BE864730A - Dakgootbevestiging en dakgoot en gootbalken hierbij gebruikt - Google Patents

Description

  "Dakgootbevestiging en dakgoot en gootbalken hierbij gebruikt" Deze uitvinding heeft betrekking op een dakgootbevestiging, enerzijds, en een dakgoot en gootbalken gebruikt voor zulke bevestiging, anderzijds.

  
Een eerste voorwerp van de dakgootbevestiging volgens de uitvinding is dat het verbinden van de dakgoot met de gootbalken geschiedt door middel van speciale koppelelementen, waardoor niet enkel een eenvoudige montage wordt verkregen waarbij geen enkel gereedschap nodig is, doch waardoor tevens wordt verkregen dat in de dakgoot geen gaten moeten voorzien en/of aangebracht worden zodat een maximale dichtheid wordt bekomen.

  
Een ander voorwerp van de uitvinding is de dakgoot

  
zelf die volledig in kunststof is uitgevoerd, waardoor niet enkel een volledige, doch tevens een blijvende dichtheid wordt verkregen daar de eigenlijke goot uit één stuk is verwezenlijkt met de voorzijde en de achterzijde, met andere woorden het gedeelte van de goot dat van buiten in het zicht komt en het geueelte van de goot dat tot onder de onderste pannen doorloopt om de dichtheid van de verbinding tussen dak en dakgoot te verzekeren.

  
Tevens verkrijgt men aldus dat automatisch de juiste hoogten kunnen bepaald en verkregen worden van de voornoemde voorzijde en achterzijde van de dakgoot, zodat bij verstopping van de goot de afwatering steeds naar buiten geschiedt.

  
Een ander voordeel nog dat wordt verkregen door gebruik te maken van een dakgoot volgens de uitvinding is dat

  
na het plaatsen ervan geen bekleding meer moet aangebracht worden.

  
Nog een ander voorwerp van deze uitvinding is dat de zogenaamde gootbalken eveneens in een kunsthars worden verwezenlijkt, zodat de samenwerking met de eigenlijke goot en met de voornoemde koppelelementen op eenvoudige en juiste wijze kan geschieden. 

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter

  
 <EMI ID=1.1> 

  
karakter, een tweetal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
figuur 1 een vertikale doorsnede weergeeft doorheen een dakgootkonstruktie volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 op groter schaal een doorsnede weergeeft van de eigenlijke dakgoot in kunststof; figuur 4 in perspektief een koppelelement weergeeft tussen een dakgoot en gootbalk volgens de uitvinding; figuur 5 het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door

  
 <EMI ID=2.1>  figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5; figuur 7 in perspektief het koppelelement weergeeft dat in de uitvoering volgens de figuren 5 en 6 gebruikt wordt om de dakgoot en de gootbalken met elkaar te verbinden.

  
In figuur 1 is een dakgootkonstruktie weergegeven die

  
 <EMI ID=3.1> 

  
balken 2, bijvoorbeeld door middel van een muurplaat of balk 3 waarop de spanten of dergelijke 4 rusten die, via geschikte zo-

  
 <EMI ID=4.1> 

  
bestaat in dit geval uit kunststof en wordt gevormd door een profiel dat bovenaan, over de ganse lengte, een zwaluwstaartvorm 7 vertoont.

  
De eigenlijke dakgoot volgens de uitvinding bestaat in deze uitvoering uit een vlak gedeelte 8 dat op twee of meer plaatsen, in dit geval drie plaatsen, een zwaluwstaartvormige uitsparing vertoont, respektievelijk 9-10-11, die over de 1

  
ganse lengte is aangebracht, waarbij deze dakgoot bij voorkeur hol is uitgevoerd teneinde materiaal te besparen. Vooraan is met het horizontaal gedeelte 8 een vertikaal gedeelte 12 verbonden, dat eveneens hol is uitgevoerd en dat om het even welke vorm kan vertonen.

  
De verbinding tussen de vertikale voorzijde 12 en het horizontaal gedeelte 8 van de goot wordt nog verstevigd door een schuine verbinding 13, terwijl achteraan de goot een schuine

  
 <EMI ID=5.1> 

  
bracht teneinde aldus, enerzijds, de dichtheid van het dak en, anderzijds, het overstromingsgevaar, bij verstopping van de goot, te vermijden.

  
De koppelelementen volgens de uitvinding die dienen

  
 <EMI ID=6.1> 

  
voor beschreven, bestaan in dit geval hoofdzakelijk uit een balkvormig element j e 15 dat aan twee tegenover elkaar gelegen zijden verlengd is door een zwaluwstaartvormig uitsteeksel, respektievelijk 16 en 17, waarbij deze uitsteeksels

  
 <EMI ID=7.1> 

  
gootbalk.

  
De afmetingen, meer speciaal de hoogte- en breedteafmetingen van het koppelelement 15 tot 17, zijn zeer nauwkeurig bepaald ten opzichte van de overeenstemmende afmetingen van dakgoot en gootbalk, één en ander zodanig dat zulke koppel-

  
 <EMI ID=8.1> 

  
10 en 11 kunnen aangebracht worden, waarna de verbinding tussen dakgoot en gootbalken eenvoudig wordt verkregen door de dakgoot zodanig te verschuiven ten opzichte van de gootbalken 2 dat de blokjes 15-16-17, in dit geval met hun uitsteeksel 17,

Claims (1)

1. <EMI ID=9.1>

   recht komen.

