NL1005552C2 - Pre-assembled bracket for lightweight frame structure - Google Patents

Abstract

The pre-assembled bracket fixture forms part of a lightweight frame (2) structure incorporating C-profiled battens. The bracket fixture (10) has a body with one or more flat supporting surfaces (11,12), one for each profile to which it is attached. Each flat supporting surface has an aperture (13,14) for a fixing bolt. The elongated second part of the bolted structure on the supporting surface is tautened against projections (25a-26b) formed on the bracket, correctly retaining the second elongated part.

Description

Korte aanduiding: Verbindingssamenstel voor kokerelementen net een langssleuf.Short designation: Connection assembly for box elements with a longitudinal slot.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op verbindingssamenstellen voor het verbinden van een kokerelement met een of neer soortgelijke kokerelenenten of net een ander element, welk kokerelenent twee zich in 5 langsrichting uitstrekkende zijkanten, een boden die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, waarbij de bovenzijde is gevorad door twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen.The present invention relates to connecting assemblies for connecting a sleeve element to one or down similar sleeve elements or just another element, which sleeve element has two longitudinally extending sides, a bottom connecting the sides, and a top, the top is provided by two flanges directed inwards from the sides and bounding in a longitudinal slot between them.

10 Een dergelijke geprefabriceerd en als één geheel te hanteren verbindingssamenstel is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US 4 830 531. Dergelijke verbindingssamenstellen worden in het bijzonder gebruikt om een raamwerk van langwerpige metalen kokerelementen op 15 te bouwen, welk raamwerk bijvoorbeeld dient voor het ophangen of ondersteunen van sanitaire inrichtingen en het dragen van afwerkwanden in badkamers. Een voorbeeld van deze toepassing is beschreven in DE 34 10 499.Such a prefabricated and integrally manageable joint assembly is known, for example, from US patent US 4 830 531. Such joint assemblies are in particular used to build a framework of elongated metal tubular elements, which framework for instance serves for hanging or supporting sanitary facilities and the wearing of finishing walls in bathrooms. An example of this application is described in DE 34 10 499.

De onderhavige uitvinding beoogt het bekende 20 verbindingssamenstel zodanig te verbeteren, dat het snel en gemakkelijk kan worden gemonteerd, in het bijzonder met het oog op de montage van een raamwerk dat bestaat uit een groot aantal kokerelementen. In het bijzonder beoogt de uitvinding deze verbetering te realiseren zonder een 25 wezenlijke kostprijsverhoging ten opzichte van de bekende verbindingssamenstellen en met produktietechnisch eenvoudige maatregelen.The present invention aims to improve the known connecting assembly in such a way that it can be mounted quickly and easily, in particular with a view to the mounting of a frame consisting of a large number of box elements. In particular, the invention aims to realize this improvement without a substantial cost price increase compared to the known connection assemblies and with simple production techniques.

De onderhavige uitvinding verschaft een verbindingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1, 30 dat is gekenmerkt, doordat het verbindingslichaam bij elk aanlegvlak is voorzien van twee uitsteeksels, die vanaf het aanlegvlak uitsteken in de richting van de moer en diametraal ten opzichte van de opening voor de bout zijn opgesteld, doordat de moer in de montagestand onder, bij '1005552 -2- voorkeur door een veer opgewekte, voorspanning tegen de uitsteeksels aanligt, en doordat de moer in de klemstand vrij ligt van de uitsteeksels.The present invention provides a connecting assembly according to the preamble of claim 1, 30, characterized in that the connecting body at each contact surface is provided with two protrusions, which project from the contact surface in the direction of the nut and diametrically with respect to the opening for the bolt are arranged, because the nut in the mounting position underneath, preferably spring-biased, abuts the protrusions, and because the nut in the clamping position is free from the protrusions.

Door bij de produktie van een 5 voorkeursuitvoeringsvorm van het verbindingssamenstel volgens de uitvinding de moer in de montagestand tegen de uitsteeksels aan te houden en de bout aan te draaien totdat een geschikte voorspanning van de tussen de houtkop en het verbindingslichaam geplaatste drukveer is 10 verkregen, kan het resultaat worden bereikt dat de moer daarna, dus bij de daarop volgende opslag, het transport en het hanteren van het verbindingssamenstel op de bouwplaats, in de montagestand blijft en niet verdraaid. Hierdoor is het in de praktijk nog maar zeer zelden nodig 15 om de moer, voorafgaand aan het plaatsen van het verbindingssamenstel tegen een kokerelement, eerst in de montagestand te draaien, hetgeen bij het uit US 4,830,531 bekende verbindingssamenstel wel nodig is.By holding the nut in the mounting position against the projections in the production of a preferred embodiment of the connecting assembly according to the invention and tightening the bolt until a suitable pre-tension of the compression spring placed between the wood head and the connecting body is obtained, the result is achieved that the nut thereafter, i.e. during subsequent storage, transport and handling of the connection assembly on the construction site, remains in the mounting position and not twisted. As a result, it is very rarely necessary in practice to first rotate the nut in the mounting position prior to placing the connection assembly against a sleeve element, which is necessary with the connection assembly known from US 4,830,531.

