NL1000947C2 - Filling device for a fuel tank. - Google Patents

Description

Afvulinrichting voor een brandstoftank.Filling device for a fuel tank.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afvulinrichting voor een brandstoftank omvattende een vulleiding die aan een eerste uiteinde in open communicatie staat met de brandstoftank en aan een tweede, tegenover gelegen uiteinde is voorzien van een 5 vulmond om daarin een afvulpistool te ontvangen, welke vulmond toegankelijk is via een afsluitbare vulopening. Daarbij heeft de uitvinding in het bijzonder betrekking op een afvulinrichting voor een brandstoftank die aan boord van een vaartuig is geplaatst.The present invention relates to a fuel tank filling device comprising a filling line which at one first end is in open communication with the fuel tank and at a second opposite end is provided with a filling nozzle for receiving a filling gun therein, which filling nozzle is accessible is via a lockable filling opening. The invention particularly relates to a filling device for a fuel tank placed on board a vessel.

Een brandstoftank van een vaartuig welke is voorzien van een bestaande afvulinrichting is in figuur 1 weergegeven. De inrichting omvat een interne vulleiding (18) welke 10 enerzijds in open communicatie staat met de brandstoftank (17) en aan een tegenover gelegen uiteinde een vulmond (20) omvat die in het gangboord (6) van het schip is bevestigd. Een vulopening van de vulmond (20) is daarbij afsluitbaar door middel van een vuldop (5). Om de brandstoftank (17) af te vullen, wordt de vuldop (5) verwijderd en een afvulpistool van een pomp-installatie via de aldus toegankelijke vulopening in de 15 vulmond (20) gestoken. Uit de brandstoftank (17) verdreven lucht en brandstofdamp kan daarbij via een ontluchtingsleiding (16) en een ontluchtingsnippel (15) ontsnappen.A fuel tank of a vessel which is provided with an existing filling device is shown in figure 1. The device comprises an internal filler pipe (18) which, on the one hand, is in open communication with the fuel tank (17) and at an opposite end comprises a filler mouth (20) which is mounted in the gangway (6) of the ship. A filling opening of the filling mouth (20) can be closed by means of a filling cap (5). To fill the fuel tank (17), the filler cap (5) is removed and a filler from a pump installation is inserted into the filler mouth (20) via the thus accessible filling opening. Air and fuel vapor expelled from the fuel tank (17) can escape via a bleed pipe (16) and a bleed nipple (15).

Een bezwaar van een dergelijke bekende inrichting is evenwel dat zij in de praktijk soms regelmatig leidt tot overloop van brandstof. Heden ten dage wil een ieder het milieu zo schoon mogelijk houden en zo min mogelijke belasten. Ook bij het vullen van 20 de brandstoftank aan boord van schepen en andere vaartuigen is dat het geval. Enkele gemorste druppels brandstof die op het oppervlaktewater terecht komen, geven al snel een duidelijk zichtbare olievlek van enkele vierkante meters. Met name de bekende afvulinrichting is daarbij een voortdurende bron van ergernis, vooral dan wanneer de tank praktisch vol is. Wanneer het brandstofpistool te laat afsluit of afgesloten wordt, 25 spuit brandstof of althans het schuim daarvan uit de vulopening of de ontluchtingsnippel, met alle nare gevolgen vandien.A drawback of such a known device is, however, that in practice it sometimes leads regularly to fuel overflow. Nowadays everyone wants to keep the environment as clean as possible and burden it as little as possible. This is also the case when filling the fuel tank on board ships and other vessels. A few spilled drops of fuel that end up on the surface water quickly give a clearly visible oil spill of a few square meters. The known filling device in particular is a constant source of annoyance, especially when the tank is practically full. When the fuel gun is shut off or closed too late, fuel or at least its foam sprays from the filling opening or the bleed nipple, with all unpleasant consequences.

1000947 -2-1000947 -2-

Met de onderhavige uitvinding wordt daarom ondermeer beoogd in een afvulinrichting van de in de aanhef genoemde soort te voorzien waarbij één en ander althans tot op grootte hoogte wordt tegengegaan.The object of the present invention is therefore, inter alia, intended to provide a filling device of the type mentioned in the preamble, wherein all this is at least counteracted to a great extent.

