NL1005828C2 - Paneel, element voor dat paneel en werkwijze voor het vervaardigen van een profiel. - Google Patents

Description

Titel: Paneel, element voor dat paneel en werkwijze voor het vervaardigen van een profiel.

De uitvinding heeft betrekking op een paneel, een element 5 voor dat paneel en werkwijze voor het vervaardigen van een profiel. De uitvinding heeft in het bijzonder, doch niet exclusief, betrekking op meerwandige isolatiepanelen, zoals isolatieglas.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding aan de hand van 10 isolatieglas beschreven, maar het moet duidelijk zijn dat de uitvinding zich hiertoe niet beperkt. Bijvoorbeeld wordt met de uitvinding ook een geïsoleerd profiel voor bijvoorbeeld een raamkozijn beoogd.

Bij isolatieglas is het gebruikelijk, tussen de twee 15 glasplaten een rondom langs de randen lopende afstandhouder aan te brengen, die warmte-isolerend is, voldoende stevigheid biedt om het isolatieglas samenhang te geven, en lekvrij is om in elk geval binnendringen van vocht in de tussenruimte tussen de glaspanelen te verhinderen. De uitvinding beoogt nu op een 20 of meer van de hierbovenbedoelde punten verbeteringen, zoals is aangegeven in de bijgevoegde conclusies.

De voordelen en maatregelen volgens de uitvinding zullen nu onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening nader worden beschreven aan de hand van een niet beperkend en momenteel 25 meest voordelige uitvoeringsvorm. In de tekening toont figuur 1 schematisch een zij-aanzicht van een fabricage-installatie, figuur 2 een profiel volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede en in figuur 3 een gedeelte van een paneel volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede.

30 Fig. 1 toont hoe een staalband 1 vanaf een rol 2 wordt afgerold en in de richting van de pijl A via een bufferstation (bijvoorbeeld een lussentoren) aan een rolvormer 4 wordt toegevoerd waarin de band 1 een gewenste profielvorm wordt gegeven, zoals bijvoorbeeld in fig. 2 is weergegeven. Het in 35 fig. 2 weergegeven profiel 5 bestaat uit twee ü-vormige profielen 6 die met hun benen 7,8 naar elkaar zijn toegekeerd en een tussenruimte 9 houden die bij de benen 8 nog door een metaalstrip 10 is overbrugd. Deze metaalstrip 10 is integraal onderdeel van de band 1, en zijn functie wordt verderop nog 40 beschreven. Tussen de benen 8 en de metaalstrip 10 bevindt 1005828 - 2 - zich telkens een verzwakkingslijn 11, zoals een niet over de volledige dikte van de band 1 uitgevoerde insnijding. Die insnijding kan in de rolvormer 4 worden aangebracht, of in een daaropvolgend of zich stroomopwaarts daarvan bevindend 5 station. Het profiel 5 heeft aan het vrije uiteinde van de benen 7 naar het inwendige van het profiel 5 gekeerde uitsteeksels 14 waarvan de functie verderop wordt beschreven.

Vervolgens wordt aan het profiel 5 een strook 12 vanaf een voorraad 13, bijvoorbeeld een tape-automaat, toegevoerd en op 10 de in fig. 2 gestippeld weergegeven plaats aangebracht om de strip 10 bij voorkeur geheel te bedekken en bij voorkeur met de zijdelingse randen het respectieve been 8 te overlappen. De functie van deze strook 12 wordt verderop beschreven. Daarna wordt het profiel 5 in het station 15 gevuld met een geschikt 15 kernmateriaal, zoals PUR. Die kern 18 heeft zowel een warmte-isolerende als een vormstabiliserende functie, en kan eventueel gevuld zijn met een geschikt materiaal, zoals silica-korreltjes voor een goede vochtregulering of -absorptie of (glas)vezels voor een grotere vormvastheid. De kern kan van 20 geschuimd materiaal zijn, maar is bij voorkeur massief, d.w.z. niet bewust opgeschuimd, tbv. stabiliteit e/o dampdichtheid. De uitsteeksels 14 grijpen in de kern 18 voor de mechanische verankering. Bij voorkeur hecht de kern aan het profiel 5. Echter, door de strook 12, wordt een hechting tussen de kern 25 en het profiel 5 in dat gebied vermeden.

In het verder stroomafwaarts gelegen station 16 wordt de strip 10 verwijderd. Wegens de aanwezigheid van de verzwakkingslijnen 11 kan dit, door een vrij einde van de strip 10 vast te grijpen en eraan te trekken, zodat de strip 30 wordt losgescheurd of wordt gestript, waarbij bij voorkeur de strook 12 achterblijft. Aldus resteert het in figuur 3 weergegeven overbruggingselement 20 dat de U-profielen 6, de strook 12 en de kern 18 omvat. Tot slot wordt in station 17 het profiel op de gewenste lengte ingekort en verpakt. 35 Eventuele verdere nabehandelingen of tussenbehandelingen zijn mogelijk, zoals ontvetten, beitsen, verven of lakken of anderszins bekleden, op kwaliteit testen, enz.

Om isolatieglas te maken, wordt ter weerszijden van een 1005828 - 3 - lengtestuk overbruggingselement 20 een glasplaat 19 aangebracht en aan het profiel 5 gehecht. Het overbruggingselement loopt op de voor isolatieglas bekende wijze rondom langs de randen van de glasplaten, die van 5 gelijke grootte zijn.

De functie van de strip 10 is, om aanvankelijk een kokerprofiel 5 te kunnen maken uit één metaalband, en daarna, na het aanbrengen van de kern, het kokerprofiel op te delen teneinde een warmtebrug te vermijden. In plaats van 10 losscheuren, kan de strip 10 ook door bijvoorbeeld mechanisch frezen worden verwijderd. Dan is een voorziening, zoals de strook 12, om te verhinderen dat de strip 10 aan de kern 20 kleeft en niet noodzakelijk.

