BE1030881B1 - Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure - Google Patents

Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure Download PDF

Info

Publication number
BE1030881B1
BE1030881B1 BE20225733A BE202205733A BE1030881B1 BE 1030881 B1 BE1030881 B1 BE 1030881B1 BE 20225733 A BE20225733 A BE 20225733A BE 202205733 A BE202205733 A BE 202205733A BE 1030881 B1 BE1030881 B1 BE 1030881B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
node
center
arms
tent
opening
Prior art date
Application number
BE20225733A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1030881A1 (en
Inventor
Damien Bessey
Temmerman Niels De
Mira Lara Alegria
Tine Tysmans
Aushim Koumar
Original Assignee
Konligo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konligo filed Critical Konligo
Priority to BE20225733A priority Critical patent/BE1030881B1/en
Publication of BE1030881A1 publication Critical patent/BE1030881A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1030881B1 publication Critical patent/BE1030881B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/32Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
    • E04H15/34Supporting means, e.g. frames
    • E04H15/44Supporting means, e.g. frames collapsible, e.g. breakdown type
    • E04H15/48Supporting means, e.g. frames collapsible, e.g. breakdown type foldable, i.e. having pivoted or hinged means
    • E04H15/50Supporting means, e.g. frames collapsible, e.g. breakdown type foldable, i.e. having pivoted or hinged means lazy-tongs type
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/32Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
    • E04H15/34Supporting means, e.g. frames

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)

Abstract

Een knooppunt voor een tentstructuur waarbij wanneer gezien in de tweede richting, de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de tweede opening; wanneer gezien in de derde richting, de tweede buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de derde opening; wanneer gezien in de vierde richting, de derde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de vierde opening; en wanneer gezien in de eerste richting, de vierde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de eerste opening.A junction for a tent structure where when viewed in the second direction, the first outer arm is further from the center point than a near end of the second opening; when viewed in the third direction, the second outer arm is further from the center than a near end of the third opening; when viewed in the fourth direction, the third outer arm is further from the center than a near end of the fourth opening; and when viewed in the first direction, the fourth outer arm is further from the center than a near end of the first opening.

Description

van een tentstructuurof a tent structure

De onderhavige uitvinding heeft betrekking tot op tentstructuren, in het bijzonder een knooppunt voor een tentstructuur en werkwijzen die betrekking hebben op bijvoorbeeld het vervoeren, installeren, of afbreken van een tentstructuur.The present invention relates to tent structures, in particular a junction for a tent structure and methods relating to, for example, transporting, installing, or dismantling a tent structure.

Tentstructuren worden over het algemeen gebruikt voor tijdelijke constructies. Dit houdt in dat ze makkelijk afbreekbaar en vervoerbaar moeten zijn. Bij grotere constructies bestaat de tentstructuur vaak uit meerdere tentstaven die via knooppunten met elkaar verbonden zijn.Tent structures are generally used for temporary structures. This means that they must be easily degradable and transportable. In larger constructions, the tent structure often consists of several tent bars that are connected to each other via nodes.

Het is voordelig als deze verbindingen toelaten de tentstructuur op te vouwen voor bijvoorbeeld transport, zodanig dat het niet iedere keer nodig is alle verbindingen opnieuw te maken wanneer de tentstructuur opnieuw geïnstalleerd wordt. Verschillende knooppunten zijn bekend die dit toelaten, zie bijvoorbeeld EP3553258A 1, US9163425B1, en US2003172966A1.It is advantageous if these connections allow the tent structure to be folded for transport, for example, so that it is not necessary to make all connections again each time the tent structure is reinstalled. Several nodes are known that allow this, see for example EP3553258A 1, US9163425B1, and US2003172966A1.

Tijdens transport is het echter gewenst dat de tentstructuur zo weinig mogelijk plaats inneemt.However, during transport it is desirable that the tent structure takes up as little space as possible.

Doordat de verbindingen tussen tentstaven en knooppunten bewaard blijft, kan de structuur slechts op een vooraf bepaalde wijze opgevouwen worden.Because the connections between tent bars and nodes are preserved, the structure can only be folded in a predetermined manner.

Het is het doel van de uitvinding om een of meer van de nadelen van de stand van de techniek te overkomen, of ten minste om een alternatief voor de stand de techniek te bieden.It is the purpose of the invention to overcome one or more of the disadvantages of the prior art, or at least to provide an alternative to the prior art.

Het is in het bijzonder een doel van de uitvinding om het mogelijk te maken de tentstructuur op een compacte manier op te vouwen.In particular, it is an object of the invention to enable the tent structure to be folded in a compact manner.

Een of meer van de doelen van de uitvinding worden bereikt met een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: een middelblok omvattende een middelpunt; een eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; en een tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen.One or more of the objects of the invention are achieved with a junction for a tent structure comprising: a center block including a center point; a first pair of arms including a first outer arm and a first inner arm extending from the center block in a first direction and defining a first opening for receiving a first tent rod; and a second pair of arms including a second outer arm and a second inner arm extending from the center block in a second direction and defining a second opening for receiving a second tent rod.

Optioneel is de eerste richting loodrecht aan de tweede richting.Optionally, the first direction is perpendicular to the second direction.

In Uitvoeringsvormen, omvat het knooppunt verder een derde paar armen omvattende een derde buitenste arm en een derde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een derde richting en een derde opening definiëren om een derde tentstaaf in te ontvangen; en een vierde paar armen omvattende een vierde buitenste arm en een vierde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een vierde richting en een vierde opening definiëren om een vierde tentstaaf in te ontvangen. Optioneel zijn de eerste richting en de derde richting evenwijdig en tegengesteld. Optioneel zijn de tweede richting en deIn Embodiments, the node further includes a third pair of arms comprising a third outer arm and a third inner arm extending from the center block in a third direction and defining a third opening for receiving a third tent rod; and a fourth pair of arms including a fourth outer arm and a fourth inner arm extending from the center block in a fourth direction and defining a fourth opening for receiving a fourth tent rod. Optionally, the first direction and the third direction are parallel and opposite. Optional are the second direction and the

Vierde richting evenwijdig en tegengesteld. Optioneel zijn de eerste en derde richting loodrecht aan de tweede en vierde richting.Fourth direction parallel and opposite. Optionally, the first and third directions are perpendicular to the second and fourth directions.

De uitvinding heeft dus betrekking op een knooppunt voor een tentstructuur. De tentstructuur kan eender welke tentstructuur zijn die tentstaven en ten minste een knooppunt omvat. De tentstructuur kan bijvoorbeeld een tijdelijke tentstructuur zijn. De tentstructuur kan bijvoorbeeld ingericht zijn om gebruikt te worden voor evenementen of om (tijdelijke) huisvesting te voorzien. De tentstructuur kan bijvoorbeeld ingericht zijn om verdere componenten te dragen, zoals een tentzeil, en/of een informatiebord, en/of een reclamebord, en/of verlichting. De tentstructuur kan ingericht zijn om op zichzelf stabiel te zijn en/of om bevestigd te worden met behulp van bevestigingsmiddelen zoals haringen of touwen.The invention therefore relates to a junction for a tent structure. The tent structure can be any tent structure that includes tent bars and at least one node. For example, the tent structure can be a temporary tent structure. The tent structure can, for example, be designed to be used for events or to provide (temporary) housing. The tent structure can, for example, be designed to carry further components, such as a tent canvas, and/or an information board, and/or an advertising board, and/or lighting. The tent structure can be designed to be stable on its own and/or to be secured using fastening means such as pegs or ropes.

Het knooppunt omvat een middelblok waarvan meerdere paren armen zich uitstrekken, bijvoorbeeld ten minste twee paar, ten minste drie paar, ten minste vier paar, of bijvoorbeeld exact twee paar, drie paar, of vier paar. ledere paar armen definieert een respectievelijke opening voor een tentstaaf. De tentstaaf kan in de opening geplaatst worden, en worden verbonden met de twee armen die de respectievelijke opening definiëren. De verbinding tussen de tentstaaf en het respectievelijke paar armen is bij voorkeur een verbinding die rotatie toelaat. Dergelijke rotatie laat toe de tentstructuur in een opgevouwen positie te brengen.The node comprises a center block from which several pairs of arms extend, for example at least two pairs, at least three pairs, at least four pairs, or for example exactly two pairs, three pairs, or four pairs. Each pair of arms defines a respective opening for a tent pole. The tent rod can be placed in the opening and connected to the two arms that define the respective opening. The connection between the tent rod and the respective pair of arms is preferably a connection that allows rotation. Such rotation allows the tent structure to be brought into a folded position.

De eerste en derde richting (wanneer aanwezig) kunnen evenwijdig en tegengesteld zijn, alsook de tweede en vierde richting (wanneer aanwezig). Tegengesteld betekent in deze context dat ze een tegengestelde zin hebben. Bijvoorbeeld, wanneer gezien vanuit een bepaald standpunt, kan de ene zich naar links uitstrekken en de andere naar rechts, of de ene naar boven en de andere naar onder. De eerste en derde richting (wanneer aanwezig) kunnen loodrecht zijn aan de tweede en vierde richting (wanneer aanwezig). Op deze manier kan dus vanaf het middelblok in elke richting een paar armen uitstrekken, bijvoorbeeld wanneer van een bovenaanzicht of onderaanzicht bekeken naar boven, onder, links, en rechts.The first and third directions (when present) can be parallel and opposite, as can the second and fourth directions (when present). Opposite in this context means that they have an opposite meaning. For example, when seen from a certain point of view, one may extend to the left and the other to the right, or one up and the other down. The first and third directions (if present) may be perpendicular to the second and fourth directions (if present). In this way, a pair of arms can extend from the center block in any direction, for example when viewed from a top or bottom view up, down, left, and right.

In uitvoeringsvormen, wanneer gezien in de tweede richting, bevindt de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de tweede opening.In embodiments, when viewed in the second direction, the first outer arm is further from the center than a near end of the second opening.

Optioneel, wanneer gezien in de derde richting, bevindt de tweede buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de derde opening. Optioneel, wanneer gezien in de vierde richting, bevindt de derde buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de vierde opening. Optioneel, wanneer gezien in de eerste richting, bevindt de vierde buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de eerste opening.Optionally, when viewed in the third direction, the second outer arm is further from the center than a near end of the third opening. Optionally, when viewed in the fourth direction, the third outer arm is further from the center than a near end of the fourth opening. Optionally, when viewed in the first direction, the fourth outer arm is further from the center than a near end of the first opening.

Deze vitvoeringvormen voorzien dus dat bijvoorbeeld de tweede opening zich tot dichter bij het middelpunt uitstrekt de eerste buitenste arm van het eerste paar armen dat de eerste opening definieert. Dit laat toe om het knooppunt kleiner te maken en de tentstaven dichter bij elkaar te plaatsen. Dit is voordelig in de opbouw en installatie van de tentstructuur, maar laat vooral ook toe om de tentstructuur compacter op te vouwen. Dit is voordelig voor transport en opslag.These lining shapes thus provide, for example, that the second opening extends closer to the center of the first outer arm of the first pair of arms defining the first opening. This allows you to make the junction smaller and place the tent bars closer together. This is advantageous in the construction and installation of the tent structure, but above all also allows the tent structure to be folded more compactly. This is advantageous for transport and storage.

