NL1001302C2 - Emergency towing device for vessels. - Google Patents

Description

Noodsleepvoorziening voor vaartuigenEmergency towing device for vessels

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een noodsleep-5 voorziening voor vaartuigen, omvattende een op het te slepen vaartuig aangebrachte ketting, die zodanig met het vaartuig verbonden is en een zodanige lengte heeft, dat het vrije uiteinde zich voorbij de buitenbegrenzing van het vaartuig kan uitstrekken. Deze ketting wordt in de techniek met 'chafing chain' aangeduid.The present invention relates to an emergency towing device for vessels, comprising a chain mounted on the vessel to be towed, which is connected to the vessel in such a way that the free end can extend beyond the outer boundary of the vessel . In the art this chain is referred to as 'chafing chain'.

10 Na een aantal recente ongelukken op zee met in het bijzonder olie tankers zijn de laatste tijd steeds strengere veiligheidseisen gesteld. Deze betreffen onder andere de mogelijkheden om een onbestuurbaar schip te kunnen verbinden met een sleper onder moeilijke omstandigheden.10 After a number of recent accidents at sea, especially with oil tankers, increasingly stricter safety requirements have been imposed. These concern, among other things, the possibilities of connecting an ungovernable ship to a tug under difficult circumstances.

15 Een thans veel gebruikte werkwijze om een dergelijke verbinding op zware zee tot stand te brengen, is het vanaf een sleper schieten van een lijn naar het dek van het te slepen vaartuig. Daar wordt deze lijn aan een lier bevestigd en wordt met behulp van de lier via een draagkabel een sleepkabel overgebracht en bevestigd aan het betref-20 fende schip. Daarbij is het wel noodzakelijk dat zowel een werkende lier als een bedienende persoon op het in nood verkerende schip aanwezig zijn.A commonly used method of establishing such a connection on heavy seas is to shoot a line from a tug to the deck of the vessel to be towed. There this line is attached to a winch and a towing cable is transferred by means of the winch via a suspension cable and attached to the ship concerned. In addition, it is necessary that both a working winch and an operator are present on the ship in distress.

Het is inherent aan een noodsituatie dat niet aan deze voorwaarden voldaan wordt.It is inherent in an emergency that these conditions are not met.

25 Om deze problemen weg te nemen zijn verschillende voorstellen ge daan.25 Several proposals have been made to overcome these problems.

Een eerste voorstel is het permanent aanbrengen van een sterke sleepkabel aan boord van het mogelijkerwijs te slepen vaartuig. Nadat de sleepboot een schietlijn naar het vaartuig overgebracht heeft, 30 wordt deze lijn verbonden met de sleepkabel en vervolgens naar de sleepboot getrokken. Daarmee worden de problemen die bestonden door de afwezigheid van een goed functionerende lier weggenomen.A first proposal is the permanent installation of a strong towing cable on board the possibly towable vessel. After the tug has transferred a firing line to the vessel, this line is connected to the towing cable and then pulled to the tugboat. This removes the problems that existed due to the absence of a properly functioning winch.

Het is echter nog steeds noodzakelijk dat aan dek van het in nood verkerende schip een persoon aanwezig is, die in staat is de noodza-35 kelijke handelingen te verrichten.However, it is still necessary for a person on deck of the distressed ship to be able to perform the necessary actions.

Een eenvoudig te bedienen systeem is de hierboven beschreven sleepkabel te bevestigen aan een lichtere lijn en deze lijn vanaf het in nood verkerende systeem naar de sleper te schieten. Deze bediening is weliswaar bijzonder eenvoudig maar wordt door de bemanning van de 40 sleepboot niet altijd als veilig ondervonden. Nog steeds is een per- 1001302.An easy to operate system is to attach the towline described above to a lighter line and shoot this line from the distressed system to the towing vehicle. Although this operation is very simple, the crew of the 40 tug does not always find it safe. It is still a 1001302.