Bij het bekende verbindingssamenstel volgens US 4 830 20 531 ligt het verhoogde centrale deel van de houtkop onder voorspanning aan tegen het aanlegvlak. De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij een ongewenste verdraaiing van deze houtkop uit zijn montagestand de wrijving tussen het aanlegvlak en het 25 verhoogde centrale deel van de houtkop echter slechts een gering moment oplevert dat de ongewenste verdraaiing van de boutkop tegenwerkt. Derhalve kan de houtkop bij het bekende verbindingssamenstel gemakkelijk verdraaien.In the known connection assembly according to US 4 830 20 531, the raised central part of the wood head abuts against the contact surface under pretension. The present invention is based on the insight that in the event of an undesired rotation of this wood head from its mounting position, however, the friction between the contact surface and the raised central part of the wood head produces only a small moment that counteracts the undesired rotation of the bolt head. Therefore, the wood head can easily rotate in the known connection assembly.

Bij het verbindingssamenstel volgens de uitvinding is 30 het mogelijk en tevens voordelig om de uitsteeksels zover uit elkaar te plaatsen dat de moer in de montagestand alleen met zijn uiteinden tegen de uitsteeksels ligt.With the connecting assembly according to the invention it is possible and also advantageous to place the protrusions so far apart that in the mounting position the nut only lies with its ends against the protrusions.

Aldus wordt op basis van wrijving tussen de moer en de uitsteeksels een veel groter, de ongewenste verdraaiing 35 van de moer tegenwerkend moment verkregen dan bij het uit US 4 830 531 bekende verbindingssamenstel.Thus, on the basis of friction between the nut and the protrusions, a much greater moment, counteracting the undesired twisting of the nut, is obtained than with the connecting assembly known from US 4 830 531.

Volgens dezelfde uitvindingsgedachte verschaft de 10055S* -3- onderhavige uitvinding een verbindingssamenstel dat is beschreven in conclusie 2.According to the same inventive concept, the 10055S * -3 present invention provides a connector assembly described in claim 2.

Bij voorkeur heeft de veer, die de moer, danwel houtkop, in de montagestand tegen de uitsteeksels drukt, 5 in de klemstand van de moer, danwel boutkop, nog steeds een voldoende voorspanning om het verbindingslichaam, met eventueel reeds daaraan bevestigde andere kokerelementen, op zijn plaats te kunnen houden, ook als het betreffende kokerelement vertikaal staat. Aldus kunnen de 10 kokerelementen provisorisch aan elkaar worden bevestigd en zijn aanpassingen nog eenvoudig mogelijk door het verschuiven van de provisorisch aangebrachte verbindingssamenstellen. Als alle kokerelementen op de gewenste plaats zitten, kan door het aandraaien van de 15 bout, danwel de moer bij de uitvoeringsvorm volgens conclusie 2, het geheel worden vastgezet.Preferably, the spring, which presses the nut or wood head against the projections in the mounting position, in the clamping position of the nut or bolt head, still has a sufficient pretension around the connecting body, with any other sleeve elements already attached thereto. in its place, even if the tube element in question is vertical. The tube elements can thus be provisionally attached to each other and adjustments can still be made simply by sliding the provisionally arranged connection assemblies. When all the tube elements are in the desired place, the whole can be secured by tightening the bolt or the nut in the embodiment according to claim 2.

Bij voorkeur steken de uitsteeksels over een hoogte uit ten opzichte vian het bijbehorende aanlegvlak die groter is dan de dikte van de flenzen van het betreffende 20 kokerelement. Hierdoor wordt bereikt dat de veer niet of nauwelijks hoeft te worden ingedrukt om de moer of boutkop naar de klemstand te draaien. Door de hoogte van de uitsteeksels slechts weinig groter te kiezen dan de dikte van de flenzen, bijvoorbeeld enkele tienden van 25 millimeters, kan een veer worden toegepast met een kleine werkzame veerlengte. Het heeft de voorkeur een veer toe te passen die in volledig vastgezette toestand van de bout een platte vorm aanneemt, als een soort onderlegring.Preferably, the protrusions protrude over a height relative to the associated contact surface which is greater than the thickness of the flanges of the relevant tube element. This ensures that the spring does not need to be pressed, if at all, to turn the nut or bolt head to the clamping position. By choosing the height of the protrusions only slightly larger than the thickness of the flanges, for instance a few tenths of 25 millimeters, a spring can be used with a small effective spring length. It is preferable to use a spring which, in the fully tightened state of the bolt, takes on a flat shape, as a kind of washer.

Een verder voordeel van een dergelijke hoogte van de 30 uitsteeksels is dat bij de provisorische montage van het verbindingssamenstel, dus met de moer, danwel de boutkop, in de klemstand maar zonder vast te zijn aangedraaid, een ongewenst terugdraaien van de moer, danwel boutkop, naar de montagestand wordt tegengewerkt doordat daarvoor een 35 indrukking van de veer vereist is.A further advantage of such a height of the protrusions is that during the provisional mounting of the connecting assembly, i.e. with the nut or the bolt head, in the clamping position but without being tightened, an undesired turning back of the nut or bolt head, is counteracted to the mounting position because this requires a compression of the spring.

