NL1003534C2 - Inrichting voor het binden van een aantal voorwerpen met behulp van kleefband. - Google Patents

Description

Inrichting voor het binden van een aantal voorwerpen met behulp van kleefband

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de kop van conclusie 1.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Japanse octrooiaanvrage 07291211 A. Bij deze inrichting zijn twee 5 armen aangebracht, waarvan één arm het kleefband op zodanige wijze geleid, dat bij een verzwenking van deze arm het kleefband zelf voor het samenbundelen van de voorwerpen, in het bijzonder asperges, zorgt, waarna de andere arm voor het vastkleven en het afsnijden van het kleefband zorgt.

10 De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort verder te verbeteren.

Voor het bereiken van dit doel is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van het kenmerk van conclusie 1.

15 Door deze maatregelen kan het bundelen en het samen binden van de voorwerpen met het kleefband in één beweging van de arm plaatsvinden, hetgeen uiteraard de snelheid verhoogt en de constructie vereenvoudigt.

In een zeer eenvoudige uitvoering van de uitvinding 20 zijn de bundelmiddelen voorzien van een buigzame strook, die bij voorkeur verend is belast en verend kan meegeven tijdens bewegingen van de arm.

Op deze wijze zijn even eenvoudige als doeltreffende bundelmiddelen verschaft die niet behoeven te worden inge-25 steld en zich automatisch aan de bundel van voorwerpen aanpassen, en de strook door de verende belasting de voorwerpen strak samenbrengt.

Een andere voordelige maatregel van de uitvinding is die, waarbij de invoer- als de uitvoerrichting voor de 30 voorwerpen gelijk en evenwijdig aan het vlak van de beweegbare arm verlopen.

1003534.

2

Op deze wijze is het zonder moeilijkheden mogelijk de inrichting in een automatische lijn op te nemen, bijvoorbeeld een lijn voor het bossen van snijbloemen.

Ook het mechanisme voor het vasthouden van het vrije 5 uiteinde van het kleefband, het mechanisme voor het afsnijden van een stuk kleefband en het mechanisme voor het weer vastpakken van het nieuw gevormde uiteinde van het kleefband zijn volgens de uitvinding op gunstige wijze uitgevoerd.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan 10 de hand van de tekeningen, die een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding weergeven.

Fig. 1 en 2 zijn een vooraanzicht, resp. een zijaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting voor het binden van bloemen met behulp van kleefband volgens de 15 uitvinding.

Fig. 3 toont in doorsnede en op grotere schaal het uiteinde van de beweegbare arm en het vasthoudmechanisme voor het kleefband van de inrichting van fig. 1 en 2.

Fig. 4a-4g illustreren in met fig. 3 vergelijkbare 20 aanzichten een aantal standen van het mechanisme voor het aanbrengen en afsnijden van het kleefband.

De tekeningen tonen een inrichting, die in het bijzonder is bedoeld voor het binden van een aantal stelen van een bos bloemen, waarbij echter dient te worden over-25 wogen dat ook allerlei andere langgerekte of andersoortige voorwerpen met de inrichting kunnen worden gebonden, zoals groenten en voorwerpen met stelen, zoals handgereedschappen. Ook een enkel voorwerp zou door kleefband kunnen worden omgeven.

30 De inrichting is voorzien van een frame 1 met poten 2 voor plaatsing op een ondergrond. Aan het frame 1 is een tafel 3 gevormd voor het ondersteunen van de te binden voorwerpen, zoals de bossen bloemen. Het frame 1 is verder voorzien van een horizontale uithouder 4, die zich over een 35 groot gedeelte van de diepte van de tafel 3 uitstrekt en aan het vrije uiteinde zowel een houder 5 voor een rol kleefband 6, als een beweegbare arm 7 draagt. De beweegbare arm 7 is 1003534.

3 bedoeld voor het om de stelen van de bloemen slaan van een stuk kleefband 8 en is daartoe draaibaar om een horizontale as 9 die door de uithouder 4 verloopt en waarvan het van de arm 7 afgekeerde uiteinde in ingrijping is met een overbren-5 gingsmechanisme 10 dat met behulp van een elektromotor 11 de arm 7 telkens een heen-en-teruggaande slag kan laten uitvoeren. Dit aandrijf- en overbrengingsmechanisme 10, 11 is op zichzelf bekend, bijvoorbeeld uit bindinrichtingen die met elastiek of touw werken. Om deze reden zal dit mechanisme 10 niet verder worden besproken.

