<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het naar
EMI1.1
opzij bijeenharken van op de'gronde liggend gewas of andere plantaardige producten, bestaande uit een op loopwielen verrijdbaar gesteldat voorzien is van een aantal harkvjielen.die vrij draaibaar op hun as schuin ten opzich- te van de rijdrichting zijn opgesteld en aan de omtrek voorzien zijn van tanden of andere meeneemorganen,die bijbeweging van het rijdbare gestel door hun aanraking met de grond de harkwielen in draaiing brengen en het door hen aangegrepen materiaal zijdelings afvoeren, waarbij de harkwielen elkaar zijdelings overlappen en elk volgend harkwiel achter het voorafgaan-
EMI1.2
de harkwiel is aangebracht.
Een dergelijke inrichting kan als zijaanvoerhark of als zwadkeerder voor gras,klaver, hooi en dergelijke producten worden gebruikt,
De uitvinding beoogt een inrichting van deze soort te verschaffen waarbij op eenvoudige en doeltreffende wijze verhinderd wordt,dat het bijeengeharkte materiaal,vooral bij het optreden van wind over het land, door de harkwielen kan ontwijken en daardoor verloren kan gaan.
Daartoe is volgens de uitvinding het wielvlak van de harkwielen gesloten of nagenoeg gesloten uitgevoerd,Daar de harkwielen elkaar zijdelings overlappen,vormt de reeks harkwielen op deze wijze tezamen een nagenoeg aaneengesloten keeroppervlak,hetwelk doorlating en daarmede verlies van materiaal zoveel mogelijk tegengaat.
In de tekening is bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding,die als zijaanvoerhark dienst doet, zeer schematisch weergegeven.
EMI1.3
Figuur 1 toont de inrichting i= bovenaanzicht, waarbij alleen de voor een goed begrip van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn weer- gegeven.
Figuur 2 toont twee achter elkaar gelegen harkwielen in zijaanzicht.
De inrichting bestaat uit een rijdbaar gestel, dat door een aantal loopwielen 1, 2 en 3 is ondersteund.Van dit gestel zijn slechts een d dwarsbalk 4 aan het voor-einde en een van deze balk schuin naar achteren lopende draagbalk 5, alsmede twee met stippellijnen aangeduide verbindingsbogen 6 en 7 weergegeven.
In de schuine draagbalk 2 zijn draaibaar enige krukken 8 aange-
EMI1.4
bracht.Op de krukpen van elke kru'< 8 is draaibaar een harkwiel gemonteerd.Door het gewicht der llarkwielen 2. hebben de krukken 8 de neiging, om hun aan of in de draagbalk 5 gelegerde krukassen te gaan draaien,waar-
EMI1.5
door dus^de harkwielen tegen de grond' worden gedrukt.Om de grootte van die druk te verminderen en dus te bereiken, dat de wielen slechts licht mét de grond in aanraking zijn, zonder dat zij daarbij van een steunwiel of een ander extra steunpunt zijn voorzien,zijn de krukarmen door trekveren 10,waarvan de spanning bij voorkeur instelbaar is,met de draagbalk overbonden.
De veren 10 hebben de neiging de krukken 8 tegengesteld aan de door
EMI1.6
het gewicht der harkwelen 2 veroorzaakte draaiing te doen bewegen: De harkwielen 2 zijn aan hun omtrek van tanden 11 of dergelijke meeneemorganen voorzien(zie figuur 2). Deze tanden zijn dus aan de onderzijde van het wiel licht met de grond in aanraking.Wordt nu het rijgestel in de richting van de in figuur 1 getekende pijl naar voren 'bewogen, dat zal de op elke met de grond in aanraking zijnde tand werkende kracht een
EMI1.7
ontbonden:;
opleveren in het wielvlak,welke oorzaak is, dat elk harkwiel om de krukpen van de kruk 8 gaat draaien.Bij de draaiing der harkwielen wordt het op de grond liggende materiaal (zoals bijvoorbeeld gras of hooi)
<Desc/Clms Page number 2>
door de tanden 11 aangegrepen en medegenomen.Daar de onderzijden der wielen ten opzichte van de voortbewegingsrichting van het rijgestel achteruit draaien(zie figuur 2) en deze wielen schuin gesteld zijn,heeft een zijwaartse verplaatsing van het aangegrepen materiaal plaats. De tanden 11 hellen bij voorkeur in de draairichting van het wiel in de achterwaartse richting.
Hierdoor wordt bereikt, dat het door de tanden aangegrepen materiaal bij de draaiing der wielen gemakkelijk van de tanden kan afglijden en dus niet te hoog met de tanden wordt meegevoerd.
