NL1002966C2 - Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad. - Google Patents

Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad. Download PDF

Info

Publication number
NL1002966C2
NL1002966C2 NL1002966A NL1002966A NL1002966C2 NL 1002966 C2 NL1002966 C2 NL 1002966C2 NL 1002966 A NL1002966 A NL 1002966A NL 1002966 A NL1002966 A NL 1002966A NL 1002966 C2 NL1002966 C2 NL 1002966C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seedlings
seed
seeds
vigor
image
Prior art date
Application number
NL1002966A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1002966A1 (nl
Inventor
Robert Conrad
Original Assignee
Ball Horticultural Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ball Horticultural Co filed Critical Ball Horticultural Co
Priority to NL1002966A priority Critical patent/NL1002966C2/nl
Publication of NL1002966A1 publication Critical patent/NL1002966A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1002966C2 publication Critical patent/NL1002966C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C1/00Apparatus, or methods of use thereof, for testing or treating seed, roots, or the like, prior to sowing or planting
    • A01C1/02Germinating apparatus; Determining germination capacity of seeds or the like
    • A01C1/025Testing seeds for determining their viability or germination capacity

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physiology (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Pretreatment Of Seeds And Plants (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteits- indicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie die een indicatie geeft voor de kwaliteit van een partij zaad, omvattende de volgende stappen: (a) het selecteren van een 5 aantal zaden uit de partij zaad; en (b) het laten groeien van een aantal zaailingen uit de zaden die zijn geselecteerd in stap (a) totdat de zaailingen bladeren hebben. Bij dergelijke werkwijzen speelt een aantal tests een rol.
10 Zaadgroeikrachttests
In 1876 beschreef Nobbe in "Handbuch der Samenkunde" zijn waarnemingen met betrekking tot de verschillen in zaadgroeikracht en "kiemenergie". Sinds die tijd is de aard en het belang van zaadgroeikracht gestadig toegenomen.
15 Heden ten dage heeft het Vigor Test Committee van de
Association of Official Seed Analysts de volgende definitie van zaadgroeikracht aanvaard: "Zaadgroeikracht omvat die eigenschappen die het vermogen tot een snel uniform uitgroeien en ontwikkeling van normale zaailingen over een 20 breed gebied van veldcondities bepalen." Seed Vigor Testing Handbook. uitgegeven door het Seed Vigor Testing Committee van de Association of Official Seed Analysts (1983)) . (AOSA) .
Biologisch gezien is zaadgroeikracht gebaseerd op de genetische constitutie van zaden die hun maximale fysiologi- 1002966 - 2 - sche potentieel vaststelt, gebaseerd op het feit dat zaden bij rijpheid in kwaliteit achteruitgaan en deze achteruitgang gaat door totdat alle zaadweefsels dood zijn. De mate van achteruitgang inclusief het verlies aan groeikracht 5 wordt niet alleen erfelijk bepaald maar ook door gebeurtenissen die optreden gedurende de zaadontwikkeling, het oogsten, het verwerken en het opslaan.
Er zijn verscheidene categorieën zaadgroeikrachttests bekend.Deze categorieën zijn: (1) groei-en evaluatietests 10 van de zaailingen (dikwijls aangeduid als "zaailing-groei-krachtklassificatie en zaailing-groeisnelheid"-tests); (2) belastingstests; en (3) biochemische tests.
Het testen van kiemkracht.
In aanvulling op het testen van groeikracht wordt het 15 testen van kiemkracht dikwijls uitgevoerd om de kwaliteit van het zaad te bepalen. Kiemkracht (in de laboratoriumprak-tijk) wordt door de AOSA gedefinieerd als "het uitgroeien en de ontwikkeling vanuit het zaadembryo van die essentiële structuren, die voor het desbetreffende zaad een indicatie 20 zijn voor het vermogen om onder gunstige condities een normale plant voort te brengen". Kiemkrachttestresultaten stellen het maximale plant voortbrengende potentieel van een partij zaad vast en correleren zeer goed met het uitgroeien onder gunstige veldcondities.
25 Heden ten dage is de kiemkrachttest het voornaamste geaccepteerde kriterium voor het bepalen van de levensvatbaarheid van zaad. De testresultaten worden op typerende wijze verkregen uit zaden die onder gunstige kiemkrachtcon-dities zijn geplaatst. In wezen worden kiemkrachttests ge-30 daan op kunstmatige, gestandaardiseerde, in wezen steriele media, in vochtige, temperatuur-gestuurde kiemtoestellen gedurende perioden die voldoende lang zijn om tamelijk "zwakke" zaden te laten ontkiemen. Een probleem met deze bekende 1002966 - 3 - kiemkrachttest is echter dat deze test de velduitgroei overschat omdat gunstige condities in het veld zelden of nooit aanwezig zijn.
Een ander probleem bij de bekende kiemkrachttest is 5 dat deze testschaal ook dimensieloos is. Zaad ontkiemt of ontkiemt niet. Derhalve is ieder te ontkiemen zaad per definitie gelijk in plant voortbrengend vermogen. De resultaten van een kiemtest worden uitgedrukt als een percentage van 1 - 100%. Het probleem van het gebruik van dergelijke per-10 centages is dat dit zeer misleidend is. Een partij zaad die voor 50% ontkiemt, moet b.v. dezelfde opstand voortbrengen als een partij zaad die voor 100% kiemt mits tweemaal zoveel zaad wordt geplant. In enkele situaties zou dit kunnen maar meestal zal dit niet het geval zijn.
15 Typen groeikrachttests♦ a. Groei- en evaluatietests van zaailingen:
Enkele groeikrachttests worden uitgevoerd onder dezelfde omstandigheden als de standaard kiemkrachttest behalve dat de groei van zaailingen wordt gemeten of geëvalueerd 20 op een verschillende wijze. Groei- en evaluatietests van zaailingen zijn in het algemeen goedkoop en betrekkelijk snel. De nadelen van deze tests zijn echter dat de condities moeilijk.zijn te standaardiseren tussen laboratoria en de zaadanali-st moet in staat zijn te bepalen of het zaad is 25 ontkiemd.
De zaailing-groeikrachtklassificatie is gelijk aan de standaardkiemkrachttest. Het enige verschil tussen de twee tests is, dat de normale zaailingen verder worden ge-klassificeerd als "sterk" of "zwak". Een zaailing wordt dik-30 wijls als zwak gekarakteriseerd indien de primaire wortel en/of zaadlob ontbreekt, indien het hypocotyl breuken, beschadigingen, necrose,misvormingen of windingen vertoont. Normale zaailingen worden gekarakteriseerd als "sterk". Met • 0 0 2 9 6 6 - 4 - deze test als basis worden zaailingen verdeeld in zaailingen met tekortkomingen en zaailingen zonder tekortkomingen. Hoewel deze. test zeer weinig werk met zich meebrengt, kan een •nonchalante hantering van de test fouten tengevolge hebben.
5 De zaailing-groeisnelheidstest houdt in een meting van de zaailinggroei. Bij deze test ontkiemen zaden volgens de standaardkiemtest met een meer specifiek vochtigheidsge-halte van papieren handdoeken. Aan het einde van de kiempe-riode wordt de zaailinggroei gemeten. Gewoonlijk worden de 10 lineaire groei en het droge gewicht bepaald. Zaden die één enkele rechte scheut of wortel voortbrengen kunnen worden gemeten om een lineaire groei te bepalen. De zaailing-groeisnelheidstest heeft vier beperkingen: (1) het meten van de zaailing en het verwijderen van de zaadlobben of andere op-15 slagweefsels voorafgaande aan het drogen in een oven zijn betrekkelijk tijdrovend; (2) de zaailing-rek kan bij cul-tuurvariëteiten zeer verschillend zijn; (3) de kiemsnelheid wordt beïnvloed door vocht en temperatuur; en (4) de zaad-grootte beïnvloedt de hypocotylgroei in sojabonen.
20 b. Belastingtests:
Er zijn verschillende typen belastingtests bekend. Enkele belastingtests simuleren een belasting die zaden in het veld ondervinden. De theorie achter de belastingtest is dat onder sub-optimale of belastingcondities zaden met een 25 hoge groeikracht een groter potentieel voor uitgroei hebben.
In de versnelde verouderingstest worden b.v. zaden geplaatst bij een temperatuur van 40 - 45°C en bijna 100% relatieve vochtigheid gedurende verschillende tijdsperioden, waarna een kiemtest wordt uitgevoerd. Deze test is betrekke-30 lijk goedkoop.
