NL1005405C2 - Verpakking, een stapel van die verpakkingen, werkwijze voor de vervaardiging van die verpakking, werkwijze voor het vullen van die verpakking, alsmede werkwijze voor de distributie van produkten. - Google Patents

Description

Titel: Verpakking, een stapel van die verpakkingen, werkwijze voor de vervaardiging van die verpakking, werkwijze voor het vullen van die verpakking, alsmede werkwijze voor de distributie van produkten.

5

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op consumenten kleinverpakkingen, in het bijzonder, doch niet exclusief, op consumenten kleinverpakkingen die verswaren bevatten, zoals 10 groenten en/of fruit. Echter kunnen zij ook bijvoorbeeld snoep of bollen bevatten. Met consumenten kleinverpakking wordt hier bedoeld dat het gewicht of het volume van de inhoud afgestemd is op de per aankoop gemiddelde behoefte van de consument, zodat die in de regel de consumenten kleinverpakking in de 15 winkel niet zal openen om daaruit slechts een gedeelte van de inhoud te nemen, maar de kleinverpakking, met inhoud, in één keer zal meenemen.

Stand van de techniek

Bekend is van bijvoorbeeld verse aardbeien, druiven, kiwi's, 20 overig zacht- of hardfruit of champignons, ze te verpakken in veelal van kunststof of papierpulp gevormde niet zelfdragende en niet stapelbare (want veelal nestbare), aan de bovenzijde geheel open kleinverpakkingen van bijvoorbeeld 250 of 125 gram. Deze kleinverpakkingen moeten in clusters van een aantal 25 kleinverpakkingen naast en achter elkaar weer worden omverpakt in een stapelbare, dus hoger dan de kleinverpakking, omdoos of krat van bijvoorbeeld massief karton of hout of kunststof die dient als logistiek transportmiddel. De stapelbare omdoos of krat heeft een relatief groot bodemformaat van minimaal 300 x 30 400 mm. (incidenteel 300 x 200 mm.). Dergelijke stapelbare omdozen of kratten worden, indien van massief karton, vervaardigd op installaties die geschikt zijn voor een bodemmaat van minimaal 300 x 200 mm, en zij komen per stuk beschikbaar. Een nadeel van dit bekende is, het dubbele 35 gebruik van verpakkingsmateriaal, het telkens leeg komen van omverpakkingen in het winkelschap, die dan weer verwijderd moeten worden, en de eventuele retourkosten van meermalen te gebruiken omverpakkingen. Een ander nadeel wordt gevormd door 100 5 405 2 voor het vullen en sluiten van deze bekende kleinverpakkingen noodzakelijke dure folievorm- en sealapparatuur. Een verder nadeel is het extra ruimtebeslag ten gevolge van de stapelbare krat of omdoos.

5 Doel van de uitvinding

De uitvinding heeft tot doel, één of meer van de hierboven opgesomde nadelen op te lossen, door te komen tot een consumenten kleinverpakking die volledig zelfdragend en stapelbaar is en zodoende het clusteren van een aantal naast 10 en achter elkaar staande kleinverpakkingen, waarbij die cluster verpakt wordt in een zelfdragende stapelbare omverpakking, overbodig maakt, en die tevens op eenvoudige wijze is te vullen. Ook heeft de uitvinding tot doel een werkwijze en inrichting om deze kleinverpakkingen met meerdere 15 tegelijk in één werkslag te kunnen maken en zodoende concurrerend te kunnen zijn met de laag geprijsde alternatieven.

