BE874699R - Universele centraaldoos - Google Patents

Universele centraaldoos

Info

Publication number
BE874699R
BE874699R BE0/193909A BE193909A BE874699R BE 874699 R BE874699 R BE 874699R BE 0/193909 A BE0/193909 A BE 0/193909A BE 193909 A BE193909 A BE 193909A BE 874699 R BE874699 R BE 874699R
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
emi
ceiling
hollow body
ceiling box
box
Prior art date
Application number
BE0/193909A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rutten Victorine
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rutten Victorine filed Critical Rutten Victorine
Priority to BE0/193909A priority Critical patent/BE874699R/nl
Priority to EP79101227A priority patent/EP0004979A3/fr
Application granted granted Critical
Publication of BE874699R publication Critical patent/BE874699R/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/18Distribution boxes; Connection or junction boxes providing line outlets
    • H02G3/20Ceiling roses or other lighting sets
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/081Bases, casings or covers
    • H02G3/083Inlets

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Connection Or Junction Boxes (AREA)

Description


  "Universele centraaldoos".

  
Onderhavige aanvrage heeft in hoofdzaak tot doel

  
de uitvinding volgens het uitvindingsoctrooi enerzijds nauw-

  
 <EMI ID=1.1> 

  
De aanvrage heeft betrekking op een plafonddoos

  
in het bij zonder voor het aansluiten van een lichtpunt, welke plafonddoos een hol lichaam bevat.

  
Dergelijke plafonddozen worden gebruikt op de plaatsen waar in een zoldering een lichtpunt moet aangebracht

  
 <EMI ID=2.1> 

  
op deze doos sluiten elektrische le idingen aan welke gevormd zijn door elektrische draden welke door buizen lopen. 

  
 <EMI ID=3.1> 

  
cilindervormige dozen welke aan een ainde opan zijn en met 

  
hun open onderzijde naar onder gericht, in de zoldering  vastgemaakt: worden. Het bevestigen van deze aftakdozen  in de zoldering biedt veelal problemen. Ook het aansluiten 

  
van de buizen van de elektrische leidingen op de doos brengt 

  
 <EMI ID=4.1> 

  
buizen om de openingen welke in de wand van de doos aangebracht zijn voor het binnenbrengen van de draden, relatief  sterke buigingen maken. Dit is bij voorbeeld het geval bij  betonzolderingen waarbij gebruikelijkerwijze de buizen met  draden aan de bovenkant van de beton laag lopen, terwijl de 

  
doos uiteraard met haar onderste open einde praktisch in de onderzijde van de laag gelegen is. In dergelijke gevallen

  
 <EMI ID=5.1> 

  
van de doos waardoor het dan vrij moeilijk is om nog een haak

  
a voor het ophangen van een verlichtingstoestel aan de doos te  bevestigen. 

  
Om al deze problemen enigszins te verminderen, zijn  verschillende soorten en grootten van plafonddozen voorzien 

  
1 naargelang de aard en de dikte van de zolderingen. 

  
 <EMI ID=6.1> 

  
verhelpen en een plafonddoos te verschaffen waarvan het bevestigen in de zoldering zeer snel en gemakkelijk kan plaatsvinden en waarbij ook de aansluiting van de buizen met draden erop geen problemen schept, en dit onafhankelijk van de aard en de dikte van de zoldering, dus zowel bij een

  
 <EMI ID=7.1> 

  
constructies.

  
Tot dit doel bevat de plafonddoos een hol' lichaam dat aan ten minste een zijde open is, en een los-  neembaar deksel dat op deze zijde past, terwijl het holle lichaam op zijn zijwand ten minste twee zijwaarts naar buiten uitspringende armen bevat welke tegenover elkaar gelegen zijn en het lichaam bij inbouw in een zoldering vast-

  
 <EMI ID=8.1> 

  
vende uitsparing loopt voor het inbrengen van elektrische  le id inge n . 

