"Anorak, in het bijzonder voor fietsers".
De uitvinding heeft betrekking op een anorak, in het bijzonder voor fietsers, die ten minste een voorpand en ten minste een rugpand bevat.
Bekende anoraks van deze soort sluiten niet nauw rond het lichaam aan om een maximale bewegingsvrijheid aan de persoon die de anorak draagt te laten. Het gevolg hiervan is dat de wind onder de anorak kan. Om dit enigszins te verhelpen <EMI ID=1.1>
einde van de anorak van een elastische band voorzien of van een koker waardoor een lint steekt dat kan aangespannen worden. De
<EMI ID=2.1>
ten, terwijl het onderste uiteinde van de anorak nauw rond het lichaam kan aansluiten. Het buiten houden van de wind is hierdoor evenwel niet altijd verzekerd, vooral indien de anorak aan de voorzijde opengaat. Daarenboven is het uitzicht van deze anorak niet altijd zeer elegant.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een anorak, in het bijzonder voor fietsers, te verschaffen, die enerzijds een grote bewegingsvrijheid biedt, maar anderzijds alle wind belet tussen de anorak en de eronder gelegen kleding te komen en daarenboven ook nog een mooi uitzicht heeft.
Tot dit doel bevat de anorak twee elastische zijpanden, die tussen het rugpand en het voorpand in respectievelijk elke zijkant gestikt zijn en zich ten minste van de armopening tot
de onderste rand van de anorak uitstrekken.
De anorak kan nauw tegen het lichaam aansluiten zodat er geen wind onder kan.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding omringt het elastische zijpand in elke zijkant ook de armopening.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de anorak ook een paar mouwen en twee elastische stroken die respectievelijk in elke mouw gestikt zijn en zich van de armopening tot het uiteinde van de mouw uitstrekken.
In een bij voorkeur"toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de anorak een slippand dat op het rugpand aansluit.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt de drager van de anorak, wanneer hij op een fiets zit, beschermd tegen het door het ach- <EMI ID=3.1>
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de anorak een opgestikt stuk, dat op ten minste
<EMI ID=4.1>
pand een zak vormt van zulkdanige afmetingen dat de rest van de anorak er volledig in kan.
Bij deze uitvoeringsvorm is het zeer gemakkelijk de anorak mee te dragen zonder haar aan te trekken. De anorak
kan steeds in een klein volume weggestopt worden zonder dat
men hiertoe een afzonderlijke zak moet bij hebben.
De uitvinding heeft ook betrekking op een anorak, in het bijzonder voor fietsers, die ten minste een voorpand en ten minste een rugpand bevat en een opgestikt stuk dat op ten minste een van de panden gestikt is en samen met dit pand een zak vormt van zulkdanige afmetingen dat de rest van de anorak er volledig in kan.
<EMI ID=5.1>
stuk op het voorpand, dat zich dan over gans de breedte van de anorak uitstrekt, gestikt. Deze bekende anoraks kunnen hierdoor niet aan de voorzijde opengaan en moeten aangetrokken worden als een trui.
De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een anorak, in het bijzonder voor fietsers, te verschaffen die niet alleen het voordeel biedt dat een gedeelte van de anorak zelf een zak vormt, waarin de anorak kan opgeborgen worden, maar daarenboven toelaat dat de anorak ook aan de voorzijde opengaat.
Tot dit doel is het opgestikt stuk op de rug van de anorak gestikt.
Bij voorkeur is het opgestikte stuk over gans zijn omtrek op de rest van de anorak gestikt en is dit stuk van een spleet voorzien, terwijl de anorak een sluiting bevat om de <EMI ID=6.1>
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een anorak, in het bijzonder voor fietsers, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
<EMI ID=7.1> Figuur 2 is een achteraanzicht van de anorak uit figuur 1. Figuur 3 is een zijaanzicht van de anorak uit de vorige figuren. Figuur 4 is een vooraanzi.cht van de anorak uit de vorige figuren, maar in de zak gestopt die door een gedeelte ervan gevormd is.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De anorak volgens de figuren bevat een rugpand 1 aan de bovenkant waarvan een kap 2 vastgestikt is en waarop aan de onderkant een slippand 3 aansluit. Dit slippand 3 vormt een stuk met het rugpand 1.
