NL1001277C1 - Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth - Google Patents

Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth Download PDF

Info

Publication number
NL1001277C1
NL1001277C1 NL1001277A NL1001277A NL1001277C1 NL 1001277 C1 NL1001277 C1 NL 1001277C1 NL 1001277 A NL1001277 A NL 1001277A NL 1001277 A NL1001277 A NL 1001277A NL 1001277 C1 NL1001277 C1 NL 1001277C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
outflow opening
auxiliary blower
rear wall
wall
wall thickness
Prior art date
Application number
NL1001277A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Henk Hiemstra
Original Assignee
Te Strake Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Te Strake Bv filed Critical Te Strake Bv
Priority to NL1001277A priority Critical patent/NL1001277C1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001277C1 publication Critical patent/NL1001277C1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/302Auxiliary nozzles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)

Abstract

A blower for a weaving loom comprises a needle-shaped tube with a cylindrical part at one end (1), attached to an air supply. The other end is closed at the top (9) and has a flattened face (4) with a sloped opening (5), possibly with several small holes. The rear wall on the inside is sloped (8) to make a sharp angle (H) with the centre line (11) of the tube. The face is placed opposite the opening and meets the top of the tube (9).

Description

Titel: Hulpblazer voor een weefmachine.Title: Auxiliary blower for a weaving machine.

BeschrijvingDescription

De uitvinding heeft betrekking op een hulpblazer voor 5 een weefmachine, bevattende een naaldvormige buis, welke aan één zijde een cilindervormige basisdeel vertoont, dat aansluitbaar is op een mediumtoevoer en aan zijn andere zijde een bovendeel bevat, dat aan zijn top is afgesloten en een afgeplatte vorm vertoont met nagenoeg evenwijdig aan elkaar 10 verlopende voor- en achterwand, waarbij de voorwand, nabij de top, is voorzien van een enigszins afgeschuind vlak, waarin een uitstroomopening, eventueel in de vorm van een patroon van kleine gaatjes, is aangebracht.The invention relates to an auxiliary blower for a weaving machine, comprising a needle-shaped tube, which has a cylindrical base part on one side, which can be connected to a medium supply and on its other side a top part which is closed at its top and a flattened one form with a front and rear wall running substantially parallel to each other, the front wall, near the top, being provided with a slightly chamfered surface, in which an outflow opening, optionally in the form of a pattern of small holes, is arranged.

Een hulpblazer van de soort waarop de uitvinding 15 betrekking heeft, is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3,978,896. Hulpblazers van dit type worden toegepast in weefmachines voor het transport van een draad door de weeftunnel. Hierbij leveren deze hulpblazers een mediumstraal, welke dient als transportdrager voor een draad 20 in de tunnel van de weefmachine. Een aantal van dergelijke hulpblazers is daarbij over de weefbreedte verspreid opgesteld, en leveren achtereenvolgens een aantal, elk over een bepaald traject werkzame transportstralen om de draad door de weeftunnel heen te voeren. Door de naaldvorm van deze 25 hulpblazers, kunnen zij telkens gemakkelijk tussen de kettingdraden door, in en uit, het weefvak treden. De functie van de hulpblazers is daarbij een bepaalde snelheid te geven aan de draad in de tunnel van de weefmachine en om deze functie goed te kunnen vervullen moet elk van de 30 hulpblazers voldoen aan een aantal eisen. Ten eerste moet de naald een zodanige vorm hebben, dat de kettingdraden bij het bewegen van de hulpblazer niet verstoord worden. Verder moet de blaasopening in de naald dicht bij de top zijn gelegen en de luchtstraal moet een goed bepaalde blaasrichting hebben, 35 welke zoveel mogelijk onafhankelijk is van de voedingsdruk.An auxiliary blower of the kind to which the invention pertains is known from United States Patent 3,978,896. Auxiliary blowers of this type are used in weaving machines for the transport of a thread through the weaving tunnel. These auxiliary blowers hereby supply a medium jet, which serves as a transport carrier for a thread 20 in the tunnel of the weaving machine. A number of such auxiliary blowers are thereby spread over the weaving width, and in succession supply a number of transport jets, each operating over a specific path, to carry the thread through the weaving tunnel. Due to the needle shape of these 25 auxiliary blowers, they can easily pass through the warp threads, in and out of the weaving compartment. The function of the auxiliary blowers is to give a certain speed to the thread in the tunnel of the weaving machine and in order to properly fulfill this function, each of the 30 auxiliary blowers must meet a number of requirements. First, the needle must be shaped so that the warp threads are not disturbed when the auxiliary blower is moved. Furthermore, the blow opening in the needle must be located close to the top and the air jet must have a well-determined blowing direction, which is as independent as possible of the supply pressure.

