BE1030505A9 - LIGHT VEHICLE WITH SAFETY FEATURES - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een licht voertuig met vier wielen, bestemd voor één of twee personen zijnde bestuurder en passagier of een aanzienlijke hoeveelheid goederen, voorzien van verbeterde veiligheidsvoorzieningen in vergelijking met de stand-van-techniek. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijk licht voertuig met een hybride aandrijving bestaande uit elektrische aandrijving en spierkrachtaandrijving, voornamelijk te gebruiken in het korte-afstandsverkeer.The invention relates to a light vehicle with four wheels, intended for one or two persons, i.e. driver and passenger, or a significant amount of goods, provided with improved safety features compared to the prior art. The invention relates in particular to such a light vehicle with a hybrid drive consisting of electric drive and muscle power drive, mainly for use in short-distance traffic.

Description

LICHT VOERTUIG MET VEILIGHEIDSVOORZIENINGENLIGHT VEHICLE WITH SAFETY FEATURES

Technisch veldTechnical field

De uitvinding heeft betrekking op een licht voertuig met vier wielen voor één of twee personen, voorzien van veiligheidsvoorzieningen. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijk licht voertuig met een hybride aandrijving bestaande uit elektrische aandrijving en spierkrachtaandrijving, voornamelijk te gebruiken in het korte-afstandsverkeer.The invention relates to a light vehicle with four wheels for one or two persons, provided with safety features. The invention relates in particular to such a light vehicle with a hybrid drive consisting of electric drive and muscle power drive, mainly for use in short-distance traffic.

Achtergrond van de uitvindingBackground of the invention

Uit de stand-van-techniek zijn lichte voertuigen bekend, dus ook veiligheidsconstructies om met name personen maar ook daarmee vervoerde goederen te beschermen. Vanwege hun lichte uitvoering, en dus vaak licht in gewicht en constructie, zijn veiligheidsvoorzieningen zeer vereist en kunnen ze zelfs als verplicht worden beschouwd, vooral wanneer dergelijke voertuigen bedoeld zijn om deel te nemen aan het dagelijkse (stads}verkeer. Er is echter ruimte voor verbetering, rekening houdend met bestaande veiligheidsvoorzieningen voor lichte voertuigen, met name sinds de evolutie in lichte materialen (die lichter zijn geworden) die kunnen worden gebruikt voor de carrosserieconstructie. Aan de andere kant is het verkeer de afgelopen jaren of decennia enorm toegenomen (met een verhoogd risico of gevaar voor ongevallen), en kunnen lichte voertuigen tegenwoordig worden voorzien van vrij krachtige maar lichte motoren, en kunnen dus een behoorlijke snelheid aan (wat leidt tot een verhoogd risico op ernstige ongevallen).Light vehicles are known from the state of the art, including safety constructions to protect people in particular, but also goods transported with them. Due to their lightweight design, and therefore often light in weight and construction, safety features are highly required and can even be considered mandatory, especially when such vehicles are intended to participate in daily (urban) traffic. However, there is room for improvement, taking into account existing safety features for light vehicles, especially since the evolution in light materials (which have become lighter) that can be used for body construction. On the other hand, traffic has increased enormously in recent years or decades (with a increased risk or danger of accidents), and light vehicles can nowadays be equipped with quite powerful but light engines, and can therefore travel at a considerable speed (which leads to an increased risk of serious accidents).

Veiligheidsvoorzieningen in de huidige ontwerpconstructie van lichte voertuigen roepen vragen op, op het gebied van stabiliteit, stijfheid en/of gewicht (bijvoorbeeld te zwaar zijn). Een goede balans tussen veiligheid enerzijds en kracht anderzijds ontbreekt.Safety features in the current design of light vehicles raise questions in terms of stability, stiffness and/or weight (for example being too heavy). A good balance between safety on the one hand and power on the other is lacking.

Bestaande lichte voertuigen zijn meestal vrij klein en smal en bieden daarom onvoldoende ruimte voor passagiers en bagage, naast de bestuurder die het voertuig bestuurt. Bovendien veroorzaken of induceren ze door hun te smalle afmeting en ingesloten ruimte, met beperkte ventilatie, vaak een claustrofobisch gevoel of kunnen ze leiden tot te hoge temperaturen in de zon.Existing light vehicles are usually quite small and narrow and therefore do not provide sufficient space for passengers and luggage, in addition to the driver driving the vehicle. In addition, due to their too narrow size and enclosed space, with limited ventilation, they often cause or induce a claustrophobic feeling or can lead to excessively high temperatures in the sun.

Zoals bekend worden lichte voertuigen voornamelijk gebruikt voor het korte-afstandsverkeer, meestal zonder substantieel vermogen. Ze kunnen een zekere mate van modulariteit hebben, waardoor ze een funfactor of entertainmentniveau hebben. Aan de andere kant kunnen ze behoorlijk duur zijn, vooral in onderhoud, terwijl ze snel kunnen slijten.As is known, light vehicles are mainly used for short-distance traffic, usually without substantial power. They can have a degree of modularity, which gives them a fun factor or level of entertainment. On the other hand, they can be quite expensive, especially to maintain, while they can wear out quickly.

Lichte voertuigen kunnen bijvoorbeeld door elektrospierkracht worden aangedreven (meestal voor slechts één persoon), en zijn meestal vrij efficiënt in het gebruik van ruimte en energie. Dergelijke lichte hybride voertuigen zijn stil en emissievrij en kunnen daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan milieuvriendelijk vervoer. Over het algemeen hebben ze een leeggewicht tussen 80 en 300 kg inclusief batterijen, vermogensgeneratoren en een nominaal motorvermogen tussen 0,8 kW en 5 kW. Lichte hybride voertuigen met elektrospierkracht zijn niet alleen praktisch voor het vervoer van passagiers en/of goederen over korte afstanden (bijvoorbeeld in de stad), ze kunnen ook worden gezien als trainings- of vrijetijdsuitrusting. Bovendien hebben ze het voordeel dat ze te allen tijde kunnen worden bestuurd (tenzij de bestuurder natuurlijk gewond is geraakt en niet in staat is om het voertuig te bekrachtigen).For example, light vehicles can be powered by electromuscle power (usually for only one person), and are usually quite efficient in their use of space and energy. Such light hybrid vehicles are quiet and emission-free and can therefore make an important contribution to environmentally friendly transport. Generally they have an empty weight between 80 and 300 kg including batteries, power generators and a nominal motor power between 0.8 kW and 5 kW. Light hybrid vehicles with electric muscle power are not only practical for transporting passengers and/or goods over short distances (e.g. in the city), they can also be seen as training or leisure equipment. In addition, they have the advantage of being able to be driven at all times (unless of course the driver is injured and unable to power the vehicle).

Er is behoefte aan een verbeterd licht voertuig, met name op het gebied van veiligheidsvoorzieningen, passagiers- versus bagageruimte, ventilatie en duurzaamheid.There is a need for an improved light vehicle, especially in terms of safety features, passenger versus luggage space, ventilation and durability.

Doel van de uitvindingPurpose of the invention

Het doel van de uitvinding is een licht voertuig te verschaffen met een veiligheidsconstructie en welke ruim genoeg is voor maximaal twee personen of één persoon en een aanzienlijke lading om te transporteren b.v. levering van goederen. Het doel is ook om zo'n licht voertuig een redelijke afstand te laten afleggen, snel te accelereren en duurzaam te zijn. Verder is het de bedoeling dat het voertuig een laag (niet-menselijk) energieverbruik vertegenwoordigt en een laag batterijgewicht heeft.The aim of the invention is to provide a light vehicle with a safety construction and which is spacious enough for a maximum of two persons or one person and a considerable load to transport, e.g. delivery of goods. The goal is also for such a light vehicle to travel a reasonable distance, accelerate quickly and be durable. Furthermore, the vehicle is intended to represent low (non-human) energy consumption and have a low battery weight.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the Invention

De uitvinding verschaft een voertuig bestaande uit een drager en ten minste drie wielen die roteerbaar op de drager zijn gemonteerd. De drager kan worden gezien als een stijf en stevig frame dat de basis van het voertuig vormt en wordt vaak ook wel chassis van het voertuig genoemd. De drager is bijvoorbeeld gemaakt van een aluminiumlegering zoals duraluminium. Het voertuig kan worden geïnterpreteerd als een licht voertuig bedoeld voor één of twee personen. Aangezien het de bedoeling is dat er maximaal twee personen in het voertuig kunnen plaatsnemen, zijn er twee stoelen voorzien (met veiligheidsgordels), namelijk een bestuurdersstoel en een passagiersstoel. Er wordt echter opgemerkt dat niet noodzakelijkerwijs twee personen door het voertuig worden vervoerd, terwijl de bestuurder alleen in het voertuig kan zijn om goederen te vervoeren, of alleen zichzelf van de ene plaats naar de andere. In ieder geval omvat het voertuig dus een bestuurdersstoel en een passagiersstoel, beide op de drager gemonteerd en achter elkaar opgesteld. Bij voorkeur zit de bestuurdersstoel vooraan en de passagiersstoel achteraan, hoewel de uitvinding ook een uitvoeringsvorm dekt waarbij de passagier voorin zit en de bestuurder het voertuig stuurt en bestuurt in de positie er vlak achter. Met een eerste stoel voorin, zoals gezegd bij voorkeur voor de bestuurder, en een tweede stoel daarachter achterin, zoals gezegd bij voorkeur voor de passagier, zouden we ook kunnen spreken over respectievelijk voorstoel en achterbank. Het voertuig omvat afzonderlijke bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen, beide eveneens op de drager gemonteerd en elk respectievelijk in de nabijheid van de bestuurdersstoel en de passagiersstoel geplaatst. Daarom zijn in de buurt van de bestuurdersstoel, bestuurdersveiligheidsvoorzieningen aangebracht, terwijl passagiersveiligheidsvoorzieningen zijn voorzien in de buurt van de passagiersstoel. De afzonderlijke bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen kunnen worden opgevat als cellen of gedeeltelijk gebogen frames, elk bestaande uit een boog of ring, waarbij ze het (bovenlichaam van) de bestuurder respectievelijk de passagier omringen. Met een eerste veiligheidsvoorziening voorin, bij voorkeur voor de bestuurder, en een tweede veiligheidsvoorziening daarachter achterin, bij voorkeur voor de passagier, zouden we ook kunnen spreken over respectievelijk frontveiligheidsvoorziening en achterveiligheidsvoorziening, of meer in het bijzonder verwijzen naar respectievelijk de voorste boog of voorste ring en de achterste boog of achterste ring. Beide veiligheidsvoorzieningen zijn mogelijk van staal. Volgens een uitvoeringsvorm zijn de veiligheidsvoorzieningen met elkaar verbonden om de constructie nog sterker te maken. Een dergelijke verbinding kan worden uitgevoerd door middel van een dwarsverbinding, mogelijk ook van staal, bijvoorbeeld ter hoogte van het lichaam van een in het voertuig zittende persoon, en aan één of beide zijden van het voertuig. Deze dwarsverbinding kan ofwel worden aangebracht op of ingebed in één of beide zijden van het voertuig.The invention provides a vehicle consisting of a carrier and at least three wheels rotatably mounted on the carrier. The carrier can be thought of as a rigid and sturdy frame that forms the base of the vehicle and is often referred to as the vehicle chassis. The carrier is, for example, made of an aluminum alloy such as duralumin. The vehicle can be interpreted as a light vehicle intended for one or two people. Since the intention is to seat a maximum of two people in the vehicle, two seats are provided (with seat belts), namely a driver's seat and a passenger seat. However, it is noted that not necessarily two persons are carried by the vehicle, while the driver may be alone in the vehicle to transport goods, or only himself from one place to another. In any case, the vehicle therefore comprises a driver's seat and a passenger seat, both mounted on the carrier and arranged one behind the other. Preferably the driver's seat is in the front and the passenger seat is in the rear, although the invention also covers an embodiment where the passenger sits in the front and the driver steers and steers the vehicle in the position immediately behind. With a first seat in the front, as mentioned preferably for the driver, and a second seat behind it in the back, as stated preferably for the passenger, we could also speak of the front seat and the rear seat respectively. The vehicle includes separate driver and passenger safety features, both also mounted on the carrier and each located in proximity to the driver's seat and the passenger seat respectively. Therefore, driver safety features are provided near the driver's seat, while passenger safety features are provided near the passenger seat. The separate driver and passenger safety features can be conceived as cells or partially curved frames, each consisting of an arc or ring, surrounding the (upper body of) the driver and the passenger respectively. With a first safety device in the front, preferably for the driver, and a second safety device behind it in the back, preferably for the passenger, we could also speak of front safety device and rear safety device respectively, or more specifically refer to the front arch or front ring respectively and the posterior arch or posterior ring. Both safety devices can be made of steel. According to one embodiment, the safety features are connected to each other to make the construction even stronger. Such a connection can be made by means of a transverse connection, possibly also made of steel, for example at the level of the body of a person sitting in the vehicle, and on one or both sides of the vehicle. This cross connection can either be applied to or embedded in one or both sides of the vehicle.