Verder heeft het de voorkeur dat de uitsteeksels in een richting dwars op de hen verbindende denkbeeldige lijn 10055:; -4- een afmeting hebben die nagenoeg overeenstemt met de afstand tussen de flenzen van het betreffende kokerelement. Hierdoor bewerkstelligen de uitsteeksels niet alleen een uitlijning en positionering van het 5 verbindingslichaam ten opzichte van het kokerelement maar ook een betere krachtsoverdracht.It is further preferred that the protrusions in a direction transverse to the imaginary line 10055 connecting them; -4- have a size that substantially corresponds to the distance between the flanges of the relevant tube element. As a result, the protrusions not only effect an alignment and positioning of the connecting body with respect to the sleeve element, but also a better transfer of force.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindingslichaam vervaardigd uit metaalplaat en zijn de uitsteeksels vervaardigd door delen van de metaalplaat het 10 uit het vlak van de metaalplaat naar buiten te persen.In a preferred embodiment, the connecting body is made of metal sheet and the protrusions are made by pressing parts of the metal sheet out of the plane of the metal sheet.

Deze bewerking kan tegelijkertijd met het uitponsen van het boutgat worden uitgevoerd.This operation can be performed simultaneously with punching out the bolt hole.

De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: 15 fig. 1 in zijaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van het verbindingssamenstel volgens de uitvinding, fig. 2 het verbindingssamenstel van figuur 1 in perspectief, fig. 3 het verbindingssamenstel van figuur 1 geplaatst op 20 een kokerelement met de moer van het samenstel in de montagestand, en fig. 4 het aanzicht van figuur 3 met de moer in de klemstand.The present invention will be explained in more detail below with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a side view of an exemplary embodiment of the connecting assembly according to the invention, Fig. 2 shows the connecting assembly of figure 1 in perspective, Fig. 3 shows the connecting assembly of figure 1 placed on a sleeve element with the nut of the assembly in the mounting position, and Figure 4 is the view of Figure 3 with the nut in the clamping position.

25 Het in de figuren 1-4 getoonde verbindingssamenstel 1 is bestemd voor het onder een haakse hoek met elkaar verbinden van wat hun doorsnedevorm betreft soortgelijke langwerpige metalen kokerelementen 2. In de figuren 3 en 4 is de typische doorsnedevorm van de kokerelementen 2 te 30 herkennen. Het kokerelement 2 heeft twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten 3, 4, een bodem 5, die de zijkanten 3, 4 verbindt, en een bovenzijde, die is gevormd door twee vanaf de zijkanten 3, 4 naar binnen gerichte flenzen 6,7 die tussen hen in een 35 langssleuf 8 begrenzen. De langssleuf 8 strekt zich uit over de hele lengte van het kokerelement 2, maar er kunnen ook over de lengte van het kokerelement 2 verdeeld 100555^ -5- meerdere langwerpige sleufgaten aanwezig zijn in de bovenzijde van het element 2.The connecting assembly 1 shown in Figures 1-4 is intended for connecting at right angles to each other in terms of their cross-sectional shape similar elongated metal tube elements 2. In Figures 3 and 4 the typical cross-sectional shape of the tube elements 2 can be recognized. . The tubular element 2 has two parallel and longitudinally extending sides 3, 4, a bottom 5 connecting the sides 3, 4, and a top formed by two flanges 6,7 inwardly directed from the sides 3, 4 which define between them in a 35 longitudinal slot 8. The longitudinal slot 8 extends over the entire length of the tube element 2, but there may also be several elongated slotted holes distributed over the length of the tube element 2 in the top of the element 2.

Het verbindingssamenstel 1 omvat een uit plaatmetaal gestansd en gebogen verbindingslichaam 10, dat twee 5 aanlegvlakken 11, 12 definieert, elk voor de bovenzijde van een van de te verbinden kokerelementen 2. Bij elk van de aanlegvlakken 11, 12 is een doorgaande opening, resp. 13, 14 aangebracht in het verbindingslichaam 10.The connecting assembly 1 comprises a sheet metal punched and bent from sheet metal 10, which defines two contact surfaces 11, 12, each for the top side of one of the tubular elements 2 to be connected. Each of the contact surfaces 11, 12 has a through opening, respectively. 13, 14 arranged in the connecting body 10.

Door elk van de openingen 13, 14 steekt een 10 schroefbout, waarop een moer is geschroefd en waarbij een veer is aangebracht tussen de boutkop en het verbindingslichaam 10. Ter illustratie van de onderhavige uitvinding is in de figuren slechts één van de beide identieke boutsamenstellen getekend, welk samenstel de 15 schroefbout 15 omvat en hierna nader in detail zal worden toegelicht.A screw bolt, through which a nut is screwed, and wherein a spring is arranged between the bolt head and the connecting body 10, protrudes through each of the openings 13, 14. To illustrate the present invention only one of the two identical bolt assemblies is shown in the figures. , which assembly comprises the screw bolt 15 and will be explained in further detail below.

