NL1003510C2 - Schokbreker voorzien van verstelbare excentrische veerschotel. - Google Patents

Description

Schokbreker voorzien van verstelbare excentrische veerschotel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schokbreker, omvattende 5 - een zuigerhuis, - een uit het zuigerhuis stekende, met de in het zuigerhuis aangebrachte zuiger heen- en weer beweegbare zuigerstang, en een rondom de schokbreker aangebrachte, aan het zuigerhuis of aan het uit het zuigerhuis stekende gedeelte van de zuigerstang afge-10 steunde, excentrische veerschotel voor het excentrisch ondersteu nen van ten minste één excentrisch ten opzichte van de langshart-lijn van de schokbreker plaatsbaar veerelement, zoals een schroefveer.

Dergelijke schokbrekers met een excentrische veerschotel zijn 15 algemeen bekend. De excentrische veerschotel is hierbij op excentrische wijze aan de schokbreker vastgelast, in het algemeen aan het zuigerhuis hiervan. De veerschotel bij een dergelijke schokbreker is derhalve niet verstelbaar.

De schokbrekers van de hierboven aangegeven soort worden zeer 20 veelvuldig toegepast bij voertuigen, in het bijzonder personenwagens. De veerschotel is daarbij excentrisch geplaatst met een excentriciteit afhankelijk van het voertuig teneinde de resulterende op de schokbreker inwerkende momenten zoveel mogelijk te minimaliseren, om daardoor slijtage tegen te gaan. Echter onder omstandigheden is het gewenst de 25 hoogte van het voertuig tot de weg te kunnen verstellen afhankelijk van de rijomstandigheden. Dit is realiseerbaar met op zich bekende verstelbare schokbrekers, waarbij de hoogteverstelling wordt gerealiseerd door de veerschotel ten opzichte van het zuigerhuis te verplaatsen. Dit wordt mogelijk gemaakt door het zuigerhuis te voorzien van 30 uitwendige schroefdraad en daarop een langs deze schroefdraad ver-schroefbare, van inwendige schroefdraad voorziene veerschotel aan te brengen. Deze veerschotel moet centrisch ten opzichte van de schokbrekers zijn aangebracht teneinde de verstelbaarheid door het ronddraaien daarvan mogelijk te maken. Groot nadeel van dergelijke, met betrekking 35 tot de zogenaamde "rijhoogte" verstelbare schokbrekers is dat hierop kantelmomenten werkzaam zijn, tengevolge van het feit dat de schokbreker in de praktijk niet met zijn langshartlijn in het verlengde van de in hoofdzaak in verticale richting op het wiel van het voertuig inwer- 1003510.

2 kende wielkrachten ligt. De op de schokbreker inwerkende kantelmomenten hebben een verhoogde slijtage van de schokdemper tot gevolg en vaak doet zich ook een zogenaamd "stick-slip"-effect voor. Het stick-slip-effect kenmerkt zich door wrijvingsgeluiden tengevolge van het 5 schoksgewijs in de zuigercilinder voortbewegen van de zuiger. Het zal duidelijk zijn dat dergelijke slijtage en stick-slip-effecten nadelig zijn voor de levensduur van de schokbreker.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel, het verschaffen van een schokbreker met een in hoogte verstelbare excentrische veerschotel, 10 die voornoemde nadelen niet vertoont.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door het verschaffen van een schokbreker, omvattende een zuigerhuis, een uit het zuigerhuis stekende, met de in het zuigerhuis aange-15 brachte zuiger heen- en weer beweegbare zuigerstang, en een rondom de schokbreker aangebrachte, aan het zuigerhuis of aan het uit het zuigerhuis stekende gedeelte van de zuigerstang afgesteunde, excentrische veerschotel voor het excentrisch ondersteunen van ten minste één excentrisch ten opzichte van de langshart-20 lijn van de schokbreker plaatsbare veerelement, zoals een schroefveer, met het kenmerk, dat het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang is voorzien van ten minste één in langs-richting van de schokbreker verstelbaar steunorgaan waarop de veer-25 schotel rust, en dat het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang en de veerschotel elk zijn voorzien van met elkaar samenwerkende, in hoofdzaak in langsrichting van het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang werkzame langsgeleidingsmiddelen.