Het voertuig heeft per definitie twee zijden, en kan daarom verder bestaan uit twee zijwanddelen die op de drager zijn gemonteerd, d.w.z. één zijwanddeel links en één rechts van zowel de bestuurdersstoel als de passagiersstoel die achter elkaar zijn geplaatst, dus links en rechts van zowel de bestuurder als de passagier wanneer beide in het voertuig zitten. Een zijwanddeel kan uit één stuk zijn gemaakt, of kan ook uit meerdere delen zijn gemaakt, b.v. een frontdeel, een (zij- of midden- of tussen) (te openen) deurdeel en een achterdeel. Volgens een uitvoeringsvorm kan het frontdeel of voorste deel zijn samengesteld uit een neus (te openen) deurdeel en een voorste zijdeel. Zelfs in het geval dat het zijwanddeel uit één stuk is gemaakt, kunnen verschillende secties of delen te onderscheiden zijn, d.w.z. bijvoorbeeld voor-, midden- en achterdeel, of bijvoorbeeld boven- en onderdeel. De twee zijwanddelen komen samen en zijn aan de voor- en achterkant van het voertuig met elkaar verbonden. Aan de voorzijde van het voertuig zijn de voorste delen van de zijwanddelen (al dan niet uit één stuk) vrij direct met elkaar verbonden, terwijl aan de achterkant van het voertuig, de achterste delen van de zijwanddelen zijn verbonden door middel van een tussenstuk (dwars gemonteerd) waarmee de kofferruimte van het voertuig wordt gevormd. Volgens een Uitvoeringsvorm, waarbij de bestuurdersstoel zich vooraan in het voertuig bevindt, en de passagiersstoel daarachter, omvat ten minste één van de zijwanddelen een deuropening. De deuropening kan zich vooraan of meer in het midden van het zijwanddeel bevinden. De deuropening kan bedoeld zijn voor het betreden van de bestuurdersstoel die is gepositioneerd naar de voorkant toe van het voertuig ten opzichte van de bestuurdersveiligheidsvoorziening, d.w.z. aan de voorkant van het zijwanddeel. De deuropening kan ook bedoeld zijn voor het betreden van de passagiersstoel, die is geplaatst tussen de bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen, d.w.z. meer in het midden van het zijwanddeel. De twee zijwanddelen kunnen elk bestaan uit panelen voorzien van ingebedde verstevigingskruisen, en zijn mogelijk gemaakt van kunststoffen zoals ABS of polyester.The vehicle by definition has two sides, and can therefore further consist of two side wall parts mounted on the carrier, i.e. one side wall part to the left and one to the right of both the driver's seat and the passenger seat that are placed behind each other, i.e. to the left and right of both the driver and the passenger when both are in the vehicle. A side wall part can be made in one piece, or can also be made of several parts, e.g. a front part, a (side or middle or between) (openable) door part and a rear part. According to an embodiment, the front part or front part can be composed of a nose (openable) door part and a front side part. Even in the case where the side wall part is made in one piece, different sections or parts can be distinguished, i.e. for example front, middle and rear part, or for example top and bottom part. The two side wall parts come together and are connected to each other at the front and rear of the vehicle. At the front of the vehicle, the front parts of the side wall parts (whether or not in one piece) are connected directly to each other, while at the rear of the vehicle, the rear parts of the side wall parts are connected by means of an intermediate piece (transverse). mounted) forming the trunk of the vehicle. According to an Embodiment, where the driver's seat is located at the front of the vehicle and the passenger seat is behind it, at least one of the side wall parts comprises a door opening. The door opening can be located at the front or more in the middle of the side wall part. The door opening may be intended for entry from the driver's seat positioned towards the front of the vehicle in relation to the driver's safety device, i.e. at the front of the side wall part. The doorway may also be intended for entering the passenger seat, which is located between the driver and passenger safety features, i.e. more in the center of the side wall part. The two side wall parts can each consist of panels with embedded reinforcing crosses, and may be made of plastics such as ABS or polyester.

Het voertuig kan verder een overkapping omvatten die is gemonteerd op een deel van de 5 zijwanddelen, typisch op het voorste deel daarvan. Vergelijkbaar met een vliegtuig kan de overkapping of luifel hier worden geïnterpreteerd als een (gedeeltelijk) transparant omhulsel over (een deel van) de voorkant of cockpit van het voertuig, b.v. bestaande uit een transparant front en twee transparante zijkanten. De overkapping kan zogenaamd geopend worden, hetgeen inhoudt dat de overkapping bijvoorbeeld aan de voorzijde van het voertuig kan worden opgetild (en vervolgens kan worden bewogen of geduwd) naar de achterzijde daarvan, zodat het voertuig aan de voorkant bereikbaar is. De overkapping kan in de buurt van de bestuurdersveiligheidsvoorziening scharnierend worden verbonden en is bij voorkeur daarmee verbonden, wat betekent met het bovenste framedeel van de bestuurdersveiligheidsvoorziening. Het openen van de overkapping kan worden ingeschakeld om het betreden van de bestuurdersstoel via de daarvoor bestemde deuropening te vergemakkelijken (en daarmee een persoon, hier de bestuurder, te helpen of te assisteren). Op de overkapping, in de buurt van of op de bestuurdersveiligheidsvoorziening, in het bijzonder het bovenste framedeel daarvan, kan een (afneembare) spoiler worden gemonteerd. Het is bedoeld om de bestuurder (vooraan) uit de regen en de passagier (daarachter) een beetje uit de wind te houden, naast het feit dat het er mooier uitziet en ook om esthetische redenen kan worden toegepast.The vehicle may further comprise a canopy mounted on part of the side wall parts, typically on the front part thereof. Similar to an aircraft, the canopy or canopy here can be interpreted as a (partially) transparent covering over (part of) the front or cockpit of the vehicle, e.g. consisting of a transparent front and two transparent sides. The canopy can be so-called opened, which means that the canopy can, for example, be lifted at the front of the vehicle (and then moved or pushed) to the rear, so that the vehicle is accessible from the front. The canopy can be hinged in the vicinity of the driver safety device and is preferably connected to it, which means to the upper frame part of the driver safety device. Opening the canopy can be activated to facilitate entry into the driver's seat through the designated doorway (and thus help or assist a person, here the driver). A (removable) spoiler can be mounted on the canopy, near or on the driver's safety facility, in particular the upper frame part. It is intended to keep the driver (in front) out of the rain and the passenger (behind) a little out of the wind, in addition to the fact that it looks nicer and can also be used for aesthetic reasons.

Het voertuig kan verder een afdekgedeelte of een zogenaamde kap omvatten die op een deel van de zijwanddelen is gemonteerd, typisch op het achterste deel daarvan. Terwijl het voertuig twee zijden heeft, is het afdekgedeelte aan beide zijden van het voertuig op het achterste deel van het zijwanddeel gemonteerd. Het afdekgedeelte kan zogenaamd geopend worden, hetgeen inhoudt dat het afdekgedeelte kan worden opgetild aan één zijde van het voertuig, in het bijzonder aan het achterste deel van het zijwanddeel van deze ene zijde naar de andere zijde van het voertuig. Aan de andere zijde van het voertuig, in het bijzonder aan het achterste deel van het zijwanddeel van deze andere zijde, kan het afdekgedeelte scharnierend worden bewogen, weg van de ene zijde. Het openen van het afdekgedeelte kan worden geactiveerd, om het betreden van de passagiersstoel via de daarvoor bestemde deuropening te vergemakkelijken (en daarmee een persoon, hier de passagier, te helpen of te assisteren). Het afdekgedeelte kan gemaakt zijn van kunststoffen zoals polyester.The vehicle may further comprise a covering portion or a so-called hood mounted on a portion of the side wall portions, typically on the rear portion thereof. While the vehicle has two sides, the cover part is mounted on the rear part of the side wall part on both sides of the vehicle. The cover part can be so-called opened, which means that the cover part can be lifted on one side of the vehicle, in particular on the rear part of the side wall part from this one side to the other side of the vehicle. On the other side of the vehicle, in particular at the rear part of the side wall part of this other side, the cover part can be moved in a hinged manner, away from one side. Opening of the cover section can be activated to facilitate entry into the passenger seat via the designated doorway (and thus help or assist a person, here the passenger). The cover part can be made of plastics such as polyester.