Aan de schouders is dit rugpand 1 vastgestikt aan twee naast elkaar lopende voorpanden 4. De naast elkaar komende randen van de twee voorpanden 4 zijn voorzien van een deel van een sluiting 5 die uit twee samenwerkende delen bestaat, nl. een strook voorzien van elastische haakjes en een strook voorzien van lusjes, waarin deze haakjes kunnen haken.
De kap 2 en de panden 1, 3 en 4 zijn van gekleurd, waterdicht gemaakt nylonweefsel vervaardigd.
De twee voorpanden 4 zijn nog met het rugpand 1 ver- bonden door middel van twee elastische zijpanden 6. Deze zij- <EMI ID=8.1>
panden 6 komen in de zijkant voor en 'zijn elk aan het rugpand
<EMI ID=9.1>
vanaf de onderste rand van de anorak tot aan de armopening en omringen ook deze armopening. De elastische zijpanden 6 zijn wit en van elastisch waterdicht gemaakt weefsel vervaardigd.
Op elk van de twee armopeningen sluit een lange mouw aan. Elke mouw bevat een strook 7 van hetzelfde weefsel als
de panden 1, 3 en 4 en aan de naar de rest van de anorak gekeerde zijde een strook 8 van hetzelfde elastische weefsel als de zijpanden 6. Deze strook 8 loopt vanaf het vrije uiteinde van de mouw 7, 8 tot aan de armopening. Elke mouw 7, 8 is vastgestikt aan het gedeelte van een zijpand 6 dat de armopening omringt. Op het vrije uiteinde van elke mouw is een elastiek 9 ingestikt.
Het slippand 3 strekt zich over gans de breedte van het rugpand 1 uit en loopt vanaf het ene elastische zijpand 6
tot het andere elastische zijpand 6. Dit slippand 3 vormt een slip die nagenoeg een achttal centimeter buiten de onderste rand van de rest van de anorak uitsteekt.
Op de binnenzijde van'de rug van de anorak, die gevormd is door het rugpand 1 en het slippand 3, is een rechthoekig stuk
10 opgestikt. Dit stuk 10 bezit in zijn langsrichting een spleet
11 die kan dichtgemaakt worden door een ritssluiting 12. Dit opgestikt stuk 10 is van hetzelfde weefsel als de panden. 1, 3
en 4. Dit stuk 10 strekt zich uit in de hoogterichting van aan de onderste rand van het slippand 3 tot boven dit slippand, dit is dus tot in het rugpand 1. In de breedterichting strekt dit stuk 10 zich over een weinig minder dan de breedte van het rugpand 1 uit.
Het opgestikte stuk 10 is over gans zijn omtrek op het rugpand 1 en het slippand 3 vastgestikt, zodat dit opgestikte stuk 10 samen met een gedeelte van het rugpand 1 en een ge- <EMI ID=10.1>
door de ritssluiting 12 afsluitbare toegangsopening. Door de rest van de anorak samen te plooien of te rollen bekomt men een bundel die men in deze aldus gevormde zak kan steken. Hiertoe moet men deze zak binnenste buiten keren. Met uitzondering van deze zak kan dus de volledige anorak in deze zak gestoken worden, zodat
de anorak dan nog zeer weinig plaats inneemt en gemakkelijk kan meegevoerd worden. In figuur 4 is de anorak trouwens in deze stand voorgesteld waarbij dus van de anorak niets anders meer zichtbaar is dan de binnenzijde van dit stuk 10 en de buitenzijde van het gedeelte van het rugpand 1 en het slippand 3, waartegen dit stuk 10 gestikt is, terwijl al de rest van de anorak
in de gevormde zak gestoken is.
