<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
SCHAKBLINMCHTIN3 'f'OÓa\..1rft '-t -a . W! ",,,:" . t,:" RmwxxtnxiorzLzmJcnpw* !.".-
EMI1.2
De .#i%Ói#QQ' baof%'bOW4Ó6<J # éé éh+ 'kel1Dbt vcwap' oü; %ilb)¯PÓf*l4Óti p7 tingi die uit- is opgebouwd en wüüµij.,¯Óüµf%Nh% ias%1éµµ¯ .yan eeh verbhy dingaweg een weénoeki##0Ü$é in e ¯Itr4 een itoppel..
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
multipel uitkiest en da b k#µP*l5Óbipbia ."- ,.. horende koppelmul tipelWk.....ot.' i.m8PJ'eken brena.t; . in teleoommunioat1e8t..li1., meoP j$3üh%% bijzonder in %*- let'oonste18ell. l ''.''..'.'.-.. :.' San '4qt#b$$k* 3.lea'iï!S'. bekend uit het Duitse #zMaAOhPi#b 1.84, aia istie1mat1Se koppelirwichtingo dat' wU.. a 1d 'lt. "1W1'Oht1n& met telke" >;ff(/éfµµ%fl)/#Qµãy,,Qff$jjj twee' kOp.. pelD11t1pel' van 4e keuµl
EMI2.2
se van e. 'koppel.111: 'SA' 7'¯""i*,)'n ,verb1ncl1rllJF"i ' ry;7¯ aw.. "J ,:,tJ':'5': '. :,,:
::,t " .:. ' z , .z4. weg ond.ubbel.1nI11C'.á"t.,"'q4J!"(' '.';-'\--''. .0-"' ,' ',"" wu@ ondübb*Ininn%, ' , .14fY , " "^ :.'':'pxt ... - ' , 'Om 4e ";..btl41t18-- 4ê;or. t4t 80hÁ- ' - ' '... ¯ ..,. , ,. 1 > ¯ , a ; , d , . " ..... , : ; :3 ' kelen moeten .oht.r,.!f1ela1s worden bestuurd ri.;;., 4.",¯":; . ¯ '::"';.,,,. ,:,'.:..
.,,, ( ¯ " :,,,';t -9 q : " .^' t. '/Aio:>,:{f}:':,..:.'1 Ben,. 1: ,1," tJt,'oeX1" 9' '''' -:.-y;" ; - F >f<1" - '+' #..";" .1 dinaatagewi3Zé beatnJ' ::kOP"&'l., 418 voar", j . ¯ ,:,:.,;" /.; 1:; ;':... \ .' .....r-! '"0 -:... dit doel aan. bij 4e ti 1...,. ,J;t..".l:.l.' )ion. be1'J.O- , ,#, , - . ,$'0-' ' '" " Ï ' '- - rende voor alle 1I!op.P;18:i. ,, Ohappe....;"'.: .. ¯ t,".-,;t;',,/..":' l'iJ':.,....:...}.:...,,,:..:':::<;¯.,:., ;:"" ": lijke tBarkeeradeyw ;IA."1'!*,;.,:U1t1-'er4I WO%', den door de ¯k'M\;.1¯l1ti.:t>:',dese -t.
>-'::-""...,.I' .. '''''''," i ,,,. ,.. 4',2: , ¯,z - -'. hode is een -lr gµµµµ)#li/p%/#1-r.4L/.
-:.1";:'!'"'f:< .. ;. , -.<, ,..:',; "',a'.r,''.='' ..
-'Het beken<t ¯p / -J" ¯'/< ..Ï ' . .