Daartoe heeft een afvulinrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de 5 uitvinding als kenmerk dat de vulleiding aan het tweede uiteinde met de vulmond uitmondt binnen een overloopkamer welke de vulmond omringt, en dat de overloopka-mer toegankelijk is via de afsluitbare vulopening. Indien bij deze inrichting het afvulpi-stool te laat afsluit of wordt afgezet, zal de brandstof of het schuim daarvan in eerste instantie vanuit de vulmond overlopen in de omringende overloopkamer en daardoor 10 niet uit de vulopening stromen. Door aan de overloopkamer een voldoende grote inhoud te geven, kan aldus, zo niet in alle, dan toch in het overgrote merendeel van de gevallen worden vermeden dat brandstof op het dek en vervolgens in het oppervlaktewater terecht komt.For this purpose, a filling device of the type mentioned in the preamble according to the invention has the feature that the filling line at the second end with the filling mouth opens into an overflow chamber surrounding the filling mouth, and that the overflow chamber is accessible via the closable filling opening. If the filling gun closes or is deposited too late with this device, the fuel or the foam thereof will initially overflow from the filling nozzle into the surrounding overflow chamber and therefore will not flow out of the filling opening. By giving the overflow chamber a sufficiently large volume, it is thus possible, if not in all, then in the vast majority of cases that fuel ends up on the deck and subsequently in the surface water.

De overloopkamer van de afvulinrichting volgens de uitvinding kan in een bestaande 15 afvulinrichting worden aangebracht door hem in de interne brandstofvulslang te plaatsen. Om dit te vereenvoudigen is een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de overloopkamer een buisvormig deel van de vulleiding omvat dat daarin vloeistofdicht is gemonteerd en de vulmond omvat, doordat het buisvormige deel aan een van de vulmond afgewend uiteinde is voorzien 20 van een aansluitkraag voor een vulslang naar de brandstoftank en doordat de overloopkamer aan een tegenover de vulmond gelegen zijde is voorzien van de vulopening. In dat geval behoeft de bestaande brandstofvulslang, na eventueel te zijn ingekort, slechts aan de aansluitkraag te worden aangesloten en de overloopkamer op de gewenste plaatst aan het dek te worden gemonteerd.The overflow chamber of the filling device according to the invention can be arranged in an existing filling device by placing it in the internal fuel filling hose. To simplify this, a special embodiment of the device according to the invention is characterized in that the overflow chamber comprises a tubular part of the filling pipe which is mounted liquid-tight therein and comprises the filling mouth, in that the tubular part is provided at an end remote from the filling mouth. a connection collar for a filling hose to the fuel tank and because the overflow chamber is provided with the filling opening on a side opposite the filling mouth. In that case, the existing fuel filling hose, after being shortened, need only be connected to the connecting collar and the overflow chamber must be mounted on the deck at the desired location.

25 Om eventueel in de overloopkamer gestroomde brandstof daaruit te verwijderen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de afvulinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de overloopkamer ontluchtingsmiddelen omvat en dat de overloopkamer aan, althans nabij, een bodem daarvan is voorzien van een afvoeropening die via een afvoerleiding is aangesloten op ontluchtingsmiddelen van de brandstoftank. In de 1000947 -3- overloopkamer terecht gekomen brandstof kan in dat geval door middel van de afvoer-opening en afvoerslang via de ontluchtingsopening naar de brandstoftank lopen. De ontluchtingsmiddelen in de overloopkamer zorgen er daarbij voor dat niettemin een ontluchtingsweg vanuit de brandstoftank wordt gehandhaafd.In order to remove any fuel that has flowed into the overflow chamber, a further special embodiment of the filling device according to the invention has the feature that the overflow chamber comprises venting means and that the overflow chamber is provided at, at least close to, a bottom thereof with a discharge opening which is provided via a drain pipe is connected to fuel tank vent means. In this case, fuel that has entered the overflow chamber can flow through the vent opening through the vent opening to the fuel tank. The venting means in the overflow chamber thereby ensure that a venting path is nevertheless maintained from the fuel tank.