Zoals duidelijk in Fig. 1 is te zien, heeft de arm 7 een in hoofdzaak U-vormige vorm. Aan het vrije uiteinde van de arm 7 steekt een steun 12 uit die bedoeld is voor ondersteuning van een buigzame strook 13 die als bundelmiddel 15 dienst doet voor het strak tegen het reeds gespannen stuk kleefband 8 drukken van de stelen van een toegevoerde bos bloemen, zodat het kleefband strak om de stelen kan worden geslagen en derhalve een goed samengebonden bos bloemen ontstaat. De steun 12 is zijdelings op enige afstand 20 van de arm 7 aangebracht, zodat de buigzame strook 13 het kleefband 8 of met het mechanisme voor het vasthouden en afsnijden daarvan niet in de weg zit. Aan het van de steun 12 afgekeerde uiteinde van de strook 13 is deze opgewikkeld op een veerbelaste spoel 14, zodat de buigzame strook 13 25 onder voorspanning strak wordt gehouden en zich aan bewegingen van de arm 7 kan aanpassen.

Zoals in Fig. 1 en 2 is te zien, is onder de tafel 3 een mechanisme 15 voor het vasthouden van het vrije uiteinde van het kleefband 8 aangebracht, dat samenwerkt met elemen-30 ten aan het vrije uiteinde van de arm 7. In Fig. 3 zijn het mechanisme 15 en de elementen aan het vrije uiteinde van de arm 7 op grotere schaal weergegeven.

Fig. 3 toont het uiteinde van de beweegbare arm 7 in samenwerking met het mechanisme 15 voor het om de stelen van 35 een bos bloemen B slaan van het kleefband 8. Aan de arm 7 zijn geleidingselementen 16 en 17 gevormd waartegen het kleefband 8 komt te liggen indien de arm naar beneden wordt 1 0 0 3 5 3 4 .

4 bewogen. Aan het vrije uiteinde van de arm 7 bevindt zich een vrij draaibare drukrol 18. Direkt aangrenzend aan de drukrol 18 is een snij-orgaan 19 in de vorm van een scherp mesje gemonteerd dat enigszins in de lengte instelbaar is 5 vastgezet. Op een geringe afstand van het snij-orgaan 19 is een vrijmaakorgaan 20 bevestigd dat het om de bos bloemen B geslagen stuk kleefband 8 van het mechanisme 15 kan losmaken. Op een geringe afstand aangrenzend aan het vrijmaakorgaan 20 is een aandrukker 21 gemonteerd die bij de beweging 10 van de arm 7 met zijn vrije uiteinde komt aan te liggen tegen een rand 22 van de tafel 3 en zodoende de klevende zijden van het kleefband 8 zo dicht mogelijk bij de stelen van de bos bloemen B tegen elkaar aandrukt voor het sluiten van het kleefbandlus. Daar de arm 7 nog verder dient te 15 kunnen bewegen na aanligging van de aandrukker 21 tegen de rand 22 van de tafel 3, is de aandrukker 21 via pennen 23 in sleuven 24 in de arm 7 geleid en met behulp van een veer 25 naar buiten toe, in de richting van de rand 22 voorgespannen .

20 Het mechanisme 15 is voorzien van een vasthoudorgaan in de vorm van een vasthoudrol 26 en een pen 27 als contra-orgaan, waartussen het kleefband 8 kan worden geklemd. De vasthoudrol 26 kan op een slede 28 met pennen 29 (fig. 3) zijn gemonteerd of is met zijn draai-as 35 direct in een 25 sleuf 30 van een huis 31 evenwijdig aan de tafel 3 verschuifbaar (fig 4). Tegen de vasthoudrol 26 drukt een aandrukrol 32, die is gemonteerd op een zwenkarm 33 welke zwenkbaar is om een zwenkas 34 op afstand van de draai-as 35 van de vasthoudrol 26. De zwenkarm 33 is met behulp van een 30 torsieveer 36 verend belast in de richting van de vasthoudrol 26. Zowel de vasthoudrol 26 als de aandrukrol 32 zijn voorzien van een eenrichtingskoppeling (niet weergegeven), waarbij de eenrichtingskoppeling van de vasthoudrol 26 tegengesteld aan de eenrichtingskoppeling van de aandrukrol 35 32 werkt, zodanig dat de vasthoudrol 26 in de tekening slechts rechtsom kan draaien en de aandrukrol 32 slechts linksom.

