NL1003490C2 - Voederinrichting voor gevogelte. - Google Patents

Voederinrichting voor gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL1003490C2
NL1003490C2 NL1003490A NL1003490A NL1003490C2 NL 1003490 C2 NL1003490 C2 NL 1003490C2 NL 1003490 A NL1003490 A NL 1003490A NL 1003490 A NL1003490 A NL 1003490A NL 1003490 C2 NL1003490 C2 NL 1003490C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
grid
bars
fixation means
drop tube
collar
Prior art date
Application number
NL1003490A
Other languages
English (en)
Inventor
Antoine Achiel Vandaele
Original Assignee
Roxell Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roxell Nv filed Critical Roxell Nv
Priority to NL1003490A priority Critical patent/NL1003490C2/nl
Priority to TW086108635A priority patent/TW340031B/zh
Priority to KR1019970026678A priority patent/KR980007964A/ko
Priority to IL12116197A priority patent/IL121161A/xx
Priority to ZA975687A priority patent/ZA975687B/xx
Priority to US08/885,422 priority patent/US5884581A/en
Priority to ES97202006T priority patent/ES2140945T3/es
Priority to EP97202006A priority patent/EP0815726B1/en
Priority to DE69700640T priority patent/DE69700640T2/de
Priority to IDP972292A priority patent/ID17480A/id
Priority to TR97/00570A priority patent/TR199700570A1/xx
Priority to CA002209464A priority patent/CA2209464A1/en
Priority to MXPA/A/1997/005029A priority patent/MXPA97005029A/xx
Priority to CNB971118949A priority patent/CN1143614C/zh
Priority to BR9703867A priority patent/BR9703867A/pt
Application granted granted Critical
Publication of NL1003490C2 publication Critical patent/NL1003490C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K39/00Feeding or drinking appliances for poultry or other birds
    • A01K39/01Feeding devices, e.g. chainfeeders
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K39/00Feeding or drinking appliances for poultry or other birds
    • A01K39/01Feeding devices, e.g. chainfeeders
    • A01K39/012Feeding devices, e.g. chainfeeders filling automatically, e.g. by gravity from a reserve
    • A01K39/0125Panfeeding systems; Feeding pans therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Description