Om het gestelde doel te bereiken, stelt de uitvinding ter beschikking een consumenten kleinverpakking volgens de 20 bijgevoegde conclusie 5, een bij voorkeur transporteerbare, eventueel met bijvoorbeeld een banderollage omsnoerde stapel van die verpakkingen volgens conclusie 2, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke consumenten kleinverpakking volgens conclusie 10, een werkwijze voor het 25 vullen van een dergelijke consumenten kleinverpakking volgens conclusie 9 en een werkwijze voor de distributie van produkten volgens conclusie 1. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag, dat het zelfdragend en/of stapelbaar maken van de consumenten kleinverpakking de mogelijkheid biedt, de 30 omverpakking weg te laten. De consumenten kleinverpakkingen kunnen nu direct laagsgewijze op bijvoorbeeld een pallet worden gestapeld. Zo'n pallet kan dan bijvoorbeeld in de winkel worden geplaatst en consumenten kunnen produkten afnemen, zonder dat zij, of een winkelbediende, de anders bij 35 de stand van de techniek aanwezige krat of andere omverpakking, moeten wegnemen telkens wanneer men begint aan het afstapelen van de volgende laag. Met "zelfdragend" wordt hier bedoeld dat de verpakking draagvermogen heeft om, gevuld, 1005 40 5 3 zonder bezwijken gestapeld te kunnen worden.

Afzetten van de uitvinding t.o.v. het toevallig bekende.

Op zich is het bekend op het gebied van versprodukten, bijvoorbeeld appels of peren, met een aantal kilo's, 5 bijvoorbeeld 10 kilo, tegelijk, los te verpakken in een stapelbare, van boven open kist met een bodemmaat van 300 x 400 mm. of meer. De consument of de verkoper weegt hieruit echter telkens een kleine hoeveelheid af, om daarvan een consumenten kleinverpakking te maken. Soms ook wordt bij wijze 10 van uitzondering, in de winkel een partij versprodukten aangeboden in afgepaste hoeveelheden van bijvoorbeeld enkele kilo's mandarijnen in een stapelbaar houten, van boven open, kistje. De consument moet dan zo'n kistje met inhoud in zijn geheel aanschaffen. Dit type verpakking wijkt wegens zijn aard 15 en inhoud duidelijk af van het gebruikelijke koopgedrag van de consument, en is daarom niet te beschouwen als consumenten kleinverpakking zoals hier bedoeld. Verder is het gebruikelijk aardappelen aan te bieden in 2,5 kg., 5 kg., of 10 kg. zakken, die opeengestapeld liggen in een container. Dit maakt een 20 rommelige indruk. Het produkt heeft voldoende eigen draagvermogen om hoog opgestapeld te worden zonder gebruik van een zelfdragende, stapelbare verpakking. Ook is bekend, stapelbare dozen hagelslag, bakmeel, enz., waarvan er een aantal naast elkaar veelal bijeengehouden wordt door lage, 25 niet stapelbare trays, opeen te stapelen. De hier bedoelde dozen zijn echter veel hoger dan de grootste afmeting van hun bodemmaat en daardoor losstaand onstabiel. Verder zijn zij volledig dicht en alle wanden zijn van massief karton en zijn allemaal stevig door rondom doorlopende naden aan elkaar 30 bevestigd, zodat hun inhoud geheel niet zichtbaar is, en de verpakking ook niet even kan worden geopend om de inhoud te bekijken, zonder zware beschadigingen aan de verpakking toe te brengen en dus zijn draagvermogen wezenlijk aan te tasten of zelfs weg te nemen. Tot slot is het gebruikelijk, 1 kg. in 35 buigzaam papier verpakte suiker of meel "van de hoop" te verkopen. De verpakking ontleent hier zijn draagkracht aan de door trekvast papier volledig nauw omsloten inhoud.

Nadere toelichting op de uitvinding.