De koude-test simuleert veldcondities in de vroege lente door een hoge teelaarde-vochtigheid en een lage teel-aarde-temperatuur tot stand te brengen. De zaden worden in 1002966 - 5 - teelaarde geplaatst in een plastic doos of in papieren handdoeken met teelaarde en gedurende een specifieke periode bij 10°C gekweekt. Aan het einde van de koudeperiode gaat men over naar een gunstige temperatuur voor ontkieming. Het uit-5 groeipercentage wordt beschouwd als een indicatie voor de zaadgroeikracht. Bij de koudetest bestaat echter een probleem met betrekking tot microörganismen. Microörganismen veroorzaken vaak een achteruitgang van het zaad, schimmels en andere problemen. Bovendien zijn specifieke teelaardecon-10 dities moeilijk te standaardiseren van laboratorium tot laboratorium.
De koele kiemtest houdt in het ontkiemen van zaden in het donker bij constant lage temperaturen zoals 18°C gedurende enkele dagen. In wezen is deze test een zaaduitput-15 tingstest. Deze test wordt ook aangeduid als de schuine- planktest, die is gebruikt om de groeikracht in het veld te voorspellen bij sla, wortelen, bloemkoolzaden en katoen.
Zie O.E.Smith et al., "Studies on Lettuce Seed Quality: I. Effect of Seed Size and Weight on Vigor", J. Amer. Soc.
20 Hort. Sci. 98(b): 529 - 533 (1973). McCormac, A.C. et al., "Automated Vigour Testing of Field Vegetables Using Image Analysis", Seed Sci. and Technol. 18: 103 - 112 (1990)-.
c. Biochemische tests:
Biochemische tests meten bepaalde metabolische ver-25 schijnselen in zaden die zijn verbonden met het ontkiemen en kunnen worden gebruikt om de groeikracht te onderzoeken.
De tetrazooltest meet de activiteit van het dehydro-genase-enzym. Deze enzymen reduceren tetrazoolchloridezout, dat kleurloos is, om een in water onoplosbare rode verbin-30 ding , formazon, te vormen, die levende cellen een rode kleur geeft. De dode cellen blijven kleurloos. Zie het Seed Vigor Testing Handbook, uitgegeven door het Seed Test Committee van de Association of Official Seed Analysts 1002966 (1983).
- 6 -
Geleidbaarheidstests omvatten het meten van de geleidbaarheid in sijpelwater. Zaden met een lage groeikracht hebben dikwijls een slechte membraanstructuur en lekken dik-5 wijls. Zaden met een dergelijke slechte membraanstructuur verliezen dikwijls elektrolyten, zoals aminozuren en organische zuren, wanneer ze water opzuigen en daardoor de geleidbaarheid van het sijpelwater doen toenemen.
Beeldanalyse.
10 Beeldanalyse, ook bekend als machinaal zien, is een op een computer gebaseerd systeem dat wordt gebruikt in de plantenindustrie. De meest gebruikelijke componenten van een beeldanalysesysteem zijn een camera, een frame-grijper om het analoge beeld te digitaliseren en op te slaan in een 15 RAM, een computer om beeldverwerking, beeldanalyseklassifi-catie en gebruikertoegangs-software te laten werken, en in-formatie-uitgangs-hardware zoals een monitor en printer.
Zie Draper, S.R. et al., "Machine Vision for the Characterization and Identification of Cultivars", Plant Varieties 20 and Seeds 2: 53 - 62 (1989). Beeldanalyse verschaft een nieuwe manier voor het bestuderen en analyseren van planten en zaden. Beeldanalyse wordt b.v. gebruikt om de vorm van plantorganen en zaden te analyseren en te registreren Draper, S.R. et al., "Preliminary Observations with a 25 Computer Based System for Analysis of the Shape of Seeds and Vegetative Structures", J. Nata. Inst. Agric. Bot. 36, 387-395 (1984); Travis, A.J. et al., "A computer Based System for the Recognition of Seed Shape", Seed Sci. & Technol.
13: 813 - 820 (1985). Beeldanalyse wordt ook gebruikt om de 30 vorm en de grootte van planten te bepalen om nieuwe plant-variëteiten te klassificeren, te karakteriseren, te identificeren en te registreren. Zie Keefe, P.D. et al., "An Automated Machine Vision System for the Morphometry of New ί V 0 1 9 6 6 - 7 -
Cultivars and Plant Gene Bank Accessions"; Draper, S.R. et al., "Machine Vision for the Characterization and Identification of Cultivars", Plant Varieties and Seeds 2: 53-62 (1989) .
5 Beeldanalyse is gebruikt om visueel gezonde plantjes te selecteren uit een serie groeiende exemplaren en het overbrengen naar afzonderlijke groeipotten tot stand te brengen. Na het overbrengen naar de afzonderlijke groeipotten wordt beeldanalyse gebruikt om de plantjes verder waar 10 te nemen totdat zij zich ontwikkelen tot verkoopbare exemplaren. Zie He, W.B. et al., "Processing of Living Plant Images for Automatic Selection and Transfer", Computers and Elecrtronics in Agriculture, 6: 107 - 122 (1991).
Beeldanalyse wordt ook gebruikt bij het bepalen van 15 de bladanatomie. Bladoppervlakken en bladlengten zijn b.v. gemeten met behulp van beeldanalyse in bladeren die verkregen zijn van de in het wild levende ARABIDOPSIS THALIANA.
Zie Pyke et al., "Temporal and Spatial Development of the Cells of the Expanding First Leaf of ARABIDOPSIS THALIANA 20 (L.) Heynh", J. of Exp. Bot. 42: 1407 - 1416 (1991).
Beeldanalyse is ook gebruikt bij het testen van groeikracht en het testen van kiemkracht· Beeldanalyse is gebruikt om de resultaten van de schuine-planktest, de versnelde verouderingstest en de koudetest te meten. Zie 25 Keys R.D. et al., "Automated Seedling Length Measurement for Germination/Vigor Estimation Using ACASAS (Computerized Automated Seed Analysis System)", J. of Seed Technol. 9: 40 - 53 (1984). McCormac, A.C. et al., "Cauliflower (BRASSICA OLERACEA L.) Seed Vigour: Imbibition Effects", 30 J. of Exp. Bot. 41: 893 - 899 (1990); McCormac, A.C. et al., "Automated Vigour Testing of Field Vegetables Using Image Analysis", Seed Sci. & Technol. 18: 103 - 112 (1990).
Het probleem bij de bekende zaadgroeikrachttests is 1002966 - 8 - dat de meeste tests worden gedaan onder specifieke, gestuurde groeicondities of chemicaliën gebruiken om de groeikracht van de zaailingen te onderzoeken. Derhalve moet een speciale behandeling van het zaad plaatsvinden om de groeikrachtklas-5 sificatie van de zaailingen te kunnen bepalen.
Bovendien moeten de meeste zaadgroeikracht- en kiem-tests worden uitgevoerd door erkende zaadtechnologen. Om een erkende zaadtechnoloog te worden, moet aan een aantal specifieke eisen, die gesteld worden door de Society of Commerci-10 al Seed Technologies, worden voldaan (deze vereisten zijn bekend aan deskundigen en zullen niet in detail worden besproken) .
Het programma om aan deze eisen te kunnen voldoen wordt gesteund en bevorderd door het Amerikaanse Ministerie 15 van Landbouw. Om b.v. zaad te certificeren voor export, moet een erkende zaadtechnoloog de kiemkrachttest hebben uitgevoerd.
De groeikrachtklassificatie volgens de uitvinding vereist niet dat de zaden groeien onder specifieke gestuur-20 de groeicondities. Volgens de uitvinding kan de groeikrachtklassif icatie worden bepaald bij zaailingen die groeien onder elk type groeicondities. B.v. kan de groeikrachtklassi-ficatie van zaailingen, die groeien onder optimale condities, kascondities of buitencondities, worden bepaald.
25 Bovendien wordt bij de zaailing-groeisnelheidstest iedere groeifactor (wortelgrootte, bladgrootte, stengel-grootte enz.) gemeten als deel van de test. Het idee is dat de partij die van dag tot dag het meeste groeit, de meeste groeikracht heeft. Bij de uitvinding wordt de groeikracht-30 klassificatie bepaald door het testen van de zaailing in elk ontwikkelingsstadium zo lang de bladeren aanwezig zijn en niet overlappen.
Bovendien vereisen de bekende zaadgroeikracht- en 1002966 9 kiemkrachttests de aanwezigheid van een erkende zaad-technoloog om het testen van de groeikracht uit te voeren.
Een kweker die vulzaaibakken verbouwt moet dan ook de beschikking hebben over een erkende zaadtechnoloog om de 5 groeikrachtclassificatie van zijn zaailingen te bepalen.
Volgens de onderhavige uitvinding is de aanwezigheid van een erkende zaadtechnoloog niet nodig is. In plaats daarvan kan een ieder worden getraind om het testen van de groeikracht volgens de uitvinding uit te voeren.