De snelheid van de straal moet vanaf een afstand van 3 tot 10 cm zo hoog mogelijk zijn bij een zo laag mogelijk luchtverbruik.The speed of the jet should be as high as possible from a distance of 3 to 10 cm with the lowest possible air consumption.

1001277 21001277 2

Bij de uit het Amerikaanse octrooischrift bekende hulpblazer is de blaasopening gevormd door een groot aantal kleine uittreegaatjes die elk een cilindrische vorm hebben.In the auxiliary blower known from the US patent, the blow opening is formed by a large number of small outlet holes, each of which has a cylindrical shape.

Daarnaast is het ook bekend om de blaasopening uit te 5 voeren als één enkel uitstroomgat zoals bijvoorbeeld is getoond in EP 0 355 164.In addition, it is also known to design the blow opening as a single outflow hole as shown, for example, in EP 0 355 164.

Teneinde een grote transportsnelheid aan de te transporteren draad te kunnen mededelen is het gewenst dat de lucht met grote snelheid uit de uitstroomopening treedt.In order to be able to communicate a high transport speed to the wire to be transported, it is desirable for the air to exit the outflow opening at a high speed.

10 Teneinde een grotere uitstroomsnelheid te bereiken, zou het mogelijk zijn om de toevoerdruk van de lucht aan de hulpblazer te verhogen, maar dit zou noodzakelijkerwijze leiden tot het toepassen van een ander soort compressor met alle daaraan verbonden nadelen.In order to achieve a higher outflow rate, it would be possible to increase the supply pressure of the air to the auxiliary blower, but this would necessarily lead to the use of a different type of compressor with all the associated drawbacks.

15 Een doel van de uitvinding is, om een hulpblazer te verschaffen, welke bij gelijke buitenafmeting en gelijke toevoerdruk van het medium aan de hulpblazer een grotere luchtsnelheid heeft op een afstand van 3 tot 10 cm van de uittree-opening dan de bekende hulpblazers.An object of the invention is to provide an auxiliary blower which, with the same outer size and equal supply pressure of the medium to the auxiliary blower, has a higher air velocity at a distance of 3 to 10 cm from the outlet opening than the known auxiliary blowers.

20 Teneinde dit doel te verwezelijken vertoont de hulpblazer volgens de uitvinding het kenmerk, dat de achterwand aan zijn binnenzijde is voorzien van een schuin verlopend vlak, dat een scherpe hoek maakt met de centrale lijn van de naaldvormige buis, gelegen is ongeveer tegenover 25 de uitstroomopening en met een eerste zijde aansluit op de gesloten kop van de buis.In order to achieve this aim, the auxiliary blower according to the invention is characterized in that the rear wall is provided on its inner side with an inclined surface, which makes an acute angle with the central line of the needle-shaped tube, which is located approximately opposite the outflow opening. and with a first side connecting to the closed head of the tube.

Gebleken is, dat het aanbrengen van een dergelijk schuin verlopend vlak verrassenderwijs een vergroting van de mediumsnelheid op enige afstand van de uittree-opening 30 oplevert bij verder gelijk blijvende condities. Dit vindt vermoedelijk zijn oorzaak in het feit, dat het aanstromende medium in de buis door dit schuin verlopende vlak wordt afgebogen en teruggekaatst naar de uitstroomopening. Verder is gebleken, dat hoewel door het aanbrengen van het genoemde 35 schuine vlak de uitstroomsnelheid wordt vergroot, dit niet ten koste gaat van de richtinggevoeligheid van de uittredende straal ten aanzien van drukwisselingen en de stabiliteit van de uittredende straal.It has been found that the provision of such a sloping surface surprisingly results in an increase in the medium speed at some distance from the outlet opening 30 under conditions which remain otherwise the same. This is presumably due to the fact that the inflowing medium in the tube is deflected by this oblique plane and reflected back to the outflow opening. It has further been found that although the outflow velocity is increased by arranging the said oblique plane, this does not detract from the directivity of the exiting jet with respect to pressure changes and the stability of the exiting jet.

