BE1030799A1 - Compressorinstallatie - Google Patents

Abstract

Compressorinstallatie (1) met een compressorelement (2), met een uitlaat (9) met een uitlaatleiding (8), en met een droger (2), die voorzien is van een drooggedeelte (14) en een regeneratiegedeelte (15), waarbij het drooggedeelte (14) voorzien is van een eerste ingang (16a) en een eerste uitgang (16b), waarbij de eerste ingang (16a) op de uitlaatleiding (8) is aangesloten, waarbij het regeneratiegedeelte (15) voorzien is van een tweede ingang (17a) en een tweede uitgang (17b), waarbij een regeneratieleiding (18) voorzien is tussen de tweede ingang (17a) en een eerste punt (19) van de uitlaatleiding (8), waarbij op de tweede uitgang (17b) een terugvoerleiding (20) is aangesloten die de tweede uitgang (17b) verbindt met een tweede punt (21) op de uitlaatleiding (8) stroomafwaarts van het eerste punt (19), daardoor gekenmerkt dat in de terugvoerleiding (20) een primair gedeelte (27) van een warmtewisselaar (28) is opgenomen, waarbij een secundaire gedeelte (29) van de warmtewisselaar (28) is opgenomen in een oliecircuit (10) van het compressorelement.

Description

4 BE2022/5658

Compressorinstallatie.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een 3 conpressorinstallatie,

Meer speciaal, betreft de huidige uitvinding een compressorinstallatie voorzien van minstens éen compressorelement met bijhorend oliecircuit, welke voorzien is van een droger voor het drogen van het samengeperste gas die is aangesloten op een uitlaatleiding van het compressorelement.

Het oliecircuit kan gebruikt worden enkel voor het smeren van bijvoorbeeld de lagers van het compressorelement en het koeien van het compressorelement, maar het kan ook gebruikt worden om olie te injecteren in het compressorelement voor smering en afdichting.

Deze droger is van het type dat gebruik maakt van een droogmiddel of desiccant en is voorzien van een drooggedeelte en een regeneratiegedesite. Het drooggedeelte heeft een eerste ingang voor te drogen samengeperst gas en een eerste uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, waarbij de eerste ingang op de uitlaatieiding is aangesloten voor de aanvoer van te drogen samengeperst gas. Het regeneratiegedeelte heeft een tweede ingang en een tweede uitgang voor regeneratiegas. Een regeneratieleiding is voorzien tussen de voornoemde tweede ingang en een eerste punt van de uitlaatleiding voor het aftakken van een gedeelte van het te drogen samengeperst gas, waarbij op de

9 BE2022/5658 voornoemde tweede uitgang aen terugvoerleiding is aangesloten die de tweede uitgang verbindt met een tweede punt op de uitlaatleiding stroomafwaarts van het voornoemde cerste count.

De regeneratieleiding zal een deel van het samengeperst te drogen gas aflakken en naar het regeneratiegedeelte leiden als een regeneraliegas om het droogmiddel in dit regeneratiegedeeite te regenereren. 19

Na regeneralie moet het regeneratiegas gekoeld worden alvorens het Lerug bij het te drogen samengeperste gas gebracht wordt via de terugvoerieiding.

Daarom wordt in deze terugvoerleiding een koeler voorzien om het regeneratiegas te koelen,

Men kent reeds dergelijke compressorinrichtingen waarbij de voornoemde koeler ofwel luchtgekoeld is, i,e. sen lucht- lucht koeler, ofwel watergekoeld is, i.e. sen water-lucht xoeler.

Fen nadeel van een iucht-lucht koeler om de regenerstielucht te koelen is dat er veel leidingen nodig zijn om de regeneratielucht tot bij het koelergedeelte van de compressorinrichting te krijgen.

Voor veel luchtgekoelde compressorinrichtingen zijn immers alle of veel van de koelers van de compressorinrichting, i.e. tussenkoelers, nakoelers, oliekoelers, … , gegroeceerd op een locatie in de inrichting, de koeleropstelling

4 BE2022/5658 genaamd, alwaar zij door middel van één of meer ventilators gekoeld worden met de omgevingslucht.

De extra leidingen zorgt ervoor dat de inrichting a omvangrijker wordt.