30 De veerschotel steunt hierbij af op een verstelbaar steunorgaan dat is aangebracht aan het zuigerhuis of aan het daaruit uitstekende deel van de zuigerstang. Door de excentrische veerschotel en het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang te voorzien van met elkaar samenwerkende, in langsrichting van het 35 zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang werkzame langsgeleidingsmiddelen wordt bewerkstelligd dat de veerschotel in hoofdzaak in langsrichting ten opzichte van de schokbreker kan worden verschoven, maar ten opzichte van de schokbreker 1003510.

3 niet kan roteren, zodat zijn excentriciteit te allen tijde ten opzichte van de schokbreker in dezelfde richting georiënteerd blijft. Hierdoor wordt een in hoogte verstelbare schokbreker gerealiseerd, waarbij de veerschotel in langsrichting van de schokbreker verplaatsbaar is, 5 zonder de excentrische ligging van het op de excentrische veerschotel afgesteunde veerelement, in het algemeen een schroef- of spiraalveer, wezenlijk te veranderen. Dit betekent dat bij verstellen van de veerschotel, het door de excentrische plaatsing van de veerschotel veelal met zeer grote zorg berekende, op de schokbreker inwerkende krachten-10 spel in hoofdzaak niet, of slechts in betrekkelijk geringe mate, wordt veranderd door het verstellen van de veerschotel. Daardoor wordt bereikt dat de levensduur van de schokbreker veel minder nadelig wordt beïnvloed door het excentrisch verstellen van de rijhoogte van het voertuig dan bij tot nu toe bekende en toegepaste schokbrekers met 15 verstelbare centrische veerschotels.

Het zal hierbij duidelijk zijn dat het voor het wezen van de uitvinding in principe weinig tot niets uitmaakt of de veerschotel is afgesteund op het zuigerhuis of dat deze is afgesteund op het uit het zuigerhuis uitstekende deel van de zuigerstang. Deze wijzen van beves-20 tiging van de veerschotel zijn, net als bij vast aan de schokbreker bevestigde veerschotels, zeer wel realiseerbaar. In de automobieltechniek is men echter gewoon om de veerschotels, in het bijzonder de verstelbare veerschotels, te bevestigen aan het zuigerhuis van de schokbreker. Dit heeft in hoofdzaak te maken met de voor de schokbre-25 ker beschikbare ruimte.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang voorzien van een in hoofdzaak cilindrisch deel met uitwendige schroefdraad, en is het ten minste ene steunorgaan een van inwendige 30 schroefdraad voorziene, op het cilindrische deel schroefbare steun-ring. De steunring zal hierbij zijn voorzien van aangrijpingsmiddelen teneinde deze steunring met behulp van een gereedschap door schroeven langs de uitwendige schroefdraad van het in hoofdzaak cilindrische deel te kunnen verstellen. De verstelbaarheid van de veerschotel met 35 behulp van een dergelijke schroefbare steunring is betrekkelijk gemakkelijk realiseerbaar, ook wanneer de schokbreker erg is vervuild met aankoekingen.

1 pn τ 1 o .

4

De rotatie van de veerschotel ten opzichte van de schokbreker verhinderende langsgeleidingsmiddelen worden volgens de uitvinding op zeer eenvoudige wijze gerealiseerd wanneer de excentrische veerschotel is voorzien van een niet-rotatiesymmetrische doorgang waarin het zui-5 gerhuis respectievelijk het uitstekende deel van de zuigerstang in langsrichting verschuifbaar en tengevolge van zijn dwarsdoorsnede ter plaatse van de doorgang in hoofdzaak vormsluitend opneembaar is. Onder "in hoofdzaak vormsluitend" wordt hierbij verstaan dat de omtrekscon-tour het zuigerhuis, respectievelijk het uitstekende deel van de zui-10 gerstang, ter plaatse van de niet-rotatiesymmetrische doorgang in de veerschotel, in hoofdzaak overeenstemt met de contour van de niet-rotatiesymmetrische doorgang in de veerschotel. Deze overeenstemming hoeft niet exact te zijn, zolang de dwarsdoorsnedevorm van het zuigerhuis respectievelijk het uitstekende deel van de zuigerstang ter 15 plaatse van de niet-rotatiesymmetrische doorgang maar zodanig is dat rotatie van het zuigerhuis respectievelijk het uitstekende deel van de zuigerstang in de niet-rotatiesymmetrische doorgang in hoofdzaak onmogelijk is, waarbij het duidelijk zal zijn dat enige kleine rotatiespe-ling geen onoverkomelijk bezwaar hoeft te zijn.