1001277 31001277 3

Teneinde een goede werking van het schuin verlopende vlak te waarborgen, vertoont een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de hulpblazer volgens de uitvinding het kenmerk, dat het schuine vlak een hoek maakt met de centrale 5 lijn welke een grootte heeft die ligt tussen 20° en 35°.In order to ensure a good operation of the sloping surface, a further favorable embodiment of the auxiliary blower according to the invention has the feature that the sloping surface makes an angle with the central line which has a size between 20 ° and 35 ° .

Bij een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de hulpblazer volgens de uitvinding, sluit de tweede zijde van het schuine vlak aan op de achterwand op een plaats die althans nagenoeg overeenkomt met.de plaats waar de centrale 10 lijn van de uitstroomopening de achterwand snijdt. Het is gebleken dat door deze maatregelen de afgebogen en teruggekaatste mediumstroom de uitstroomopening op de juiste wijze treft en daaruit met grote snelheid uittreedt.In a further favorable embodiment of the auxiliary blower according to the invention, the second side of the oblique plane connects to the rear wall at a location which substantially corresponds to the location where the central line of the outflow opening intersects the rear wall. It has been found that through these measures the deflected and reflected medium stream hits the outflow opening correctly and exits therefrom at great speed.

Teneinde een verder vergroting van de uitstroomsnelheid 15 van het medium uit de uitstroomopening te bereiken vertoont een verdere gunstige uitvoeringsvorm het kenmerk, dat de tweede zijde van het schuine vlak aansluit op een deel van de achterwand dat een geringere dikte heeft, dan de wanddikte van het basisdeel. Op deze wijze wordt een vergroting van het 20 inwendige volume van de buisvormige naald in de buurt van de uitstroomopening bereikt. Opgemerkt zij dat het op zichzelf uit EP 0 355 164 bekend is dat een hogere uittreesnelheid van de lucht uit de uitstroomopening kan worden bereikt, naarmate het inwendig volume van de hulpblazer in de buurt van de 25 uitstroomopening groter is. Echter, bij deze bekende hulpblazer is geen schuin afbuigvlak in de top van de naald toegepast en het is gebleken, dat juist de combinatie van dit schuine vlak met een vergroot inwendig volume van de naald in de buurt van de uitstroomopening een verrassend gunstig 30 effect heeft op de uitstroomsnelheid van het medium.In order to achieve a further increase in the outflow velocity of the medium from the outflow opening, a further favorable embodiment has the feature that the second side of the oblique surface connects to a part of the rear wall which has a less thickness than the wall thickness of the base part. In this way, an increase in the internal volume of the tubular needle in the vicinity of the outflow opening is achieved. It should be noted that it is known per se from EP 0 355 164 that a higher exit velocity of the air from the outflow opening can be achieved, the greater the internal volume of the auxiliary blower in the vicinity of the outflow opening. However, in this known auxiliary blower no oblique deflection surface has been applied in the top of the needle and it has been found that the combination of this oblique surface with an increased internal volume of the needle in the vicinity of the outflow opening has been found to have a surprisingly favorable effect. on the outflow velocity of the medium.