Bovendien moet er niet alleen een extra koeler voorzien worden in deze koeleropstelling, maar bovendien wordt deze koeler van het regeneratiegas in sommige gevallen, in het geval de koelers gegroepeerd zijn in een kceleropstelling, voor de tussenkocler en nakoeler geplaast, zodat deze laatste reeds gedeeltelijk cvgewarmde omgevingslucht ontvangen en dus groter gedimensioneerd moeten worden om dezelfde koeling te kunnen realiseren,

Een nadeel van een water-lucht koeier Om de regeneratielucht te koelen is dat men afhankelijk is van ven watertoevoer die voorzien wordt door de gebruiker van de compressorinrichting.

De gebruiker moet dus in de mogelijkheid zijn om een voldoende hceveelheid en aan een voldoende lage temperatuur water te voorzien, Indien hij die mogelijkheid niet kan garanderen, kan de goede werking van de compressorinrichting dus niet gegarandeerd worden,

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen sen oplossing te bieden.

De huidige uitvinding heeft een compressorinstallatie als voorwerp voorzien van minstens één compresscrelement met à BE2022/5658 een bijhorend oliecircuit, waarbij het compressorelement voorzien is van een uitlaat met daarop aangesloten een uitlaatleiding, waarbij de compressorinstallatie verder voorzien is van een droger voor het drogen van een

Samengeperst gas afkomstig van het compressorelement, waarbij de droger van het type is dat gebruik maakt van een droogmiddel of desiccant, waarbij de droger voorzien is van een drooggedeelte en van sen regeneratiegedesite, waarbij net drooggedeelte voorzien is van een eerste ingang voor te drogen samengeperst gas en een eerste uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, waarbij de eerste ingang op de voornoemde uitiaatieiding is aangesloten voor de aanvoer van te drogen samengeperst gas, waarbij het regeneratiegedeelte voorzien is van een tweede ingang en een tweede uitgang voor regeneratiegas, waarbij een regeneratieleiding voorzien is

Lussen de voornoemde tweede ingang en een eerste punt van de uitlaatieiding voor het aftakken van een gedeelte van het te drogen samengeperst gas, waarbij op de voornoende tweede uitgang een terugvoerleiding is aangesloten die de tweede uitgang verbindt met een tweede punt op de uitlaatleiding stroomafwaarts van het voornoemde eerste punt, met als kenmerk dat in de terugvoerleiding een primair gedeelte van een warmtewisselaar is cpgenomen voor net koelen van het regeneratieoas, waarbij het secundaire gedeelte van de warmtewisselaar is opgenomen in het oliecirouit van het compressorelement.

De voorncemde warmtewisselaar zal in plaats van gebruik te maken van lucht of water om het regeneratiegas te koelen, gebruik maken van ser ander medium dat in de

= BE2022/5658 > compressorinstallatie aanwezig is, namelijk de olie uit het oliecircuit.

Met andere woorden, de warmtewisselaar in de terugvoerleiding vormt een koeler van het regeneratiegas die een cliie-gekoelde koeler is, of een olie-lucht koeler, in plaats van een luchtgekoelde of watergekoelde koeler.

Een voordeel is dat dergelijke conpressorinrichting compacter zal zijn in vergelijking met een luchtgekoelde conpressorinrichting waarbij een extra lucht-lucht koeler voorzien moet worden samen met de nodige leidingen,

Dit is niet het geval voor de voornoemde warmtewisselaar, welke opgenomen kan worden in het oliecircuit van de installatie,

Bovendien moeten in dit het geval van een luchtgekoelde compressorinstallatie, waarbij de koelers gegroepeerd zijn in een koelercpstelling, de koelers niet meer groter vedimensicneerd worden,

Een ander voordeel is dat men niet meer afhankelijk is van een door de gebruiker te voorziene Loevoer van koelmedium, zoals het geval is voor een watergekoelde koeler voor het regeneratiegas.

Nog een ander voordeel bestaat erin dat een droger met een warmtewisselaar in de terugvcerleiding die gekceld wordt door water dezelfde opbouw heeft als een droger met een warmtewisselaar die gekoeld wordt door clie,

6 BE2022/5658

Het is geweten dat de regeneratielucht tot wel 200"C kan ingesteld worden, waarbij de olie in de warmtewisselaar aan deze tenperatuur blootgesteld wordt.

Zo een hoge temperatuur zou de levensduur van de olie nadelig kunnen beinvloeden.