Korte aanduiding: Voederinrichting voor gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het voederen van gevogelte, omvattende een in hoofdzaak schotelvormige pan, waarboven een voervalbuis is opgesteld die uitmondt boven een centraal deel van de 5 pan, waarbij zich tussen de voervalbuis en de pan ten minste een rooster met spijlen uitstrekt.
Dergelijke voederinrichtingen zijn reeds lang in velerlei uitvoeringen bekend, bijvoorbeeld uit EP-A-421 553 of WO-A-94/07360. In de meest eenvoudige uitvoeringen 10 heeft de voederinrichting slechts drie hoofdonderdelen: de schotelvormige pan, de voervalbuis en het rooster. De voervalbuis is - al dan niet via een systeem van voer-transportbuizen - verbonden met een voerreservoir, waaruit via de voervalbuis voer in de pan van de voederin-15 richting kan worden gebracht. In meer ontwikkelde uitvoeringsvormen, die bijvoorbeeld zijn beschreven in de voornoemde octrooiaanvragen, is de voederinrichting additioneel voorzien van middelen voor het instellen van de voerhoeveelheid en -hoogte in de voederinrichting.
20 Bij toepassing van de bekende voederinrichting voor het opfokken van moederdieren worden de voederinrichtingen zodanig opgesteld in een stal, dat de moederdieren zich rondom de voederinrichtingen kunnen bewegen en daaruit kunnen eten door hun kop door de openingen van het 25 rooster te steken om het in de pan liggende voer te bereiken. Wanneer de moederdieren ca. 19-21 weken oud zijn, zijn zij geslachtsrijp en beginnen zij eieren te leggen. In deze periode worden aan de vogelpopulatie in de stal mannelijke dieren toegevoegd om voor de bevruchting van 30 de eieren te zorgen.
De zich in dezelfde stal bevindende mannelijke en vrouwelijke dieren dienen verschillend voer tot zich te nemen, zodat het zaak is, maatregelen te treffen om te voorkomen dat de mannelijke dieren uit de voor de voede-35 ring van de vrouwelijke dieren bestemde voederinrichtingen eten. Uiteraard dient ook voorkomen te worden dat ! 0 0 3 i li 0 2 vrouwelijke dieren uit speciaal voor de mannelijke dieren bestemde voederinrichtingen eten, maar een oplossing voor dit probleem zal hier niet worden besproken.
Gegeven het feit dat de kop van een mannelijk dier 5 breder is dan de kop van een vrouwelijk dier, was het tot nu toe bekend om over het bestaande rooster van de voeder inrichting een overzetrooster te fixeren, waardoor de toegang tot het voer in de pan via de openingen van de roosters in de breedte werd beperkt.
10 Deze bekende oplossing voldoet slecht, aangezien de dieren op het vroegste tijdstip waarop de mannelijke met de vrouwelijke dieren worden gemengd nog niet volgroeid zijn, en hun kop derhalve kleinere afmetingen heeft dan enige tijd later het geval is, terwijl het overzetrooster 15 de toegang tot specifieke afmetingen beperkt waarbij geen rekening gehouden kan worden met de veranderende anatomie van de dieren. Eveneens kan geen rekening worden gehouden met verschillende rassen gevogelte met hun eigen specifieke kopbreedte.
20 De uitvinding beoogt een voederinrichting te ver schaffen die de bovengenoemde bezwaren ondervangt, en kan worden toegepast voor verschillende rassen gevogelte in verschillende groeistadia.
De voederinrichting is daartoe volgens de uitvinding 25 daardoor gekenmerkt, dat is voorzien in een tweede rooster met spijlen, welk tweede rooster aangrenzend aan het eerste rooster is aangebracht, en dat het eerste en tweede rooster ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn voor het instellen van de afmetingen van althans gedeeltelijk 30 door de spijlen van het eerste rooster en althans gedeeltelijk door de spijlen van het tweede rooster bepaalde roosteropeningen.
