daarvan die opgesteld is om samen te vallen met het aanbrenggat, 5 waarbij de connectorkast een aantal daaraan bevestigde connectoren bezit; een schakelkast voor het opnemen van een aantal daaraan te bevestigen schakelaars, waarbij één van het aantal schakelaars losneembaar is van een vooroppervlak 10 van de schakelkast; een lange groef die zich uitstrekt in een scha-kelaarinbrengrichting, gevormd in een binnenwandgedeelte van een schakelaaropneemkamer van de schakelkast waarin de losneembare schakelaar vanaf het vooroppervlak ingebracht 15 is; een glijgroef gevormd op de schakelkast bij een uiteinde van de lange groef en zich uitstrekkend in een richting orthogonaal op de schakelaarinbrengrichting; een uitstekend gedeelte op de losneembare scha-20 kelaar voor het voortbewegen in de lange groef; een glij-element dat glijbaar is langs de glij-groef en uitsteekt vanaf een buitenwand van de schakel kast; en een groefgedeelte gevormd in een binnenwand van 25 de connectorkast voor het opnemen van het glij-element en voor het reguleren van de verwijdering van het glij-element dat langs de glijgroef bewogen heeft.

4. Schakelkastaanbrengsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de connectorkast als één geheel met het 30 paneel gevormd is.

5. Schakelkastaanbrengsamenstel volgens conclusie 2, waarbij de connectorkast als één geheel met het paneel gevormd is.

6. Schakelkastaanbrengsamenstel volgens conclu- 35 sie 3, waarbij de connectorkast als één geheel met het paneel gevormd is.

7. Schakelkastaanbrengsamenstel volgens conclu- 1005922 sie 3, verder omvattend een verzonken groefgedeelte uitgespaard in een binnenwand van de connectorkast in de opwaartse richting van het groefgedeelte dat zich uitstrekt langs de lengte van de connectorkast.

8. Schakelkastaanbrengsamenstel volgens conclu sie 3, verder omvattend een geleidingsrail gevormd in de glijgroef voor glijbare koppeling met het glij-element. -o-o-o-o-o-o-o-o- KRT/KP 1005922