  
Bij het inbouwen, bij voorbeeld in een houten zol-  der ing, kan de doos met haar armen opgehangen worden aan lat-  jes welke men aan de balken bevestigt. Bij het inbouwen  in een betonnen zoldering vormen de armen een soort weerhaken  welke voor de goede bevestiging van de doos zorgen. Bij

  
 <EMI ID=9.1> 

  
 <EMI ID=10.1> 

  
armen op de bovenzijde van de zoldering rust. Het bovenste 

  
 <EMI ID=11.1> 

  
worden in het bekledingslaagje dat men op de bovenzijde van  de zoldering aanbrengt. Het is praktisch steeds mogelijk  ervoor te zorgen dat de armen juist op het niveau liggen van  de buizen met elektrische draden zodat deze buizen in de 

  
 <EMI ID=12.1> 

  
worden. Het afneembaar deksel dat uiteraard aan de bovenkant geplaatst wordt laat in de meeste gevallen toe dat, wanneer  de draden in de buizen moeten aangebracht worden en met elkaar moeten verbonden worden, van langs de bovenkant van de zol- 

  
 <EMI ID=13.1> 

  
natuurlijk het aanbrengen en verbinden van de draden ten zeerste vergemakkelijkt. 

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding  bevat de plafonddoos vier zijwaarts naar buiten uitstekende  armen welke twee aan twee tegenover elkaar gelegen zijn

  
en elk van ten minste een uitsparing voor een elektrische leiding voorzien zijn.

  
In een merkwaardige uitvoer ingsvorm van de uitvinding is elk van de armen van twee gescheiden, op het lichaam

  
 <EMI ID=14.1> 

  
zien.

  
Doelmatig bezitten de twee uitsparingen een ronde doorsnede van verschillende diameter.

  
 <EMI ID=15.1> 

  
diameter aan te sluiten.

  
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het deksel van een opening voorzien voor het bevestigen van een ophangmiddel.

  
Aan dit ophangmiddel kan dan een verlichtingtoestel

  
 <EMI ID=16.1> 

  
het deksel verwijderde einde van he t holle lichaam ook open zijn.

  
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van da uitvinding bevat het holle lichaam op het van het deksel verwijderde uiteinde een losneembare bodem. Naargelang het geval kan deze bodem geplaatst worden en is dus de doos volledig gesloten of kan deze bodem weggelaten worden bij voorbeeld om een verlichtingstoestel aan een aan het deksel bevestigde haak op te hangen.

  
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het holle lichaam aan het van het deksel verwijderde einde open en sluit op dit einde een verlengstuk in de vorm van een ten minste aan de naar het holle lichaam gekeerde zijde open koker,passend aan. 

E

  
Bij deze uitvoeringsvorm kan de doos steeds aangepast worden aan de dikte van de zoldering zodat men enerz ijds de armen waarop de buizen van de elektrische leidingen moeten aansluiten steeds op de gewenste hoogte kan plaatsen en de onderkant van de doos toch in de nabijheid van de onder-

  
 <EMI ID=17.1> 

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiervolgende beschrijving van

  
 <EMI ID=18.1> 

  
vordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uivinding niet.

  
De verwijzingscijfers betreffen de hieraa&#65533;oegevoegde tekeningen.

  
Figuur 1 stelt een uitaengenomen plafonddoos volgens de uitvinding voor, waarbij de linker helft in doorsnede getekend werd en de rechter helft een vooraanzicht is. Figuur 2 is een bovenaanzicht van het deksel uit de plafonddoos uit figuur l. Figuur 3 is een bovenaanzicht van het holle lichaam uit de plafonddoos uit figuur 1. Figuur 4 stelt een doorsnede voor volgens de lijn IV-IV uit figuur l. Figuur 5 is een bovenaanzicht van het verlengstuk van de plaf onddoos uit figuur l. Figuur 6 is een bovenaanzicht van de losneembare bodem vande plafonddoos uit figuur 1. <EMI ID=19.1> 

  
aanzicht is.

  
Figuur 8 stelt een doorsnede voor van een betonnen 1 zoldering waarin een plafonddoos volgens figuur 7 ingebouwd werd.  Figuur 9 stelt een doorsnede voor van een zoldering  <EMI ID=20.1>  Figuur 10 stelt een doorsnede voor van een houten  zoldering waarbij een plafonddoos volgens figuur 1 ingebouwd werd maar zonder de losneembare bodem, en de aftakdoos  voorzien werd van een ophanghaak.  <EMI ID=21.1> 

  
Xl-Xl uit figuur 10. 

