"Werkwijze voor het aanbrengen en vastkrimpen van kunststoffolie omheen ladingen zonder laadbord en inrichting die deze werkwijze toepast" Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en installatie voor het omgeven, respektievelijk verpakken, met een kunststoffolie van ladingen, die zich niet op een laadbord bevinden.
Men weet inderdaad dat zulke ladingen tot op heden als het ware ingepakt worden in twee hoezen of zakken, waarna deze hoezen in kunststoffolie vast omheen de lading worden gekrompen in een op zichzelf bekende krimpinstallatie.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen en vastkrimpen van kunststoffolie omheen een lading zonder dat gebruik wordt gemaakt van een laadbord waarbij, door toepassing van deze werkwijze, wordt verkregen dat de hoeveelheid folie die gebruikt wordt voor éénzelfde lading, in vergelijking met een krimpverpakking die gevormd
<EMI ID=1.1>
een ekonomisch zeer interessante krimpverpakking wordt verkregen zowel voor opslag als voor transport.
De werkwijze volgens de uitvinding bestaat tot dit doel hoofdzakelijk in het omgeven van de lading, bijvoorbeeld volgens de lengterichting, van een kunststoffolie waarbij deze kunststoffolie een breedte heeft die enigszins groter is dan de overeenstemmende breedte van de lading; het omheen voornoemde lading; en ditmaal in een richting haaks op de voornoemde eerste verpakkingsinrichting, met andere woorden in dit geval volgens de breedte, wikkelen van een tweede kunststoffolie die enigszins breder is dan in dit geval de lengte van de lading en het vervolgens vastkrimpen van de voornoemde kunststoffolies omheen de aldus gevormde lading.
De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting die de voornoemde werkwijze toepast, waarbij deze inrichting hoofdzakelijk bestaat uit twee haaks ten opzichte van elkaar opgestelde dubbele transportinrichtingen of -banden;
<EMI ID=2.1>
inrichting, boven en onder de voornoemde transportbanden
van ieder der voornoemde transportinrichtingen een voorraadrol met kunststoffolie waarbij deze kunststoffolie passeert tussen iedere dubbele inrichting of band; tussen de beide transportinrichtingen een hoekomkeerinrichting en op het
einde van de tweede dubbele transportinrichting een krimpinstallatie.
Met het doel de bijzonderste kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, de voornoemde werkwijze alsmede een inrichting die deze werkwijze toepast beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
figuren 1 tot 4 op schematische wijze de werkwijze volgens de uitvinding weergeven; figuur 5 een gekombineerde voorstelling weergeeft van de werkwijze volgens de uitvinding; figuur 6 een bovenaanzicht weergeeft van een inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast; figuur 7 een zicht is volgens pijl F7 in figuur 6; figuur 8 een zicht is volgens lijn VIII-VIII in figuur 6; figuren 9 en 10 zichten weergeven van het gedeelte in figuur 7 dat door F9 is aangeduid, doch voor twee bijzondere standen van het betrokken gedeelte van de inrichting.
In figuur 1 is een lading 1 weergegeven die moet omgeven worden door een zogenaamde krimpverpakking waarbij deze lading op een speciale wijze gestapeld is, één en ander zodanig dat onderaan twee uitsparingen, respektievelijk 2 en 3, worden
<EMI ID=3.1>
bracht, op eenvoudige wijze kan opgenomen worden, bijvoorbeeld door een vorklift of dergelijke.
Volgens de uitvinding wordt, zoals uit de figuren 1 en 2 blijkt, over de aldus gevormde lading een eerste kunststoffolie
<EMI ID=4.1>
die enigszins groter is dan de overeenstemmende breedte van
de lading en een lengte die enigszins groter is dan de omtrek van de lading in de bepaalde richting ervan, in dit geval
in de lengterichting.
Nadat de kunststoffolie 4 omheen de verpakking 1 is aangebracht en de uiteinden met elkaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, zal men, omheen de aldus gevormde verpakking, en in een richting die 90[deg.] vormt met de voorgaande verpakkingszin, omheen de verpakking een tweede kunststoffolie 5 aanbrengen
en ook in dit geval de uiteinden met elkaar vastlassen, teneinde te verkrijgen dat de ganse verpakking door kunststoffolie omgeven is zoals weergegeven in figuur 3, één en ander zodanig dat, nadat de aldus gevormde verpakking doorheen de krimpinrichting is gepasseerd, deze verpakking, zoals weergegeven
in figuur 4, volledig gesloten is en er onderaan de voornoemde
<EMI ID=5.1>
In figuur 5 is een meer verfijnde uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding weergegeven waarbij men de kunst-
<EMI ID=6.1>
zij de kunststoffolies, in de geschikte richting ten opzichte van elkaar worden verplaatst ten einde te verkrijgen dat de lading in de geschikte richting omgeven wordt door kunststoffolie, zoals dit het geval was bij de werkwijze beschreven aan de hand van de figuren 1 tot 4, en waarbij er voor gezorgd wordt dat de ganse lading in iedere richting, respektievelijk volgens de lengte en de breedte, omgeven wordt door kunststoffolie om uiteindelijk na de kunststoffolie aan een krimpwerking te hebben onderworpen tot een produkt te komen zoals weergegeven in figuur 4.
