"Werkwijze voor het vervaardigen van een meerkleurig pcolweefsel en poolweefsel volgens deze werkwijze vervaardigd".
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze
voor het vervaardigen van een meerkleurig poolweefsel, volgens dewelke men, met behulp van een jacquardmechanisme
dat voor reeksen poolkettingdraden van gelijke kleur een
stelsel met draagelementjes voor de poolkettingdraden van
de gedoelde kleur bezit, volgens het opgelegde patroon,
bij elke scheut de draagelementjes voor bepaalde poolketting-@l draden omhoog brengt om een poolbinding met de bij deze scheut aangebrachte inslagdraad te verwezenlijken.
Bij bekende werkwijzen van deze soort haalt men, telkens men een pooldraad van een bepaalde kleur in het afgewerkte stuk zichtbaar moet maken in de overeenstemmende scheut en tussen de overeenstemmende grondkettingdraden één,en juist één poolkettingdraad van de gedoelde kleur omhoog. Om een zeker reliëf te bekomen maakt men gebruik van roeden welke men in de richting van de inslagdraad onder de omhoog gebrachte pooldraden inschuift zodat de pooldraden een lus rond de roeden vormen. Deze lus wordt bij het ver-
<EMI ID=1.1>
het jacquardmechanisme haalt men enkel die ppoldraden omhoog welke bij een scheut uitspringend moeten zijn. De andere poolkettingdraden laat men omlaag zodat deze pooldraden onder het basisweefsel blijven.
Het gebruik van roeden voor het bekomen van reliëf is in sommige gevallen niet aangewezen zoals bijvoorbeeld bij het weven van tapijten en bij dubbelstukweefsels.
Bij het weven van tapijten met behulp van eén enkelstukweefgetouw, haalt men bij elke scheut en tussen elk paar naburige, en gaapvormige kettingdraden, een gekleurde pooldraad omhoog. De tekening van het tapijt ortstaat dan door de keuze van de kleur van de gedoelde pooldraad. Bij het weven met een dubbelstukweefgetouw wordt bij de opeenvolgende scheuten achtereenvolgens een inslag voor het bovenstuk en
<EMI ID=2.1>
slag voor het bovenstuk aangebracht wordt haalt men-ook, tussen elk paar elkaar kruisende grondkettingdraden van het bo-
<EMI ID=3.1>
<EMI ID=4.1>
Meestal werkt men met aan de onderzijde van het onderstuk vlottende poolkettingdraden zodat men dan de gedoelde poolkettingdraad van onder het onderstuk, tussen de grondkettingdraden van het onderstuk door tot boven het bovenstuk trekt . De volgende scheut, wanneer de inslag voor het onderstuk aangebracht wordt, laat men de gedoelde poolkettingdraad onderaan en bij de volgende scheut kan men deze kettingdraad hetzij verder onderaan laten, hetzij terug omhoog brengen. Tijdens het weven worden de tussen het bovenstuk en onderstuk lopende pooldraden doorgesneden. Bij dubbelstukweven bekomt men een tapijt waarbij de pooldraden gelijkmatig verdeeld zijn over het grondweefsel en alle dezelfde lengte bezitten. Om reliëf te bekomen, is het bekend dat men naderhand deze pooldraden in reliëf scheert hetgeen nog met de hand moet gebeuren en bijgevolg tijdrovend is.
De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te �rschaffen waarbij op eenvoudige manier en zonder gebruik
<EMI ID=5.1>
kleurig poolweefsel bekomen wordt dat, het uitzicht en aanvoelen heeft van een weefsel in reliëf.
Tot dit doel brengt men op bepaalde. van de plaatsen waar, bij een scheut, een poolkettingdraad tussen de grondkettingdraden moet omhoog gebracht worden, meer dan een poolkettingdraad omhoog zodat tenminste twee poolkettingdraden, uiteraard gedragen door verschillende stelsels van het jacquardmecha-
<EMI ID=6.1>
gebonden worden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding brengt men, op bepaalde plaatsen tussen de kettingdraden, bij een scheut, en volgens het opgelegde patroon dat in het ja- <EMI ID=7.1>
omhoog.