In Uitvoeringsvormen, omvat het middelblok een eerste uitsparing voor de eerste opening.In Embodiments, the center block includes a first recess for the first opening.

Optioneel omvat het middelblok verder een tweede uitsparing voor de tweede opening, en/of een derde uitsparing voor de derde opening, en/of een vierde uitsparing omvat voor de vierde opening. De respectievelijke uitsparing laat toe dat het nabije uiteinde van de respectievelijke opening zich dichter bij het middelpunt van het middelblok bevindt. Omdat het middelblok zich nog verder uitstrekt dan de uitsparingen, is het mogelijk de buitenste armen verder van het middelpunt te bevestigen.Optionally, the center block further comprises a second recess for the second opening, and/or a third recess for the third opening, and/or a fourth recess for the fourth opening. The respective recess allows the near end of the respective opening to be closer to the center of the center block. Because the center block extends even further than the recesses, it is possible to attach the outer arms further from the center point.

In vitvoeringsvormen, omvat het knooppunt een eerste middenas die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste en derde richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, en waarbij het derde paar armen zich aan tweede kant van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn. In uitvoeringsvormen, omvat het knooppunt een tweede middenas die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede en vierde richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, en waarbij het vierde paar armen zich aan tweede kant van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn.In embodiments, the node includes a first center axis extending through the center parallel to first and third directions, with the first pair of arms located on the first side relative to the first center axis, and the third pair of arms located on the second side of the first center axis, with the first side and the second side being opposite sides respectively. In embodiments, the node includes a second center axis extending through the center perpendicular to the first center axis and parallel to second and fourth directions, the second pair of arms located on the first side relative to the second center axis, and the fourth pair arms are on the second side of the second center axis, with the first side and the second side being opposite sides respectively.

Aangezien in deze uitvoeringsvormen het eerste en derde paar (en optioneel het tweede en vierde paar) armen zich aan andere kant van de middenas bevinden, kunnen twee knooppunten dicht bij elkaar geplaatst worden. Dit kan zonder dat het eerste paar armen van het eerste knooppunt in de weg zit van het derde paar armen van het tweede knooppunt.Since in these embodiments the first and third pairs (and optionally the second and fourth pairs) of arms are on opposite sides of the center axis, two nodes can be placed close to each other. This can be done without the first pair of arms of the first node getting in the way of the third pair of arms of the second node.

Dit laat toe om de tentstructuur compacter op te vouwen.This allows the tent structure to be folded more compactly.

Optioneel is, wanneer het eerste en het tweede knooppunt naast elkaar geplaatst zijn, bv. in een opgevouwen positie van de tentstructuur, de eerste middenas van het eerste knooppunt in het verlengde van de eerste middenas van het tweede knooppunt. Optioneel kan een gemeenschoppelijke eerste middenas gedefinieerd worden voor twee of meer knooppunten in de opgevouwen positie.Optionally, when the first and second nodes are placed next to each other, e.g. in a folded position of the tent structure, the first center axis of the first node is in line with the first center axis of the second node. Optionally, a common first center axis can be defined for two or more nodes in the folded position.

Optioneel is, wanneer het eerste en het tweede knooppunt naast elkaar geplaatst zijn, bv. in een opgevouwen positie van de tentstructuur, de tweede middenas van het eerste knooppunt in het verlengde van de tweede middenas van het tweede knooppunt. Optioneel kan een gemeenschappelijke tweede middenas gedefinieerd worden voor twee of meer knooppunten in de opgevouwen positie.Optionally, when the first and second nodes are placed next to each other, e.g. in a folded position of the tent structure, the second center axis of the first node is in line with the second center axis of the second node. Optionally, a common second center axis can be defined for two or more nodes in the folded position.

Optioneel is een zijkant van de eerste binnenste arm aangrenzend oon de eerste middenas, en/of een zijkant van de derde binnenste arm aangrenzend aan de eerste middenas, en/of een zijkant van de tweede binnenste arm aangrenzend aan de tweede middenas, en/of een zijkant van de vierde binnenste arm aangrenzend aan de tweede middenas. Bijvoorbeeld, de respectievelijke zijkant kan zich op minder dan 2 mm, bv. op minder dan 1 mm, van de respectievelijke middenas bevinden. Dit laat toe om het knooppunt zeer compact te maken.Optionally, a side of the first inner arm is adjacent to the first center axis, and/or a side of the third inner arm is adjacent to the first center axis, and/or a side of the second inner arm is adjacent to the second center axis, and/or a side of the fourth inner arm adjacent to the second center axis. For example, the respective side may be less than 2 mm, e.g. less than 1 mm, from the respective center axis. This allows the junction to be very compact.

In vitvoeringsvormen, omvat ten minste een arm per paar armen, bij voorkeur iedere arm, een bevestigingsopening voor een bevestigingsmechanisme voor het bevestigen van een arm in de respectievelijke opening. Het bevestigingsmechanisme kan bijvoorbeeld een schroef, bout, moer, of dergelijke zijn. De tentstaaf omvat bij voorkeur een opening om het bevestigingsmechanisme te ontvangen. Optioneel omvat iedere bevestigingsopening een buitenste deel en een binnenste deel omvat, waarbij het buitenste deel een grotere diameter heeft dan het binnenste deel. Dit laat voordelig toe om het bevestigingsmechanisme volledigIn window embodiments, at least one arm per pair of arms, preferably each arm, comprises a mounting opening for a mounting mechanism for mounting an arm in the respective opening. The mounting mechanism can, for example, be a screw, bolt, nut, or the like. The tent rod preferably includes an opening to receive the mounting mechanism. Optionally, each mounting opening comprises an outer part and an inner part, the outer part having a larger diameter than the inner part. This advantageously allows the mounting mechanism to be completely removed

In de arm en de tentstaaf te bevestigen. Omdat het bevestigingsmechanisme niet uitsteekt, kunnen meerdere knooppunten compact bij elkaar geplaatst worden In de opgevouwen vorm.Can be attached to the arm and the tent rod. Because the mounting mechanism does not protrude, multiple nodes can be compactly placed together in the folded form.

In uitvoeringsvormen, omvat het knooppunt een centrale opening met een openingsmiddelpunt dat samenvalt met het middelpunt van het middelblok. Dit centrale opening kan bijvoorbeeld toelaten om een component hierin te bevestigen of hierdoor te laten uitstrekken. die component kan bijvoorbeeld gebruikt worden om verdere componenten aan het knooppunt te bevestigen. Optioneel omvat de centrale opening een schroefdraad.In embodiments, the node includes a central opening with an opening center coincident with the center point of the center block. This central opening can, for example, allow a component to be secured therein or extended through it. for example, that component can be used to attach further components to the node. Optionally, the central opening has a screw thread.

In Uitvoeringsvormen, is het knooppunt monolithisch. Dit laat toe om een stevig knooppunt te maken.In Embodiments, the node is monolithic. This allows you to make a sturdy junction.

In uitvoeringsvormen, is het knooppunt gegoten. Gieten laat voordelig toe om het knooppunt in grote aantallen te fabriceren met hoge nauwkeurigheid.In embodiments, the node is cast. Casting advantageously allows the junction to be manufactured in large numbers with high accuracy.

In vitvoeringsvormen, omvat de middelblok verder ten minste een verdunde zone met een verdunde dikte, die gelijk is aan een armdikte van de armen. De verdunde zone kan In het bijzonder voordelig zijn wanneer het knooppunt gegoten is. Bovendien laat het toe minder materiaal te gebruiken en het knooppunt daarbij lichter te makenIn lining forms, the center block further comprises at least a thinned zone with a thinned thickness equal to an arm thickness of the arms. The thinned zone can be particularly advantageous when the junction is cast. In addition, it allows less material to be used and the junction to be lighter

In Uitvoeringvormen, hebben de buitenste armen een langere lengte dan de binnenste armen. Bijvoorbeeld, in uitvoeringsvormen, is een binnenste-arm-lengte van de binnenste armen 30-40 mm, bijvoorbeeld 35-37 mm, bijvoorbeeld ongeveer 36 mm, en een buitenste- arm-lengte van de buitenste armen 45-55 mm, bijvoorbeeld 50-52 mm, bijvoorbeeld ongeveer 51 mm.In Embodiments, the outer arms have a longer length than the inner arms. For example, in embodiments, an inner arm length of the inner arms is 30-40 mm, e.g. 35-37 mm, e.g. about 36 mm, and an outer arm length of the outer arms is 45-55 mm, e.g. 50 -52mm, for example about 51mm.

In uitvoeringsvormen, is een armdikte van de amen 3-5 mm, bijvoorbeeld 4mm. In vitvoeringsvormen, is een knooppuntdikte van het knooppunt 25-35 mm, bijvoorbeeld 30mm.In embodiments, an arm thickness of the arms is 3-5mm, for example 4mm. In vitreous forms, a junction thickness of the junction is 25-35mm, for example 30mm.

In vitvoeringsvormen, is een knooppuntbreedte en een knooppunthoogte van het knooppunt 120-180mm zijn, bijvoorbeeld 150 mm.In lining forms, a node width and a node height of the node are 120-180mm, for example 150mm.

De uitvinding heeft verder betrekking op een tentstructuur. De tentstructuur omvat meerdere knooppunten volgens een van de hierin beschreven uitvoeringvormen. De tentstructuur omvat verder meerdere tentstaven, waarbij iedere tentstaaf aan een eerste uiteinde aan een knooppunt zijn bevestigd en aan een tweede uiteinde aan een ander knooppunt. ledere tentstaaf kan bijvoorbeeld een bevestigingsopening omvatten aan het eerste uiteinde en een bevestigingsopening aan het tweede uiteinde.The invention further relates to a tent structure. The tent structure comprises multiple nodes according to one of the embodiments described herein. The tent structure further comprises several tent rods, wherein each tent rod is attached to a node at a first end and to another node at a second end. Each tent rod can, for example, comprise a mounting opening at the first end and a mounting opening at the second end.

De tentstaven kunnen bijvoorbeeld een vierkante doorsnede hebben, een rechthoekige doorsnede, of een cirkelvormige doorsnede. Bijvoorbeeld, als een tentstaaf een rechthoekige doorsnede heeft, kan deze bijvoorbeeld een lengte van 35-45 mm hebben, bijvoorbeeld ongeveer 40 mm, en een breedte van 25-35 mm, bijvoorbeeld ongeveer 30 mm.The tent bars can, for example, have a square cross-section, a rectangular cross-section, or a circular cross-section. For example, if a tent rod has a rectangular cross-section, it may have a length of 35-45 mm, for example about 40 mm, and a width of 25-35 mm, for example about 30 mm.

De bevestigingsopening kan zich bijvoorbeeld op 10-20 mm van een respectievelijk uiteinde van de tentstaaf bevinden, bijvoorbeeld op ongeveer 15 mm.The mounting opening can be located, for example, 10-20 mm from a respective end of the tent rod, for example approximately 15 mm.

De tentstaaf kan bijvoorbeeld hol zijn, met een wanddikte van bijvoorbeeld 1-3 mm, bijvoorbeeld ongeveer 2 mm.The tent rod can, for example, be hollow, with a wall thickness of, for example, 1-3 mm, for example approximately 2 mm.