2 soon op het in nood verkende vaartuig noodzakelijk terwijl de inrichting waarmee de draagkabel verschoten dient te worden regelmatig onderhouden moet worden. Bovendien is de energie voor het wegschieten van een dergelijke kabel niet steeds aanwezig op het in nood verke-5 rende schip.2 person on the vessel explored in distress is necessary while the device with which the suspension cable is to be shot must be regularly maintained. Moreover, the energy for shooting such a cable is not always present on the ship in distress.

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een verbeterde inrichting te voorzien die de hierboven beschreven nadelen niet heeft.The object of the present invention is to provide an improved device that does not have the above-described drawbacks.

D.w.z. dat het niet langer noodzakelijk moet zijn om afhankelijk te zijn van het functioneren van een onderhoud vergende inrichting aan 10 boord van het te slepen vaartuig alsmede van zich daarop bevindend personeel. Bovendien dient de noodsleepvoorziening volgens de uitvinding zodanig te zijn uitgevoerd dat indien niet dadelijk met succes verbinding tussen de twee vaartuigen verwezenlijkt kan worden een verdere poging eenvoudig te herhalen is. Dit geldt niet wanneer de 15 kabel vanaf het dek van het in nood verkerende vaartuig verschoten dient te worden en een dergelijk afschieten geen succes heeft omdat normaliter slechts eenmaal geschoten kan worden.I.e. that it should no longer be necessary to depend on the functioning of a maintenance-requiring device on board the vessel to be towed, as well as on personnel present thereon. In addition, the emergency towing device according to the invention must be designed in such a way that if it is not immediately possible to successfully establish a connection between the two vessels, a further attempt is easy to repeat. This does not apply if the cable has to be fired from the deck of the distressed vessel and such a firing is unsuccessful because it can normally only be fired once.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven noodsleepvoorziening verwezenlijkt doordat met het vrije einde van die ketting een kabel-20 orgaan is verbonden, dat anderzijds gekoppeld is met op het vaartuig aangebrachte vangmiddelen, welke vangmiddelen omvatten een losneembaar op het vaartuig aangebracht vangorgaan, dat met het kabelorgaan verbonden is.This object is achieved in an emergency towing facility described above in that a cable member is connected to the free end of said chain, which is on the other hand coupled to catching means mounted on the vessel, which catching means comprise a catch member mounted detachably on the vessel, which cable member is connected.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat het mogelijk is op 25 het te slepen vaartuig vangmiddelen aan te brengen welke met behulp van een uitwendig daarin aangebrachte kabel verplaatst kunnen worden. Deze vangmiddelen kunnen bijvoorbeeld met behulp van een breekpen aan het te slepen vaartuig aangebracht zijn. De kabel die in de vangmiddelen geplaatst dient te worden, kan van de sleper afkomstig zijn en 30 bijvoorbeeld door schieten naar het te slepen vaartuig gebracht wor den. Mocht een eerste poging falen dan zijn verdere pogingen met verdere kabels mogelijk. Op het slepende vaartuig is altijd energie aanwezig om een dergelijk afschieten mogelijk te maken. De vangmiddelen zijn in gebruik geheel autonoom, d.w.z. dat het niet noodzakelijk is 35 dat bedienend personeel aanwezig is op het te slepen vaartuig. Boven dien zijn deze zo goed als onderhoudsvrij en bijzonder eenvoudig uit te voeren. Daardoor is het mogelijk met verlaging van de kosten de veiligheid van het te slepen vaartuig te vergroten.The invention is based on the insight that it is possible to arrange catch means on the vessel to be towed, which can be moved by means of an cable arranged externally therein. These catching means can for instance be attached to the vessel to be towed by means of a shear pin. The cable to be placed in the catching means can come from the tug and be brought, for example, by shooting to the vessel to be towed. Should a first attempt fail, further attempts with further cables are possible. Energy is always present on the towing vessel to enable such firing. The catching means are completely autonomous in use, i.e. it is not necessary for operating personnel to be present on the vessel to be towed. In addition, they are virtually maintenance-free and very easy to implement. This makes it possible to increase the safety of the vessel to be towed by reducing costs.