20 De langsgeleidingsmiddelen laten zich bij een schroefbare steun- ring en een van uitwendige schroefdraad voorzien cilindrisch deel op eenvoudige wijze realiseren wanneer de langsgeleidingsmiddelen van het zuigerhuis respectievelijk het daaruit uitstekende deel van de zuigerstang een in de uitwendige schroefdraad gevormde, in langsrichting 25 verlopende afvlakking of sleuf omvatten, en wanneer de doorgang in de veerschotel ter plaatse van de afvlakking of sleuf is voorzien van een radiaal naar binnen stekend plat deel respectievelijk van een radiaal in de sleuf stekend uitsteeksel. Het zal duidelijk zijn dat hierbij op zeer eenvoudige, en zeer goedkoop realiseerbare wijze rotatie van de 30 veerschotel ten opzichte van de uitwendige schroefdraad geheel is uit te sluiten. De afvlakking of sleuf laten zich zeer eenvoudig aanbrengen zonder dat daarbij de werking van de uitwendige schroefdraad wezenlijk wordt aangetast.

Ook bestaande schokbrekers laten zich volgens de uitvinding op 35 eenvoudige wijze ombouwen tot een schokbreker volgens de uitvinding.

Dit is te realiseren door middel van een hulpstuk. Een dergelijke omgebouwde schokbreker is gekenmerkt doordat de veerschotel door middel van een hulpstuk is afgesteund op de kop van het zuigerhuis, waar- 1003510.

5 bij het hulpstuk omvat een over de kop van het zuigerhuis plaatsbare huls, waarbij in de langsdoorgang van de huls een in de huls gefixeerde schijf is aangebracht, waarin een gat voor het, bij voorkeur met enige speling, opnemen of doorleiden van de zuigerstang is gevormd, en 5 waarbij het hulpstuk is voorzien van de langsgeleidingsmiddelen van het zuigerhuis en het ten minste ene verstelbare steunorgaan. Het hulpstuk laat zich hierbij eenvoudig over de zuigerstang schuiven, totdat de schijf tot aanligging komt op de bovenkant van het zuigerhuis waarbij de huls de kop van het zuigerhuis opneemt. In gemonteerde 10 toestand zal het veerelement dat tijdens ingebouwde toestand in een samengedrukte voorgespannen toestand verkeert, een drukkracht op de veerschotel uitoefenen, die via het steunorgaan, de huls en de schijf wordt doorgeleid naar de bovenkant van het zuigerhuis. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de bevestiging waarmee de huls aan het zuigerhuis 15 wordt gefixeerd, in hoofdzaak geen in langsrichting van de schokbreker werkzame krachten hoeft te kunnen opnemen. Deze bevestiging kan dan tamelijk eenvoudig worden gerealiseerd door middel van borgmiddelen die het hulpstuk slechts tegen rotatie ten opzichte van het zuigerhuis hoeven te borgen.