Echter, aangezien de olie tijdens de werking continu wordt rondgepompt in het oliecireuit, zal de olie nooit deze temperatuur bereiken,

Bovendien kunnen de debieten zo opgesteld worden dat de verdere componenten in het oliecircuit voorzien worden van een olie met een correcte temperatuur,

Bij stop van de machine wordt de olie niet meer rondgepompt terwijl het gas in de warmtewisselaar nog steeds een hoge temperatuur zal hebben.

Doch, dit is geen probleem, aangezien het vlampunt en de zeifontbrandingstemperatuur hoger ligt dan de temperatuur van het gas in de warmtewisselaar,

Door gebruik te maken van olie voor het koelen van het regeneratiegas door middel van de warmtewisselaar, welke olie cp zijn beurt gekoeld is bijvoorbeeld door middel van omgevingslucht, kan nooit zo laag of diep gekoeld worden in vergelijking met de situatie waarbij het regeneratiegas gekoeld wordt door omgevingslucht met behulp van een

+ BE2022/5658 luchtgekoelde kceler. Immers, de olie zal nooit tot omgevingstemperatuur gekoeld kunnen worden,

Doch, het blijkt dat dit gegeven slechts een beperkte impact zal hebben op de werking van de droger. Het effect op het dauwpunt van de droger is van de grote orde van 2°C,

Ook kan men zich de vraag stellen of het gebruik van een warmtewisselaar met olie geen risico vormt op introductie l0 van olie in het samengeperst gas, iets wat ten allen tijde vermeden moet worden bij olievrije compressoren.

Doch, op geen enkel moment zal dit risico bestaan. Meer zelfs, er is juist minder risicc dat er olie in het samengeperst gas Lerechtkomt dan dat er water in het samengeperst gas terechtkomt indien gebruik wordt gemaakt van water om het regensratiegas te koelen, immers, tijdens de werking is de maximale druk van de clie in het piiecircuit steeds lager dan de minimale werkingsdruk van de compressorinrichting.

Bij stopzetten van de compressorinrichting, zal ook de oliepomp welke het oliecircuit aanstuurt stoppen, waardoor de druk in het oliecircuit zal wegvallen, Er kan dus geen oiie in het samengeperst gas terechtkomen,

Dit is in tegenstelling tot de situatie waarbij het regeneratiegas gekoeld wordt met water. Aangezien dit water door de gebruiker wordt aangeleverd, zal de druk van het water niet automatisch stoppen bij stopzetten van de a BE2022/5658 compressorinrichting. Met andere woorden: de druk van het water is dan hoger dan de druk van het samengeperste gas waardoor er waterlekken kunnen optreden. in een praktische uitvoeringsvorm is het oliecircuit voorzien van een oliereservoir en van een oliepomp voor het rondpompen van de olie vanuit het oliereservoir, waarbij het cliecircuit verder voorzien is van een olieleiding die loopt vanaf het oliereservoir naar een koelmantel van het compressoreiement, indien aanwezig, vervolgens naar het secundair gedeelte van de voornoemde warmtewisselaar, en vervoigens terug naar het oliereservoir.

Altermatief kan de olieleiding vanaf het oliereservoir naar het secundair gedeelte van de voornoemde warmtewisselaar iopen, vervolgens naar hel compressorelement voor de smering ervan en vervolgens terug naar het oliereservoir.

Hierbij kan. bijkomend de olieleiding vanaf het cliereservoir perst naar een koelmantel van het compresscrelement Lopen alvorans naar het secundair gedeeite van de voorncemde warmtewisselaar te lopen,

De voornoemde warmtewisselaar is zodoende in elk van de voornoemde uitvoeringsvormen op een geschikte locatie in het oliecircuit cpgenomen, Bovendien houdt deze integratie in het oliecircuit geen toename in omvang van de compressorinstallatie in.

Bij voorkeur is in het oliecircuit een koeler opgenomen voor het koelen van de olie, waarbij deze koeler is

N BE2022/5658 7 opgenomen in de olieleiding, stroomopwaarts van het secundaire gedeelte van de warmtewisselaar in het oliecircuit.

Op deze manier zal de olie, na het eventueel eerst koelen van het conpressorelement, gekoeld worden en een optimale temperatuur hebben voor het koelen van het regeneratiegas.

In een alternatieve Uitvoeringaevorm is de compressorinstallatie voorzien van twee conpressorelementen die in serie geschakeld zijn, waarbij tussen beide compressorelementen een tussenkoeler is opgenomen voor het koeien van het samengeperste gas.

