NL1003147C2 - Backpanel connectorsysteem. - Google Patents

Description

Backpanel connectorsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een backpanel connectorsysteem, voorzien van een backpanel connector, een kaartconnector en een aantal connectorpluggen voor optische vezels, waarbij de backpanel connector een eerste en een 5 tweede huis omvat, welk eerste huis is voorzien van een bodem met een opening, waarbij het tweede huis verschuifbaar in het eerste huis is aangebracht in een loodrecht op de bodem van het eerste huis staande z-richting, waarbij het tweede huis een opneemruimte voor een connectorplug heeft.

10 Bij een bekend connectorsysteem van deze soort is het tweede huis uitsluitend in z-richting ten opzichte van het eerste huis beweegbaar. Dit betekent dat bij gebruik van het bekende connectorsysteem zeer hoge eisen moeten worden gesteld aan de nauwkeurigheid waarmede de backpanel connec-15 tor op het backpanel resp. de kaartconnector op de print-kaart wordt aangebracht en aan de nauwkeurigheid waarmee de printkaart ten opzichte van de backpanel connector wordt gericht. Deze nauwkeurigheid bepaalt bij het bekende connectorsysteem de nauwkeurigheid waarmede de connectorpluggen 20 die resp. in de backpanel connector en de kaartconnector zijn gestoken ten opzichte van elkaar zijn gericht. Onder praktische omstandigheden is het bijzonder moeilijk aan deze nauwkeurigheidseisen te voldoen.

De uitvinding beoogt een verbeterd connectorsysteem 25 van deze soort te verschaffen.

Hiertoe heeft het connectorsysteem volgens de uitvinding het kenmerk, dat het tweede huis voorts in x- en y-richting beweegbaar is ten opzichte van het eerste huis, waarbij het tweede huis en de kaartconnector zijn voorzien 30 van samenwerkende positioneringsmiddelen voor het in x- en y-richting positioneren van het tweede huis ten opzichte van de kaartconnector tijdens het insteken van de kaartconnector in het eerste huis.

1003147 2

Op deze wijze wordt een connectorsysteem verkregen, waarbij dankzij de bewegingsvrijheid van het tweede huis in x- en y-richting ten opzichte van het eerste huis, de samenwerkende positioneringsmiddelen van de kaartconnector en 5 het tweede huis dit tweede huis ten opzichte van de kaartconnector zodanig nauwkeurig positioneren dat de bijbehorende connectorpluggen met voldoende nauwkeurigheid met elkaar in lijn komen te liggen om de gebruikelijke geleidingspennen van de ene connectorplug in de gebruikelijke geleidingsopen-10 ingen van de andere connectorplug te kunnen steken.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden van het backpanel connectorsysteem volgens de uitvinding schematisch zijn weergegeven.

15 Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een backpanel connector van een eerste uitvoeringsvorm van het connectorsysteem volgens de uitvinding in uiteengenomen toestand.

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van de 20 backpanel connector uit Fig. 1, gezien vanaf de bodemzijde.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van de backpanel connector uit Fig. 1 in samengestelde toestand, waarbij een connectorplug in het tweede huis is gestoken, en waarbij een bijbehorende kaartconnector van het connec-25 torsysteem is weergegeven, waarin eveneens een connectorplug is gestoken.

Fig. 4 is een met Fig. 1 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een backpanel connector van een tweede uitvoeringsvorm van het connectorsysteem volgens de uit-30 vinding.

Fig. 5 is een perspectivisch aanzicht van de backpanel connector uit Fig. 4 in samengestelde toestand.

Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van een kaartconnector die in de backpanel connector volgens Fig. 5 35 kan worden gestoken, waarbij twee bijbehorende connectorpluggen zijn weergegeven.

1003147 3

Fig. 7 is een perspectivisch aanzicht van de backpanel connector uit Fig. 5 en de kaartconnector uit Fig. 6 met bijbehorende connectorpluggen in gedeeltelijk ontkoppelde toestand.