De functie van de strook 12 is enerzijds, om te verhinderen 15 dat de strip 10 aan de kern 18 hecht in een zodanige mate, dat de strip 10 niet kan worden losgescheurd zonder ontoelaatbare schade aan het overbruggingselement toe te brengen. Anderzijds is dit een barrière-element tegen bijvoorbeeld vocht. De strook 12 kan een kunststof folie zijn, die voor extra vocht-20 barrière gemetalliseerd is. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld een vooraf gemetalliseerde folie, maar het metalliseren kan bijvoorbeeld ook plaatsvinden nadat de folie is aangebracht. De anti-hechtfunctie van de strook 12 kan bijvoorbeeld ook worden vervuld door een bedekking van de binnenzijde van de 25 strip 10 met bijvoorbeeld een anti-hechtmiddel. Wanneer die bedekking, of een andere op de kern 18 achterblijvende bedekking, een gewenste vocht-barrière kan zijn, of wanneer bijvoorbeeld de kern 18 zelf over de gewenste vocht-barrière beschikt, kan de strook 12 in zijn functie van vocht-barrière 30 eventueel worden weggelaten. Een verder alternatief is, pas na het wegnemen van de strip 10 in dat gedeelte de laag als vocht-barrière aan te brengen, of de vocht-barrière als een laag tussen de uiteinden van de benen 7 aan te brengen.

Terwijl het overbruggingselement 20 in zijn toepassing voor 35 isolatieglas is beschreven, kan dit ook bijvoorbeeld dienen als profiel in of van een raamkozijn. Van belang is, dat een bij voorkeur aan één zijde open kokerprofiel wordt gevormd, dat gevuld wordt met een kern, waarna een strip uit het 1005828 - 4 - kokerprofiel wordt verwijderd. Bij wijze van alternatief kan het overbruggingselement ook uit twee reeds afzonderlijke U-profielen 6 of profielen van andere vorm worden gevormd, die op geschikte afstand van elkaar worden gehouden. Ook daarbij 5 kan de tussenruimte tussen die profielen 6 aan één of beide tegenoverstaande zijden van dat overbruggingselement 20 met een vocht-barrière worden uitgerust.

1005828

Claims (17)

1. Paneel, i.h.b. isolatiepaneel, zoals meerwandig isolatieglas, met ten minste twee zich op afstand van elkaar bevindende wanden met daartussen een overbruggingselement dat 5 een kernlichaam bevat, welk kernlichaam ter weerszijden, d.w.z. aan de aan die wanden aangrenzende, tegenoverliggende zijden een plaatvormig aanhechtelement bevat, dat rechtstreeks of onder tussenkomst van een geschikt hechtmiddel met de aangrenzende wand contact maakt.

2. Paneel volgens conclusie 1, waarbij het aanhechtelement U-vormig is, en de benen van de zich ter weerszijden van het kernlichaam bevindende aanhechtelementen naar elkaar gekeerd zijn.

3. Paneel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het 15 aanhechtelement een in het kernlichaam stekend, bijvoorbeeld zich aan een vrij uiteinde daarvan bevindend, verankeringsorgaan heeft.

4. Paneel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een tussenruimte tussen de zich ter weerszijden aan het 20 kernlichaam bevindende aanhechtelementen door een van de aanhechtelementen afzonderlijk deel, zoals van folie of van zelfhechtende band, ten minste gedeeltelijk is opgevuld.

5. Paneel volgens conclusie 4, waarbij het van het aanhechtelement afzonderlijke deel ten minste in hoofdzaak 25 vochtdicht is, en daartoe bijvoorbeeld een metaallaag bevat.

6. Paneel volgens conclusie 4 of 5, waarbij het van het aanhechtelement afzonderlijke deel een gemetalliseerde folie is.

7. Overbruggingselement dat blijkbaar geschikt is voor een 30 paneel volgens één der voorgaande conclusies 1-6.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van een profiel, bijvoorbeeld voor toepassing als overbruggingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij uit plaatmateriaal een hol kokerprofiel wordt gevormd, waarvan de holte gevuld wordt 35 met een kernmateriaal en vervolgens in lengterichting een strook uit het profiel wordt verwijderd.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de strook verwijderd wordt door strippen, waartoe de strook wordt 1005828 - 6 - losgescheurd.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij langs één of beide zijden van de te verwijderen strook een geschikte verzwakking in het plaatmateriaal wordt gebracht.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 8-10, waarbij voorafgaande aan het vullen van het kokerprofiel het plaatmateriaal in het gebied waaruit de strook verwijderd dient te worden, een geschikte behandeling krijgt, zoals beitsen of impregneren of met een folie bedekken, om de 10 hechting tussen het kernmateriaal en het plaatmateriaal in dat gebied ten minste te verminderen.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij aan dat gebied een folie wordt toegevoerd, die ofwel voorafgaande aan het toevoeren reeds is voorzien van een metaallaag, ofwel na het 15 aanbrengen wordt voorzien van een metaallaag.

13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 8-12, waarbij het kokerprofiel d.m.v. rolvormen uit metaal wordt vervaardigd.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het metaal een 20 staallegering is.

15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 8-14, waarbij het kernmateriaal PUR bevat.

16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 8-15, waarbij het kernmateriaal massief, d.w.z. niet bewust 25 geschuimd is.

17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 8-16, waarbij ter weerszijden van het kokerprofiel een wand wordt aangebracht, teneinde een dubbelwandig paneel te vervaardigen. 1005828