Een gunstige uitvoeringsvorm van een hulpblazer waarbij de uitstroomopening is uitgevoerd in de vorm van het patroon van kleine gaatjes, is volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het deel van de voorwand waarin zich de 35 uitstroomopening bevindt een wanddikte vertoont welke iets groter is dan de wanddikte van het basisdeel, waarbij de som van de wanddikte van het deel van de voorwand waarin zich de uitstroomopening bevindt en de wanddikte van het deel van de 1001277 4 achterwand waarop het schuine vlak aansluit kleiner is dan tweemaal de wanddikte van het basisdeel. Op deze wijze is onder behoud van een vergroting van het inwendig volume van de naald in de buurt van de uitstroomopening de wanddikte van 5 de voorwand waar zich de uitstroomopening bevindt iets groter gemaakt, waardoor de lengte van de uitstroomopeningen iets groter is geworden, waardoor ook de diameter van deze gaatjes groter kan zijn zonder dat dit ten koste gaat van de gevoeligheid voor drukverschillen van het uitstromende 10 medium. Verder is door deze diametervergroting van de uitstroomgaatjes de stromingsweerstand in deze gaatjes kleiner geworden dan bij de bekende hulpblazers, hetgeen wederom een gunstig effect heeft op de uitstroomsnelheid.A favorable embodiment of an auxiliary blower in which the outflow opening is in the form of the pattern of small holes, is characterized according to the invention in that the part of the front wall in which the outflow opening is located has a wall thickness which is slightly greater than the wall thickness of the base part, wherein the sum of the wall thickness of the part of the front wall in which the outflow opening is located and the wall thickness of the part of the rear wall to which the oblique surface connects is less than twice the wall thickness of the base part. In this manner, while maintaining an increase in the internal volume of the needle in the vicinity of the outflow opening, the wall thickness of the front wall where the outflow opening is located has been made slightly larger, so that the length of the outflow openings has been increased slightly, as a result of which the diameter of these holes can be larger without this being at the expense of the sensitivity to pressure differences of the outflowing medium. Furthermore, due to this increase in diameter of the outflow holes, the flow resistance in these holes has become smaller than with the known auxiliary blowers, which again has a favorable effect on the outflow speed.

Gebleken is dat door de maatregelen als hiervoor 15 beschreven een hulpblazer is verkregen welke bij gelijke buitenafmetingen als die van conventionele hulpblazers en bij gelijke aanvoerdrukcondities van het medium een aanmerkelijk hogere uitstroomsnelheid van het medium uit de uitstroomopening vertoont.It has been found that by the measures as described above an auxiliary blower has been obtained which, with the same outer dimensions as those of conventional auxiliary blowers and with equal supply pressure conditions of the medium, has a considerably higher outflow velocity of the medium from the outflow opening.

20 Aan de hand van de tekening zal de uitvinding nog nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail with reference to the drawing.

Figuur 1 toont schematisch en niet op schaal en in doorsnede een hulpblazer voorzien van een enkelgats uitstroomopening. Figuur 2 toont eveneens schematisch en niet op schaal en in 25 doorsnede een hulpblazer waarbij de uitstroomopening is gevormd door een gaatjespatroon.Figure 1 shows schematically, not to scale and in cross-section, an auxiliary blower provided with a single-hole outlet opening. Figure 2 also shows schematically, not to scale and in cross-section, an auxiliary blower in which the outflow opening is formed by a hole pattern.

Figuur 3a, 3b en 3c tonen schematisch en niet op schaal respectievelijk in doorsnede, aanzicht en gedeeltelijk vergroot een verdere uitvoeringsvorm van een hulpblazer 30 volgens de uitvinding.Figures 3a, 3b and 3c show schematically and not to scale, respectively, in section, view and partly enlarged, a further embodiment of an auxiliary blower 30 according to the invention.