Doelmatig brengt men, op een bepaalde plaats ten opzichte van de grondkettingdraden, bij opeenvolgende scheuten en volgens een opgelegd patroon opgenomen in het jacquardmechanisme, in een bepaalde volgorde hetzij geen enkele poolkettingdraad omhoog, hetzij één poolkettingdraad omhoog, hetzij meer dan één poolkettingdraad omhoog.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding weeft men een dubbelstukweefsel en brengt men de poolkettingdraden, welke men omhoog brengt, tot boven het bovenstuk omhoog. ,
De uitvinding heeft ook betrekking op een poolweefsel vervaardigd volgens de werkwijze volgens een van de vorige uitvoeringsvormen.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een werkwijze voor het vervaardigen van een meerkleurig poolweefsel en van een poolweefsel volgens deze werkwijze vervaardigd; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld
<EMI ID=8.1>
betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
De figuur stelt een schematische doorsnede voor van een gedeelte van een dubbelstukpoolweefsel vervaardigd volgens de werkwijze volgens de uitvinding.
Voor het vervaardigen van het tapijt volgens de figuur, maakt men gebruik van een op zichzelf bekend jacquarddubbelstukweefgetouw met enkel een schietspoel of een paar rapieren, welk weefgetouw een aantal ophangstelsels voor de pooldraden bezit. Het in de figuur voorgestelde stuk tapijt is een vijfkleurentapijt en van het weefgetouw worden dus vijf ophangstelsels voor de pooldraden, een voor elke kleur, gebruikt. Achter de ruimte tussen twee riettanden bevinden er zich dus vijf, door het jaquardmechanisme op en neer verplaatsbare draagelementjes voor vijf verschillende pooldraden. Deze draagelementjes zijn bijvoorbeeld op een bekende manier gevormd door oogjes welke gemonteerd zijn in touwtjes die met het jacquardmechanisme verbonden zijn.
Men weeft op de bekende manier een bovenstuk 1 en een onderstuk 2. Achtereenvolgens brengt men bij de opeenvolgende scheuten een inslagdraad 3 in de gaap gevormd door de grondkettingdraden 4 voor het bovenstuk en een inslagdraad 5 door de gaap gevormd door de grondkettingdraden 6 voor het onderstuk 2.
Men gebruikt vijf reeksen poolkettingdraden van verschillende kleur, namelijk beige poolkettingdraden 7, goudkleurige poolkettingdraden 8, lichtblauwe kettingdraden 9, donkerblauwe kettingdraden 10, en rooskleurige kettingdraden
11. De pooldraden van elk van deze reeksen zijn dus in een door het jacquardmechanisme bediend stelsel opgehangen.
Men werkt met zogenoemd aan de onderkant van het onderstuk vlottende pooldraden, dit wil zeggen, de draagele- menten van de vijf stelsels bevinden zich in ruststand zo dat de pooldraden welke ze dragen zich onder het onderstuk bevinden. Bij het aanbrengen van een inslagdraad zowel voor het onderstuk als voor het bovenstuk ontstaat er bijgevolg een binding.
Terwijl men de bekende werkwijzen tegenover de ruimte tussen twee naburige riettanden, bij elke scheut waarbij een inslagdraad 3 voor het bovenstuk aangebracht wordt een pooldraad 7, 8, 9, 10 of 11 omhoog brengt en men bij de volgende scheut waarbij een inslagdraad 5 voor het
<EMI ID=9.1> laag laat komen, brengt men volgens de uitvinding, tegenover de ruimte tegenover twee naburige riettanden, bij elke scheut waarbij men een inslagdraad 3 aanbrengt, hetzij geen enkel, hetzij één, hetzij nog twee poólkettingdraden 7, 8, 9, 10 of
11, omhoog. Ingeval men twee poolkettingdraden omhoog brengt, zijn de twee kettingdraden uiteraard gedragen door verschillende ophaalstelsels van het jacquardmechanisme en zijn deze pooldraden dus ook verschillend gekleurd.
In de figuur is een doorsnede voorgesteld door de opening tussen twee naburige riettanden of met andere woorden een doorsnede tussen twee paar elkaar kruisende kettingdraden 4 van het bovenstuk 1 en tussen twee paar elkaar kruisende kettingdraden 6 van het onderstuk 2. Indien men aanneemt dat de inslagdraden 3 en 5 van links naar rechts in de figuur gezien, aangebracht werden, dan werd bij de eerste scheut, waarbij een inslagdraad 3 voor het bovenstuk 1 aangebracht werd, de pooldraad 7 omhoog getrokken. Bij de volgende scheut, waarbij dus een inslagdraad 5 voor het onderstuk 2 aangebracht werd, werd deze pooldraad 7 terug omlaag ge-. bracht en bij de volgende scheut terug omhoog gebracht en bij de daarop volgende terug omlaag. Bij de drie daarop volgende scheuten werd geen enkele pooldraad omhoog gebracht.