De voederinrichting volgens de uitvinding biedt dankzij de beweegbaarheid van het eerste en het tweede 35 rooster ten opzichte van elkaar de mogelijkheid tot het zeer nauwkeurig afstemmen van de afmetingen van de roosteropeningen op de afmetingen van de kop van de betreffende moederdieren in een bepaald groeistadium voor het 1003490 3 doorlaten van deze kop, waardoor de kop van de bijbehorende mannelijke dieren de roosteropeningen niet zullen kunnen passeren. Bij verdere groei van de moederdieren kan de roosteropening eenvoudig vergroot worden om de 5 gegroeide kop van de moederdieren door te laten en de eveneens gegroeide kop van de mannelijke dieren niet door te laten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is een van de genoemde eerste en tweede roosters vast bevestigd aan de 10 pan. Aldus behoeft de voederinrichting slechts één beweegbaar rooster te bevatten, zodat de opbouw van de voederinrichting eenvoudig kan zijn en sterke overeenkomst kan vertonen met een conventionele voederinrichting. Om het beweegbare rooster in het geval van een vast 15 aan de pan bevestigd ander rooster zoveel mogelijk tegen de inwerking van het gevogelte te beschermen, bevindt het beweegbare rooster zich bij voorkeur tussen de voerval-buis en het vaste rooster.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is voorzien in mid-2 0 delen voor het fixeren van een van de genoemde roosters in een aantal voorafbepaalde posities ten opzichte van het andere rooster. Dergelijke posities kunnen bijvoorbeeld zodanig worden gekozen, dat de roosteropening in een bepaald gebied (bijvoorbeeld een breedte van 40-50 25 mm) in stappen van 1 mm of een deel daarvan kan worden ingesteld. Het is uiteraard ook mogelijk om de instelling van het ene rooster ten opzichte van het andere, en daarmee de instelling van de afmetingen van de roosteropeningen, continu uit te voeren.
30 Aangezien de voederinrichtingen gewoonlijk in hoofd zaak cirkelsymroetrisch zijn uitgevoerd, geniet het de voorkeur, de voederinrichting zodanig uit te voeren, dat een van de genoemde roosters draaibaar is ten opzichte van het andere rooster, waarbij de draaias in hoofdzaak 35 samenvalt met de centrale langsas van de voervalbuis.
Het is doelmatig, wanneer de spijlen van het eerste rooster en de spijlen van het tweede rooster althans gedeeltelijk evenwijdig aan elkaar lopen. Daarbij kan de 1003490 4 centrale langsas van elke spijl zich in hoofdzaak uitstrekken in een vlak door de centrale langsas van de voervalbuis. Het aantal spijlen van het ene rooster kan gelijk zijn aan het aantal spijlen van het andere roos-5 ter. De breedte van elke spijl van het ene rooster kan in hoofdzaak gelijk zijn aan de breedte van elke spijl van het andere rooster. Met deze laatste maatregel bereikt men, dat de spijlen geheel in dekking met elkaar kunnen worden gebracht, terwijl door verplaatsing van het ene 10 rooster ten opzichte van het andere rooster een maximaal roosterafmetingsinstelgebied beschikbaar is bij maximale roosterafmetingen.
Wanneer de gevogeltefokker de gewenste afmetingen van de roosteropeningen van de voederinrichting heeft 15 bepaald, kunnen deze ingesteld worden, waarna de roosters in de voederinrichting in elk geval ten opzichte van elkaar gefixeerd dienen te worden. Volgens de uitvinding is daartoe het eerste rooster voorzien van eerste fixa-tiemiddelen die zijn bestemd om samen te werken met op 20 het tweede rooster aangebrachte tweede fixatiemiddelen voor het fixeren van het eerste rooster ten opzichte van het tweede rooster in een aantal vooraf bepaalde posities. Het is overigens uiteraard ook mogelijk om fixatiemiddelen aan te brengen die een fixatie tussen het eerste 25 rooster en de pan, het eerste rooster en de voervalbuis, het tweede rooster en de pan en/of het tweede rooster en de voervalbuis teweegbrengen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de eerste fixatiemiddelen van het eerste rooster uit uitsparingen, 30 en bestaan de tweede fixatiemiddelen van het tweede rooster uit ten minste één nok. Indien ervoor wordt gezorgd dat de onderlinge afstand van de uitsparingen, gemeten in het vlak van de uitsparingen, kleiner is dan de onderlinge afstand van de spijlen van het eerste rooster, wordt 35 op bijzonder eenvoudige wijze een stapsgewijze instelmogelijkheid voor de roosteropeningen geschapen bij gebruik van slechts één met de uitsparingen samenwerkende nok op het tweede rooster.
1003490 5