  
In de versch illende figuren hebben dezelfde verwij-  zingscijfers betrekking op dezelfde elementen. 

  
 <EMI ID=22.1> 

  
van dit lichaam 1 losneenbaar bevestigbaar deksel 2, een op  hat andere einde van het holle lichaam losneembare bevestig-  bare bodem 3 en een al dan niet gebruikt verlengstuk 4 dat op het laatstgedoelde einde van het holle lichaam 1 losneembaar kan bevestigd worden. 

  
 <EMI ID=23.1> 

  
deelte 5 en vier erop aansluitende, naar buiten uitspringende ar-en 6. Deze armen 6 zijn op dezelfde afstand van de einden van het gedeelte 5 gelegen en maken onderling een hoek van 
90[deg.]. Elk van de ze armen 6 is van twee ronde uitsparingen 7 en 8 voorzien welke, naast elkaar, dus op dezelfde afstand van de einden van het gedeelte 5,gelegen zijn en in de langsrichting van de armen, dit is dus loodrecht op de langsrichting van het gedeelte 5, dwars door deze armen lopen. De twee, op de binnenkant van het holle lichaam 1 uitgevende uitsparingen 7 en 8 van een arm 6 bezitten verschillende . diameters, namelijk diameters die overeenkomen met de twee meest gebruikte diameters van de buizen waardoor men de elektrische draden van de elektrische leidingen steekt.

  
Deze buizen kunnen met een einde in een van de uitsparingen

  
7 en 8 van een arm 6 geschoven worden en op deze manier dus zeer snel met het holle lichaam 1 verbonden worden.

  
De uitsparingen 7 en 8 zijn nog, b ij voorkeur ter plaatse van het kokervormige gedeelte 5, afgesloten door een uitdrukbaar gedeelte 9 respectievelijk 10 dat via een verzwakking met dit gedeelte 5 verbonden is. Wanneer een uitsparing 7 of 8 niet gebruikt wordt, sluit dit gedeelte 9 of
10 de uitsparing 7 af zodat dus geen stof of dergelijke in het gedeelte 5 kan binnendringen. Wordt de uitsparing 7 of 8 gebruikt, dan duwt men dit gedeelte 9 of 10 uit.

  
In elke arm 6 is nog een opening 11 aangebracht welke tussen de twee uitsparingen 7 en 8 gelegen is en evenwijdig loopt aan de meetkundige as van het kokervormige gedeelte

  
5. Deze opening 11 kan gebruikt worden om desgewenst het holle lichaam 1 extra te bevestigen bij voorbeeld door middel van nagels aan een gedeelte van de zoldering.

  
Het deksel 2 bestaat uit een cilindervormige kraag
11 en een erop aansluitend kapvormig gedaelte 12. De kraag
11 past enigszins klemmend in een open uiteinde van het kokervormige gedeelte 5 van het holle lichaam 1 en wel in dit uiteinde dat hot dichts gelegen is bij de armen 6. Het

  
 <EMI ID=24.1> 

  
uit en vormt dus een aanslag welke tegen de uiterste rand vanhet gedeelte 5 aansluit wanneer het deksel 2 op het lichaam 1 geschoven is. Het kapvormige gedeelte 12 is in zijn midden van een versterking 13 voorzien waardcor een opening 14 loopt. Door de ze opening kan een bout, haak of  ander bevestigingsmiddel gestoken worden om een verlichtings-

  
 <EMI ID=25.1> 

  
moer en strekt zich in hoofdzaak in het holle lichaam 1 uit. Dit bevestigingsmiddel kan zowel bij het plaatsen van de plafonddoos of later aangebracht worden.

  
De bodem 3 bestaat uit een cilindervormige kraag

  
15 en een erop aansluitende bodemplaat 17. Zoals bij het deksel 2 past de kraag 15 enigszins klemmend in een open einde van het gedeelte 5 van het holle lichaam 1 en wel het einde dat het verst gelegen is van de armen 6. De bodemplaat 17 steekt een weinig buiten de kraag 15 uit zodat deze plaat tegen de uiterste rand aan het laatstgedoelde einde  van het holle lichaam 1 aansluit wanneer de bodem 3 op dit  lichaam geschoven zit. De boden 3 wordt enkel op het holle lichaam 1 geplaatst tijdens het vormen of afwerken van de

  
 <EMI ID=26.1> 

  
geworpen worden.

