NL1000979C2 - Vel voor reinigingsdoeleinden in het bijzonder afveeg-, dep- of snuit- doeleinden, samenstel van dergelijke vellen en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

-1-

Vel voor reinigingsdoeleinden in het bijzonder afveeg-, dep- of snuitdoeleinden, samenstel van dergelijke vellen en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een vel voor reinigingsdoeleinden in het bijzonder afveeg-, dep- of snuitdoeleinden, samenstel van dergelijke vellen en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. Dergelijke vellen zijn veelvuldig in 5 gebruik, bijvoorbeeld als toiletpapier, keukenrollen, tissues, huishouddoekjes enzovoorts.

Zij zijn in het algemeen rechthoekig. Bij nadere beschouwing van hun gebruik blijkt echter, dat het centrale deel 10 een overheersende rol speelt en dat de hoeken nagenoeg niet worden benut.

De uitvinding beoogt een vel voor reinigingsdoeleinden in het bijzonder afveeg-, dep- of snuitdoeleinden te verschaf-15 fen, waarbij praktisch niet gebruikte delen relatief geringer van oppervlak zijn. Dit betekent, dat met minder materiaal kan worden uitgekomen, hetgeen een belangrijke besparing van 20-40% aan materiaal kan geven, zonder de effectiviteit van het vel praktisch te verslechteren.

20

De bovengenoemde doeleinden worden volgens de uitvinding bereikt door er in te voorzien, dat het aan elke langszijde in de breedterichting een vanaf een bepaalde eindbreedte in de lengterichting naar het midden toe oplopende en na het 25 midden op gelijke wijze een aflopende verbreding van die bepaalde eindbreedte heeft.

Doordat in het middengebied de gehele breedte aanwezig is ontmoet men in de praktijk geen nadelen door het ontbreken 30 van de hoekpartijen van het vel.

Daarbij wordt er een aanmerkelijke materiaalbesparing verkregen, die, indien gewenst, gebruikt kan worden om een sterker materiaal te kiezen of een extra laag aan te bren-

10 0 0 9 7 P

-2- gen.

Gewezen wordt op de Europese octrooiaanvrage 0.111.255, waarin een vel wordt voorgesteld, dat in het midden enige 5 malen dubbel is. Daardoor heeft men in het bijzonder bij toiletpapier het voordeel, dat het midden aanmerkelijk sterker is dan de randen. Doordat dan bij de randen het materiaal relatief dun is kan eveneens een materiaalbespa-ring verkregen worden. De betrekkelijk smalle zone, waarin 10 het materiaal voldoende sterk is, is evenwel in de praktijk een nadeel. Ook is de ongelijke dikte van de vellen er de aanleiding toe, dat bij het opwikkelen op rollen dan wel het inbrengen in ineengevouwen vorm in dispensers een betrekkelijk grote roldikte respectievelijk hoge stapel 15 wordt verkregen voor een bepaald aantal vellen.

De materiaalbesparing, die met de uitvinding verkregen wordt, is niet alleen een kosten beperkende factor, maar ook gunstig vanuit milieu-technisch standpunt. Ook wanneer 20 de vellen uit gerecycled papier, zoals oud bedrukt papier worden vervaardigd heeft met een niet onbelangrijk milieutechnisch voordeel, omdat bij de onttrekking van de papier-vezels aan gebruikt papier zowel de inkt als de vulstoffen verwijderd moeten worden, hetgeen in het algemeen tot een 25 milieubelasting leidt. Bovendien vormen de kosten, die anders op de verwerking van inkt en vulstoffen rusten, een niet onbelangrijk voordeel van de uitvinding.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan er in 30 worden voorzien, dat de vellen verkregen worden, door reeksen van vellen naast elkaar gelegen uit een materiaal-strook te snijden. Daartoe wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat de oplopende verbreding als functie van de afstand in lengterichting 35 dezelfde is als de afname van de verbreding in het aflopende deel. Een eenvoudig en volkomen bevredigende uitvoering van een dergelijke alternerende lijn is de zogenaamde sinuslijn.