Het voertuig kan verder een hybride aandrijving omvatten bestaande uit elektrisch- en spiervermogen, waarbij het elektrisch vermogen kan worden opgewekt door een in het voertuig aangebrachte elektromotor. Mogelijk is de elektromotor achterin het voertuig aangebracht, b.v. in de kofferruimte daarvan. Volgens een uitvoeringsvorm zijn in de achterwielen twee elektromotoren aangebracht, dat wil zeggen één elektromotor in elk achterwiel, om meer ruimte te hebben voor bagage achterin of in de kofferbak. De opwekking van het spiervermogen kan worden mogelijk gemaakt door middel van pedalen die op de drager zijn aangebracht. Zoals eerder vermeld, zit de bestuurder bij voorkeur voorin, en in dit geval zijn pedalen voorzien aan het voorste deel van de drager, uiteraard in aanmerking nemend dat de bestuurder het voertuig niet alleen in een bepaalde richting stuurt, maar ook de vermogensafgifte regelt. Volgens een uitvoeringsvorm kan ook de passagier voorin zitten en de bestuurder net erachter. In dit geval verdient het de voorkeur dat pedalen op het middendeel van de drager zijn aangebracht, zodat de bestuurder het vermogen kan regelen waarmee wordt aangedreven. Er zou zelfs een uitvoeringsvorm kunnen zijn waarbij zowel voor bestuurder als passagier pedalen zijn voorzien, en dus vooraan en in het midden van de drager.The vehicle can further comprise a hybrid drive consisting of electric and muscle power, whereby the electric power can be generated by an electric motor mounted in the vehicle. The electric motor may be mounted at the rear of the vehicle, e.g. in the trunk thereof. According to one embodiment, two electric motors are mounted in the rear wheels, i.e. one electric motor in each rear wheel, in order to have more space for luggage in the back or in the trunk. The generation of muscle power can be made possible by means of pedals attached to the carrier. As mentioned earlier, the driver preferably sits in the front, and in this case pedals are provided at the front part of the carrier, obviously taking into account that the driver not only steers the vehicle in a certain direction, but also controls the power delivery. According to one embodiment, the passenger can also sit in the front and the driver just behind. In this case it is preferable that pedals are located on the center part of the carrier so that the driver can control the power used to drive. There could even be an embodiment in which pedals are provided for both driver and passenger, and therefore at the front and center of the carrier.

In dit specifieke scenario bestuurt de bestuurder het voertuig, terwijl zowel de bestuurder als de passagier het vermogen regelen waarmee het voertuig kan rijden. De pedaalfunctie voor het leveren van spiervermogen kan worden ingeschakeld door middel van een lange ketting, maar deze lange ketting kan ook worden vervangen door een verstelbare generator om een comfortabele belasting te hebben tijdens het fietsen. Volgens een uitvoeringsvorm kan de bestuurder tijdens een rit gebruik maken van zowel elektrisch- als spiervermogen, of slechts op één daarvan vertrouwen, b.v. hierbij alleen trappen (bijvoorbeeld om de sportactiviteit te vergroten, of batterij te sparen) of alleen gebruik maken van het elektrisch vermogen (bijvoorbeeld om te rusten en de benen te sparen).In this particular scenario, the driver controls the vehicle, while both the driver and passenger control the power at which the vehicle can move. The pedal function for delivering muscle power can be enabled by means of a long chain, but this long chain can also be replaced by an adjustable generator to have a comfortable load while cycling. According to one embodiment, the driver can use both electrical and muscle power during a ride, or rely on only one of them, e.g. only pedaling (for example to increase sports activity or to save battery power) or only use electrical power (for example to rest and save the legs).

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de pedalen voorzien van clip-in systeem, zoals bijvoorbeeld bekend bij fietsen, b.v. om de veiligheid van de bestuurder verder te verbeteren.According to one embodiment, the pedals are provided with a clip-in system, as is known for bicycles, e.g. to further improve driver safety.

Het voertuig kan verder een ventilatiesysteem omvatten dat bestaat uit een luchtspleet vooraan of aan de voorkant (luchtinlaat) en aan de achterkant (luchtuitlaat) van het voertuig. Beide luchtspleten kunnen zodanig worden ingericht dat een laminaire luchtstroom aan de voorkant van het voertuig aan de binnenzijde van de overkapping wordt geïnduceerd en het voertuig aan de achterkant verlaat. De luchtspleet aan de voorkant van het voertuig is bijvoorbeeld een opening net onder de overkapping, en is aangebracht boven of bovenop het voorste deel van de zijwanddelen, in het bijzonder waar deze verbonden en grenzend zijn aan de overkapping. De luchtspleet aan de achterkant van het voertuig is bijvoorbeeld een openend of open stuk in het afdekgedeelte of kap, in het bijzonder aan de achterzijde daarvan die ter hoogte van de kofferruimte van het voertuig is gemonteerd.The vehicle may further comprise a ventilation system consisting of an air gap at the front or at the front (air intake) and at the rear (air outlet) of the vehicle. Both air gaps can be arranged in such a way that a laminar air flow is induced at the front of the vehicle on the inside of the canopy and leaves the vehicle at the rear. For example, the air gap at the front of the vehicle is an opening just below the canopy, and is located above or on top of the front part of the side wall sections, especially where they are connected and adjacent to the canopy. The air gap at the rear of the vehicle is, for example, an opening or exposed part in the cover portion or hood, in particular at the rear thereof mounted at the trunk of the vehicle.

Het basisprincipe van het lichte voertuig volgens de uitvinding, is dat we meer mogen rondrijden met een aangepast voertuig gebaseerd op een hybride aandrijving van elektrisch en spierkracht, zonder al te veel ballast in gewicht omwille van de lichte constructie en gebruikte materialen, en dus leidend tot minder energieverbruik en minder CO2-uitstoot.The basic principle of the light vehicle according to the invention is that we can drive around more with an adapted vehicle based on a hybrid drive of electric and muscle power, without too much ballast in weight because of the light construction and materials used, and therefore leading to less energy consumption and less CO2 emissions.

Overzicht van de tekeningenOverview of the drawings

Figuur 1 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen (a) in perspectief zijaanzicht met afdekgedeelte of kap en gedeeltelijk geopend, (b) als cabrioletmodel in ander zijaanzicht, en (c) ingezoomd op het binnenste voorste neusgedeelte in perspectief, volgens de uitvinding.Figure 1 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features (a) in perspective side view with cover part or hood and partially opened, (b) as a convertible model in another side view, and (c) zoomed in on the inner front nose part in perspective, according to the invention.

Figuur 2 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen (a) als gesloten model in perspectief achterzijde aanzicht, en (b) ingezoomd op het voorste deel in perspectief aanzicht, volgens de uitvinding.Figure 2 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features (a) as a closed model in perspective rear view, and (b) zoomed in on the front part in perspective view, according to the invention.

Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen (a) als gesloten model in perspectief zijaanzicht, en (b) in perspectief gezien vanaf de andere kant en gedeeltelijk geopend, volgens de uitvinding.Figure 3 shows an embodiment of the vehicle with safety features (a) as a closed model in perspective side view, and (b) in perspective seen from the other side and partially opened, according to the invention.

Figuur 4 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, ingezoomd op het interieur gezien vanaf de achterbank naar voren kijkend, volgens de uitvinding.Figure 4 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features, zoomed in on the interior as seen from the rear seat looking forward, according to the invention.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, ingezoomd op het interieur van de achterzijde of kofferruimte, gezien van achter het voertuig naar voren kijkend, volgens de uitvinding.Figure 5 shows an embodiment of the vehicle with safety features, zoomed in on the interior of the rear or trunk, as seen from behind the vehicle looking forward, according to the invention.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, ingezoomd aan de binnenzijde in het midden naar achteren toe, volgens de uitvinding.Figure 6 shows an embodiment of the vehicle with safety features, zoomed in on the inside in the middle towards the rear, according to the invention.

Figuur 7 illustreert een uitvoeringsvorm van de drager of het chassis van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen in perspectief aanzicht, volgens de uitvinding.Figure 7 illustrates an embodiment of the carrier or chassis of the vehicle with safety features in perspective view, according to the invention.

Figuur 8 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen in perspectief zijaanzicht met afdekgedeelte of kap, waarvan één zijwanddeel is gedemonteerd om enkele van de inwendige delen beter aan te duiden, volgens de uitvinding.Figure 8 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features in perspective side view with cover portion or hood, one side wall portion of which has been dismantled to better indicate some of the internal parts, according to the invention.

Figuur 9 (a) en (b) illustreren beide uitvoeringsvormen van het voertuig in zijaanzicht met afdekgedeelte of kap, waarbij het werkingsprincipe van het ventilatiesysteem volgens de uitvinding wordt aangegeven. In Figuur 9 (a) zijn ook de veiligheidsvoorzieningen, chassis en stoelen afgebeeld, terwijl Figuur 9 (b) vooral het principe van het ventilatiesysteem laat zien.Figure 9 (a) and (b) illustrate both embodiments of the vehicle in side view with cover portion or hood, indicating the operating principle of the ventilation system according to the invention. Figure 9 (a) also shows the safety features, chassis and seats, while Figure 9 (b) mainly shows the principle of the ventilation system.