De schroefbout 15 heeft hier een zeskante boutkop 16, eventueel voorzien van een sleuf voor een schroevendraaier, aan de van het aanlegvlak 11 afgekeerde 20 zijde van het verbindingslichaam 10. Uiteraard kan de boutkop ook anders zijn uitgevoerd. Aan de zijde van het aanlegvlak 11 is een in hoofdzaak rechthoekige moer 17 op de schroefbout 15 geschroefd.The screw bolt 15 here has a hexagonal bolt head 16, optionally provided with a slot for a screwdriver, on the side of the connecting body 10 facing away from the contact surface 11. Naturally, the bolt head can also be designed differently. A substantially rectangular nut 17 is screwed onto the screw bolt 15 on the side of the contact surface 11.

De moer 17 is van een algemeen bekende en goedkoop te 25 vervaardigen uitvoering met een vlakke bovenzijde 18 en daaraan evenwijdige onderzijde 19 en met een lengte die groter is dan de afstand tussen de flenzen 6, 7 van de bovenzijde van het kokerelement 2 en met een breedte die kleiner is dan de afstand tussen de flenzen 6, 7 van de 30 bovenzijde van het kokerelement 2. In dit voorbeeld is de moer 17 aan twee diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken 20, 21 afgeschuind, dit is echter niet noodzakelijk.The nut 17 is of a generally known and inexpensive manufacture, with a flat top side 18 and parallel bottom side 19 and with a length greater than the distance between the flanges 6, 7 from the top side of the sleeve element 2 and with a width which is smaller than the distance between the flanges 6, 7 of the top side of the tube element 2. In this example, the nut 17 is chamfered at two diagonally opposite corners 20, 21, however this is not necessary.

Tussen de boutkop 16 en het verbindingslichaam 10 is een drukveer 22 aangebracht.A compression spring 22 is arranged between the bolt head 16 and the connecting body 10.

35 Het verbindingslichaam 10 is bij elk aanlegvlak 11, 12 voorzien van twee uitsteeksels, resp. 25a, 25b en 26a, 26b, die vanaf het aanlegvlak 11, 12 uitsteken in de 100555“ -6- richting van de moer 17 en diametraal ten opzichte van de opening 13 in het verbindingslichaam 10 voor de bout 15 zijn opgesteld. De uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b zijn in de figuren als additioneel aan het verbindingslichaam 10 5 aangevormde delen weergegeven, het heeft echter de voorkeur deze uitsteeksels te vervaardigen door het plaatselijk naar buiten persen van delen van het plaatmetalen verbindingslichaam 10.The connecting body 10 is provided with two projections at each contact surface 11, 12, respectively. 25a, 25b and 26a, 26b, which protrude from the contact surface 11, 12 in the 100 555 "-6 direction of the nut 17 and are arranged diametrically with respect to the opening 13 in the connecting body 10 for the bolt 15. The protrusions 25a, 25b, 26a, 26b are shown in the figures as additional molded parts on the connecting body 10, however it is preferred to produce these protrusions by locally pressing out parts of the sheet metal connecting body 10.

De uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b steken over een 10 hoogte uit ten opzichte van het bijbehorende aanlegvlak 11, 12 die groter is dan de dikte van de flenzen 6, 7 van het betreffende kokerelement 2. De hoogte van de uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b is met voordeel slechts enigzins groter dan de dikte van de flenzen 6, 7, 15 bijvoorbeeld enkele tienden van millimeters.The protrusions 25a, 25b, 26a, 26b protrude over a height with respect to the associated contact surface 11, 12 which is greater than the thickness of the flanges 6, 7 of the relevant tubular element 2. The height of the protrusions 25a, 25b , 26a, 26b is advantageously only slightly greater than the thickness of the flanges 6, 7, 15, for example a few tenths of a millimeter.

Verder hebben de uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b in een richting dwars op de hen verbindende denkbeeldige lijn een afmeting die nagenoeg overeenstemt met de afstand tussen de flenzen 6, 7 van het betreffende kokerelement 2. 20 Het verbindingssamenstel 1 is bestemd om aan het kokerelement 2 te worden bevestigd door het verbindingslichaam 10 met het aanlegvlak 11 daarvan tegen de bovenzijde van het betreffende kokerelement 2 te plaatsen. Hierbij passen de uitsteeksels 25a, 25b tussen 25 de flenzen 6,7 van het kokerelement 2, zodat het verbindingslichaam 10 alleen nog maar in langsrichting kan schuiven ten opzichte van het kokerelement 2.Furthermore, the protrusions 25a, 25b, 26a, 26b in a direction transverse to the imaginary line connecting them have a dimension which substantially corresponds to the distance between the flanges 6, 7 of the relevant sleeve element 2. The connecting assembly 1 is intended to be attached to the tube element 2 to be fixed by placing the connecting body 10 with its contact surface 11 against the top of the relevant tube element 2. Here, the projections 25a, 25b fit between the flanges 6,7 of the tube element 2, so that the connecting body 10 can only slide in the longitudinal direction with respect to the tube element 2.