Het bekend' .Q.. ,!;.. 8 ":;': : uur dY kope.y, M- r' ." , . . r1' t' ' $ef "van e83186G'81d'<. s.. ,. w - , -,i.''E 8r ï9 wanneer ,:bt' 'V' ,", ; :'." '.' " .:' '",-...1t.f":""'l." ' - . ".4 . -á a .'f<k.Y , . . '."'... os deze wijze "1': :,:..,¯.,.,;,/.²:),:...ta',-: \
EMI2.3
keeraders Voor het--0" -n. d3,g. een SOp.e ; -relais 13c1cotter -,té Q#tflµJijkÓ 6hh+,1bje# z3.n': bijvoorbeeld be'ruia......¯ir.:. :cuYïi-=:1'l.'x' ,
<Desc/Clms Page number 3>
en 1.218.539. Bij deze bekende inrichtingen vindt de mar- kering van de beleggingsader telkens plaats over een werk- oontact van een reeds opgebracht kruispuntrelais. Het na- deel van deze inrichtingen bestaat hiering dat slechte trapsgewijs kan worden doorgeschakeld.
Om een gelijktijdige doorschakeling in alle koppeltrappen =gelijk te maken is bet uit de Nederlandse oetrooiaanvrage 6.413.386 bekend om een serieaanspreekketen voor alle bij een verbindingsweg betrokken koppelpuntrelais te vormen, Dit wordt bereikt, doordat in de bovengenoemde schakelinrichting volgens het Duitse inzageschrift 1.173.137.
of 1.218.539 voor elk van de op te brengen koppelpuntrelais het werkcontaot daarvan door een bij de keuze van de betref- fende tussenlijn opgebrachte schakelorgaan wordt kortgesloten Wanneer aan de ingangszijde en aan de uitgangszijde de over de wikkelingen van de op te brengen relais en over de te gebruiken tussenlijnen markerende sohakelorganen in serie geschakelde beleggingsaders overeenkomende spanningen worden aangelegd, spreken alle koppelpuntrelais in serie aan.
Bij deze inrichting is behalve de markeerschakelorganen voor elke tussenlijn ook nog een verder sohakelorgaan nodig, dat tot taak heeft om bij een belegde tussenlijn de kortsluiting van een, de toegapg tot deze tussenlijn gevend koppelpuntrelais- werkcontact, te verhinderen, Op deze wijze worden belegde verbindingswegen aan de invloed van verdere markeerwerkingen onttrokken. Deze extra apparatuur is alleen verdedigbaar wanneer de laatstgenoemde sohakelorganen tegelijk voor de bezetmarkering bij de wegzoekwerking dienen.
In het bijzon- der, wanneer een dergelijke bezetmarkering niet nodig is,
<Desc/Clms Page number 4>
bijvoorbeeld bij bezetmarkering door middel van poortscha- kelingen in een wegzoeknetwerk, is deze bekende sohakelin- richting zeer omvangrijk.
Het is de doelstelling van de uitvinding om de genoemde nadelen van de bekende schakelinrichtingen te vermijden.
Deze doelstelling wordt volgens de uitvin- ding hierdoor bereikt dat op een op zichzelf bekende wijze in elk koppelpunt de wikkeling van het bijbehorende koppel- puntrelais in serie met een eigen werkoontaot tussen de houdaders van de zich in dit koppelpunt kruisende tussen. lijnen is geschakeld en telkens aan het verbindingspunt tussen de wikkeling en het werkoontact een voor het koppel.
punt individuele gelijkrichter is aangesloten, dat de vrije einden van de gelijkrichters voor elk koppelmultipel aan de ingangszijde rijgewijs samengenomen over telkens één werk- contact van het bij dit koppelmultipel behorende markeerre- lais aan een instelader van de aan de betreffende ingangs- rij aangeschakelde tussenlijn zijn aangesloten en dat tel- kens een verder werkcontaot van het koppelmultipelmarkeer- relais tussen de houd- en instelader van elke aan een uit- gangskolom van het koppelmultipel aangesloten tussenlijn is geschakeld.
Bij de schakelinrichting volgens de uit- vinding is daarom slechts één relais per koppelmultipel no- dig, dat telkens één contact per ingangsrij en per uitgangs- kolom van het koppelmultipel bezit. De door de instelader vereiste extra apparatuur is van geen betekenis, daar deze
<Desc/Clms Page number 5>
ader het aantal doorsohakelpunten per koppelelement niet beïnvloedt.