5 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoor-beeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een brandstoftank met vorenbeschreven bestaande afvulinrichting geplaatst onder een gangboord van een schip; figuur 2 een brandstoftank met een uitvoeringsvoorbeeld van de afvulinrichting 10 volgens de uitvinding, waarbij de vulopening met vuldop in een liggend deel van het dek van een vaartuig is aangebracht; figuur 3 een perspectivische weergave van de inrichting gemonteerd zoals aangeven in figuur 2; figuur 4 een brandstoftank met de afvulinrichting van figuur 2, waarbij de vulo-15 pening met vuldop in een opstaand deel van het dek van een vaartuig is aangebracht; figuur 5 A een dwarsdoorsnede van de overloopkamer van de afvulinrichting van figuur 2; en figuur 5B een zijaanzicht van de overloopkamer van figuur 2.The invention will now be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment and an accompanying drawing. In the drawing: figure 1 shows a fuel tank with the aforementioned existing filling device placed under a gangway of a ship; figure 2 shows a fuel tank with an exemplary embodiment of the filling device 10 according to the invention, wherein the filling opening with filling cap is arranged in a horizontal part of the deck of a vessel; figure 3 shows a perspective view of the device mounted as indicated in figure 2; figure 4 shows a fuel tank with the filling device of figure 2, wherein the filling opening with filling cap is arranged in an upright part of the deck of a vessel; figure 5A shows a cross section of the overflow chamber of the filling device of figure 2; and Figure 5B is a side view of the overflow chamber of Figure 2.

20 De tekeningen zijn zuiver schematisch en niet steeds op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscij-fer aangeduid.20 The drawings are purely schematic and not always drawn to scale. In particular, for the sake of clarity, some dimensions are strongly exaggerated. Corresponding parts are designated as far as possible in the figures with the same reference numerals.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de afvulinrichting volgens de uitvinding voor toepassing 25 aan boord van een vaartuig is weergegeven in figuur 2 en 3 met respectievelijk de vulopening in een liggend, horizontaal deel van het dek, meer in het bijzonder in het gangboord 6, en in een opstaand, verticaal deel 19. De afvulinrichting kan worden aangebracht op de bestaande brandstoftank 17 van het schip die daarvoor geen bijzondere aanpassing behoeft. De afvulinrichting omvat een overloopkamer 1 die ter plaatse 30 een buisvormig deel 2 van de vulleiding omringt, zie figuur 5A. Het buisvormige deel 2 1000947 -4- is vloeistofdicht in de kamer 1 gemonteerd en omvat aan zijn vrije uiteinde binnen de overloopkamer 1 een vulmond 20 om daarin een afvulpistool van een tank-installatie te ontvangen. Aan het tegenover gelegen uiteinde omvat het buisvormige deel 2 een aansluitkraag 11 voor aansluiting op een bestaande, eventueel ingekorte vulslang 18 5 naar de brandstoftank 17. Tegenover de vulmond 20 is de overloopkamer 1 voorzien van een vulopening 25 door middel waarvan de vulmond 20 voor een afvulpistool toegankelijk is. De vulopening 25 is voorzien van een inwendige schroefdraad waarin een vuldop 5 kan worden geschroefd, die daartoe van een overeenkomstige uitwendige schroefdraad is voorzien.An exemplary embodiment of the filling device according to the invention for use on board a vessel is shown in Figures 2 and 3 with the filling opening respectively in a horizontal horizontal part of the deck, more particularly in the gangway 6, and in an upright position. , vertical part 19. The filling device can be mounted on the existing fuel tank 17 of the ship, which does not require any special adjustment. The filling device comprises an overflow chamber 1 which surrounds a tubular part 2 of the filling line at location 30, see figure 5A. The tubular part 2 1000947-4- is mounted liquid-tight in the chamber 1 and at its free end within the overflow chamber 1 comprises a filling nozzle 20 to receive a filling pistol from a tank installation therein. At the opposite end, the tubular part 2 comprises a connecting collar 11 for connection to an existing, possibly shortened, filling hose 18 5 to the fuel tank 17. Opposite the filling nozzle 20, the overflow chamber 1 is provided with a filling opening 25 by means of which the filling nozzle 20 for a filling pistol is accessible. The filling opening 25 is provided with an internal screw thread into which a filling cap 5 can be screwed, which for this purpose is provided with a corresponding external screw thread.