Beschrijving van de uitvindingDescription of the invention

De uitvinding heeft betrekking op een licht voertuig met vier wielen, b.v. zoals voertuigen in de klasse L7e, bestemd voor één of twee personen zijnde bestuurder en passagier of een aanzienlijke hoeveelheid goederen, die ten opzichte van de stand-van-techniek verbeterde veiligheidsvoorzieningen omvat. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijk licht voertuig met hybride aandrijving, bestaande uit elektrische en (eventueel) spierkrachtaandrijving (d.m.v. een variabele krachtgenerator), voornamelijk te gebruiken in het korte-afstandsverkeer en voor het rijden op wegen tot 70 km bereik zonder opladen, beschouwd als een redelijk afstandsbereik om b.v. in en rond stad of gemeente. Het voertuig is bijvoorbeeld ontworpen voor een maximale snelheid van ongeveer 45-50 km/u, maar kan ook worden geconfigureerd met een iets hogere (bijvoorbeeld 60-65 km/u) of lagere (bijvoorbeeld 25-30 km/u) maximumsnelheid, Voor snel en flexibel gebruik kan een snelle acceleratie worden voorzien,The invention relates to a light vehicle with four wheels, e.g. such as vehicles in class L7e, intended for one or two persons, driver and passenger, or a significant quantity of goods, which contain improved safety features compared to the state of the art. The invention relates in particular to such a light vehicle with hybrid drive, consisting of electric and (optionally) muscle power drive (by means of a variable power generator), mainly for use in short-distance traffic and for driving on roads with a range of up to 70 km without charging, considered a reasonable distance range to e.g. in and around a city or town. For example, the vehicle is designed for a maximum speed of approximately 45-50 km/h, but can also be configured with a slightly higher (e.g. 60-65 km/h) or lower (e.g. 25-30 km/h) maximum speed, for fast and flexible use, rapid acceleration can be provided,

Met de uitvinding, wordt een licht voertuig voorzien van een significante verbetering ten aanzien van veiligheidsvoorzieningen die een stabiele en stijve constructie opleveren, waardoor zowel bestuurder als passagier een veilig gevoel en comfortabele beschutting krijgen, terwijl het voertuig als geheel licht van gewicht blijft. Het lichte voertuig volgens de uitvinding kan voldoende passagiers- en/of bagageruimte bieden, terwijl er plaats is voor maximaal twee (volwassen) personen inclusief kofferruimte. In het geval dat alleen de bestuurder aanwezig is voor een ritje, kan de kofferruimte worden vergroot met de passagiersruimte (bijvoorbeeld door de passagiersstoel neer te klappen), en bijgevolg zou het lichte voertuig ook kunnen worden gebruikt als lichte bestelwagen voor transport, zoals bijvoorbeeld voor de bezorging van goederen, pakketten, voedsel, post enz. Bovendien kan het lichte voertuig een ventilatiesysteem omvatten dat wordt gedefinieerd door luchtspleten, waardoor lucht het voertuig in- en uitgaat, en waardoor een laminaire luchtstroom in het voertuig wordt opgewekt leidend tot een aangename sfeer en aangename temperaturen voor de aanwezigen. Er kan worden voorzien in een afdekgedeelte (dak) of zogenaamde kap, of het lichte voertuig kan als cabriolet worden uitgevoerd. Met de gekozen materialen, constructievormgeving en beschikbare (hybride) kracht kan een licht voertuig worden geleverd dat duurzamer is en minder onderhevig aan slijtage en substantieel onderhoud in vergelijking met de stand-van-techniek.With the invention, a light vehicle is provided with a significant improvement in safety features that provide a stable and rigid structure, giving both driver and passenger a safe feeling and comfortable shelter, while the vehicle as a whole remains lightweight. The light vehicle according to the invention can offer sufficient passenger and/or luggage space, while there is room for a maximum of two (adult) persons, including trunk space. In the event that only the driver is present for a ride, the trunk space can be increased by the passenger space (for example by folding down the passenger seat), and consequently the light vehicle could also be used as a light van for transport, such as for example the delivery of goods, parcels, food, mail, etc. In addition, the light vehicle may include a ventilation system defined by air gaps, through which air enters and exits the vehicle, creating a laminar air flow within the vehicle leading to a pleasant atmosphere and pleasant temperatures for those present. A covering section (roof) or so-called hood can be provided, or the light vehicle can be designed as a convertible. With the chosen materials, construction design and available (hybrid) power, a light vehicle can be delivered that is more durable and less subject to wear and substantial maintenance compared to the state of the art.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvormen zoals weergegeven inThe invention will now be explained in more detail on the basis of embodiments as shown in

Figuur 1 tot 9. Figuur 1 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen (a) met dak of kap, (b) als cabrioletmodel, en (c) ingezoomd op het neusdeel, volgens de uitvinding. In Figuur 1 (a) wordt een perspectief zijaanzicht gegeven van het voertuig 100 met dak of afdekgedeelte, of zogenaamde kap 118, Het voertuig 100, weergegeven vanaf de rechterzijde, is aan de voorkant gedeeltelijk geopend, om sommige onderdelen beter aan te geven, zoals bijvoorbeeld zijn drager of chassis 101 gearceerd en in volle lijn getekend. Een deel van het chassis 101 is verder in stippellijn weergegeven, binnen de carrosserie tussen het voorwiel 102 en het achterwiel 103. In deze figuur zijn alleen de rechter voor- en achterwielen 102, 103 zichtbaar en dus weergegeven. Het voertuig wordt echter geacht nog twee wielen (niet getoond) te hebben aan de andere, d.w.z. linkerzijde. De aangebrachte wielen kunnen om hun as roteren en worden daarom roteerbaar gemonteerd genoemd. Bovendien zijn ze met hun assen op het chassis 101 gemonteerd.Figures 1 to 9. Figure 1 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features (a) with roof or hood, (b) as a convertible model, and (c) zoomed in on the nose part, according to the invention. Figure 1 (a) shows a perspective side view of the vehicle 100 with roof or cover portion, or so-called hood 118. The vehicle 100, shown from the right side, is partially opened at the front, to better show some parts, such as for example, carrier or chassis 101 are hatched and drawn in solid lines. Part of the chassis 101 is further shown in dotted lines, within the bodywork between the front wheel 102 and the rear wheel 103. In this figure, only the right front and rear wheels 102, 103 are visible and therefore shown. However, the vehicle is considered to have two more wheels (not shown) on the other, i.e. left side. The mounted wheels can rotate about their axis and are therefore called rotatably mounted. In addition, their axles are mounted on chassis 101.

Ook getekend in stippellijn (aanwezig in het voertuig maar hier niet zichtbaar van buitenaf) zijn twee stoelen 104, 105 en de veiligheidsvoorzieningen 106, 107, allemaal gemonteerd op het chassis 101.Also drawn in dotted line (present in the vehicle but not visible here from the outside) are two seats 104, 105 and the safety features 106, 107, all mounted on the chassis 101.

De twee stoelen 104, 105 zijn bedoeld voor twee personen, d.w.z. bestuurder en passagier. In het algemeen, of bij voorkeur, beschouwen we de bestuurder voorin op de eerste stoel 104, maar volgens een andere uitvoeringsvorm zou de bestuurder ook meer achterin de auto op de tweede stoel 105 kunnen zitten. Hier met de bestuurder voorin, kunnen we ook verwijzen naar de bestuurdersstoel 104 voorin, en de passagier daarachter in de passagiersstoel 105. De veiligheidsvoorzieningen 106, 107 zijn bedoeld voor respectievelijk bestuurder en passagier. Ze bestaan uit een afzonderlijke bestuurdersveiligheidsvoorziening 106 en een passagiersveiligheidsvoorziening 107, elk respectievelijk gepositioneerd in de nabijheid van de bestuurdersstoel 104 en de passagiersstoel 105. Beide veiligheidsvoorzieningen 106, 107 bestaan elk uit een boog- of ringachtige constructie, waarbij respectievelijk bestuurder en passagier worden omringd of omsloten. De veiligheidsvoorzieningen 106, 107 kunnen van staal zijn gemaakt, terwijl het chassis 101, waarop ze zijn gemonteerd, bijvoorbeeld is gemaakt van een aluminiumlegering zoals duraluminium.The two seats 104, 105 are intended for two persons, i.e. driver and passenger. In general, or preferably, we consider the driver to be in the front of the first seat 104, but according to another embodiment the driver could also be seated further towards the back of the car in the second seat 105. Here with the driver in the front, we can also refer to the driver's seat 104 in the front, and the passenger behind it in the passenger seat 105. The safety features 106, 107 are intended for the driver and passenger respectively. They consist of a separate driver safety feature 106 and a passenger safety feature 107, each respectively positioned in the vicinity of the driver's seat 104 and the passenger seat 105. Both safety features 106, 107 each consist of an arc or ring-like construction, surrounding or enclosing the driver and passenger respectively. enclosed. The safety features 106, 107 may be made of steel, while the chassis 101 on which they are mounted is made, for example, of an aluminum alloy such as duralumin.

Het voertuig 100 in Figuur 1 (a) bestaat uit twee zijwanddelen 108, 108", opnieuw gemonteerd op de drager 101, en het onderste deel van de carrosserie vormend. Volgens de uitvoeringsvorm hier hebben we een zijwanddeel 108 links en een ander 108' rechts van zowel de bestuurdersstoel 104 als de passagiersstoel 105. Het zijwanddeel 108 wordt hier als geheel gegeven, terwijl het andere zijwanddeel 108' bestaat uit meerdere delen 109, 110, 111, 112. Aan de voorkant van het voertuig 100, in de buurt van het rechter voorwiel 102, kunnen we voorste neusdeel 109 en voorste zijdeel 110 onderscheiden. Het voorste neusdeel 109 is hier weergegeven als een te openen deur(deel), en kan daarom ook worden aangeduid als te openen neusdeel 109. Het voorste zijdeel 110 is vast gemonteerd aan het chassis 101 en dus niet te openen. Aansluitend hebben we een midden- of tussendeel 111 aan de rechterzijde van het voertuig. Volgens een uitvoeringsvorm is dit middendeel! 111 te openen en kan dus ook als deuropening fungeren. Aan de achterkant van het voertuig 100 hebben we een achterste deel 112 van het zijwanddeel 108. Net zoals het voorste zijdeel 110, is het achterste deel 112 vast gemonteerd aan het chassis 101 en dus niet te openen. Voor het hier gepresenteerde voertuig 100 zijn dus twee mogelijke deuropeningen 109, 111 voorzien, d.w.z. een deuropening 109 aan de voorkant voor het betreden van de bestuurdersstoel 104, waarbij een dergelijke deuropening 109 naar de voorkant toe van het voertuig 100 is gepositioneerd ten opzichte van de bestuurdersveiligheidsvoorziening 106, en een deuropening 111 aan de zijkant in het midden voor het betreden van de passagiersstoel 105, waarbij een dergelijke deuropening 111 is geplaatst tussen de bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen 106, 107. Terwijl de deuropening 109 is afgebeeld in open positie, worden draadverbindingen 121 en licht(regel})module 122, aangebracht aan de binnenkant van het voorste neusdeel 109, getoond. Op de deuropening 109 is ook een deel van het ventilatiesysteem getoond, door middel van een luchtschep 129 die een luchtspleet 119 vormt. Aan de achterkant van het voertuig 100 is nog een luchtspleet 120 voorzien.The vehicle 100 in Figure 1 (a) consists of two side wall parts 108, 108", re-mounted on the carrier 101, and forming the lower part of the body. According to the embodiment here we have a side wall part 108 on the left and another 108' on the right of both the driver's seat 104 and the passenger seat 105. The side wall part 108 is given here as a whole, while the other side wall part 108' consists of several parts 109, 110, 111, 112. At the front of the vehicle 100, near the right front wheel 102, we can distinguish front nose part 109 and front side part 110. The front nose part 109 is shown here as an openable door (part), and can therefore also be referred to as openable nose part 109. The front side part 110 is fixedly mounted to the chassis 101 and therefore cannot be opened. We then have a middle or intermediate part 111 on the right side of the vehicle. According to one embodiment, this middle part 111 can be opened and can therefore also function as a door opening. At the rear of the vehicle 100 we have a rear part 112 of the side wall part 108. Just like the front side part 110, the rear part 112 is fixedly mounted to the chassis 101 and therefore cannot be opened. For the vehicle 100 presented here, two possible door openings 109, 111 are therefore provided, i.e. a door opening 109 at the front for entering the driver's seat 104, wherein such a door opening 109 is positioned towards the front of the vehicle 100 with respect to the driver safety feature 106, and a side center doorway 111 for entering the passenger seat 105, such doorway 111 being positioned between the driver and passenger safety features 106, 107. While the doorway 109 is shown in the open position, wire connections are 121 and light (control) module 122, mounted on the inside of the front nose part 109, are shown. Part of the ventilation system is also shown on the door opening 109, by means of an air scoop 129 that forms an air gap 119. An additional air gap 120 is provided at the rear of the vehicle 100.