Tijdens deze scheuten bevinden al de pooldraden 7 tot en met 11 zich onder het onderstuk.
Bij de volgende scheut, waarbij dus weer een inslagdraad 3 voor het bovenstuk 1 aangebracht werd, werden twee
<EMI ID=10.1>
den bij het daarop volgende aanbrengen van de inslagdraad 5 voor het onderstuk 2, terug omlaag gebracht en bij het aanbrengen van de volgendé inslagdraad 3 voor het bovenstuk 1
<EMI ID=11.1> <EMI ID=12.1>
de poolkettingdraad 8 nu onderaan gelaten en werd enkel nog de poolkettingdraad 9 omhoog gebracht. Vervolgens werd de poolkettingdraad 9 bij de volgende scheut terug omlaag gebracht en bij de daarop volgende scheut terug omhoog en dan
<EMI ID=13.1>
draad 3 voor het bovenstuk 1 aangebracht werd, werden nu de poolkettingdraden 10 en 11 samen omhoog gebracht. Deze twee poolkettingdraden werden omlaag gelaten bij de volgende scheut waarbij een inslagdraad 5 aangebracht werd en terug omhoog gebracht bij de daarop volgende scheut waarbij een inslagdraad 3 aangebracht werd. Bij de daarop volgende scheuten werden al de poolkettingdraden onderaan gelaten.
Het al of niet optrekken van geen, een of meerdere
<EMI ID=14.1>
de ruimte tussen twee riettanden wordt bevolen door het jacquardmechanisme. Dit jacquardmechanisme is een bekend jacquardmechanisme. Alleen de kaarten of banden welke dit mechanisme programmeren moet aangepast worden.
Op de gekende manier worden tijdens het weven de pooldraden welke tussen het bovenstuk 1 en het onderstuk 2 lopen middendoor gesneden en worden ook de vlottende pooldraden aan de onderzijde van het onderstuk 2 weggesneden.
Het is duidelijk dat op deze manier volgens de uitvinding twee tapijten bekomen worden waarbij volgens een bepaald patroon niet alleen de kleur van de pooldraden maar ook de dichtheid ervan verschilt. Op bepaalde plaatsen komen er geen pooldraden voortsrwijl op andere plaatsen tussen de inslagdraden en de kettingdraden, twee pooldraden aanwezig zijn. Op deze laatstgenoemde plaats worden de pooldraden verplicht mooi rechtop te staan terwijl op de plaats waar er slechts één pooldraad staat deze pooldraad neergeduwd kan worden zeker in de onmiddellijke omgeving van plaatsen waar er geen enkele pooldraad voorkomt. Op deze manier bekomt men een tapijt welke, niettegenstaande de aanwezige pooldraden dezelfde lengte bezitten, toch niet alleen het uitzicht maar ook het aanvoelen heeft van een tapijt met reliëf.
Weliswaar bezitten twee pooldraden welke op een zelfde
<EMI ID=15.1>
een verschillende kleur maar door juiste keuze van deze kleuren is dit geen bezwaar. Integendeel het geeft een bijzondere tint aan bepaalde plaatsen van het tapijt. Het is trou-
<EMI ID=16.1>
jacquardmechanisme pooldraden met een verschillende kle�r te
<EMI ID=17.1>
zodat dan, daar waar twee pooldraden moeten komen, twee pooldraden van dezelfde kleur maar gedragen door verschillmde ophaalstelsels van het jacquardmechanisme kunnen aangebracht worden.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de-vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
In het bijzonder is het vanzelfsprekend dat het aan-
<EMI ID=18.1>
twee riettanden bij een scheut kan opgehaald worden niet maximaal twee is maar zelfs meer kan zijn.
De uitvinding kan ook toegepast worden bij enkelstukweefsels. De weefsels zowel enkelstuk als dubbelstuk moeten <EMI ID=19.1>
tapijten is dat de uitvinding bijzondere voordelen biedt.