5 In Fig. 1 is in uiteengenomen toestand een back panel connector 1 van een backpanel connectorsysteem weergegeven, dat voorts een in Fig. 3 weergegeven kaartconnector 2 en een aantal connectorpluggen 3 voor optische vezels 4 omvat. De connectorpluggen 3 zijn nader beschreven in oudere 10 octrooiaanvragen van aanvraagster, welke door verwijzing hier opgenomen worden geacht. Van de optische vezels 4 zijn in Fig. 3 alleen de uiteinden zichtbaar, die in het contact-vlak van de connectorplug 3 liggen.

De backpanel connector 1 omvat een eerste huis 5 15 dat is voorzien van een bodem 6 met een opening 7 en vier vanaf de bodem 6 opstaande zijwanden 8-11 waarvan de zijwanden 8 en 9 resp. 10 en 11 tegenover elkaar liggen. Voorts omvat de backpanel connector 1 een tweede huis 12 met twee tegenover elkaar liggende zijwanden 13 en 14 en twee tegen-20 over elkaar liggende zijwanden 15 en 16. De zijwanden 15 en 16 dragen elk een uitsteeksel 17 dat wordt gedragen door een verend verlengstuk 18 van de betreffende zijwand 15, 16. Tussen de zijwanden 13, 14 zijn wanden 19 aangebracht, die tezamen met de zijwanden 13, 14 een enigszins langwerpige 25 opneemruimte 20 voor een connectorplug 3 bepalen.

Deze wanden 19 zijn voorts voorzien van grendelvingers 21 voor het vasthouden van een ingestoken connectorplug, zoals nader is beschreven in de bovengenoemde octrooiaanvragen van aanvraagster.

30 Het huis 12 kan eenvoudig in het huis 5 worden gemonteerd door het huis 12 via de opening 7 in de bodem 6 in het huis 5 te schuiven. De zijwanden 15, 16 worden opgenomen in sleuven 22 die in de zijwanden 10, 11 van het huis 5 zijn aangebracht. Zoals in Fig. 2 is te zien monden 35 de sleuven 22 uit in de bodem 6 en sluiten zij aan op de opening 7 in deze bodem. Aan de tegenover de bodem 6 liggende zijde zijn de sleuven 22 afgesloten door een aanslagrand 1003147 4 23. Deze aanslagranden 23 bepalen de van de bodem 6 afgekeerde eindstand van het tweede huis 12 in het eerste huis 5. Opgemerkt wordt dat door een geschikte vormgeving van de uitsteeksels 17 het ook mogelijk is het tweede huis 12 vanaf 5 de andere zijde in het eerste huis 5 te schuiven en de aanslagranden 23 aan de bodemzijde van de sleuven 22 aan te brengen.

Wanneer het tweede huis 12 in het eerste huis 5 wordt geschoven, worden de uitsteeksels 17 naar binnen 10 gedrukt en bij verder inschuiven worden de uitsteeksels 17 opgenomen in sleufopeningen 24 die ter plaatse van de sleuven 22 in de zijwanden 10, 11 zijn aangebracht. Doordat de uitsteeksels 17 aan de naar de bodem 6 toegekeerde zijde eindranden hebben, die ongeveer loodrecht op de zijwanden 15 10, 11 verlopen, kan het tweede huis 12 niet meer gemakke lijk uit het eerste huis 5 worden geschoven.

De montage van het tweede huis 12 in het eerste huis 5 is derhalve bijzonder eenvoudig. Voorts kan de backpanel connector 1 als een eenheid op een backpanel 20 worden gemonteerd.

Het tweede huis 12 is in een ongeveer loodrecht op de bodem 6 verlopende z-richting verschuifbaar in het eerste huis 5, waarbij de uitsteeksels 17 het huis 12 in de sleufopeningen 24 geleiden. Voorts heeft het huis 12 ook enige 25 bewegingsvrijheid in x- en y-richting in het huis 5, doordat de sleuven 22 grotere afmetingen hebben dan de overeenkomstige afmetingen van de zijwanden 15, 16 van het huis 12. Deze bewegingsvrijheid van het huis 12 binnen het huis 5 is van groot belang voor het op de juiste wijze met elkaar 30 kunnen koppelen van twee connectorpluggen 3, die resp. in de backpanel connector 1 en de kaartconnector 2 worden gestoken.