Om het binnentreden van lucht in het voertuig 100 aan de vooraan laag (dicht bij de weg) te minimaliseren kan op beide zijwanddelen 108, 108' een aerodynamisch short of zogenaamde splitter 123 worden aangebracht. De twee zijwanddelen 108, 108' komen samen en zijn aan de voor- en achterkant van het voertuig 100 verbonden. Aan de voorkant van het voertuig 100 zijn voorste delen van de zijwanddelen 108, 108' (alle of niet bestaande uit één stuk) eerder rechtstreeks met elkaar verbonden. Aan de achterzijde van het voertuig 100 kunnen achterste delen van de zijwanddelen 108, 108' worden verbonden door middel van een (dwars gemonteerd) tussenstuk 127, waarmee de kofferruimte van het voertuig 100 wordt gevormd. De zijwanddelen 108, 108' kunnen bestaan uit (een- of meerdelige} panelen, mogelijk gemaakt van kunststof zoals ABS of polyester.To minimize the entry of air into the vehicle 100 at the front layer (close to the road), an aerodynamic short or so-called splitter 123 can be fitted to both side wall parts 108, 108'. The two side wall parts 108, 108' come together and are connected to the front and rear of the vehicle 100. At the front of the vehicle 100, front portions of the side wall portions 108, 108' (all or not in one piece) are rather directly connected to each other. At the rear of the vehicle 100, rear parts of the side wall parts 108, 108' can be connected by means of a (transversely mounted) intermediate piece 127, with which the trunk of the vehicle 100 is formed. The side wall parts 108, 108' can consist of (one- or multi-part} panels, possibly made of plastic such as ABS or polyester.

Het voertuig 100 in Figuur 1 (a) omvat verder een overkapping 113, met een transparante voorkant 114 en twee transparante zijkanten 115, b.v. gemaakt van glas of plexi. Volgens de uitvoeringsvorm hier, omvat de overkapping 113 een frame (bijvoorbeeld metaal of kunststof) waarin de transparante voorkant 114 en zijkanten 115 zijn voorzien. De overkapping 113 wordt omhoog gehesen en hierbij zogenaamd geopend. In gesloten positie (zijnde de normale positie tijdens het rijden}, is de overkapping 113 gemonteerd op een deel van de zijwanddelen 108, 108, typisch op het voorste deel daarvan. De overkapping 113 in open stand is aan de voorkant van het voertuig 100 opgetild (en vervolgens verplaatst of geduwd) naar de achterkant toe daarvan, zodat de binnenkant van het voertuig 100 toegankelijk is. De overkapping kan scharnierend worden verbonden door middel van een scharnier 116, in de nabijheid van de bestuurdersveiligheidsvoorziening 106 en is bij voorkeur daarmee verbonden, d.w.z. met het bovenste framedeel van de bestuurdersveiligheidsvoorziening 106. Het openen van de overkapping 113 kan mogelijk gemaakt worden, om het betreden van de bestuurdersstoel 104 via de daarvoor aangewezen deuropening 109 te vergemakkelijken (en daarmee een persoon, hier de bestuurder, te helpen of te assisteren). Volgens een uitvoeringsvorm geschiedt het betreden van het voertuigThe vehicle 100 in Figure 1(a) further comprises a canopy 113, with a transparent front 114 and two transparent sides 115, e.g. made of glass or plexiglass. According to the embodiment here, the canopy 113 comprises a frame (for example metal or plastic) in which the transparent front 114 and sides 115 are provided. The canopy 113 is lifted upwards and is thus supposedly opened. In the closed position (being the normal position while driving}, the canopy 113 is mounted on part of the side wall parts 108, 108, typically on the front part thereof. The canopy 113 in open position is lifted at the front of the vehicle 100 (and then moved or pushed) towards the rear thereof, so that the inside of the vehicle 100 is accessible. The canopy can be hingedly connected by means of a hinge 116, in proximity to the driver safety feature 106 and is preferably connected thereto, i.e. with the upper frame part of the driver's safety device 106. Opening of the canopy 113 can be made possible to facilitate access to the driver's seat 104 via the designated door opening 109 (and thus to help or assist a person, here the driver). assist). According to one embodiment, the vehicle is entered

100 aan de voorkant richting de bestuurdersstoel 104 als volgt: eerst wordt de overkapping 113 omhoog gekanteld, vervolgens gaat (rechter) voorste neusdeel over ongeveer 180° (maximaal) open. Er is een actuator 117 voorzien die het frame van de overkapping (aan de zijkant) met de carrosserie verbindt, in de buurt van of direct met de bestuurdersveiligheidsvoorziening 106. Een dergelijke actuator 117 is bedoeld voor het (gemakkelijker) optillen en/of openen van de overkapping 113.100 at the front towards the driver's seat 104 as follows: first the canopy 113 is tilted upwards, then the (right) front nose part opens through approximately 180° (maximum). An actuator 117 is provided that connects the frame of the canopy (on the side) to the bodywork, near or directly to the driver safety device 106. Such an actuator 117 is intended for (easier) lifting and/or opening of the canopy 113.

Zoals eerder vermeld, omvat het voertuig in Figuur 1 (a) een afdekgedeelte of kap 118. Een dergelijke afdekking of kap 118 is opnieuw gemonteerd op een deel van de zijwanddelen 108, 108, typisch op het achterste deel daarvan. Terwijl het voertuig 100 twee zijden heeft, is de kap 118 gemonteerd op het achterste deel van het zijwanddeel 108, 108' aan beide zijden van het voertuig 100. Volgens een uitvoeringsvorm kan de kap 118 zogenaamd geopend zijn, wat betekent dat hij aan één zijde van het voertuig 100 kan opgetild worden, zoals verder zal worden besproken metAs previously mentioned, the vehicle in Figure 1 (a) includes a cover portion or hood 118. Such cover or hood 118 is again mounted on a portion of the side wall portions 108, 108, typically on the rear portion thereof. While the vehicle 100 has two sides, the hood 118 is mounted on the rear portion of the sidewall portion 108, 108' on both sides of the vehicle 100. According to one embodiment, the hood 118 may be so-called open, meaning that it is on one side of the vehicle 100 can be lifted, as will be discussed further with

Figuur 3. De kap kan bestaan uit één of meer vensters 119 gemaakt van transparant materiaal zoals bijvoorbeeld glas of plexi. De kap 118 zelf kan gemaakt zijn van kunststoffen zoals polyester.Figure 3. The hood may consist of one or more windows 119 made of transparent material such as glass or plexiglass. The hood 118 itself can be made of plastics such as polyester.

Een cabrioletmodel van het voertuig 100, d.w.z. zonder dak of kap 118, is in zijaanzicht afgebeeld inA convertible model of vehicle 100, i.e. without roof or hood 118, is shown in side view in

Figuur 1 (b). Het voertuig 100 wordt nu getoond vanaf de andere (linker) zijde in vergelijking metFigure 1(b). The vehicle 100 is now shown from the other (left) side compared to

Figuur 1 (a), waarbij het zijwanddeel 108 wordt gezien. Hoewel in 3-wieler voertuig configuratie nu, worden voor- en achterwielen 102, 103 getoond, evenals een klein deel van het chassis 101 aan de voorkant (dicht bij het voorwiel 102} waarop de pedalen 132 zijn gemonteerd voor het aansturen van spierkracht zoals gegenereerd door de bestuurder die op de bestuurdersstoel 104 zit. De passagier zit achter de bestuurder in de passagiersstoel 105. In de nabijheid van respectievelijk bestuurdersstoel en passagiersstoel, kunnen we de bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen 106, 107 opnieuw identificeren. De veiligheidsvoorzieningen 106, 107 zijn hier verbonden in de vorm van een dwarsverbinding 124, hier als bijvoorbeeld ter hoogte van het lichaam van een persoon die in het voertuig 100 zit. Een dergelijke dwarsverbinding 124 kan aan één of beide zijden van het voertuig 100 zijn aangebracht, aan één of beide zijden of daarin ingebed, en wordt in het bijzonder toegevoegd aan de constructie om het nog sterker te maken. Beide veiligheidsvoorzieningen 106, 107 en dwarsverbinding 124 zijn mogelijk van staal. Aan de voorkant van het voertuig 100 kunnen we opnieuw de luchtschep 129 met luchtspleet 119 herkennen, en de overkapping 113 waardoor de bestuurder kan kijken voor het navigeren van het voertuig 100. Op de overkapping 113, in de buurt van of op de bestuurdersveiligheidsvoorziening 106, in het bijzonder bovenste framedeel daarvan, is hier een spoiler 125 gemonteerd. Met name voor dit cabrioletmodel is het erop gericht om de bestuurder (vooraan) uit de regen en de passagier (daarachter) een beetje uit de wind te houden, naast het feit dat het er mooier uitziet en ook om esthetische redenen kan worden toegepast. De spoiler 125 is mogelijk verwijderbaar en kan daarom worden (hergebruikt wanneer de cabrioletmodus wordt toegepast. Ook hier is een aerodynamische splitter 123 voorzien, om het binnentreden van lucht in het voertuig 100 aan de lage (dicht bij de weg) voorzijde te minimaliseren.Figure 1 (a), showing the side wall portion 108. Although in 3-wheeler vehicle configuration now, front and rear wheels 102, 103 are shown, as well as a small portion of the chassis 101 at the front (close to the front wheel 102} on which the pedals 132 are mounted for directing muscle power as generated by the driver sitting in the driver's seat 104. The passenger sits behind the driver in the passenger seat 105. In the vicinity of driver's seat and passenger seat respectively, we can again identify the driver and passenger safety features 106, 107. The safety features 106, 107 are here connected in the form of a transverse connection 124, here for example at the level of the body of a person sitting in the vehicle 100. Such a transverse connection 124 can be arranged on one or both sides of the vehicle 100, on one or both sides or embedded therein, and is added to the structure in particular to make it even stronger. Both safety features 106, 107 and cross connection 124 may be made of steel. At the front of the vehicle 100 we can again recognize the air scoop 129 with air gap 119, and the canopy 113 through which the driver can see for navigating the vehicle 100. On the canopy 113, near or on the driver safety device 106, in particular the upper frame part thereof, a spoiler 125 is mounted here. For this convertible model in particular, it aims to keep the driver (in front) out of the rain and the passenger (behind) a little out of the wind, in addition to the fact that it looks nicer and can also be used for aesthetic reasons. The spoiler 125 is possibly removable and can therefore be reused when the convertible mode is used. Here too, an aerodynamic splitter 123 is provided to minimize the entry of air into the vehicle 100 at the low (close to the road) front.