Om de anorak gemakkelijk in de laatstgenoemde toestand te kunnen meedragen, bezit de anorak nog een riem gevormd door twee elastische linten 13 die op een uiteinde van een sluitstuk
14 voorzien zijn. De sluitstukken 14 van de twee linten 13 vormen stijve lussen die zeer snel in of uit elkaar kunnen gehaakt worden. De andere uiteinden van de twee elastische linten 13, die dus de twee delen van de riem vormen, zijn vastgestikt tussen het stuk 10 en het rugpand 1 en wel zó dat deze linten aan de binnenkant, van de zak gevormd tussen het stuk 10 en een gedeelte van de panden 1 en 3, wanneer een persoon de anorak aan heeft, uitsteken. Deze linten zijn respectievelijk aan beide uiteinden van de spleet 11 bevestigd. Wanneer een persoon de anorak aan heeft, bevinden deze linten zich in de hoger genoemde
<EMI ID=11.1>
de anorak erin op te bergen, komen deze linten 13 buiten de zak
i en vormen ze een gordel waarmee de zak rond het midden van een persoon kan vastgemaakt worden. Aangezien in het laatstgenoemde geval de hoger genoemde zak binnenste buiten gekeerd is, komen
<EMI ID=12.1>
<EMI ID=13.1>
van de zak gelegen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor be-
<EMI ID=14.1>
<EMI ID=15.1>
aangebracht worden, onder meer wat betreft de' vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
In het bijzonder moet de sluiting aan de voorzijde van de anorak, tussen de twee voorpanden, niet noodzakelijk van het hiervoor beschreven type zijn. Ook de twee linten van de riem moeten niet noodzakelijk van een sluitstuk voorzien zijn zoals hiervoor beschreven.
"Anorak, especially for cyclists".
The invention relates to an anorak, in particular for cyclists, comprising at least one front panel and at least one back panel.
Known anoraks of this kind do not fit tightly around the body to allow maximum freedom of movement for the person wearing the anorak. The result of this is that the wind can get under the anorak. To remedy this somewhat <EMI ID = 1.1>
end of the anorak with an elastic band or with a tube through which a ribbon extends that can be tightened. The
<EMI ID = 2.1>
while the lower end of the anorak can fit snugly around the body. However, keeping the wind out is not always assured, especially if the anorak opens at the front. In addition, the appearance of this anorak is not always very elegant.
The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide an anorak, in particular for cyclists, which on the one hand offers a great freedom of movement, but on the other hand prevents all wind from getting between the anorak and the clothing underneath and, in addition, a beautiful has a view.
For this purpose, the anorak has two elastic side panels, which are stitched between the back panel and the front panel respectively in each side and extend at least from the arm opening to
extend the bottom edge of the anorak.
The anorak can fit snugly against the body so that no wind can get under.
In a particular embodiment of the invention, the elastic side panel in each side also surrounds the arm opening.
In a curious embodiment of the invention, the anorak also includes a pair of sleeves and two elastic bands which are stitched into each sleeve respectively and extend from the arm opening to the end of the sleeve.
In a preferred embodiment of the invention, the anorak includes a slip skirt that adjoins the back panel.
In this embodiment, the wearer of the anorak, while on a bicycle, is protected from the damage caused by the back- <EMI ID = 3.1>
In a preferred embodiment of the invention, the anorak includes a patch on at least
<EMI ID = 4.1>
unit forms a pocket of such dimensions that the rest of the anorak can be completely filled in.
In this embodiment, it is very easy to carry the anorak without putting it on. The anorak
can always be tucked away in a small volume without it
one must have a separate bag for this.
The invention also relates to an anorak, in particular for cyclists, comprising at least one front panel and at least one back panel and a patch stitched on at least one of the panels and together with this panel forms a pocket of such dimensions that the rest of the anorak can fit in completely.
<EMI ID = 5.1>
piece on the front, which then extends over the entire width of the anorak. As a result, these well-known anoraks cannot open at the front and must be put on like a sweater.
The object of the invention is to overcome this drawback and to provide an anorak, in particular for cyclists, which not only offers the advantage that a part of the anorak itself forms a pocket in which the anorak can be stored, but also allows the anorak to be stored. anorak also opens at the front.
For this purpose the patch is stitched on the back of the anorak.
Preferably, the patch is stitched on the rest of the anorak over its entire circumference and this piece is slit, while the anorak has a closure to keep the <EMI ID = 6.1>
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of an anorak, in particular for cyclists, according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the reference numbers relate to the attached drawings.
<EMI ID = 7.1> Figure 2 is a rear view of the anorak of Figure 1. Figure 3 is a side view of the anorak of the previous figures. Figure 4 is a front view of the anorak of the previous figures, but tucked into the pocket formed by a portion thereof.