  
De plafonddoos wordt nog vervolledigd door één of meer verlengstukken 4 welke een verschillende lengte

  
 <EMI ID=27.1> 

  
een einde ervan enigszins klemmend past in het einde van het gedeelte 5 van het holle lichaam 1 waarin het deksel 3 past terwijl dit deksel 3 klemmend past in het andere einde van het verlengstuk 4. Wil men de plafonddoos verlengen, dan  <EMI ID=28.1> 

  
grotere lengte nodig dan kan nog een tweede verlengstuk  gebruikt worden waarbij dit verlengstuk uiteraard met een  einde past in het van het lichaam 1 verwijderde einde van 

  
 <EMI ID=29.1> 

  
In de figuren 8 tot 11 zijn trouwens zolderingen  voorgesteld waarin de hiervoor beschreven plafonddoos ingewerkt is.

  
De zoldering voorgesteld in figuur 8 is een betonnen zoldering en bestaat uit een betonblad 18 dat aan de onder-

  
 <EMI ID=30.1> 

  
met een bekledingslaag 20 genoemd de ondervloer. De plafonddoos bestaande uit het holle lichaam 1, het deksel 2

  
en de bodem 3 wordt vóór het gieten van het betonblad 18 op de bekisting vastgemaakt . Vóór het beton te gieten worden ook de verschillende buizen 21 voor de elektrische draden

  
van de leidingen aangebracht en met hun einden in de gepaste uitsparingen 7 of 8 van de armen 6 gestoken. Dan pas stort men het beton welk beton doordat de inbouwplafonddoos een volledig gesloten doos vormt, niet in de doos kan binnendringen.

  
De buizen 21 kunnen rechtlijnig lopen en moe ten niet geplooid worden. De hoogte van de plafonddoos is zodanig dat ze volledig in het blad beton ingegoten is. Na het verwijderen  <EMI ID=31.1> 

  
bepleisteren. Na het aanbrengen van de bepleistering 19  verwijdert men dan de.bodem 3 waardoor men toegang krijgt  tot de binnenkant van het holle lichaam 1 en dus de elek- 

  
i trische draden kan aanbrengen. Door de aanwezigheid van 

  
 <EMI ID=32.1> 

  
blad 18. 

  
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 9 is de zolde- 

  
 <EMI ID=33.1> 

  
beton blad 18 maar wel van geprefabriceerde betonnen welfsels 

  
22. Tussen twee welfsels 22 maakt men een kleine opening  waarin men de plafonddoos hangt.Deze doos steunt dan met haar 

  
 <EMI ID=34.1> 

  
22 gelegen is. Aan de bovenkant is het lichaam 1 afgesloten 

  
 <EMI ID=35.1> 

  
22 gelegen is. Men verbindt de buizen 21 met de armen 6 waar-  bij dus de buizen 21 gewoon bovenop de welfsels 22 gelegen  zijn en niet moeten gebogen worden. Men brengt de bedrading  in de buizen 21 en in de plafonddoos aan vooraleer men

  
de bekleding of ondervloer 20 aan de bovenkant van de welfsels
22 aanbrengt. Door het tijdelijk verwijderen van het deksel

  
 <EMI ID=36.1> 

  
het aanbrengen van de bedrading plaatst men het deksel 2 terug  <EMI ID=37.1> 

  
In de uitvoeringsvorm volgens de figuren 10 en 11

  
is de zol dering een houten zoldering bestaande uit balken 23 op de bovenkant waarvan een uit planken 24 bestaande vloer bevestigd is. Tegen de andere zijden van de balk zijn plaasteren platen 25 of dergelijke aangebracht waartegen dan een bezetting 26 aangebracht wordt. Vooraleer men de vloer 24 en de platen 25 aanbrengt, plaatst men de plafonddoos en de buizen 21. Hiertoe bevestigt men tussen twee balken 23. twee latjes 27 waartussen het gedeelte 5 van het holle lichaam 1 juist past. Men pla&#65533;tst de plafonddoos tussen deze latjes zodat ze met twee armen 6 op deze latjes rust. Men plaatst de latjes 27 zodanig dat het deksel 2 nog juist onder de bovenste rand van de balken 23 gelegen is en dus het nadien plaatsen van de vloer 24 niet hindert. Men voorziet de balken
23 van de nodige uitsparingen 28 voor de buizen 21 welke