De vangmiddelen kunnen alle in de stand der techniek bekende con-40 structies omvatten voor het opvangen van een schietlijn van een ander 1001302.The catching means may comprise all constructions known in the prior art for collecting a firing line from another 1001302.

3 vaartuig, zoals een sleper. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvatten deze vangmiddelen een vanglijn, die zich uitstrekt tussen een op het vaartuig aanwezige mast of andere verhoging en een lager punt van het vaartuig, zoals het dek. Daarbij 5 is de onderzijde van de vanglijn bij voorkeur voorzien van het vang- orgaan. Doelmatigerwijze is een en ander zodanig aangebracht dat de vanglijn zich naar beneden naar de voorsteven van het vaartuig uitstrekt waar zich tevens de kettingopslag bevindt waarmee het vangor-gaan via een kabelorgaan verbonden is.3 vessel, such as a tug. According to an advantageous embodiment of the invention, these catching means comprise a lanyard extending between a mast or other elevation present on the vessel and a lower point of the vessel, such as the deck. Thereby the bottom side of the lanyard is preferably provided with the catching member. This is expediently arranged in such a way that the lanyard extends downwards to the prow of the vessel, where there is also the chain storage to which the catching is connected via a cable member.

10 Het vangorgaan kan alle in de stand der techniek bekende construc ties omvatten, maar bestaat bij voorkeur uit een vanghaak. Deze vanghaak kan, zoals hierboven aangegeven is, met een breekpen of met klemmiddelen aan het vaartuig bevestigd zijn, zodat bij het uitoefenen van een wat grotere kracht, zoals door een schietkabel afkomstig 15 van een sleper, deze uit zijn positie losschiet. Een dergelijke ver binding kan geheel onderhoudsvrij uitgevoerd worden.The catching member can comprise all constructions known in the prior art, but preferably consists of a catching hook. As indicated above, this catching hook can be attached to the vessel with a shear pin or with clamping means, so that when a somewhat greater force is exerted, such as by means of a shooting cable from a towing vehicle, it will come loose from its position. Such a connection can be completely maintenance-free.

Het is mogelijk met behulp van deze vanghaak een sleepkabel over te brengen naar de sleepboot, welke sleepkabel bevestigd is aan de ketting. Een dergelijke sleepkabel is echter verhoudingsgewijs lang en 20 vereist daardoor een aanzienlijke opslag. Bovendien is regelmatige inspectie van dergelijke sleepkabels noodzakelijk. Tevens is de investering verhoudingsgewijs hoog omdat een dergelijke kabel in praktijk tijdens normaal bedrijf nooit gebruikt zal worden.It is possible to use this catch hook to transfer a tow rope to the tug, which tow rope is attached to the chain. However, such a tow rope is relatively long and therefore requires considerable storage. In addition, regular inspection of such tow cables is necessary. The investment is also relatively high because in practice such a cable will never be used during normal operation.

Om minder afhankelijk te zijn van de kwaliteit van een sleepkabel 25 afkomstig van het te slepen vaartuig wordt volgens een alternatieve uitvoering van de uitvinding voorgesteld dat het kabelorgaan dat overgebracht wordt naar het sleepvaartuig een draagkabelsamenstel omvat waarmee een van de sleper afkomstige sleepkabel rondgevierd wordt. Dit kan een gebruikelijke constructie omvatten, zodat een dub-30 bele sleepkabel met de ketting van het te slepen vaartuig verbonden wordt. Dit heeft echter als nadeel dat de lus die contact met de laatste schalm van de ketting, aan bijzonder hoge (wrijvingskrachten) onderhevig is.In order to be less dependent on the quality of a towing rope 25 from the towing vessel, according to an alternative embodiment of the invention it is proposed that the cable member which is transferred to the towing vessel comprises a carrying cable assembly with which a towing cable originating from the towing vehicle is circulated. This may include a conventional construction so that a double tow rope is connected to the chain of the vessel to be towed. However, this has the drawback that the loop which contacts the last link of the chain is subject to particularly high (frictional) forces.