De vocrnoemde droger zelf kan op verschillende manieren uitgevoerd zijn.

Zen eerste manier is dat de droger is voorzien van een behuizing waarbinnen zich het drooggedeelte en het regeneratiegedeelte bevindt, waarbij in de behuizing een trommel is opgesteld die het dgroogmiddel bevat, welke trommel is verbonden met aandrijfmiddelen zodanig dat het droogmiddel achtereenvolgens doorheen het drooggedeelte en het regeneratiegedeelte kan worden bewogen.

Een tweede manier is dat de droger een aantal vaten omvat die gevuld zijn met het droogmiddel, waarvan minstens één vat het drooggedseelte vormt en minstens één vat het regeneratiegedeelte vormt, waarbij de droger verder een kleppensysteem omvat dat de uitlaatleiding, de regeneratieleiding en eventueel de terugvoerleiding

45 BE2022/5658 verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het voornoemde kleppensysteem zodanig is dat steeds minstens één vat geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten Het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het kieppensysteem de vaten elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen

Deschreven van een compressorinrichting volgers de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin: figuur 1 schematisch een compressorinstallatie volgens de uitvinding weergeeft.

De compressorinstallatie 1 uit figuur 1 omvat hoofdzakelijk

Lwee compresscrelementen 2 en een droger 3 voor het drogen van een samengeperst gas afkomstig van de COMpressor.

De compressorinstallatie 1 omvat volgens de uitvinding minstens één comnpressorelement 2, en in het geval van figuur 1, twee compressorelementen 2,

In figuur 1 is te zien dat de compressorelementen 2 in dit geval in serie zijn geschakeld, waarbij tussen beide conpressoreiementen 2 een tussenkoeler 4 is opgenomen voor het koelen van het samengeperste gas, en eveneens een condensaatafscheider of vloeistofafscheider 5 is voorzien,

= BE2022/5658

Er is één gezamenlijke aandrijving & voorzien voor beide compressorelementen 2. De uitvinding is hiertoe uiteraard niet beperkt, 3 Stroomopwaarts van de compressorelementen 2 is een iniaatfiiter 7 voorzien en strocmafwaarts de compressorelementen 2 is een uitlaatleiding 8 voorzien op de uitiaat 9 van het tweede, of laatste, compressacrelement 2.

De twee compressorelementen 2 hebben een bijhorend ciiecireuit 10.

Dit cliecircuit 10 omvat een oliereservoir il en een ciiepomp 12 voor het rondpompen van de olie vanuit het oliereservoir 11.

De oliepomp 12 wordt aangedreven door de voornoemde aandrijving 6,

Het cilecircuit 10 is verder voorzien van een olieleiding 13, waarmee de olie rondgestuurd Wordt in de compressorinstallatie, Deze olieleiding 13 loopt doorheen de voiledige compressorinstallatie 1.

Het oliecircuit 10 kan gebruikt worden voor de koeling van de compressorelementen 2 en desgevallend bijkomend cok gebruikt worden om olie te injecteren in de conpressorelementen 2 indien het olie-geïnjectesrde compressorelementen 2 betreft en desgevallend nog bijkomend gebruikt worden om olie te injecteren voor de smering van lagers van de compressorelementen 2,

De voornoemde droger 3 van de compressorinstallatie 1 is 3 van het type is dat gebruik maakt van een drooomiddel of desiccant,

De droger 3 voorzien is van sen drooggedeelte 14 en van een regeneratiegedeelte 15,

Doorheen het drooggedeelte 14 wordt een te drogen samengeperst: gas gestuurd afkomstig van de compressoreiementen 2, om dit gas te drogen, waarbij het desiccant vocht zal ontnemen uit het te drogen samengeperst gas.

Het regeneratiegedeelte 15 bevat verzadigd droogmiddel, dat wordt geregenereerd door er een regeneratiegas doorheen te sturen om vocht te onttrekken aan het droogmiddel,

Het drooggedeelte 14 is voorzien van een eerste ingang 16a voor te drogen samengeperst gas en een eerste uitgang 14b

VOOr Gedruogd samengeperst gas, waarbij de eerste ingang iba op de voornoemde uitlaatleiding 8 is aangeslcten voor de aanvoer van te drogen samengeperst gas.