10 De onderhavige uitvinding verschaft derhalve een middel waarmee een kweker de groeikrachtclassificatie van een vulzaai-bak met zaailingen, die onder allerlei groeicondities zijn gegroeid, en in elk stadium van ontwikkeling, kan bepalen.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt daartoe 15 gekenmerkt, door de volgende stappen: (c) het oriënteren van de zaailingen ten opzichte van een beeldgenerator met een zodanig gezichtsveld dat oppervlakten van de bladeren zich bevinden in het gezichtsveld van de beeldgenerator; (d) het voortbrengen van een beeld van het aantal zaailingen dat is 20 gegroeid in stap (b) en is georiënteerd in stap (c), zodat het beeld oppervlakken van de bladeren bevat; (e) het automatisch uitvoeren van een aantal metingen uit het beeld van de zaailingen die zijn voortgebracht in stap (d), waarbij de metingen metingen zijn van bladoppervlakken van de 25 zaailingen; en (f) het toewijzen van een kwaliteitsindicatie aan de partij zaad waaruit de zaden werden geselecteerd in stap (a), waarbij de kwaliteitsindicatie is gebaseerd op de metingen die automatisch zijn gedaan in stap (e).
De uitvinding heeft op voordelige wijze betrekking op 30 een werkwijze voor het onderzoeken van de kwaliteit van een monsterpartij zaad voor een bijzondere oogst. De kwaliteit van een partij zaad wordt onderzocht door het bepalen van de groeikrachtclassificatie voor die bijzondere oogst van zaailingen. Wanneer eenmaal de kwaliteit van de partij zaad is 35 onderzocht, kan dit onderzoek worden geregistreerd.
1002966 10
Om de groeikrachtclassificatie te bepalen moeten zaden van een bijzondere oogst worden gezaaid in een geschikt medium dat voldoende is om de groei te ondersteunen. De zaden worden gekweekt in een vulzaaibak of buiten op het veld.
5 Indien de zaden buiten op het veld worden gekweekt, wordt een foto van de zaailingen genomen in een geschikt ontwikkelingsstadium om hun groeikrachtclassificatie te kunnen bepalen.
De zaden kunnen worden gekweekt onder optimale condities, commerciële condities, buiten, of in een kas.
10 Derhalve is volgens de onderhavige uitvinding de groeikrachtclassif icatie die wordt bepaald niet afhankelijk van de groeicondities.
Er wordt gebruik gemaakt van beeldanalyse om de groeikrachtclassificatie te bepalen. De beeldanalyse-15 apparatuur wordt gebruikt om het totale oppervlak van de bladeren van de zaailingen in een vulzaaibak, petrischaal of foto, de standaarddeviatie van het bladoppervlak van de zaailingen, en het kiempercentage van de zaailingen te meten. Wanneer deze metingen en berekeningen zijn uitgevoerd, wordt 20 de groeikrachtclassificatie van de zaailingen bepaald door het delen van de totale oppervlakte van de bladeren door de standaarddeviatie van de bladeren, vermenigvuldigd met het kiemkrachtpercentage.
De uitvinding zal nu aan de hand van de tekeningen en 25 de beschrijving in het volgende nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een stroomschema van een relevant deel van het computerprogramma dat wordt gebruikt bij de beeldanalyse-apparatuur, meer in het bijzonder een besturingscomputer, om de groeikrachtclassificatie van een monster-vulzaaibak met 30 zaailingen te bepalen. De persoon, die het testen van de groeikracht uitvoert, werkt met een besturingscomputer om de groeikrachtclassificatie te bepalen.
Fig. IA is een stroomschema van stappen die worden uitgevoerd bij het plaatsen van zaailingen onder een 35 videocamera.
100 2966 11
Fig. 2 is een print van een besturingsmonitorscherm na de bepaling van de groeikrachtclassificatie voor een vulzaaibak met zaailingen. De figuur geeft aan dat een besturingscomputer het oppervlak van de bladeren van de 5 zaailingen heeft gemeten, en de standaarddeviatie van de bladeren en het kiempercentage heeft berekend.
Fig. 3 is een print van een besturingsmonitorscherm na de bepaling van de groeikrachtclassificatie voor een vulzaaibak met petuniaplanten.
10 Fig. 4 is een print van een besturingsmonitorscherm na de bepaling van de groeikrachtclassificatie voor een vulzaaibak met verschillende impatiëns-planten.
Fig. 5 is een print van een besturingsmonitorscherm na de bepaling van de groeikrachtclassificatie voor een 15 vulzaaibak met impatiëns-planten.
Fig. 6 is een print van een besturingsmonitorscherm na de bepaling van de groeikrachtclassificatie voor een vulzaaibak met viooltjes.
Fig. 7 is een voorbeeld van een computerprogramma dat 20 kan worden geprogrammeerd in een besturingscomputer om de werkwijze volgens de uitvinding in praktijk te brengen.
Fig. 8 is een print van een besturingsmonitorscherm en toont het "kleurendetectie"-venster en grafieken voor kleur, verzadiging en intensiteit. De figuur toont ook 25 staven links van de kleur- en verzadigingsgrafieken die kunnen worden ingesteld indien de computer geen zaailingen detecteert.
De groeikrachtclassificatie kan worden gebruikt om de kwaliteit van een monsterpartij zaad voor een 30 bijzondere oogst van zaailingen te onderzoeken en aan te geven. In het algemeen geldt dat hoe groter de groeikrachtclassificatie des te hoger de kwaliteit van de partij zaad is. De groeikrachtclassificatie is belangrijk voor commerciële kwekers vanuit het oogpunt van 35 inventariscontrole. Vermoedelijk zullen vulzaaibakken met een lage groeikrachtclassificatie en derhalve 1002966 - 12 - een lage kwaliteit van de partij zaad niet worden verkocht of gebruikt.
De groeikrachtklassificatie kan ook worden gebruikt om de kwaliteit van een bijzondere partij zaad van een oogst 5 die in één jaar is gekweekt, te vergelijken met de kwaliteit van een partij zaad van dezelfde oogst die gekweekt is in een ander jaar of op een andere plaats of door een commerciële zaadkweker. Ook kan de groeikrachtklassificatie worden gebruikt om de kwaliteit van een partij zaad van een oogst 10 die in één maand (b.v. december) is gekweekt en de kwaliteit van een partij zaad van dezelfde oogst die enkele maanden later is gekweekt {b.v. april van het volgende jaar) te vergelijken.
Om de groeikrachtklassificatie van een monster-vul-15 zaaibak met zaailingen en tenslotte de kwaliteit van een bijzondere partij zaad waaruit zaailingen zijn genomen, te bepalen, worden zaden bij voorkeur gezaaid in een vulzaaibak Een vulzaaibak of bak is een kweekbak die vervaardigd is van een polymeer, plastic of hout. De vulzaaibak wordt ver-20 deeld in afdelingen met een bepaalde grootte die "cellen" worden genoemd, en waarin zich een medium bevindt dat in staat is om de plantengroei te ondersteunen. Vulzaaibakken hebben b.v. afmetingen van ongeveer 28 x 56 cm en kunnen 80 - 800 cellen bevatten. Vervolgens worden zaden in het me-25 dium gezaaid. Het medium dat wordt gebruikt in de vulzaaibak kan elk type medium zijn, zoals teelaarde, veenmos, water of gel. Wanneer water of gel wordt gebruikt moet het medium worden aangevuld met voldoende nutriënten om de groei van de zaailing te ondersteunen. Bij voorkeur is het medium 30 veenmos - vermiculiet - perliet.
Bij voorkeur worden de zaden gezaaid en gekweekt in een vulzaaibak. Zaden die niet worden gekweekt in een vulzaaibak kunnen echter ook worden getest. B.v. kan de kwali- 1002966 - 13 - teit van partijen zaad die zijn gekweekt in een veld of een tuin, ook worden bepaald. Voor zaden die zijn gekweekt in dergelijke niet-gestuurde omgevingen wordt een foto zoals een dia of een digitaal beeld, zoals een videotape, genomen 5 van de zaailingen in een geschikt ontwikkelingsstadium. De foto of het digitale beeld wordt vervolgens gebruikt voor groeikracht-analyse-testdoeleinden in plaats van de vulzaai-bak gedurende het testen. Ook kunnen zaden die zijn gekweekt in een laboratorium in een testbuis of petrischaal worden 10 geëvalueerd.
Elk type zaad kan worden getest bij gebruik van de onderhavige uitvinding. B.v. kunnen bloemzaden, zoals petunia's, viooltjes of impatiëns worden gebruikt. Groentenzaden zoals komkommer, bonen, sla of paprika kunnen worden ge-15 bruikt. Vruchtenzaden zoals aardbeiden, tomaten, pompoenen, appels en sinaasappels kunnen worden gebruikt. Landbouwgewaszaden, zoals graan, tarwe en gerst kunnen worden gebruikt. Gras en graszodezaden kunnen worden getest mits zij worden verkregen in het juiste stadium van ontwikkeling. Gras en 20 graszoden kunnen worden geëvalueerd in digitaal formaat. De verticale oriëntatie van de zaailing vanaf de teelaarde naar de bovenzijde van de zaailing kan b.v. worden gebruikt_om het beeld te verkrijgen. Eventueel kunnen voorgekiemde of niet-gekiemde zaden worden gebruikt.
25 Eenmaal gezaaid worden de zaden gekweekt onder elk type kweekcondities. De zaden kunnen b.v. worden gekweekt onder optimale condities of onder commerciële kascondities of kunnen buiten worden gekweekt in tuinen of velden of in een kas enz. Ongeacht waar de zaden worden gekweekt moet 30 echter voorzien zijn in voldoende water, beluchting, oxyge-natie, en verlichting, zodat de zaden zullen ontkiemen.