Opgemerkt wordt dat het tweede huis 12 ook wel als floating insert wordt aangeduid. De bewegingsvrijheid van 35 het huis 12 wordt in z-richting beperkt door de aanslagranden 23 resp. het stuiten van de eindranden van de uitsteeksels 17 op de eindranden van de sleufopening 24. In de 1003147 5 door de aanslagranden 23 bepaalde eindstand van het huis 12 wordt het huis 12 losneembaar vastgehouden, doordat in de sleuven 22 uitsteeksels 25 zijn aangebracht, die grijpen in grendelopeningen 26 die in de zijwanden 15, 16 van het huis 5 12 zijn aangebracht. Deze grendelopeningen 26 kunnen voorts samenwerken met grendelvingers 27 van de kaartconnector 2, zoals hierna wordt toegelicht.

Zoals in Fig. 3 is weergegeven omvat deze kaartconnector 2 een derde huis 28 dat in het eerste huis 5 van 10 de backpanel connector 1 steekbaar is. De grendelvingers 27 worden gedragen door een bodem 29 die voorts een opneem-ruimte 30 voor een connectorplug 3 bezit. Op dezelfde wijze als bij de opneemruimte 20 van het tweede huis 12 zijn bij de opneemruimte 30 in de tekening niet zichtbare grendel-15 vingers aangebracht voor het vasthouden van een ingestoken connectorplug 3. Voorts omvat het derde huis 28 twee tegenover elkaar liggende zijwanden 31 en 32 en twee tegenover elkaar liggende zijwanden 33 en 34 die buiten de grendelvingers 27 ongeveer parallel aan deze grendelvingers ver-20 lopen. De zijwanden 31-34 steken vanaf de bodem 29 verder uit dan de grendelvingers 27, zodat deze beschermd binnen het huis 28 liggen.

Wanneer het huis 28 in het huis 5 wordt gestoken, grijpen de grendelvingers 27 in de grendelopeningen 26 van 25 het tweede huis 12 en een de opneemruimte 30 omgevende rand 45 of de ingesloten connectorpluggen 3 maken het tweede huis 12 vrij van de uitsteeksels 25. Bij het weer losnemen van de kaartconnector 2 uit de backpanel connector 1 trekken deze grendelvingers 27 het tweede huis 12 naar de eindstand 30 terug, waarin het tweede huis 12 wordt vastgehouden door de uitsteeksels 25 van het eerste huis 5. De bewegingsvrijheid van het huis 12 in z-richting maakt het mogelijk dat de plaats waar het raakvlak tussen de connectorpluggen 3 zich bevindt, kan variëren. Hierdoor wordt een zogenaamde contact 35 range verkregen, waarin onafhankelijk van toleranties in de afstand tussen het backpanel en een ingestoken kaart een 1003147 6 goed contact tussen de contactvlakken van de connector-pluggen 3 is gewaarborgd.

Zoals in de bovengenoemde eerdere octrooiaanvragen van aanvraagster nader is beschreven, zijn de connector-5 pluggen 3 voorzien van geleidingspennen 35 of geleidings-openingen 36 waarin deze geleidingspennen 35 kunnen worden opgenomen. De geleidingspennen 35 resp. de geleidings-openingen 36 verzorgen een met elkaar in lijn brengen van de optische vezels 4 met microprecisienauwkeurigheid. Om de 10 geleidingspennen 35 in de geleidingsopeningen 36 te kunnen steken, dienen de connectorpluggen 3 resp. de opneemruimten 20 en 30 voldoende nauwkeurig op elkaar te zijn gericht. Hierbij is van belang dat de nauwkeurigheid waarmee een printkaart in de rails van een systeemkast ten opzichte van 15 een backpanel wordt geleid in de orde van 2 mm ligt, terwijl de nauwkeurigheid waarmee de geleidingspennen op de geleidingsopeningen moeten worden gericht in de orde van slechts 0,02 mm moet liggen.

