NL1003948C1 - Elektronisch plaatsbepalingssysteem van fauna, zoals nesten met weidevogeleieren, tijdens het uitvoeren van landbouwkundige of natuurbeherende werkzaamheden. - Google Patents

Description

- 1 -

Elektronisch plaatsbepalingssysteem van fauna, zoals nesten met weidevogeleieren, tijdens het uitvoeren van landbouwkundige of natuurbe he rende werkzaamheden.

De uitvinding betreft een detektiesysteem voor het tijdig lokaliseren 5 van weidevogelnesten, met daarin eieren of jonge vogels en verdere voorkomende fauna zoals eenden, zwanen, jonge hazen, fazanten en jonge reeen, welke tijdens het uitvoeren van landbouwkundige of natuur-terreinenbeherende werkzaamheden, zoals grasmaaien, mestaan-wenden, ploegen, zaaien of onkruidbestrijding, door de aangewende 10 werktuigen en/of trakteren vernietigd dreigen te worden.

Volgens de stand der techniek wordt de schade, toegebracht aan dieren en vogels tijdens het maaien van gras, getracht te beperken door een balk met kettingen door het nog niet gemaaide gras te slepen. De stukken ketting dienen zich in het gras bevindende hazen, jonge reeen 15 of vogels op te jagen. Nadelen van deze werkwijze zijn, dat bijv. jonge hazen en jonge reeen in plaats van te vluchten, zich veelal nog stijver tegen de grond drukken en dat nesten met vogeleieren door de grasmachine of traktor vernield worden als de nesten niet reeds met bijv. stokjes gemarkeerd waren. Voor het markeren van vogelnesten op 20 landbouwcultuurgrond wordt in verschillende gebieden van Nederland hulp van vrijwilligers ingeroepen. Helaas kan met deze vrijwilligers slechts een beperkt deel van de vogelnesten gered worden.

De uitvinding beoogt een detektiesysteem van het in de aanhef vermelde type te verschaffen, waarbij naast de signalering van dieren en 25 vogels op landbouwcultuurgrond of natuurterreinen vooral ook nesten met bebroede eieren tijdig en qua plaats tamelijk exact gesignaleerd kunnen worden. In het algemeen wordt dit gerealiseerd met een detektiesysteem, opgebouwd uit een voor of naast het werktuig gekoppelde detektiebalk met daarin opgenomen een of meer optische 30 en/of akoestische en/of termische sensoren, afhankelijk van de werk-breedte van het werktuig, een analyser en een alarmering. De analyser bepaalt, welk signaal van de sensoren of een combinatie van signalen omgezet wordt in: 1003948 -2- a. een alarmsignaal voor de bestuurder van het werktuig in de vorm van een akoestische en/of lichtsignaal.

b. In het automatisch heffen van het werktuig door aansturing van veelal aanwezige lineaire hydromotoren.

5 c. In het automatisch stoppen van het werktuig door ontkoppeling van de voorstuwingsbron en bekrachtiging van de werktuigremmen. Indien de sensorbalk voor het werktuig gekoppeld is, dient de afstand in rijrichting tussen deze sensorbalk en werktuig zo groot te zijn, dat het werktuig tijdig al, dan niet automatisch, tot stilstand gebracht kan 10 worden. Bij een rijsnelheid van 4 m/sec. en een afstand van 4 meter tussen detektiebalk en werktuig of voertuig heeft de bestuurder 1 sec. tijd om te stoppen, er van uitgaande dat het electronische detektiesysteem zelf een relatief verwaarloosbare responsietijd bezit.

De tijd, nodig om het werktuig te stoppen vanaf het moment dat een 15 te sparen object gesignaleerd wordt, wordt hoofdzakelijk bepaald door reactietraagheid van bestuurder en/of werktuig. Verdere kenmerken en bijzonderheden zullen worden genoemd en toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen:

Fig. 1 - Schematische weergave van het detektiesysteem.

20 Fig. 2 - Een bovenaanzicht van een detektiesysteem, gekoppeld aan een landbouwtraktor met daarachter een werktuig.

Fig. 3 - Hulpframe voor het koppelen van een detektiebalk met een voertuig of werktuig.

Fig. 4 - Deel detektiebalk met een sensor gemonteerd.