  
 <EMI ID=38.1> 

  
op de uitsparingen 7 of 8 van de armen 6. Ook hier kan men de bedrading aanbrengen van aan de bovenkant van de zoldering. Door het tijdig verwijderen van het deksel 2 kan men immers vanaan deze bovenkant de binnenkant van de plafonddoos bereiken. Aangezien hier geen gebruik gemaakt wordt van een bepleistering of beton is de bodem 3 niet noodzakelijk. In plaats daarvan gebruikt men een verlengstuk 4 dat men op

  
het lichaam 1 aansluit en dat tot een weinig onder de onderkant van de balk 23 reikt. Voor of na het plaatsen van de bedrading maakt men nog een haak vast aan het deksel 2 .

  
 <EMI ID=39.1> 

  
onderkant van de plafonddoos. Het vastmaken aan het deksel 2 gebsurt bij voorbeeld door middel .. van een moer dat op het andere einde aan de buitenzijde van de plafonddoos op

  
de haak 29 geschroefd is. Alhoewel de plafonddoos vast-

  
hangt tussen de latjes 27 kan desgewenst nog een bijkomende bevestiging aangebracht worden. Men kan namelijk door de openingen 11 in de twee armen 6 welke op een latje 27 rusten  nog een nageltje 30 kloppen. Hierdoor is zelfs elk verschui-  ven van de plafonddoos onmogel ijk gemaakt. 

  
De hiervoor beschreven inbouwplafonddoos kan wille-  keurig bij verschillende types van zolderingen gebruikt wor-  den. Het plaatsen en op zijn plaats houden van deze inbouw-  plafonddoos is zeer eenvoudig. Naargelang het geval kan men 

  
de binnenkant van de plafonddoos bereiken door het wegnemen 

  
van de bodem 3 of door het wegnemen van het deksel 2. Door 

  
de toepassing van verlengstukken 4 kan men er steeds voor  zorgen dat zowel de bovenkant als de onderkant van de plafonddoos op de gewenste hoogte ten opzichte van de zoldering geLegen is en kan men er voor zorgen dat men de buizen 21 niet

  
of slechts zeer weinig moet buigen om ze aan de plafonddoos

  
te bevestigen.

  
De plafonddoos wordt voordelig van kunststof vervaardigd. De verlengstukken 4 kunnen samen met het lichaam

  
1 of afzonderlijk in de handel gebracht worden.

  
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen aangebracht worden, onder meer betreffende de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden. 

  
 <EMI ID=40.1> 

  
1. Plafonddoos in het bijzonder voor het aansluiten van een lichtpunt, welke plafonddoos een hol lichaam

  
bevat, m e t h e t k e n m e r k dat ze een hol lichaam

  
bevat dat aan ten minste een zijde open is, en een losneembaar

  
deksel dat op deze zijde past, terwijl het holle lichaam op zijn zijwand ten minste twee zijwaarts naar buiten uitspringende

  
armen bevat welke tegenover elkaar gelegen zijn en het lichaam

  
bij inbouw in een zoldering vasthouden, door welke armen ten

  
minste een op het lichaam uitgevende uitspar ing loopt voor het inbrengen van elektrische leidingen.

  
2. Plafonddoos volgens vorige conclusie, m e t

  
h e t k e n m e r k dat ze vier zijwaarts naar buiten uitstekende armen bevat, welke twee aan twee tegenover elkaar gelegen zijn en elk van ten minste een uitsparing voor een elektrische leiding voorzien zijn.

  
3. Plafonddoos volgens een van de vorige conclu-

  
 <EMI ID=41.1> 

  
twee gescheiden, op het lichaam uitgevende, uitsparingen voor

  
een elektrische leiding voorzien is.

  
4. Plafonddoos volgens vorige conclusie, m e t

  
h e t k e n m e r k dat de twee uitsparingen een ronde doorsnede van verschillende diameter bezitten.