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede rooster verplaatsbaar ten opzichte van het eerste rooster in de richting van de centrale langsas van de voervalbuis tussen een eerste eindstand waarin de eerste 5 fixatiemiddelen samenwerken met de tweede fixatiemiddelen voor het fixeren van het eerste rooster ten opzichte van het tweede rooster in een voorafbepaalde positie, en een tweede eindstand waarin de eerste en de tweede fixatiemiddelen onwerkzaam zijn. Door deze maatregelen kan het 10 door de eerste en de tweede fixatiemiddelen gevormde fixatiemechanisme op eenvoudige wijze onwerkzaam worden gemaakt, waarbij dit bovendien vanaf de buitenzijde van de voederinrichting duidelijk zichtbaar kan zijn. In een dergelijke uitvoeringsvorm is het eerste rooster bij 15 voorkeur voorzien van derde fixatiemiddelen die zijn bestemd om samen te werken met op het tweede rooster aangebrachte vierde fixatiemiddelen voor het fixeren van het tweede rooster in de tweede eindstand daarvan in althans één voorafbepaalde positie ten opzichte van het 20 eerste rooster. Zeer doelmatig bestaan de derde fixatiemiddelen uit een in een vlak door de centrale langsas van de voervalbuis beweegbaar grendelorgaan, en bestaan de vierde fixatiemiddelen uit ten minste één uitsparing.
De uitvinding wordt vervolgens nader toegelicht aan 25 de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 in perspectief een voederinrichting volgens de uitvinding in uiteengenomen vorm toont; fig. 2 in perspectief op vergrote schaal een samenstelling van de voederpan volgens fig. 1 toont met een 30 verplaatsbaar rooster in de tweede eindstand; fig. 3 een dwarsdoorsnede van de voederinrichting volgens fig. 2 toont; fig. 4 in perspectief op vergrote schaal een samenstelling van de voederpan volgens fig. 1 toont met een 35 verplaatsbaar rooster in de eerste eindstand; fig. 5 een dwarsdoorsnede van de voederpan volgens fig. 4 toont; fig. 6 een bovenaanzicht van de voederinrichting 1003490 6 volgens fig. 4 en 5 toont; en fig. 7 in perspectief een andere uitvoeringsvorm van de voederinrichting volgens de uitvinding toont.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwij-5 zingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.
Fig. l toont een in hoofdzaak schotelvormige pan 2 met een opstaande rand 4, een voervalbuis 6, een binnenrooster 8, een buitenrooster 10, een instelkraag 12 en 10 een grendelclip 14.
Het binnenrooster 8 is in hoofdzaak opgebouwd uit een onderring 16, een bovenring 18, en een aantal, in dit geval veertien, zich tussen de onderring 16 en de bovenring 18 uitstrekkende, langwerpige spijlen 20, die deels 15 gebogen zijn. De onderring 16 is langs de van de spijlen 20 afgekeerde rand voorzien van haaknokken 22. Aan de buitenzijde van de onderring 16 zijn steunnokken 23 aangebracht. De van de spijlen 20 afgekeerde rand van de bovenring 18 draagt een grendelnok 24 en is voorzien van 20 uitsparingen 25. De functie van de haaknokken 22, de steunnokken 23, de grendelnok 24 en de uitsparingen 25 zal hierna nog meer in detail worden beschreven.
Het buitenrooster 10 omvat een klemring 26, een kraag 28, en een aantal, in het getoonde geval veertien, 25 zich tussen de klemring en de kraag 28 uitstrekkende, deels gebogen, langwerpige spijlen 30. De klemring 26 is bestemd om om de opstaande rand 4 van de pan 2 te snappen voor een vaste verbinding daarmee. De kraag 28 is aan de naar de spijlen 30 toegekeerde rand voorzien van grendel-30 uitsparingen 32, die zijn bestemd om samen te werken met de grendelnok 24 van het binnenrooster 8, op een wijze die hierna nog in meer detail zal worden beschreven. De kraag 28 is voorts voorzien van schroefdraad 34 die is bestemd om samen te werken met schroefdraad 3 6 van de 3 5 instelkraag 12 voor het instellen van de hoogte van het onderste uiteinde van de instelkraag 12 boven de pan 2. Genoemd onderste uiteinde dient als aanslag voor de bovenzijde van vleugels 38 van voervalbuis 6 in de bovenste 1003490 7 stand daarvan, welke stand bepalend is voor het niveau van het via de voervalbuis 6 toegevoerde voer in de pan 2.
Fig. 2 en 3 tonen de voederinrichting volgens de 5 uitvinding in geassembleerde vorm, waarbij het binnenrooster 8 zich in de onderste (tweede) eindstand daarvan bevindt: de haaknokken 22 rusten in hoofdzaak op de bodem van de pan 2, de bovenrand van de onderring 16 ligt in hoofdzaak gelijk met de bovenrand van de klemring 26, en 10 de spijlen 20 van het binnenrooster 8 grenzen aan, en liggen achter de spijlen 30 van het buitenrooster 10. Het binnenrooster is in tangentiële richting en in een richting evenwijdig aan de centrale langsas van de voervalbuis 6 in de tweede eindstand gefixeerd doordat een vleu-15 gel van de grendelclip 14 in een uitsparing 25 van de bovenring 18 van het binnenrooster 8 grijpt. De voederinrichting is in de in fig. 2 en 3 getoonde instelling, waarin de breedte van de roosteropeningen maximaal is, geschikt voor het voederen van moederdieren vanaf een 20 leeftijd van 1 dag tot aan het tijdstip waarop mannelijke dieren in de groep moederdieren worden gebracht.