Om het aanlegvlak 11 tegen het kokerelement 2 te kunnen plaatsen, is er reeds bij de produktie van het 30 verbindingssamenstel 1 voor gezorgd dat de moer 17 zich in een geschikte montagestand ten opzichte van verbindingslichaam 10 bevindt. In deze montagestand, die is getoond in de figuren 1-3 ligt de langsas van de moer 17 evenwijdig aan de langssleuf 8 in het kokerelement 2.In order to be able to place the contact surface 11 against the tubular element 2, it has already been ensured during the production of the connecting assembly 1 that the nut 17 is in a suitable mounting position relative to connecting body 10. In this mounting position, which is shown in Figures 1-3, the longitudinal axis of the nut 17 is parallel to the longitudinal slot 8 in the sleeve element 2.

35 Wanneer het aanlegvlak 11 tegen de bovenzijde van het kokerelement 2 is geplaatst, wordt vervolgens de bout 15 en daarmee de daarop geschroefde moer 17 naar een 1005552 -7- klemstand gedraaid, zodat de moer 17 achter de flenzen 6, 7 van het kokerelement 2 grijpt. Deze klemstand is getoond in figuur 4 en is bij voorkeur over een hoek van meer dan 45° gedraaid ten opzichte van de montagestand.When the contact surface 11 is placed against the top side of the sleeve element 2, the bolt 15 and thus the nut 17 screwed thereon is then turned to a 1005552 -7 clamping position, so that the nut 17 behind the flanges 6, 7 of the sleeve element 2 grabs. This clamping position is shown in Figure 4 and is preferably rotated through an angle of more than 45 ° relative to the mounting position.

5 Bij de produktie van het getoonde verbindingssamenstel 1 wordt de moer 17 tegen de uitsteeksels 25a, 25b gehouden en wordt de bout 15 zover aangedraaid, dat de moer 17 in de montagestand daarvan, die is getoond in de figuren 1-3, onder een door de veer 10 22 opgewekte voorspanning aanligt tegen de uitsteeksels 25a, 25b. De gewenste voorspanning komt overeen met een bepaald aanhaalmoment van de bout 15. De grootte van deze voorspanning wordt zo ingesteld dat de moer 17, in de periode die ligt tussen de produktie van het 15 verbindingssamenstel 1 en het gebruik ervan, op de uitsteeksels 25a, 2b blijft liggen. De grootte van deze voorspanning is zodanig dat de wrijving tussen de moer 17 en de beide uitsteeksels 25a, 25b een voldoende groot weerstandsmoment oplevert tegen een ongewenste verdraaiing 20 van de moer 17. Het blijkt eenvoudig om een voorspanning vast te stellen die het ongewenst verdraaien van de moer 17 voorkomt bij een in de praktijk normale wijze van hanteren van dergelijke verbindingssamenstellen tijdens de opslag en het transport ervan.In the production of the shown connecting assembly 1, the nut 17 is held against the protrusions 25a, 25b and the bolt 15 is tightened so that the nut 17 in its mounting position, which is shown in Figures 1-3, under a the spring 10 biased against the projections 25a, 25b. The desired pre-tension corresponds to a certain tightening torque of the bolt 15. The magnitude of this pre-tension is adjusted such that the nut 17, in the period between the production of the connecting assembly 1 and its use, is on the protrusions 25a, 2b remains. The magnitude of this preload is such that the friction between the nut 17 and the two projections 25a, 25b provides a sufficiently great moment of resistance to an undesired twisting of the nut 17. It has proved simple to determine a preload which undesirably turns the the nut 17 occurs in a normal way of handling such connection assemblies during storage and transport.

25 De uitsteeksels 25a, 25b liggen op zodanige afstand van elkaar en van de opening 13, dat de moer 17 in de klemstand vrij ligt van de uitsteeksel 25a, 25b en alleen maar tegen de flenzen 6, 7 van het kokerelement 2 aanligt. Door figuren 3 en 4 met elkaar te vergelijken is te zien 30 dat, bij het verdraaien van de moer 17 van de montagestand naar de klemstand, de veer 22 bewerkstelligt dat de boutkop 16 van het verbindingslichaam 10 vandaan beweegt. De veer 22 is zodanig uitgevoerd dat de moer 17 in de klemstand daarvan onder voorspanning aanligt tegen de 35 onderzijde van de flenzen 6, 7 en wel zodanig dat het verbindingslichaam 10 provisorisch op zijn plaats wordt gehouden. Bij voorkeur is de voorspanning in de klemstand 1005552 -8- zo groot dat het verbindingslichaam 10 ook op zijn plaats blijft als het kokerelement 2 vertikaal staat en er al een horizontaal lopend kokerelement met het andere deel van het verbindingssamenstel is verbonden.The projections 25a, 25b are spaced from each other and from the opening 13 such that the nut 17 in the clamping position is free from the projection 25a, 25b and only abuts the flanges 6, 7 of the tube element 2. By comparing Figures 3 and 4 with each other, it can be seen that, when the nut 17 is rotated from the mounting position to the clamping position, the spring 22 causes the bolt head 16 to move away from the connecting body 10. The spring 22 is designed such that the nut 17 in its clamping position rests under bias against the underside of the flanges 6, 7, such that the connecting body 10 is provisionally held in place. Preferably, the bias in the clamping position 1005552 -8- is so great that the connecting body 10 also remains in place when the sleeve element 2 is vertical and a horizontally running sleeve element is already connected to the other part of the connecting assembly.