De condities waaronder de zaailingen worden gekweekt beïnvloeden niet de groeikrachtklassificatie. Ongeacht de 1002966 - 14 - condities waaronder de zaailingen worden gekweekt kan de groeikrachtklassificatie worden gebruikt om te bepalen welke partijen zaad de meeste groeikracht hebben. B.v. kan een groep van partijen zaad, die onder optimale condities zijn 5 gekweekt, worden getest, gevolgd door een zaaibak die gekweekt is onder normale buitencondities. Deze variatie in testcondities is uniek op het gebied van groeikrachttests.
De bekende groeikrachttests hebben betrekking op het bepalen van de groeikracht van planten die slechts onder optimale 10 of minder optimale kweekcondities zijn gekweekt. Volgens deze tests werden de kweekcondities als zeer significant beschouwd. De groeikrachtklassificatie van de uitvinding is echter niet afhankelijk van de kweekcondities.
Wanneer de zaailingen verschijnen en de bladeren naar 15 buiten vouwen, kan de groeikrachtklassificatie worden bepaald. Het verdient de voorkeur dat de groeikrachtklassifi-catie kan worden bepaald voordat de bladeren een baldakijn vormen of in significante mate beginnen te overlappen, zodat nauwkeurige resultaten kunnen worden verkregen.
20 De groeikrachtklassificatie wordt bepaald met gebruik making van beeldanalyse-apparatuur. De beeldanalyse-appara-tuur voert een reeks metingen en berekeningen uit die worden gebruikt om de groeikrachtklassificatie voor de monsterzaden en vervolgens voor de daarmee verbonden partij zaad, te be-25 palen. De apparatuur voor de beeldanalyse of het machinaal zien omvat bij voorkeur een besturingscomputer, een bestu-ringsmonitor, een videocamera en software. Andere apparatuur, die het testen vergemakkelijkt, zoals kleurenmodulen, beeldgeheugen, expansiemodulen enz., kan worden gebruikt.
30 Bij voorkeur is de besturingscomputer iedere geschik te PC-compatibele besturingscomputer. Dergelijke besturings-computers zijn bekend aan deskundigen en zullen niet nader worden omschreven. Het softwareprogramma dat kan worden ge- 1002966 - 15 - bruikt is bij voorkeur Quantimet Image Processing Software (QUIPS). Met QUIPS kan een routine-opeenvolging van instructies worden voortgebracht om herhalings-beeldanalysetaken uit te voeren. Meer in het bijzonder maakt QUIPS een beeld-5 analyse-optie mogelijk die een opeenvolging van beeldanalyse-bewerkingen ("routine" genoemd) kan registreren, en die kan lopen op een computer. De routine kan worden gebruikt om ap-plicatieoplossingen voort te brengen die bij herhaling kunnen worden gebruikt door andere gebruikers van het systeem 10 zonder enige specialistische kennis van de werking van het systeem. In aanvulling op de bovenstaande apparatuur is gewoonlijk een printer nodig. Iedere geschikte computerprinter kan worden gebruikt.
Wanneer de zaailingen gereed zijn voor het testen, 15 wordt de vulzaaibak of foto geplaatst onder de videocamera. Gebruik kan worden gemaakt van een zwart/wit- of kleuren-videocamera. De videocamera wordt gebruikt om een rechtstreeks beeld van het monster zaailingen voort te brengen.
De videocamera zendt het beeld naar de besturingsmonitor.
20 De besturingsmonitor heeft een beeld van een stationair rooster op zijn scherm. Het stationaire rooster heeft de vorm van kleine dozen of cellen. Het rechtstreekse beeld staat in lijn met het stationaire rooster. Meer in het bijzonder staat het beeld in lijn zodat elke zaailing zich 25 slechts binnen één van de dozen of cellen bevindt.
Soms zal het rechtstreekse beeld enkele vlekken, spikkels of andere vervormingen bevatten. In die gevallen wordt de computer gebruikt om het beeld glad te strijken en/of te modificeren, zodat een duidelijker, gemakkelijker 30 te analyseren beeld kan worden verkregen. B.v. kunnen vlekken en spikkels worden verwijderd door te kijken naar de pixels welke de vlekken en spikkels omgeven en de computer opdrachtjgeven om de vlekken en spikkels dezelfde kleur te 1002966 - 16 - laten aanneraen als de omgevende pixels of door de computer de vlekken, spikkels en omgevende pixels te laten middelen tot dezelfde kleur.
Het rechtstreekse beeld van de zaailingen op de moni-5 tor wordt gebruikt om een beeld van de zaailingen voort te brengen. Uit de voortgebrachte beelden berekent de bestu-ringscomputer de groeikrachtklassificatie.
Meer in het bijzonder meet, vanaf de voortgebrachte beelden, de besturingscomputer de totale oppervlakte van al-10 le bladeren in de vulzaaibak of foto. De meting kan worden uitgevoerd in mm2. De computer berekent dan de standaard derivatie van het open bladoppervlak (in mm2) en het kiem-percentage van de zaailingen. De computer berekent het-kiem-percentage door het totaal zaailingen in het rooster te be-15 rekenen en dit te delen door het aantal vierkanten of cellen in het rooster. Dit getal wordt dan vermenigvuldigt met 100 om het kiempercentage te geven.
Het kiempercentage kan worden berekend op een aantal manieren. B.v. kan het kiempercentage ook worden bepaald 20 door de computer te laten kijken naar iedere zaailing afzonderlijk in een cel. De computer berekent dan het bladoppervlak van elke zaailing en vergelijkt dit met het bladoppervlak van een commercieel bruikbare zaailing uit dezelfde oogst. De computer bepaalt vervolgens het percentage zaai-25 lingen met een bladoppervlak van tenminste 70% van het gemiddelde oppervlak van de commercieel bruikbare zaailing.
Bovendien kan de computer worden geprogrammeerd om bepaalde karakteristieken in aanmerking te nemen waarvan bekend is dat ze bestaan in een bijzondere oogst, wanneer het 30 kiempercentage wordt berekend. Het is b.v. bekend dat petunia's albinozaden voortbrengen. Albinozaden resulteren in zaailingen met witte bladeren. De computer kan worden geprogrammeerd om al dan niet zaailingen met witte bladeren -3 0 2 9 6 6 - 17 - te tellen, wanneer het kiempercentage wordt bepaald. Een soortgelijke procedure kan worden gebruikt voor planten die te groot of te klein, te geel enz. zijn.
De groeikrachtklassificatie wordt bepaald door het 5 delen van de totale oppervlakte van de bladeren door de standaarddeviatie van de bladeren en dit te vermenigvuldigen met het kiempercentage. De formule voor het berekenen van de groeikrachtklassificatie kan worden ingebracht in de programmering van de computer of in plaats daarvan met de hand 10 worden berekend met gebruikmaking van een rekenmachine.
Een computerprogramma dat kan worden gebruikt voor de werkwijze van de onderhavige uitvinding, kan worden vervaardigd door een computerprogrammeur die hiermee bekend is. Fig.7 is b.v. een computerprogramma dat met de software 15 QUIPS is geschreven. Dit programma kan worden geprogrammeerd in een besturingscomputer en worden gebruikt in de werkwijze volgens de uitvinding.
Indien het programma dat is weergegeven in fig.7 wordt geprogrammeerd in een besturingscomputer, wordt de 20 werkwijze volgens de uitvinding als volgt uitgevoerd:
De persoon die het testen uitvoert, werkt met de beeldanalyse-apparatuur om de informatie en parameters.die nodig zijn om de groeikrachtklassificatie te berekenen, te verschaffen. De eerste stap is dat de persoon die de test 25 uitvoert, een vulzaaibak, foto of digitaal beeld van de mon-ster-zaailingen onder een videocamera plaatst. De camera behoeft geen specifieke afstand vanaf de vulzaaibak te hebben. Slechts is vereist, dat camera en lens de zaaibak in het brandpunt hebben. Wanneer de zaaibak in het brandpunt 30 is, vindt kalibratie plaats door met een lineaal te meten hoeveel oppervlakte wordt bedekt door een pixel. De pixel-meting wordt gewoonlijk gedaan in mm, hoewel andere meeteenheden, zoals cm, kunnen worden gebruikt. Indien b.v. het 1002966 - 18 - programma dat is weergegeven in fig.7 wordt gebruikt, bedekt een pixel 0,409982 mm (zie fig.lA). De vulzaaibak kan worden geplaatst op een fotostatief onder de camera of kan worden geplaatst op een geleidersysteem dat beneden de camera be-5 weegt. Nadat de vulzaaibak onder de videocamera is geplaatst plaatst de gebruiker die de test uitvoert zich vóór de be-sturingscomputer. Fig.l is een stroomschema van het relevante deel van het computerprogramma dat wordt gebruikt voor interactie tussen de geprogrammeerde besturingscomputer en 10 de gebruiker. Bij voorkeur is de besturingscomputer geprogrammeerd met de bovenbeschreven software, QUIPS.