In the various figures, the same reference numbers refer to the same elements.
The anorak according to the figures comprises a back panel 1 at the top of which a hood 2 is stitched and to which a slip band 3 connects at the bottom. This slip panel 3 forms one piece with the back panel 1.
At the shoulders, this back panel 1 is stitched to two adjacent front panels 4. The adjacent edges of the two front panels 4 are provided with a part of a closure 5 consisting of two cooperating parts, namely a strip provided with elastic hooks. and a strip provided with loops, into which these hooks can hook.
Hood 2 and panels 1, 3 and 4 are made of colored, waterproofed nylon fabric.
The two front panels 4 are still connected to the back panel 1 by means of two elastic side panels 6. These side <EMI ID = 8.1>
panels 6 are front in the side and are each on the back panel
<EMI ID = 9.1>
from the lower edge of the anorak to the arm opening and also surround this arm opening. The elastic side panels 6 are white and made of elastically waterproofed fabric.
A long sleeve connects to each of the two arm openings. Each sleeve contains a strip 7 of the same fabric as
the panels 1, 3 and 4 and on the side facing the rest of the anorak a strip 8 of the same elastic fabric as the side panels 6. This strip 8 runs from the free end of the sleeve 7, 8 up to the arm opening. Each sleeve 7, 8 is stitched to the portion of a side panel 6 surrounding the arm opening. An elastic 9 is stitched into the free end of each sleeve.
The slip panel 3 extends over the entire width of the back panel 1 and runs from the one elastic side panel 6
to the other elastic side panel 6. This slip panel 3 forms a slip which protrudes almost eight centimeters beyond the lower edge of the rest of the anorak.
On the inside of the back of the anorak, which is formed by the back 1 and the slip 3, is a rectangular piece.
10 stitched on. This piece 10 has a gap in its longitudinal direction
11 which can be closed with a zipper 12. This stitched-on piece 10 is made of the same fabric as the panels. 1, 3
and 4. This piece 10 extends in the height direction from the bottom edge of the slip strip 3 to above this slip strip, i.e. up to the back panel 1. In the width direction, this piece 10 extends over a little less than the width from the back 1.
The stitched-on piece 10 is stitched over the entire circumference on the back 1 and the slip 3, so that this stitched-on piece 10 together with a part of the back 1 and a use
access opening that can be closed by the zipper 12. By folding or rolling the rest of the anorak together, one obtains a bundle that can be placed in this pocket thus formed. To this end, this bag must be turned inside out. With the exception of this pocket, the entire anorak can thus be put into this pocket, so that
the anorak then takes up very little space and can be carried easily. By the way, in figure 4 the anorak is shown in this position, so that nothing of the anorak is visible other than the inside of this piece 10 and the outside of the part of the back piece 1 and the slip band 3 against which this piece 10 is stitched, while all the rest of the anorak
inserted into the shaped bag.
In order to be able to easily carry the anorak in the latter state, the anorak also has a belt formed by two elastic ribbons 13 attached to one end of a closure piece.
14 are provided. The closures 14 of the two ribbons 13 form rigid loops that can be hooked in or out very quickly. The other ends of the two elastic ribbons 13, which thus form the two parts of the belt, are stitched between the piece 10 and the back piece 1 in such a way that these ribbons, on the inside, of the pocket formed between the piece 10 and a portion of panels 1 and 3, when a person is wearing the anorak, protrude. These ribbons are attached to both ends of the slit 11 respectively. When a person is wearing the anorak, these ribbons are in the above
<EMI ID = 11.1>
To store the anorak in it, these ribbons 13 go outside the pocket
i and form a belt for fastening the bag around the center of a person. Since in the latter case, the aforementioned bag is turned inside out
<EMI ID = 12.1>
<EMI ID = 13.1>
of the bag.
The invention is by no means limited to the foregoing
<EMI ID = 14.1>
<EMI ID = 15.1>
be applied, inter alia, with regard to the shape, composition, arrangement and number of the parts used for realizing the invention.
In particular, the closure at the front of the anorak, between the two front panels, does not necessarily have to be of the type described above. Also the two ribbons of the belt do not necessarily have to be provided with a closure piece as described above.