In figuur 1 is in doorsnede een hulpblazer getoond welke een basisdeel 1, een tussendeel 2 en een einddeel 3 bevat. Deel 1 is cilindrisch uitgevoerd en gaat via deel 2 geleidelijk over in een afgeplat deel 3. Het einddeel 3 is 35 nabij de top voorzien van een afgeschuind vlak 4 waarin zich een uitstroomopening 5 bevindt. De achterwand 6, welke nagenoeg parallel verloopt aan de voorwand 7 van deel 3 is nabij de top voorzien van een schuin vlak 8 dat met zijn ene 1001277 5 zijde 9 aansluit op de top van de hulpblazer en met zijn andere zijde 10 aansluit op de achterwand 6. Het afgeschuinde vlak 9 maakt in dit geval een hoek H van ongeveer 26° met de centrale lijn 11 van de hulpblazer. De hoek H kan onder 5 omstandigheden iets groter of iets kleiner zijn dan de genoemde 26° en ligt bij voorkeur tussen 20° en 35°. De zijde 10 van het schuine vlak 8 sluit aan op de achterwand 6 op de plaats waar de hartlijn 12 van. uitstroomopening 5 deze achterwand 6 snijdt. Op deze wijze is bereikt dat de;via 10 basisdeel 1 en verloopstuk 2 aanstromende mediumstroom aan het eind van de naald tegen het schuine vlak 8 botst, daarbij wordt afgebogen en terugkaatst naar de uitstroomopening 5. Gebleken is dat op deze wijze het aanstromende medium met een grotere impuls uit de uittree-opening 5 treedt dan bij 15 conventionele hulpblazers. Verder is gebleken dat de stabiliteit en de richtingsgevoeligheid ten opzichte van drukwisselingen van de uittredende mediumstroom niet of nauwelijks door het schuine vlak 8 worden beïnvloed. De uitstroomopening 5 welke hier als een enkel gat is getekend, 20 kan onder omstandigheden ook zijn gevormd door een patroon van kleine gaatjes.Figure 1 shows in cross section an auxiliary blower which contains a base part 1, an intermediate part 2 and an end part 3. Part 1 is cylindrical and gradually changes via part 2 into a flattened part 3. The end part 3 is provided near the top with a chamfered surface 4 in which an outflow opening 5 is located. The rear wall 6, which runs almost parallel to the front wall 7 of part 3, is provided with an inclined surface 8 near the top, which connects one side with one side 1001277 5 to the top of the auxiliary blower and connects with the other side 10 on the rear wall. 6. The chamfered plane 9 in this case makes an angle H of approximately 26 ° with the central line 11 of the auxiliary blower. The angle H can be slightly greater or slightly smaller than the aforementioned 26 ° under conditions and is preferably between 20 ° and 35 °. The side 10 of the sloping surface 8 connects to the rear wall 6 at the location of the center line 12 of it. outflow opening 5 intersects this rear wall 6. In this way it is achieved that the medium flow flowing in via base part 1 and adapter 2 collides with the oblique surface 8 at the end of the needle, thereby being deflected and bouncing back to the outflow opening 5. It has been found that in this way the flowing medium with a greater impulse emerges from the outlet opening 5 than with conventional auxiliary blowers. It has furthermore been found that the stability and the directionality with respect to pressure fluctuations of the outgoing medium flow are hardly influenced, if at all, by the oblique surface 8. The outflow opening 5, which is drawn here as a single hole, 20 can under certain circumstances also be formed by a pattern of small holes.

In figuur 2 is een zelfde hulpblazer getoond als in figuur 1 waarbij dan ook dezelfde onderdelen aangegeven zijn met dezelfde verwijzingscijfers. De uitstroomopening 5 is 25 hier getoond als een patroon van kleine uitstroomgaatjes 13 waarbij de centrale lijn 12 van dit gaatjespatroon de achterwand 6 weer treft op de plaats waar de ene zijde 10 van het schuine vlak 8 aansluit op de achterwand 6. Een verschil met de uitvoeringsvorm van de hulpblazer van figuur 1 is, 30 dat het schuine vlak 8 ter plaatse 10 op een deel 14 van de achterwand aansluit, dat een dikte heeft welke kleiner is dan de wanddikte van het basisdeel. Deze maatregel heeft tot gevolg dat het inwendig volume van de hulpblazer in de buurt van de uitstroomopening groter is geworden, hetgeen een 35 impulsverhogend effect heeft op de mediumstroom na uittrede uit de uitstroomopening 5. In het bijzonder in combinatie met het effect van het schuine vlak 8 levert dit een aanmerkelijke impulsverhoging op.Figure 2 shows the same auxiliary blower as in figure 1, whereby the same parts are therefore indicated with the same reference numbers. The outflow opening 5 is shown here as a pattern of small outflow holes 13, in which the central line 12 of this hole pattern meets the rear wall 6 again at the location where one side 10 of the oblique surface 8 connects to the rear wall 6. A difference with the The embodiment of the auxiliary blower of figure 1 is that the inclined surface 8 connects on site 10 to a part 14 of the rear wall, which has a thickness which is smaller than the wall thickness of the base part. As a result of this measure, the internal volume of the auxiliary blower in the vicinity of the outflow opening has become larger, which has an impulse-increasing effect on the medium flow after exit from the outflow opening 5. In particular in combination with the effect of the inclined plane 8 this results in a significant impulse increase.

