NL1001826C1 - Inrichting voor het verwijderen van een etiket van een voorwerp, zoals in het bijzonder een fles. - Google Patents

Description

Inrichting voor het verwijderen van een etiket van een voorwerp, zoals in het bijzonder een fles.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van een etiket van een voorwerp, zoals in 5 het bijzonder een fles. In het nu volgende zal dan ook een-voudigheidshalve steeds over een fles worden gesproken.

Bij het aanbrengen van een etiket op een fles wordt het ene einde van het etiket op enkele punten aan de fles vastgei ijmd, vervolgens wordt het etiket om de fles heen gevou-10 wen en wordt het uiteinde van het etiket op het reeds vastgezette einde vastgelijmd. De lijm waarmee dit gebeurt is zodanig gekozen dat deze na enkele dagen is uitgekristalliseerd en daardoor zijn hechtkracht op de fles grotendeels verliest. Het etiket zal daardoor grotendeels los om de fles 15 heen komen te zitten.

Bij hergebruik van de fles zal het noodzakelijk zijn het etiket te verwijderen om een nieuw etiket aan te kunnen brengen.

De uitvinding beoogt nu een eenvoudige inrichting te 20 verschaffen voor het automatisch verwijderen van een etiket van een dergelijke fles.

De inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt door: een bedrijfstransporteur, middelen voor het op enige onderlinge afstand brengen van de op de bedrijfstransporteur aan-25 wezige flessen, een na deze middelen en boven de bedrijfstransporteur aangebracht aandrukorgaan omvattende een eindloze, synchroon met de bedrijfstransporteur aangedreven, aandrukband waarmee de flessen in nagenoeg verticale richting tegen de bedrijfstransporteur worden aangedrukt, waar-30 bij in een vlak op enige afstand boven de bedri jfstransporteur een aantal spuitmondstukken zijn opgesteld voor het onder hoge druk en met een scherpe straal spuiten van water op een etiket op een op de bedrijfstransporteur staande fles, zodat het etiket van de fles wordt losgemaakt en naar 35 beneden toe valt voor de afvoer ervan.

De op enige afstand van elkaar, op de bedrijfstransporteur staande, flessen worden dus door het aandrukorgaan stevig tegen de bedrijfstransporteur aangedrukt zodat zij 1001826 2 niet om kunnen vallen wanneer via de spuitmondstukken water onder hoge druk tegen de flessen aan wordt gespoten om de etiketten van de flessen te verwijderen. De druk van het water in de spuitmondstukken zal ongeveer 200 Bar kunnen 5 bedragen.

Daarbij zullen de spuitmondstukken zodanig zijn opgesteld, dat de op de bedrijfstransporteur staande flessen er tussen door kunnen worden gevoerd.

In het bijzonder zal er in worden voorzien, dat de be-10 drijfstransporteur een stroef oppervlak bezit. Hierdoor wordt voorkomen dat de flessen kunnen gaan kantelen of zich verplaatsen ten opzichte van de bedrijfstransporteur ten gevolge van de door de aandrukband op de flessen uitgeoefende belasting.

15 Bij voorkeur zal er in worden voorzien dat op een plaats stroomopwaarts van de spuitmondstukken, boven de bedrijfstransporteur, een sproei-inrichting is aangebracht voor het sproeien van water op de te behandelen flessen.

Hierdoor wordt bereikt, dat de op de flessen aanwezige 20 etiketten reeds enigszins zijn voorgeweekt voordat zij aan de werking van de spuitmondstukken worden blootgesteld.

De sproei-inrichting kan eveneens worden gevormd door spuitmondstukken waaraan dan echter water onder slechts een geringe overdruk wordt toegevoerd.

25 Om de te behandelen flessen op enige afstand van elkaar op de bedrijfstransporteur te brengen, kan er in worden voorzien, dat een toevoertransporteur is aangebracht met tussen de beide transporteurs in een overbrengorgaan, waarbij de toevoertransporteur een snelheid heeft die iets klei-30 ner is dan de snelheid van de bedrijfstransporteur.

Volgens een andere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de toevoertransporteur een relatief glad oppervlak bezit en dat zich boven en ter weerszijden van deze toevoertransporteur wormtransporteurs bevinden voor 35 het op afstand van elkaar brengen van de flessen.

Doordat de toevoertransporteur een relatief glad oppervlak bezit kunnen de flessen door de wormtransporteurs gemakkelijk op de gewenste afstand van elkaar worden gebracht.