"A method of making a multi-colored PCO fabric and pile fabric made by this method".
The invention relates to a method
for producing a multicolored pile fabric, according to which one, using a jacquard mechanism
that for strings of pile warp threads of the same color a
system with supporting elements for the pile warp threads of
has the intended color, according to the imposed pattern,
at each shoot raises the carrier elements for certain pile warp threads in order to realize a pile weave with the weft thread arranged at this shoot.
In known methods of this type, each time a pile thread of a particular color has to be made visible in the finished piece in the corresponding shoot, one and just one pile warp thread of the intended color is lifted between the corresponding basic warp threads. To obtain a certain relief, rods are used which are slid in the direction of the weft thread under the raised pile threads so that the pile threads form a loop around the rods. This loop will be
<EMI ID = 1.1>
the jacquard mechanism only takes up those ppol threads that should protrude at a shoot. The other pile warp threads are lowered so that these pile threads remain under the base fabric.
The use of rods to obtain relief is in some cases not recommended, such as for example in the weaving of carpets and with double-piece fabrics.
When weaving carpets using a single piece loom, a colored pile thread is lifted from each shoot and between each pair of neighboring shed-shaped warp threads. The drawing of the carpet is then determined by the choice of the color of the intended pile thread. When weaving with a double-piece loom, the successive shoots are successively weft for the top and
<EMI ID = 2.1>
before the top part is applied, one also removes, between each pair of intersecting ground warp threads from the top.
<EMI ID = 3.1>
<EMI ID = 4.1>
Usually one works with pile warp threads floating on the underside of the bottom part, so that the intended pile warp thread is then pulled from under the bottom part, between the basic warp threads of the bottom part, to above the top part. The next shoot, when the weft for the base is applied, the targeted pile warp thread is left at the bottom and at the next shoot this warp thread can either be left further down or brought back up. During weaving, the pile threads running between the top part and bottom part are cut. In double weaving, a carpet is obtained in which the pile threads are evenly distributed over the base fabric and all have the same length. In order to obtain relief, it is known that these pile threads are sheared in relief afterwards, which still has to be done by hand and is therefore time-consuming.
The object of the invention is now to provide a method whereby in a simple manner and without use
<EMI ID = 5.1>
colored pile fabric is obtained that has the look and feel of a fabric in relief.
To this end one brings on certain. of the places where, at a shoot, a pile warp thread is to be raised between the backing warp threads, more than one pile warp thread is raised so that at least two pile warp threads, of course carried by different systems of the jacquard mecha-
<EMI ID = 6.1>
be bound.
In a special embodiment of the invention, a shoot is applied at certain locations between the warp threads, and according to the imposed pattern shown in the yes- <EMI ID = 7.1>
up.
It is expedient, at a certain position with respect to the basic warp threads, at successive shoots and according to an imposed pattern received in the jacquard mechanism, in a certain order, either not one pile warp thread is raised, or one pile warp thread up, or more than one pile warp thread up.
In a preferred embodiment of the invention, a double-piece fabric is woven and the pile warp threads, which are raised, are brought up above the top piece. ,
The invention also relates to a pile fabric made according to the method according to any of the previous embodiments.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a method for manufacturing a multicolored pile fabric and a pile fabric manufactured according to this method; this description is given as an example only
<EMI ID = 8.1>
concern the attached drawings.
The figure represents a schematic cross-section of a portion of a double-piece pile fabric manufactured according to the method according to the invention.
To make the carpet of the figure, use is made of a well-known jacquard double loom with only a shuttle or a pair of rapiers, which loom has a plurality of pile thread suspension systems. The piece of carpet shown in the figure is a five-color carpet and thus five pile thread suspension systems, one for each color, are used from the loom. Behind the space between two reed teeth there are five supporting elements, which can be moved up and down by the jacquard mechanism, for five different pile threads. These supporting elements are for example formed in a known manner by eyelets which are mounted in strings connected to the jacquard mechanism.
An upper part 1 and a lower part 2 are weaved in the known manner. Successively, at the successive shoots, a weft thread 3 is introduced into the shed formed by the ground warp threads 4 for the top part and a weft thread 5 through the shed formed by the ground warp threads 6 for the bottom part. 2.