Om dit probleem te vermijden, wordt een bijzondere van de sleper 35 afkomstige sleepkabel voorgesteld, die bestaat uit een rond te vieren sleepkabelsamenstel. Dit uit twee kabels bestaande samenstel bevat enerzijds een kabel voor het rondvieren, die aan het punteinde van een haak bevestigd is. Anderzijds omvat deze de eigenlijke sleepkabel die met de eigenlijke haak verbonden is. Op deze wijze kan in een 40 haakverbinding tussen de laatste schalm van de ketting en de sleepka- 100130; 4 bel voorzien worden, waardoor het doorslijpprobleem weggenomen is.To avoid this problem, a special tow rope originating from the tug 35 is proposed, which consists of a round towable rope assembly. This two-cable assembly includes, on the one hand, a round-trip cable attached to the tip end of a hook. On the other hand, it comprises the actual tow rope which is connected to the actual hook. In this way a hook connection between the last link of the chain and the tow bar 100130; 4 bells are provided, eliminating the cutting problem.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van de in de tekeningen afgeheelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 5 Fig. 1 schematisch in zijaanzicht het tot stand komen van een ver binding tussen een sleper en een te slepen vaartuig;The invention will be explained in more detail below with reference to the illustrative embodiments shown in the drawings. In the drawing: Fig. 1 schematically in side view the establishment of a connection between a tug and a vessel to be towed;

Fig. 2 een detail van het tot stand komen van de verbinding tussen de bovengenoemde vaartuigen;Fig. 2 a detail of the establishment of the connection between the above-mentioned vessels;

Fig. 3 een detail van het bovenaanzicht van het te slepen vaartuig; 10 Fig. 4a en 4b verschillende stadia van het overbrengen van een sleepkabel van het gesleepte vaartuig naar de sleper;Fig. 3 a detail of the top view of the vessel to be towed; FIG. 4a and 4b different stages of transferring a tow rope from the towed vessel to the tug;

Fig. 5a-5e schematisch het overbrengen van een sleepkabel van een sleper naar het te slepen vaartuig in een eerste uitvoering; enFig. 5a-5e schematically transfer a towing cable from a tug to the vessel to be towed in a first embodiment; and

Fig. 6a en 6b een tweede uitvoering van de constructie volgens fig. 15 5.Fig. 6a and 6b a second embodiment of the construction according to fig. 15 5.

In fig. 1 is een te slepen vaartuig, zoals een tanker, in zijn geheel met 1 aangegeven. Dit in nood verkerende schip dient gesleept te worden door een sleper 2. Daartoe is op het achterdek van de sleper een inrichting (niet afgebeeld) aanwezig voor het wegschieten van 20 schietlijnen 3 aan het vrije uiteinde verzwaard met een gewicht 15.In fig. 1 a vessel to be towed, such as a tanker, is indicated in its entirety by 1. This distressed ship must be towed by a tug 2. To that end, on the aft deck of the tug, a device (not shown) is present for firing 20 shooting lines 3 at the free end weighted with a weight 15.