De gebruiker krijgt toegang tot het systeem door een wachtwoord, sleutel of dergelijke te gebruiken die samen met een toegangsbesturingssysteem wordt gebruikt. Na verificatie 15 dat de gebruiker bevoegd is om toegang te krijgen tot het beeldanalysesysteem, geeft het systeem een "Display"-venster en een "Tools"-venster. De gebruiker controleert of hij de "QUIPS"-software gebruikt. De gebruiker gaat dan naar het "Tools"-venster en kiest "Run". Het systeem geeft een "Rou-20 tine Header"-venster. De gebruiker selecteert vervolgens "File". Wanneer het file-venster eenmaal is geopend kiest de gebruiker "Open". De gebruiker kiest het bestand voor de specifieke oogst en variëteit die worden getest, zoals voor petunia's, impatiëns, viooltjes enz. De computer geeft dan 25 een "Routine Header"-venster weer, waarbij de geselecteerde bestandsnaam boven aan het venster staat. Indien de bestandsnaam niet juist is, moet de gebruiker opnieuw beginnen en het juiste bestand kiezen voor de specifieke oogst en variëteit die worden getest.
30 Wanneer de bestandsnaam juist is kiest de gebruiker vervolgens "Continue". Het systeem kan het "Feature Histo-gram"-venster weergeven. Indien het "Feature Histogram"-venster wordt weergegeven controleert de gebruiker de getal- 1002966 - 19 - len van de X-as en de Y-as van het histogram om zeker te zijn dat deze getallen juist zijn voor de oogst die wordt getest. Indien de getallen niet juist zijn kan de gebruiker de juiste getallen invoeren. Indien de getallen juist zijn 5 kiest de gebruiker vervolgens "Continue".
Vervolgens geeft de computer een rechtstreeks beeld van de zaailingen in de vulzaaibak en een "Camera Set Up"-venster. Nu kan de gebruiker verschillende eigenschappen op de camera instellen, zoals apertuur, zoom en focus, indien 10 dit nodig is om het rechtstreekse beeld te verbeteren. Wanneer de gebruiker klaar is met het "Camera Set Up"-venster drukt de gebruiker op "Continue".
Na het "Camera Set Up"-venster geeft de computer een venster weer dat een stationair rooster bevat dat is gekali-15 breerd in mm samen met het rechtstreekse beeld. De gebruiker stelt de zaailingen in de vulzaaibak in lijn met het stationaire rooster. Wanneer de bak op de juiste wijze in lijn staat, zodat een volledig en helder beeld van de gehele bak op de juiste wijze geplaatst is ten opzichte van het roos-20 ter, drukt de gebruiker op "Continue".
Vervolgens geeft de computer een beeld weer van hetgeen is gedetecteerd als plantmateriaal uit het verkregen beeld. De computer geeft ook een "Color Detect"-venster dat opgeslagen getallen bevat voor kleur, verzadiging en 25 intensiteit voor de bijzondere oogst, en grafieken voor kleur, verzadiging en intensiteit, gebaseerd op het rechtstreekse beeld. De gebruiker controleert de opgeslagen getallen voor de kleur, verzadiging en intensiteit. Indien opgeslagen getallen juist zijn voor de bijzondere oogst en de 30 variëteit die worden getest, kan de gebruiker vervolgens de juiste getallen invoeren.
De gebruiker zou nu kunnen opmerken dat de computer slechts gedeeltelijk enkele of alle zaailingen heeft gede- 1002966 - 20 - tecteerd. Indien dit het geval is, kan de gebruiker de staven links van de kleur- en verzadigingsgrafieken instellen (zie f ig.8).
Behalve detectieproblemen zou de gebruiker kunnen op-5 merken dat enige bewerking van het gedetecteerde beeld vereist is. Indien dit het geval is kan de gebruiker gebruikmaken van het "Binary Edit"-venster dat wordt gevonden in het "Tools"-venster onder "Edit". Het "Binary Edit"-venster heeft verscheidene "Editing"- en "Undo Enditing"-eigenschap-10 pen. Indien de gebruiker b.v opmerkt dat twee zaailingen in het beeld elkaar overlappen of elkaar raken, kan hij "Cut" kiezen uit het "Binary Edit"-venster. Het gebruik van de "Cut"-eigenschap maakt het de gebruiker mogelijk om een lijn te trekken tussen twee gedetecteerde zaailingen en 15 daardoor de computer te instrueren om deze als afzonderlijke objecten te behandelen.
De gebruiker kan ook "Draw" in het "Binary Edit"-venster kiezen om een schets van een zaailing, die niet gedetecteerd is door de computer maar zichtbaar is op het ver-20 kregen beeld, te tekenen. De gebruiker kan ook een geheel object, dat is gedetecteerd, weglaten met gebruikmaking van de "Delete"-functie. De "Delete"-functie wordt ook gevonden in het "Binary Edit"-venster en is nuttig wanneer perliet of vermiculiet d.w.z. kweekmediumdeeltjes, bij vergissing 25 is gedetecteerd door de computer als plantmateriaal.
De gebruiker kan ook de "Erase"-functie in het "Binary Edit"-venster om een cirkel of rechthoek te trekken rond een uit te wissen object, gebruiken. De "Edit"-functie is nuttig indien twee zaailingen in dezelfde cel liggen en 30 de gebruiker één uit het verkregen beeld wenst weg te laten.
Het "Binary Edit"-venster bevat ook een "Undo"-func-tie die een bewerking geheel of gedeeltelijk uitwist. Indien de "Undo"-functie wordt gebruikt, moet de gebruiker wederom 1002966 - 21 - de gehele bewerking invoeren na het kiezen van "Undo".
Wanneer de "Editing"-bewerking is voltooid, drukt de gebruiker op "Continue". Vervolgens geeft de computer een "Image Utilities"-venster weer. De gebruiker drukt vervol-5 gens op "Masked Copy" en vervolgens op "Ok". Door het drukken op "Masked Copy" wordt een zwart/wit-beeld van het rechtstreekse beeld voortgebracht.
Na het verdwijnen van het "Image Utilities"-venster geeft de computer een "Input Loop"-venster weer. De gebrui-10 ker kan nu de "TV and Masked Copy Functions" gebruiken die liggen in het weergeefvenster om het rechtstreekse beeld en het zwart/wit-beeld aan te tikken om te bepalen of er problemen optraden op de "Masked Copy". Indien er problemen optreden kan de gebruiker het getal "1" invoeren in het "Input 15 Loop"-venster om een nieuw beeld te verkrijgen of hij kan het getal "2" invoeren om het verkregen beeld opnieuw te detecteren. Indien de gebruiker niet een nieuw beeld opnieuw wenst te verkrijgen of het verkregen beeld opnieuw wenst te detecteren, kan hij vervolgens "Continue" indrukken.
20 Na het "Input Loop"-venster geeft de computer een "Input Sampid$"-venster. De gebruiker kan dan het partijnummer invoeren dat zich bevindt op de zaaibak, indien dit nodig is.
Vervolgens geeft de computer een "Input Sow"-venster 25 weer. De gebruiker kan nu de zaaidatum en inspectiedatum invoeren. De zaaidatum is de datum waarop het zaad werd geplant. De inspectiedatum is de datum waarop het testen van de groeikracht werd uitgevoerd.
De computer geeft vervolgens een "Input Variety$"-30 venster weer. De gebruiker kan de specifieke variëteits- naam (of een andere geschikte beschrijving) van de oogst die wordt getest, invoeren.
Vervolgens geeft de computer een "Input Rep$"-venster 1002966 - 22 - weer. De gebruiker voert het "Rep"-nummer in. Het "Rep"-nuïïimer is het nummer van de specifieke herhaling van de test.
Tenslotte geeft de computer het "Germination Results"-venster weer. In het "Germination Results"-venster geeft de 5 computer het kiempercentage weer dat is berekend voor de zaaibak evenals de groeikrachtklassificatie voor de specifieke partij zaad die is bemonsterd en getest. Bovendien kan het scherm ook twee "Feature Histogram"-vensters weergeven. Een van de "Feature Histogram"-vensters bevat een staafgra-10 fiek die toont hoeveel zaailingen een bijzondere grootte hebben. Het andere venster geeft de meting weer van de oppervlakte van de bladeren en de standaarddeviatie van de bladeren. Het venster kan eveneens verschillende afmetingen bevatten, zoals de gemiddelde bladoppervlakte, de maximale 15 bladoppervlakte in een cel, de minimum bladoppervlakte in een cel, de mediaan bladoppervlakte enz. (zie fig.2).
Het is belangrijk om op te merken dat verschillende programma-subroutines kunnen worden toegevoegd om het voortgebrachte beeld te verbeteren. B.v. kan men gebruikma-20 ken van de "Gaussiaanse" opdracht die een vorm van beeld-afvlakking is die gebruik maakt van een Gaussiaanse kern om minder vervaging van het beeld te geven. De "Laplace 1"-opdracht kan worden gebruikt om randen in een beeld te detecteren door het uitvoeren van een "Laplace”-transformatie 25 met gebruikmaking van vier naburige pixels. De "Laplace 2"-opdracht maakt gebruik van acht naburige pixels.