Five sets of pile warp threads of different colors are used, namely beige pile warp threads 7, gold-colored pile warp threads 8, light blue warp threads 9, dark blue warp threads 10, and pink warp threads
11. The pile threads of each of these rows are thus suspended in an array operated by the jacquard mechanism.
So-called pile threads floating on the underside of the base are used, that is to say, the support elements of the five systems are in the rest position so that the pile threads carrying them are located under the base. When applying a weft thread for both the bottom part and the top part, a weave is created.
While the known methods are opposite the space between two adjacent reed teeth, at each shoot where a weft thread 3 for the top part is applied, a pile thread 7, 8, 9, 10 or 11 is raised and at the next shoot where a weft thread 5 for the
<EMI ID = 9.1> is applied, according to the invention, opposite the space opposite two adjacent reed teeth, at each shoot, applying a weft thread 3, either none, one, or two more pile warp threads 7, 8, 9 , 10 or
11, up. In the case where two pile warp threads are raised, the two warp threads are of course carried by different pick-up systems of the jacquard mechanism and thus these pile threads are also colored differently.
In the figure a cross-section is represented by the opening between two adjacent reed teeth or in other words a cross-section between two pairs of intersecting warp threads 4 of the top part 1 and between two pairs of intersecting warp threads 6 of the bottom part 2. If it is assumed that the weft threads 3 and 5, seen from left to right in the figure, the pile thread 7 was pulled upwards at the first shoot, where a weft thread 3 was applied for the top part 1. At the next shoot, whereby a weft thread 5 was applied for the bottom part 2, this pile thread 7 was brought down again. and brought back up at the next shoot and back down at the next shoot. Not a single pile thread was raised on the three subsequent shoots.
During these shoots all the pile threads 7 to 11 are located under the bottom part.
At the next shoot, whereby again a weft thread 3 was applied for the top piece 1, two
<EMI ID = 10.1>
When applying the weft thread 5 for the bottom part 2, it is brought down again and when the next weft thread 3 is applied for the top part 1
<EMI ID = 11.1> <EMI ID = 12.1>
the pile warp thread 8 was now left at the bottom and only the pile warp thread 9 was brought up. Then the pile warp thread 9 was brought back down at the next shoot and back up at the next shoot and then
<EMI ID = 13.1>
thread 3 was applied before the top piece 1, the pile warp threads 10 and 11 were now brought up together. These two pile warp threads were lowered at the next shoot where a weft thread 5 was applied and brought back up at the next shoot where a weft thread 3 was applied. All the pile warp threads were left at the bottom of the subsequent shoots.
Whether or not to raise none, one or more
<EMI ID = 14.1>
the space between two reed teeth is commanded by the jacquard mechanism. This jacquard mechanism is a known jacquard mechanism. Only the cards or tapes that program this mechanism need to be adjusted.
In the known manner, during weaving, the pile threads which run between the top part 1 and the bottom part 2 are cut in half and the floating pile threads on the underside of the bottom part 2 are also cut away.
It is clear that in this way according to the invention two carpets are obtained, in which not only the color of the pile threads but also their density differs according to a certain pattern. At certain places there are no pile threads, furthermore, at other places between the weft threads and the warp threads, two pile threads are present. At this latter place, the pile threads are obliged to stand upright, while at the place where there is only one pile thread, this pile thread can be pushed down, certainly in the immediate vicinity of places where no pile thread occurs. In this way, one obtains a carpet which, despite the pile threads present, has the same length, yet not only has the appearance but also the feel of a carpet with relief.
It is true that two pile threads are on the same
<EMI ID = 15.1>
a different color, but this is no objection by choosing these colors correctly. On the contrary, it gives a special tint to certain areas of the carpet. It is true
<EMI ID = 16.1>
jacquard mechanism pile threads with different colors
<EMI ID = 17.1>
so that, where two pile threads are to be placed, two pile threads of the same color but carried by different retrieval systems of the jacquard mechanism can be applied.
The invention is by no means limited to the embodiment described above, and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including with regard to the shape, the composition, the arrangement and the number of parts used for the application. to implement the invention.
In particular, it goes without saying that the
<EMI ID = 18.1>
two cane teeth in a shoot can be picked up is not a maximum of two but can be even more.
The invention can also be applied to single piece fabrics. The fabrics both single piece and double piece must be <EMI ID = 19.1>
carpets is that the invention offers particular advantages.