Claims (1)

  1. 5. Plafonddoos volgens een van de conclusies
    3 en 4, m e h e t k e n m e r k dat de twee uitsparingen
    in elk uitsteeksel op ongeveer dezelfde afstand van de uit-
    e inden van het holle lichaam gelegen zijn en elk uitsteeksel
    van een bijkomende opening voorzien is welke, tussen de twee gedoelde uitsparingen, dwars door het uitsteeksel loopt, door
    welke opening een bevestigingsmiddel kan aangebracht worden. <EMI ID=42.1>
    clusies, m e t h e t k e n m e r k dat het deksel van een opening voorzien is voor het bevestigen van een ophangmiddel.
    7. Plafonddoos volgens een van de vorige conclusies, m e h e t k e n m e r k dat aan het deksel een zich in de binnenkant van het holle lichaam uitstrekkend ophangmiddel voor een verlichtingtoestel bevestigd is.
    8. Plafonddoos volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat het deksel een kapvormig gedeelte bezit en een kraag welke in het holle lichaam past.
    9. Plafonddoos volgens een van de vorige conclu-
    <EMI ID=43.1>
    het van het deksel verwijderde uiteinde een losneembare bodem bevat.
    10. Plafonddoos volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t kenmerk dat het holle lichaam aan het van het deksel verwijderde einde open is en op dit einde een verlengstuk in de vorm van een ten minste aan de naar het holle lichaam gekeerde zijde open koker passend aansluit.
    11. Plafonddoos volgens een van de vorige conclu-
    <EMI ID=44.1>
    12. Plafonddoos volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat ze van kunststof vervaardigd is.
    13. Plafonddoos volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de aan de zijde van het holle lichaam gelegen uiteinden van de op dit lichaam uitgevende uitsparingen en wanneer door deze uitsparingen
    <EMI ID=45.1> dat via verzwakkingen aansluit op de rest van het holle lichaam en dus wanneer nodig gemakkelijk kan uitgedrukt worden .
    <EMI ID=46.1>
    sluiten van een lichtpunt, zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE0/193909A 1978-04-24 1979-03-08 Universele centraaldoos BE874699R (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE0/193909A BE874699R (nl) 1979-03-08 1979-03-08 Universele centraaldoos
EP79101227A EP0004979A3 (fr) 1978-04-24 1979-04-23 Boíte de connexion centrale universelle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE874699 1979-03-08
BE0/193909A BE874699R (nl) 1979-03-08 1979-03-08 Universele centraaldoos

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE874699R true BE874699R (nl) 1979-07-02

Family

ID=25651319

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE0/193909A BE874699R (nl) 1978-04-24 1979-03-08 Universele centraaldoos

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE874699R (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3425655A (en) Universal bar hanger
US3343323A (en) Wooden siding vent
AU2001217881A1 (en) Threaded anchor for poured concrete metal deck floors and wood frame floors
US7191573B1 (en) Structural prefabricated column post for securing to the ground
BE874699R (nl) Universele centraaldoos
US9725895B1 (en) Relocatable wind resistant modular ISO container structure
US1814202A (en) Wall construction
US4817343A (en) Leak-proof ceiling system
US2974448A (en) Flashing construction
NL8900651A (nl) Ophangsysteem voor plafondplaten alsmede een profiel voor een dergelijk systeem.
US1085605A (en) Sheet-metal trim.
NL8501560A (nl) Beschermingsorgaan voor de kopse kant van een dakbeschot.
US3111934A (en) Bird house with clean-out door
US1550870A (en) Covering means for outlet boxes
US1831162A (en) Furred wall and ceiling structure
KR200485476Y1 (ko) 케이블 트레이 연결장치
US4411404A (en) Holding clips for stakes supporting metal concrete forms
US1764772A (en) Anchor insert for concrete work
US20020047083A1 (en) Reusable forming devices
NL1010882C2 (nl) Ophangsamenstel voor het aan een vast plafond ophangen van een profiel voor het dragen van panelen.
NL1015128C2 (nl) Inbouwdoos voor betonbouwinstallatie.
US1534215A (en) Concrete form
NL1006549C1 (nl) Montagehulpmiddel voor buigzame geleiders.
CA1311597C (en) Partition clip
JPS6237854Y2 (nl)