10 Het materiaal van de overloopkamer 1 is een HD polyethyleen of aluminium, die beide zeer goed bestand zijn tegen benzine en dieselbrandstoffen. Ten opzichte van de brandstofvuldop 5 is de overloopkamer 1 over 360° draaibaar in het horizontale vlak te monteren. Hierdoor is bij montage onder bijvoorbeeld het gangboord van het schip steeds de meest ideale stand van de kamer 1 ten opzichte van de vuldop 5 te vinden. De 15 brandstofoverloopkamer 1 is zodanig ontwikkeld dat hij bij iedere brandstofvuldop 5. voorzien van een gangbare vulslangaansluiting van bijvoorbeeld Φ 50 mm. of 38 mm. aangesloten kan worden. De brandstofoverloopkamer 1 kan daarbij in veel gevallen direct aan de reeds aanwezige brandstofvuldoppen 5 worden gemonteerd mits er ter plaatse voldoende ruimte beschikbaar is voor de kamer 1. Brandstofvuldoppen 5 zijn 20 vaak voorzien van een lange vulaansluiting, deze dient bij het toepassen van een brandstofoverloopkamer 1 bij voorkeur gemakkelijk over de interne vulleiding 2 te steken. De overloopkamer 1 is voorzien bevestigingsmiddelen in de vorm van twee bevestigingsogen 10. Het verdient aanbeveling de kamer 1 namelijk met enkele strippen of iets dergelijks aan bijvoorbeeld het dek 6 te monteren. Die strippen vangen dan het 25 gewicht van de kamer 1, en van de daarin eventueel aanwezige brandstof, en de krachten veroorzaakt door de brandstofvulslang 18 op.10 The material of the overflow chamber 1 is an HD polyethylene or aluminum, both of which are highly resistant to petrol and diesel fuels. The overflow chamber 1 can be rotated 360 ° in the horizontal plane relative to the fuel filler cap 5. As a result, the most ideal position of the chamber 1 relative to the filler cap 5 can always be found when mounting under, for example, the gangway of the ship. The fuel overflow chamber 1 is designed in such a way that it is equipped with a standard filling hose connection of, for example, Φ 50 mm for each fuel filler cap. or 38 mm. can be connected. In many cases, the fuel overflow chamber 1 can be mounted directly on the existing fuel filler caps 5, provided that there is sufficient space available on site for the chamber 1. Fuel filler caps 5 are often provided with a long filling connection, which serves when using a fuel overflow chamber 1 preferably easy to cross over the internal filling line 2. The overflow chamber 1 is provided with mounting means in the form of two mounting eyes 10. Namely, it is recommended to mount the chamber 1 with, for example, the deck 6 with a few strips or the like. These strips then absorb the weight of the chamber 1, and of any fuel present therein, and the forces caused by the fuel filling hose 18.

In de plaats van een brandstofvulslang 18 is in de afvulinrichting volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding aan de eventueel ingekorte brandstofvuldop 5 een rubber sluitstuk 4 bevestigd met minimaal twee R.V.S. slangklemmen 7. Twee 30 slangklemmen 7 omdat dat meer zekerheid bied en niet in de laatste plaats omdat in de ! 1000947 -5- toekomst de ISO richtlijnen voor de jachtbouw dit zullen voorschrijven. Het toegepaste rubber voor het aansluitstuk 7 is zeer goed bestand tegen benzine- en dieselbrandstof en het rubber zelf is voorzien van versterkingsweefsel. Tussen het rubber aansluitstuk 7 en de kamer 1 is een rubber spatring 3 aangebracht. Het rubber aansluitstuk 7 en de 5 spatring 3 zijn met behulp van een R.V.S. montage-ring 9 en schroeven 8 aan de kamer 1 bevestigd. De rubber spatring 3 is voorzien van een centrale opening 31 van waaruit naar buiten een aantal sneden 32 radiaal verlopen. Dit om vulpistolen met verschillende diameters, bijvoorbeeld voor benzine en diesel gemakkelijk in de interne vulleiding 2 te kunnen steken.Instead of a fuel filling hose 18, in the filling device according to the present exemplary embodiment of the invention, a rubber closing piece 4 is attached to the possibly shortened fuel filling cap 5 with at least two R.V.S. hose clamps 7. Two 30 hose clamps 7 because that offers more security and not least because in the! 1000947 -5- future the ISO guidelines for yacht building will prescribe this. The rubber used for the connecting piece 7 is highly resistant to petrol and diesel fuel and the rubber itself is provided with reinforcing fabric. A rubber splash ring 3 is arranged between the rubber connecting piece 7 and the chamber 1. The rubber connecting piece 7 and the 5 splash ring 3 are using an R.V.S. mounting ring 9 and screws 8 attached to chamber 1. The rubber splash ring 3 is provided with a central opening 31 from which a number of cuts 32 extend radially outwards. This in order to easily insert filling pistols with different diameters, for example for petrol and diesel, into the internal filling line 2.