De tentsiaaf kan bijvoorbeeld een lengte hebben van 1500-2000 mm, bijvoorbeeld 1650-1800 mm, bijvoorbeeld 1700-1750 mm.The tent rail can, for example, have a length of 1500-2000 mm, for example 1650-1800 mm, for example 1700-1750 mm.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm, zijn de bevestigingsopening van de tentstaaf, de bevestigingsopeningen van de armen van het knooppunt, en de doorsnede van de tentstaaf, zodanig ontworpen, dat tijdens rotatie van de tentstaaf ten opzichte van het knooppunt, een deel van het uiteinde van de tentstaaf zich in de uitsparing bevindt. Door de uitsparing, kan de tentstaaf dichter bij het middelpunt van het knooppunt geplaatst worden, wat toelaat de tentstructuur compacter op te vouwen. Bijvoorbeeld, de bevestigingsopening van de tentstaaf kan zich op ongeveer 15 mm van het uiteinde bevinden, waarbij de tentstaaf een rechthoekige doorsnede met breedte 30 mm en lengte 40 mm heeft, en de bevestigingsopeningen in de armen van het tweede paar armen van het knooppunt kunnen zich op ongeveer 57 mm van een het middelpunt bevinden gezien in de tweede richting, een nabij uiteinde van de tweede opening kan zich op ongeveer 24 mm van het middelpunt bevinden gezien in de tweede richting, en een buitenkant van de eerste buitenste arm kan zich op ongeveer 39 mm van het middelpunt bevinden. De uitvinders hebben gevonden dat dit een zeer voordelige Uitvoeringsvorm is die toelaat zeer compact de tentstructuur op te vouwen.In a particularly advantageous embodiment, the mounting opening of the tent rod, the mounting openings of the arms of the node, and the cross-section of the tent rod are designed in such a way that during rotation of the tent rod relative to the node, part of the end of the the tent rod is in the recess. Due to the recess, the tent rod can be placed closer to the center of the node, which allows the tent structure to be folded more compactly. For example, the mounting hole of the tent pole may be located approximately 15mm from the end, where the tent rod has a rectangular cross-section of width 30mm and length 40mm, and the mounting holes in the arms of the second pair of arms of the node may be located approximately 57 mm from the center as viewed in the second direction, a near end of the second opening may be approximately 24 mm from the center as viewed in the second direction, and an outer end of the first outer arm may be approximately 39 mm from the center. The inventors have found that this is a very advantageous embodiment that allows the tent structure to be folded very compactly.

In uitvoeringsvormen, is de tentstructuur geconfigureerd om in een opgevouwen positie te worden opgevouwen. Optioneel bevinden in de opgevouwen positie een eerste knooppunt en een tweede knooppunt zich aangrenzend, waarbij bijvoorbeeld het eerste paar armen (bijvoorbeeld een distaal uiteinde van deze armen) van het eerste knooppunt aangrenzend is aan het middelblok van het tweede knooppunt. Optioneel is de eerste binnenste arm van het eerste knooppunt aangrenzend met de derde binnenste arm van het tweede knooppunt. Optioneel is het derde paar armen (bijvoorbeeld een distaal uiteinde van deze armen) van het tweede knooppunt aangrenzend aan het middelblok van het eerste knooppunt. In deze context kan aangrenzend bijvoorbeeld betekenen dat de afstand tussen de respectievelijke componenten minder dan 2 mm is, bv. op minder dan 1 mm. In de opgevouwen positie kunnen de eerste en het tweede knooppunt dus zeer dicht bij elkaar geplaatst worden. Dit heeft het voordeel dat de tentstructuur zeer compact is.In embodiments, the tent structure is configured to fold into a folded position. Optionally, in the folded position, a first node and a second node are adjacent, for example, the first pair of arms (e.g., a distal end of these arms) of the first node is adjacent to the center block of the second node. Optionally, the first inner arm of the first node is adjacent to the third inner arm of the second node. Optionally, the third pair of arms (e.g., a distal end of these arms) of the second node is adjacent to the center block of the first node. In this context, adjacent can mean, for example, that the distance between the respective components is less than 2 mm, e.g. less than 1 mm. In the folded position the first and second nodes can therefore be placed very close to each other. This has the advantage that the tent structure is very compact.

In uitvoeringsvormen omvat de tentstructuur ten minste eerste tentstaaf en een tweede tentstaaf die aan elkaar bevestigd zijn op een eerste schaarlocatie tussen hun respectievelijke eerste en tweede uiteinde, waarbij de eerste en tweede tentstaaf ten opzichte van elkaar kunnen roteren. Een dergelijke bevestiging wordt ook een 5 schaarbevestiging genoemd. Optioneel zijn de eerste en tweede tentstaaf aan verschillende knooppunten bevestigd. Optioneel omvat de tentstructuur verder ten minste een derde tentstaaf en een vierde tentstaaf die aan elkaar bevestigd zijn op een tweede schaarlocatie tussen hun respectievelijke eerste en tweede uiteinde, waarbij de derde en vierde tentstaaf ten opzichte van elkaar kunnen roteren, waarbij de eerste schaarlocatie zich op een andere afstand bevindt van het eerste en/of tweede uiteinde van de respectievelijke tentstaven dan de tweede schaarlocatie.In embodiments, the tent structure includes at least a first tent rod and a second tent rod secured together at a first scissor location between their respective first and second ends, wherein the first and second tent rods can rotate relative to each other. Such an attachment is also called a 5 scissor attachment. Optionally, the first and second tent rods are attached to different nodes. Optionally, the tent structure further includes at least a third tent rod and a fourth tent rod secured together at a second scissor location between their respective first and second ends, wherein the third and fourth tent rods can rotate relative to each other, the first scissor location being located at is a different distance from the first and/or second end of the respective tent bars than the second scissor location.

De uitvinding heeft verder betrekking op verschillende werkwijzen, waarin optioneel gebruik kan worden gemaakt van een knooppunt of tentstructuur volgens een of meer van de hierin beschreven uitvoeringsvormen; echter zijn noch de werkwijzen, noch het knooppunt of de tentstructuur hiertoe beperkt. Kenmerken beschreven met betrekking tot het knooppunt of de tentstructuur kunnen op gelijkaardige manier worden toegepast in de werkwijzen om gelijkaardige voordelen te bekomen, en vice versa, en zijn daarom niet in overvloedig detail besproken. De vakman begrijpt immers uit de toelichting van het knooppunt of de tentstructuur hoe de overeenkomende stappen in een werkwijze geïmplementeerd kunnen worden.The invention further relates to various methods in which optional use can be made of a node or tent structure according to one or more of the embodiments described herein; however, neither the methods nor the node or tent structure are limited to this. Features described with respect to the node or tent structure can be similarly applied in the methods to achieve similar benefits, and vice versa, and are therefore not discussed in abundant detail. After all, the skilled person understands from the explanation of the junction or the tent structure how the corresponding steps can be implemented in a method.

De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het vervoeren van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, waarbij de werkwijze een stap omvat van het plaatsen van de tentstructuur op of in een vervoersmiddel terwijl dat de tentstructuur in de opgevouwen positie is.The invention relates, for example, to a method for transporting a tent structure according to one of the embodiments described herein or comprising at least one node according to one of the embodiments described herein, wherein the method comprises a step of placing the tent structure on or in a means of transportation while that is the tent structure in the folded position.

De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het installeren van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, omvattende een stap van de tentstructuur van een opgevouwen positie naar een geïnstalleerde positie te brengen.For example, the invention relates to a method for installing a tent structure according to any of the embodiments described herein or comprising at least one node according to any of the embodiments described herein, comprising a step of moving the tent structure from a folded position to an installed position. to take.

De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het afbreken van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, omvattende een stap van de tentstructuur van een geïnstalleerde positie naar een opgevouwen positie te brengen.For example, the invention relates to a method for dismantling a tent structure according to any of the embodiments described herein or comprising at least one node according to any of the embodiments described herein, comprising a step of moving the tent structure from an installed position to a folded position. to take.

De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het fabriceren van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, waarbij de werkwijze een stap omvat van het gieten van het knooppunt in een gietvorm.The invention relates, for example, to a method for manufacturing a tent structure according to one of the embodiments described herein or a node according to one of the embodiments described herein, wherein the method comprises a step of casting the node in a mold.

De uitvinding wordt hieronder toegelicht aan de hand van figuren. De beschreven uitvoeringsvormen zijn slechts voorbeelden en omvatten bijvoorbeeld optionele kenmerken.The invention is explained below using figures. The described embodiments are only examples and include, for example, optional features.

Onderstaande beschrijving zal dan ook niet als beperkend voor de conclusies worden geïnterpreteerd. In de figuren:The description below will therefore not be interpreted as limiting the conclusions. In the figures:

Fig. 1a-1e: geven schematisch een uitvoeringsvorm van een knooppunt weer;Fig. 1a-1e: schematically represent an embodiment of a node;

Fig. 2a-2b: illustreert schematisch hoe twee knooppunten dichtbij elkaar geplaatst kunnen worden in een opgevouwen positie;Fig. 2a-2b: schematically illustrates how two nodes can be placed close to each other in a folded position;

Fig. 3a: illustreert schematisch een tentstaaf;Fig. 3a: schematically illustrates a tent rod;

Fig. 3b: illustreert hoe een tentstaaf met een knooppunt verbonden kan worden;Fig. 3b: illustrates how a tent rod can be connected to a node;

Fig. 3c: geeft een vergrootte weergave van de cirkel A in fig. 3b weer;Fig. 3c: shows an enlarged view of the circle A in Fig. 3b;

Fig. 4a-4b : illustreren hoe meerdere knooppunten met tentstaven compact opgevouwen kunnen worden, waarbij fig. 4b een vergrootte weergave van de cirkel A in fig. 4a weergeeft.Fig. 4a-4b: illustrate how multiple tent rod nodes can be compactly folded, with fig. 4b showing an enlarged view of the circle A in fig. 4a.

Fig. 5: illustreert schematisch een teststructuur.Fig. 5: Schematically illustrates a test structure.

Fig. 1a-1e geven schematisch een uitvoeringsvorm van een knooppunt 100 weer. Fig. 1a geeft een doorsnede weer die is aangegeven als AA in het aanzicht weergegeven in fig. 1b. fig. Ic geeft een doorsnede weer die is aangegeven als CC in het bovenaanzicht weergegeven in fig. Id. Fig. 1e geeft een isometrisch bovenaanzicht weer.Fig. 1a-1e schematically represent an embodiment of a node 100. Fig. 1a shows a section indicated as AA in the view shown in Fig. 1b. Fig. Ic shows a section indicated as CC in the plan view shown in Fig. Id. Fig. 1e shows an isometric top view.

Het knooppunt 100 omvat een middelblok 99 dat een middelpunt 101 omvat. Meerdere paren armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 strekken zich in verschillende richtingen uit vanaf het middelblok 99. In het weergegeven voorbeeld zijn het middelblok 99 en de armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 monolithisch gevormd door middel van gieten. Alhoewel in dit voorbeeld vier paar amen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 zijn weergegeven, is het in de praktijk ook mogelijk meer of minder paar armen te voorzien.The node 100 includes a center block 99 that includes a center 101. Multiple pairs of arms 11,12; 21.22; 31.32; 41,42 extend in different directions from the center block 99. In the example shown, the center block 99 and the arms are 11,12; 21.22; 31.32; 41,42 monolithically formed by casting. Although in this example four pairs of amen 11,12; 21.22; 31.32; 41,42, it is also possible in practice to provide more or fewer pairs of arms.