20 Deze borgmiddelen omvatten volgens een voordelige uitvoeringsvorm ten minste drie, bij voorkeur gelijkmatig over de omtrek van de huls verdeeld aangebrachte, in radiale richting door de huls stekende borg-schroeven of borgbouten. Door het aandraaien van de borgschroeven of borgbouten is het zuigerhuis dan in de huls tussen deze borgschroeven 25 of borgbouten inklembaar. Ook kan de huls op deze wijze indien nodig vrij nauwkeurig op het zuigerhuis worden gecentreerd. Hierdoor wordt het ook mogelijk om de opnameholte in de huls een ruimere dwarsdoor-snedevorm te geven dan de dwarsdoorsnedevorm van het zuigerhuis, waardoor het weer mogelijk wordt om voor schokbrekers met zuigerhuizen van 30 verschillende diameter één en hetzelfde hulpstuk te gebruiken. Bij de uitvoeringsvorm waarbij de schokbreker is voorzien van een cilindrisch deel met uitwendige schroefdraad zal de huls dan het cilindrische deel met uitwendige schroefdraad vormen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een hulpstuk voor aan-35 brenging rond een zuigerhuis van een schokbreker en het op het zuigerhuis afsteunen van een veerschotel, waarbij het hulpstuk bestaat uit een in hoofdzaak hulsvormig lichaam, met het kenmerk, dat in de langsdoorgang van het hulsvormige lichaam een aan het hulsvormige lichaam 1 0 0 3 5 1 0.

6 bevestigde schijf is aangebracht, welke is voorzien van een gat voor het, bij voorkeur met enige speling, opnemen van een zuigerstang van de schokbreker. Een dergelijk hulpstuk laat zich op zeer eenvoudige wijze, zoals hiervoor al aangegeven, aanbrengen op in principe elke 5 willekeurige schokbreker van het zuiger/cilindertype met een uitstekende zuigerstang. Een dergelijk hulpstuk heeft als groot voordeel dat de fixatiemiddelen om het hulpstuk aan het zuigerhuis te fixeren, nauwelijks of geen in langsrichting van de schokbreker werkzame krachten hoeven te kunnen opnemen, daar deze via de schijf aan de bovenkant 10 op het zuigerhuis worden overgedragen tengevolge van de in gemonteerde toestand op druk voorgespannen veer. Het hulsvormige lichaam van het hulpstuk hoeft dus niet aan het zuigerhuis te worden vastgelast, waarbij het zuigerhuis tijdelijk aan hoge temperaturen zou worden onderworpen, hetgeen het zuigerhuis, het daarin bevatte fluïdum en de daar-15 in bevatte zuiger, en verdere onderdelen zou kunnen beschadigen.

Het hulpstuk is hierbij, zoals eerder aangegeven, op voordelige wijze voorzien van bij voorkeur gelijkmatig over de omtrek van de huls verdeeld aangebrachte borgschroeven of borgbouten. Teneinde de ver-stelbaarheid van de veerschotel, welke, volgens de uitvinding, met 20 betrekking tot dit hulpstuk ook zeer goed een centrische veerschotel zou kunnen zijn, te bewerkstelligen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer het hulpstuk aan zijn buitenzijde is voorzien van uitwendige schroefdraad. De uitvinding heeft dan ook verder betrekking op een samenstel bestaande uit een hulpstuk volgens de uitvinding en 25 een daarop schroefbare steunring. Ook heeft de uitvinding betrekking op een samenstel omvattende een hulpstuk volgens de uitvinding, een daarop schroefbare steunring, en een centrische of bij voorkeur excentrische veerschotel.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van 30 in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. Hierin toont:

Fig. 1 een schematisch aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een voorwiel van een voertuig voorzien van een schokbreker volgens de uitvinding; 35 Fig. 2 een aanzicht volgens de pijl II in Fig. 1 op een gedeelte van het zuigerhuis van de schokbreker uit Fig. 1;

Fig. 3 een detailaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een conventionele schokbreker, welke met behulp van een hulpstuk volgens 1003510.

7 de uitvinding is omgebouwd tot een schokbreker volgens de uitvinding;

Fig. 4 een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, volgens de pijl IV uit Fig. 3» waarbij de schroefveer en de oorspronkelijke veer-schotel van de conventionele schokbreker niet zijn weergegeven; en 5 Fig. 5 een schematisch aanzicht van een schokbreker volgens de uitvinding met daarin schematisch aangegeven het tijdens ingebouwde toestand van de schokbreker volgens de uitvinding op deze schokbreker werkzame krachtenspel.