Het regeneratiegedeeite 15 is voorzien van een tweede ingang 17a en een twesde uitgang 17b voor regeneratiegas, waarbij een regeneratieleiding 18 voorzien is tussen de 380 voornoemde tweede ingang 17a en een eerste punt 19 van de uitiaatleiding 8 voor het aftakken van een cedeelte van het te drogen samengeperst gas, Dit afgetakte te drogen samengeperst gas wordt gebruikt als regeneratiegas en wordt via de regeneratieleiding 18 naar het regeneratiegedeelte 15 geleid, Alhoewel dit in het voorbeeld van figuur 1 niet 3 het geval is, is het mogelijk dat in deze regeneratieleiding 18 een elektrische verwarming is opgenomen voor het verwarmen van het regeneratiegas.

Op de voornoemde tweede uitgang 17b is een terugvoerleiding 20 voor het regeneratiegas aangesloten die de tweede uitgang 176 verbindt met een tweede punt 21 op de uitlaatleiding 8 stroomafwaarts van het voornoemde eerste punt 15,

Om het regeneratiegas terug bij het te drogen samengeperst gas te voeren, is in de uitlaatleiding 8 ter plaatse van het voornoemde tweede punt 21 een venturi selector 22 cogenomen.

Het is ook mogelijk dat in plaats van een venturi ejector 22 een blower wordt toegepast.

De praktische uitvoering van de droger 3 zelf, kan cp verschillende manieren gebeuren, in het voorbeeld van figuur 1 is droger voorzien van een behuizing 23 waarbinnen zich het drooggedeelte 14 en het regeneratiegedeseite 15 bevindt, waarbij in de behuizing 23 een trommel 24 is opgesteld die het droogmiddel bevat, welke trommel 24 is verbonden met niet op de figuren weergegeven aandrijfmiddelen zodanig dat het droogmiddel

24 BE2022/5658 achtereenvolgens doorheen het drooggedeelte 14 en het regeneratiegedesite 15 kan worden bewogen,

De uitvinding is echter niet beperkt tot deze 53 uitvoeringsvorm van de droger 3,

Een ander type van droger 3 dat gebruikt kan worden omvat een aantal vaten die gevuld zijn met het droogmiddel, waarvan minstens één vat het drooggedeelte 14 vormt en minstens één vat het regeneratiegedeelte 15 vormt, waarbij de droger 3 verder een kleppensysteem omvalt dat de uitiaatieiding 8, de regeneratieleiding 18 en eventueel de terugvoerieiding 20 verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het voornoende kleppensysteem zodanig is dat steeds minstens één vat geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden,

In het weergegeven voorbeeld is in de uitiaatleiding 8 tussen het eerste punt 19 en het tweede punt 21 een nakoeler 25 opgenomen voor het koelen van het samengeperste gas en in dit geval ook, maar niet noodzakelijk, een viceistofafscheider 26. 22

Volgens de uitvinding is in de terugvoerleiding 20 een primair gedeelte 27 van een warmtewisselaar 28 opgenomen voor het kvelen van het regeneratiegas.

15 BE2022/5658

Het secundaire gedeelte 29 van deze warmtewisselaar 28 is cogenomen in het oliecircuit 10 van het compressorsiement 2,

Dit wil dus zeggen dat de olie van het cliecircuit 10 van de compressorelementen 2 gebruikt wordt in deze warmtewisselaar 28 cm het regeneratiegas te koelen alvorens het opnieuw bij het te drogen samengeperst gas wordt gevoegd. 18

De opbouw van het oliecircuit 10 is in het weergegeven voorbeeld als volgt,

Het oliecircuit 10 omvat een olieleiding 13.

Deze olieleiding 13 loopt vanaf het oliereservoir 11 naar een koeimantel van de compressorelementen 2,

Vervolgens loopt de olieleiding 13 naar het secundair gedeelte 29 van de voornoemde warmtewisselaar 28 en nadien naar de compressorelementen 2 voor de smering ervan en vervolgens terug naar het oliereservoir 11,

Hierbij kan de olieleiding 13 olie injecteren bij bepaalde onderdelen, bijvoorbeeld bij de lagers, voor de smering van deze onderdelen, maar de olieleiding 13 kan eventueel cijkomend of alternatief olie in het compressorelement 2 zelf injecteren,

Tot slot omvat het cliecirouit 10 in dit geval een oijiekoeler 30 voor het koelen van de olie, waarbij deze