25 Fig. 5 - Een detektiebalk met daarin opgenomen vier sensoren.

Overal in de nu volgende beschrijving is, waar mogelijk en toepasselijk, gebruik gemaakt van verwijzingsgetallen, waarin een onderdeel enerzijds wordt aangeduid met het nummer van de betreffende figuur en anderzijds met een functioneel nummeriek toevoegsel, dat 30 zoveel mogelijk voor een bepaald onderdeel voor alle figuren, waar 1003948 -3- een dergelijk onderdeel voorkomt, gelijk is.

Detektiesysteem 1.1 is samengesteld uit de analyser 1.2, detektie-sensoren 1.3, spoelluchtcompressor 1.4, spoelluchtfilter 1.6, detektie-balk 1.5, een batterij of werktuigaccu 1.7.

5 Analyser 1.2 bevat per aangesloten sensor 1.3, een signaallamp 1.8, verder een claxon 1.9, een of meer electrische uitgangen 1.10 voor bekrachtiging van een of meer stuurschuiven 1.10, alarmreset-toets 1.12. De analyser 1.2 electronica bevat een voedingsspannings-stabilisator ter vermijding de storende invloed van bijv. de werktuig-10 dynamo. Tevens is electronica van de analyser 1.2 zo uitgevoerd dat bij foutieve aansluiting van de voeding 1.7, diodes 1.13 voorkomen dat schade veroorzaakt wordt.

Afhankelijk van het gekozen type sensor 1.3 kunnen, deze door de analyser 1.2 via sensorkabels 1.14 van een gekonditioneerde 15 voedingsspanning voorzien worden.

Fig. 2a geeft een detektiesysteem 2.1 weer, gekoppeld aan een trak-tor 2.14 welke in dit voorbeeld een mestverspreidwerktuig 2.15 aandrijft. De totale breedte van de hier uit twee delen samengestelde detektiebalk 2.5 komt overeen met de breedte van de mestverspreid 20 unit 2.15.

Fig. 2b geeft de systeemopbouw uit fig. 2a als zijaanzicht weer, met een van de twee detektiebalken 2.5 in opgeklapte positie en welke voor transport over de weg, door klem 2.16 aan traktorcabinedak 2.17 geklemd wordt. Het opklappen wordt mogelijk gemaakt door de schar-25 nieren 2.23 en 2.26. Door bekrachtiging van hydraucilinder 2.20 en 2.21 kunnen linker en rechter detektiebalk 2.5 op afstand bediend geheven worden.

Fig. 3 geeft een deel van een hulpframe 3.28 weer, welke met strop 3.29 bijv. aan de vooras van een traktor geklemd kan worden.

1003948 -4-

Fig. 3 laat zien hoe bij het bekrachtigen van hydro- of pneumatische cilinder 3.20, klemstuk 3.22, waarin een detektiebalk geklemd kan worden, met behulp van scharnier 3.23 los van ondersteuning 3.24 geheven wordt, tot aanslag 3.25 bereikt is. Gelijktijdig of daarna zal 5 klemstuk 3.22 om as 3.26 draaien tot stift 3.27, haaks verbonden met as 3.26, door sleuf 3.28 van klemstuk 3.22 verhinderd wordt verder te draaien.

Fig. 4 geeft een montagemogelijkheid, van een sensor 4.3 in een sensorbalk 4.5 weer. Sensorvenster 4.25 wordt met gefilterde lucht 10 vanuit de sensorbalk 4.5 door uitsparingen 4.26 voortdurend schoon-gehouden. Bij detektie van infraroodstraling is sensorvenster 4.25 van een coating voorzien, welke straling met een golflengte < 8 cm niet of slechts in geringe mate doorlaat.

Sensorsignaalkabel tevens eventueel voorzien van voedings-15 aders 4.14 wordt in dit montagevoorbeeld door de detektiebalk 4.5 geleid ten einde beschadiging in een ruwe omgeving te vermijden. Met behulp van drukstuk 4.27 en schroefdop 4.28 wordt sensor 4.3 in balk 4.5 op zijn plaats gehouden. Schroefdraad 4.29 maakt het mogelijk het sensorvenster 4.25 met een schroefdop af te schermen 20 als de equipment langere tijd buiten bedrijf is, zoals bijvoorbeeld in de winter.