Volgens een nadere uitwerking van de uit- vinding kan voor het vormen van een aanspreekstroomketen over de wikkelingen van de bij een verbindingsweg betrokken koppelpuntrel @ aan de houdader van een uitgang van de koppelinriohting de ene pool en aan de instelader van een ingang van de koppelinrichting de middenaftakking (aarde) van een dubbelspanningsbron worden aangeschakeld en kan voor het vormen van een houdstroomketen over de opgebraohte koppelpuntrelais op een op zichzelf bekende wijze de houd- ader van de uitgang aan de middenaftakking en de houdader van de ingang aan de andere pool van de dubbelspanningsbron worden aangeschakeld.
De daarmede ten opzichte van de aanspreek- stroomketen in de houdketen bewerkte verschuiving van de-- spanningen op de houdaders van de tussenlijnen verhindert- door een instelling in de sperriohting van de individueel bij de koppelpunten behorende gelijkrichters een beïnvloeling van belegde verbindingswegelementen door de daarna volgende koppelwerkingen.
De uitvinding zal nu aan de hand van de fi- guur nader worden toegelicht.
In de tekening is een uittreksel van een koppelinrichting afgebeeld; er zijn twee koppelmultipels van drie koppeltrappen afgebeeld n wel de koppelmultipels KVClen KVA1 en KVA2 van trap A, KVB1 en KVB2 van trap B en/KVC2 van trap C, Bij elk koppelmultipel behoort een markeerre- lais HA1 tot en met HC2 dat wordt opgebracht, wanneer het
<Desc/Clms Page number 6>
bijbehorende koppelmultipel tijdens de wegzoekwerking werd uitgekozen. Er wordt aangenomen dat dit bij de koppel- multipels KVC1, KVB2 en KVA1 het geval is de relais HC1, HB2 en HA1 zijn dan opgebracht.
Van elk van de tussen de koppelmultipels verlopende tussenlijnen ZBl tot en met ZB4 en ZC1 tot en met ZC4 is sleohts de houdader cbl tot en met cb4, col tot en met cc4 en de instelader ebl tot en met eb4, ec1 tot en met ec4 afgebeeld.
In elk koppelpunt is de wikkeling van het daaraan toegewezen koppelpuntrelais in serie met een bij het relais behorend werkcontact tussen de houdaders van de zich in dit koppelpunt kruisende tussenlijnen geschakeld, zoals bijvoorbeeld de wikkeling van het koppelpuntrelais KB1 in serie met zijn contact kb tussen de houdaders cb2 en cc3 van de tussenlijnen ZB2 en ZC3. Aan het verbindingspunt van contact kb en reaiswikkeling KB1 is een voor het koppelpunt, individuele gelijkriohter Cbl aangesloten.
Zijn vrije einde is met de vrije einden van alle overeenkomstige gelijkrioh- ters van dezelfde ingangsrij van het koppelmultipel KVB2 gemultipeld enover een werkoontact hb21 van het koppelmul- tipelmarkeerrelais HB2 met de instelader eb2 van de aan deze ingangsrij van het koppelmultipel KVB2 aangesloten tussen lijn ZB2 verbonden.
Op soortgelijke wijze is elk ander kop- pelpunt van de koppelinrichting geschakeld met deze uitzon- dering dat in de eerste koppeltrap (koppeltrap A) de instel- aders van de aan de ingangsrijen aangesloten ingangen - on- der multipeling met de insteladers van de ingangen van de- zelfde rang van andere koppelmultipels over een markeerader
<Desc/Clms Page number 7>
naar een eindmarkeerketen worden geleide die selectief één van deze markeeraders aan aarde kan leggen. Zo zijn bijvoorbeeld de telkens aan de rijen van het eerste koppel- multipel toegewezen insteladers eal en ea3 gemeenschappelijk met de markeerader ma 1 verbonden, die voor da markering van de ingang El van het koppelmultipel KVA1 door de eind- markeerketen EM aan aarde wordt gelegd.