In het bijzonder strekt een eerste paar armen 11, 12 zich in een eerste richting 1 uit. Het eerste paar armen 11, 12 omvat een buitenste arm 11 en een binnenste arm 12, waarbij de buitenste arm 12 gedefinieerd is al zijnde richting de buitenkant van het knooppunt 100. Tussen het eerste paar armen 11, 12 is een eerste opening 13 gedefinieerd, dat begrensd is door een het middelblok 99 aan een nabij uiteinde 13.1 en open is aan een distaal uiteinde. Een tweede buitenste arm 21 en een tweede binnenste arm 22 strekken zich in een tweede richting 2 uit en definiëren een tweede opening 23 begrensd aan een nabij uiteinde 23.1. Een derde buitenste arm 31 en een derde binnenste arm 32 strekken zich in een derde richting 3 uit en definiëren een derde opening 33 begrensd aan een nabij uiteinde 33.1. Een vierde buitenste arm 41 en een vierde binnenste arm 42 strekken zich in een vierde richting 4 uit en definiëren een vierde opening 43 begrensd aan een nobij uiteinde 43.1. De openingen 13, 23, 33, 43 laten ieder toe om een tentstaaf daarin te plaatsen, en met het knooppunt 100 te verbinden.In particular, a first pair of arms 11, 12 extends in a first direction 1. The first pair of arms 11, 12 comprises an outer arm 11 and an inner arm 12, the outer arm 12 being defined towards the outside of the node 100. A first opening 13 is defined between the first pair of arms 11, 12, which is bounded by a center block 99 at a near end 13.1 and open at a distal end. A second outer arm 21 and a second inner arm 22 extend in a second direction 2 and define a second opening 23 bounded at a near end 23.1. A third outer arm 31 and a third inner arm 32 extend in a third direction 3 and define a third opening 33 bounded at a near end 33.1. A fourth outer arm 41 and a fourth inner arm 42 extend in a fourth direction 4 and define a fourth opening 43 bounded at a near end 43.1. The openings 13, 23, 33, 43 each allow a tent rod to be placed therein and connected to the node 100.

De eerste 1, tweede 2, derde 3, en vierde richting 4 zijn aangeduid als pijlen in fig. 1a. De eerste 1] en derde richting 3 zijn evenwijdig, maar tegengesteld, in dit aanzicht naar boven en onder. Ook de tweede 2 en vierde richting 4 zijn evenwijdig, maar tegengesteld, in dit aanzicht naar rechts en links. Tegengesteld betekent in deze context dus dat ze een omgekeerde zin hebben. De eerste 1 en derde richting 3 staat verder loodrecht ten opzichte van de tweede 2 en vierde richting 4. Aldus strekken de verschillende paren armen zich respectievelijk Uit naar boven, rechts, onder, en links (in het aanzicht in fig. 1a).The first 1, second 2, third 3, and fourth direction 4 are indicated as arrows in Fig. 1a. The first 1] and third directions 3 are parallel, but opposite, in this view upwards and downwards. Also the second 2 and fourth direction 4 are parallel, but opposite, in this view to the right and left. Opposite in this context means that they have an inverse meaning. The first 1 and third direction 3 are further perpendicular to the second 2 and fourth direction 4. Thus, the different pairs of arms extend upward, right, downward, and left respectively (in the view in Fig. 1a).

In het middelblok 99 zijn uitsparingen voorzien voor de openingen 13, 23, 33, 43, zodanig dat deze openingen 13, 23, 33, 43 zich kunnen uitstrekken zich uit tot relatief dicht bij het middelpunt 101. Dit laat toe dat in het bijzonder, wanneer gezien in de tweede richting 2, de eerste buitenste arm 11 zich verder van het middelpunt 101 bevindt dan het nabij uiteinde 283.1 van de tweede opening 23. In fig. 1a is de afstand 51 tussen het middelpunt 101 en de eerste buitenste arm 11 aangeduid met verwijzingscijfer 51. De afstand 52 tussen het middelpunt 101 en het nabije uiteinde 23.1 van de tweede opening 23 is aangeduid met referentiecijfer 52. Het is duidelijke zichtbaar dat de afstand 52 kleiner is dan de afstand 51.In the center block 99, recesses are provided for the openings 13, 23, 33, 43, such that these openings 13, 23, 33, 43 can extend relatively close to the center 101. This allows, in particular, when viewed in the second direction 2, the first outer arm 11 is further from the center 101 than the near end 283.1 of the second opening 23. In Fig. 1a the distance 51 between the center 101 and the first outer arm 11 is indicated with reference numeral 51. The distance 52 between the center 101 and the near end 23.1 of the second opening 23 is indicated with reference numeral 52. It is clearly visible that the distance 52 is smaller than the distance 51.

Het feit dat de opening 23 zich uitstrekt tot zo dicht bij het middelpunt 101 laat toe om de tentstaaf ook dichter bij het middelpunt 101 te bevestigen, terwijl voldoende ruimte wordt voorzien door de opening 23 dat de tentstaaf kan roteren. Daardoor een opgevouwen positie van een tentstructuur die het knooppunt 100 omvat compact gemaakt worden. Dit zal nog in meer detail geïllustreerd worden.The fact that the opening 23 extends so close to the center 101 allows the tent rod to also be mounted closer to the center 101, while sufficient space is provided by the opening 23 for the tent rod to rotate. Thereby, a folded position of a tent structure comprising the node 100 can be made compact. This will be illustrated in more detail.

Op gelijkaardige wijze, bevindt zich, wanneer gezien in de derde richting 3, de tweede buitenste arm 21 zich verder van het middelpunt 101 dan het nabij uiteinde 33.1 van de derde opening 33: en wanneer gezien in de vierde richting 4, bevindt de derde buitenste arm 31 zich verder van het middelpunt 101 dan het nabij uiteinde 43.1 van de vierde opening 43; en wanneer gezien in de eerste richting 1, bevindt de vierde buitenste arm 41 zich verder van het middelpunt 101 dan een nabij uiteinde 13.1 van de eerste opening 13.Similarly, when viewed in the third direction 3, the second outer arm 21 is further from the center 101 than the near end 33.1 of the third opening 33: and when viewed in the fourth direction 4, the third outer arm 31 is further from the center 101 than the near end 43.1 of the fourth opening 43; and when viewed in the first direction 1, the fourth outer arm 41 is further from the center 101 than a near end 13.1 of the first opening 13.

Fig. 1b illustreert dat een distaal uiteinde 12.1 van de eerste binnenste arm 12 afgerond is.Fig. 1b illustrates that a distal end 12.1 of the first inner arm 12 is rounded.

Het zal begrepen worden dat dit ook het geval is voor de andere armen 11, 21, 22, 31, 32, 41, 42. Fig. 1b illustreert ook een doorsnede AA, hetgeen is weergegeven als fig. 1a.It will be understood that this is also the case for the other arms 11, 21, 22, 31, 32, 41, 42. Fig. 1b also illustrates a section AA, which is shown as Fig. 1a.

Fig. la illustreert verder dat het knooppunt 100 een eerste middenas 103 en een tweede middenas 104 omvat. De eerste middenas 103 is evenwijdig met de eerste 1 en derde richting 3. De tweede middenas 104 is evenwijdig met de tweede 2 en vierde richting 4. De eerste 103 en tweede middenas 104 zijn dus loodrecht ten opzichte van elkaar. De eerste 103 en tweede middenas 104 verdelen het knooppunt 100 in vier kwadranten. In elk kwadrant bevindt zich exact één paar armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42.Fig. 1a further illustrates that the node 100 includes a first center axis 103 and a second center axis 104. The first center axis 103 is parallel to the first 1 and third direction 3. The second center axis 104 is parallel to the second 2 and fourth direction 4. The first 103 and second center axis 104 are therefore perpendicular to each other. The first 103 and second center axis 104 divide the node 100 into four quadrants. In each quadrant there is exactly one pair of arms 11,12; 21.22; 31.32; 41.42.

Het eerste paar armen 11, 12 bevindt zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas 103, en het derde paar armen 31, 32 bevindt zich aan tweede kant van de eerste middenas 103. De eerste kant en de tweede kant zijn respectievelijk tegenovergestelde kanten. In dit voorbeeld is de eerste kant in de tweede richting 2 (rechts in het aanzicht in fig. 1a) en de tweede kant in de vierde richting 4 (links in het aanzicht in fig. 1a). Het eerste paar armen 11, 12 en het derde paar armen 31, 33 bevinden zich tevens aan andere kanten van de tweede middenas 104 (in het aanzicht in fig. 1a respectievelijk aan de bovenkant (eerste richting 1 en onderkant (derde richting 3)). Op gelijkaardige wijze, bevinden het tweede paar armen 21, 22 en het vierde paar armen 41, 42 zich aan respectievelijk verschillende kanten van de tweede middenas 104, alsook van de eerste middenas 103.The first pair of arms 11, 12 are located on the first side relative to the first center axis 103, and the third pair of arms 31, 32 are located on the second side of the first center axis 103. The first side and the second side are opposite sides, respectively. . In this example, the first side in the second direction is 2 (right in the view in Fig. 1a) and the second side in the fourth direction is 4 (left in the view in Fig. 1a). The first pair of arms 11, 12 and the third pair of arms 31, 33 are also located on other sides of the second center axis 104 (in the view in Fig. 1a at the top (first direction 1 and bottom (third direction 3) respectively) Similarly, the second pair of arms 21, 22 and the fourth pair of arms 41, 42 are located on different sides of the second center axis 104, as well as of the first center axis 103, respectively.

Fig. 19 illustreert verder dat de eerste binnenste arm 12 alsook de derde binnenste arm 32 aangrenzend zijn met de eerste middenas 103, en de tweede 22 en vierde binnenste arm 42 beide aangrenzend zijn met de tweede middenas 104. Aangrenzend houdt in dit geval in dat de afstand minder dan 1 mm is.Fig. 19 further illustrates that the first inner arm 12 as well as the third inner arm 32 are adjacent to the first center axis 103, and the second 22 and fourth inner arm 42 are both adjacent to the second center axis 104. Adjacent in this case means that the distance is less than 1 mm.

Een van de voordelen van deze posities van de armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 is dat meerdere knooppunten 100 zeer dicht bij elkaar geplaatst kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld geïllustreerd in fig. 20, woor een eerste knooppunt 100 en een tweede knooppunt 1100 weergegeven zijn. Het tweede knooppunt 1100 is op gelijkaardige wijze uitgevoerd als het eerste knooppunt 100. Gelijkaardige componenten zijn met gelijkoordige verwijzingscijfers aangeduid, waarbij voor het tweede knooppunt 1100 alle verwijzingscijfers verhoogd zijn met een “volle 1000".One of the advantages of these positions of the arms 11,12; 21.22; 31.32; 41,42 is that multiple nodes 100 can be placed very close to each other. This is illustrated, for example, in Fig. 20, where a first node 100 and a second node 1100 are shown. The second node 1100 is designed in a similar manner to the first node 100. Similar components are indicated with similar reference numbers, whereby for the second node 1100 all reference numbers are increased by a "full 1000".