Figuur 1 (c) zoomt in op het binnenste voorste neusdeel van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, in overeenstemming met de uitvinding. Het binnenste gedeelte, in het bijzonder van de voorste neus van de linkerzijde van het voertuig, omvat zijwanddeel 108 welke is afgebeeld. Hieronder zien we het chassis 101 waarmee verstevigingsstaven 142 zijn verbonden. Ook is de licht(regel)module 122 getoond. Verder is het zijwanddeel 108 voorzien van eventueel ingebedde verstevigingsmiddelen 126.Figure 1 (c) zooms in on the inner front nose part of the vehicle with safety features, in accordance with the invention. The inner portion, particularly of the front nose of the left side of the vehicle, includes side wall portion 108 which is shown. Below we see the chassis 101 to which reinforcing bars 142 are connected. The light (control) module 122 is also shown. The side wall part 108 is further provided with possibly embedded strengthening means 126.

Figuur 2 (a) illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen in (a) perspectiefaanzicht van de achterkant en (b) ingezoomd perspectiefaanzicht van de voorkant, in overeenstemming met de uitvinding. In Figuur 2 (a) wordt het voertuig 200 getoond met dak of kap 218, in het bijzonder gezien vanaf de linkerkant met zijwanddeel 208 en de achterkant met tussenstuk 227, geconnecteerd of in verbinding met de rechterkant van het voertuig bestaande uit zijwanddeel 208 '. Door het ontwerp van de kap 218, die niet aansluit op het tussenstuk 227 achterin, zien we dat er een gat of luchtspleet 220 is gemaakt, voor het uitlaten van (aan de voorzijde ingebrachte) lucht uit het voertuig 200. Voor- en achterwielen 202, 203 zijn aangegeven. Aan de voorkant van het voertuig 200 staat de kap 218 in verbinding met de overkapping 213, hier in gesloten toestand. Figuur 2(b) zoomt in perspectief in op het voorste deel van het voertuig 200, waarbij de zijwanddelen 208, 208' voornamelijk aan de voorkant, het voorste neusdeel 209 en het voorste zijdeel 210 worden getoond. De directe verbinding van de twee zijwanddelen 208, 208' wordt hier benadrukt door middel van de verbinding 228 aan de punt van de neus. Vooraan zijn lichten 230 aangebracht, en opnieuw kunnen we de luchtschep 229 en hiermee gecreëerde luchtspleet 219 onderscheiden. De overkapping 213 bevindt zich ook hier in gesloten positie, en toont duidelijk transparante voorkant 214 en één van de transparante zijkanten 215.Figure 2(a) illustrates an embodiment of the vehicle with safety features in (a) perspective view from the rear and (b) zoomed perspective view from the front, in accordance with the invention. In Figure 2 (a) the vehicle 200 is shown with roof or hood 218, in particular seen from the left side with side wall part 208 and the rear with intermediate piece 227, connected or in communication with the right side of the vehicle consisting of side wall part 208'. Due to the design of the hood 218, which does not connect to the intermediate piece 227 in the rear, we see that a hole or air gap 220 has been made for the exhaust of air (introduced at the front) from the vehicle 200. Front and rear wheels 202 , 203 are indicated. At the front of the vehicle 200, the hood 218 is connected to the canopy 213, here in the closed position. Figure 2(b) zooms in perspective on the front part of the vehicle 200, showing the side wall parts 208, 208' mainly at the front, the front nose part 209 and the front side part 210. The direct connection of the two side wall parts 208, 208' is emphasized here by means of the connection 228 at the tip of the nose. Lights 230 are mounted at the front, and again we can distinguish the air scoop 229 and the air gap 219 created with it. The canopy 213 is also in closed position here, and clearly shows transparent front 214 and one of the transparent sides 215.

Figuur 3 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen (a) in perspectief zijaanzicht, en (b) ook in perspectief aanzicht hoewel gezien vanaf de andere kant, in overeenstemming met de uitvinding. In Figuur 3 (a) wordt het voertuig 300 met voor- en achterwielen 302, 303 getoond met dak of kap 318 voorzien van ramen 319, gezien vanaf de linkerzijde met zijwanddeel 308. Aan de achterkant van de kap 318, is de luchtspleet 320 aangegeven. Grenzend aan de kap 318 hebben we de overkapping 313 weer met een transparante voorkant 314 en twee transparante zijkanten 315. Vooraan de overkapping 313, is de luchtschep 329 duidelijk zichtbaar samen met de daarin gemaakte luchtspleet 319. Aan de voorkant van het voertuig 300 zien we ook de lichten 330 en de aerodynamische splitter 323. Het voertuig 300 inFigure 3 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features (a) in perspective side view, and (b) also in perspective view although seen from the other side, in accordance with the invention. In Figure 3 (a) the vehicle 300 with front and rear wheels 302, 303 is shown with roof or hood 318 provided with windows 319, seen from the left side with side wall part 308. At the rear of the hood 318, the air gap 320 is indicated . Adjacent to the canopy 318 we have the canopy 313 again with a transparent front 314 and two transparent sides 315. At the front of the canopy 313, the air scoop 329 is clearly visible together with the air gap 319 created in it. At the front of the vehicle 300 we see also the lights 330 and the aerodynamic splitter 323. The vehicle 300 in

Figuur 3 (b) wordt getoond als gedeeltelijk geopend. Hier is de kap 318 zogenaamd geopend, wat betekent dat deze aan één kant is opgetild, hier de rechterkant van het voertuig 300, in het bijzonder aan het achterste deel van het zijwanddeel 308' van deze rechterkant naar de andere (linker)zijde toe van het voertuig 300. Aan de andere (linker)zijde van het voertuig 300, in het bijzonder aan het achterste deel van het zijwanddeel 308 van deze andere (linker)zijde, kan de kap 318 scharnierend worden verplaatst, rondom scharnier 334, weg van de rechterkant. Het openen van de afdekking of kap 318 kan worden geactiveerd, om het betreden van de passagiersstoel 305 via de daarvoor aangewezen deuropening 311 te vergemakkelijken (en dus een persoon, hier de passagier, te helpen of te assisteren). Volgens een uitvoeringsvorm vindt het betreden van het voertuig 300 vanaf de zijkant of achterkant richting de passagiersstoel 305 als volgt plaats: eerst wordt de kap 318 omhoog gekanteld terwijl deze rond het scharnier 334 draait, waarbij de kap 318 kan draaien onder een hoek van ongeveer 60°, dan wordt de deuropening 311 aan de (rechter)zijde geopend zodat de passagier gemakkelijk het voertuig 300 kan betreden tussen de twee ringen van de respectieve veiligheidsvoorzieningen 306, 307. Volgens een uitvoeringsvorm, kan de kap conisch of conisch gevormd zijn, en een overeenkomstige ontwerpconfiguratie hebben voor het scharnier waaromheen een dergelijke conische kap moet worden gedraaid, zodanig dat de kap omhoog kan worden getild, waarbij het afdekgedeelte van de auto wordt geopend. Met de kap 318 en de deuropening 311 geopend, zien we duidelijk de bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen 306, 307, gemonteerd op het chassis 301, respectievelijk in de nabijheid van de bestuurdersstoelFigure 3(b) is shown partially opened. Here the hood 318 is so-called opened, which means that it has been lifted on one side, here the right side of the vehicle 300, in particular at the rear part of the side wall part 308' from this right side to the other (left) side of the vehicle 300. On the other (left) side of the vehicle 300, in particular at the rear part of the side wall part 308 of this other (left) side, the hood 318 can be moved hingedly, around hinge 334, away from the right. Opening of the cover or hood 318 can be activated to facilitate entry into the passenger seat 305 through the designated doorway 311 (and thus help or assist a person, here the passenger). According to one embodiment, entry into the vehicle 300 from the side or rear towards the passenger seat 305 occurs as follows: first the hood 318 is tilted upward while rotating about the hinge 334, whereby the hood 318 can rotate at an angle of approximately 60°. °, then the doorway 311 on the (right) side is opened so that the passenger can easily enter the vehicle 300 between the two rings of the respective safety devices 306, 307. According to one embodiment, the hood can be conical or conical shaped, and a have a corresponding design configuration for the hinge around which such a conical hood is to be rotated, such that the hood can be lifted upwards, thereby opening the covering part of the car. With the hood 318 and the door opening 311 open, we can clearly see the driver and passenger safety devices 306, 307, mounted on the chassis 301, respectively in the vicinity of the driver's seat

304 en de passagiersstoel 305. Het zijwanddeel 308' bestaat hier uit meerdere stukken panelen, d.w.z. voorste neusdeel 309, voorste zijdeel 310, middendeel 311 en achterste deel 312, bijvoorbeeld allemaal gemaakt van kunststoffen zoals ABS of polyester. In het bijzonder kunnen we zien dat het middendeel 311 dat hier tevens een deuropening is, is voorzien van ingebedde verstevigingskruisen 331. Aan de achterkant, verbindt het tussenstuk 327 de twee zijwanddelen 308, 308', en vormt een bijna gesloten kofferbak van het voertuig 300, terwijl de rkap 318 is geconfigureerd om een opening of luchtspleet 320 te vormen met de achterkant van de auto wanneer deze in gesloten positie is.304 and the passenger seat 305. The side wall part 308' here consists of several pieces of panels, i.e. front nose part 309, front side part 310, middle part 311 and rear part 312, for example all made of plastics such as ABS or polyester. In particular, we can see that the center part 311, which here is also a doorway, is provided with embedded reinforcing crosses 331. At the rear, the intermediate piece 327 connects the two side wall parts 308, 308', forming an almost closed trunk of the vehicle 300 , while the rhood 318 is configured to form an opening or air gap 320 with the rear of the car when in the closed position.