Door de aan de uitgangskolommen van de kop- pelmultipels aangesloten tussenlijnen kan telkens de houd- ader over een werkcontact van het koppelmultipelmarkeerre- lais met de instelader worden verbonden. Zo dient bijvoor-
EMI7.1
beeld contact hb23 van het koppelmult1pelmarkeerrelais HB2 voor het verbinden van de instelader ec3 van tussenlijn ZC3 met de houdader cc3 van dezelfde tussenlijn. Voor de uit- gangen van de laatste koppeltrap zijn er geen insteladers aangebracht.
Wanneer wordt aangenomen dat de relais HA1, HB2 en HC1 als resultaat van de wegzoekwerking zijn opge- bracht, dat.de eindmarkeerketen EM aarde aan ader mal legt en contact k bi j de uitgang A gesloten is, ontstaat de na- volgende stroomketen; aarde, EM, mal, eal, Ca2, KA2, cb2,
EMI7.2
ha14, eb2, hb2l, Obel, KBl, co3, hb23. eC'j, hol2, C#C3, KC3, cd1, k, +U.
In deze stroomketen spreken de koppelpunt- relais KA2, KBlen KC3 in serie aan en sluiten hun werkoon- tacten ka, kb en ko. @
Aan uitgang Al wordt contact o gesloten.
De markeringen worden afgeschakeld en contact k wordt daarom
<Desc/Clms Page number 8>
geopend, de relais HC1, HB2 en HAl worden tot afvallen ge- bracht en aarde wordt van ader mal afgeschakeld. De kop- pelrelais KA2, KB1 en KC1, houden zich in de volgende stoom-
EMI8.1
keten : -U, Cal, ka, KA2, ob2, kbi XB1, ee3, ke, KC3, edl,0, c, aarde. Daardoor heersen er op de houdaders cb2, cc3 en cd1 zodanige spanningen, dat bij de volgende koppelwerkingen (voor het instellen van andere verbindingswegen) de gelijk- richters Ga2, Gbl en Cc3 met zekerheid worden gesperd en er geen beïnvloeding van de reeds vroeger doorgeschakelde ver- bindingsweg kan plaats vinden.
Ook kan er geen verkeerde dubbelverbinding optreden, wanneer bijvoorbeeld de markeer- ader ma2 aan aarde wordt gelegd voor het doorschakelen van een verbindingsweg over het koppelmultipel KVA2 of over het koppelpunt KA3 van het koppelmultipel KVA1, daar de tussen de markeerader ma2, respectievelijk de instelader oa2 en de belegde houdader ob2 liggende gelijkrichter Ga4 ge- sperd is. Een verkeerd aanspreken van het koppelrelais KA4 is daarmede niet mogelijk.
Voor het verbreken van de verbinding moet één of moeten beide houdspanningen worden afgeschakeld.
Het aantal en de grootte van de koppeltrap- pen en koppelmultipels is slechts als toelichting nader aangegeven, de uitvinding kan echter even goed op willekeu- rig gedimensioneerde koppelinriohtingen worden toegepast, Evenzo zijn de polariteiten van de spanningen slechts als voorbeeld aangegeven. Bij dienovereenkomstige poling van de gelijkrichters kan +U en-U worden verwisseld. Ook behoeft . de middenaftakking van de dubbelspanningsbron niet aan aarde
<Desc/Clms Page number 9>
te liggen.
Voor de aangegeven poling van de gelijkrichters behoeft slechte +U positief en-U negatief ten opzichte van
EMI9.1
do m.ddsnatakking te zijn. 'aewe. de prinoipen van de uitvinding hier- boven zijn beschreven aan de hand van bepaalde uitvoerings- vormen en wijzigingen daarvan is het duidelijk, dat de be- achrijving slechts bij wijze van voorbeeld is gegeven en de uitvinding niet darrtoe is beperkt.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
SCHAKBLINMCHTIN3 'f'OÓa \ .. 1rft' -t -a. W! ",,,:". t ,: "RmwxxtnxiorzLzmJcnpw *!." .-
EMI1.2
The. # I% Ói # QQ 'baof%' bOW4Ó6 <J # éé éh + 'kel1Dbt vcwap' oü; % ilb) ¯PÓf * l4Óti p7 tingi that is built up and wüüµij., ¯Óüµf% Nh% ias% 1éµµ¯ .yan eeh verbhy dingaweg een weénoeki ## 0Ü $ é in e ¯Itr4 an itoppel ..