LL BE2022/5658 16 oliekoeler 30 is opgenomen in de olieleiding 13, stroomopwaarts van het secundaire gedeelte 29 van de warmtewisselaar 28 in het oliecircuit 10. 3 Teneinde de koeling van de olie te kunnen regelen, is er een overbruggingsleiding 31 voorzien over de oliekoeler 30, waarin een regelklep 32 is aangebracht om de hoeveelheid olie die via de oliekoeler 30 passeert te kunnen regelen. iD Voor de volledigheid, wordt hierbij vermeld dat de voornoemde oliekoeler 30, tussenkoeler 4 en nakoeler 25 zowel iuchtgekoeld al watergekoeld kunnen zijn,

In dit geval omvat het oliecirouit 10 ook een bijkomende olieleiding 13a welke stroomafwaarts van het secundair gedeelte 29 van de warmtewisselaar 28 aansluit op de olieieiding 13 en welke loopt naar het oliereservoir 11.

Alhoewel in het weergegeven voorbeeld de olieleiding 13 het oliecircuit 10 zowel de koelmantel als de smering van de

Compressoreiementen 2 omvat, is het niet uitgesloten dat één van beide niet aanwezig is.

De werking van de compressorinstallatie 1 is zeer eenvoudig en ais volgt, samen te persen gas wordt op de gekende wijze door middel van de compressorelementen 2 samengeperst, en na doorgang door de nakoeler 25 naar de droger 3 gestuurd, alwaar het gedroogd wordt in het drooggedeelte 14.

17 BE2022/5658

Het desiccant zal hierbij verzadigd raken met vocht en geregenereerd worden,

Hiervoor wordt een gedeelte van het te drogen samengeperste 3 ges afgetakt als regeneratiegas via de regeneratieleiding 18 ter plaatse van het eerste punt 19. Merk op dat dit afgetakte gas dus nog niet via de nakceler 25 gepasseerd is, 12 Dit regeneratiegas wordt doorheen het regeneratiegedeelte gestuurd, alwaar het vocht zal onttrekken van het verzadigde desiccant.

Na doorgang doorheen het regeneratiegedeelte 15, wordt het 15 regeneratiegas gekoeld via de warmtewisselaar 28, alvorens net terug bij het te drogen samengeperste gas gevoegd wordt en na passage door het drooggedeelte 14 via de eerste uitgang 16b de comressorinstallatie 1 verlaat.

Tijdens de werking, zal de oliepomp 11 de olie rondsturen in de compressorinstallatie 1, waarbij de olie eerst gebruikt zal worden om de compressorelementen 2 te koelen,

Vervolgens wordt de olie gekoeld in de oliekoeler 30, waarna de gekcelde siie gebruikt wordt on het regeneratiegas te koelen in de warmtewisselaar 28,

Nadien kan de olie gebruikt worden om onderdelen van de compressorelementen z te smerer en eventueel om geïnjecteerd te worden in de compressorelementen 2 zelf,

Nadien wordt de olie via de olieleiding 13 terug naar het oliereservoir 113 gebracht.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt: tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringavormen, doch een compressorinstallatie volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 18

Claims (1)

1. Conclusies,

   Ll." Compressorinstallatie {1} voorzien van minstens éen compressorelement (2) met een bijhorend oliecircuit (105, waarbij het compressorelement (2) voorzien is van een uitlaat (9) met daarop aangesloten een uitiaatleiding {8}, waarbij de compressorinstallatie (1) verder voorzien is van een droger (2) voor het drogen van een samengeperst gas 18 afkomstig van het compressorelement {2}, waarbij de droger {3) van het type is dat gebruik maakt van een droogmiddel of desiccant, waarbij de droger {3} voorzien is van een grooggedeelte (14) en van een regeneratiegedeelte (15), waarbij het drooggedeelte (14) voorzien is van een eerste ingang {162} voor te drogen samengeperst gas en een serste uitgang (16b} voor gedrocgd samengeperst gas, waarbij de eerste ingang (16a) op de voornoemde uitlaatleiding {8} is aangeslolen voor de aanvoer van te drogen samengeperst cas, waarbij het regeneratiegedeelte {15} voorzien is van een tweede ingang {17a} en een tweede uitgang {17b} voor regeneraliegas, waarbij eer regenegratieleiding (18) voorzien is tussen de voornoemde tweede ingang {17a} en een serste punt {19} van de uitlaatleiding (8) voor het aftakken van een gedeelte van het te drogen samengeperst gas, waarbij op de voornoemde tweede uitgang (17b) sen terugvoerleiding (20) is aangesloten die de tweede uitgang {17} verbindt met een tweede punt {213 op de uitlaatleiding (8) stroomafwaarts van het voornoemde eerste punt (19), daardoor gekenmerkt dat in de terugvoerieiding {20} een primair gedeelte (27) van een warmtewisselaar {28} is opgenomen voor het koelen van het regeneratiegas,