De grendelclip 14 kan vanuit de in fig. 2 en 3 weergegeven positie tussen leivlakken 15 in een sleuf 42 worden verplaatst naar een meer nabij de voervalbuis 6 25 gelegen positie, waardoor de vergrendeling van het binnenrooster 8 wordt opgeheven. Het binnenrooster 8 kan dan in tangentiële richting verdraaid worden en in een zodanige bepaalde tangentiële stand omhoog worden bewogen, dat de grendelnok 24 in een vooraf gekozen grendeluitspa-30 ring 32 terecht komt, zoals fig. 4 en 5 weergeven. De steunnokken 23 snappen hierbij over de bovenrand van de klemring 26 van het buitenrooster 10, waardoor een bovenste (eerste) eindstand van het binnenrooster 8 is gefixeerd. De onderring 16 steekt in de bovenste eindstand 35 van het binnenrooster 8 boven de bovenrand van de klemring 26 van het buitenrooster 10 uit, en vormt aldus een verhoogde rand van de pan 2 die morsen van voer uit de pan door de moederdieren tegengaat.
1003490 δ
Door een geschikte keuze van de plaatsen van de grendelnok 24 en de grendeluitsparingen 32 kan een roosteropening worden ingesteld, waarvan de breedte in millimeter gelijk is aan het bij elke uitsparing genoteerde 5 getal n. In fig. 4 is de afstand tussen elke spijl 20 van het binnenrooster 8 en de eerstvolgende spijl 30 van het buitenrooster 10 steeds 45 mm, zoals het getal n bij de grendelnok 24 aangeeft.
Fig. 6 illustreert nader de wijze waarop de breedte-10 instelling van de roosteropeningen met behulp van een verdraaiing van het binnenrooster 8 ten opzichte van het buitenrooster 10 wordt verkregen. In de figuur is duidelijk te zien, dat de uitsparingen die achtereenvolgens behoren bij de genoteerde getallen n van 40, 41, 42, ..., 15 50 stapsgewijs van plaats veranderen langs de van de voervalbuis 6 afgekeerde rand van de kraag 28: de gren-deluitsparing 32 die behoort bij het getal 40 ligt rechts van het midden van de door de spijlen 30 bepaalde roosteropening van het buitenrooster 10, terwijl de grendel-20 uitsparing 32 die behoort bij het getal 50 links van het midden van de door de spijlen 30 bepaalde roosteropening van het buitenrooster 10 ligt. Aldus zijn de onderlinge afstanden tussen de grendeluitsparingen 32 kleiner dan de onderlinge afstanden tussen de spijlen 30, gemeten langs 25 de van de voervalbuis 6 afgekeerde zijde van de kraag 28, of gemeten in hoekmaten. Uit fig. 6 zal duidelijk zijn, dat de spijlen 20 van het binnenrooster 8 steeds verder onder de spijlen 30 van het buitenrooster 10 tevoorschijn komen, naarmate het getal bij de grendeluitsparing 32 30 waarin zich de grendelnok 24 bevindt, kleiner is. De door de spijlen 20 en 30 bepaalde breedte van de roosteropeningen neemt dienovereenkomstig af.
In de alternatieve uitvoeringsvorm die in fig. 7 is weergegeven, is de breedte van de kraag 28a zo groot 35 gekozen, dat de bovenring 18 van het binnenrooster 8 geheel onder de kraag 28 valt. Voor het overige is de voederinrichting volgens fig. 7 opgebouwd zoals is weergegeven in fig. 1-6. In fig. 7 is het binnenrooster 8 in 1003490 9 een zodanige stand ten opzichte van het buitenrooster 10 gefixeerd (de grendelnok 24 bevindt zich in de grendel-uitsparing 32 bij n=50) dat de roosterbreedte maximaal is: de spijlen 20 bevinden zich geheel achter de spijlen 5 30.
Het zal duidelijk zijn, dat het niet noodzakelijk is, het buitenrooster 10 vast te verbinden met de pan 2; zowel het binnenrooster 8 als het buitenrooster 10 kunnen beweegbaar zijn opgesteld ten opzichte van de pan 2. Ook 10 is mogelijk om in plaats van het aanbrengen van de grendelnok 24 op het binnenrooster 8 en de grendeluitsparin-gen 32 op het buitenrooster 10, een grendelnok op het buitenrooster 10 en grendeluitsparingen 32 op het binnenrooster 8 aan te brengen, of soortgelijke onderling sa-15 menwerkende fixatiemiddelen op de onderring 16 en de klemring 26 aan te brengen.
1 0 0 3 49 0