Fig. 5 laat een detektiebalk 5.5 zien, waarin zich sensoren op een steek afstand 5.30 verticaal gemonteerd bevinden en met kegelvormige zichtvekten 5.31 detektie op oppervlak 5.32 uit kunnen 25 voeren. De mate van overlapping van de zichtveldkegels 5.31 wordt bepaald door de zichtveldkegelhoek 5.33, de afstand tussen de-tektiesensoren 5.3 en het te detekteren oppervlak 5.34 en de steek-afstand 5.30. Een puntvormig object 5.35 zal bij een snelheid V van 1003948 -5- meetbalk 5.5 en een overiappingslengte 5.36 van de sensor zichtveld-kegels 5.31 zich een tijd = Lo/Vsec. in beeld van de elkaar overlappende zichtveldkegels bevinden. De responsietijd I van het detektiesysteem dient kleiner te zijn dan deze Lo/V tijd.

1003948

Claims (12)

1. Electronisch plaatsbepalingssysteem van fauna, zoals nesten met weidevogeleieren of jonge vogels tijdens het uitvoeren van landbouwkundige of natuurbeherende werkzaamheden, met het kenmerk 5 dat het systeem monteerbaar is aan werktuigen of voertuigen, waarbij de detektiebalk van het systeem, met daarin opgenomen een doch bij voorkeur meer sensoren, in een positie, min of meer evenwijdig met het bereden oppervlak en bij voorkeur haaks op de rijrichting, gehouden wordt en een analyser deel van het systeem uitmaakt 10 welke elektrisch gekoppeld is met de sensoren in de detektiebalk en afhankelijk van het instelbaar gekozen signaal-niveau, waarmee de sensorsignalen vergeleken worden, de bestuurder alarmeert door middel van een akoestisch en/of lichtsignaal.

2. Systeem volgens conclusie 1 met het kenmerk dat parallel aan een 15 alarmsignaal, t.g.v. een gesignaleerd object, het voertuig, waarop zich het systeem bevindt, door aktivering van een of meer actuators gestopt wordt.

3. Systeem volgens conclusie 2 met het kenmerk dat gedurende een alarmsignaal t.g.v. een gesignaleerd object een aan het voertuig ge- 20 koppeld werktuig geheel of gedeeltelijk geheven wordt ten einde het object niet te beschadigen.

4. Systeem volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de detektiebalk, naast het in positiehouden van gewoonlijk meer dan een sensor, tevens dienst doet ais toevoerleiding van rainigingslucht voor de 25 vensters van de in de detektiebalk opgenomen sensoren.

5. Systeem volgens conclusie 4 met het kenmerk dat detektiebalk tevens dienst doet als beschermkoker voor de kwetsbare signaal-kabels in een ruwe omgeving, waarmee de sensoren met de analyser verbonden zijn. 1003948 -7-

6. Systeem volgens conclusie 5 met het kenmerk dat infrarood-straUngsgevoeiige sensoren toegepast worden.

7. Systeem volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de vensters van de infrarood sensoren van een stralingsselektieve coating voor- 5 zien is, welke infraroodstraling selektief doorlaad, ten einde storende reflectie invloeden van zonlicht te beperken en een selektieve gevoeligheid voor de te beschermen, infrarood golven afstralende objecten te verkrijgen.

8. Systeem volgens conclusie 5 met het kenmerk dat als sensoren 10 een of meer infraroodcamera’s in de detektiebalk opgenomen zijn en de analyser als beeldanalyser uitgevoerd is.

9. Systeem volgens conclusie 5 met het kenmerk dat sensoren een of meer videocamera’s in de detektiebalk opgenomen zijn en de analyser als beeldanalyser uitgevoerd is.

10. Systeem volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de detektie met ultrasonor-sensoren plaats vindt en de geluidsreflektie van de in “beeld” zijnde objecten in de daarvoor geeigende analyser geanalyseerd wordt.

11. Systeem volgens conclusie 5 met het kenmerk dat op de infrarood 20 sensoren voor het venster aan objectzijde een gevoeligheidsvergroten- de lens of stelsel van lenzen aangebracht is.

12. Systeem volgens conclusies 7, 8, 9,10 en 11 met het kenmerk dat de detektiebalk aangepast is voor montage aan de achterzijde van voertuigen of werktuigen ten einde het overrijden van jonge kinderen 25 te voorkomen. 1003948