   39 BE2022/5658 waarbij een secundaire gedeelte (29) van de warmtewisselaar {28} is opgenomen in het oliecircuit {10} van het compressurelement. 3 2,7 Compressorinstallatie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het oliecircuit (10) voorzien is van een oliereservoir (11) en van sen oliepomp (12) voor het rondpompen van de olie vanuit het oliereservoir (113, waarbij het oliecircuit (10) verder voorzien is van een olieleiding {13} die loopt vanaf het oliereservoir (11) naar gen koeimantel van het compressorelement {2}, vervolgens naar het secundair gedeelte {29} van de voornoemde warmtewisselaar (28)en vervolgens terug naar het oliereservoir (11). 158 3, Compressorinstallatie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het oliecircuit (10) voorzien is van een oliereservoir {li} en van een oliepomsg {12} voor het rondpompen van de olie vanuit het oliereservoir {21}, waarbij het oliecircuit (10) verder voorzien is van een olieleiding {13} die loopt vanaf het oliereservoir {11} naar het secundair gedeelte {29} van de voornoemde warmtewisselaar (28), vervolgens naar het compressorslement (2} voor de smering ervan en vervolgens terug naar het oliereservoir (11),

   4.- Compressorinstallatie volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de olieleiding (13) vanaf het oliereservoir (11) eerst naar een kcelmantel van het compresscrelement {2} inopt alvorens naar het secundair gedeelte (29) van de voornoemde warmtewisselaar (28) te lopen.

   a BE2022/5658

   2. Compressorinstaliatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in het oliecirouit (10) een oliekoeler (30) is opgenomen voor het koelen van de olie, waarbij deze oliekoeler {30} is opgenomen in de olieleiding (13), stroomopwaarts van het secundaire gedeelte (293 van de warmtewisselaar (283 van het oliecircuit {10}.

   6.- Compressorinstallatie volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat over de oliekoeler (30) sen overbrugaingsleiding {31} is voorzien, 2, Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de regeneratieleiding {L8) een elektrische verwarming is opgenomen.

   8." Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de uitlaatleiding (8) tussen het eerste punt (19) en het tweede punt (21) een nakoeier {253 is Opgenomen en eventueel ook een viceistofafscheider (26).

   3." Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de droger (3) is voorzien van «een behuizing {23} waarbinnen zich het drooggedeelte (14) en het regeneratiegedecite (15} bevindt, waarbij in de behuizing {23} een trommel (24) is opgesteld die het drocomiddel bevat, welke trommel (24) is verbonden met aandrijfmiddelen zodanig dat het droogmiddel

   59 BE2022/5658 achtereenvolgens doorheen het drooggedeelte {14} en het regeneratiegedeeite (15) kan worden bewogen,

   10. Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande > conclusies, daardoor gekenmerkt dat de droger {3} een aantal vaten omvat die gevuld zijn met het droogmiddel, waarvan minstens één vat het drooggedeelte (14) vormt en minstens één vat het regensratlegedeelte (153 vormt, waarbij de droger {3} verder sen kleppensysteem omvat dat 30 de uitlaatleiding {6}, de regeneratiesieiding {183 en eventueel de terugvoerleiding (20) verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het voornoemde kleppensysteem zodanig is dat steeds minstens één vat geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden,

   il. Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de uitlaatleiding {8} ter plaatse van het voornoemde tweede punt (21) een venturi ejector (22) is opgenomen,

   liz. Dompressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat in de uitlaatieiding (8) ter plaatse van het voornoemde tweede punt (21) een blower is opgenomen.

   13.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de compressorinstaliatie (13 is voorzien van twee compressoreiemenken {2} die in serie geschakeld zijn,

   ; BE2022/5658 #3 waarbij tussen beide compressorelementen {2} een tussenkoeler (4) is opgenomen voor het koelen van het samengeperste Gas.