Wanneer het afdrukken voltooid is, drukt de gebruiker op "Continue" en vraagt het systeem of de gebruiker terug wenst te gaan naar het stationaire weergeefrooster en een 30 andere vulzaaibak met zaailingen op te stellen voor het testen van groeikracht of in plaats daarvan het systeem te verlaten.
De typerende tijd die nodig is voor de besturingscom- 1002966 - 23 - puter om de groeikrachtklassificatie voor een zaaibak met zaailingen te bepalen is ongeveer 1 minuut. Er blijkt dat er geen speciale eisen of training vereist zijn voor de gebruiker. De gebruiker kan b.v. worden getraind om de groei-5 krachtklassificatie uit te voeren in ongeveer een half uur.
De groeikrachtklassificatie die wordt verkregen door de computer, wordt vervolgens geëvalueerd tegen een stan-daardgroeikrachtklassificatieschaal die tot stand komt via correlatiestudies met andere zaailingen uit dezelfde oogst 10 die zijn gezaaid in andere commerciële inrichtingen. Vervolgens wordt de kwaliteit van de partij zaad bepaald, afhankelijk waar de groeikrachtklassificatie valt op de schaal. De kwaliteit van de partij zaad wordt vervolgens geregistreerd.
De groeikrachtklassificatie kan ook worden geëvalueerd tegen 15 de groeikrachtklassificatie van zaaibakken die eerder op de dag, week enz. zijn bepaald.
Afhankelijk van de groeikrachtklassificatie, die is bepaald met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, kan een bijzondere partij zaad al dan niet worden verkocht of kan 20 eerst worden voorzien van een aanduiding van een mindere groeikrachtklassificatie. Een groeikrachtklassificatie die een kweker niet 90% bruikbare zaailingen geeft kan b.v^ commercieel niet acceptabel worden geacht of kan aanleiding geven tot een lagere prijs voor de zaden wanneer deze worden 25 verkocht. Dit percentage van 90% werd ontwikkeld, gebaseerd op informatie uit andere kassen. Groeikrachtklassificaties worden vervolgens gecorreleerd met afzonderlijke commerciële voorzieningen. Daar de condities binnen een kas gelijk zijn voor alle variëteiten of partijen zaad die gekweekt worden 30 binnen de betreffende kas en omdat de groeikrachtklassificatie onafhankelijk is van specifieke kritische condities, kan een kweker vervolgens correlaties maken binnen zijn kas die geldig zijn van oogst tot oogst en jaar tot jaar. Dit is voor 1002966 -24- kwekers uiterts gunstig om de volgende redenen: Stel dat een kweker 100.000 planten wenst te zaaien. Stel dat de kweker de groeikrachtklassificatie en de kwaliteit van de partij zaad kent. Gebaseerd op deze informatie kan de kweker: (1) 5 alle 100.000 zaden zaaien, gebaseerd op zijn vertrouwen in de kwaliteit van de partij; (2) de 100.000 zaden zaaien plus een buffer, gebaseerd op de kwaliteit van de partij zaad en hoeveel zaden naar hij verwacht ziet zullen opkomen; of (3) de dubbele hoeveelheid zaden zaaien.
10 Er is nu ook gevonden dat zaden die verzameld zijn uit zaailingen met een hoge groeikrachtklassificatie, zoals bepaald door de werkwijze volgens de uitvinding, een hogere opslaglevensduur hebben. Meer in het bijzonder werden verschillende variëteiten van zaden met verschillende groei-15 krachtklassicificaties verzameld en opgeslagen onder normale zaadopslagcondities gedurende 5 maanden. Vervolgens werden de zaden geplant in een vulzaaibak en hun groeikrachtklassificatie werd iedere maand verkregen met gebruikmaking van de onderhavige uitvinding. De zaden werden ook getest met gebruik-20 making van de bekende standaard-vultest. Als gevolg hiervan ontdekte de uitvinder dat hoe hoger de groeikrachtklassificatie van de zaailingen, zoals bepaald door de onderhavige uitding, des te hoger en beter de opslaglevensduur van de zaden was die werden verzameld uit de resulterende planten. Dit op-. 25 slaglevensduur-testresultaat kon echter niet worden gecorreleerd aan, d.w.z. bepaald uit, de bekende groeikrachttest.
Het voornaamste probleem met de bekende tests is dat deze tests slechts schatten of de partij zaad al of niet goed zal zijn in 6 maanden of 12 maanden. Omdat er geen gekwanti-: 3o ficeerde maat is voor de zaadgroeikracht, zijn deze bekende tests in wezen een "slagen"- of "zakken"-type van een verouderingstest .
Ook zijn voor gebruik bij de uitvinding beeldanalyse- 1002966 - 25 - systemen overwogen die meer dan één camera bij meer dan ëën hoek gebruiken. Dergelijke beeldanalysesystemen brengen driedimensionale beelden voort. Indien een dergelijk systeem wordt gebruikt, wordt het bladoppervlak echter gemeten in 5 mm3in plaats van mm2.
De uitvinding zal aan de hand van de volgende voorbeelden nader worden beschreven.
Voorbeeld 1
Fig.3 toont de resultaten van een groeikrachttest op 10 een vulzaaibak van petuniaplanten, genaamd "Madness Burgundy" Deze test werd gedaan op 20 januari 1995. Eerst werden petu-niazaden gezaaid in een vulbak en werden gekweekt totdat zaailingen verschenen en de bladeren zich ontvouwden. De vulzaaibak werd vervolgens onder een videocamera geplaatst.
15 De groeikrachtklassificatie werd bepaald met gebruikmaking van een besturingscomputer die geprogrammeerd was volgens figuur 7. De resultaten worden weergegeven in figuur 3, die aangeeft dat twee "Feature Histogram"-vensters worden weergegeven. Eén van de "Feature Histogram"-vensters geeft de resul-20 taten weer van de metingen van het totale oppervlak van de bladeren t.w. 3310,94 mm2. De standaarddeviatie van het bladoppervlak is ook weergegeven en bedraagt 10,64 mm2. Het "Germination Results"-venster geeft het kiempercentage van de bak weer evenals de groeikrachtklassificatie daarvan. De groei-25 krachtklassificatie wordt aangegeven onder de kop "BALL VIGOR INDEX" ("BALL", Ball Vigor Index, en BVI (Ball Vigor Index) zijn merknamen). De groeikrachtklassificatie wordt gegeven als 296. "Total cells measured" is de totale grootte van het monster. In dit voorbeeld bedraagt dit 126 zaden per 30 test. Het "Total germinated cells" is het aantal zaailingen in het rooster.
Voorbeeld 2
Fig. 4 toont de resultaten van een groeikrachttest 1002966 - 26 - op een bak impatiëns-planten, genaamd "Super Elfin Blush" (merknaam). Dergelijke impatiëns-zaden werden gezaaid, gekweekt en geplaatst onder een videocamera, zoals in voorbeeld 1. De besturinascomput^r werd geprogrammeerd volgens 5 fig.7. De test werd uitgevoerd op31 januari 1995. Het oppervlak van de bladeren is 9199,47 mm2. De standaarddeviatie is 20,90 mm2. Het kiempercentage is 99%. De groeikracht-klassificatie is 437.
Voorbeeld 3 10 Fig.5 toont de resultaten van een groeikrachttest van een andere zaaibak "Super Elfin Blush" (merknaam) impatiëns-planten. Zoals in voorbeeld 2 werden impatiëns-zaden gezaaid, gekweekt en geplaatst onder een videocamera. De besturingscomputer werd qeprogrammeerd volgens fig.7. De 15 test werd ook uitgevoerd op 31januari 1995. Het oppervlak van de bladeren is 9377,98 mm2. De standaarddeviatie is 13.20 mm2. Het kiempercentage is 96%. De groeikrachtklassif icati·: is 682, hetgeen hoger is dan de groeikrachtklassificatie bepaald voor de vulzaaibak van voorbeeld 2. Klanten, aan wie 20 een keuze werd geboden tussen de partijen zaad van dit voorbeeld en voorbeeld 2, kozen de partijen zaad van dit voorbeeld vanwege de hogere groeikrachtklassificatie. De partijen zaad van dit voorbeeld presteren beter voor de kweker dan de partijen zaad van voorbeeld 2 onder elk type kweekcondi-25 ties. De partijen zaad van dit voorbeeld kunnen langer worden opgeslagen en zullen beter ontkiemen dan de partijen zaad van voorbeeld 2.
Voorbeeld 4
Fig.6 toont de resultaten van de groeikrachttest op 30 een zaaibak van viooltjes, genaamd "Maxim Marina" (merknaam). Viooltjeszaden werden gezaaid, gekweekt en geplaatst onder een videocamera zoals in voorbeeld 1. De besturingscomputer werd geprogrammeerd volgens fig.7. De test werd uitgevoerd op 100 2 QS 8 - 27 - 2 december 1994. Het oppervlak van de bladeren is 8781,45 mm2. De standaarddeviatie is 27,37 mm2. Het kiempercentage is 92%. De groeikrachtklassificatie is 295.
5 Hoewel de uitvinding hoofdzakelijk is beschreven in samenhang met speciale en geprefereerde uitvoeringsvormen, zal het aan deskundigen duidelijk zijn dat modificaties mogelijk zijn zonder de beschermingsomvang van de uitvinding te boven te gaan.
1002966