10 Het buisvormige deel 2 van de interne vulleiding kan één integraal geheel vormen met het huis van de overloopkamer, bijvoorbeeld daaraan zijn gegoten, maar kan ook worden gevormd door een separaat inzetstuk dat, zoals in het onderhavige voorbeeld, exact passend, vloeistofdicht in de vulslangaansluitkraag 11 wordt aangebracht. Wanneer aan de vulslangaansluitkraag 11 een brandstofVulslang 18 gemonteerd wordt. 15 ook nu met twee slangklemmen 7, dan zal na het aanschroeven van de slangklemmen 7 het buisvormige deel 2 van de interne vulleiding vast en lekvrij in de vulslangaansluitkraag 11 zitten. Ter plaatse van de vulmond 20 is het buisvormige deel 2 inwendig voorzien van een soort schroefdraad ter vorming van een aantal in de omtreksrichting verlopende ribben 21. De vulmond is verder uitgevoerd met een trechtervormige uitloop 20 zodat een afvulpistool gemakkelijker daarin wordt geleid.The tubular part 2 of the internal filler pipe can form an integral whole with the housing of the overflow chamber, for instance cast thereon, but it can also be formed by a separate insert which, as in the present example, fits exactly, liquid-tight in the filler hose connection collar. 11 is applied. When a fuel filling hose 18 is fitted to the filling hose connection collar 11. 15 also with two hose clamps 7, after the hose clamps 7 have been screwed on, the tubular part 2 of the internal filling line will be fixed and leak-proof in the filling hose connection collar 11. At the location of the filling nozzle 20, the tubular part 2 is internally provided with a type of screw thread to form a number of ribs 21 running in the circumferential direction. The filling nozzle is furthermore equipped with a funnel-shaped outlet 20 so that a filling pistol is guided more easily therein.

Mocht tijdens het tanken van brandstof omhoog komen, wanneer de tank nagenoeg vol is, dan zal de stroming ter plaatse van de ribben 21 turbulent worden. De brandstof zal dan al draaiend over de trechtervormige uitloop uit de vulmond 20 stromen en in de overloopkamer 1 terechtkomen. Wanneer brandstof lineair omhoog bewegend uit de 25 vulmond 20 komt. dan wordt die brandstof nagenoeg volledig tegengehouden door de rubberen spatring 3. De omhoog komende brandstof zal daarbij gelijktijdig het vulpi-stool uitschakelen waardoor de brandstofuitstroom uit de vulmond 20 zal stoppen.If during the refueling of fuel, when the tank is almost full, the flow at the location of the ribs 21 will become turbulent. The fuel will then flow rotatingly over the funnel-shaped spout from the filling mouth 20 and enter the overflow chamber 1. When fuel comes out of the filling nozzle 20 in a linear movement. then that fuel is almost completely retained by the rubber splash ring 3. The rising fuel will simultaneously switch off the filling pistol, whereby the fuel outflow from the filling nozzle 20 will stop.

Steeds zal eventueel uit de vulmond 20 stromende brandstof of schuim daarvan in de overloopkamer worden opgevangen. Op deze wijze is het onmogelijk dat brandstof uit 30 de vulopening 25 op het dek 6 en eventueel vervolgens op het oppervlaktewater terecht 1000947 -6- komt. De overloopkamer heeft een inhoud van circa 3 liter wat in de praktijk afdoende blijkt te zijn. Alle brandstof die zich in de kamer 1 bevindt na het stoppen van het tanken van brandstof zal via de aansluiting 12 in de bodem en de daaraan gekoppelde ontluchtingsslang 16 retour stromen naar de brandstoftank 17.Any fuel or foam thereof flowing from the filling nozzle 20 will always be collected in the overflow chamber. In this way it is impossible for fuel to end up in the filling opening 25 on the deck 6 and possibly subsequently on the surface water 1000947-6. The overflow chamber has a volume of approximately 3 liters, which appears to be sufficient in practice. All fuel that is in chamber 1 after stopping fuel filling will return via the connection 12 in the bottom and the associated bleed hose 16 to the fuel tank 17.