Figuur 4 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, ingezoomd op de binnenkant gezien vanaf de achterbank naar voren kijkend, volgens de uitvinding. Aangezien de bestuurder voorin zit en de passagier daarachter in de richting van de achterkant van de auto 400, kan de achterbank ook worden aangeduid als passagiersstoel (hier niet weergegeven, als zijnde het oogpunt). Een deel van de bestuurdersstoel 404 en de voorwielen 402 zijn zichtbaar, inclusief het chassis 401 waarop ze zijn gemonteerd. Rechts van de bestuurdersstoel 404 is een stuurhendel voorzien. De pedalen 432 en ketting 441 voor het mogelijk maken van fietsbewegingen zijn geïllustreerd aan de voorkant van het chassis 401. De boog of ringachtige constructie van de bestuurdersveiligheidsvoorziening 406 is duidelijk weergegeven. We kunnen ook de overkapping 413 onderscheiden met zijn transparante voorkant 414 en twee transparante zijkanten 415. In de binnenkant van voorste neus 409, zijn de licht(regel)modules 422 aangegeven.Figure 4 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features, zoomed in on the inside as seen from the rear seat looking forward, according to the invention. Since the driver sits in the front and the passenger sits behind them towards the rear of the car 400, the rear seat can also be referred to as the passenger seat (not shown here, as is the point of view). Part of the driver's seat 404 and the front wheels 402 are visible, including the chassis 401 on which they are mounted. A steering lever is provided to the right of the driver's seat 404. The pedals 432 and chain 441 for enabling bicycle movement are illustrated on the front of the chassis 401. The arc or ring-like construction of the driver safety feature 406 is clearly shown. We can also distinguish the canopy 413 with its transparent front 414 and two transparent sides 415. In the inside of the front nose 409, the light (control) modules 422 are indicated.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, ingezoomd op de binnenkant van de achterzijde of kofferruimte, gezien van achter het voertuig naar voren kijkend, volgens de uitvinding. We veronderstellen dat de bestuurder vooraan op de bestuurdersstoel 504 zit en de passagier daarachter op de passagiersstoel 505. Een deel van de passagiersveiligheidsvoorziening 507 is weergegeven in de nabijheid van de passagiersstoel 505. De binnenkant van het middelste deel 511 en achterste deel 512 zijn aangegeven rechts van de stoelen.Figure 5 shows an embodiment of the vehicle with safety features, zoomed in on the inside of the rear or trunk, as seen from behind the vehicle looking forward, according to the invention. We assume that the driver sits in the front of the driver's seat 504 and the passenger sits behind it in the passenger seat 505. Part of the passenger safety device 507 is shown near the passenger seat 505. The inside of the middle part 511 and rear part 512 are shown on the right of the chairs.

We zien de achterwielen 503 gemonteerd op het chassis 501 en de elektromotor 533 achterin of in de kofferbak, Een deel van het tussenstuk 527 is getoond voor het gedeeltelijk afsluiten van de kofferruimte, terwijl de twee zijwanddelen van respectievelijk de linker- en rechterzijde van het voertuig 500 met elkaar worden verbonden.We see the rear wheels 503 mounted on the chassis 501 and the electric motor 533 in the back or in the trunk. Part of the intermediate piece 527 is shown for partially closing the trunk, while the two side wall parts of the left and right sides of the vehicle respectively 500 are connected together.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen, ingezoomd aan de binnenkant in het midden naar achteren toe, volgens de uitvinding. We kijken in het voertuig 600 vanaf het achterste gedeelte (hier niet getoond, als zijnde het gezichtspunt) ervan, met de kap 618 geopend en dus omhoog geheven terwijl het rond het scharnier 634 is gedraaid, over een hoek van ongeveer 60°, De binnenkant van de linkerzijde van het voertuig 600 wordt nu bekeken, omvattende zijwanddeel 608 voorzien van ingebedde verstevigingsmiddelen 626. Een deel van de overkapping 613, in het bijzonder een deel van de linker transparante zijde 615 daarvan, kan worden onderscheiden naast (en voor) de kap 618 welke is voorzien van ramen 619. Op de kap is een actuator 635 voorzien om deze (gemakkelijker) op te tillen en/of te openen. We zien de passagiersstoel 605 achterin en de passagiersveiligheidsvoorziening 607 in de buurt daarvan. Een deel van de bestuurdersveiligheidsvoorziening 606 wordt ook bekeken, evenals de dwarsverbinding 624, die zowel de bestuurders- als de passagiersveiligheidsvoorzieningen 606, 607 verbindt voor verdere versterking van de constructie. Achter de achterbank of passagiersstoel 605 is het linker achterwiel 603 afgebeeld.Figure 6 shows an embodiment of the vehicle with safety features, zoomed in on the inside in the middle towards the rear, according to the invention. We are looking into the vehicle 600 from the rear part (not shown here, as being the point of view) of it, with the hood 618 open and thus raised while it is rotated about the hinge 634, through an angle of approximately 60°, The inside of the left side of the vehicle 600 is now viewed, comprising side wall part 608 provided with embedded reinforcement means 626. A part of the canopy 613, in particular a part of the left transparent side 615 thereof, can be distinguished next to (and in front of) the hood 618 which is provided with windows 619. An actuator 635 is provided on the hood to make it (easier) to lift and/or open. We see the passenger seat 605 in the back and the passenger safety device 607 near it. Part of the driver safety feature 606 is also considered, as well as the cross-connection 624, which connects both the driver and passenger safety features 606, 607 for further strengthening of the structure. The left rear wheel 603 is shown behind the rear seat or passenger seat 605.

Figuur 7 illustreert een uitvoeringsvorm van de drager of het chassis van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen in perspectief aanzicht, in overeenstemming met de uitvinding. Het chassis 701 is getekend voor het gehele voertuig, waarbij we het voorste deel 737, het middelste deel 738 en het achterste deel 739 kunnen onderscheiden. Aan het voorste deel 737 is een stuurhendel 736 voorzien. Een torsiestaaf 740 als onderdeel van de ophanging van het voertuig is voorzien aan het achterste deel 739.Figure 7 illustrates an embodiment of the carrier or chassis of the vehicle with safety features in perspective view, in accordance with the invention. The chassis 701 is drawn for the entire vehicle, where we can distinguish the front part 737, the middle part 738 and the rear part 739. A control handle 736 is provided on the front part 737. A torsion bar 740 as part of the vehicle's suspension is provided at the rear part 739.

Figuur 8 illustreert een uitvoeringsvorm van het voertuig met veiligheidsvoorzieningen in perspectief zijaanzicht met afdekgedeelte of kap, waarvan één zijwanddeel is gedemonteerd om enkele van de delen binnenin beter aan te duiden, in overeenstemming met de uitvinding. In het bijzonder is hier het rechter zijwanddeel van het voertuig 800 verwijderd, terwijl het linker zijwanddeel 808 is gebleven. De kap 818 en de overkapping 813 zijn beide in gesloten stand. Het chassis 801 is aan de onderkant van het voertuig 800 getekend, waarop de voor- en achterwielen 802, 803 roteerbaar zijn gemonteerd. De twee stoelen 804, 805 voor respectievelijk bestuurder en passagier zijn weergegeven, inclusief bijbehorende veiligheidsvoorzieningen 806, 807 in de nabijheid daarvan. Aan de linker binnenzijde van de auto 800 zien we de versterkende dwarsverbinding 824, die de veiligheidsvoorzieningen 806, 807 verbindt ter hoogte van het zijwanddeel 808. Verdere verstevigingsmiddelen 826 zijn aan de linker binnenzijde aangebracht (eventueel ingebed daar binnen) over de gehele lengte |.Figure 8 illustrates an embodiment of the vehicle with safety features in perspective side view with cover portion or hood, one side wall portion of which has been dismantled to better indicate some of the parts inside, in accordance with the invention. In particular, the right side wall part of the vehicle 800 has been removed, while the left side wall part 808 has remained. The hood 818 and the canopy 813 are both in the closed position. The chassis 801 is drawn on the underside of the vehicle 800, on which the front and rear wheels 802, 803 are rotatably mounted. The two seats 804, 805 for driver and passenger respectively are shown, including associated safety features 806, 807 in their vicinity. On the left inner side of the car 800 we see the reinforcing cross connection 824, which connects the safety facilities 806, 807 at the level of the side wall part 808. Further reinforcing means 826 are arranged on the left inner side (possibly embedded within) over the entire length |.