Claims (18)

1. Inrichting voor het voederen van gevogelte, omvattende een in hoofdzaak schotelvormige pan (2) , waarboven een voervalbuis (6) is opgesteld die uitmondt boven een 5 centraal deel van de pan (2), waarbij zich tussen de voervalbuis (6) en de pan (2) ten minste een rooster (10) met spijlen (30) uitstrekt, met het kenmerk, dat is voorzien in een tweede rooster (8) met spijlen (20), welk tweede rooster (8) aangrenzend aan het eerste rooster 10 (10) is aangebracht, en dat het eerste rooster (10) en tweede rooster (8) ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn voor het instellen van de afmetingen van de althans gedeeltelijk door de spijlen (30) van het eerste rooster (10) en althans gedeeltelijk door de spijlen (20) van het 15 tweede rooster (8) bepaalde roosteropeningen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een van de genoemde eerste en tweede roosters (8, 10) vast is bevestigd aan de pan (2) .
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 het andere rooster (10, 8) zich tussen de voervalbuis (6) en het ene rooster (8, 10) bevindt.
4. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat is voorzien in middelen (14, 23, 24, 25, 32) voor het fixeren van een van de genoemde roosters (8, 25 10) in een aantal voorafbepaalde posities ten opzichte van het andere rooster (10, 8).
5. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een van de genoemde roosters (8) draaibaar is ten opzichte van het andere rooster (10), waarbij 30 de draaias in hoofdzaak samenvalt met de centrale langsas (4 0) van de voervalbuis (6) .
6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, met 1003490 het kenmerk, dat de spijlen (20, 30) van het eerste rooster (8, 10) en de spijlen (30, 20) van het tweede rooster (10, 8) althans gedeeltelijk evenwijdig aan elkaar lopen.
7. Inrichting volgens een van de conclusies 1-6, met 5 het kenmerk, dat de centrale langsas van elke spijl (20, 30. zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak door de centrale langsas (40) van de voervalbuis (6).
8. Inrichting volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het aantal spijlen (20, 30) van het ene 10 rooster (8, 10) gelijk is aan het aantal spijlen (30, 20) van het andere rooster (10, 8).
9. Inrichting volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de breedte van elke spijl (20, 30) van het ene rooster (8, 10) in hoofdzaak gelijk is aan de 15 breedte van elke spijl (30, 20) van het andere rooster (10, 8).
10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het eerste rooster (10) is voorzien van eerste fixatiemiddelen (32) die zijn bestemd om samen te 20 werken met op het tweede rooster (8) aangebrachte tweede fixatiemiddelen (24) voor het fixeren van het eerste rooster (10) ten opzichte van het tweede rooster (8) in een aantal voorafbepaalde posities.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, 25 dat het eerste rooster (10) een aan de voervalbuis (6) grenzende kraag (28; 28a) omvat die de eerste fixatiemiddelen (32) draagt, waarbij de tweede fixatiemiddelen (24) zijn aangebracht op een naar de kraag (28; 28a) van het eerste rooster (10) gerichte kraag (18) van het tweede 30 rooster (8).
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de eerste f ixatiemiddelen (32) aan de van de voerval- 1003490 buis (6) afgekeerde zijde van de kraag (28) van het eerste rooster (10) zijn aangebracht.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 10-12, met het kenmerk, dat de eerste fixatiemiddelen bestaan uit 5 uitsparingen (32), en dat de tweede fixatiemiddelen bestaan uit ten minste één nok (24) .
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van de uitsparingen (32) van het eerste rooster (10) kleiner is dan de onderlinge 10 afstand van de spijlen (30) van het eerste rooster (10).
15. Inrichting volgens een van de conclusie 10-14, met het kenmerk, dat het tweede rooster (8) verplaatsbaar is ten opzichte van het eerste rooster (10) in de richting van de centrale langsas (40) van de voervalbuis (6) tus- 15 sen een eerste eindstand (fig. 4, 5) waarin de eerste fixatiemiddelen (32) samenwerken met de tweede fixatiemiddelen (24) voor het fixeren van het eerste rooster (10) ten opzichte van het tweede rooster (8) in een voorafbepaalde positie, en een tweede eindstand (fig. 2, 3) 20 waarin de eerste en de tweede fixatiemiddelen (32, 24) onwerkzaam zijn.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het eerste rooster (10) is voorzien van derde f ixatiemiddelen (14) die zijn bestemd om samen te werken met 25 op het tweede rooster (8) aangebrachte vierde fixatiemiddelen (25) voor het fixeren van het tweede rooster (8) in de tweede eindstand (fig. 2, 3) daarvan in althans één voorafbepaalde positie ten opzichte van het eerste rooster (10) .
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het eerste rooster (10) een aan de voervalbuis (6) grenzende kraag (28; 28a) omvat die de derde fixatiemiddelen (14) draagt, waarbij de vierde fixatiemiddelen (25) 1003490 zijn aangebracht op een naar de kraag (28; 28a) van het eerste rooster (10) gerichte kraag (18) van het tweede rooster (8).
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het ken-5 merk, dat de derde fixatiemiddelen bestaan uit een in een vlak door de centrale langsas (40) van de voervalbuis (6) beweegbaar grendelorgaan (14), en dat de vierde fixatiemiddelen bestaan uit ten minste één uitsparing (25). 1003490
NL1003490A 1996-07-03 1996-07-03 Voederinrichting voor gevogelte. NL1003490C2 (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003490A NL1003490C2 (nl) 1996-07-03 1996-07-03 Voederinrichting voor gevogelte.
TW086108635A TW340031B (en) 1996-07-03 1997-06-20 A poultry feeding device
KR1019970026678A KR980007964A (ko) 1996-07-03 1997-06-24 가금(家禽)용 먹이 공급 장치
IL12116197A IL121161A (en) 1996-07-03 1997-06-25 Feeding device for poultry
ZA975687A ZA975687B (en) 1996-07-03 1997-06-26 Feeding device for poultry
US08/885,422 US5884581A (en) 1996-07-03 1997-06-30 Feeding device for poultry
ES97202006T ES2140945T3 (es) 1996-07-03 1997-07-01 Mecanismo de alimentacion para aves de corral.
EP97202006A EP0815726B1 (en) 1996-07-03 1997-07-01 Feeding device for poultry
DE69700640T DE69700640T2 (de) 1996-07-03 1997-07-01 Füttervorrichtung für Geflügel
IDP972292A ID17480A (id) 1996-07-03 1997-07-02 Alat pengumpan untuk unggas
TR97/00570A TR199700570A1 (xx) 1996-07-03 1997-07-02 K�mes hayvanlar� i�in besleme tertibat�.
CA002209464A CA2209464A1 (en) 1996-07-03 1997-07-02 Feeding device for poultry
MXPA/A/1997/005029A MXPA97005029A (en) 1996-07-03 1997-07-02 Feeding device for birds of cor
CNB971118949A CN1143614C (zh) 1996-07-03 1997-07-03 家禽饲养机
BR9703867A BR9703867A (pt) 1996-07-03 1997-07-03 Dispositivo de alimentação para aves domésticas