Fig. 2a geeft weer dat het mogelijk is het eerste paar armen 11, 12 van het eerste knooppunt 100 en het derde paar armen 1031, 1032 van het tweede knooppunt 1100 naast elkaar geplaatst kunnen worden, wanneer gezien in de tweede richting 2. Meer bepaald, zijn de eerste binnenste arm 12 van het eerste knooppunt 100 en de derde binnenste arm 1032 van het tweede knooppunt 1100 aangrenzend aan elkaar geplaatst. Tevens is de eerste binnenste arm 12, aangrenzend met het middelblok 1099 van het tweede knooppunt 1100. In het bijzonder is een distaal uiteinde 12.1 van de eerste binnenste arm 12 aangrenzend met het middelblok 1099. Op gelijkaardige wijze is een distaal viteindes 1032.1 van de derde binnenste arm 1032 van het tweede knooppunt 1100 aangrenzend met het middelblok 99 van het eerste knooppunt 100.Fig. 2a shows that it is possible for the first pair of arms 11, 12 of the first node 100 and the third pair of arms 1031, 1032 of the second node 1100 to be placed next to each other when viewed in the second direction 2. More specifically, the first inner arm 12 of the first node 100 and the third inner arm 1032 of the second node 1100 are placed adjacent to each other. Also, the first inner arm 12 is adjacent to the center block 1099 of the second node 1100. In particular, a distal end 12.1 of the first inner arm 12 is adjacent to the center block 1099. Similarly, a distal end 1032.1 of the third inner arm 1032 of the second node 1100 is adjacent to the center block 99 of the first node 100.

Fig. 2a geeft verder weer dat de eerste middenas 103 van het eerste knooppunt 100 in het verlengde is van de eerste middenas 1103 van het tweede knooppunt 1000. De eerste middenassen 103, 1103 kunnen beschouwd worden als een gemeenschappelijk eerste middenas. Het zal begrepen worden dat dit toelaat nog vele meer dan de weergeven knooppunten 100, 1100 zeer compact en ordelijk naast elkaar te plaatsen. Elk van deze knooppunten 100, 1100, …, steekt in de tweede richting 2 en de vierde richting 4 even ver uit vanaf de gemeenschappelijke eerste middenas.Fig. 2a further shows that the first center axis 103 of the first node 100 is in line with the first center axis 1103 of the second node 1000. The first center axes 103, 1103 can be regarded as a common first center axis. It will be understood that this allows many more nodes 100, 1100 than those shown to be placed next to each other in a very compact and orderly manner. Each of these nodes 100, 1100, ..., extends equally far from the common first center axis in the second direction 2 and the fourth direction 4.

Fig. 2b geeft een derde knooppunt 2100 weer, waarbij voor het derde knooppunt 2100 alle verwijzingscijfers verhoogd zijn met een “volle 2000". Fig. 2b geeft weer dat het tevens mogelijk is het tweede paar armen 21, 22 van het eerste knooppunt 100 en het vierde paar armen 2041, 2042 van het derde knooppunt 2100 naast elkaar geplaatst kunnen worden, wanneer gezien in de eerste richting 1. In dit geval is de tweede middenas 104 van het eerste knooppunt 100 in het verlengde van de eerste middenas 2104 van het derde knooppunt 2100, en vormt daarbij een gemeenschappelijke tweede middenas. Alhoewel fig. 2a en fig. 2b voor de overzichtelijkheid apart zijn weergegeven, zal het begrepen worden dat in de praktijk het ook mogelijk is meerdere knooppunten in de verschillende richtingen op gelijkaardige wijze dicht bij elkaar te plaatsen.Fig. Fig. 2b shows a third node 2100, whereby for the third node 2100 all reference numbers have been increased by a "full 2000". Fig. 2b shows that it is also possible to use the second pair of arms 21, 22 of the first node 100 and the fourth pair of arms 2041, 2042 of the third node 2100 can be placed next to each other, when viewed in the first direction 1. In this case, the second center axis 104 of the first node 100 is in line with the first center axis 2104 of the third node 2100 , thereby forming a common second central axis. Although Fig. 2a and Fig. 2b are shown separately for clarity, it will be understood that in practice it is also possible to place multiple nodes in the different directions in a similar manner close to each other. .

Het feit dat de knooppunten 100, 1100, 2100 zo dicht bij elkaar geplaatst kunnen worden, laat toe om een tentstructuur in een opgevouwen positie zeer compact te maken, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 4a-4b. Dit is voordelig met oog op transport en opslag van de tentstructuur, aangezien de tentstructuur dan minder plaats inneemt.The fact that the nodes 100, 1100, 2100 can be placed so close together allows a tent structure to be made very compact in a folded position, as shown for example in Fig. 4a-4b. This is advantageous with a view to transport and storage of the tent structure, as the tent structure then takes up less space.

Terugverwijzend naar fig. 1a, kan gezien worden dat elke arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 een bevestigingsopening 71 omvat. Door de bevestigingsopening 71 kan een bevestigingsmechanisme (zoals een schroef, bout, of moer} aangebracht worden dat verder door een opening van de tentstaaf wordt aangebracht. Op deze manier wordt de tentstaaf aan het knooppunt 100 bevestigd. De bevestiging tussen de tentstaaf en het knooppunt 100 is zodanig een bevestiging die toelaat de tentstaaf te roteren ten opzichte van het knooppunt 100. Deze rotatie heeft een rotatieas die zich uitstrekt door een middenas van de respectievelijke bevestigingsopeningen. De rotatie laat toe om de tentstructuur van een opgevouwen positie naar een geïnstalleerde positie te brengen en vice versa.Referring back to Fig. 1a, it can be seen that each arm 11,12; 21.22; 31.32; 41,42 comprises a mounting opening 71. A mounting mechanism (such as a screw, bolt, or nut) can be fitted through the mounting opening 71, which is further fitted through an opening of the tent rod. In this way the tent rod is attached to the node 100. The attachment between the tent rod and the node 100 is such a mounting that allows the tent rod to rotate relative to the node 100. This rotation has an axis of rotation extending through a center axis of the respective mounting holes. The rotation allows the tent structure to be moved from a folded position to an installed position bring and vice versa.

Fig. 1a en fig. le illustreren dat iedere bevestigingsopening 71 een buitenste deel 71.1 en een binnenste deel 71.2 omvat. In deze context is het “binnenste deel" beschouwd als zijnde aan de kant van de arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 waar de respectievelijke opening 13, 23, 33, 43 gedefinieerd wordt door de respectievelijke arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42. Zoals aangeduid bij de eerste buitenste arm 11 in fig. 1a, is een diameter 58 van het buitenste deel 71.1 groter dan een diameter 57 van het binnenste deel 57. Dit laat toe dat een kop van het bevestigingsmechanisme in het buitenste deel 71.1 geplaatst kon worden. De bevestigingsmiddelen steken steekt dus niet vit buiten het paar armen 11, 12. Dit laat toe om armen van verschillende knooppunten 100 nog dichter bij elkaar te plaatsen (zoals bv. geïllustreerd in fig. 2a en fig. 2b).Fig. 1a and fig. 1e illustrate that each mounting opening 71 comprises an outer part 71.1 and an inner part 71.2. In this context the “inner part” is considered to be on the side of the arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 where the respective opening 13, 23, 33, 43 is defined by the respective arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42. As indicated at the first outer arm 11 in Fig. 1a, a diameter 58 of the outer part 71.1 is larger than a diameter 57 of the inner part 57. allows a head of the fastening mechanism to be placed in the outer part 71.1. The fastening means therefore do not extend beyond the pair of arms 11, 12. This allows arms of different nodes 100 to be placed even closer together (e.g. illustrated in Fig. 2a and Fig. 2b).

Het middelblok 99 omvat een centrale opening 102, dat een openingsmiddelpunt 101 heeft dat samenvalt met het middelpunt 101 van het middelblok 99. De centrale opening 102 kan gebruikt worden om bevestigingshulpmiddelen in te plaatsten, bijvoorbeeld een haak waaraan verdere componenten zoals een kabel of een tentzeil aan bevestigd kan worden.The center block 99 comprises a central opening 102, which has an opening center 101 that coincides with the center 101 of the center block 99. The central opening 102 can be used to insert mounting aids, for example a hook to which further components such as a cable or a tent canvas can be attached to.

Het is ook mogelijk een kabel of touw door de centrale opening aan te brengen. De centrale opening 102 kan bijvoorbeeld een schroefdraad omvatten.It is also possible to insert a cable or rope through the central opening. The central opening 102 can, for example, comprise a screw thread.

De doorsnede in fig. 1c illustreert dat de centrale opening 102 een eerste deel 102.1 met een eerste diameter 62, een tweede deel 102.2 met een tweede diameter 63, en een derde deel 102.3 met een derde diameter 64 kan omvatten. De eerste diameter 62 en de derde diameter 64 kunnen aan elkaar gelijk zijn. Tussen het eerste deel 102.1 en het tweede deel 102.2 alsook tussen het tweede deel 102.2 en het derde deel 102.3 bevindt zich een conisch tussenstuk met afnemende diameter.The cross-section in Fig. 1c illustrates that the central opening 102 may comprise a first part 102.1 with a first diameter 62, a second part 102.2 with a second diameter 63, and a third part 102.3 with a third diameter 64. The first diameter 62 and the third diameter 64 may be equal. A conical intermediate piece with decreasing diameter is located between the first part 102.1 and the second part 102.2 as well as between the second part 102.2 and the third part 102.3.

Het bovenaanzicht in fig. 1d illustreert dat het knooppunt 100 meerdere verdunde zones 105, 106, 107, 108 omvat, in dit geval een eerste verdunde zone 105, een tweede verdunde zone 106, een derde verdunde zone 107, en een vierde verdunde zone 108. Deze zijn ook zichtbaar in het isometrische aanzichten in fig. 1e. Deze verdunde zones 105, 106, 107, 108 zijn in het bijzonder voordelig omdat het knooppunt 100 gegoten is, met oog op het krimpen. In de doorsnede in fig. 1c zijn de eerste 105 en tweede verdunde zone 106 zichtbaar. In een middelste deel 105.2, 106.2 is het materiaal verdund aanwezig, terwijl in buitenste delen 105.1, 105.3, 106.1, 106.3 geen materiaal aanwezig is.The top view in Fig. 1d illustrates that the junction 100 includes multiple thinned zones 105, 106, 107, 108, in this case a first thinned zone 105, a second thinned zone 106, a third thinned zone 107, and a fourth thinned zone 108 These are also visible in the isometric views in Fig. 1e. These thinned zones 105, 106, 107, 108 are particularly advantageous because the junction 100 is cast for shrinkage purposes. In the cross-section in Fig. 1c the first 105 and second thinned zone 106 are visible. In a middle part 105.2, 106.2 the material is present in diluted form, while in outer parts 105.1, 105.3, 106.1, 106.3 no material is present.