100 5 405 4

Fig. 1 en 2 tonen twee verschillende plano's 1 als illustratief en niet beperkend voorbeeld voor de verpakking volgens de uitvinding. Uit zo'n plano 1, van buigzaam plaatmateriaal, bijvoorbeeld massief karton bijvoorbeeld in 5 het gebied van ongeveer 600 tot ongeveer 800, bij voorkeur ongeveer 700 gr/m2, of golfkarton, bijvoorbeeld in het gebied van ongeveer 250 tot ongeveer 350 gr/m2, bij voorkeur ongeveer ·) 300 gr/m4 (drielaags), kan een zelfdragende, stapelbare doos worden vervaardigd met een bodem 2, opstaande zijwanden 3,4 en 10 langs de bovenrand van de korte zijwanden 4 lopende, naar met midden van de doos wijzende (dus in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem lopende) stapelflenzen 5, waarop de bodem van een daarop gestapelde doos komt te rusten. Aangegeven is met 7 de plaats voor handgrepen. Die kunnen wegens de kleine afmeting 15 van de verpakking echter ook worden weggelaten. De plano volgens fig. 2 biedt met de flappen 6 extra, in bovenaanzicht driehoekige en naar de binnenzijde van de doos uitstekende hoekverstevigingen voor de doos. De plano's bezitten voorts lippen 8 en uitsparingen 9. Bij een uit de plano vervaardigde 20 doos, steken de lippen 8 boven de bovenzijde uit, om te komen steken in de uitsparingen 9 in de bodem van een volgende bovenop die doos gestapelde doos, om daarmee voldoende stapel-stabiliteit te krijgen. Natuurlijk zijn ook andere voorzieningen denkbaar om op elkaar gestapelde dozen stapel- 25 stabiliteit te geven, bijvoorbeeld waarbij de lippen 8 over een grotere lengte van de betreffende zijde werkzaam zijn (bijvoorbeeld groter in aantal, of langer) en niet via uitsparingen in de bodem van een daarop gestapelde verpakking grijpen, maar de bodem tussen zich inklemmen. Als alternatief 30 kunnen de plano's voorzien zijn van geschikte schuine vouwlijnen in de zijwanden, teneinde een zgn. "paraatdoos" te kunnen maken. Beide plano's hebben een op zich bekende vorm en opbouw, echter de afmetingen kunnen zijn aangepast aan het met de uitvinding beoogde doel. De plaats van de stans- en 35 rillijnen is op voor de vakman herkenbare wijze aangegeven in de tekening. De bodem 2 heeft een afmeting die is afgeleid van zgn. Euro normmaten (bijvoorbeeld 600 x 400 mm. of 800 x 1000 mm. of 800 x 1200 mm. of 1000 x 1200 mm.), zodat de afmeting 100 5 405 5 van de bodem bijvoorbeeld 300 x 200 of 200 x 250 of 150 x 250 of 125 x 250 of 100 x 250 of 200 x 200 of 150 x 200 of 100 x 200 of 150 x 150 of 125 x 150 of 100 x 150 mm. kan bedragen. De inhoud is zodanig dat, eenmaal gevuld, de consument de 5 gevulde verpakking in één keer zal aanschaffen, zodat het gaat om een consumenten kleinverpakking zoals in het kader van deze uitvinding bedoeld. Bijvoorbeeld is deze consumenten kleinverpakking geschikt voor 250 of 500 gr. aardbeien of champignons, of voor 500 gr. of 1 kilo druiven, of voor 1 tot 10 2 kilo appelen, peren, sinaasappelen, mandarijnen of kiwi's.