1003534.

5

De werking van de inrichting volgens de uitvinding zal nu aan de hand van de tekeningen, en in het bijzonder fig. 4 daarvan, nader worden toegelicht.

Indien de inrichting is opgenomen in een automatische 5 lijn voor het maken van bossen bloemen, dan worden de bossen bloemen aangevoerd in een richting die evenwijdig aan het vlak van de arm 7 verloopt, terwijl de bossen bloemen evenwijdig aan de as 9 van de arm 7 zijn gelegen en de stelen zich in het vlak van de arm 7 bevinden. In de uitgangsstand, 10 dat wil zeggen de omhoogverzwenkte stand van de arm 7 is het vrije uiteinde van het kleefband 8 gestrekt tussen het mechanisme 15 en de rol kleefband 6 en verloopt daarbij via het uiteinde van de arm 7 en een geleider 37 (zie fig. 1). Een bos bloemen wordt in Fig. 1 van links aangevoerd en zal 15 eventueel door een aanwezigheidssensor worden waargenomen. Daarbij wordt het kleefband 8 al enigszins om de voorste zijde van de stelen geslagen (niet weergegeven). In deze stand wordt de arm 7 met behulp van de elektromotor 11 en het overbrengingsmechanisme 10 naar beneden gezwenkt en als 20 eerste komt dan de buigzame strook 13 in aanraking met de zijde van de bos bloemen die is afgekeerd van het kleefband 8, zodat de bloemen stevig worden samengebracht tussen de zich elk over ongeveer de helft van de omtrek van de bos bloemen B gespannen kleefband 8 en strook 13, waardoor de 25 stelen van de bos goed bijeen worden gehouden en vervolgens door het kleefband 8 strak bij elkaar kunnen worden gehouden .

In Fig. 4a is te zien dat het vrije uiteinde van de arm 7 het mechanisme 15 is genaderd en het kleefband 8 30 bijna geheel om de stelen van de bos bloemen B is geslagen. Bij de stelen van de bos bloemen is de klevende zijde van het kleefband 8 naar binnen gericht, zodat bij de tegen elkaar te brengen lippen van het kleefband 8 de klevende zijden naar elkaar toe zijn gericht. De vasthoudrol 26 is 35 stevig tegen de pen 27 gedrukt door de aandrukrol 32, zodat het vrije uiteinde van het kleefband 8 nog goed wordt vastgehouden.

1003534.

6

In Fig. 4b heeft het vrije uiteinde van de arm 7 het mechanisme 15 bereikt, waardoor de aandrukker 21 tegen de rand 22 van de tafel 3 is komen te liggen en derhalve het kleefband 8 om de bos bloemen B is gesloten en de klevende 5 zijden van de uitstekende lippen van het kleefband 8 tegen elkaar aan kleven. De drukrol 18 van de arm 7 is dan ook tegen de vasthoudrol 26 komen te liggen.

In Fig. 4c is de arm weer enigszins verder bewogen waardoor de vasthoudrol 26 door de drukrol 18 is verschoven 10 door verplaatsing van de pennen 29 van de slede 28 in de sleuven 30. De vasthoudrol 26 is daardoor van de pen 27 losgekomen zodat het vrije uiteinde van het kleefband 8 niet langer tussen de vasthoudrol 26 en de pen 27 is vastgeklemd. Het snij-orgaan 19 is inmiddels met het kleefband 8 in aan-15 raking gekomen. De aandrukker 21 kan de beweging van de arm 7 niet verder volgen en zodoende verplaatsen de pennen 23 van de aandrukker 21 zich tegen de kracht van de veer 25 in de sleuven 24 van de arm 7. De zwenkarm 33 wordt tegen de kracht van de torsieveer 36 in verzwenkt en tijdens deze 20 verdraaiing kan de aandrukrol 32 zich in de vrije richting van de ingebouwde eenrichtingskoppeling verdraaien, terwijl de vasthoudrol 26 juist door zijn eenrichtingskoppeling tegen verdraaiing is geborgd.