In de figuren 6 tot 10 is een inrichting weergegeven die de werkwijze volgens de uitvinding toepast.
Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een eerste transportband 10; een tweede transportband 11; tussen deze transportbanden, een lasinrichting 12 gevormd door las- en afsnijbalken 13-14; onder en boven de voornoemde transportbanden
10 of 11 een rol kunststoffolie, respektievelijk 15 en 16,
<EMI ID=7.1>
waarbij de kunststoffolie 17 tussen de nabij elkaar gelegen uiteinden van de transportbanden 10 en 11 wordt gevoerd; een hoekomzetstation 18 dat opzichzelf bekend is en dat toelaat zulke lading onder een hoek van 90[deg.] te verplaatsen zonder de lading te verdraaien, en achter dit hoekomzetstation 18 een transportband 19, gevolgd door een transportband 20, waarbij, op de wijze zoals hiervoor beschreven, tussen de beide transportbanden 19-20, enerzijds, een las- en afsnijinrichting 21, gevormd door lasbalken 22-23 wordt voorzien, terwijl anderzijds, onder en boven één der transportbanden
19-20 een voorraadrol kunststoffolie wordt voorzien, respektievelijk 24 en 25, waarbij deze rollen te vergelijken zijn
<EMI ID=8.1>
af te wikkelen kunststoffolie 26 tussen de nabij elkaar gelegen uiteinden van de transportbanden 19 en 20 wordt gevoerd. De transportband 20 wordt tenslotte gevolgd door eigenlijke
<EMI ID=9.1>
merken van de te verpakken lading, uitgerust wordt met gas, olie, elektrisch verwarmde luchtcirculatie, infra-rood straling, gasstralers of dergelijke.
<EMI ID=10.1>
manieren kunnen verwezenlijkt worden, zal in de hiernavolgende beschrijving niet overgegaan worden tot het geven van konstruktiedetails. Het volstaat inderdaad het algemeen koncept te beschrijven van deze inrichtingen daar de uitvoering ervan binnen het bereik ligt van iedere vakman.
Volgens de uitvinding wordt, door middel van de transportband 10, een lading 1 aangevoerd die automatisch tegen de folie 17 terechtkomt en, tijdens het voortbewegen van de lading, wat verkregen wordt door het geschikt aandrijven van de transportbanden 10 en 11, wordt deze folie automatisch mede
<EMI ID=11.1>
waarbij automatisch de kunststoffolie, zoals getoond in figuur
<EMI ID=12.1>
de aldus gevormde verpakking gesloten wordt door het aan elkaar lassen van de tegen elkaar gebrachte delen kunststoffolie waarbij bijvoorkeur een las zal gebruikt worden die een voldoende breedte heeft en waarbij na het lassen deze las automatisch, door in de tekeningen niet getoonde lasbalken 13 en
14 ingebouwde messen, wordt doorgesneden, één en ander ten einde te verkrijgen dat, enerzijds, omheen de lading 1 op geschikte wijze een kunststoffolie 17 is aangebracht en bevestigd terwijl, anderzijds, de kunststoffolie van de rollen 15 en 16 opnieuw met elkaar worden verbonden.
De aldus verkregen verpakking wordt door middel van de transportband 11 op de hoekomzetinrichting 18 gebracht en vervolgens verder getransporteerd tot op de transportband 19 die, zoals hiervoor beschreven, de reeds met kunststoffolie
<EMI ID=13.1>
dens het passeren van de lading van de ene transportband
naar de nadere, de folie 26 wordt meegenomen, op dezelfde wijze zoals hiervoor, om, wanneer de lading voorbij de lasbalken 22 en 23 is gekomen, de transportband 20 te stoppen waarna de
<EMI ID=14.1>
king tot de lasbalken 13-14, de rond de lading gebrachte folie
26 samen te lassen en, anderzijds, de kunststoffolie afkomstig van de rol 24 opnieuw te verbinden met de kunststoffolie afkomstig van de rol 25. Ook in dit geval worden de lasbalken 22-
23 bijvoorkeur dubbel uitgevoerd met daartussen een mes dat als het ware de lassing in twee verdeelt.
Vervolgens wordt de inrichting 20, terug op gang gebracht en wordt de aldus gevormde verpakking in de krimpinstallatie
<EMI ID=15.1>
omheen de lading 1 worden gekrompen.
Het is duidelijk dat op deze wijze een werkwijze wordt verkregen alsmede een inrichting die deze werkwijze toepast, waardoor het aanbrengen van krimpmateriaal omheen een lading zeer eenvoudig wordt en waarbij een grote winst aan krimpmateriaal wordt verkregen ten opzichte van de tot op heden bekende werkwijzen, waarbij deze winst tot 30% kan gaan.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch de inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.