1001277 61001277 6

In figuur 3a, 3b en 3c is een verdere uitvoeringsvorm van een hulpblazer respectievelijk in doorsnede aanzicht en vergroot weergegeven waarbij dezelfde onderdelen weer met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid als bij de figuren 5 2 en 3. Zoals in het bijzonder uit figuur 3c blijkt, is bij deze uitvoeringsvorm de voorwand 3 ter plaatse van het uitstroomingsgaatjespatroon 5 verdikt uitgevoerd. Hierbij is de verdikking van deze voorwand ten opzicht van de wanddikte van het basisdeel iets kleiner dan de verdunning van het deel ; 10 14 van de achterwand ten opzichte van de wanddikte van het basisdeel zodat in totaal ter plaatse van de uitstroomopening een inwendige volumevergroting van de hulpblazer is verkregen. Deze verdikking van de wanddikte van de voorwand ter plaatse van de uitstroomopening 5 heeft tot gevolg dat de 15 lengte van de uitstroomgaatjes iets groter is geworden waardoor het ook mogelijk is geworden om de diameter van deze uitstroomgaatjes iets groter te nemen zodat de totale L over D verhouding voldoet aan die voorwaarden die nodig zijn voor een stabiele uitstroomrichting terwijl toch door de grotere 20 diameter van de gaatjes de uitstroomweerstand geringer geworden is. Deze maatregel heeft aldus een additionele gunstige invloed op de uitstroomsnelheid.Figures 3a, 3b and 3c show a further embodiment of an auxiliary blower in cross-sectional view and enlarged, respectively, in which the same parts are again indicated with the same reference numerals as in Figures 5 2 and 3. As is apparent in particular from Figure 3c, In this embodiment the front wall 3 is thickened at the location of the outflow hole pattern 5. The thickening of this front wall with respect to the wall thickness of the base part is slightly smaller than the thinning of the part; 14 of the rear wall relative to the wall thickness of the base part, so that an internal volume increase of the auxiliary blower is obtained in total at the location of the outflow opening. This thickening of the wall thickness of the front wall at the location of the outflow opening 5 has the result that the length of the outflow holes has become slightly larger, which also makes it possible to take the diameter of these outflow holes slightly larger so that the total L over D ratio satisfies those conditions that are necessary for a stable outflow direction, while the outflow resistance has decreased due to the larger diameter of the holes. This measure thus has an additional favorable influence on the outflow rate.

De maatregelen volgens de uitvinding te weten het schuine vlak 8 dat op een zodanig niveau en onder een 25 zodanige hoek geplaatst is dat de mediumstroming na botsing daartegen terecht komt in de uitstroomopening 5, de geringere wanddikte van het deel 14 van de achterwand en de iets grotere wanddikte van dat deel van de voorwand ter plaatse van de uitstroomopening 5 geven elk voor zich en in 30 combinatie een zodanige gunstige invloed op de mediumstroming dat de uitstroomimpuls van het uit de opening uittredende medium groter geworden is, terwijl de richtingsgevoeligheid en de stabiliteit van de uittredende stroom minstens zo goed zijn als die bij conventionele hulpblazers.The measures according to the invention, namely the sloping surface 8, which is placed at such a level and at such an angle that the medium flow after impact hits it in the outflow opening 5, the smaller wall thickness of the part 14 of the rear wall and the slightly greater wall thickness of that part of the front wall at the location of the outflow opening 5 each individually and in combination has such a favorable influence on the medium flow that the outflow impulse of the medium emerging from the opening has increased, while the directivity and the stability of the the outflows are at least as good as those with conventional auxiliary blowers.