Eenmaal gevuld, kan de verpakking worden voorzien van een folie-omhulling (bijvoorbeeld krimpfolie). Als alternatief kan alleen de bovenzijde worden afgedekt met een, bij voorkeur doorzichtige, folie. De verpakkingen worden na het vullen, en 15 eventueel omhullen of afdekken, bij voorkeur in een groot aantal van ten minste twee lagen op elkaar (bij voorkeur meer dan vier lagen, bijvoorbeeld tien, vijftien of twintig lagen) naast en achter elkaar op een pallet of ander geschikte opslag- en transportsteun gestapeld, waarbij de zich boven 20 elkaar bevindende verpakkingen op elkaar rusten en waarbij er eventueel een aantal, bijvoorbeeld 5, in één laag aan elkaar grenzend tot clusters omsnoerd zijn met bijvoorbeeld kunststof folie om tot voor de distributie effectief handelbare hoeveelheden te komen. De gehele stapel kan voor grotere 25 stabiliteit eventueel gemeenschappelijk worden omhuld door een folie. Eventueel kan een aantal verpakkingen naast elkaar geplaatst zijn op een relatief lage tray (bijvoorbeeld aanzienlijk lager dan de kleinverpakkingen) of platte plaat, die geen bijdrage hoeft te leveren aan het draagvermogen van 30 de verpakking, maar bijvoorbeeld handig is wanneer de winkelier bijvoorbeeld ervoor kiest om telkens een laag of gedeelte daarvan in een winkelschap te plaatsen. De stapel kan ook zo in de winkel worden geplaatst, en door de consument zelf worden afgestapeld. Bij voorkeur zijn de afmetingen van 35 de verpakkingen zodanig, dat zij "in verband" stapelbaar zijn, dus met per laag verpakkingen naast en achter elkaar liggend, en bij voorkeur met tussen opeenvolgende lagen van de stapel verspringend patroon. Het verdient in alle gevallen de 1005 4 05 6 voorkeur, dat de afmeting van het bodemvlak van de stapel gelijk is aan de gebruikelijke standaard Euro normmaten, of daarvan is afgeleid.

Ten behoeve van het vullen verdient het de voorkeur, de 5 verpakking zodanig te vervaardigen uit de plano, dat de stapelflens 5 pas in zijn werkzame stand wordt gebracht, nadat de verpakking is gevuld, teneinde het vullen zo min mogelijk te hinderen. Verder verdient het de voorkeur, de plano's machinaal op te zetten, waarbij bij voorkeur de opzet-machine 10 uitgerust is met ten minste twee, bij voorkeur vier, gelijktijdig werkende parallelle planotoevoer-, vouw-, plak-en verpakkingafvoer-stations, teneinde met minimale investeringen een zo groot mogelijke verpakking-produktie te bereiken. Het zal duidelijk zijn dat de verpakkingen bij 15 voorkeur op een centrale lokatie worden gevuld en gestapeld, en de stapels worden vervolgens verspreid over ver verwijderde lokaties, zoals winkels. Het vullen kan plaatsvinden zowel centraal direct in lijn met de opzetinstallatie, als uitgaande van decentraal verspreide, opgezette (bijvoorbeeld in stapels 20 genest, of als "paraat" type aangevoerde) verpakkingen, bijvoorbeeld bij kleine producenten/verpakkers, die dan niet hoeven te beschikken over dure folievorm- en seal apparatuur (bijv. zgn. flowpackers).

Hoewel het met het oog op recycling en milieu de voorkeur 25 verdient, de verpakking van papier of karton te vervaardigen, is het eventueel ook mogelijk deze te vervaardigen van ander materiaal, bijvoorbeeld kunststof. Het is natuurlijk ook mogelijk, dat de stapel één of meer lagen of deellagen van de consumenten kleinverpakking volgens deze uitvinding bevat, en 30 daarnaast nog andere verpakkingen of produkten bevat. De bij voorkeur aan de bovenzijde open, dus tray- of doosvormige, verpakking kan eventueel met een geschikt deksel, bijvoorbeeld van karton, worden afgesloten na het vullen. Het deksel kan geheel los of slechts provisorisch, dus niet of nauwelijks 35 bijdragend aan het draagvermogen of de stapelbaarheid van de verpakking, daaraan toegevoegd zijn. Echter is het ook mogelijk, het deksel zeer stevig met de verpakking te verbinden, bijvoorbeeld de plano reeds te voorzien van een 100 5 4 0 5 7 geschikte flap als verlenging van één van de zijwanden die later na het vullen naar de tegenoverliggende zijwand wordt gevouwen en daaraan wordt vastgehecht, zodat daardoor bijvoorbeeld wel een bijdrage aan het draagvermogen of de 5 stapelbaarheid van de verpakking wordt geleverd. Met een deksel kunnen de stapelflenzen 5 bijvoorbeeld worden weggelaten. Uit oogpunt van materiaalverbruik verdient het echter de voorkeur, een dekselloze verpakking te gebruiken, die, uitgezonderd eventuele stapelflenzen 5 of andere aan de 10 bovenzijde naar binnen in de verpakking uitstekende stapelelementen, aan de bovenzijde geheel open is. Het deksel, maar ook één of meer van de zijwanden of de bodem (zie de gaten 10 in fig. 2) van de verpakking, kan zijn uitgerust met gaten, bijvoorbeeld voor uitwasemen, of om de consument de 15 gelegenheid te bieden, de inhoud te inspecteren. Elke verpakking kan zijn voorzien van een aanduiding, bijvoorbeeld voor de inhoud of de prijs, bijvoorbeeld een barcode voor bij een kassa automatisch bepalen van de prijs. Bij voorkeur is de kleinverpakking losstaand voldoende stabiel op zijn bodem te 20 plaatsen, waartoe deze bij voorkeur een hoogte heeft die kleiner is dan de langste zijde van de bodem of bij voorkeur een hoogte die ongeveer overeenstemt met of kleiner is dan de kortste zijde van de bodem, in het bijzonder niet hoger is dan ongeveer 15 cm. Als verder alternatief is de hoogte van de 25 verpakking ongeveer gelijk aan ongeveer de helft van de lengte van de korte zijde van de bodem, of is gelegen in het gebied van ongeveer 1/3 tot ongeveer 2/3 van de lengte van de korte zijde van de bodem.