5 Deze klemming van het verbindingsslichaam 10 tegen het kokerelement 2 levert een provisorische bevestiging op, waarbij het mogelijk is het verbindingslichaam 10 langs het kokerelement 2 te verschuiven zonder de bout 15 te hoeven los te draaien. Wanneer het verbindingsslichaam 10 10 zich op de uiteindelijk gewenste plaats op het kokerelement 2 bevindt, kan de bout 15 worden aangedraaid, waarbij de moer 17 tegen de zijkanten 3,4 van het kokerelement 2 aanloopt. Overigens is het niet noodzakelijk dat de rechthoekige moer 17 tegen de 15 zijkanten 3, 4 van het kokerelement 2 aanloopt om de bout 15 te kunnen vastdraaien. In vele gevallen klemt de moer 17 voldoende stevig tegen de flenzen 6, 7 van het kokerelement 2 om meedraaien tegen te gaan. Ook kan de moer 17 aan de bovenzijde 18 zijn voorzien van 20 wrijvingverhogende ribbels of dergelijke, hetzelfde kan aan de onderzijde van de flenzen 6, 7 van de kokerelementen 2 zijn voorzien. Verder is het bijvoorbeeld mogelijk dat de moer is voorzien van aanslagen die in de klemstand van de moer tegen de zijranden van de flenzen 6, 25 7 aan liggen en zo het ongewenst meedraaien van de moer verhinderen.This clamping of the connecting body 10 against the sleeve element 2 provides a temporary attachment, whereby it is possible to slide the connecting body 10 along the sleeve element 2 without having to loosen the bolt 15. When the connecting body 10 is at the ultimately desired location on the tube element 2, the bolt 15 can be tightened, the nut 17 running against the sides 3,4 of the tube element 2. Incidentally, it is not necessary that the rectangular nut 17 runs against the sides 3, 4 of the tube element 2 in order to be able to tighten the bolt 15. In many cases the nut 17 clamps tightly enough against the flanges 6, 7 of the sleeve element 2 to prevent rotation. The nut 17 can also be provided on the top side 18 with friction-increasing ridges or the like, the same can be provided on the bottom side of the flanges 6, 7 of the tube elements 2. Furthermore, it is possible, for example, for the nut to be provided with stops which abut against the side edges of the flanges 6, 25 7 in the clamping position of the nut and thus prevent the nut from turning along undesirably.

De veer 22 heeft een geringe hoogte en is bij voorkeur vervaardigd uit een dun plaatje verenstaal, zodat in de aangedraaide toestand van de bout 15 de veer 22 tot 30 een soort platte onderlegring is platgedrukt. Bijvoorbeeld is de veer 22 een vlakke ring van verenstaal, waarbij uit de buitenste omtreksrand meerdere verende benen vanaf het vlak van de ring zijn afgebogen, welke benen op het verbindingslichaam 10 steunen.The spring 22 has a small height and is preferably made of a thin sheet of spring steel, so that in the tightened state of the bolt 15 the spring 22 to 30 is flattened with a kind of flat washer. For example, the spring 22 is a flat spring steel ring, in which a plurality of resilient legs are bent from the outer peripheral edge from the plane of the ring, which legs rest on the connecting body 10.

35 Het zal duidelijk zijn dat het samenstel van de moer en de bout ook kan zijn uitgevoerd op de in conclusie 2 beschreven wijze, welke uitvoering in beginsel 1005552 -9- overeenstemt met de in US 4 830 531 beschreven uitvoeringsvorm.It will be clear that the nut and bolt assembly can also be designed in the manner described in claim 2, which embodiment in principle 1005552-9 corresponds to the embodiment described in US 4 830 531.

Verder kunnen de kokerelementen ook van het type zijn dat is getoond in US 4 830 531, waarbij de flenzen van de 5 bovenzijde zijn voorzien van naar de bodem gerichte einddelen. Daarbij is het voordelig indien de achter de flenzen grijpende moer of boutkop aan de naar de flenzen gerichte zijde is voorzien van twee evenwijdige groeven voor het in de klemstand daarvan opnemen van de einddelen 10 van de flenzen van het kokerelement.Furthermore, the tubular elements may also be of the type shown in US 4 830 531, the top flanges being provided with bottom-facing end portions. It is advantageous here if the nut or bolt head engaging behind the flanges has two parallel grooves on the side facing the flanges for receiving the end parts 10 of the flanges of the tube element in the clamping position thereof.

Het zal duidelijk zijn dat het verbindingslichaam ook een andere vorm kan hebben dan in de tekening is getoond, bijvoorbeeld T-vormig voor het verbinden van drie kokerelementen of kruisvormig voor het verbinden van vier kokerelementen.It will be clear that the connecting body can also have a different shape than that shown in the drawing, for instance T-shaped for connecting three tube elements or cross-shaped for connecting four tube elements.