Fig. 4d toont de stand, waarbij het kleefband door 25 het snij-orgaan 19 juist onder de pen 27 is doorgesneden, terwijl het vrijmaakorgaan 20 de beide kleefbanduiteinden boven de pen 27 naar voren drukt, waardoor het zich voorheen aan de vasthoudrol 26 klevende stuk kleefband 8 van de vasthoudrol 26 wordt weggetrokken. Dit gaat door tot in de 30 stand volgens fig 4e die de eindstand van de arm 7 weergeeft, waarbij het om de bos bloemen B geslagen stuk kleefband 8 geheel los is van de vasthoudrol 26 en de pen 27 en derhalve bij een teruggaande slag van het mechanisme niet meer tussen de vasthoudrol 26 en de pen 27 terecht kan 3 5 komen.

Vanuit de stand volgens Fig. 4e beweegt de arm 7 weer terug en door de tegengesteld werkende eenrichtings- 1003534.

7 koppelingen in de aandrukrol 32 en de vasthoudrol 26 kan de aandrukrol 32 bij de teruggaande slag niet draaien en zal deze door de verzwenking van de arm, zich ten opzichte van de draaias 35 van de vasthoudrol 26 verplaatsen en zodoende 5 de vasthoudrol 26 aandrijven in een richting waarbij het nieuw ontstane vrije uiteinde van het kleefband 8 op de vasthoudrol 26 wordt gerold, waarbij de aanligging tussen de drukrol 18 en de vasthoudrol 26 ervoor zorgt dat het kleef-band 8 met de kleefzijde zich aan het oppervlak van de 10 vasthoudrol 26 hecht en derhalve over enige afstand om de vasthoudrol 26 wordt geslagen, zoals in fig. 4f is te zien.

Op het moment dat de arm terug is in de stand volgens Fig. 4b, is het kleefband 8 voldoende ver om de vasthoudrol 26 geslagen om deze tussen de vasthoudrol 26 en de pen 27 te 15 klemmen, waardoor het nieuwe uiteinde van het kleefband 8 op een betrouwbare wijze wordt vastgehouden, zoals in de stand van fig. 4f is weergegeven.

Wanneer de arm 7 naar zijn beginstand omhoog is bewogen, is de aanvangsstand volgens Fig. 1 weer bereikt en 20 kan een volgende bos bloemen worden aangevoerd, nadat de gebonden bos bloemen in het verlengde van de aanvoerrichting is afgevoerd, waarbij een aandrukker 38 er voor zorgt dat een loshangende kleefbandvlag tegen het om de stelen geslagen gedeelte van het kleefband wordt vastgedrukt en ge-25 kleefd.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een bindwerkwijze en bindinrichting verschaft die uitblinkt door eenvoud en een betrouwbare werking.

Uiteraard zijn verschillende wijzigingen in het 30 uitvoeringsvoorbeeld mogelijk. Zo kunnen de bundelmiddelen anders dan als strook zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van de te binden voorwerpen met een vaste vorm zijn uitgevoerd voor het gedeeltelijk omvatten van de voorwerpen. Ook andere variaties zijn mogelijk.

f003534.

35

Claims (10)

1. Inrichting voor het binden van een aantal voorwerpen (B) met behulp van kleefband (8), voorzien van een frame (1), een door het frame ondersteunde tafel (3) voor de te 5 binden voorwerpen, een houder (6) voor een voorraad kleef-band, een onder de tafel aangebracht mechanisme (15) met een vasthoudorgaan (26, 27) voor het vasthouden van het vrije uiteinde van het kleefband, een snij-orgaan (19) voor het afsnijden van een stuk om de voorwerpen geslagen kleefband, 10 een beweegbare arm (7) voor het om de voorwerpen slaan van het stuk kleefband, en bundelmiddelen (13) voor het samenbrengen van de voorwerpen voor het binden, met het kenmerk, dat de bundelmiddelen (13) aan de arm (7) zijn aangebracht en de voorwerpen (B) tijdens de beweging van de arm tegen 15 het vastgehouden stuk kleefband (8) samenbrengen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bundelmiddelen (13) zijn voorzien van een buigzame strook.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de buigzame strook (13) verend is belast en verend kan meegeven 20 tijdens bewegingen van de arm (7).