Fig. 1 toont schematisch, gedeeltelijk in doorsnede, een als 10 geheel met 1 aangeduid voorwiel van een personenwagen, welke door middel van een gedeeltelijk weergegeven wielophanging aan het voertuig is bevestigd. Van de wielophanging zijn weergegeven een bij 3 scharnierend opgehangen draagarm 2 en een zogenaamde McPherson-veerpoot. De McPherson-veerpoot bestaat uit een schokbreker met een excentrisch ten 15 opzichte van de schokbreker aangebrachte schroefveer. De schokbreker is via bevestigingsmiddelen 7 aan de wieleenheid 1 bevestigd en bij zijn boveneind 8 aan het niet-weergegeven chassis van het voertuig. De schokbreker bestaat uit een cilindrisch zuigerhuis 5 met daarin een in langsrichting van het zuigerhuis heen- en weer beweegbare zuiger die 20 is aangebracht aan een zuigerstang (Fig. 5) die met zijn boveneind 8 aan het voertuig is bevestigd. Rondom het uit het zuigerhuis 5 uitstekende deel van de zuigerstang 9 is een flexibele stofhoes 10 aangebracht. Op het zuigerhuis 5 is een excentrische veerschotel 6 bevestigd, waarin excentrisch ten opzichte van de langshartlijn 12 van de 25 schokbreker een schroefveer 11 is ondersteund. De schroefveer 11 is zelf centrisch ten opzichte van zijn langshartlijn 13-

Het cilindrische zuigerhuis 5 is overeenkomstig de uitvinding aan zijn buitenzijde voorzien van een uitwendige schroefdraad 14, waarop een van corresponderende inwendige schroefdraad voorziene steunring 15 30 is geschroefd. Deze steunring 15 is voorzien van aangrijpingspunten 16 voor een gereedschap, teneinde deze steunring 15 te kunnen verdraaien en daarmee in langsrichting van het zuigerhuis 5 te kunnen verplaatsen. De veerschotel 6 is in langsrichting van het zuigerhuis 5 verschuifbaar op het zuigerhuis geplaatst en wordt onder invloed van de 35 op druk voorgespannen veer 11 tegen de steunring 15 gedrukt. Het zal duidelijk zijn dat door het verdraaien van de steunring 15 de veerschotel 6 in neerwaartse of opwaartse richting kan worden versteld. Daar de voorspanning in de schroefveer 11 hierbij in principe constant 1003510.

8 blijft, heeft dit tot gevolg dat de zuigerstang in respectievelijk uit wordt geschoven, waardoor de schokbreker korter, respectievelijk langer wordt. Tengevolge van het korter, respectievelijk langer worden, zal de zogenaamde "rijhoogte" van het voertuig worden verlaagd of 5 verhoogd, dat wil zeggen, het voertuig komt lager of hoger op de weg te liggen.

Doordat de veerschotel 6 en het zuigerhuis 5 zijn voorzien van langsgeleidingsmiddelen die het in langsrichting verschuiven van de veerschotel 6 ten opzichte van het zuigerhuis 5 toelaten maar rotatie 10 van de veerschotel 6 ten opzichte van het zuigerhuis 5 in hoofdzaak tegengaan, wordt verzekerd dat de positionering van de veerschotel 6 ten opzichte van het voertuig als geheel behalve in hoogte nauwelijks wordt veranderd. De excentriciteit van de schroefveer 11 blijft daardoor in hoofdzaak behouden. Deze langsgeleidingsmiddelen omvatten 15 volgens de uitvinding op voordelige wijze een zich in langsrichting van het zuigerhuis 5 uitstrekkend afgevlakt gebied 17, dat in de schroefdraad 14 is gevormd en een in de zuigerhuisdoorgang van de veerschotel 6 gevormde, radiaal naar binnen toe in de doorgang uitstekende afplatting 18, die aanligt tegen het afgevlakte gebied 17 dat 20 met geringe speling hieraan evenwijdig loopt, zodanig dat de veerschotel 6 niet ten opzichte van de schroefdraad 14 kan verdraaien.