10012771001277

Claims (5)

1. Hulpblazer voor een weefmachine bevattende een naaldvormige buis, welke aan een zijde een cilindervormig basisdeel vertoont dat aansluitbaar is op een mediumtoevoer 5 en aan zijn andere zijde een bovendeel bevat dat aan zijn top is afgesloten en een afgeplatte vorm vertoont met nagenoeg evenwijdig aan elkaar verlopende voor- en achterwand, waarbij de voorwand nabij de top is voorzien van een enigzins afgeschuind vlak waarin een uitstroomopening, eventueel in de 10 vorm van een patroon van kleine gaatjes, is aangebracht, met het kenmerk, dat de achterwand aan zijn binnenzijde is voorzien van een schuinverlopend vlak, dat een scherpe hoek maakt met de centrale lijn van de naaldvormige buis, gelegen is ongeveer tegenover de uitstroomopening en met een eerste 15 zijde aansluit op de gesloten top van de buis.An auxiliary blower for a weaving machine containing a needle-shaped tube, which has a cylindrical base part on one side which can be connected to a medium supply 5 and on its other side has an upper part which is closed at its top and has a flattened shape with substantially parallel to each other running front and rear wall, wherein the front wall near the top is provided with a slightly chamfered surface in which an outflow opening, optionally in the form of a pattern of small holes, is provided, characterized in that the rear wall is provided on its inside of an oblique plane, which is at an acute angle to the central line of the needle-shaped tube, is located approximately opposite the outflow opening and with a first side connecting to the closed top of the tube. 2. Hulpblazer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scherpe hoek welke het schuine vlak maakt met de centrale lijn een grootte heeft welke ligt tussen 20° en 35°.Auxiliary blower according to claim 1, characterized in that the acute angle making the oblique plane with the central line has a size between 20 ° and 35 °. 3. Hulpblazer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk 20 dat de tweede zijde van het schuine vlak aansluit op de achterwand op een plaats die althans nagenoeg overeenkomt met de plaats waar de centrale lijn van de uitstroomopening de achterwand snijdt.Auxiliary blower according to claim 1 or 2, characterized in that the second side of the oblique plane adjoins the rear wall at a location substantially corresponding to the location where the central line of the outflow opening intersects the rear wall. 4. Hulpblazer volgens een of meer der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de tweede zijde van het schuine vlak aansluit op een deel van de achterwand dat een geringere dikte heeft dan de wanddikte van het basisdeel.Auxiliary blower according to one or more of the preceding claims, characterized in that the second side of the sloping surface connects to a part of the rear wall which has a less thickness than the wall thickness of the base part. 5. Hulpblazer volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarbij de uitstroomopening is uitgevoerd in de vorm van een patroon 30 van kleine gaatjes, met het kenmerk, dat het deel van de voorwand waarin zich de uitstroomopening bevindt een wanddikte vertoont welke iets groter is dan de wanddikte van het basisdeel, waarbij de som van de wanddikte van het deel van de voorwand waarin zich de uitstroomopening bevindt en de 35 wanddikte van het deel van de achterwand waarop het schuine vlak aansluit kleiner is dan tweemaal de wanddikte van het basisdeel. 1001277Auxiliary blower according to claim 1, 2, 3 or 4, wherein the outflow opening is in the form of a pattern 30 of small holes, characterized in that the part of the front wall in which the outflow opening is located has a wall thickness which is slightly larger the wall thickness of the base part is then, wherein the sum of the wall thickness of the part of the front wall in which the outflow opening is located and the wall thickness of the part of the rear wall to which the oblique surface connects is smaller than twice the wall thickness of the base part. 1001277
NL1001277A 1995-09-25 1995-09-25 Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth NL1001277C1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001277A NL1001277C1 (en) 1995-09-25 1995-09-25 Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001277 1995-09-25
NL1001277A NL1001277C1 (en) 1995-09-25 1995-09-25 Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001277C1 true NL1001277C1 (en) 1997-03-26