] 1000979 -3-

Bij voorkeur vervaardigt men een samenstel van vellen, waarbij een reeks vellen bij de genoemde eindbreedte met elkaar verbonden zijn. Uiteraard zal het daarbij, bijvoorbeeld bij toepassing als toiletpapier of keukenrol, de 5 voorkeur verdienen over deze genoemde eindbreedte een perforatie aan te brengen. Wanneer men een dergelijke reeks vellen op een rol wikkelt heeft deze aan zijn kopse einden plaatselijk lucht tussen de vellen, maar dit is in de praktijk geen enkel nadeel. Bij het van de rol trekken pakt 10 men de vellen toch in het algemeen bij het midden aan.

Uiteraard kan men de vellen van een reeks ook zigzag vouwen, waarbij het zowel mogelijk is hen in elkaar of los op te vouwen, zoals op zichzelf bekend is, bijvoorbeeld voor 15 tissues en zakdoeken, dan wel hen door middel van een perforatie met elkaar te verbinden.

De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor de vervaardiging van een vel of een samenstel vellen als boven 20 omschreven. Deze werkwijze wordt daardoor gekenmerkt, dat een strook van vellen, die breder is dan de grootste breedte van een vel op een aantal plaatsen in de lengterichting wordt doorgesneden langs lijnen, die met de langsbegrenzing van een vel overeenkomen. Deze lijnen hebben bij voorkeur 25 een met een sinuslijn overeenkomende vorm.

Daarbij kan men de verschillende deelstroken, die op deze wijze tussen de golvende snijlijnen gevormd worden, elk op een eigen opwikkelrol opwikkelen.

30

Het is mogelijk de opwikkelrollen op een zelfde as aan te brengen en het vel als een geheel op te wikkelen, waarbij evenwel nadat de opwikkeling gereed is de verschillende opwikkelrollen die met de verschillende deelstroken over-35 eenstemmen, axiaal uit elkaar kunnen worden getrokken.

Het verzendvolume kan beperkt gehouden worden door het losmaken van de rollen eerst bij de afnemer of een grossier uit te voeren.

1000979 -4-

Daarbij kan het tot een eenvoudige constructie leiden, wanneer de opwikkelrollen in een draairichting met elkaar zijn gekoppeld. Dit kan bijvoorbeeld door een inkeping aan de ene zijde van deze rollen en een daarin passend uit-5 steeksel aan de andere zijde. Dan behoeft slechts één van de rollen te worden aangedreven. Een andere mogelijkheid is, dat de rollen, bijvoorbeeld van binnen uit, met een aangedreven deel worden verbonden, bijvoorbeeld door wrijving of klemming, dan wel door middel van het draagwalsen 10 systeem, waarbij de rollen van buitenaf worden aangedreven door twee aangedreven walsen en van boven worden vastgehouden door een beweegbare aandrukwals.

Het zal duidelijk zijn, dat bij de uitvinding de vorm van 15 de vellen betrekkelijk willekeurig is, maar dat bij vervaardiging van de vellen door de rand van een reeks vellen te laten samenvallen met de rand van een aangrenzende reeks vellen men een strook uitgangsmateriaal door zal snijden, bij voorkeur langs een slingerlijn, ongeveer een sinus-20 vormige lijn..

De doorsnijding met een dwars op de bewegingsrichting van de strook bewegend mes is in bepaalde gevallen mogelijk, maar met losse materialen zoals die voor bijvoorbeeld 25 toiletpapier worden gebruikt, kunnen moeilijkheden ontstaan door pluisvorming, die uiteindelijk het mes buiten werking stelt.

Maatregelen om deze moeilijkheden te voorkomen kunnen 30 bestaan uit een tegenorgaan voor het mes, dat bijvoorbeeld een spleet kan bevatten, waar het mes schuin insteekt. Ook kan een V-vormige mesopstelling met een kleine openingshoek van de V toegepast worden (schaarsnijden of "Schere-schnitt") dan wel roterend snijden of, al dan niet rote-35 rend, stansen.

Verder kan een tweetal messen een knipbeweging uitvoeren, waarbij evenwel de lengte van een snede verkregen met een knipbeweging klein moet zijn in vergelijking met de golf- 1000979 -5- lengte van de slingerlijn.