De stapelflenzen 5 kunnen bijvoorbeeld achterwege worden 30 gelaten wanneer er andere geschikte stapel-elementen zijn, zoals zich in bijvoorbeeld de hoekpunten van de verpakking naar binnen uitstekende hoekversterkingen, die bijvoorbeeld ook tot boven de bovenrand van de verpakking verlengd kunnen zijn, om bijvoorbeeld stapelpootjes te vormen. Stapelpootjes 35 kunnen ook langs andere weg worden bereikt, en ook dan kunnen de stapelflenzen 5 worden weggelaten. Het is niet beslist noodzakelijk dat de verpakking uit één plano wordt vervaardigd, maar dat verdient wel de voorkeur wegens het te 100 5 4 0 5 8 bereiken produktie-voordeel of de sterkte. Bijvoorbeeld kunnen losse hoekversterkingen worden toegevoegd die zich binnen of buiten de verpakking bevinden.

100 5 4 0 5

Claims (11)

1. Werkwijze voor het distribueren van produkten, waarvan er één of een aantal in een verpakking bijeen gebracht worden en een groot aantal van die gevulde verpakkingen bij voorkeur 5 naast, achter en boven elkaar liggend in een stapel gebracht worden, welke stapel eventueel andere verpakkingen of produkten kan bevatten, die stapel wordt gebracht naar een afleverpunt, alwaar de verpakkingen in hoofdzaak per stuk worden afgenomen uit de stapel, de verpakkingen zijn van het 10 zelfdragende, stapelbare type en steunen in de stapel op elkaar en zij bevatten bij voorkeur versprodukten, zoals champignons, aardbeien, paprika's, tomaten, appelen, peren, en zij hebben een inhoud die is aangepast aan de consumentenbehoefte, zodat die in de regel de verpakking met inhoud in 15 één keer zullen aanschaffen.

2. Stapel omvattende bij voorkeur met vers-produkten gevulde verpakkingen, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, waarbij die verpakkingen van het zelfdragende, stapelbare type zijn en zij steunen in de stapel 20 op elkaar, en een laag bevat bij voorkeur verschillende van die verpakkingen naast en/of achter elkaar, en de stapeling is bij voorkeur zodanig, dat de lagen een onderling "verband" hebben met tussen aangrenzende lagen verspringend patroon waarin de verpakkingen zijn gebracht, en die verpakkingen 25 hebben een inhoud die is aangepast aan de consumenten behoefte, zodat die in de regel een dergelijke verpakking met inhoud in één keer zullen aanschaffen.