Claims (9)

1. Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie die een indicatie geeft voor de kwaliteit van een partij zaad, omvattende de volgende stappen: (a) het selecteren van een aantal zaden uit de partij 5 zaad; en (b) het laten groeien van een aantal zaailingen uit de zaden die zijn geselecteerd in stap (a) totdat de zaailingen bladeren hebben, met het kenmerk, dat de volgende stappen worden 10 uitgevoerd: (c) het oriënteren van de zaailingen ten opzichte van een beeldgenerator met een zodanig gezichtsveld dat oppervlakten van de bladeren zich bevinden in het gezichtsveld van de beeldgenerator; 15 (d) het voortbrengen van een beeld van het aantal zaailingen dat is gegroeid in stap (b) en is georiënteerd in stap (c) zodat het beeld oppervlakken van de bladeren bevat; (e) het automatisch uitvoeren van een aantal metingen uit het beeld van de zaailingen die zijn voortgebracht in 20 stap (d) waarbij de metingen metingen zijn van bladoppervlakken van de zaailingen; en (f) het toewijzen van een kwaliteitsindicatie aan de partij zaad waaruit de zaden werden geselecteerd in stap (a), waarbij de kwaliteitsindicatie is gebaseerd op de metingen 25 die automatisch zijn gedaan in stap (e).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zaailingen groeien onder elk type groeicondities en een kwaliteitsindicatie voortbrengen ongeacht de bijzondere groeicondities waaronder de zaailingen groeien.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap (d) omvat het voortbrengen van een beeld van de zaailingen waarin de zaailingen zijn opgesteld in een tweedimensionale opstelling. 1002966
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap (e) omvat het uitvoeren van een aantal bladoppervlaktemetingen.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 5 stap (e) omvat het uitvoeren van een aantal metingen, waarvan elk indicatief is voor het bladoppervlak van één van de zaailingen.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap (d) omvat het gebruik van een beeldgenerator om het 10 beeld van het aantal zaailingen dat gegroeid is uit de zaden voort te brengen.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap (e) omvat het gebruiken van een besturingscomputer om automatisch het aantal metingen uit het beeld van de 15 zaailingen uit te voeren.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap (d) omvat het gebruiken van een besturingscomputer om de kwaliteitsindicatie toe te wijzen aan de partij zaad waaruit de zaden werden geselecteerd in stap (a).
9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap (d) omvat het gebruiken van een besturingscomputer om een groeikrachtkwalificatie voort te brengen voor de partij zaad, gebaseerd op de metingen, waarbij de groeikracht-kwalificatie niet uitsluitend afhankelijk is van het 25 percentage van de zaden die zijn geselecteerd uit de partij zaad die is ontkiemd. 1002966
NL1002966A 1996-04-26 1996-04-26 Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad. NL1002966C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002966A NL1002966C2 (nl) 1996-04-26 1996-04-26 Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002966 1996-04-26
NL1002966A NL1002966C2 (nl) 1996-04-26 1996-04-26 Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1002966A1 NL1002966A1 (nl) 1997-10-28
NL1002966C2 true NL1002966C2 (nl) 1999-03-22