5 Wanneer tijdens het vullen van de brandstoftank 17 brandstof naar de tank en in de tank stroomt zal lucht vanuit de tank naar buiten willen stromen. Die lucht zal via de ontluchtingsslang 16 naar buiten stromen. Via de ontluchtingsslangaansluiting 12 komt die lucht in de overloopkamer 1 terecht. Doordat ook de overloopkamer 1 is voorzien van ontluchtingsmiddelen, in de vorm van een ontluchtingsslangaansluiting 13 en de 10 daaraan gekoppelde ontluchtingsslang 16, kan de lucht naar buiten ontwijken. De overloopkamer 1 is in het onderhavige voorbeeld zelfs voorzien van twee ontluchtings-slangaansluitingen 13, zie figuur 5B om de bootbouwer in staat te stellen de ontluchtingsslang 16 daar aan te sluiten waar dat het gemakkelijkst is. De niet gebruikte aansluiting 13 blijft of wordt afgesloten. Ook brandstof die aan het einde van het 15 aftanken in de ontluchtingsleiding 16 omhoog stijgt en via de ontluchtingsleiding 16 naar buiten dreigt te ontsnappen, wordt in de onderhavige uitvoeringsvorm adequaat in de overloopkamer opgevangen zodat een eventuele verontreiniging van het milieu wordt vermeden.5 When fuel flows to the tank and into the tank during the filling of the fuel tank 17, air will want to flow out of the tank. That air will flow out through the vent hose 16. This air enters the overflow chamber 1 via the bleed hose connection 12. Because the overflow chamber 1 is also provided with venting means, in the form of a venting hose connection 13 and the venting hose 16 coupled thereto, the air can escape to the outside. The overflow chamber 1 in the present example is even provided with two venting hose connections 13, see figure 5B to enable the boat builder to connect the venting hose 16 where it is easiest. The unused connection 13 remains or is closed. In the present embodiment, fuel which rises upwards in the vent line 16 at the end of refueling and which threatens to escape via the vent line 16, is adequately collected in the overflow chamber, so that any contamination of the environment is avoided.

De ontluchtingsmiddelen 13,16 van de kamer 1 communiceren met een uitwendig 20 aangebrachte ontluchtingsnippel 15, al of niet door tussenkomst van een geurfilter 14 zoals in dit voorbeeld. De ontluchtingsnippel 15 moet wat betreft niveau altijd boven de brandstofvuldop 5 aangebracht worden. Overigens kan niet alleen lucht die uit de brandstoftank 17 wordt verdreven dankzij de aansluiting 13 naar buiten stromen via de ontluchtingsnippel (15); ook omgekeerd kan lucht naar de brandstoftank 17 toestromen. 25 wanneer bijvoorbeeld brandstof wordt verbruikt.The venting means 13, 16 of the chamber 1 communicate with an externally arranged venting nipple 15, whether or not through an odor filter 14 as in this example. With regard to level, the bleed nipple 15 must always be fitted above the fuel filler cap 5. Incidentally, not only air expelled from the fuel tank 17 can flow out through the bleed nipple (15) thanks to the connection 13; conversely, air can flow to the fuel tank 17. 25 when, for example, fuel is consumed.

Het tussen de aansluiting 13 en de ontluchtingsnippel 15 aangebrachte geurfilter 14 voorkomt dat naar buiten stromende lucht uit de brandstoftank 17 een vervelende dieselgeur heeft. In het brandstofgeurfilter 14 is een filtermateriaal aangebracht, omvattende een bepaalde soort actief koolstof. De actieve koolstof neemt de geurmole- 1000947 -7- culen op van de langs stromende, van dieselgeur voorziene, lucht. Het actieve koolstof-materiaal mag absoluut niet in contact komen met vloeibare brandstof. Het verdient dan ook aanbeveling het geurfilter 14 zo ver mogelijk boven de brandstofoverloopkamer 1 aan te brengen. Mochten er druppels brandstof in de snel stromende lucht bevinden dan 5 zullen die zich in de kamer 1 afscheiden van de lucht alvorens de lucht via aansluiting 13 naar buiten gaat.The odor filter 14 fitted between the connection 13 and the bleed nipple 15 prevents outflowing air from the fuel tank 17 from having an unpleasant diesel smell. A fuel material comprising a particular type of activated carbon is arranged in the fuel odor filter 14. The active carbon absorbs the odor molecules of the air flowing past with diesel odor. The activated carbon material must absolutely not come into contact with liquid fuel. It is therefore recommended to place the odor filter 14 as far as possible above the fuel overflow chamber 1. If there are drops of fuel in the fast flowing air, they will separate from the air in chamber 1 before the air goes out via connection 13.

Ook indien de brandstofvuldop 5 niet in een dek of gangboord 6 is aangebracht maar in een verticale wand van bijvoorbeeld een dekopbouw 19, is de afvulinrichting volgens de uitvinding toepasbaar, zoals dat in figuur 4 is weergegeven. Het buisvormige 10 uiteinde 2 van de interne vulleiding mag dan maar op één manier aangebracht zijn, namelijk aflopend naar beneden zodat zo min mogelijk brandstof uit vulopening 25 kan stromen.Even if the fuel filler cap 5 is not fitted in a deck or gangway 6 but in a vertical wall of, for example, a deck superstructure 19, the filling device according to the invention can be used, as shown in figure 4. The tubular end 2 of the internal filling line may then only be fitted in one way, namely sloping downwards so that as little fuel as possible can flow out of filling opening 25.