Bij het beschreven connectorsysteem is voor het 20 realiseren van de vereiste aligneringsnauwkeurigheid, het tweede huis 12 met bewegingsvrijheid in x- en y-richting in de sleuven 22 opgenomen. Hierdoor kan het tweede huis 12 van de backpanelconnector 1 in de juiste stand worden gebracht ten opzichte van de opneemruimte 30 van de kaartconnector 2. 25 Bij het beschreven connectorsysteem zijn daartoe de volgende voorzieningen aangebracht. In de eerste plaats is de zijwand 31 van het derde huis 28 aan de buitenzijde voorzien van twee geleidingsnokken 37 en is de zijwand 8 van het eerste huis 5 voorzien van twee geleidingssleuven 38 met verbrede 30 ingang. Deze geleidingsnokken 37 en geleidingssleuven 38 verzorgen enerzijds een polarisatie van de kaartconnector 2 ten opzichte van de backpanel connector 1, dat wil zeggen de kaartconnector kan slechts in één stand in de backpanel connector worden gestoken, en verzorgen anderzijds een 35 eerste in lijn brengen van het huis 28 ten opzichte van het huis 5.

1003147 7

Voorts zijn de wanden 31, 32 elk voorzien van een nauwkeurig gevormde geleidingssleuf 39 en zijn de zijwanden 13, 14 van het tweede huis 12 voorzien van nauwkeurig gevormde geleidingsnokken 40, die kunnen samenwerken met de 5 sleuven 39. Doordat het huis in x- en y-richting kan bewegen verzorgen deze sleuven 39 en geleidingsnokken 40 een nauwkeurige positionering van het tweede huis 12 ten opzichte van de opneemruimte 30 en daarmede ten opzichte van de hierin gestoken connectorplug 3.

10 Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat bij het connectorsysteem volgens de uitvinding een drievoudig met elkaar in lijn brengen van de optische vezels wordt gerealiseerd, waarbij de geleidingsnokken 37 en geleidingssleuven 38 de eerste fase, de geleidingssleuven 39 en de geleidings-15 nokken 40 de tweede fase en de geleidingspennen 35 en geleidingsopeningen 36 de derde fase verzorgen.

Opgemerkt wordt dat de bodem 6 van het huis 5 is voorzien van twee montagepennen 41 waarmee het huis 5 op een in Fig. 3 gedeeltelijk weergegeven backpanel 42 kan worden 20 bevestigd. Het huis 28 kan met één of meer overeenkomstige montagepennen zijn uitgerust voor de bevestiging op een eveneens slechts gedeeltelijk in Fig. 3 weergegeven print-kaart 43.

In de Fig. 4-7 is een tweede uitvoeringsvorm van 25 het backpanel connectorsysteem volgens de uitvinding weergegeven, dat in hoofdzaak op dezelfde wijze is uitgevoerd als het in de Fig. 1-3 weergegeven connectorsysteem, zodat deze tweede uitvoeringsvorm hierna niet in detail opnieuw zal worden beschreven. Overeenkomstige onderdelen zijn met 30 dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

Zoals in de Fig. 4 en 5 is weergegeven, is het tweede huis 12 in dit geval voorzien van twee opneemruimten 20 voor connectorpluggen 3, waarbij in dit geval de lange as van de opneemruimten 20 evenwijdig loopt aan de zijwanden 35 15, 16 in plaats van evenwijdig aan de zijwanden 13, 14 zoals bij de uitvoeringsvorm volgens de Fig. 1-3. Voor het overige zijn het huis 5 en het huis 12 in hoofdzaak op 1003147 8 dezelfde wijze uitgevoerd als bij de eerder beschreven uitvoeringsvorm.