Het op de McPherson-veerpoot werkzame krachtenspel is schematisch weergegeven in Fig. 5· De op het wiel werkzame kracht Fw is werkzaam langs de hartlijn/werklijn 18. De horizontale, loodrecht op deze werk-25 lijn 18 gemeten afstand van deze werklijn 18 tot het scharnierpunt van het fusee 20 is weergegeven met B. De langshartlijn van de schokbreker is weergegeven met 12 en de langshartlijn centrisch door de schroefveer is weergegeven met 13* De loodrechte afstand van de langshartlijn 13 van de schroefveer tot de langshartlijn 12 van de schokbreker ter 30 plaatse van het snijpunt van lijn 13 en de veerschotel is weergegeven met A. De door de voorgespannen schroefveer op de veerschotel uitgeoefende veerkracht is weergegeven met Fv. Wanneer de schokbreker in rust verkeert, zal deze Fv overeenkomen met de voorspankracht van de schroefveer. Tengevolge van de op het wiel werkzame kracht Fu en de 35 veerkracht Fw zullen op de cilinder/zuigereenheid de momenten en Mv werkzaam zijn. Voor het tengevolge van de wielkracht werkzame moment geldt de betrekking: M„ = Fw x B; en voor het tengevolge van de veerkracht werkzame moment Mv geldt de betrekking: Mv = Fv x A. Deze momen- 1003510.

9 ten zijn werkzaam in tegengestelde richting zoals weergegeven met de gebogen pijlen M* en Mv. Bij het ontwerp van een schokbreker met excentrische veerschotel wordt in het algemeen een momentenevenwicht tussen Mw en Mv nagestreefd, d.w.z. men streeft naar * Mv. Dit momenten-5 evenwicht wordt weliswaar enigszins verstoord wanneer de excentrische veerschotel in langsrichting van de cilinder/zuigereenheid wordt verplaatst, maar de tengevolge daarvan op de schokbreker werkzame resulterende momenten zijn nog steeds van een acceptabel laag niveau, dat in wezen niet veel afwijkt van verstoringen van het momentenevenwicht, 10 welke optreden tijdens het in- en uitschuiven van de schokbreker tijdens het absorberen van schokken.

Het zal duidelijk zijn dat het in theorie en in de praktijk zeer wel denkbaar en realiseerbaar is om een schokbreker met excentrische, verstelbare veerschotel te ontwerpen, waarbij het verschil tussen en 15 Mv niet of nauwelijks verandert bij het in hoogte verstellen van de veerschotel. De langsgeleidingsmiddelen van het zuigerhuis zullen dan niet een zich exact in langsrichting van de schokbreker uitstrekkende geleidingsbaan, maar een volgens een nader te bepalen kromme in hoofdzaak in langsrichting van de schokbreker verlopende geleidingsbaan 20 vormen. Dit is bijvoorbeeld te realiseren in de schokbrekerdoorgang in de veerschotel een uitsteeksel te vormen en door in het schokbreker-huis een het uitsteeksel opnemende geleidingssleuf te vormen, die volgens een nader te bepalen spoed, die in het algemeen een grote tot zeer grote waarde zal aannemen, langs de buitenomtrek van het cilin-25 drische zuigerhuis te laten verlopen. Dit verloop van de in het zuigerhuis gevormde sleuf (of de spoed daarvan) zal hierbij van geval tot geval (in het algemeen van type voertuig tot type voertuig) afhankelijk zijn van de desbetreffende geometrie van de schokbreker, de oriëntatie van de schokbreker, en relevante geometrische parameters 30 van het voertuig. De voor het berekenen van een dergelijke geleidingsbaan benodigde parameters en de wijze van berekenen behoeven voor een gemiddeld vakman geen verdere nadere toelichting.

In Fig. 3 en ^ is een zeer voordelige uitvoeringsvorm van een schokbreker volgens de uitvinding weergegeven. In feite betreft dit 35 een conventionele schokbreker 30, die eventueel kan zijn voorzien van een daarop vastgelaste conventionele excentrische veerschotel 31· Een dergelijke schokbreker laat zich betrekkelijk eenvoudig ombouwen door over de kop van het zuigerhuis 32 een huls 33 te schuiven met een 1003510.