In fig. 1a is het verder zichtbaar dat de buitenste armen 11, 21, 31, 41 langer zijn dan de binnenste armen 12, 22, 32, 42. De lengte is gemeten vanaf het middelblok 100 tot een distaal uiteinde van de respectievelijk arm. Bijvoorbeeld, de lengte 54 van de tweede buitenste arm 21 is aangeduide met verwijzingscijfer 54 en de lengte 55 van de tweede binnenste arm 22 is aangeduid met verwijzingscijfer 55. Het is zichtbaar dat de lengte 54 groter is dan de lengte 55.In Fig. 1a it is further visible that the outer arms 11, 21, 31, 41 are longer than the inner arms 12, 22, 32, 42. The length is measured from the center block 100 to a distal end of the respective arm. For example, the length 54 of the second outer arm 21 is indicated by reference numeral 54 and the length 55 of the second inner arm 22 is indicated by reference numeral 55. It can be seen that the length 54 is greater than the length 55.

In de praktijk kan de afstand 51 bijvoorbeeld ongeveer 35 mm zijn. De afstand 52 kan bijvoorbeeld ongeveer 24 mm zijn. Een afstand 53 van het middelpunt 101 tot een buitenkant van een buitenste arm 11 kan bijvoorbeeld ongeveer 39 mm zijn. Een afstand van het middelpunt 101 tot een distaal uiteinde van iedere arm kan ongeveer 75 mm zijn, zodanig dat een lengte 54 van een buitenste arm 11, 21, 31, 41 ongeveer 51 mm kan zijn. De lengte 55 van de binnenste armen 12, 22, 32, 42 kan ongeveer 36 mm zijn. Een afstand 56 tussen het middelpunt 101 en een midden van iedere bevestigingsopening kan ongeveer 57 mm zijn. De diameter 57 van het binnenste deel 71.2 de bevestigingsopening 71 kan ongeveer 10 mm zijn, en de diameter 58 van het buitenste deel 71.1 van de bevestigingsopening 71 ongeveer 17mm. Een dikte 59 van de armen 11, 12, 21, 22, 31, 32, 41, 42 kan ongeveer 4 mm zijn. Een hoogte 61 (fig. Ib en fig. 1c) kan ongeveer 30 mm zijn. De diameters 62, 63, 64 van de centrale opening 102 kunnen respectievelijke ongeveer 11 mm, 8 mm, en 11 mm zijn. Een hoogte 65 van de verdunde zones 105, 106, 107, 108 kunnen ongeveer 4 mm zijn. Fig. 1d geeft weer dat een lengte 66 en een breedte 67 van het knooppunt 100 aan elkaar gelijk kunnen zijn, bijvoorbeeld ongeveer 150 mm.In practice, the distance 51 can be, for example, approximately 35 mm. The distance 52 can be, for example, approximately 24 mm. For example, a distance 53 from the center 101 to an outside of an outer arm 11 may be approximately 39 mm. A distance from the center 101 to a distal end of each arm may be approximately 75 mm, such that a length 54 of an outer arm 11, 21, 31, 41 may be approximately 51 mm. The length 55 of the inner arms 12, 22, 32, 42 can be approximately 36 mm. A distance 56 between the center point 101 and a center of each mounting hole may be approximately 57 mm. The diameter 57 of the inner part 71.2 of the mounting opening 71 can be approximately 10 mm, and the diameter 58 of the outer part 71.1 of the mounting opening 71 approximately 17 mm. A thickness 59 of the arms 11, 12, 21, 22, 31, 32, 41, 42 can be approximately 4 mm. A height 61 (fig. 1b and fig. 1c) can be approximately 30 mm. The diameters 62, 63, 64 of the central opening 102 may be approximately 11 mm, 8 mm, and 11 mm, respectively. A height 65 of the thinned zones 105, 106, 107, 108 can be approximately 4 mm. Fig. 1d shows that a length 66 and a width 67 of the node 100 can be equal to each other, for example approximately 150 mm.

Fig. 3a illustreert een tentstaaf 200. De tentstaaf 200 is geconfigureerd om te worden bevestigd aan een knooppunt 100 zoals bv. weergegeven in fig. 3b om een tentstructuur te vormen. Fig. 3c geeft een vergrootte weergaven van de cirkel A in fig. 3b weer. Bijvoorbeeld, een eerste uiteinde 210 van de tentstaaf 200 kan aan een eerste knooppunt 100 worden vastgemaakt en een tweede uiteinde 220 aan een tweede knooppunt (niet weergegeven).Fig. Figure 3a illustrates a tent pole 200. The tent pole 200 is configured to be attached to a node 100 as shown, for example, in Figure 3b to form a tent structure. Fig. 3c shows an enlarged view of the circle A in Fig. 3b. For example, a first end 210 of the tent rod 200 may be attached to a first node 100 and a second end 220 to a second node (not shown).

De tentstaaf 200 omvat bevestigingsopeningen 211, 221 voor een bevestigingsmechanisme.The tent rod 200 includes mounting openings 211, 221 for a mounting mechanism.

Het eerste uiteinde 210 van de tentstaaf 200 kan dus tussen een buitenste arm 11 en een binnenste arm 12 van een paar armen 11, 12 van het eerste knooppunt 100 geplaatst worden.The first end 210 of the tent rod 200 can thus be placed between an outer arm 11 and an inner arm 12 of a pair of arms 11, 12 of the first node 100.

Het bevestigingsmechanisme kan dan aangebracht worden in een bevestigingsopening 71 van de armen 11, 12 en in de bevestigingsopening 211 van de tentstaaf 200.The mounting mechanism can then be fitted in a mounting opening 71 of the arms 11, 12 and in the mounting opening 211 of the tent rod 200.

De bevestiging tussen de tentstaaf 200 en het knooppunt 100 laat toe om de tentstaaf 200 te roteren ten opzichte van het knooppunt 100. Fig. 3b en fig. 3c geven een gedeeltelijke rotatie van de tentstaaf 200 ten opzichte van het knooppunt 100 weer. De afmetingen van de opening 13 zijn zodanig dat de tentstaaf 200 hierin kan roteren. Er kan gezien worden dat tijdens de rotatie van de tentstaaf 200, het uiteinde van de tentstaaf 200 zich gedeeltelijk in de uitsparing van het middelblok voor de opening 13 bevindt. Deze uitsparing maakt het dus mogelijk dat de rotatie plaats kan vinden, terwijl tegelijk de tentstaaf 200 dicht bij het middelpunt van het knooppunt 100 bevestigd kan worden.The attachment between the tent rod 200 and the node 100 allows the tent rod 200 to rotate relative to the node 100. Fig. 3b and fig. 3c show a partial rotation of the tent rod 200 with respect to the node 100. The dimensions of the opening 13 are such that the tent rod 200 can rotate therein. It can be seen that during the rotation of the tent rod 200, the end of the tent rod 200 is partially in the recess of the center block for the opening 13. This recess therefore allows the rotation to take place, while at the same time the tent rod 200 can be secured close to the center of the node 100.

De tentstaaf 200 heeft in dit voorbeeld een rechthoekige doorsnede, met een breedte 231 van ongeveer 30 mm en een lengte 232 van ongeveer 40 mm. De bevestigingsopeningen 211, 221 bevinden zich op ongeveer 15 mm van hun respectievelijke uiteinde 210, 220. De lengte van de tentstaaf 200 is ongeveer 1730 mm. In andere uitvoeringvormen is het echter mogelijk dat de tentstaaf bijvoorbeeld een vierkante of cirkelvormige doorsnede heeft.In this example, the tent rod 200 has a rectangular cross-section, with a width 231 of approximately 30 mm and a length 232 of approximately 40 mm. The mounting openings 211, 221 are located approximately 15 mm from their respective ends 210, 220. The length of the tent rod 200 is approximately 1730 mm. In other embodiments, however, it is possible for the tent rod to have, for example, a square or circular cross-section.

In de praktijk zal een tentstructuur meestal meerdere tentstaven 200 omvatten, ieder bevestigd aan twee knooppunten. Fig. 3a geeft verder weer dat de tentstaaf 200 meerdere staafconnecties 201a, 201b, 201c, 201d omvat. De staafconnecties 201a-d zijn ingericht om de tentstaaf 200 te verbinden met een tweede tentstaaf. In dit voorbeeld is iedere de staafconnectie 201a-d een opening, waardoor een bevestigingsmechanisme aangebracht kan worden. De bevestiging tussen de tentstaaf 200 en de tweede tentstaaf laat toe dat deze tentstaven 200 geroteerd kunnen worden ten opzichte van elkaar. Dit laat toe de tentstructuur van de opgevouwen positie naar de geïnstalleerde positie te brengen. De tentstaven 200 zijn op deze manier via een schaarbevestiging aan elkaar bevestigd.In practice, a tent structure will usually comprise multiple tent bars 200, each attached to two nodes. Fig. 3a further shows that the tent rod 200 comprises several rod connections 201a, 201b, 201c, 201d. The rod connections 201a-d are designed to connect the tent rod 200 to a second tent rod. In this example, each rod connection 201a-d is an opening through which a mounting mechanism can be provided. The attachment between the tent rod 200 and the second tent rod allows these tent rods 200 to be rotated relative to each other. This allows the tent structure to be moved from the folded position to the installed position. The tent rods 200 are attached to each other in this way via a scissor attachment.

Het feit dat de tentstaaf 200 meerdere staafconnecties 201a-d omvat, laat toe de connectie tussen de tentstaaf 200 en de tweede tentstaaf op verschillende locaties te voorzien. De gekozen locatie kan de schaarlocatie genoemd worden. Voor verschillende paren van tentstaven 200, bevindt de schaarlocatie zich op een andere plaats. Dit laat toe om een bepaalde vorm te bekomen wanneer een tentstructuur 300 zich in de geïnstalleerde positie bevindt, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 5.The fact that the tent rod 200 comprises multiple rod connections 201a-d allows the connection between the tent rod 200 and the second tent rod to be provided at different locations. The chosen location can be called the scissor location. For different pairs of tent rods 200, the scissor location is in a different place. This allows to obtain a certain shape when a tent structure 300 is in the installed position, as shown for example in Fig. 5.

Alhoewel iedere knooppunt zoals weergegeven in de voorgaande figuren vier tentstaven kan bevestigen, is het niet noodzakelijk dat elk paar armen van elk knooppunt ook daadwerkelijk met een tentstaaf 200 bevestigd zijn. De tentstructuur kan ten minste in een opgevouwen positie en een geïnstalleerde positie geplaatst worden. Dit is mogelijk door de rotatie van de tentstaaf 200 ten opzichte van het knooppunt.Although each node as shown in the previous figures can attach four tent rods, it is not necessary that each pair of arms of each node actually be attached with a tent rod 200. The tent structure can be placed in at least a folded position and an installed position. This is possible due to the rotation of the tent rod 200 relative to the node.

Fig. 4a illustreert bijvoorbeeld meerdere tentstaven die verbonden zijn via meerdere knooppunten aan hun beide uiteindes. Deze tentstructuur bevindt zich in fig. 4a in een opgevouwen positie. Fig. 4b geeft een vergrootte weergave weer van de cirkel A in fig. 4a. In fig. 4b, het is beter zichtbaar dat deze tentstructuur in dit voorbeeld acht tentstaven 200, 1200, 2200, 3200, 4200, 5200, 6200, 7200 omvat, en vier knooppunten 100, 1100, 2100, 3100.Fig. For example, 4a illustrates multiple tent bars connected via multiple nodes at both their ends. This tent structure is in a folded position in Fig. 4a. Fig. 4b shows an enlarged view of the circle A in fig. 4a. In Fig. 4b, it is more visible that this tent structure in this example includes eight tent bars 200, 1200, 2200, 3200, 4200, 5200, 6200, 7200, and four nodes 100, 1100, 2100, 3100.