In Fig. 6 is de bij de backpanel connector 1 uit Fig. 4, 5 behorende kaartconnector 2 weergegeven, waarbij 5 één connectorplug 3 in een opneemruimte 30 is gestoken en een tweede connectorplug 3 nog in losgenomen toestand is weergegeven. Uit Fig. 6 blijkt dat de optische vezels 4 deel uitmaken van een vezelkabel 44. In dit geval is het derde huis 28 slechts van de twee zijwanden 31, 32 voorzien. De 10 zijwand 31 draagt weer de geleidingsnokken 37, terwijl de zijwanden 31, 32 aan de binnenzijde elk een geleidingssleuf 39 bezitten. Als alternatief is het mogelijk het huis 28 op dezelfde wijze als bij de uitvoeringsvorm volgens de Fig. 1-3 met de zijwanden 33, 34 uit te voeren.

15 In Fig. 7 is het totale connectorsysteem in gedeel telijk ontkoppelde toestand weergegeven. De kaartconnector 2 kan met de printkaart 43 in de backpanel connector 1 worden gestoken en daarvan worden losgenomen, terwijl de connector-pluggen 3 in de opneemruimten 20 resp. de opneemruimten 30 20 kunnen worden gestoken en door deze opneemruimten worden vastgehouden onafhankelijk van het al dan niet gekoppeld zijn van de backpanel connector 1 en de kaartconnector 2.

Ook bij deze tweede uitvoeringsvorm wordt het beschreven systeem van drievoudig met elkaar in lijn brengen 25 van de optische vezels toegepast, waarbij dankzij een bewegingsvrijheid van het huis 12 in x- en y-richting het huis 12 door de samenwerkende sleuven 39 en nokken 40 met voldoende nauwkeurigheid kan worden gepositioneerd ten opzichte van de opneemruimten 30 resp. de hierin gestoken 30 connectorpluggen 3.

De uitvoeringsvorm volgens de Fig. 4-7 heeft het voordeel dat bij gelijkblijvende afmeting in de richting van de zijwanden 8, 9 resp. 13, 14 resp. 31, 32 twee connectorpluggen 3 kunnen worden aangebracht, dat wil zeggen het 35 dubbele aantal optische vezels bij gelijkblijvende hoogte.

Bij voorkeur omvat het omschreven connectorsysteem tevens backpanel connectors en kaartconnectors voor elektri 1 003U7 9 sche contacten, waarbij de afmetingen van de connectors in de richting van de wanden 8, 9 resp. 13, 14 resp. 31, 32 gelijk blijven.

Opgemerkt wordt dat in het kader van de beschrij-5 ving en conclusies met x-, y- en z-richting een orthogonaal assenstelsel wordt aangeduid.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden 10 gevarieerd.

1003147

Claims (15)

1. Backpanel connectorsysteem, voorzien van een backpanel connector (1), een kaartconnector (2) en een aantal connectorpluggen (3) voor optische vezels (4), waarbij de backpanel connector een eerste en een tweede huis 5 (5; 12) omvat, welk eerste huis (5) is voorzien van een bodem (6) met een opening (7), waarbij het tweede huis (12) verschuifbaar in het eerste huis is aangebracht in een loodrecht op de bodem van het eerste huis staande z-richting, waarbij het tweede huis een opneemruimte (20) voor een 10 connectorplug (3) heeft, met het kenmerk, dat het tweede huis (12) voorts in x- en y-richting beweegbaar is ten opzichte van het eerste huis (5) , waarbij het tweede huis en de kaartconnector (2) zijn voorzien van samenwerkende positioneringsmiddelen (39, 40) voor het in x- en y-richting 15 positioneren van het tweede huis ten opzichte van de kaartconnector tijdens het insteken van de kaartconnector in het eerste huis.

2. Connectorsysteem volgens conclusie 1, waarbij de kaartconnector (2) een derde huis (28) omvat, dat in 20 het eerste huis (5) steekbaar is en dat een bodem (29) heeft, die is voorzien van een opneemruimte (30) voor een connectorplug (3), welk derde huis (28) twee tegenover elkaar liggende zijwanden (31, 32) heeft, waarbij tenminste een van de zijwanden (31, 32) van het derde huis (28) aan de 25 binnenzijde een geleidingssleuf (39) heeft, die kan samenwerken met een complementaire geleidingsnok (40) op de buitenzijde van een overeenkomstige zijwand (8, 9) van het tweede huis (12).