10 langsdoorgang waarin de kop van het zuigerhuis 32 opneembaar is. In de langsdoorgang van de huls is een schijf 34 voorzien, welke schijf 34 op zijn beurt een doorgang 35 voor de zuigerstang 36 heeft. De schijf 34 zal onder invloed van de voorspankracht in de schroefveer enerzijds 5 tot aanligging komen op de bovenkant van het zuigerhuis 32 en ander zijds tot aanligging komen tegen de circlip 42 of veerring 42. Deze huls kan door middel van borgbout 37. bij voorkeur drie borgbouten 37. die op onderlinge hoekafstanden van 120° zijn aangebracht, tegen rotatie op het zuigerhuis 32 worden geborgd. Deze borgbouten 37 kunnen 10 daarbij tevens worden gebruikt om de huls 33 ten opzichte van het zuigerhuis 32 te centreren. De huls 33 is aan zijn buitenzijde voorzien van uitwendige schroefdraad 38. welke wat betreft functie overeenkomt met de uitwendige schroefdraad 14 in Fig. 1, 2 en 5· Ook in de uitwendige schroefdraad 38 is een zich in langsrichting van de huls 15 uitstrekkende afvlakking 39' gevormd, welke samenwerkt met een radiaal naar binnen wijzende afplatting 39 in de hulsdoorgang in de excentrische veerschotel 40. Een dergelijk hulpstuk bestaande uit een huls met een in de langsdoorgang daarvan aangebrachte schijf met zuigerstang-doorgang is, zoals duidelijk zal zijn, zeer goed bruikbaar op conven-20 tionele schokbrekers om te bouwen tot een schokbreker volgens de uitvinding. De huls kan immers gemakkelijk over de zuigerstang worden geschoven en vervolgens over het zuigerhuis om tot aanligging te komen op de kop van het zuigerhuis. Op de huls kan zeer eenvoudig een steun-ring 4l worden geschroefd voor het ondersteunen van een excentrische 25 veerschotel 40. Door de huls door middel van de borgbouten 37 in de juiste stand met betrekking tot de langsgeleidingsmiddelen op het zuigerhuis 32 te bevestigen, is de juiste positionering van de excentrische veerschotel te verkrijgen.

1003510.

Claims (14)

1. Schokbreker, omvattende een zuigerhuis, 5. een uit het zuigerhuis stekende, met de in het zuigerhuis aange brachte zuiger heen- en weer beweegbare zuigerstang, en een rondom de schokbreker aangebrachte, aan het zuigerhuis of aan het uit het zuigerhuis stekende gedeelte van de zuigerstang afgesteunde, excentrische veerschotel voor het excentrisch ondersteu-10 nen van ten minste één excentrisch ten opzichte van de langshart- lijn van de schokbreker plaatsbaar veerelement, zoals een schroefveer, met het kenmerk, dat het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang is voorzien van ten minste één in langs-15 richting van de schokbreker verstelbaar steunorgaan waarop de veerschotel rust, en dat het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang en de veerschotel elk zijn voorzien van met elkaar samenwerkende, in hoofdzaak in langsrichting van de schokbreker werkzame langsgeleidingsmiddelen.

2. Schokbreker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang is voorzien van een in hoofdzaak cilindrisch deel met uitwendige schroefdraad, en dat het ten minste ene steunorgaan een van inwendige schroefdraad voorziene, op de uitwendige schroefdraad van het cilin-25 drische deel schroefbare steunring omvat.

3· Schokbreker volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk, dat de excentrische veerschotel is voorzien van een niet-rota-tiesymmetrische doorgang waarin het zuigerhuis respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang in hoofdzaak in langsrichting 30 verschuifbaar en in hoofdzaak vormsluitend opneembaar is.