De brandstofoverloopkamer 1 vangt althans voor een deel ook een ander probleem van de bestaande afvulinrichting op: 15 Wanneer een brandstoftank 17 aan boord van een schip vol is getankt, kan het volgende probleem ontstaan. Stel dat de tank waaruit de brandstof komt. onder de grond ligt en een temperatuur heeft van 10°C. De brandstoftank 17 van het schip heeft een inhoud van bijvoorbeeld 500 liter. Na het aftanken wordt het schip niet meer gebruikt, maar door mooi, warm weer loopt de temperatuur in het schip op tot 35°C. Ook de brandstof 20 wordt zo opgewarmd. De brandstof zal door de temperatuurverhoging gaan uitzetten.At least in part, the fuel overflow chamber 1 also obviates another problem of the existing filling device: When a fuel tank 17 on board a ship has been refueled, the following problem can arise. Suppose the tank from which the fuel comes. is underground and has a temperature of 10 ° C. The fuel tank 17 of the ship has a volume of, for example, 500 liters. After refueling, the ship is no longer used, but due to beautiful, warm weather, the temperature in the ship rises to 35 ° C. The fuel 20 is also heated in this way. The fuel will expand due to the temperature increase.

De thermische uitzettingscoëfficiënt van bijvoorbeeld diesel is 0,000875. De 500 liter zet dan uit naar circa 511 liter. Die 11 liter brandstof moet ergens blijven, en zal bij het ontbreken van ruimte in de tank 17 en de daaraan gekoppelde vulleiding 2,18 uiteindelijk uit de ontluchtingsnippel 15 stromen en, wanneer geen brandstofoverloopkamer 1 25 aanwezig zou zijn, op dek- of gangboord 6 terecht komen en het oppervlaktewater kunnen verontreinigen. De overloopkamer 1 met zijn inhoud van circa 3 liter vormt echter een buffer en vangt de eerste 'klap' op van de uitzettende brandstof. Eventueel kan een grotere overloopkamer worden toegepast om laatstgenoemde probleem verder tegen te gaan.The thermal expansion coefficient of, for example, diesel is 0.000875. The 500 liters then expands to approximately 511 liters. That 11 liters of fuel must remain somewhere and, in the absence of space in the tank 17 and the associated filling line 2,18, will eventually flow out of the bleed nipple 15 and, if no fuel overflow chamber 1 25 is present, on the deck or gangway 6 end up and can contaminate surface water. However, the overflow chamber 1 with its volume of about 3 liters forms a buffer and absorbs the first 'blow' of the expanding fuel. Optionally, a larger overflow chamber can be used to further counteract the latter problem.

1000947 -8-1000947 -8-

Hoewel de uitvinding aan de hand van slechts een enkel uitvoeringsvoorbeeld nader is toegelicht zal het een ieder duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot het gegeven voorbeeld is beperkt. Integendeel zijn voor een vakman vele variaties mogelijk zonder buiten het kader van de uitvinding te geraken. Zo zijn bijvoorbeeld de gegeven maten 5 en gebruikte materialen van het uitvoeringsvoorbeeld louter als voorbeeld gegeven maar aanpasbaar binnen iedere concrete toepassing. Ook kan die toepassing behalve aan boord van een schip of een ander vaartuig liggen in een ander soort van voertuig of zelfs bij een vaste tank-installatie. In plaats van met een gecombineerde ontluchtingsleiding van de brandstoftank en afvoerleiding van de overloopkamer, zoals in het gegeven 10 voorbeeld, kunnen separate leidingen worden toegepast, ieder voor hun specifieke functie. De combinatie van beide functies in een enkele leiding leidt echter tot een besparing op onderdelen en vereist geen aanpassing van een bestaande brandstoftank.Although the invention has been further elucidated on the basis of only a single exemplary embodiment, it will be apparent to everyone that the invention is by no means limited to the example given. On the contrary, many variations are possible for a person skilled in the art without departing from the scope of the invention. For example, the given sizes 5 and materials of the exemplary embodiment used are given as examples only, but are adaptable within any concrete application. Also, this application may be on board a ship or other vessel in a different type of vehicle or even a fixed tank installation. Instead of using a combined fuel tank vent pipe and overflow chamber discharge pipe, as in the example given, separate pipes can be used, each for their specific function. However, the combination of both functions in a single line results in component savings and does not require modification of an existing fuel tank.