De toevoertransporteur kan bijvoorbeeld worden gevormd 1 0 0 1 8 i 6 3 door een scharnierbandketting. De bedrijfstransporteur kan eveneens een scharnierbandketting zijn waarbij dan het stroeve oppervlak wordt verkregen door het er op aanbrengen van een deklaag uit rubber.

5 Het overzetorgaan kan bijvoorbeeld worden gevormd door twee, ter weerszijden van de transporteurs aangebrachte eindloze snaren, die de flessen tussen zich in kunnen klemmen en die synchroon met de bedrijfstransporteur worden aangedreven.

10 Het aandrukorgaan zal in het bijzonder in hoogte ver stelbaar en enigszins veerkrachtig zijn opgesteld, zodat de kracht waarmee de flessen tegen de bedrijfstransporteur worden aangedrukt instelbaar is. Door de enigszins veerkrachtige opstelling kunnen toleranties in hoogte richting van de 15 flessen worden opgevangen. Tevens kan de inrichting dan worden aangepast op flessen met verschillende hoogte.

Voor het uit de inrichting verwijderen van de losgemaakte etiketten kan zijn voorzien in een onder de bedrijfs-transporteur aangebrachte geperforeerde afvaltransporteur 20 die een zodanige breedte heeft dat hij zich aan beide zijden buiten de bedrijfstransporteur uitstrekt, waarbij onder de afvaltransporteur een opvangreservoir voor het gebruikte water aanwezig is.

Hierdoor kan een losgemaakt etiket door de afvaltrans-25 porteur naar een afvalbak worden gebracht, terwijl het van boven van de flessen af komende water door de afvaltransporteur heen in het opvangreservoir zal stromen.

Eventuele op de flessen achtergebleven lijmresten worden in de flessenwasmachine verwijderd.

30 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding; en

Fig. 2 schematisch een doorsnede en aanzicht toont van 35 de inrichting van fig. 1 ongeveer volgens de lijn II - II.

De in de figuren getoonde inrichting omvat de toevoer-transporteur 1, de bedrijfstransporteur 2 en een afvoer-transporteur 3, zodanig dat de door de transporteurs 1 en 2 getransporteerde flessen 4 zullen worden verplaatst in de 1 0 0 1 8 2 5 4 richting van de pijl V. Voor het overbrengen van de flessen 4 vanaf de transporteur 1 op de transporteur 2 bevinden zich boven en ter weerszijden van deze transporteurs overzetorga-nen 5, die op niet nader aangegeven wijze worden ondersteund 5 en elk de vorm kunnen hebben van een eindloze snaar die synchroon met de bedrijfstransporteur 2 wordt aangedreven. De overzetorganen 5 worden met een bepaalde druk maar veerkrachtig tegen de flessen 4 aangedrukt. De snelheid van de organen 5 en van de transporteur 2 zal iets hoger zijn dan 10 die van de toevoertransporteur 1 zodat de op de bedri jfstransporteur 2 aanwezige flessen 4 in elk geval op enige afstand van elkaar zullen staan.

Voor het overbrengen van de flessen 4 vanaf de bedri jfstransporteur 2 op de afvoertransporteur 3 kunnen op 15 overeenkomstige wijze overzetorganen 6 worden toegepast.

Boven de bedri jfstransporteur 2 bevindt zich het aan-drukorgaan 7 bestaande uit een eindloze band 8, die geleid wordt over rollen 9. Deze rollen 9 kunnen, indien gewenst, zodanig zijn opgesteld dat de flessen 4 meer geleidelijk met 20 de band 8 in aanraking komen. Het aandrukorgaan 7 is op niet nader aangegeven wijze zodanig ondersteund dat het in de richting van de verticale pijl P verstelbaar is. Hierdoor kan de op de flessen 4 uitgeoefende kracht worden geregeld.

Boven de bedrijfstransporteur 2 bevindt zich allereerst 25 een aantal mondstukken 10 van waaruit water onder geringe overdruk op de flessen 4 wordt gesproeid. Hierdoor worden de op de flessen 4 aanwezige etiketten 11 voorgeweekt.

Daarna komen de flessen 4 onder de werking van spuit-mondstukken 12 waarmee water onder hoge druk op de bovenrand 30 van de zich op de flessen 4 bevindende etiketten 11 wordt gespoten. De druk van het water kan daarbij ongeveer 200 Bar bedragen.

Hierdoor zullen de etiketten 11 van de flessen 4 worden verwijderd en naar beneden toe vallen op de afvaltranspor-35 teur 13.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2 zal de afval-transporteur 13 zich ter weerszijden van de bedrijfstransporteur 2 uitstrekken zodat de los gemaakte etiketten 11 goed worden opgevangen. Vanaf de afvaltransporteur 13 worden 1 0 0 1 8 2 6 5 de etiketten 11 in een afvalbak 14 gebracht.