<Desc / Clms Page number 2>
EMI2.1
multiple singles and da b k # µP * l5Óbipbia. "-, .. hearing couple mul tipelWk ..... ot. ' i.m8PJ'eken brena.t;. in teleomunioat1e8t..li1., meoP j $ 3üh %% special in% * - let'ste18ell. l '' .''..'.'.- ..:. ' San '4qt # b $$ k * 3.lea'iï! S'. Known from the German # zMaAOhPi # b 1.84, aia istie1mat1Se couplingirwichtingo that 'wU .. a 1d' lt. "1W1'Oht1n & with telke">; ff (/ éfµµ% fl) / # Qµãy ,, Qff $ yyy two 'cOp .. pelD11t1pel' of 4th cue
EMI2.2
se of e. 'couple.111:' SA '7'¯ "" i *,)' n, verb1ncl1rllJF "i 'ry; 7¯ aw .." J,:, tJ': '5': '. : ,,:
::, t ".:. 'z, .z4. way und.double.1nI11C'.á" t., "' q4J!" (''. '; -' \ - ''. .0- " ',' ', "" wu @ ondübb * Ininn%,', .14fY, "" ^:. '': 'pxt ... -', 'Om 4th "; .. btl41t18-- 4ê; or. t4t 80hÁ- '-' '... ¯ ..,.,,. 1> ¯, a;, d,. ".....,:;: 3' throats should become .oht.r,.! F1ela1s controlled ri. ;;., 4. ", ¯" :;. ¯ ':: "';. ,,,.,:, '.: ..
. ,,, (¯ ": ,,, '; t -9 q:". ^' T. '/Aio:>,: belastingfekenen:':,..:.'1 Ben ,. 1:, 1, "tJt, 'oeX1" 9' '' '' -: .- y; "; - F> f <1" - '+' # .. ";" .1 dinaatagewi3Zé beatnJ ':: KOP "&' l., 418 voar ", j. ¯,:,:.,;" / .; 1 :;; ': ... \.' ..... r-! '"0 -: ... this target on. at 4th ti 1 ...,., J; t .. ". l: .l. ') ion. be1'JO-,, #,, -., $' 0- '' '" " Ï '' - - ran for all 1I! Op.P; 18: i. ,, Ohappe ....; "'.: .. ¯ t," .- ,; t;' ,, / .. ": 'l'iJ':., ....: ...}.: ... ,,,: ..: '::: <; ¯.,:.,;: "" ": corse tBarkeeradeyw; IA. "1 '! *,;.,: U1t1-'er4I WO%', den by the 'k'M \ ;. 1¯l1ti.: T>:', dese -t.
> - ':: - "" ...,. I' .. '' '' '' ', "i ,,,., .. 4', 2:, ¯, z - - '. Hode is a -lr gµµµµ) # li / p% / # 1-r.4L /.
-: 1 ";: '!'" 'F: <..;. , -. <,, ..: ',; "', a'.r,' '. =' '..
-'The confess <t ¯p / -J "¯ '/ <..Ï'..
It's known '.Q ..,!; .. 8 ":;':: hours dY kope.y, M- r '." ,. . r1 't' '$ ef "from e83186G'81d' <. s ..,. w -, -, i. '' E 8r ï9 when,: bt '' V ',",; : '. "'. ' ".: ''", -... 1t.f ":" "'l."' -. ".4. -á a .'f <k.Y,. . '. "' ... os this way" 1 '::,: .., ¯.,.,;, /. ²:),: ... ta', -: \
EMI2.3
reverse veins For the - 0 "-n. d3, g. a SOp.e; -relay 13c1cotter -, té Q # tflµJijkÓ 6hh +, 1bje # z3.n ': for example be'ruia ...... ¯ir. :.: cuYïi - =: 1'l.'x ',
<Desc / Clms Page number 3>
and 1,218,539. In these known devices, the marking of the investment vein takes place in each case over a working contact of an already applied cross-point relay. The disadvantage of these devices is that it is difficult to switch through in stages.