3. Stapel volgens conclusie 2, met in hoofdzaak parallel-epipedische vorm en een afmeting van de basis die in hoofdzaak 30 overeenstemt met Euro normmaten van bijvoorbeeld 600 x 400 mm. of 800 x 1000 mm. of 800 x 1200 mm. of 1000 x 1200 mm.

4. Stapel volgens één der conclusies 2 of 3, de verpakkingen van het zelfdragende, stapelbare type zijn in een cluster van een aantal van die verpakkingen ten hoogste omgeven door een 35 de cluster bijeenhoudende omhulling met ten opzichte van het draagvermogen van een dergelijke verpakking een ten hoogste aanzienlijk lager draagvermogen, bij voorkeur is de hoogte van die omhulling geringer dan de hoogte van die verpakking. 100 5 405

5. Verpakking die geschikt is voor het vormen van een stapel volgens conclusie 2, 3 of 4, van het zelfdragende, stapelbare type en met een inhoud die is aangepast aan de consumentenbehoefte, zodat die in de regel een dergelijke verpakking met 5 inhoud in één keer zullen aanschaffen, en waarbij die verpakking bij voorkeur een in één volwassenen-hand vast te houden afmeting heeft.

6. Verpakking volgens conclusie 5, met een bodem-maat die afgeleid is van Euro normmaten en bijvoorbeeld ong. 300 x 200 10 of ong. 200 x 250 of ong. 150 x 250 of ong. 125 x 250 of ong. 100 x 250 of ong. 200 x 200 of ong. 150 x 200 of ong. 100 x 200 of ong. 150 x 150 of ong. 125 x 150 of ong. 100 x 150 bedraagt, bij voorkeur niet groter dan ongeveer 300 x 200 mm. bedraagt.

7. Verpakking volgens conclusie 5 of 6, die een open bovenzijde heeft, zoals van een doos of tray, eventueel afgedekt met een bij voorkeur los of provisorisch vastgezet deksel, en/of die voorzien is van de stapel-stabiliteit verhogende middelen, zoals boven de bovenrand uitstekende 20 lippen en met die lippen corresponderende uitsparingen in de bodem.

8. Verpakking volgens conclusie 5, 6 of 7, met een verhouding van hoogte tot bodemmaat dat deze losstaand in hoofdzaak stabiel is, bij voorkeur met een hoogte die kleiner 25 is dan de langste zijde van de bodem, of die ongeveer gelijk is aan of kleiner is dan de kortste zijde van de bodem, of ten hoogste ongeveer 15 cm. bedraagt, of die ongeveer gelijk is aan de helft van de lengte van de korte zijde van de bodem, of die is gelegen in het gebied van ongeveer 1/3 tot ongeveer 2/3 30 van de lengte van de korte zijde van de bodem.

9. Werkwijze voor het vullen van een zelfdragende, stapelbare verpakking die langs de bovenrand van twee tegenoverstaande zijwanden is voorzien van een stapelflens die in zijn werkzame stand naar het midden van de verpakking 35 wijst, en in die stand eventueel een belemmering bij het vullen vormt, die stapelflens biedt steun aan een op de verpakking te stapelen verdere verpakking, waarbij pas na het vullen die stapelflens in zijn werkzame stand wordt gebracht. 1005405

10. Werkwijze voor het vervaardigen van verpakkingen, zoals die volgens één der voorgaande conclusies 5-8, van het zelfdragende, stapelbare type, bij voorkeur door omvormen en in de gewenste stand vastzetten van plano's van bij voorkeur 5 papier of karton, waarbij plano's worden toegevoerd aan een mechanische installatie met meer dan één, bij voorkeur vier, gelijktijdig werkende stations, elk ingericht voor het vervaardigen van verpakkingen.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij na het 10 vervaardigen in één lijn de verpakkingen gevuld worden met produkt, bij voorkeur vers-produkt, en vervolgens bij voorkeur in een stapel gebracht worden, zoals bijvoorbeeld een stapel volgens conclusie 2, 3 of 4. 1005 4 0 5