In het algemeen biedt de onderhavige uitvinding een overloopbeveiliging tegen de uitstroom van brandstof en de daaruit voortvloeiende verontreiniging van het milieu bij 15 het aftanken van een brandstoftank ten gevolge van een te laat afschakelen van een vulpistool of bijvoorbeeld de thermische uitzetting van de brandstof.In general, the present invention provides an overflow protection against the outflow of fuel and the resulting pollution of the environment during the refueling of a fuel tank as a result of a too late shutdown of a filling pistol or, for example, the thermal expansion of the fuel.

10009471000947

Claims (10)

1. Afvulinrichting voor een brandstoftank omvattende een vulleiding die aan een eerste uiteinde in open communicatie staat met de brandstoftank en aan een tweede, tegenover gelegen uiteinde is voorzien van een vulmond om daarin een afvulpistool te 5 ontvangen, welke vulmond toegankelijk is via een afsluitbare vulopening, met het kenmerk dat de vulleiding aan het tweede uiteinde met de vulmond uitmondt binnen een overloopkamer welke de vulmond omringt, en dat de overloopkamer toegankelijk is via de afsluitbare vulopening.1. Fuel tank filling device comprising a filling line which is in open communication with the fuel tank at a first end and at a second opposite end is provided with a filling mouth for receiving a filling gun therein, which filling mouth is accessible via a closable filling opening characterized in that the filling line at the second end with the filling mouth opens within an overflow chamber surrounding the filling mouth, and in that the overflow chamber is accessible via the closable filling opening. 2. Afvulinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de overloopkamer een 10 buisvormig deel van de vulleiding omvat dat daarin vloeistofdicht is gemonteerd en de vulmond omvat, dat het buisvormige deel aan een van de vulmond afgewend uiteinde is voorzien van een aansluitkraag voor een vulslang naar de brandstoftank en dat de overloopkamer aan een tegenover de vulmond gelegen zijde is voorzien van de vulopening..2. Filling device according to claim 1, characterized in that the overflow chamber comprises a tubular part of the filling pipe which is mounted liquid-tight therein and which comprises the filling mouth, that the tubular part is provided at one end remote from the filling mouth with a connecting collar for a filling hose to the fuel tank and that the overflow chamber on the side opposite the filling nozzle is provided with the filling opening. 3. Afvulinrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de overloopkamer ontluchtingsmiddelen omvat en dat de overloopkamer aan, althans nabij, een bodem daarvan is voorzien van een afvoeropening die via een afvoerleiding is aangesloten op ontluchtingsmiddelen van de brandstoftank.Filling device according to claim 1 or 2, characterized in that the overflow chamber comprises venting means and that the overflow chamber is provided on, at least close to, a bottom thereof, with a discharge opening which is connected via a discharge pipe to venting means of the fuel tank. 4. Afvulinrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de ontluchtingsmidde-20 len van de overloopkamer via een geurfilter communiceren met een uitwendig aangebrachte ontluchtingsnippel.Filling device according to claim 3, characterized in that the bleed means of the overflow chamber communicate via an odor filter with an externally arranged bleed nipple. 5. Afvulinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat tussen de vulmond en de vulopening een flexibele spatring is aangebracht omvattende een schijfvormig lichaam met een opening om daarin het afvulpistool te 25 ontvangen.5. Filling device according to one or more of the preceding claims, characterized in that a flexible splash ring is arranged between the filling mouth and the filling opening, comprising a disc-shaped body with an opening for receiving the filling gun therein. 6. Afvulinrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat in de spatring een aantal radiaal vanuit de opening verlopende sneden is aangebracht.Filling device according to claim 5, characterized in that a number of cuts extending radially from the opening are arranged in the splash ring. 7. Afvulinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de vulmond is voorzien van een trechtervormige uitloop. 1000947 -10-Filling device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the filling mouth is provided with a funnel-shaped outlet. 1000947 -10- 8. AfVulinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de vulmond inwendig is voorzien van een aantal in de omtreksrichting verlopende ribben.Filling device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the filling mouth is internally provided with a number of ribs extending in the circumferential direction. 9. AfVulinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het 5 kenmerk dat de overloopkamer voor diens ophanging uitwendig is voorzien van bevestigingsmiddelen.9. Filling device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the overflow chamber for its suspension is externally provided with fasteners. 10. Overloopkamer voor toepassing in de afvulinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies. 1000947Overflow chamber for use in the filling device according to one or more of the preceding claims. 1000947