In het bijzonder, is in dit voorbeeld een eerste tentstaaf 200 en een vierde tentstaaf 3200 verbonden aan een eerste knooppunt 100. Een tweede tentstaaf 1200 en een zesde tentstaaf 5200 zijn verbonden aan een tweede knooppunt 1100. Een derde tentstaaf 2200 en een zevende tentstaaf 6200 zijn verbonden aan een derde knooppunt 2100. Een vijfde tentstaaf 5200 en een achtste tentstaaf 7200 zijn verbonden aan een vierde knooppunt 3100. Er zal begrepen worden dat in de praktijk meer of minder tentstaven en/of knooppunten op dergelijke wijze met elkaar verbonden kunnen worden. Tevens kunnen er aan een bepaald knooppunt meer of minder dan twee tentstaven verbonden worden.Specifically, in this example, a first tent rod 200 and a fourth tent rod 3200 are connected to a first node 100. A second tent rod 1200 and a sixth tent rod 5200 are connected to a second node 1100. A third tent rod 2200 and a seventh tent rod 6200 are connected to a third node 2100. A fifth tent rod 5200 and an eighth tent rod 7200 are connected to a fourth node 3100. It will be understood that in practice more or fewer tent rods and/or nodes can be connected to each other in such a manner. More or less than two tent rods can also be connected to a particular node.

Fig. 4a en 4b illustreren duidelijk dat de tentstaven 200, 1200, 2200, 3200, 4200, 5200, 6200, 7200 zeer compact opgevouwen zijn in de opgevouwen positie. Bijvoorbeeld, de eerste tentstaaf 200 en tweede tentstaaf 1200 zijn zeer dicht bij elkaar geplaatst, en volledig evenwijdig met elkaar. Deze compacte opgevouwen positie wordt mogelijk gemaakt door de inventieve structuur van de knooppunten 100, 1100, 2100, 3100.Fig. 4a and 4b clearly illustrate that the tent bars 200, 1200, 2200, 3200, 4200, 5200, 6200, 7200 are folded very compactly in the folded position. For example, the first tent rod 200 and second tent rod 1200 are placed very close together, and completely parallel to each other. This compact folded position is made possible by the inventive structure of the nodes 100, 1100, 2100, 3100.

Fig. 5 geeft een voorbeeld weer van een tentstructuur 300 in de geïnstalleerde positie.Fig. 5 shows an example of a tent structure 300 in the installed position.

Zoals geïllustreerd in fig. 5, omvat de tentstructuur 300 meerdere tentstaven 200 die met elkaar verbonden zijn door middel van knooppunten 100 (om de figuur overzichtelijk te houden is niet iedere individuele tentstaaf 200 en knooppunt 100 aangeduid om de figuur). ledere tentstaaf 200 is verbonden met twee knooppunten 100, namelijk een knooppunt 100 per uiteinde van de tentstaaf 200. ledere tentstaaf 200 is ook verbonden met een andere tentstaaf 200. De locatie van de schaarconnectie is bepaald door welke staafconnecties gebruikt is in de respectievelijke tentstaven 200. Door verschillende schaarlocaties te gebruiken, kan de vorm van de tentstructuur 300 in de geïnstalleerde positie bepaald worden. In de geïnstalleerde positie, kan de tentstructuur 300 bijvoorbeeld gebruikt worden voor evenementen, beurzen, etc. Optioneel kunnen een of meer tentzeilen en/of platen worden aangebracht op de tentstructuur 300, bijvoorbeeld om een dak van de tentstructuur 300 te sluiten en/of om reclame aan te brengen.As illustrated in Fig. 5, the tent structure 300 includes multiple tent bars 200 connected to each other by means of nodes 100 (for clarity of the figure, not each individual tent bar 200 and node 100 are indicated on the figure). Each tent rod 200 is connected to two nodes 100, namely a node 100 per end of the tent rod 200. Each tent rod 200 is also connected to another tent rod 200. The location of the scissor connection is determined by which rod connections are used in the respective tent rods 200. By using different scissor locations, the shape of the tent structure 300 can be determined in the installed position. In the installed position, the tent structure 300 can be used, for example, for events, fairs, etc. Optionally, one or more tent tarpaulins and/or plates can be applied to the tent structure 300, for example to close a roof of the tent structure 300 and/or to to advertise.

Door middel van de inventieve knooppunten 100, kan de tentstructuur 300 zeer compact opgevouwen worden naar de opgevouwen positie (zoals bv. geïllustreerd in fig. 4a-4b). Dit is zeer voordelig, omdat de tentstructuur 300 vaak als tijdelijke structuur gebruikt wordt. Dit betekent dat de tentstructuur 300 bijvoorbeeld tussen verschillende evenementen getransporteerd en mogelijk tijdelijk opgeslagen moet worden. Omdat de opgevouwen positie zeer compact is, is minder plaats nodig tijdens dit transport en de opslag dan voor conventionele tentstructuren.By means of the inventive nodes 100, the tent structure 300 can be folded very compactly to the folded position (as illustrated, for example, in Figs. 4a-4b). This is very advantageous, because the tent structure 300 is often used as a temporary structure. This means that the tent structure 300, for example, must be transported between different events and possibly temporarily stored. Because the folded position is very compact, less space is required during this transport and storage than for conventional tent structures.

Zoals vereist worden hierin gedetailleerde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding beschreven; het moet echter duidelijk zijn dat de geopenbaarde vitvoeringsvormen slechts een voorbeeld zijn van de uitvinding, die in verschillende vormen kan worden uitgevoerd. Daarom moeten specifieke structurele en functionele details die hierin worden geopenbaard niet worden geïnterpreteerd als beperkend, maar slechts als een basis voor de conclusies en als een representatieve basis om de vakman te leren om de onderhavige uitvinding op verschillende manieren toe te passen in vrijwel elke geschikt gedetailleerde structuur. Met bijzondere uitvoeringsvormen hoeven niet alle beschreven doelen te worden bereikt.As required, detailed embodiments of the present invention are described herein; However, it should be understood that the disclosed embodiments are merely an example of the invention, which can be embodied in various forms. Therefore, specific structural and functional details disclosed herein should not be construed as limiting, but merely as a basis for the claims and as a representative basis for teaching those skilled in the art to variously apply the present invention in virtually any suitably detailed structure. Not all described objectives have to be achieved with special embodiments.

Verder zijn de termen en uitdrukkingen die hierin worden gebruikt niet bedoeld om de uitvinding te beperken, maar om een begrijpelijke beschrijving van de uitvinding te verschaffen. Het woord "een" dat hierin wordt gebruikt, betekent één of meer dan één, tenzij anders aangegeven. De termen "een veelvoud van" of “meerdere” betekent twee of meer dan twee. De woorden "omvatten", "bevatten", en "hebben" hebben een open betekenis en sluiten de aanwezigheid van bijkomende elementen niet vit. Verwijzingscijfers in de conclusies moeten niet worden geïnterpreteerd als beperkend voor de uitvinding.Furthermore, the terms and expressions used herein are not intended to limit the invention, but rather to provide an understandable description of the invention. The word "one" used herein means one or more than one unless otherwise stated. The terms “a multiple of” or “several” means two or more than two. The words "comprise", "contain", and "have" have an open meaning and do not exclude the presence of additional elements. Reference numbers in the claims are not to be interpreted as limiting the invention.

Het loutere feit dat bepaalde technische kenmerken in verschilende afhankelijke conclusies zijn beschreven, laat nog steeds de mogelijkheid toe dat een combinatie van deze technische maatregelen met voordeel kan worden toegepast.The mere fact that certain technical features are described in several dependent claims still allows the possibility that a combination of these technical measures can be applied with advantage.