3. Connectorsysteem volgens conclusie 2, waarbij 30 tenminste een zijwand (31) aan de buitenzijde tenminste een geleidingsnok (37) draagt, die kan samenwerken met een complementaire geleidingssleuf (38) in een overeenkomstige zijwand (8) van het eerste huis (5). 1003147

4. Connectorsysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in elk van twee tegenover elkaar liggende zijwanden (10, 11) van het eerste huis (5) een sleuf (22) is aangebracht, waarbij twee tegenover elkaar liggende 5 zijwanden (15, 16) van het tweede huis met bewegingsvrijheid in x- en y-richting in de sleuven zijn opgenomen.

5. Connectorsysteem volgens conclusie 4, waarbij de sleuven (22) elk aan een uiteinde door een aanslagrand (23) zijn afgesloten en aan het andere uiteinde open zijn, 10 waarbij het tweede huis (12) via de open uiteinden van de sleuven in het eerste huis kan worden geschoven, waarbij in de zijwanden (10, 11) van het eerste huis (5) in de sleuven (22) sleufopeningen (24) zijn aangebracht waarin verende uitsteeksels (17) van de zijwanden (15, 16) van het tweede 15 huis (12) zijn opgenomen, waarbij de samenwerkende uitsteeksels en sleufopeningen de bewegingsvrijheid van het tweede huis althans in de richting van de open uiteinden van de sleuven bepalen.

6. Connectorsysteem volgens conclusie 5, waarbij de 20 uitsteeksels (17) van het tweede huis (12) zijn gevormd op verende verlengstukken (18) van de betreffende zijwanden (15, 16) van het tweede huis.

7. Connectorsysteem volgens conclusie 5 of 6, waarbij de genoemde zijwanden (15, 16) van het tweede huis 25 (12) een grendelopening (26) bezitten en de genoemde zij wanden van het eerste huis (5) in elke sleuf (22) een positioneeruitsteeksel (25) dragen, dat in de bijbehorende grendelopening (26) kan grijpen voor het vasthouden van het tweede huis (12) in een voorafbepaalde stand ten opzichte 30 van het eerste huis (5).

8. Connectorsysteem volgens conclusie 7, waarbij de bodem (29) van het derde huis (28) grendelvingers (27) draagt, die in de grendelopeningen (26) van het tweede huis (12) kunnen grijpen.

9. Connectorsysteem volgens conclusie 8, waarbij de aanslagranden (23) aan het van de bodem (6) afgekeerde uiteinde van de sleuven (22) zijn aangebracht, waarbij in 1003147 . de aanslagrand van elke sleuf van het eerste huis (5) een doorlaatopening voor de overeenkomstige grendelvinger (27) van het derde huis (28) is aangebracht.

10. Connectorsysteem volgens conclusie 8 of 9, 5 waarbij het derde huis (28) twee tegenover elkaar liggende zijwanden (33, 34) heeft, die evenwijdig aan de grendel-vingers (27) lopen aan de buitenzijde daarvan.

11. Connectorsysteem volgens één der conclusies 8-10, waarbij tenminste de zijwand (31) met de geleidingsnok 10 (37) van het derde huis (28) verder vanaf de bodem (29) uitsteekt dan de grendelvingers (27) .

12. Connectorsysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het tweede huis (12) tenminste twee opneemruimten (20) voor een connectorplug (3) heeft.

13. Connectorsysteem volgens één der voorgaande conclusies omvattende een aantal backpanel connectoren (1) en een aantal kaartconnectoren (2), waarbij tenminste een backpanel connector en tenminste een kaartconnector zijn voorzien van elektrische contactelementen.

14. Backpanel connector (1) bestemd voor een connectorsysteem volgens één der voorgaande conclusies.

15. Kaartconnector (2) bestemd voor een connectorsysteem volgens één der voorgaande conclusies. 1003147