Aan boord van het vaartuig 1 bevindt zich een mast 6. Tussen het uiteinde van mast 6 en de voorsteven van het vaartuig strekt zich naar beneden naar het dek 7 toe een vanglijn 5 uit. Deze vanglijn 5 kan elke in de stand der techniek bekende lijn omvatten en zal bij-25 voorbeeld 10-30 mm dik zijn. Van belang is dat deze verhoudingsgewijs een glad oppervlak heeft, d.w.z. een lage wrijvingsweerstand. Deze kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit een synthetische kabel. De hoek van de vanglijn 5 ten opzichte van het dek kan 45° zijn, maar begrepen dient te worden dat een breed bereik van hoeken mogelijk is.On board the vessel 1 there is a mast 6. Between the end of mast 6 and the prow of the vessel, a lanyard 5 extends downwards towards the deck 7. This lanyard 5 can comprise any line known in the art and will for instance be 10-30 mm thick. It is important that it has a relatively smooth surface, i.e. a low frictional resistance. This can for instance be made of a synthetic cable. The angle of the lanyard 5 with respect to the deck can be 45 °, but it should be understood that a wide range of angles is possible.

30 Aan de onderzijde van vanglijn 5 bevindt zich een vanghaak 4. Deze is via een breekpen 14 verbonden aan de voorsteven van het schip, zoals blijkt uit fig. 2.At the bottom of lanyard 5 there is a catch hook 4. This is connected to the prow of the ship via a shear pin 14, as can be seen from Fig. 2.

Vanghaak 4 is verbonden met een kabel 16. De wijze van verbinden varieert alnaargelang de uitvoeringsvorm van de uitvinding.Catching hook 4 is connected to a cable 16. The manner of connection varies according to the embodiment of the invention.

35 Uit fig. 1 en 2 blijkt dat indien een schietlijn 3 naar het voordek van het te slepen vaartuig 1 wordt geschoten deze langs vanglijn 4 naar beneden beweegt om in de vanghaak 4 uit te komen. Indien vervolgens kracht uitgeoefend wordt op kabel 3 zal breekpen 14 of elk ander aanwezig fixatiemiddel niet langer werkzaam zijn, zodat de haak 4 los 40 komt van het vaartuig, zoals in fig. 2 gestippeld is afgebeeld. I n 1 0 ü 1 3 0 £ « 5 fig. 3 is de altijd op het voordek van eeri vaartuig aanwezige hulp-sleepketting 10 afgebeeld. Deze is getoond in een opslag. Bovendien is deze verbonden met een kabelorgaan, dat alnaargelang de uitvoering volgens fig. 4 of 5 en 6 kan variëren.It can be seen from Figs. 1 and 2 that if a shooting line 3 is shot towards the foredeck of the vessel 1 to be towed, it moves down along catch line 4 to end up in catch catch 4. If subsequently force is exerted on cable 3, shear pin 14 or any other fixation means present will no longer be effective, so that hook 4 comes off 40 from the vessel, as shown in dotted lines in fig. Fig. 3 shows the auxiliary towing chain 10, which is always present on the foredeck of the vessel. This is shown in a storage. In addition, it is connected to a cable member, which can vary depending on the embodiment according to fig. 4 or 5 and 6.

5 In fig. 4a en b is een eerste variant getoond. Bij deze uitvoering is de vanghaak 4 verbonden met een enkele draagkabel 16. Deze maakt het verhoudingsgewijs gemakkelijk overbrengen van de vanghaak met behulp van schietlijn 3 naar de sleper mogelijk. Met draagkabel 16 is een zwaardere sleepkabel 17 verbonden, zoals blijkt uit fig. 4b. Deze 10 sleepkabel 17 is anderzijds verbonden met de hierboven beschreven ketting 10. Na het inhalen van de draagkabel 16 op de sleper kan vervolgens de sleepkabel binnengebracht worden. De lengte van ketting 10 is zodanig, dat deze altijd door de boeg van het te slepen vaartuig naar buiten zal steken, zodat wrijven van de sleepkabel 17 langs het 15 te slepen vaartuig uitgesloten is. Dit blijkt duidelijk uit fig. 4b.A first variant is shown in fig. 4a and b. In this embodiment, the catch hook 4 is connected to a single carrying cable 16. This allows relatively easy transfer of the catch hook by means of shooting line 3 to the tug. A heavier towing cable 17 is connected to the carrying cable 16, as can be seen from Fig. 4b. This towing cable 17 is on the other hand connected to the above-described chain 10. After hauling in the carrying cable 16 on the towing device, the towing cable can then be brought in. The length of chain 10 is such that it will always protrude through the bow of the vessel to be towed, so that rubbing of the towing rope 17 along the vessel to be towed is excluded. This is clear from Fig. 4b.