10055521005552

Claims (6)

1. Verbindingssamenstel voor het verbinden van een kokerelement (2), dat twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten (3,4), een bodem (5), die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, 5 waarbij de bovenzijde is gevormd door twee vanaf de zijkanten (3,4) naar binnen gerichte flenzen (6,7), die tussen hen in een langssleuf (8) begrenzen, met een of meer soortgelijke kokerelementen of met een ander element, welk verbindingssamenstel is samengesteld uit: 10. een verbindingslichaam (10), dat een of meer aanlegvlakken (11,12) definieert, elk voor de bovenzijde van een te verbinden kokerelement (2), en dat bij elk ‘ aanlegvlak (11,12) is voorzien van een doorgaande boutopening (13,14), 15. een of meer bouten (15), die elk door een bijbehorende boutopening (13,14) in het verbindingslichaam (10) steken, waarbij elke bout (15) een boutkop (16) heeft aan de van het aanlegvlak (11,12) afgekeerde zijde van het verbindingslichaam (10), 20. bij elke bout (15) een in hoofdzaak rechthoekige moer (17), die aan de zijde van het aanlegvlak (11,12) op de bout is geschroefd, welke moer (17) een lengte heeft die groter is dan de afstand tussen de flenzen (6,7) van de bovenzijde van het kokerelement (2) en een breedte heeft 25 die kleiner is dan de afstand tussen de flenzen (6,7) van de bovenzijde van het kokerelement (2), waarbij het verbindingssamenstel (1) is ingericht om aan een kokerelement (2) te worden bevestigd door het verbindingslichaam (10) met een aanlegvlak (11,12) daarvan 30 tegen de bovenzijde van het betreffende kokerelement aan te plaatsen, waarbij de betreffende moer (17) zich in een montagestand (figs. 1-3) ten opzichte van verbindingslichaam (10) bevindt, waarin de lengte van de moer (17) evenwijdig aan de langssleuf (8) in het 35 kokerelement ligt, en vervolgens de bout (15) en de daarop 10055ε; -11- geschroefde moer (17) naar een klemstand (fig. 4) te draaien, zodat de moer achter de flertzeh (6,7) van het kokerelement grijpt, net het kenmerk, dat het verbindingslichaam (10) bij elk aanlegvlak (11,12) is 5 voorzien van twee uitsteeksels (25a,25b,26a,26b), die vanaf het aanlegvlak uitsteken in de richting van de moer (17) en diametraal ten opzichte van de opening (13,14) voor de bout (15) zijn opgesteld, dat de moer (17) in de montagestand (Figs. 1-3) onder voorspanning tegen de 10 uitsteeksels aanligt, en dat de moer (17) in de klemstand (Fig. 4) vrij ligt van de uitsteeksels.1. Connecting assembly for connecting a tubular element (2), having two parallel and longitudinally extending sides (3,4), a bottom (5) connecting the sides, and a top, the top being formed by two flanges (6,7) directed inwards from the sides (3,4), bounding between them in a longitudinal slot (8), with one or more like tubular elements or with another element, which connection assembly is composed of: 10 a connecting body (10), which defines one or more contact surfaces (11, 12), each for the top side of a tubular element (2) to be connected, and which is provided with a continuous bolt opening at each 'contact surface (11, 12). 13,14), 15. one or more bolts (15), each of which protrudes through an associated bolt opening (13,14) in the connecting body (10), each bolt (15) having a bolt head (16) on the contact surface (11,12) facing side of the connecting body (10), 20. at each bolt (15) e and substantially rectangular nut (17) screwed to the bolt on the side of the contact surface (11,12), said nut (17) having a length greater than the distance between the flanges (6,7) of the top side of the sleeve element (2) and having a width smaller than the distance between the flanges (6,7) from the top side of the sleeve element (2), the connecting assembly (1) being arranged to attach to a sleeve element ( 2) to be secured by placing the connecting body (10) with a contact surface (11, 12) thereof against the top of the relevant sleeve element, the relevant nut (17) being in a mounting position (figs. 1-3) relative to connecting body (10), in which the length of the nut (17) is parallel to the longitudinal slot (8) in the sleeve element, and then the bolt (15) and the 10055ε thereon; -11- turning the screwed nut (17) to a clamping position (fig. 4), so that the nut engages behind the flertzeh (6,7) of the sleeve element, characterized in that the connecting body (10) at each contact surface (11 12) is provided with two projections (25a, 25b, 26a, 26b) protruding from the contact surface in the direction of the nut (17) and diametrically with respect to the opening (13,14) for the bolt (15 ) are arranged that the nut (17) in the mounting position (Figs. 1-3) is biased against the projections, and that the nut (17) in the clamping position (Fig. 4) is free from the projections. 