Het op de grond liggende materiaal wordt dus op de beschreven wijze eerst door het voorste harkwiel aangegrepen en zijwaarts in het bereik van het tweede harkwiel neergelegd om vervolgens door de tanden van het tweede harkwiel te worden aangegrepen, Het materiaal wordt dus van wiel
EMI2.1
toit wiel gevoerd en te.wltte door het laatste wiel zijwaarts gedeponeerd. De gehele inrichting heeft dus het effect van een zogenaamde zijaanvoerhark.
De afgebeelde inrichting is voorts van een mechanisme voorzien om de harkwielen of een aantal daarvan van de grond op te heffen en daar-
EMI2.2
door uit te schakelen .Dit mechanisme wordt gevormd door op elke krukarm 8 (zie figuur 2) vast een arm 13 aan te brengen en deze armen 13 van een ope- ning 14 te voorzien,waarbij dan door deze openingen 14 een kabel 15 of dergelijk trekorgaan is heengevoerd,welke kabel achter elke opening 14 van een klos 16 of ander aanslagorgaan is voorzien ,een en ander zodanig,dat wanneer
EMI2.3
aan. de kabel f in de richting van de in figuur 2 getekende pijl getrokken wordt, de armen 13 en daarmede cI. ¯8 om hun in de balk 5 gelegerde krukassen 17 gedraaid en dus de harkwielen van de grond opgelicht worden.
In de werkstand van de harkwielen bevinden zich de klossen 16 op enige afstand van de openingen 14, zodat elk wiel zich aan oneffenheden van de grond kan aanpassen,daar de. arm 13 langs de kabel 15 naar beide richtingen vrij kan uitslaan. In figuur 2 is de kabel 15 gestrekt getekend, doch in de werkstand der harkwielen zal deze kabel gewoonlijk meer of minder sterk doorhangen.
EMI2.4
Zoals uit figuur 2 blijkt,zijn de ha-rk*ielen 2 niet eenvoudig als spaaktirieleh uitgevoerde, doch worden de wiekvlakken daarvan door vlakke
EMI2.5
of gebogen ,dichte of slechtsvan kleine openingen voorziene platen a2 = rmd . Omdat de harkwielen 2 elkaar zijdelings in'belangrijke mate Overlappen- ( zie figuur .'i ,:vormen' de gesloten wïelvlakken=¯der haykarielén tezamen, een nagenoeg aaneengesloten keeroppervlak dat op effectieve wijze dpohlating van het bijeengeharkte matetériaal door due harkwielén en- daarnfede verlies van dit materiaal , ook bij het optreden:'van wind', verhindert. : - ' ¯ - ' " EIS.
Inrichting voor het naar opzij bijeenharken van op de grond lig-
EMI2.6
gend gewas of andere plantaardige producten, bestaande uit een op loopwielen; verrijdbaar gestel, dat voorzien is van een aantal harkwielen, die vrij draaibaar om hun as schuin ten opzichte van de rijdrichting zijn opgesteld en aan de omtrek voorzien zijn van tanden of andere meeneemorganen,die bij voorbeweging van het rijdbare gestel door hun aanraking met de grond de harkwielen in draaiing brengen en het door hen aangegrepen materiaal zijdelings afvoeren.waarbij de harkwielen elkaar zijdelings overlappen en elk volgend harkwiel achter het voorafgaande harkwiel is aangebracht,met het
EMI2.7
kenmerk, dat het wielvlak van de harkwielen gesloten of nagenoeg gesloten is uitgevoerd.
"TT¯ m 'TT A "ftT ï"\"r.1'M T T:\T..,.,.. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a device for moving
EMI1.1
Raking to the side of crops or other vegetable products lying on the ground, consisting of a movable set on running wheels, which is provided with a number of rakes, which are arranged freely rotatable on their axis obliquely to the direction of travel and are provided at the periphery. of tines or other driving means which, upon movement of the drivable frame by their contact with the ground, set the rake wheels in rotation and laterally discharge the material engaged by them, the rake wheels laterally overlapping each other and each subsequent rake wheel behind the foregoing
EMI1.2
the rake wheel is installed.
Such a device can be used as a side feed rake or as a windrow rake for grass, clover, hay and similar products,
The object of the invention is to provide a device of this type in which it is prevented in a simple and effective manner that the rake-up material can escape through the rake wheels and be lost as a result, especially in the event of wind across the land.
To this end, according to the invention, the wheel surface of the rake wheels is of closed or substantially closed design. Since the rake wheels overlap each other laterally, the series of rake wheels together in this way form a virtually continuous turning surface, which prevents passage and thus loss of material as much as possible.
In the drawing, by way of example, an embodiment of a device according to the invention, which serves as a side feed rake, is shown very schematically.