Een direct beschikbare en reeds beproefde oplossing voor deze problemen bestaat uit het waterjetsnijden, waarbij een 5 fijne waterstraal met zeer hoge druk uit een mondstuk wordt gespoten. Dan kunnen twee dragers met elk een aantal spuit -monden tegen elkaar in heen en weer bewegen, zodanig dat de ene drager in combinatie met de vooruitbewegihg van de strook uitgangsmateriaal een eerste slingerlijn vormt en de 10 tweede een slingerlijn, die het spiegelbeeld is van de eerste.

Bij het snijden is het mogelijk, ook bij gebruik van gebogen lijnen, een mes niet alleen heen en weer te bewegen ten 15 opzichte van de strook materiaal waaruit de reeksen vellen gesneden worden, maar ook de messen enigszins te kantelen ten opzichte van de bewegingsrichting van de materiaal-strook, waardoor bereikt kan worden dat de relatieve beweging van de te snijden stroken en de messen steeds met de 20 stand van de messen overeenkomt.

Dit laatste kan zowel mechanisch als elektronisch gerealiseerd worden. Daarbij dient een draaibeweging van de messen gecoördineerd te zijn met hun heen- en weerbeweging. Dit is 25 in principe met een geschikte nok te bereiken. Elektronisch bestaat de mogelijkheid een stapmotor de draaiing van de messen te laten aandrijven en deze elektronisch synchroon met de heen- en weerbeweging (die ook met een stapmotor tot stand kan worden gebracht) te bekrachtigen.

30

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een aantal vellen volgens de uitvinding 35 in naast elkaar gelegen stand toont; en fig. 2 een detail toelicht.

In fig. 1 is door middel van donkere arcering een enkel vel volgens de uitvinding aangegeven. Dit vel 1 grenst aan 100097° -6- overeenkomende vellen van een reeks door middel van perfo-ratielijnen 2. Het is aan weerszijden door een slingerende lijn 3 begrenst, die een strook begrenst, die vanaf de minimale breedte bij de perforatielijnen 2 een ongeveer 5 sinus-vormig oplopend deel heeft, dat leidt tot een verbreding van de strook ten opzichte van de breedte bij de perforatielijn 2 tot bij het midden tussen twee perforatielijnen, waarna een overeenkomend gevormd aflopende breedte verkregen wordt tot weer de oorspronkelijke geringste 10 breedte bij de volgende perforatielijn 2. De afstand 5 tussen de lijnen 12 geeft de breedte van de voor een oorspronkelijk rechthoekig vel benodigde materiaalstrook aan.

De voor de reeks opeenvolgende vellen 1 gebruikte deel-15 strook van een bredere materiaalstrook heeft per saldo een breedte die is aangegeven met 4. Daaruit volgt dat het verschil tussen de maximale breedte 5 en deze breedte 4 de materiaalbesparing vormt. Doordat het verlies bij de randen van de materiaalstrook bij een bredere strook over meer 20 deelstroken wordt verdeeld, neemt het daardoor optredende verlies relatief af bij bredere materiaalstroken. Ook zal het duidelijk zijn, dat in vele gevallen de smalste breedte bij de perforatielijnen 2 groter of kleiner kan zijn dan is getekend en dat materiaalbesparingen tot in de buurt van 25 40% mogelijk zijn. Dit is zo, omdat in het gebruik prak tisch geen mechanische belasting van het smalste deel van het vel optreedt.

Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van de opwikkelrollen 6, 30 die op een as 9 zijn geschoven, waarbij de rollen aan hun ene zijde een uitsteeksel 10 en aan de andere zijde een inkeping 11 bevatten, waarbij het uitsteeksel 10 en de inkeping 11 in elkaar steken en passen. Er behoeft slechts één van de rollen 6 worden aangedreven. Na het uit elkaar 35 trekken van opeenvolgende rollen 6 met hun papierwikkeling blijven de uitsteeksels 10 geheel binnen de papierwikkeling. De afstand tussen de lijnen 8 geeft de breedte van de voor een wikkeling gebruikte materiaalstrook aan.