De afvaltransporteur 13 is geperforeerd en kan bijvoorbeeld worden gevormd door een ketting. Hierdoor kan het op de flessen gesproeide water door de transporteur heen 5 stromen en worden opgevangen in het opvangreservoir 15. Voorkomen wordt hiermee dat water over de afvaltransporteur 13 stroomt en etiketten in het opvangreservoir 15 spoelt.

Vanuit het opvangreservoir 15 kan het daarin terecht gekomen water door middel van een niet nader aangeduide pomp 10 worden afgevoerd en weer worden benut.

Het zal duidelijk zijn dat is voorzien in controle- en regelmiddelen om bijvoorbeeld flessen waarvan het etiket niet is verwijderd uit het circuit af te voeren en om te voorkomen dat de mondstukken 10 en 12 in bedrijf blijven 15 wanneer geen flessen worden toegevoerd. Al deze en verdere maatregelen kunnen door de deskundige worden toegepast voor een optimaal bedrijf van de inrichting.

Verder zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de 20 uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

conclusies 1001826

Claims (11)

1. Inrichting voor het verwijderen van een etiket (11) van een voorwerp, zoals in het bijzonder een fles (4), gekenmerkt door een bedrijfstransporteur (2), middelen (1,5) voor 5 het op enige onderlinge afstand brengen van de op de bedri jfstransporteur aanwezige flessen (4), een na deze middelen (1,5) en boven de bedrijfstransporteur (2) aangebracht aandrukorgaan (7) omvattende een eindloze, synchroon met de bedrijfstransporteur (2) aangedreven, aandrukband (8) waar-10 mee de flessen in nagenoeg verticale richting tegen de bedri jfstransporteur (2) worden aangedrukt, waarbij in een vlak op enige afstand boven de bedrijfstransporteur (2) een aantal spuitmondstukken (12) zijn opgesteld voor het onder hoge druk en met en scherpe straal spuiten van water op een 15 etiket (11) op een op de bedri jfstransporteur (2) staande fles (4), zodat het etiket (ll) van de fles (4) wordt losgemaakt en naar beneden toe valt voor de afvoer ervan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spuitmondstukken (12) zodanig zijn opgesteld, dat de op de 20 bedrijfstransporteur (2) staande flessen (4) er tussen door kunnen worden gevoerd.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bedrijfstransporteur (2) een stroef oppervlak bezit.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat op een plaats stroomopwaarts van de spuitmondstukken (12, boven de bedrijfstransporteur (2), een sproei-inrichting (10) is aangebracht voor het sproeien van water op de te behandelen flessen (4).

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 30 sproei-inrichting wordt gevormd door spuitmondstukken (10) waaraan water onder slechts een geringe overdruk wordt toegevoerd. 1001826

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stroomopwaarts van de bedrijfstransporteur (2) een toevoertransporteur (1) is aangebracht met tussen de beide transporteurs (1,2) in een overbrengorgaan (5), waar- 5 bij de toevoertransporteur (1) een snelheid heeft die iets kleiner is dan de snelheid van de bedrijfstransporteur.

7. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de toevoertransporteur (1) een relatief glad oppervlak bezit en dat zich boven en ter weerszijden van 10 deze toevoertransporteur (1) wormtransporteurs bevinden voor het op afstand van elkaar brengen van de flessen (4).

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de toevoertransporteur (1) en de bedrijfstransporteur (2) worden gevormd door scharnierbandkettingen waarbij de 15 bedrijfstransporteur (2) is voorzien van een stroef oppervlak door het er op aanbrengen van een deklaag uit rubber.

9. Inrichting volgens een der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het overzetorgaan (5) wordt gevormd door twee, ter weerszijden van de transporteurs (1,2) aangebrachte 20 eindloze snaren, die de flessen (4) tussen zich in klemmen en die synchroon met de bedrijfstransporteur (2) worden aangedreven.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrukorgaan (7) in hoogte verstelbaar 25 en enigszins veerkrachtig is opgesteld.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het uit de inrichting verwijderen van de losgemaakte etiketten (11) is voorzien in een onder de bedrijfstransporteur (2) aangebrachte geperforeerde afval- 30 transporteur (13) die een zodanige breedte heeft dat hij zich aan beide zijden buiten de bedrijfstransporteur (2) uitstrekt, waarbij onder de afvaltransporteur (13) een opvangreservoir (15) voor het gebruikte water aanwezig is. 1001826