Family

ID=19762744

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002966A NL1002966C2 (nl) 1996-04-26 1996-04-26 Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1002966C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2549963A1 (fr) * 1983-07-29 1985-02-01 Claeys Luck Methode et appareil radiologique pour l'exploration des semences avec substance radio-opaque
US5130545A (en) * 1991-04-05 1992-07-14 Lussier Robert R Video imaging plant management system
US5253302A (en) * 1989-02-28 1993-10-12 Robert Massen Method and arrangement for automatic optical classification of plants
JPH07250509A (ja) * 1994-03-15 1995-10-03 Toshiba Corp 種子整列装置
JPH0923747A (ja) * 1995-07-11 1997-01-28 Iseki & Co Ltd 元苗の選別方法
US5659623A (en) * 1995-03-17 1997-08-19 Ball Horticultural Company Method and apparatus for assessing the quality of a seed lot
WO1997042489A1 (en) * 1996-05-02 1997-11-13 Centrum Voor Plantenveredelings- En Reproduktieonderzoek (Cpro-Dlo) A method for determining the maturity and quality of seeds and an apparatus for sorting seeds

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2549963A1 (fr) * 1983-07-29 1985-02-01 Claeys Luck Methode et appareil radiologique pour l'exploration des semences avec substance radio-opaque
US5253302A (en) * 1989-02-28 1993-10-12 Robert Massen Method and arrangement for automatic optical classification of plants
US5130545A (en) * 1991-04-05 1992-07-14 Lussier Robert R Video imaging plant management system
JPH07250509A (ja) * 1994-03-15 1995-10-03 Toshiba Corp 種子整列装置
US5659623A (en) * 1995-03-17 1997-08-19 Ball Horticultural Company Method and apparatus for assessing the quality of a seed lot
JPH0923747A (ja) * 1995-07-11 1997-01-28 Iseki & Co Ltd 元苗の選別方法
WO1997042489A1 (en) * 1996-05-02 1997-11-13 Centrum Voor Plantenveredelings- En Reproduktieonderzoek (Cpro-Dlo) A method for determining the maturity and quality of seeds and an apparatus for sorting seeds

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DATABASE WPI Section PQ Week 9714, Derwent World Patents Index; Class P13, AN 97-148463, XP002081951 *
MCCORMAC ET AL.: "Automated vigour testing of field vegetables using image analysis", SEED SCI. & TECHNOL., vol. 18, 1990, pages 103 - 112, XP002081950 *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 096, no. 002 29 February 1996 (1996-02-29) *

Also Published As

Publication number Publication date
NL1002966A1 (nl) 1997-10-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5659623A (en) Method and apparatus for assessing the quality of a seed lot
EP2273865B1 (en) Method for sorting a plurality of growth-induced seeds for commercial use
Richard et al. High-throughput phenotyping of seminal root traits in wheat
US8670594B2 (en) Method and apparatus to determine the start of flowering in plants
Van der Burg et al. Predicting tomato seedling morphology by X-ray analysis of seeds
Condon et al. Broad sense heritability and genotype× environment interaction for carbon isotope discrimination in field-grown wheat
Dreccer et al. Yielding to the image: How phenotyping reproductive growth can assist crop improvement and production
Mercau et al. On-farm assessment of regional and seasonal variation in sunflower yield in Argentina
Kenanoglu et al. Chlorophyll fluorescence sorting method to improve quality of Capsicum pepper seed lots produced from different maturity fruits
Lootens et al. High-throughput phenotyping of lateral expansion and regrowth of spaced Lolium perenne plants using on-field image analysis
Ma et al. A method of calculating phenotypic traits for soybean canopies based on three-dimensional point cloud
Oakley et al. Computer-aided digital image analysis of seedling size and growth rate for assessing seed vigour in Impatiens
Rebetzke et al. Genotypic variation and covariation in wheat seedling seminal root architecture and grain yield under field conditions
Celestina et al. Use of spike moisture content to define physiological maturity and quantify progress through grain development in wheat and barley
NL1002966C2 (nl) Werkwijze voor het voortbrengen van een kwaliteitsindicatie, die de kwaliteit weergeeft van een partij zaad.
Sooby On-farm research guide
Geneve Vigour testing in flower seeds.
CA2175111C (en) Method for assessing the quality of a seed lot by determining the vigor rating of a plug flat of seedlings using image analysis
JPH1118571A (ja) 種ロットの品質を評価するための装置及び方法
Behtari et al. Predicting germination of Medicago sativa and Onobrychis viciifolia seeds by using image analysis
Jumaa et al. Assessing the early-season vigor of a diverse rice population by using morphophysiological traits.
Krstić et al. Agro-morphological traits of inbred sunflower lines and their genetic assessment
Tohidloo et al. Development of an image analysis aided seedling growth test for winter oilseed rape and verification as a vigour test
Galon et al. Periods of interference of Alexandergrass on morphophysiological and productive characteristics of transgenic soybean.
DeBruin et al. Yield response of maize hybrids with different ear flex to nitrogen rate and plant density

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19981118

PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20160425