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003490 1996-07-03
NL1003490A NL1003490C2 (nl) 1996-07-03 1996-07-03 Voederinrichting voor gevogelte.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003490C2 true NL1003490C2 (nl) 1998-01-07

Family

ID=19763125

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003490A NL1003490C2 (nl) 1996-07-03 1996-07-03 Voederinrichting voor gevogelte.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US5884581A (nl)
EP (1) EP0815726B1 (nl)
KR (1) KR980007964A (nl)
CN (1) CN1143614C (nl)
BR (1) BR9703867A (nl)
CA (1) CA2209464A1 (nl)
DE (1) DE69700640T2 (nl)
ES (1) ES2140945T3 (nl)
ID (1) ID17480A (nl)
IL (1) IL121161A (nl)
NL (1) NL1003490C2 (nl)
TR (1) TR199700570A1 (nl)
TW (1) TW340031B (nl)
ZA (1) ZA975687B (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6050220A (en) * 1997-05-23 2000-04-18 Pax Steel Products, Inc. Poultry feeder with adjustable feed level control
DK199900057U4 (da) * 1999-02-09 2000-06-23 Landmeco Oelgod As Foderskål samt fodringsanlæg til fjerkræ, især høns og kyllinger
US6223692B1 (en) * 1999-07-30 2001-05-01 Donald J. Roosa Debris catching trough
EP1257166B1 (en) * 2000-02-02 2003-08-20 Corti Zootecnici S.R.L. Feed box for breeding poultry
US6474261B1 (en) * 2001-04-18 2002-11-05 Val-Co Pax, Inc. Poultry feeder with feed conveyor control system
ITVR20010068A1 (it) * 2001-06-22 2002-12-22 Ska Spa Mangiatoia in particolare per avicoltura.
DE10164100C1 (de) * 2001-12-24 2003-04-03 Big Dutchman Int Gmbh Vorrichtung für die Fütterung von Geflügel, insbesondere Mastgeflügel, vorzugsweise Broiler
DE10164122C1 (de) * 2001-12-24 2003-05-15 Big Dutchman Int Gmbh Vorrichtung für die Fütterung von Geflügel, insbesondere Mastgeflügel, vorzugsweise Broiler
US6640745B1 (en) * 2002-04-24 2003-11-04 Hong Ku Park Bird feeder
CA2490757C (en) * 2002-06-26 2009-01-27 Ctb, Inc. Poultry feeder
US6655317B1 (en) 2002-10-31 2003-12-02 Val Products, Inc. Adjustable poultry feeder
US7273020B2 (en) * 2005-05-23 2007-09-25 Montoya Ryan P Two-way aquarium feeder with suction cup adapter
EP1883294A1 (en) * 2005-05-24 2008-02-06 Harish Rajaram Garware A unique grill pan with auto chick grill for chick feeding
DE102005025458A1 (de) * 2005-06-02 2006-12-07 Lae-Anlagenbau Gmbh Futtertrog für Geflügel
EP2700304B1 (en) * 2005-10-11 2017-11-22 Ctb, Inc. Pan feeder for breeders
US7587990B2 (en) * 2005-10-11 2009-09-15 Ctb, Inc. Pan breeder feeder
US7779786B2 (en) * 2006-05-09 2010-08-24 Aspects, Inc. Removable seed deflector for a bird feeder
US7198004B1 (en) * 2006-07-03 2007-04-03 Lush Raymon W Bird feeder
NL2001700C2 (nl) 2008-06-19 2009-12-22 Roxell Nv Feeding device for poultry having non-sharp-edged circumferentially closed bars or other parts delimiting feed openings between the bars.
ES2399737B1 (es) * 2010-07-02 2014-02-25 Zucami S.L. Comedero para aves
US9382070B2 (en) 2012-10-24 2016-07-05 Big Dutchman International Gmbh Conveyor and method to convey animal products in an agricultural business
DE202014007282U1 (de) 2014-09-12 2015-12-16 Big Dutchman International Gmbh Dosiervorrichtung
WO2016077485A1 (en) * 2014-11-12 2016-05-19 The Gsi Group Llc Poultry feeder
WO2017116964A1 (en) * 2015-12-30 2017-07-06 The Gsi Group Llc Poultry feeder
DK179166B1 (da) * 2016-05-27 2018-01-02 Landmeco Ølgod As Fremgangsmåde til fyldning af foderskål samt foderanlæg
DE202016105370U1 (de) 2016-09-27 2018-01-02 Big Dutchman International Gmbh Fütterungsvorrichtung für Geflügeltiere
USD885843S1 (en) * 2018-03-06 2020-06-02 VitalJuwel GmbH Bowl
US11805759B2 (en) * 2018-10-04 2023-11-07 Gartech Equipments Pvt. Ltd. Feeding system for poultry
US20220000077A1 (en) * 2018-11-14 2022-01-06 The State Of Israel, Ministry Of Agriculture & Rural Development, Agricultural Research Organization System for measuring body temperature in poultry