1000979 -7-

In de met een arcering aangegeven stukken 7 bevinden zich de uitstekende bobbels van twee aangrenzende wikkelingen. Wanneer de wikkelingen van elkaar zijn gescheiden, hebben zij elk de axiale lengte die met 12 is aangegeven.

5

Bij het van elkaar scheiden van aangrenzende wikkelingen kan men hen mechanisch in hun midden aanvatten en uit elkaar trekken. Bij mechanisch zwakke materialen met een ruw of oneffen oppervlak is het evenwel mogelijk, dat het 10 materiaal scheurt, wanneer aangrenzende wikkelingen uit elkaar getrokken worden. Dan kan er een zeer grote kracht nodig zijn voor het uit elkaar trekken. Maar zelfs dan is het niet altijd zeker, dat een betrouwbare scheiding wordt verkregen.

15

Ter voorkoming van deze moeilijkheden en vermijding van de gehele uit-elkaar-trek-bewerking kan er in worden voorzien, dat opeenvolgende wikkelingen afwisselend op een rol met een eerste aslijn en een rol met een tweede aslijn worden 20 gewikkeld.

Als uitgangsmateriaal kan elk materiaal gebruikt worden, dat voor dergelijke vellen bruikbaar is. Dit materiaal kan uit een aantal lagen, bijvoorbeeld waterbestendige of 25 versterkingslagen bestaan. Het kan vloeistofdicht of absorberend zijn en al dan niet van versterkingsstroken of versterkingsdraden zijn voorzien. Papier- en/of kunststof-vezels, vezelvliezen en gesloten kunststofvellen zijn mogelijk, waarbij het oppervlak zowel effen als ruw of 30 gebobbeld kan zijn.

Zo is de uitvinding met groot voordeel toepasbaar op de zogenaamde non-woven materialen of viscosedoekjes, die in feite een dunne spons vormen of de zogenaamde meerdingen-35 doekjes van viscose gemengd met synthetisch materiaal. In al deze gevallen is de maximale breedte van de doekjes de belangrijkste factor bij het bepalen van hun werkzaamheid.

1000979

Claims (13)

1. Vel voor reinigingsdoeleinden in het bijzonder afveeg-, dep- of snuitdoeleinden met een lengte- en een breedterich-ting, met het kenmerk, dat het aan elke langszijde in de breedterichting een vanaf een bepaalde eindbreedte in de 5 lengterichting naar het midden toe oplopende en daarna een aflopende verbreding tot die bepaalde eindbreedte heeft.

2. Vei volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de oplopende verbreding als functie van de afstand in lengterich- 10 ting dezelfde is als de afname van de verbreding in het aflopende deel.

3. Samenstel van vellen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een reeks vellen bij de genoemde eindbreedte met 15 elkaar verbonden zijn.

4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de over de eindbreedte een perforatie is aangebracht.

5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat een reeks vellen op een rol is gewikkeld.

6. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de reeks vellen zigzag is gevouwen. 25

7. Werkwijze voor de vervaardiging van een vel volgens conclusie 1 of 2 of een samenstel van vellen volgens conclusie 3-6, met het kenmerk, dat een materiaalstrook, die breder is dan de grootste breedte van een vel op een aantal 30 plaatsen in de lengterichting wordt doorgesneden langs lijnen, die met de langsbegrenzing van een vel overeenkomen .

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 35 opeenvolgende door de doorsnijding gevormde reeksen bij een bepaalde breedte met elkaar verbonden vellen elk naar een eigen aangedreven opwikkelrol worden geleid. 1000979 -9-

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de opwikkelrollen op een zelfde as in eikaars verlengde zijn gemonteerd.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de opwikkelrollen in draairichting met elkaar zijn gekoppeld.

11. Werkwijze volgens conclusie 7-10, met het kenmerk, dat het doorsnijden met een dwars op de materiaalstrook heen en 10 weer bewegend mes geschiedt.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het mes samenwerkt met een tegenorgaan.

13. Werkwijze volgens conclusie 7-10, met het kenmerk, dat het doorsnijden met waterstralen onder zeer hoge druk geschiedt. 1000979