4. Inrichting, bij voorkeur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zowel de invoer- als de uitvoerrich-ting voor de voorwerpen (B) evenwijdig aan het vlak van de beweegbare arm (7) verloopt.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vasthoudorgaan (26, 27) voor het kleefband is uitgevoerd met een draaibare vasthoudrol (26), waarmede het kleefband (8) met de klevende zijde in aangrijping kan worden gebracht, en met een contra-orgaan (27) dat in de 30 vasthoudstand tegen de vasthoudrol aanligt met het kleefband daartussen geklemd, terwijl de vasthoudrol verplaatsbaar is opgehangen en door de arm (7) van het contra-orgaan weg beweegbaar is, terwijl een aandrijforgaan (32-34, 36) op de vasthoudrol inwerkt, zodanig dat de vasthoudrol tegen 1003534. draaiing is geblokkeerd bij het wegbewegen van het contra-orgaan, en de vasthoudrol het kleefband door draaiing oprolt bij het terugbewegen daarvan naar het contra-orgaan.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het snij-5 orgaan (19) is aangebracht aan de arm (7) en is ingericht voor het doorsnijden van het kleefband (8) ter plaatse van het contra-orgaan (27) voor de vasthoudrol (26).

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij het aandrijforgaan (32-34, 36) voor de vasthoudrol (26) is 10 voorzien van een verend belaste aandrukrol (32), die draaibaar is op een zwenkarm (33) die zwenkbaar is om een as (34) evenwijdig aan doch op afstand van een draaias (35) van de vasthoudrol, waarbij zowel de vasthoudrol als de aandrukrol zijn voorzien van eenrichtingskoppelingen, die in tegenge- 15 stelde richtingen werken.

8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, waarbij de arm (7) is voorzien van een vrij draaibare drukrol (18) voor aanligging tegen de vasthoudrol (26) met het kleefband (8) daartussen bij het van het contra-orgaan (27) wegbewegen 20 van de vasthoudrol door de arm (7).

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de arm (7) is voorzien van een vrijmaakorgaan (20) voor het van de vasthoudrol (26) of andere delen van het genoemde mechanisme (15) losmaken van het reeds om de 25 voorwerpen geslagen stuk kleefband (8).

10. Inrichting voor het binden van een aantal voorwerpen (B) met behulp van kleefband (8), voorzien van een frame (1), een door het frame ondersteunde tafel (3) voor de te binden voorwerpen, een houder (6) voor een 30 voorraad kleefband, een onder de tafel aangebracht mechanisme (15) met een vasthoudorgaan (26, 27) voor het vasthouden van het vrije uiteinde van het kleefband, een snij-orgaan (19) voor het afsnijden van een stuk om de voorwerpen geslagen kleefband, een beweegbare arm (7) voor het om het 35 voorwerp slaan van het stuk kleefband, en bundelmiddelen (13) voor het samenbrengen van de voorwerpen voor het binden, met het kenmerk, dat het vasthoudorgaan (26, 27) 1 0 0 3 5 3 A . voor het kleefband is uitgevoerd met een draaibare vasthou-drol (26), waarmede het kleefband (8) met de klevende zijde in aangrijping kan worden gebracht, en met een contra-orgaan (27) dat in de vasthoudstand tegen de vasthoudrol aanligt 5 met het kleefband daartussen geklemd, terwijl de vasthoudrol verplaatsbaar is opgehangen en door de arm (7) van het contra-orgaan weg beweegbaar is, terwijl een aandrijforgaan (32-34, 36) op de vasthoudrol inwerkt, zodanig dat de vasthoudrol het kleefband door draaiing oprolt bij het 10 wegbewegen van het contra-orgaan, en de vasthoudrol tegen draaiing is geblokkeerd bij het terugbewegen daarvan naar het contra-orgaan. 1 0 0 3 5 3 4 .