4. Schokbreker volgens conclusie 3 in combinatie met conclusie 2, met het kenmerk, dat de langsgeleidingsmiddelen van het zuigerhuis, respectievelijk het daar uitstekende deel van de zuigerstang, een in de uitwendige schroefdraad gevormde, in langsrichting verlopende af-35 vlakking of sleuf omvatten, en dat de doorgang ter plaatse van de afvlakking of sleuf is voorzien van een radiaal naar binnen stekend plat deel respectievelijk in de sleuf stekend uitsteeksel. 1003510.

5. Schokbreker volgens één der voorgaande conclusies, met het i kenmerk, dat de veerschotel door middel van een hulpstuk is afgesteund op de kop van het zuigerhuis, waarbij het hulpstuk omvat een over de kop van het zuigerhuis plaatsbare huls waarvan de langsdoorgang is 5 gesloten door een aan de huls afgesteunde of daaraan bevestigde schijf waarin een gat voor het, bij voorkeur met enige speling, opnemen van de zuigerstang is gevormd, waarbij het hulpstuk is voorzien van de langsgeleidingsmiddelen van het zuigerhuis en het ten minste ene verstelbare steunorgaan, en waarbij het hulpstuk is voorzien van borgmid-10 delen om het hulpstuk ten opzichte van het zuigerhuis tegen rotatie te borgen.

6. Schokbreker volgens conclusie 5. met het kenmerk, dat de borg-middelen ten minste drie, bij voorkeur gelijkmatig over de omtrek van de huls verdeeld aangebrachte, in radiale richting door de huls ste- 15 kende borgschroeven/bouten omvat.

7. Schokbrekers volgens één der conclusies 5 of 6 in combinatie met conclusie 2, met het kenmerk, dat de huls het in hoofdzaak cilindrische deel met uitwendige schroefdraad vormt.

8. Hulsvormig hulpstuk, bij voorkeur volgens één der voorgaande 20 conclusies, en bestemd voor aanbrenging rond een zuigerhuis van een schokbreker en het op het zuigerhuis afsteunen van een veerschotel, waarbij het hulpstuk bestaat uit een in hoofdzaak hulsvormig lichaam, met het kenmerk, dat in de langsdoorgang van het hulsvormige lichaam een aan het hulsvormige lichaam bevestigde of afgesteunde schijf is 25 aangebracht, welke is voorzien van een gat voor het, bij voorkeur met enige speling, opnemen van een zuigerstang van de schokbreker.

9. Hulpstuk volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het hulpstuk is voorzien van borgmiddelen om het hulpstuk ten opzichte van het zuigerhuis tegen rotatie te borgen.

10. Hulpstuk volgens conclusie 9. met het kenmerk, dat de borg middelen ten minste drie, bij voorkeur gelijkmatig over de omtrek van de huls verdeeld aangebrachte, in radiale richting door het hulsvormige lichaam stekende borgschroeven/bouten omvat.

11. Hulpstuk volgens één der conclusies 8-10, met het kenmerk, 35 dat het uitwendige omtreksoppervlak van het hulsvormige lichaam in hoofdzaak cilindrisch is, en is voorzien van uitwendige schroefdraad.

12. Samenstel omvattende een hulpstuk volgens conclusie 11 en een van inwendige schroefdraad voorziene ring, waarbij de inwendige 1003510. schroefdraad en de uitwendige schroefdraad in schroevend verband ineen kunnen grijpen.

13. Samenstel volgens conclusie 12, verder omvattende een veer-schotel voorzien van een doorgang voor het verschuifbaar opnemen van 5 het hulsvormige lichaam van het hulpstuk, waarbij de doorgang in de veerschotel zodanig is dat wanneer de steunring op het hulsvormige lichaam is geschroefd en het hulsvormige lichaam door de doorgang in de veerschotel is gestoken, de veerschotel op de steunring afsteunbaar is.

14. Samenstel volgens conclusie 13. waarbij de veerschotel een excentrische veerschotel met een excentrisch gelegen doorgang voor het hulsvormige lichaam is, waarbij de doorgang in de veerschotel niet-rotatiesymmetrisch is, en waarbij het hulsvormige lichaam in langs-richting verschuifbaar en in hoofdzaak vormsluitend in de niet-rota-15 tiesymmetrische doorgang opneembaar is. 1003510.