EMI1.3
Figure 1 shows the device i = top view, in which only the parts necessary for a good understanding of the invention are shown.
Figure 2 shows two rake wheels located one behind the other in side view.
The device consists of a drivable frame, which is supported by a number of running wheels 1, 2 and 3. Of this frame, only one transverse beam 4 at the front end and one of this beam 5 sloping backwards, as well as two with dashed lines of connecting arcs 6 and 7 are shown.
Several cranks 8 are pivotably arranged in the sloping support beam 2.
EMI1.4
A rake wheel is rotatably mounted on the crank pin of each crank <8. Due to the weight of the lark wheels 2. the cranks 8 have a tendency to rotate their crankshafts mounted on or in the carrier beam 5, so that
EMI1.5
by thus pressing the rake wheels against the ground. "To reduce the magnitude of that pressure and thus to achieve that the wheels are only lightly in contact with the ground, without being a support wheel or other additional support point. provided, the crank arms are connected to the bearing beam by tension springs 10, the tension of which is preferably adjustable.
The springs 10 tend the cranks 8 opposite to the through
EMI1.6
to cause the rotation caused by the weight of the rake wheels 2: The rake wheels 2 are provided on their periphery with teeth 11 or similar driving members (see figure 2). These teeth are thus lightly in contact with the ground on the underside of the wheel. If the chassis is now moved forward in the direction of the arrow shown in Figure 1, the force acting on each tooth in contact with the ground will be applied. a
EMI1.7
disbanded :;
in the wheel face, which causes each rake wheel to rotate about the crank pin of the crank 8. When the rake wheels rotate, the material lying on the ground (such as grass or hay)
<Desc / Clms Page number 2>
engaged and taken along by the teeth 11. Since the undersides of the wheels rotate backwards with respect to the direction of travel of the chassis (see figure 2) and these wheels are inclined, a lateral displacement of the engaged material takes place. The teeth 11 are preferably inclined in the direction of rotation of the wheel in the rearward direction.
This ensures that the material gripped by the teeth can easily slide off the teeth during the rotation of the wheels and is thus not carried too high with the teeth.
The material lying on the ground is thus first engaged by the front rake wheel in the manner described and deposited sideways in the region of the second rake wheel and then be engaged by the teeth of the second rake wheel.
EMI2.1
toit wheel and to.wltte deposited sideways by the last wheel. The entire device thus has the effect of a so-called side feed rake.
The device shown is further provided with a mechanism for lifting the rake wheels or a number of them from the ground and thus
EMI2.2
This mechanism is formed by mounting an arm 13 fixedly on each crank arm 8 (see figure 2) and providing these arms 13 with an opening 14, whereby a cable 15 or the like is then passed through these openings 14. pulling member, which cable is provided behind each opening 14 with a reel 16 or other stop member, all this such that when
EMI2.3
On. the cable f is pulled in the direction of the arrow drawn in figure 2, the arms 13 and therewith c1. ¯8 are rotated around their crankshafts 17 mounted in the beam 5 and the rake wheels are thus lifted off the ground.
In the working position of the rake wheels, the bobbins 16 are at some distance from the openings 14, so that each wheel can adapt to unevenness of the ground, as the. arm 13 can swing freely in both directions along the cable 15. In figure 2 the cable 15 is drawn in a straight line, but in the working position of the rake wheels this cable will usually sag more or less strongly.
EMI2.4
As can be seen from Figure 2, the blades 2 are not simply designed as a spoke wheel, but the blade surfaces thereof are formed by flat blades.
EMI2.5
or plates bent, closed or only with small openings a2 = rmd. Because the rake wheels 2 overlap each other sideways to a significant degree- (see figure 1,: together form the closed wiel surfaces = ¯der haykarielén together, a nearly continuous turning surface that effectively depohlating the raked material by due rake wheels and afterwards. loss of this material, also in the event: 'of wind', prevents.: - '¯ -' "EIS.
Device for raking to the side of lying on the ground
EMI2.6
gend crop or other vegetable products, consisting of one on running wheels; mobile frame, which is provided with a number of rake wheels, which are arranged freely rotatable about their axis obliquely with respect to the direction of travel and which are provided on the periphery with teeth or other driving members which, when the mobile frame is moved forward, by their contact with the ground rotate the rake wheels and laterally discharge the material engaged by them, the rake wheels laterally overlapping each other and each successive rake wheel being arranged behind the preceding rake wheel, with the
EMI2.7
characterized in that the wheel face of the rake wheels is of closed or nearly closed form.
"TT¯ m 'TT A" ftT ï "\" r.1'M T T: \ T ..,., .. ** WARNING ** End of DESC field may contain beginning of CLMS field **.