Figuur 9 (a) en (b) illustreren beide een uitvoeringsvorm van het voertuig in zijaanzicht met afdekgedeelte of kap, waarbij het werkingsprincipe van het ventilatiesysteem volgens de uitvinding wordt aangegeven. In Figuur 9 (a) zijn ook de veiligheidsvoorzieningen, chassis en stoelen afgebeeld, terwijl Figuur 9 (b} vooral het principe van het ventilatiesysteem laat zien. Het voertuig 900 wordt getoond vanaf zijn linkerzijde met zijwanddeel 908. Het chassis 901 is van voren naar achteren getekend, waarop voor- en achterwielen 902, 903 en twee stoelen 904, 905 zijn gemonteerd. In de buurt van het achterwiel 903 is de elektromotor 933 weergegeven. Verder zijn aan de achterkant van de auto 900, luchtspleet 920, voor uittredende luchtstroom, en tussenstuk 927, dat de zijwanddelen aan de achterkant verbindt, aangegeven. Het voertuig 900 heeft aan de voorkant een overkapping 913 en is afgedekt met een kap 918. In de nabijheid van het voorwiel 902 zijn de pedalen 932 en ketting 941 getoond om het fietsen mogelijk te maken. Verder kan aan de voorkant lucht het voertuig 900 binnenkomen via luchtspleet 919 van de luchtschep of luchtinlaat 929 die is aangebracht op het neusdeel, net onder de overkapping 913. Om het binnenkomen van lucht in het voertuig 900 vooraan aan de onderkant (dicht bij de weg) te minimaliseren kan de aerodynamische splitter 923 worden geleverd. De lucht die het voertuig 900 binnenkomt en verlaat wordt aangegeven door middel van pijlen In en Out. Binnen het voertuig 900 wordt een laminaire luchtstroom gegenereerd zoals aangegeven door de pijlen a en b. Verwijzend naar de positie van pijlen a, is de ventilatiestroom bedoeld om de ruiten te ontwasemen, wat bijvoorbeeld na een tijdje kan optreden, omdat de fietser door zijn/haar inspanning warmte zal produceren. Het kan ook als nodig bevonden worden in de winter tijdens het rijden. Condensatie in de ochtend zou geen probleem moeten zijn, aangezien er dan meestal geen temperatuurverschil is tussen binnen en buiten. Verwijzend naar de positie van pijlen b, is de ventilatie er om de fietsende rijder af te koelen (vooral in de zomer, zelfs bij het rijden in cabrioletmodus).Figures 9 (a) and (b) both illustrate an embodiment of the vehicle in side view with a cover portion or hood, indicating the operating principle of the ventilation system according to the invention. Figure 9 (a) also shows the safety features, chassis and seats, while Figure 9 (b) mainly shows the principle of the ventilation system. The vehicle 900 is shown from its left side with side wall part 908. The chassis 901 is seen from front to drawn at the rear, on which front and rear wheels 902, 903 and two seats 904, 905 are mounted. The electric motor 933 is shown near the rear wheel 903. Furthermore, at the rear of the car 900, air gap 920, for exiting air flow, and intermediate piece 927, which connects the side wall parts at the rear, are shown. The vehicle 900 has a canopy 913 at the front and is covered with a hood 918. In the vicinity of the front wheel 902, the pedals 932 and chain 941 are shown to facilitate cycling. Furthermore, air can enter the vehicle 900 at the front through air gap 919 of the air scoop or air inlet 929 located on the nose section, just below the canopy 913. To prevent air from entering the vehicle 900 at the front at the bottom ( close to the road) the aerodynamic splitter 923 can be supplied. The air entering and leaving the vehicle 900 is indicated by In and Out arrows. A laminar airflow is generated within the vehicle 900 as indicated by arrows a and b. Referring to the position of arrows a, the ventilation flow is intended to demist the windows, which may occur, for example, after a while, because the cyclist will produce heat through his/her effort. It may also be found necessary in winter while driving. Condensation in the morning should not be a problem, as there is usually no temperature difference between indoors and outdoors. Referring to the position of arrows b, the ventilation is there to cool the cycling rider (especially in summer, even when driving in convertible mode).

Hoewel deze uitvinding is beschreven met betrekking tot enkele uitvoeringsvormen hierboven, kan de onderhavige uitvinding verder worden gewijzigd binnen de geest en omvang van deze beschrijving.Although this invention has been described with respect to some embodiments above, the present invention may be further modified within the spirit and scope of this description.

Deze aanvrage is daarom bedoeld om alle variaties, gebruik of aanpassingen van de uitvinding te dekken gebaseerd op de algemene principes ervan.This application is therefore intended to cover all variations, uses or modifications of the invention based on its general principles.

Verder is deze aanvrage bedoeld om dergelijke afwijkingen van de onderhavige beschrijving te dekken die binnen de bekende of gebruikelijke praktijk in de stand-van-techniek vallen waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.Furthermore, this application is intended to cover such deviations from the present description which are within the known or customary practice in the prior art to which this invention pertains and which fall within the scope of the appended claims.

Claims (14)

ConclusiesConclusions 1. Een (licht) voertuig (100) (voor één of twee personen) bestaande uit een drager (101); ten minste drie wielen (102, 103) die roteerbaar zijn gemonteerd op de drager (101); een bestuurdersstoel (104) en een passagiersstoel (105) gemonteerd op de drager (101) en achter elkaar opgesteld; afzonderlijke bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen (106, 107), gemonteerd op de drager (101), elk respectievelijk gepositioneerd in de buurt van de bestuurdersstoel (104) en de passagiersstoel (105).1. A (light) vehicle (100) (for one or two persons) consisting of a carrier (101); at least three wheels (102, 103) rotatably mounted on the carrier (101); a driver's seat (104) and a passenger seat (105) mounted on the carrier (101) and arranged one behind the other; separate driver and passenger safety devices (106, 107), mounted on the carrier (101), each positioned respectively near the driver seat (104) and the passenger seat (105). 2. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 1, waarbij de afzonderlijke bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen (106, 107) elk bestaan uit een boog (die de bestuurder of passagier omgeeft) die mogelijk van staal is gemaakt.The (light) vehicle (100) according to claim 1, wherein the separate driver and passenger safety features (106, 107) each consist of an arch (surrounding the driver or passenger) possibly made of steel. 3. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afzonderlijke bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen (106, 107) zijn verbonden door middel van een dwarsverbinding, mogelijk ook van staal, en bij voorkeur ter hoogte van het lichaam van een persoon zittend in het voertuig (100), aan één of beide zijden daarvan.3. The (light) vehicle (100) according to claim 1 or 2, wherein the separate driver and passenger safety features (106, 107) are connected by means of a transverse connection, possibly also made of steel, and preferably at the level of the body of a person sitting in the vehicle (100), on one or both sides thereof. 4. Het (lichte) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 3, waarbij de drager (101) is gemaakt van een aluminiumlegering zoals duraluminium.The (light) vehicle (100) according to claims 1 to 3, wherein the carrier (101) is made of an aluminum alloy such as duralumin. 5. Het (lichte) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 4, waarbij de bestuurdersstoel (104) zich vooraan in het voertuig (100) bevindt en de passagiersstoel (105) daarachter.The (light) vehicle (100) according to claims 1 to 4, wherein the driver's seat (104) is located at the front of the vehicle (100) and the passenger seat (105) is located behind it. 6. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 5, verder omvattende twee zijwanddelen (108, 108') gemonteerd op de drager (101), één links en één rechts van zowel de bestuurdersstoel (104) als de passagiersstoel (105), waarbij ten minste één van de zijwanddelen (108') een deuropening (109) omvat voor het betreden van de bestuurdersstoel (104) die is gepositioneerd naar de voorkant van het voertuig (100) ten opzichte van de bestuurdersveiligheidsvoorziening (106), en/of een deuropening (111) voor het betreden van de passagiersstoel (105) die is gepositioneerd tussen de bestuurders- en passagiersveiligheidsvoorzieningen (106, 107).The (light) vehicle (100) according to claims 1 to 5, further comprising two side wall parts (108, 108') mounted on the carrier (101), one on the left and one on the right of both the driver's seat (104) and the passenger seat ( 105), wherein at least one of the side wall portions (108') includes a door opening (109) for entering the driver's seat (104) positioned toward the front of the vehicle (100) relative to the driver safety feature (106), and/or a doorway (111) for entering the passenger seat (105) positioned between the driver and passenger safety features (106, 107). 7. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 6, waarbij de twee zijwanddelen (108, 108") elk bestaan uit panelen voorzien van ingebedde verstevigingskruisen (331), en mogelijk gemaakt zijn van kunststoffen zoals ABS of polyester.The (light) vehicle (100) according to claims 1 to 6, wherein the two side wall parts (108, 108") each consist of panels provided with embedded reinforcing crosses (331), and may be made of plastics such as ABS or polyester. 8. Het (lichte) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 7, verder omvattende een overkapping (113) die is gemonteerd op het (voorste) deel van de zijwanddelen (108, 108), en die kan worden opgetild aan de voorzijde het voertuig (100) naar achteren toe, terwijl deze scharnierend verbonden is in de buurt van en bij voorkeur aan (bovenste framedeel van) de bestuurdersveiligheidsvoorziening (106).The (light) vehicle (100) according to claims 1 to 7, further comprising a canopy (113) that is mounted on the (front) part of the side wall parts (108, 108), and that can be lifted at the front vehicle (100) towards the rear, while it is hingedly connected near and preferably to (upper frame part of) the driver safety device (106). 9. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 8, verder omvattende een spoiler (125) die is gemonteerd op de overkapping (113) of in de buurt van of op (bovenste framedeel van) de bestuurdersveiligheidsvoorziening (106).The (light) vehicle (100) according to claim 8, further comprising a spoiler (125) mounted on the canopy (113) or near or on (upper frame part of) the driver safety feature (106). 10. Het (lichte) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 8, verder omvattende een afdekgedeelte (118) dat op het (achterste) deel van de zijwanddelen (108, 108') is gemonteerd en kan worden opgetild aan één zijde van het voertuig (100) naar de andere zijde toe, terwijl aan de andere zijde van het voertuig (100) het afdekgedeelte scharnierend wordt bewogen, weg van die ene zijde.The (light) vehicle (100) according to claim 1 to 8, further comprising a cover portion (118) mounted on the (rear) part of the side wall parts (108, 108') and liftable on one side of the vehicle (100) towards the other side, while on the other side of the vehicle (100) the cover part is hingedly moved away from that one side. 11. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 10, waarbij het afdekgedeelte (118) is gemaakt van kunststoffen zoals polyester.The (light) vehicle (100) according to claim 10, wherein the cover portion (118) is made of plastics such as polyester. 12. Het (licht) voertuig (100) volgens conclusie 1 tot 11, verder omvattende een hybride aandrijving bestaande uit elektrisch- en spiervermogen.The (light) vehicle (100) according to claims 1 to 11, further comprising a hybrid drive consisting of electric and muscle power. 13. Het (lichte) voertuig (100) volgens conclusie 12, waarbij het elektrisch vermogen wordt opgewekt door een elektromotor (533) die is aangebracht in (de achterkant van) het voertuig (100), en/of het opwekken van het spiervermogen mogelijk gemaakt wordt door middel van pedalen (132) aangebracht op (voorste of middelste deel van) de drager (101). The (light) vehicle (100) according to claim 12, wherein the electrical power is generated by an electric motor (533) mounted in (the rear of) the vehicle (100), and/or the generation of the muscle power is possible is made by means of pedals (132) mounted on (the front or middle part of) the carrier (101). 14, Het (lichte) voertuig (100) volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een ventilatiesysteem omvattende een luchtspleet (119, 120) vooraan en aan de achterkant van het voertuig (100), waarbij de luchtspleet zodanig is ingericht dat een laminaire luchtstroom (a, b) wordt geïnduceerd vooraan aan de binnenzijde van de overkapping (113), en het voertuig (100) aan de achterkant verlaat.The (light) vehicle (100) according to any of the preceding claims, further comprising a ventilation system comprising an air gap (119, 120) at the front and at the rear of the vehicle (100), wherein the air gap is arranged in such a way that a laminar air flow (a, b) is induced at the front on the inside of the canopy (113), and leaves the vehicle (100) at the rear.