2. Verbindingssamenstel voor het verbinden van een kokerelement, dat twee evenwijdige en zich in 15 langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, waarbij de bovenzijde is gevormd door twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen, met een of meer soortgelijke kokerelementen of 20 met een ander element, welk verbindingssamenstel is samengesteld uit: - een verbindingslichaam, dat een of meer aanlegvlakken definieert, elk voor de bovenzijde van een te verbinden kokerelement, en dat bij elk aanlegvlak is voorzien van 25 een doorgaande boutopening, een of meer bouten, die elk door een bijbehorende opening in het verbindingslichaam steken, waarbij elke bout aan de zijde van het aanlegvlak een in hoofdzaak rechthoekige boutkop heeft, die een lengte heeft die 30 groter is dan de afstand tussen de flenzen van de bovenzijde van het kokerelement en een breedte heeft die kleiner is dan de afstand tussen de flenzen van de bovenzijde van het kokerelement, bij elke bout een moer, die aan de van het aanlegvlak 35 afgekeerde zijde van het verbindingslichaam op de bout is geschroefd, waarbij het verbindingssamenstel is ingericht om aan een 1005551 -12- kokerelement te worden bevestigd door het het verbindingslichaam met een aanlegvlak daarvan tegen de bovenzijde van het betreffende kokerelement aan te plaatsen, waarbij de betreffende boutkop zich in een 5 montagestand ten opzichte van verbindingslichaam bevindt, waarin de lengte van de boutkop evenwijdig aan de langssleuf in het kokerelement ligt, en vervolgens de moer en daarmee de boutkop naar een klemstand te draaien, zodat de boutkop achter de flenzen van het kokerelement grijpt, 10 met het kenmerk, dat het verbindingslichaam bij elk aanlegvlak is voorzien van twee uitsteeksels, die vanaf het aanlegvlak uitsteken in de richting van de boutkop en diametraal ten opzichte van de opening voor de bout zijn opgesteld, dat de boutkop in 15 de montagestand onder voorspanning tegen de uitsteeksels aanligt, en dat de boutkop in de klemstand vrij ligt van de uitsteeksels.2. Connecting assembly for connecting a tubular element, which has two parallel and longitudinally extending sides, a bottom connecting the sides, and a top, the top being formed by two flanges inwardly directed from the sides which are between them. bound in a longitudinal slot, with one or more similar tubular elements or with another element, which connecting assembly is composed of: - a connecting body, which defines one or more contact surfaces, each for the top side of a box element to be connected, and which at each contact surface is provided with a through-bolt opening, one or more bolts, each of which protrudes through an associated opening in the connecting body, each bolt on the side of the contact surface having a substantially rectangular bolt head, which length is longer than the distance between the flanges of the top of the box section and a width smaller than the spacing tooth between the flanges of the top of the sleeve element, with each bolt a nut, which is screwed to the bolt on the side of the connecting body remote from the contact surface 35, the connecting assembly being adapted to be attached to a 1005551 -12 sleeve element secured by placing the connecting body with a contact surface thereof against the top side of the relevant sleeve element, the relevant bolt head being in a mounting position relative to the connecting body, in which the length of the bolt head is parallel to the longitudinal slot in the sleeve element, and then turning the nut and therewith the bolt head to a clamping position, so that the bolt head engages behind the flanges of the sleeve element, characterized in that the connecting body is provided with two protrusions at each contact surface, which project from the contact surface in the direction of the bolt head and arranged diametrically relative to the hole for the bolt so that the the bolt head rests against the protrusions under preload in the mounting position, and that the bolt head is free from the protrusions in the clamping position. 3. Verbindingssamenstel volgens conclusie 1 of 2, 20 waarbij de uitsteeksels (25a,25b,26a,26b) over een hoogte uitsteken ten opzichte van het bijbehorende aanlegvlak (11,12) die groter is dan de dikte van de flenzen (6,7) van het betreffende kokerelement (2).Connecting assembly according to claim 1 or 2, 20 wherein the protrusions (25a, 25b, 26a, 26b) protrude over a height relative to the associated contact surface (11,12) which is greater than the thickness of the flanges (6,7 ) of the respective sleeve element (2). 4. Verbindingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uitsteeksels (25a,25b,26a,26b) in een richting dwars op de hen verbindende denkbeeldige lijn een afmeting hebben die nagenoeg overeenstemt met de afstand tussen de flenzen 30 (6,7) van het betreffende kokerelement.Connecting assembly according to one or more of the preceding claims, in which the protrusions (25a, 25b, 26a, 26b) in a direction transverse to the imaginary line connecting them have a size substantially corresponding to the distance between the flanges 30 (6, 7) of the respective sleeve element. 5. Verbindingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een veer (22) is voorzien die de moer, danwel boutkop, in de montagestand daarvan 35 onder voorspanning tegen de uitsteeksels houdt.Connection assembly according to one or more of the preceding claims, wherein a spring (22) is provided which holds the nut, or bolt head, in the mounting position thereof under pretension against the projections. 6. Systeem voor het samenstellen van een raamwerk van 100555Z -13- kokerelementen, omvattende in combinatie kokerelementen, die elk twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde hebben, waarbij de bovenzijde is gevormd door 5 twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen, en een verbindingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1005:_6. System for assembling a framework of 100555Z-13 tube elements, comprising in combination tube elements, each having two longitudinally extending sides, a bottom connecting the sides, and a top, the top being two flanges inwardly directed inwards and bounding between them in a longitudinal slot, and a connecting assembly according to one or more of the preceding claims. 1005: _