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5275131A (en) * 1992-01-14 1994-01-04 North Carolina State University Male only grill for poultry feeding

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8902461A (nl) * 1989-10-04 1991-05-01 Roxell Nv Instelbare voederinrichting voor pluimvee.
IT1239319B (it) * 1990-04-11 1993-10-19 Ska Mangiatoia con regolazione di livello del mangime.
EP0665711B1 (en) * 1992-10-05 1998-04-08 Roxell N.V. Poultry feeding device

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5275131A (en) * 1992-01-14 1994-01-04 North Carolina State University Male only grill for poultry feeding

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
"Products", POULTRY INTERNATIONAL, vol. 26, no. 5, May 1987 (1987-05-01), MOUNT MORRIS (US), pages 65, XP002025893 *
"Products: Slide Valve and Male Restriction Bonnet", POULTRY INTERNATIONAL, February 1996 (1996-02-01), US, pages 62 - 63, XP002025892 *

Also Published As

Publication number Publication date
TW340031B (en) 1998-09-11
DE69700640D1 (de) 1999-11-25
EP0815726A3 (en) 1998-04-01
DE69700640T2 (de) 2000-04-13
CN1143614C (zh) 2004-03-31
US5884581A (en) 1999-03-23
IL121161A0 (en) 1997-11-20
IL121161A (en) 2000-02-17
ZA975687B (en) 1998-12-28
ES2140945T3 (es) 2000-03-01
CN1171881A (zh) 1998-02-04
KR980007964A (ko) 1998-04-30
TR199700570A1 (xx) 1998-01-21
MX9705029A (es) 1998-07-31
EP0815726A2 (en) 1998-01-07
BR9703867A (pt) 1998-10-27
CA2209464A1 (en) 1998-01-03
ID17480A (id) 1998-01-08
EP0815726B1 (en) 1999-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1003490C2 (nl) Voederinrichting voor gevogelte.
US5794562A (en) Poultry breeder pan feeding system and pan feeder assembly therefor
US12035693B2 (en) Broiler pan feeder
NL8902461A (nl) Instelbare voederinrichting voor pluimvee.
US3046940A (en) Roll-a-way nest
US8091507B2 (en) Pan breeder feeder having fill ports providing outwardly and downwardly angled feed delivering surface
CN107920494B (zh) 雏鸟幼雏料出口装置
US7584716B2 (en) Pan breeder feeder
US3994260A (en) Universal poultry cage
US20100043714A1 (en) Pan breeder feeder
NL1016638C2 (nl) Voerdistributiesysteem voor gevogelte.
US3738324A (en) Grill and guard arrangement for poultry feed troughs
EP3323287B1 (en) Pan breeder feeder
US3626906A (en) Egg guard for poultry cages
US3241526A (en) Poultry watering device
MXPA97005029A (en) Feeding device for birds of cor
US3490418A (en) Poultry cage for growing birds
US4463705A (en) Method for training breeder hens and nest installation therefor
CN111565564B (zh) 双向旋转的家禽喂食器
US20210372453A1 (en) Connection system
FR2535163A1 (fr) Batterie de cages pour oiseaux eleves, notamment pour coqs
JPS6211423Y2 (nl)
NL7809623A (nl) Vanginrichting voor vee en vaste zij-aan-zij melkstal voorzien van de vanginrichting.
NL8302245A (nl) Kooi voor het mesten/opfokken van kuikens.
JPH04113563U (ja) 鶏舎用ケージ扉の取付部構造

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060201