Claims (19)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: e een middelblok omvattende een middelpunt; e een eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; e een tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen; e een derde paar armen omvattende een derde buitenste arm en een derde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een derde richting en een derde opening definiëren om een derde tentstaaf in te ontvangen; e een Vierde paar armen omvattende een vierde buitenste arm en een vierde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een vierde richting en een vierde opening definiëren om een vierde tentstaaf in te ontvangen; waarbij e de eerste richting en de derde richting evenwijdig en tegengesteld zijn; de tweede richting en de vierde richting evenwijdig en tegengesteld zijn; en de eerste en derde richting loodrecht aan de tweede en vierde richting zijn; e wanneer gezien in de tweede richting, de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de tweede opening; wanneer gezien in de derde richting, de tweede buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de derde opening; wanneer gezien in de vierde richting, de derde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de vierde opening; en wanneer gezien in de eerste richting, de vierde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de eerste opening.1. A node for a tent structure, comprising: e a center block including a center point; e a first pair of arms including a first outer arm and a first inner arm extending from the center block in a first direction and defining a first opening for receiving a first tent rod; e a second pair of arms including a second outer arm and a second inner arm extending from the center block in a second direction and defining a second opening for receiving a second tent rod; e a third pair of arms comprising a third outer arm and a third inner arm extending from the center block in a third direction and defining a third opening for receiving a third tent rod; e a Fourth pair of arms comprising a fourth outer arm and a fourth inner arm extending from the center block in a fourth direction and defining a fourth opening for receiving a fourth tent rod; where e the first direction and the third direction are parallel and opposite; the second direction and the fourth direction are parallel and opposite; and the first and third directions are perpendicular to the second and fourth directions; e when viewed in the second direction, the first outer arm is further from the center than a near end of the second opening; when viewed in the third direction, the second outer arm is further from the center than a near end of the third opening; when viewed in the fourth direction, the third outer arm is further from the center than a near end of the fourth opening; and when viewed in the first direction, the fourth outer arm is further from the center than a near end of the first opening. 2. Het knooppunt volgens conclusie 1, waarbij het knooppunt een eerste middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste en derde richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, en waarbij het derde paar armen zich aan tweede kant van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn, en waarbij het knooppunt een tweede middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede en vierde richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, en waarbij het vierde paar armen zich aan tweede kant van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn.The node of claim 1, wherein the node includes a first center axis extending through the center parallel to first and third directions, the first pair of arms located on the first side relative to the first center axis, and the third pair arms is on second side of the first center axis, the first side and the second side being opposite sides respectively, and the node includes a second center axis extending through the center perpendicular to the first center axis and parallel to the second and fourth directions , wherein the second pair of arms is located on the first side relative to the second center axis, and wherein the fourth pair of arms is located on the second side of the second center axis, the first side and the second side being opposite sides, respectively. 3. Een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: e een middelblok omvattende een middelpunt; e een eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; e een tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen; e een derde paar armen omvattende een derde buitenste arm en een derde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een derde richting en een derde opening definiëren om een derde tentstaaf in te ontvangen; e een Vierde paar armen omvattende een vierde buitenste arm en een vierde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een vierde richting en een vierde opening definiëren om een vierde tentstaaf in te ontvangen; waarbij het knooppunt een eerste middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste en derde richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, en waarbij het derde paar armen zich aan tweede kant van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn, en e waarbij het knooppunt een tweede middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede en vierde richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, en waarbij het vierde paar armen zich aan tweede kant van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn3. A node for a tent structure, comprising: e a center block including a center point; e a first pair of arms including a first outer arm and a first inner arm extending from the center block in a first direction and defining a first opening for receiving a first tent rod; e a second pair of arms including a second outer arm and a second inner arm extending from the center block in a second direction and defining a second opening for receiving a second tent rod; e a third pair of arms comprising a third outer arm and a third inner arm extending from the center block in a third direction and defining a third opening for receiving a third tent rod; e a Fourth pair of arms comprising a fourth outer arm and a fourth inner arm extending from the center block in a fourth direction and defining a fourth opening for receiving a fourth tent rod; wherein the node includes a first center axis extending through the center parallel to first and third directions, wherein the first pair of arms is located on the first side relative to the first center axis, and wherein the third pair of arms is located on the second side of the first center axis, where the first side and second side are opposite sides respectively, and e where the node includes a second center axis extending through the center perpendicular to the first center axis and parallel to the second and fourth directions, with the second pair of arms located on the first side relative to the second center axis, and with the fourth pair of arms being on the second side of the second center axis, the first side and the second side being opposite sides respectively 4. Hetknooppunt een van de voorgaande conclusies, waarbij het middelblok een eerste uitsparing omvat voor de eerste opening, een tweede uitsparing omvat voor de tweede opening, een derde uitsparing omvat voor de derde opening, en een vierde uitsparing omvat voor de vierde opening.The junction of any preceding claim, wherein the center block includes a first recess for the first opening, a second recess for the second opening, a third recess for the third opening, and a fourth recess for the fourth opening. 5. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij iedere arm een bevestigingsopening omvat voor een bevestigingsmechanisme voor het bevestigen van een am in de respectievelijke opening, waarbij iedere bevestigingsopening een buitenste deel en een binnenste deel omvat, waarbij het buitenste deel een grotere diameter heeft dan het binnenste deel.The node according to any one of the preceding claims, wherein each arm comprises an attachment opening for an attachment mechanism for attaching an arm in the respective opening, each attachment opening comprising an outer part and an inner part, the outer part having a larger diameter then has the inner part. 6. Hetknooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, verdere omvattende een centrale opening met een openingsmiddelpunt dat samenvalt met het middelpunt van het middelblok, waarbij de centrale opening een schroefdraad omvat.The junction according to any one of the preceding claims, further comprising a central opening with an opening center that coincides with the center of the center block, wherein the central opening comprises a screw thread. 7. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het knooppunt monolithisch is.The node according to any preceding claim, wherein the node is monolithic. 8. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het knooppunt gegoten is.The junction according to any one of the preceding claims, wherein the junction is cast. 9. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de middelblok verder ten minste een verdunde zone omvat met een verdunde dikte, die gelijk is aan een armdikte van de armen.The junction of any preceding claim, wherein the center block further comprises at least a thinned zone with a thinned thickness equal to an arm thickness of the arms. 10. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een binnenste- arm-lengte van de binnenste armen 30-40 mm is, bijvoorbeeld ongeveer 36 mm is, en een buitenste-arm-lengte van de buitenste armen 45-55 mm is; bijvoorbeeld ongeveer 51 mm is.The node according to any preceding claim, wherein an inner arm length of the inner arms is 30-40 mm, for example approximately 36 mm, and an outer arm length of the outer arms is 45-55 mm ; for example, is approximately 51 mm. 11. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij e een amdikte van de armen 3-5 mm is, bijvoorbeeld 4mm; e een knooppunthoogte van het knooppunt 25-35 mm is, bijvoorbeeld 30mm, e een knooppuntbreedte en een knooppunthoogte van het knooppunt 120- 180mm zijn, bijvoorbeeld 150 mm.The node according to any of the preceding claims, wherein e is a thickness of the arms 3-5 mm, for example 4 mm; e a node height of the node is 25-35 mm, for example 30mm, e a node width and a node height of the node are 120-180mm, for example 150 mm. 12. Een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: e een middelblok omvattende een middelpunt; e tenminste een eerste paar armen en een tweede paar armen, waarbij e het eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; e het tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen; waarbij e de eerste richting loodrecht aan de tweede richting is; e wanneer gezien in de tweede richting, de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de tweede opening.12. A node for a tent structure, comprising: e a center block including a center point; e at least a first pair of arms and a second pair of arms, wherein e the first pair of arms comprising a first outer arm and a first inner arm extending from the center block in a first direction and defining a first opening for receiving a first tent rod ; e the second pair of arms comprising a second outer arm and a second inner arm extending from the center block in a second direction and defining a second opening for receiving a second tent rod; where e is the first direction perpendicular to the second direction; e when viewed in the second direction, the first outer arm is further from the center than a near end of the second opening. 13. Het knooppunt volgens conclusie 12, waarbij het knooppunt een eerste middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en een tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn, en waarbij het knooppunt een tweede middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en een tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn.The node of claim 12, wherein the node includes a first center axis extending through the center parallel to first direction, the first pair of arms located on first side relative to the first center axis, the first side and a second side or opposite sides respectively, and wherein the node includes a second center axis extending through the center perpendicular to the first center axis and parallel to the second direction, the second pair of arms being located on the first side relative to the second center axis, wherein the first side and a second side are opposite sides respectively. 14. Het knooppunt volgens conclusie 12 of 13, verder omvattende ene derde paar armen.The node of claim 12 or 13, further comprising a third pair of arms. 15. Tentstructuur omvattende meerdere knooppunten volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, en meerdere tentstaven, waarbij iedere tentstaaf aan een eerste uiteinde aan een knooppunt zijn bevestigd en aan een tweede uiteinde aan een ander knooppunt, waarbij de tentstructuur geconfigureerd is om in een opgevouwen positie te worden opgevouwen, waarbij in de opgevouwen positie een eerste knooppunt en een tweede knooppunt zich aangrenzend bevinden, waarbij het eerste paar armen van het eerste knooppunt aangrenzend is aan het middelblok van het tweede knooppunt, en de eerste binnenste arm van het eerste knooppunt aangrenzend is met de derde binnenste arm van het tweede knooppunt.15. Tent structure comprising several nodes according to one of the preceding claims, in particular claim 2, 3 or 13, and several tent bars, wherein each tent rod is attached at a first end to a node and at a second end to another node, wherein the tent structure is configured to fold into a folded position, wherein in the folded position a first node and a second node are adjacent, the first pair of arms of the first node being adjacent to the center block of the second node, and the first inner arm of the first node is adjacent to the third inner arm of the second node. 16. Werkwijze voor het vervoeren van een tentstructuur volgens conclusie 15 of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, waarbij de werkwijze een stop omvat van het plaatsen van de tentstructuur op of in een vervoersmiddel terwijl dat de tentstructuur in de opgevouwen positie is.16. Method for transporting a tent structure according to claim 15 or comprising at least one node according to any of the preceding claims, in particular claim 2, 3 or 13, wherein the method comprises a stop of placing the tent structure on or in a means of transportation while that is the tent structure in the folded position. 17. Werkwijze voor het installeren van een tentstructuur volgens conclusie 15 of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een stap van de tentstructuur van een opgevouwen positie naar een geïnstalleerde positie te brengen.A method for installing a tent structure according to claim 15 or comprising at least a node according to any one of the preceding claims, comprising a step of moving the tent structure from a folded position to an installed position. 18. Werkwijze voor het afbreken van een tentstructuur volgens conclusie 15 of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, omvattende een stap van de tentstructuur van een geïnstalleerde positie naar een opgevouwen positie te brengen.18. Method for dismantling a tent structure according to claim 15 or comprising at least one node according to any of the preceding claims, in particular claim 2, 3 or 13, comprising a step of the tent structure from an installed position to a folded position to bring. 19. Werkwijze voor het fabriceren van een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, waarbij de werkwijze een stap omvat van het gieten van het knooppunt in een gietvorm.A method for manufacturing a node according to any one of the preceding claims, in particular claim 2, 3 or 13, wherein the method comprises a step of casting the node in a mold.
BE20225733A 2022-09-15 2022-09-15 Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure BE1030881B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225733A BE1030881B1 (en) 2022-09-15 2022-09-15 Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225733A BE1030881B1 (en) 2022-09-15 2022-09-15 Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030881A1 BE1030881A1 (en) 2024-04-09
BE1030881B1 true BE1030881B1 (en) 2024-04-15

Family

ID=83400637

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225733A BE1030881B1 (en) 2022-09-15 2022-09-15 Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1030881B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050205124A1 (en) * 2004-03-17 2005-09-22 Goldwitz Brian L Collapsible shelter having a reinforced truss and telescoping leg
CN207314984U (en) * 2017-08-31 2018-05-04 孔焕斌 A kind of tent crossbeam connector
CN110382804A (en) * 2017-02-01 2019-10-25 马克·C·卡特 Multiple spot fixes attachment systems

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6708707B2 (en) 2002-01-25 2004-03-23 Martin J. Dotterweich Collapsible canopy support
US9163425B1 (en) 2011-05-17 2015-10-20 Evolved Ingenuity, Llc Hub assembly for collapsible structures
EP3553258A1 (en) 2018-04-12 2019-10-16 Vrije Universiteit Brussel Improved connection element for tent beams

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050205124A1 (en) * 2004-03-17 2005-09-22 Goldwitz Brian L Collapsible shelter having a reinforced truss and telescoping leg
CN110382804A (en) * 2017-02-01 2019-10-25 马克·C·卡特 Multiple spot fixes attachment systems
CN207314984U (en) * 2017-08-31 2018-05-04 孔焕斌 A kind of tent crossbeam connector

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030881A1 (en) 2024-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6422408B1 (en) Method and device for mounting the masthead of tower cranes
JP2001516497A (en) Modular assemblable stand especially suitable for storage batteries, etc., provided with seismic holding means
US9797103B2 (en) Posts
US10287141B2 (en) Lattice piece element and lattice piece for crane boom
US20120227335A1 (en) Lifting Anchor for a Concrete Slab
BE1030881B1 (en) Node for a tent structure, tent structure, and method for installing a tent structure
EP2044273B1 (en) Shoring tower
US6711854B1 (en) Child safety barrier with plate-shaped member for displaying information, pictures or mounting of items
WO2018138276A1 (en) Concrete block, particularly access-denial bollard, with additional functionalities
US4530616A (en) Means for assembling tubular scaffolding elements
CA2475232A1 (en) Collapsible canopy frame having reduced truss bar length
US4930268A (en) Apparatus for assembling a roof frame with a post, for making framework and structures
US5909713A (en) Foldable table device
SE505972C2 (en) Lifting eye
US20060143824A1 (en) System for a multiplace cots structure
CN102356040B (en) Stop element and combination of a stop element and a fastening means
US4901496A (en) Apparatus for assembling together two roof frames, at the level of the ridge, for making frameworks and structures
JP3048385U (en) Stand sign assembly bracket
GB2359098A (en) Flexible modular beam
JPH107143A (en) Flat cargo receiving pallet
JP3102045U (en) Capture cage
JPH10263130A (en) Barricade for events
KR200289030Y1 (en) grating
JP3546269B2 (en) Child girder for receiving wiring and piping material
JP2001078839A (en) Leg folding structure for table and chair

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240415