Family

ID=19761620

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001277A NL1001277C1 (en) 1995-09-25 1995-09-25 Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1001277C1 (en)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000063473A1 (en) * 1999-04-14 2000-10-26 Picanol N.V. Auxiliary nozzle for a mechanical loom
EP1143054A1 (en) * 2000-04-04 2001-10-10 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Weft insert subnozzle
WO2004057080A1 (en) * 2002-12-19 2004-07-08 Picanol N.V. Naamloze Vennootschap Blowing nozzle for supporting a weft thread in a weaving machine
CN102839487A (en) * 2012-09-13 2012-12-26 吴江市隆泰喷织厂 Concentrated air jet pipe for air jet loom
CN110029430A (en) * 2019-04-29 2019-07-19 武汉纺织大学 A kind of Features of Auxiliary Nozzle on Air-jet loom

Cited By (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000063473A1 (en) * 1999-04-14 2000-10-26 Picanol N.V. Auxiliary nozzle for a mechanical loom
BE1012608A3 (en) * 1999-04-14 2001-01-09 Picanol Nv Nozzle for a weaving machine.
EP1428918A2 (en) * 1999-04-14 2004-06-16 Picanol N.V. Auxiliary nozzle for a weaving loom
EP1428918A3 (en) * 1999-04-14 2004-09-01 Picanol N.V. Auxiliary nozzle for a weaving loom
EP1143054A1 (en) * 2000-04-04 2001-10-10 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Weft insert subnozzle
WO2004057080A1 (en) * 2002-12-19 2004-07-08 Picanol N.V. Naamloze Vennootschap Blowing nozzle for supporting a weft thread in a weaving machine
BE1015261A3 (en) * 2002-12-19 2004-12-07 Picanol Nv SPRAY NOZZLE SUPPORTING a weft thread in a weaving machine.
US7350542B2 (en) 2002-12-19 2008-04-01 Picanol N.V. Naamloze Vennootschap Blowing nozzle for supporting a weft thread in a weaving machine
CN102839487A (en) * 2012-09-13 2012-12-26 吴江市隆泰喷织厂 Concentrated air jet pipe for air jet loom
CN110029430A (en) * 2019-04-29 2019-07-19 武汉纺织大学 A kind of Features of Auxiliary Nozzle on Air-jet loom

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1001277C1 (en) Loom blower useful for propelling threads over the width of the cloth
CN1024820C (en) Device for air-bulking multifilament yarns
JPWO2007015297A1 (en) Hand dryer
KR20070115978A (en) Method and entanglement nozzle for producing knotted yarn
NL7906879A (en) METHOD AND APPARATUS FOR SPRAYING AUXILIARY FLUID IN A JET LINER.
JP2751947B2 (en) Device for entanglement of multifilament yarn
US3955762A (en) Rotatable sprinkler and water deflector used therewith
US4535516A (en) Apparatus for the production of fixed point multifilament yarns
BE1012608A3 (en) Nozzle for a weaving machine.
US3875625A (en) Apparatus for interlacing filaments of multifilament yarns
CN1318669C (en) Deformed reed for jet loom
US4794958A (en) Auxiliary nozzle for air jet loom
US4585038A (en) Auxiliary blow nozzle for a pneumatic weaving machine
IE44066B1 (en) Fluid jet texturising apparatus
CS195638B1 (en) Active confuser lamella for pneumatic weaving looms
JP2000336549A (en) Weft insertion nozzle in water jet loom
KR940007104B1 (en) Auxiliary nozzle for air jet type weaving machine
JPS5852305Y2 (en) Weft guide in fluid jet looms
Iemoto et al. Size Effect of Interlacer Part 1: Number of Tangles and Yarn Motion
CA2372958A1 (en) Systems and methods for air embossing fabrics utilizing improved air lances
US6014990A (en) Filling yarn stretching device for a loom
US5950290A (en) Jet for interlacing textile yarns
US4290459A (en) Blowing nozzle for transporting a flexible thread
JPH0860492A (en) Auxiliary nozzle of air jet loom
NL7906880A (en) AN INSERT DEVICE FOR INSERTING AN ATTACK INTO A BOX OF A JET LINER.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000401