   Het is duidelijk dat men hierdoor automatisch en zonder dat hiervoor gereedschap nodig is een zeer doeltreffende

   verbinding verkrijgt tussen dakgoot en gootbalken, waarbij deze verbinding eventueel nog kan vervolledigd worden door het

   verbinden van het bovenste vrij uiteinde van de achterwand 14

   van de dakgoot met de er onder gelegen spanten 4 of dergelijke.

   Het is ook duidelijk dat zulke koppelelementen cp andere wijzen kunnen uitgevoerd worden, waarbij vanzelfsprekend

   zowel de gleuf 7 van de gootbalken 2 als de gleuven 9-10 en 11

   van de dakgoot zullen aangepast worden. Een voorbeeld hiervan

   is bijvoorbeeld weergegeven in de figuren 5 tot 7, waarbij het koppelelement gevormd wordt door een balkvormig blokje of li-

   chaam 18 dat aan ieder uiteinde voorzien is van een kop 19-20,

   die breder is dan het voornoemd blokje 18, waarbij de kop

   19, 90[deg.] verdraaid is ten opzichte van de kop 20. In dit geval zal de kop 19 van het blokje 18 samenwerken met een rechthoekige ruimte 21 die hiertoe in de dakgoot is voorzien, terwijl de kop 20 zal samenwerken met een rechthoekige uitsparing

   22 van een gootbalk.

   De koppelelementen, dakgoot en gootbalken volgens de

   huidige uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen

   worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding

   te treden.

   EISEN.

   1.- Dakgootbevestiging, met het kenmerk dat zij bestaat in het voorzien, tussen de eigenlijke dakgoot en iedere

   gootbalk, van minstens twee koppelelementen, waarbij deze

   laatste voorzien zijn, op twee tegenover elkaar gelegen uit-

   einden, van uitsteeksels waarvan er één samenwerkt met de eigenlijke goot en het tweede met de betrokken gootbalk. 2.- Dakgootbevestiging volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde uitsteeksels gelijk zijn aan elkaar.

   3.- Dakgootbevestiging volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde uitsteeksels verschillend zijn.

   4.- Dakgootbevestiging volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde uitsteeksels zwaluwstaartvormig zijn uitgevoerd.

   5.- Dakgootbevestiging volgens eis 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de voornoemde uitsteeksels rechthoekig zijn uitgevoerd .

   6.- Dakgootbevestiging volgens eis 4 of 5, met het kenmerk dat de voornoemde uitsteeksels 90[deg.] ten opzichte van elkaar verdraaid zijn.

   7.- Dakgootbevestiging volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het middendeel van het bevestigingselement, waarop de voornoemde uitsteeksels zijn aangebracht, balkvormig is uitgevoerd.

   8.- Dakgootbevestiging volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat in de onderwand van de eigenlijke dakgoot minstens twee, volgens de lengterichting van de dakgoot aangebrachte gleuven zijn voorzien waarvan het onderste gedeelte een breedte vertoont die overeenstemt met de overeenstemmende afmeting van het voornoemd middendeel van het koppelelement, terwijl het binnenin gelegen gedeelte van de gleuf de vorm vertoont van een voornoemd uitsteeksel van de koppelelementen.

   9.- Dakgootbevestiging volgen? één der eisen 1 tot 7, met het kenmerk dat de voornoemde gootbalken, in hun bovenwand, voorzien zijn van een volgens de lengterichting gerichte gleuf, waarvan het bovenste gedeelte een breedte vertoont die overeenstemt met de overeenkomende afmeting van het voornoemd middendeel van het koppelelement, terwijl het inwendig gelegen gedeelte van de voornoemde gleuf een vorm vertoont die overeenstemt met de vorm van een voornoemd uitsteeksel van de koppelelementen.

   10.- Dakgoot gebruikt bij de dakgootbevestiging volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk gevormd wordt uit een middendeel waarin volgens de lengte-

   <EMI ID=10.1>

   aangebracht met een profilering die overeenstemt met de te gebruiken koppelelementen, een voorwand die het in het zicht komend gedeelte vormt van de dakgoot; en een achterwand die bedoeld is om aangebracht te worden tot onder de pannen, waarbij deze delen in één geheel in kunststof zijn verwezenlijkt.

   <EMI ID=11.1>

   gens één der eisen 1 tot 9, met het kenmerk dat hij hoofdzakelijk gevormd wordt door een balkvormig, bij voorkeur hol profiel, waarvan de bovenwand een volgens de lengterichting ervan gerichte gleuf vertoont waarvan de afmetingen en de vorm bepaald worden door de vorm van een uitsteeksel van de voornoemde koppelelementen, waarbij deze gootbalk in kunststof is verwezenlijkt.

   12.- Dakgootbevestiging en dakgoot en gootbalken hierbij gebruikt, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.