In order to make a simultaneous throughput in all coupling stages = equal, it is known from Dutch patent application 6,413,386 to form a series access circuit for all coupling point relays involved in a connecting path. This is achieved by the fact that in the above-mentioned switching device according to German inspection specification 1,173,137 .
or 1.218.539, for each of the coupling point relays to be applied, the working contact thereof is short-circuited by a switching member applied when the relevant intermediate line is selected When on the input side and on the output side the relay to be applied and over the windings of the relay to be applied Switching means which mark the intermediate lines to be used in series-connected investment wires and corresponding voltages are applied, all coupling point relays respond in series.
In addition to the marker switching means for each intermediate line, this device also requires a further switching means, the task of which is to prevent short-circuiting of a coupling point relay contact which provides access to this intermediate line when an intermediate line is loaded. withdrawn from the influence of further marking actions. This additional equipment can only be defended when the latter switching devices simultaneously serve for the occupied marking in the search away operation.
In particular, if such a busy flag is not required,
<Desc / Clms Page number 4>
for example in the case of busy marking by means of gate circuits in a road search network, this known switching device is very extensive.
It is the object of the invention to avoid the said drawbacks of the known switching devices.
This object is achieved according to the invention in that, in a manner known per se, in each coupling point the winding of the associated coupling point relay is connected in series with its own operating mode between the holding wires of the intermediate connecting points intersecting in this coupling point. lines is switched and each time at the connection point between the winding and the work act one for the torque.
point individual rectifier is connected so that the free ends of the rectifiers for each coupling multipel on the input side are combined row-wise over one working contact of the marking relay associated with this coupling multipel on an adjusting conductor of the intermediate line connected to the respective input row. and that in each case a further working contact of the coupling multipel marker relay is connected between the hold and adjuster of each intermediate line connected to an output column of the coupling multiplex.
In the switching device according to the invention, therefore, only one relay is required per coupling multipel, which in each case has one contact per input row and per output column of the coupling multipel. The additional equipment required by the adjuster is of no significance as this
<Desc / Clms Page number 5>
vein does not affect the number of crossover points per coupling element.
According to a further elaboration of the invention, for forming a response current circuit over the windings of the coupling point loop involved in a connection path, the one pole can be connected to the holding lead of an output of the coupling device and the setting lead of an input of the coupling device. center tap (ground) of a dual voltage source can be turned on and can be connected in a manner known per se to form a holding current circuit across the accumulated coupling point relays, the holding wire of the output at the center tap and the holding wire of the input at the other pole of the dual voltage source are turned on.
The displacement of the voltages on the holding wires of the intermediate lines, which is thus effected with respect to the response current circuit in the holding circuit, prevents an influence of the connected connection path elements by the subsequent following by means of an adjustment in the reverse direction of the rectifiers individually associated with the coupling points. coupling effects.
The invention will now be explained in more detail with reference to the figure.
The drawing shows an extract of a coupling device; two coupling multiples of three coupling stages are shown n the coupling multiples KVC and KVA1 and KVA2 of stage A, KVB1 and KVB2 of stage B and / KVC2 of stage C, Each coupling multiple has a marking relay HA1 to HC2 that is applied, when it
<Desc / Clms Page number 6>
corresponding torque multiples were selected during the search operation. It is assumed that this is the case with the coupling multiples KVC1, KVB2 and KVA1, the relays HC1, HB2 and HA1 are then applied.
For each of the intermediate lines ZB1 to ZB4 and ZC1 to ZC4 running between the coupling multiples, only the holding vein cbl to cb4, col to cc4 and the adjusting vein ebl to eb4, ec1 to ec4 are shown. .