Omdat de constructie volgens fig. 4 de aanwezigheid van een kostbare en enigszins onderhoudsgevoelige sleepkabel aan dek van het te slepen vaartuig vereist, worden de volgende varianten voorgesteld, waarbij dit niet langer noodzakelijk is: 20 In fig. 5a-e wordt een constructie afgebeeld waarbij met de vang haak 4 een draagkabelsamenstel verbonden is bestaande uit de kabels 8 en 9. Nadat de vanghaak aan boord van de sleper 2 getrokken is, ontstaat daarmee de mogelijkheid tot rondvieren. Aan boord van de sleper bevindt zich een sleepkabel 12, die met kabel 8 verbonden wordt en 25 door trekken aan kabel 9 door de laatste kettingschalm van de ketting op het te slepen vaartuig bewogen wordt.Since the construction according to Fig. 4 requires the presence of a costly and somewhat maintenance-sensitive towing rope on the deck of the vessel to be towed, the following variants are proposed, whereby this is no longer necessary: Fig. 5a-e shows a construction in which a suspension cable assembly consisting of cables 8 and 9 is connected to the catch hook 4. After the catch hook has been pulled on board the tug 2, this creates the possibility of rounding. On board the tug is a towing cable 12, which is connected to cable 8 and is moved by pulling on cable 9 through the last chain link of the chain on the vessel to be towed.

Met deze constructie is de aanwezigheid van een niet gebruikte sleepkabel op het te slepen vaartuig niet langer noodzakelijk.With this construction, the presence of an unused tow rope on the vessel to be towed is no longer necessary.

Om de slijtage die bij het slepen kan optreden tussen de laatste 30 schalm van de ketting van het te slepen vaartuig en de sleepkabel zoveel mogelijk te beperken is in fig. 6 een verdere variant van het stelsel volgens fig. 5 afgebeeld.In order to limit as much as possible the wear that can occur during towing between the last link of the chain of the vessel to be towed and the towing cable, a further variant of the system according to Fig. 5 is shown in fig.

Uitgaande van de positie getoond in fig. 5d wordt vervolgens met het uiteinde van kabel 9 het einde van een haak 13 verbonden. Deze 35 haak 13 is anderzijds bevestigd aan een sleepkabel 12. Door de hier getoonde constructie grijpt de haak 13 in de laatste kettingschalm.Starting from the position shown in Fig. 5d, the end of a hook 13 is then connected to the end of cable 9. On the other hand, this hook 13 is attached to a towing cable 12. Due to the construction shown here, the hook 13 engages in the last chain link.

Zowel op haak 13 als op haak 4 kunnen borgmiddelen aanwezig zijn om deze na het aangrijpen van de betreffende ketting resp. kabel niet losneembaar daarmee te vergrendelen.Locking means can be present on hook 13 as well as on hook 4 to secure these after engagement of the respective chain. the cable cannot be releasably locked.

40 Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoe- 1 0 t ? 6 ring beschreven is, dient begrepen te worden dat daaraan talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken.40 Although the invention above is described with reference to a preferred embodiment. However, it should be understood that numerous modifications can be made thereto without departing from the scope of the present application.

Zo is het mogelijk de wijze van bevestigen van de vanghaak aan het 5 vaartuig met klemsystemen of andere losbreekbare systemen uit te voe ren. Bovendien kan de ketting op elke plaats van het schip, zoals de achtersteven, aangebracht worden en kan het tot stand komen van een verbinding met een vaartuig ook dienen voor het overbrengen van goederen, personen of energie.It is thus possible to implement the manner of attaching the catch hook to the vessel with clamping systems or other breakable systems. In addition, the chain can be placed anywhere on the ship, such as the stern, and establishing a connection with a vessel can also serve to transfer goods, people or energy.

10 1001302.10 1001302.

Claims (8)

1. Noodsleepvoorziening voor vaartuigen, omvattende een op het te slepen vaartuig (1 ) aangebrachte ketting (10), die zodanig met het 5 vaartuig verbonden is en een zodanige lengte heeft, dat het vrije uiteinde zich voorbij de buitenbegrenzing van het vaartuig kan uitstrekken, met het kenmerk, dat met het vrije einde van die ketting een kabelorgaan is verbonden, dat anderzijds gekoppeld is met op het vaartuig aangebrachte vangmiddelen (4,5), welke vangmiddelen omvatten 10 een losneembaar op het vaartuig aangebracht vangorgaan, dat met het kabelorgaan verbonden is.Emergency towing device for vessels, comprising a chain (10) mounted on the vessel (1) to be towed, which is connected to the vessel and of such a length that the free end can extend beyond the outer boundary of the vessel, characterized in that a cable member is connected to the free end of said chain, which is, on the other hand, coupled to catch means (4,5) arranged on the vessel, which catch means comprise a catch member detachably mounted on the vessel, which connection is connected to the cable member is. 2. Noodsleepvoorziening volgens conclusie 1, waarbij die vangmiddelen omvatten ten minste een vanglijn (5), die zich uitstrekt tussen een mast (6) of ander hoger liggend deel van het vaartuig en het dek 15 (7) daarvan, waarbij aan de onderzijde het vangorgaan is aangebracht.Emergency towing device according to claim 1, wherein said catching means comprise at least one lanyard (5), which extends between a mast (6) or other higher part of the vessel and the deck 15 (7) thereof, the bottom side of which trap is fitted. 3. Noodsleepvoorziening volgens conclusie 2, waarbij de vanglijn zich naar boven uitstrekkend vanaf de kettingopslag is aangebracht.Emergency towing device according to claim 2, wherein the lanyard is arranged extending upwards from the chain storage. 4. Noodsleepvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het vangorgaan een vanghaak omvat.Emergency towing device according to any of the preceding claims, wherein the catching member comprises a catching hook. 5. Noodsleepvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vanghaak met een breekpen aan het vaartuig bevestigd is.Emergency towing device according to any one of the preceding claims, wherein the catch hook is attached to the vessel with a shear pin. 6. Noodsleepvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kabelorgaan een draagkabelsamenstel omvat.Emergency towing device according to any one of the preceding claims, wherein the cable member comprises a carrying cable assembly. 7. Noodsleepvoorziening volgens conclusie 6, waarbij het draagka- 25 belsamenstel (7) twee parallelle onderling verbonden rond vierbare kabels (8,9) omvat.An emergency towing device according to claim 6, wherein the carrier cable assembly (7) comprises two parallel interconnected round quadratic cables (8,9). 8. Noodsleepvoorziening omvattende een met de ketting (10) te koppelen sleepkabelsamenstel, omvattende twee parallelle door de ketting te trekken kabels (9,12), waarbij een kabel omvat een draagkabel (9), 30 die verbonden is met het haakeinde van een haak (13), welke haak an derzijds is verbonden met de andere kabel (12), die uitgevoerd is als sleepkabel. 1001302.Emergency towing device comprising a towing cable assembly to be coupled to the chain (10), comprising two parallel cables (9,12) to be pulled through the chain, a cable comprising a carrying cable (9) 30 connected to the hook end of a hook (13), which hook is connected on the other side to the other cable (12), which is designed as a towing cable. 1001302.