In each coupling point, the winding of the coupling point relay assigned to it is connected in series with an operating contact associated with the relay between the holding wires of the intermediate lines intersecting in this coupling point, such as, for example, the winding of the coupling point relay KB1 in series with its contact kb between the holding wires. cb2 and cc3 of the intermediate lines ZB2 and ZC3. At the junction of contact kb and reactive winding KB1 an individual rectifier Cbl is connected for the coupling point.
Its free end is multiplied with the free ends of all corresponding rectifiers of the same input row of the coupling multipel KVB2 and is connected via a working act hb21 of the coupling multi-point marker relay HB2 to the setting conductor eb2 of the line ZB2 connected to this input row of the coupling multipel KVB2. .
Similarly, every other coupling point of the coupling device is connected, with the exception that in the first coupling stage (coupling stage A), the actuators of the inputs connected to the input rows - multiply with the actuators of the inputs of the same rank of other pairing multiples over a marker
<Desc / Clms Page number 7>
to an end marker chain that can selectively ground one of these marker wires. For example, the setting conductors eal and ea3 assigned to the rows of the first coupling multiple are jointly connected to the marker conductor ma 1, which is connected to ground by the end marking circuit EM for the marking of the input E1 of the coupling multiple KVA1.
By means of the intermediate lines connected to the output columns of the coupling multiples, the holding conductor can be connected in each case via an operating contact of the coupling multipel marking relay to the setting conductor. For example,
EMI7.1
contact image hb23 of the coupling multi-layer marker relay HB2 for connecting the bias lead ec3 of intermediate line ZC3 to the holding wire cc3 of the same intermediate line. There are no adjusters for the outputs of the last coupling stage.
If it is assumed that the relays HA1, HB2 and HCl have been generated as a result of the search operation, that the end marker circuit EM is grounded to the core and contact k at the output A is closed, the subsequent current circuit arises; earth, EM, template, eal, Ca2, KA2, cb2,
EMI7.2
ha14, eb2, hb2l, Obel, KBl, co3, hb23. eC'j, hol2, C # C3, KC3, cd1, k, + U.
In this circuit, the coupling point relays KA2, KB, and KC3 connect in series and connect their operating keys ka, kb and ko. @
Contact o is closed at output A1.
The markers are switched off and therefore contact k becomes
<Desc / Clms Page number 8>
open, relays HC1, HB2 and HAl are de-energized and earth is disconnected from the core. The coupling relays KA2, KB1 and KC1 comply with the following steam
EMI8.1
chain: -U, Cal, ka, KA2, ob2, kbi XB1, ee3, ke, KC3, edl, 0, c, earth. As a result, voltages prevail on the holding wires cb2, cc3 and cd1 such that the rectifiers Ga2, Gbl and Cc3 are reliably blocked during the following coupling operations (for setting other connection paths) and that the power that has already been switched through is not affected. - binding path can take place.
Also, no wrong double connection can occur, if, for example, the marking conductor ma2 is connected to ground to switch through a connection path via the coupling multipel KVA2 or via the coupling point KA3 of the coupling multipel KVA1, since the between the marking conductor ma2 or the setting conductor oa2 and the loaded holding wire ob2 lying rectifier Ga4 is blocked. Incorrect response to the coupling relay KA4 is thus not possible.
To break the connection, one or both holding voltages must be switched off.
The number and magnitude of the coupling stages and coupling multiples is given in more detail only as an illustration, however, the invention can be applied equally well to arbitrarily dimensioned coupling devices. Likewise, the polarities of the voltages are given by way of example only. With corresponding polarity of the rectifiers + U and-U can be swapped. Also needs. the center tap of the dual voltage source is not connected to ground
<Desc / Clms Page number 9>
to lay down.
For the indicated polarity of the rectifiers you need bad + U positive and-U negative with respect to
EMI9.1
do m.ddsnatakking. 'aewe. The principles of the invention have been described above with reference to certain embodiments and modifications thereof, it is understood that the description is given by way of example only and the invention is not limited thereto.